Jonkvrouw
de
draagt toorts van
jheid
PUN
vrij
r
De 9 Muzen
Heilige verontwaardiging
in de poëzie
wakker
Nel Oosthout
ambassadrice
was een
in
Oost
waardevol
en West
Monument van het verzet op
Domplein te Utrecht
Plato s voorstel aangenomen
AKKERTJES
Sporen van Hindoe-cultuur in
Nederlandse sierkunst
„De laatste etappe"
Zaterdag 7 Mei 1949
5
DAT het verzetsmonument, hetwelk de 4de Mei op het Domplein
werd onthuld, het grootste is van Nederland, is een motief, dat met
de kunst als zodanig niets of bitter weinig heeft te maken. Dat het ont
worpen is door een vrouw, die het ook goeddeels hakte, de Haagse
beeldhouwster mevr Franzen-Heslenfeld, is een factor, die ook met de
kunstwaarde van het werk weinig heeft uit te staan. Het grote publiek
zal om deze redenen wellicht zijn bewondering te gereder geven, maar
by een artistieke beoordeling mogen zij niet meewegen.
De vraag, die de criticus zich alleen te stellen heeft is: staat het beeld u-' r -
hier op zijn plaats, verhoudt het zich op juiste wijze tot zijn omgeving, vin h.tSriM™
vormen voetstuk én beeld een eenheid, en is de gestalte op zichzelf schrijden, hei eozaan. reer
verantwoord?
Werk van Haagse
kunstenares
Toen de kwestie een aantal maanden
geleden ln de Utrechtse Raad behandeld
werd, heeft Ir. Leeuwenberg, die niet
gewoon ls over één nacht ijs te gaan,
aan de hand van de tekeningen er
schetsen, bedenkingen geopperd met be-
trekking tot de goede schaal en de pas
sende verhoudingen. Ik zou wel eens
willen weten of hij die bezwaren nóg
heeft, nu het beeld er staat en in zijn
volle lengte, hoogte en zwaarte, ln zijn
stilstand en beweging, meespeelt in de
ruimte. Persoonlijk voel ik zijn bezwa
ren niet.
Ook de Commissie, die de oprichting
van dit monument heeft voorbereid, ls
niet over één nacht ijs gegaan. Toen
plaats en vorm in aanleg vast stonden
heeft zij alle factoren nog eens extra
ln studie genomen, de maten, de onder
linge afstanden, de vorm en hoogte van
het voetstuk, en ls de plaats tot op de
centimeter nauwkeurig bepaald. Bij
voorbaat stond het vast, dat het beeld
precies in de lengteas van de doorgang
ln de Domtoren zou komen daarmee
was een belangrijk effect verzekerd.
De situatie
Gesteld, het beeld zou enkele meters
naar achteren zijn verschoven waar
voor oppervlakkig iets te zeggen valt
dan ware de kans groot geworden dat
het zijn zelfstandig karakter had ver
loren en teveel een plastische versiering
zou zijn van de Kerk, in strijd met zijn
eigenlijke bestemming Voorts zou het
moeilijker zijn om het van alle kanten
vrij te bekijken. En, wat ln dit geval
nog zwaarder weegt: het zou, gezien van
de zijde van Kemink (de Noordkant),
waarschijnlijk te veel „opgenomen"
worden in de architectuur van de beide
vooruitspringende zijkapellen der Kerk
Het zou dan n.l. ln ons gezichtsveld
geheel samengaan met de hoge natuur
stenen pijler, die beide kapellen ver
bindt.
Het bezwaar, dat twee monumenten
van zo geheel verschillend karakter als
Jan van Nassau en dit verzetsmonument
op één plein verenigd worden, lijkt mij
niet overwegend.
Feitelijk is, ook historisch, het Dom
plein niet één geheel en de beelden zijn
maar op enkele plaatsen gelijktijdig
te zien.
De situatie lijkt mij dus, al met al.
goed gekozen en de fameuze, rijzige
plastiek dunkt mij. stcdebouwkundig
gezien, een gelukkige verrijking van
deze wat dorre plcinhelft. De énorme
gemetselde wand er achter, die de kerk
naar deze zijde noodgedwongen afsluit
op deze plaats inyners werd de Dom
kerk door de storm van 1674 hopeloos
verminkt kon een plastisch accent
heel wel gebruiken.
Gezien van uit de Servetstraat
Het treffendst blijkt dit wel, als men
het beeld bekijkt vanuit de hoek Servet
straatDomplein op het trottoir bij de
Dombar. Hier ervaart men. hoe het
monument precies tegenover de door
gang van de Domtoren staat, die, ook
door dc tegenstelling van de schaduw in
de doorgang en het licht op 't Domplein
de afstand verdiept en het interessante
silhouet op waarlijk verheven „Gothi-
sche" wijze omlijst. Het zeldzame effect
dat men van hieruit geniet is te ver
gelijken met het fraaie schouwspel, dat
de Venus van Milo ln het Louvre biedt,
als men staat aan het begin van de
galerij, welke naar dit beeld hen leidt.
Men kan echter gerust zeggen, dat hier
in Utrecht het effect nog grootser is!
Het sobere rechthoekige voetstuk is
een vereenvoudiging, dus een ver
betering. van het eerste ontwerp en ver
sterkt ook op gelukkige manier de verti-
kale lijn Toch rijst de vraag of deze
sockel niet wat t e smal is uitgevallen
tegenover de vrij zware, brede beeld
massa. Dat voelt men op een afstand,
het blijft ook voelbaar van dichtbij.
Beeld vol élan
En nu het beeld zelf: zeker niet het
onbelangrijkste. Men mag hier stellig
spreken van: geslaagd. Dit woord
klinkt eigenlijk te nuchter De vrouw
die het maakte, heeft bereikt, dat deze
kolossale gestalte vrij ls gebleven van
snorkende rhetoriek. waartoe men ln
verband met dit thema zo licht had
kunnen vervallen. Ondanks de buiten
menselijke proporties bleef de figuur die
van een- v rouw. nauwkeuriger- een
Jonkvrouwelijke verschijning En de
di ln overeenstemming met
de symbolische idee, die zij heeft te
icia'''maar wvcns mct
lets van tere schroom, schrijdt de figuur
als dansend naar voren, vol kracht en
beslistheid draagt zij de toorts, welke
als symbool bedoeld ls van de vrijheid
Het moeilijkste deel van de taak der
kunstenares was wel in dit formaat en
voor deze afstand een gelaat te boet
seren, dat een levende cn bezielde
expressie bezit. Ook hierin is mevrouw
Franzen wonderwel geslaagd, al ls wel
licht het hoofd wat groot tegenover het
verdere lichaam.
Zonder kritiek ben ik niet Bepaalde
onderdelen zijn te zwaar, te stoffelijk
gebleven Ik denk aan het „standbeen",
dat aan de voorzijde in het zicht komt,
ik denk ook aan de armen (speciaal de
linker-onderarm) waarmee de toorts
wordt vastgehouden. Bovendien zijn de
plooien van het gewaad aan de voorzijde
aldus gevormd, dat men (althans onder
een bepaalde belichting) kan menen
hier het tweede been en de tweede voet
te zien. Het kost bepaald even moeite
aan de gedachte te wennen, dat het hier
alleen de draperie betreft. Aan de beide
zijkanten, ln 't bizonder aan die van
schrijden, het opgaan, zeer
mooi getroffen Ook de sierlijke plooien-
val van het kleed, dat alleen het onder
lichaam beschut, werkt aan de Noord
zijde op frappante wijze mee Aanzien
lijk minder bevredigend echter is de
achterzijde, waar de figuur te veel in
onderdelen uiteenvalt en de actie te
voelbaar wordt gestremd.
Maar deze aanvechtbaarheden, waar
van een enkele wellicht nog zeer sub
jectief is, doen weinig af aan de totaal
indruk: dat Utrecht, ons land, verrijkt
is met een indrukwekkend beeldhouw
werk. dat beantwoordt aan zijn doel en
de betekenis cn zin van het Domplein
op ongemene wijze verdiept
C. A. Schilp.
De wereld der Antieken
hoeksteen van onzecultuur
De poort waardoor de fakkel der beschaving als bij een estafette
iverd gedragen en overgegeven stond in het Zuid-Oosten. Dit vuur
werd. over het water gedragen de Oostelijke Middellandse Zee tussen
*T<uu' j^ e kust van Klem-Azië en Griekenland. Naar Athene
trokken de wijsgeren die lerend rondgingen. En puttend uit hun geest,
uit onze oer-geest, legden zij de eerste wezenlijke grondslagen ais 't
ware bij wijze van openbaring voor het Europese streven, voor de
ontvouwing van de menselijke vermogens waarop de wereld der Euro
pese cultuursfeer onzer dagen uiteindelijk zware pijlers heep. Ook tal
loze fundamentele termen van kunst en wetenschappen herinneren ons
daaraan.
gering voor de kunst, haar bescherming
van de in 1948 opgerichte Stichting
Jeugd en Muziek (die van 3 Juni tot 8
Juni a.s. een internationaal congres in
het Kurhaus te Scheveningen belegt)
het zijn ln ons land zich spiegelende
internationale tendenzen. die wijzen op
een renaissance van Plato's vier eeuwen
vóór onze Jaartelling verkondigde wijs
heid.
Plet Mohringer.
De Warncr-Brosfilm „Johnny
Belinda" kregen van de Nederland-
Se filmclub het praedicaat „Film van
de maand", e» De Nederlandse varlété-
artist Jos. Windt is, na een verblijf
van zes maanden in Amerika, in ons
land gearriveerd. Het Nederlands
Volkstoncel zal de première geven van
Herman Knorringa's toneel
stuk „Het regent goud" ccn „bedrijvig
spel van mensen met geld". Het
Concertgebouw-orkest zal eind Mei
een aantal concerten geven in Enge
land. De Nederlandse Volksdans
vereniging houdt op 7 cn 8 Mei in de
jeugdherberg „Ockenburg" te Loosdui
nen een volksdansweekcind. Uit een
museum te Antibes is een stilleven van
Picassa gestolen, Tito Scipa
gaat een tournéc maken door Zuid
Afrika Scotland Yard is de „hoofd
persoon" in de Engelse fiim „The Elue
Lamp", die binnenkort in circulatie
komt. Cclla Johnson, bekend
uit de film „Brief encounter", vervult
de hoofdrol in de nieuwe rolprent „The
astonished heart" De filmactrice
Patricia R o c zal in het huwelijk
treden met de Franse cameraman
André Thomas. Arthur
Rank heeft van de Kopenhagcnse
kinderfilmclub een porcelcinen beeldje
cadeau gekregen als dank, voor wat hij
voor de kinderfilms heeft gedaan.
Schilderijen en tekeningen van prin
ses Wllheiminn zullen in Gronin
gen worden tentoongesteld Het „Bal
let der Lage Landen" zal in het komend
seizoen weer verscheidene nieuwe bal
letten aan zijn repertoire toevoegen e>
Het „Grand Ballet de Monte Carlo"
komt volgende maand naar Nederland
om in het kader van het Holland-
festival op te treden Dc Jonge, veel
belovende Indonesische dichter en
schrijver C h a i r i 1 Anwar is te
Eatavia op 26-jarlge leeftijd overleden
<2> De Franse filmactricc Cecile
Aubry heeft angsüge ogenblikken
beleefd, toen zij met haar moeder en
een chauffeur in Zuid-Marokko door
een overstroming van de bewoonde
wereld werd geïsoleerd De Ameri
kaanse schrijver Erskine Cald
well heeft tijdens een persconferentie
in Oslo verklaard- „Ik ben auteur ge
worden. omdat dit het enige vak is.
dat ik aan kan. Voor andere baantjes
deug ik niet" De Hongaarse compo
nist E r w i n Lcndvai, een leerling
van Puccini, is op 67-jarige leeftijd te
Londen overleden.
Het Nationale Museum te Ro
me kreeg de beschikking over
een bas-relief van omstreeks
470 voor onze jaartelling, dat
een fluitspeelster voorstelt, die
een aulos bespeelt.
Van een magische wereld uit waarin
de muziek een geestelijke macht had
die wij ons niet meer kunnen voor
stellen cn die hier haar uitlopers vond.
schiepen zij de tonen van onze muziek.
Zij namen het octaaf van het verleden
over cn. zinvol symbool: voor 't eerst
in de geschiedenis stelden zij de toon
trappen daartussen vast op wetenschap
pelijke wijze en naar de eenvoudigste
wiskundige orde. Pythagoras 550 v.
Chr.) nam proeven I Hij spande ec-n
snaar over een klankkastje (monochord)
cn vond dat de halve snaar het octaaf,
cn een derde de kwint daarop gaf. Om
een sluitend „toonstelsel" te krijgen
moet ergens de opstapeling van kwinten
samenvallen met de opstapeling van oc
taven, dwz. dat delingen door drie en
die door twee ergens moeten samenval
len. hetgeen hoogstens „tenaasteblj"
het geval kan zijn. Pythagoras vond de
eerste elkaar naderende tonen na opsta
peling van twaalf kwinten en van ze
ven octaven. Hij hield het bij deze een
voud en stelde het compromis waaruit
onze twaalf tonen zouden ontstaan.
Dc vele malen dat Europa op haar weg
omkeek naar dit Griekse begin, zó ge
ïmponeerd soms dat zij dit begin als
opnieuw geboren (renaissance) waande,
moest zij de „klassieke" gegevens der
Ouden als hoekstenen nemen. Het was
bv. in de tijd waarin onze opera ont
stond (16e eeuw), dat men zich de
Griekse openluchttheaters herinnerde en
hun daarin gespeelde drama's, hun zan-'
gen voor de goden Dionysos cn Apollo.
Thespis 550 v. Chr.) had de toneel
speler „uitgevonden". Aischylos ccn te
genspeler (Antagonist). Sophocles ge
bruikte een derde acteur. Zij speelden
op de skènè. Er werden epische (verha
lende) verzen gesprokc-n, cr werd ge
danst op de orchestra dansplants). De
toeschouwers op de reusachtige ronde
stenen tribune (amphitheater) luister
den naar de lyrische eenstemmige zan
gen der koren, begeleid door de aulos
(een soort dubbelhobo) cn de soli, be
geleid door snaarinstrumenten als de
lyra cn de kithara. En Aristoteles stelde
voor dit alles wetten vast.
Deze kunst was een uiting waarin
denken, voelen en geloof der gemeen
schap cn niet zoals bij ons van een
kleine élite hun vorm vond. De mu
ziek had h3ar gezonde functie, haar
waardige plaats. Pythagoras peilde de
psychologische werking der muziek,
sprak van haar reinigende, verheffende
en genezende werking." En Plato's cis:
muzikale opvoeding voor iedere vol
waardige burger, was een perspectief
dat ln onze dagen een eerste kans
schijnt te gaan krijgen.
De volksmuziekscholen, de opleiding
van schoolmusici voor het lager cn mid
delbaar onderwijs, het herontdekken
van de schoonheid en de vreugde van
het volkslied, de belangstelling der re-
Tel Aviv reikt twee
prijzen voor muziek uit
De door de stad Tel Aviv uitgeloofde
Engel-prijs voor moderne Jooase mu
ziek ls dit jaar toegekend aan Joseph
Grünthal te Jeruzalem en Joseph
Kaminski te Tel Aviv.
Grünthal. die in Israël bekendheid
geniet als pianist, componist en muziek-
paedagoog. dankt deze onderscheiding
aan zijn symphonisch gedicht ..Exodus",
dat vorig jaar voor het eerst door het
Israëlisch Philharmonisch Orkest onder
leiding van Mollnaris werd uitgevoerd.
Kaminski. concertmeester van het
orkest, kreeg de Engel-prijs voor zhn
twee jaar geleden gecomponeerd strijk
kwartet.
Als Canada de Poolse kunstschatten, die
bij het begin van de oprlog naar
Canada werden overgebracht, niet wil
teruggeven, dan zal Polen de kwestie
bij de V.N. of bij hot Internationale
Hof van Justitie aanhangig maken.
De Pulitzer-prljs voor de beste Ameri
kaanse roman is aan James Gould
Gozzens toegekend voor zijn „Guard
of honour". Arthur Miller's „Death of
a salesman" werd als beste drama be
kroond. terwijl Peter Viercck's eerste
dichtbundel „Terror and decorum" de
poëzie-prijs toeviel.
Op 12 Mei, de dag waarop het Zuiden
zijn electrische treinverbinding krijgt,
zal een groot aantal Limburgse ge
meenten aan de Nederlandse Spoor
wegen een aantal glas-in-loodramen.
vervaardigd door Charles Eyck en be
stemd voor het Maastrichtse station,
aanbieden.
Pierre Monteux bij
Nederlandse Opera
Het eerste optreden van Pierre
Monteux in dit seizoen is op Dins
dag 10 Mei in de Stadsschouwburg
te Amsterdam.
Bij die gelegenheid zal onder lei
ding van de Franse meester, Ravel's
„l'Heure Espagnole" worden opge
voerd in de mise en scène van
Abraham van der Vies. in dé mon
tering van Nico Wijnberg en met
medewerking van Lidy van der
Veen, Frans Vroons, Theo Baylé,
Gerard Groot en Jan Voogt.
Deze opvoering wordt voorafge
gaan door Ravel's „valse nobles et
sentimentales" in de choreographie
van Darja Collin en eveneens gedi
rigeerd door Pierre Monteux.
De première van Massenet's „ma-
non" onder leiding van Pierre Mon
teux is op Dinsdag 17 Mei.
Muziekfeest der I.S.C.M.
volgend jaar in Brussel
Op het 23ste Muziekfeest der Inter
national Society for Contemporary
Music, dat vorige week in Palermo ls
begonnen, heeft men besloten het 24ste
Muziekfeest in Brussel te houden, ln de
laatste weck van Juni 1950.
De Internationale Jury is samengesteld
uit André Souris (België). Sten Broman
(Zweden). Jean Binct (Zwitserland),
Karl Anccrl (Tsjechoslowaklje) en John
Barblrolll (Engeland). Het hoofdbestuur
der I.S.C M. bestaat komend Jaar uit
Clark (Engeland). Capdcvielle (Frank
rijk). Dnllaplccola (Italië). Guillnumc
Landré (Nederland) en Jcan Absil (Bel
gië). Op het Muziekfeest ln Brussel
worden twee orkest-, twee kamerorkest
en twee kamermuziekconcerten gegeven.
Mozaïek voor Amsterdam
se Stadsschouwburg
In het pakhuis van dc Amsterdamse
Stadsschouwburg ls het 1700 kg wegen
de mozaïek van de Haarlemse kunte-
naar A. Molkenboer Jr., dat voorstellin
gen uit Vondel's „Gijsbrccht van Acm-
stel" bevat, opgeslagen, ln afwachting
van de bestemming, die het zal krijgen.
Het mozaïek werd enige tijd geleden ln
het Haagse gemeentemuseum tentoon
gesteld. maar daar kon het door de
grote omvang, niet opgeborgen blijven.
Het mozaïek zal waarschijnlijk aan de
gemeente Amsterdam worden geschon
ken ter plaatsing in de Stadsschouw
burg.
Vermeulen's 4e Sympho
nic bij R'dams Philh.
Orkest
Het Rotterdamse Philharmonisch Or
kest o l.v. Eduard Flipse neemt binnen
kort dc Vierde Symphonie van Matthijs
Vermeulen ln studie Men is van plan
de première van dit werk op 10 Juni in
Rotterdam te geven.
IDA M. GERHARDT:
„kwatrijnen in opdracht"
ln het werk van de verzetsdichters was de
strijdbaarheid de voornaamste verdienste. De
poëzie kwam in het gedrang en het mo
derne geuzenlied was in tegenstelling tot
het oude een hinkend fenomeen, steunend
op het gezonde been van een edele veront
waardiging en op het kreupele van 'n poëzie-
der-gemiste-kansen. Slechts sporadisch kwam
het voor, dar de uitingen van verzet tot waar
achtige -poëzie werden, in staat na ons ko
mende generaties te bezielen en te ontroeren,
zoals b.v. een „Merck toch hoe sterek" het
ons in de donkerste jaren heeft kunnen doen.
Enkele uitzonderingen daargelaten A. Ro
land Holst, Jan Campert, Yge Foppema e.a.
moeten wij de activiteit der verzetsdichters
zien als een noodzakelijk en nuttig pamflettis-
me op maat en op rijm, waarmee niets deni-
grerends is gezegd. Thans, vier jaar na de oor
log, verheft een dichteres haar stem en het is
de heilige verontioaardigingdie hier tot poë
zie wordt, die zich uit in de klassieke geslotenheid van het Perzisch
kwatrijn, dat, sedert Boutens cn Leopold, in ons land zelden meer zo
voortreffelijk is gehanteerd als nu door Ida G. M. Gerhardt.
Haar „Kwatrijnen in opdracht" (De
Bezige BIJ. Amsterdam - 1949) zijn ln
wezen specimina van verzetspoëzie, zij
het dan dat haar object van geheel an
dere aard is dan de ..Teutoonse furie"
van weleer. „Een diepe verontrusting
om eigen volk. om clgcn land waar
dc ontluistering roekeloos verder gaat
heeft deze kwatrijnen Ingegeven: bit
tere aanklacht tegen een grotendeels on
nodige vernieling van het Hollandse
landschap, brandend verzet tegen een
kunst, die van haar eigen zin ls vcr-
(Ing. Mcd.)
sATachts
H|HHHdoor^
Pijnen die U wakker houden, ontnemen
U de beste remedie de Slaap! Zora voor
•en goede nachtrust, neem n ..AKKUtTJE"
ols U woltkcr ligt van de pi|n .AKKERTJES""
zi|n ideale pijnstillers bij kiespijn. tandpi|n.
•pier-, senuw- en aangezjchtspl|nen. Let
op het AKKER merk en weiger namaak I
helpen direct
IDA GERHARDT
met een bolwerk, dat zij tot het laatst
verdedigen zal. Trots cn militant klinkt
het:
Mijn vesting neemt ge niet:
het blauwe bazalt.
De kribben, waar het water rijst
cn valt.
Waar sterk als Ik doornrank
cn bitterzoet
Hun wortels wringen tussen
kier cn spalt.
Dit kwatrijn demonstreert wel zeer dui-
Kunst. die van naar eiferj zin is dcUjk hoe meesterlijk zij vaak deze
vreemd heet het ln de kennelijk door m£hgke> elliptische vorm weet te han-
de dichteres geïnspireerde, folder. Zij
trekt ten aanval tegen dc „ontbinding
cn verwording" die zich allerwegen
manifesteert: zij neemt stelling tegen
door:
Bert Voeten
V.
teren. ZfJ bouwt hem op uit een wel
haast gehamerde taal; het woord krijgt
bij haar ccn ongekende „dichtheid", het
is tot het uiterste geconcentreerd cn
daardoor bezitten deze verzen Iets mas
siefs. iets monumentaals, doen zij soms
aan met de hand gekapte, zorgvuldig
bewerkte stenen denken. Het Perzische
kwatrijn, zoals wc dat van een Omar
KhayyAm of een Baba Tahlr kennen
streng van structuur, maar tegelijk
onmiskenbaar gracieus van allure
heeft in ons klimaat die allure nagenoeg
verloren, al wisten Boutens cn vooral
Leopold haar soms te benaderen. Bij
Gerhardt is het aspect typisch Hollands
geworden: sterk maar niet lenig, hel
der maar niet transparant, van ccn
mannelijke bezonnenheid, die zich ook
ln haar vroeger werk reeds mani
festeerde.
De tweede afdeling van haar bundel
bevat o.m. dc geïncrimineerde kwatrij
nen op „de vale schrijvcrsschaar".
maar ook deze. als bij bliksemlicht ge
vangen, „herinnering aan Leopold":
Heel Rotterdam, zijn huizén
en zijn kaden.
Bestond voor mU bij Leopolds genade.
Ik zag een kind hem ln dc
avondstad
Als Cheops door de sterrentuinen
waden.
Men komt ln dc verleiding telkens to
citeren, omdat men vooral ln do
laatste afdeling herhaaldelijk getrof
fen wordt door een toon en ccn evoca
tief vermogen, die doen denken aan do
eerste verzen van Hcnrlëtte Roland
Holst. Een dichteres, die kwatrijnen
weet tc schrijven als III („Het stam
pend licht in vlagen mist cn regen"),
XX. XXXIV en XXXVI („Geweldig
gaan dc vleugelen uit de schachten")
om cr maar enkele tc noemen, vergeeft
men gaarne „dc schuiver" von em rsog
niet geobjectiveerde verbolgenheid.
Bert Voeten.
Waf weet de gemiddelde Nederlander van Voor-Indië? India cn Pa
kistan, Gandhi, paria's, kastenstelsel, kinderhuwelijken, weduwenver-
branding, Bajadères, sprookjesachtige rijkdom, grote armoede, olifanten
en fakirs! En daarmee houdt de kennis van dit land van 400 millioen
zielij vrijwel op.
Het is een groot land met een groot verleden, een grote cultuur en
een grote toekomst. De bewoners zijn voor het merendeel Hindoe's, zo
genoemd naar de Indus, de grote rivier in hef noordwesten. Zij zijn niet
de oorspronkelijke bewoners. Van de laatsten zijn nog resten over tn
de grote wouden en in het gebergtezij heten Gotid, Santal, Kund, Kol,
Bhil, e.a. Zij werden verdrongen door de Drawidovolken en deze op
hun beurt door de Hindoes, 3000 jaar vóór onze jaartelling. Altijd was
't de uit het noordwesten komende invallers te doen om het noorden
van India, waar de drie grote rivieren: Indus, Ganges en Bramaputra,
de vruchtbaarheid, het verkeer en de voorspoed bepaalden. De over
wonnenen betaaldeji het gelag of togen naar het zuiden, en het is dan
ook in het zuiden van India dat men de veschillende rassen nog het
beste kan terugvinden, zelfs nog Joden die zich er vestigden in de trjd
van hun Babylonische gevangenschap!
voorstellingen. (Alleen van David is
bekend dat htf vóór de Ark uit
danste, en apocriefe boeken maken
melding van Christus en z\jn disci
pelen die dansend Jeruzalem binnen
trokken.) Indra, Vishnu en Shiva,
en hun vele incarnaties, dansen, zo
als iedere Hindoejongen en -meisje
leert dansen. Dansen behoort tot de
opvoeding, zoals het musiceren en
het reciteren van de oude liederen
en gedichten. De Hindoedans is een
voudig en bekoorlijk, de kleding fel
van bonte kleuren, de sieraden over
dadig van warmte en schittering.
De dans spreekt ook de Westerling
gemakkelijk aan, al moet men wel
enige van de honderden Moedra's
(handhoudingen) kennen om de be
tekenis van de dans te kunnen vol
gen. Een volgend artikel zal hierop
dieper kunnen ingaan.
H. HORNSTRA
Danstraditie in India
oeroud doch levend
De Hindoemaatschappij bestond
en bestaat nog uit verschillende kas
ten. Men kent de Brahmin of pries
ters, de krijgslieden, de kooplieden
en handwerkslieden, en de boeren.
De overwonnen stammen moesten
de zwaarste arbeid verrichten en
waren rechteloos; natuurlijk behoor
den zij niet tot een der kasten; zij
waren kaste-lozcn, out-casts. pa
ria's. Tegenwoordig vindt men pa
ria's ook in de hogere beroepen;
onder de intellectuelen en zelfs on
der de bestuurders van het land. In
het werk worden zij geaccepteerd,
doch daarbuiten bestaat ternauwer
nood contact tussen de kasten on
derling en tussen de kasten en de
paria's.
De Hindoes behoren tot de groep
der zgn. Indo-Germaanse volkeren:
zjj zijn dus nog meer „familie" van
ons dan de Polen of de Tsjechen.
Aan de taal is dat duidelijk te mer
ken; in het oude Sanskrit, waarin
ook de heilige Hindoeboeken ge
schreven zijn, herkent men vele
stamwoorden der Europese talen.
De Hindoe is ook voor ons gevoel
veel minder „oosters" dan de Chi
nees, de Tibetaan, de Siamees, de
Javaan.
Ook de Hindoemaatschappij, die
al lang in vele staatjes en vorsten
dommen uiteen was gevallen, werd
niet met rust gelaten. Bergstammen
uit het noordwesten zijn, tot in onze I
dagen, steeds weer binnengevallen.
Maar de grote schok kwam in de
16e eeuw na Chr. toen de Moham
medaanse Perzen grote delen van
India veroverden. Het was de tijd
van staatkundige bloei, van pracht
en praal aan de ene kant, maar van
onderdrukking aan de andere kant.
Het centrum van de Hindoecultuur
werd naar het zuiden van India ver
plaatst en overstroomde ook Indo
nesië tijdelijk, want ook daar
kwamen de Mohammedanen; zjj
sloegen Bali over en daar ziet men
nog heden dezelfde gebruiken, de
zelfde kledinggewoonten en dezelfde
dansen als ln Zuld-India.
Do kunstuitingen der Hindoes
vinden we overigens niet slechts ln
het Verre Oosten, maar ook in
Nederland. De Hindcloper sierkunst
is waarschijnlijk van Indische af
komst, vol Hindoe-motieven. Onze
zilveren Zeeuwse knopen, een stukje
nationale trots, zijn bijna nauwkeu
rige copleën van Indische reli-
kwieëndoosjes uit de Boeddhistische
periode.
De danskunst in India ls een der
oudste uitingen der Hindoe-cultuur.
De Hindoedansen zijn zeer verschil
lend van aard. Er zijn oeroude
vruchtbaarheidsdansen, overgeble
ven uit voorhistorische tijden, kring
en reidansen, carnavalsdansen.
volksdansen bij het voorjaarsfeest.
Daarnaast zgn er dansen die geheel
op religieuze basis staan. Want de
Goden van India dansen, in tegen
stelling tot de Joods-christelijke
de schermers van het landschapsschoon
en tegen dc kunstenaars die in hun werk
de stijlloosheid cn zielloosheid tot norm
verheffen. Zij verzuimt evenwel te
zeggen, wie die kunstenaars zijn cn ln
een kwatrijn als het hier volgendo slaat
zU op een nogal boute manier aan het
generaliseren:
Als voddenrapers op de boulevard,
Dc gore lompen ontgrissend aan elkaar
Uit armoe tot een gilde saamgeklit
Zoo van dit land dc vale
schrljversschaar.
„Waarvan acte" zou men kunnen zeg
gen. maar men kan het zich ook aan
trekken. zoals blijkt uit de opmerking
die M. Mok in zijn bespreking ln het
Algemeen Handelsblad maakt: „ccn der
gelijke uiting komt uit een rancuneus
gemoed voort en is karakteristieker
voor degeen die haar ten beste geeft dan
voor het gesignaleerde euvel Van ran
cune ls hier zeker geen sprake. Ida
Gerhardt verkiest het Isolement: in
vroegere publicaties heeft zij dat dui
delijk doen uitkomen. Het is al tc sim
plistisch. te veronderstellen dat het ge
citeerde kwatrijn ontstaan zou zUn uit
de (verdrongen) wens: „Ik zou eigenlijk
zo graag lid willen worden van een Fe
deratie of ccn PEN-club". Zij heeft, als
leder ander, het recht zich aan ccn der
gelijk verband te onttrekken. Slauerhoff
bedankte destijds voor het hem aange
boden lidmaatschap van de MIJ. van
Letterkunde omdat hij. volgens zijn
zeggen, als' hengelaar uit liefhebberij
geen behoefte had lid tc worden van
een hengelaarscollege. Men kan deze
vergelijking mild noemen naast het to
neel van de voddenmarkt dat Ida
Gerhardt ons schetst, maar het enige
dat men tegen die paar. van agressivi
teit kokhalzende, kwatrijnen kan In
brengen ls. dat zij niet overtuigen, om
dat zij niet tot poëzie geworden zijn.
Men kan het betreuren dat de dichteres
in dit opzicht te weinig zelfcritlek heeft
getoond, men mag zich echter niet blind
staren op deze uitingen cn, zoals Mok
doet, daarmee voorbijzien aan dc meer
derheid van volstrekt gave en van
edele toom vervulde verzen die haar
bundel bevat.
Ida Gerhardt heeft haar twee cn vijf
tig kwatrijnen ln drie afdelingen onder
gebracht. In de eerste geeft zij uiting
aan haar bekommernis om het geteis
terde landschap. Zij roept de schimmen
op van een Gorter, ccft Marsman, voor
wie „het land der natte zee" cn „het
geweldig laagland met de plassen" tot
de voornaamste lnspiratleve bronnen
van hun dichterschap behoorden.
Nog murmelen de schelpen:
Gorters Mei.
Zijn naam rulscht op de
brandingskam voorbij.
Dc landwind antwoordt niet.
Een vooze reuk
Waait van de troostelooze dulnerij.
Zij beseft, dat zij op een eenzame
post staat, cn zij vergelijkt haar positie
Verbijsterende film over het
concentratiekamp Auschwitz
Van het leven der gedeporteerden in een concentratiekamp, hun ver
nedering, hun lijden, hun dood, hun wanhoop en hun hoop, hebben
Wanda Jakubowska en Gerda Schneider, twee vrouwen, die dit leven
zelf doormaakten, in een film een document humain willen geven. Op
de terreinen cn in de barakken van het kamp Auschwitz maakten z\j
kort na de bevrijding hun opnamen, waaruit dc Poolse film „De laatste
etappe" ontstond. Het werd een diep-aangrijpendc rolprent, wars van
ieder speculeren op morbide belangstelling of sensatiezucht, een film
die overtuigt van haar waarheid, ondanks het feit, dat zij onherroepelijk
tekort moest schieten in het suggereren van het leven in het kamp van
de dood.
Want do enige
film over dit leven,
wier waarde abso
luut zou kunnen
zijn. kén niet ge
maakt worden. Het
zou geen speelfilm
moeten zijn, maar
een documentaire
over het kamp en
zijn slachtoffers, de
doden cn de nog
Juist levende ge
raamten. Daarom
mist een film als
„De laatste etap
pe" altijd de aan
sluiting aan de
werkelijkheid van
die levende skelet
ten niet benaderen
kan. Daarom kan
een film als „De
laatste etappe" ook
nooit volledig tot
een document hu
main worden, om
dat zij moet vol
staan met een re
constructie: een
suggestie van fei
ten. versterkt en
toegelicht door een dramatische Intrigue,
waar een documentaire film aan de fei
ten voldoende heeft om tot drama tc
worden.
En hier ligt dan het onderscheid.
Maar waar een documentaire de
enige film, die ons de mens had kunnen
tonen als slachtoffer van het grootste
cn rampzaligste fiasco van mensheid en
menselijkheid om voor de hand lig
gende redenen nooit kon cn niet meer
kan gemaakt worden, moet men er
kennen. dat de regisseuse Wanda Jaku
bowska. voor haar streven een getuige
nis tc geven van het leed der concen
tratiekampen. een aanvaardbare cn
soms zelfs voortreffelijke oplossing ge
vonden heeft.
De film concentreert zich voor ccn
groot deel op dc naar verhouding vei
ligste plek in het kamp. het Kranken-
revier. waar de daar tewerkgestelde ge
deporteerden een kern van ondergrondse
agitatie vormen. De hieraan verbonden
Eén persoons-toneelspel niet zonder
gevaar voor onze toneelspeelkunst
Men kan zich afvragen, als men het verhaal hoort van de 52.000 km,
die de toneelspeelster Nel Oosthout onder auspiciën van de BPM af
legde om in Curagao, Aruba, Venezuela en in Indonesië in pl.m. veertig
voorstellingen haar bewonderenswaardige kunst te brengen, waarop
hier het accent moet vallen. Wij zijn bereid om de BPM hulde te bren
gen voor wat zij aldus deed voor de culturele ontwikkeling van haar
personeel in uithoeken van de wereld, die van ernstige kunst in de regel
verstoken zijn. Wij zouden ook op het verheugend verschijnsel kunnen
wijzen, dat dc een-persoons-opvoeringen van „St. Joan" en J{De Krijt-
kringzoveel waardering vonden ook bij hen, die men zo dikwijls af
scheept met vermaak van lichte allure.
Er is een tekort aan
eersteplansactrices
Ongetwijfeld zijn deze aspecten
van de reis van Nel Oosthout. die
men, vooral waar zij ook optrad
voor met-Nederlanders, als een
waardevol ambassadrice mag be
schouwen van Nederlandse kunst,
zeer belangrijk. Doch belangrijker
schijnt ons het fenomeen van dit
eenmansspel, dat in zijn stérkte te
gelijkertijd een zwakke plek in onze
toneelorganisatie openbaart, welke
voor de toekomst stellig niet zon
der gevaren is.
Het verschijnsel van het eenmans-
optreden van toneelspelers (wij
noemen Max Croiset, Charlotte
Kohier, Nel Oosthout) betekent een
ernstige verzwakking van de moge
lijkheden van ons toneel. Wij tre
den hier niet in een beoordeling
van de gronden, waarop zij zich aan
het ensemblespel hebben onttrok
ken, doch niét te ontkennen valt,
dat wij daarbij in ieder geval de ge
noemde toneelspeelsters moeilijk
kunnen missen, omdat ons toneel
een opvallend tekort actrices van
het eerste plan heeft.
Charlotte Kohier speelt in dit sei
zoen weer (in „Comedie van het ge- aan waardering voor haar een-per-
luk", in „Anno Christi 1948", in soons-toneel, waarvan ook de En-
.Elisabeth van Engeland"), en wij gelse versie in Engeland een zeer
hebben Nel Oosthout op de man (of goede pers had. Zij ontstond uit de
liever op de vrouw) af gevraagd,
waarom wij haar niétin een en
semble op de planken zien. Deze
vraag betekende allerminst gebrek
overtuiging, dat ons-toneel aan be
gaafde en veelzijdige kunstenaressen
als Nel Oosthout (wij herinneren
ons o.a. haar zeer bijzonderé mevr.
Denvers in „Rebecca" kort voor de
oorlog) een dringende behoefte
heeft.
Na een kunstreis, die zoveel per
soonlijke voldoening schonk, bleek
Nel Oosthout allerminst ontoegan
kelijk voor de gedachte van optre
den in een toneelgezelschap, doch
het schijnt, dat de Nederlandse to
neelgezelschappen ér de voorkeur
aan geven om deze actrice van for
maat voorgoed te dringen naar het
platform van het eenmanstoneelspel,
dat op de duur zelfs de meest suc
cesvolle beoefenaarster niet kan
voldoen, omdat nooit de dramatische
spanning van het ensemblespel kan
worden gewekt. Doch Nel Oosthout,
ten nadele van onze Ncderlahdse
toneelkunst, duurzaam deze weg op
drijven, zou waarschijnlijk beteke
nen, dat zij voor Nederland verlo
ren zou gaan.
Er is nl. in het buitenland grote
belangstelling voor haar kunst, die
gemakkelijk geëffectueerd kan wor
den, omdat zij verschillende stuk
ken van haar repertoire ook in het
Engels beheerst. En dit herinnert
ons aan Henri de Vries, tot wie
Herman Heijermans tevergeefs de
smeekbede richtte: „Henri, keer te
rug", nadat deze met de „Brand in
de Jonge Jan" in hét buitenland ook
zakelijk groot succes had geoogst.
Nel Oosthout heeft, als wij haar
kunstenaarschap juist taxeren, min
der neiging tot „business" dan Hen
ri de Vries, (voor enige tijd overle
den) doch wij zouden het voor ons
toneel een groot verlies achten, wan
neer zij de zekerheid van een suc
cesvol bestaan in het buitenland
zou kiezen, als bij de samenstelling
der toneelgezelschappen ook m de
toekomst voorbijgezien zou worden,
dat daarbij de belangen der Neder-
landsé toneelkunst in de eerste
plaats de doorslag moeten geven!
HESSEL JONGSMA
Vrouwen in Auschwitz,
en gevangene.
Kapo
Intrigue het leggen van contact met
dc buitenwereld, de spanningen tussen
ccn groep gevangenen en verraderlijke
elementen, kapo's en bewaaksters, do
ontsnapping van een der vrouwen om
de pionnen tot vernietiging van het
kamp te saboteren, cn de nadering der
bevrijding met dc komst van genlllccrdo
vliegtuigen ls slap cn voor het kamp
leven als geheel weinig essentieel. Dc
schildering van het kampmilieu zelf
echter ls meedogenloos zuiver getroffen
in krachtige opnamen, die de ruimte
beheersen van gore barakkken cn mod
derige terreinen, waar de gevangenen
werken of op straf-appèl staan. Bc-elden
van martelingen worden ons vrijwel
steeds gespaard: wat wij hiervan te zien
krijgen wekt slechts dc overtuiging: zo
was het, maar het was nog veel erger
ook. Maar door al die beelden van do
honderden vrouwen, die zich voortsle
pen in de modder, geeft de film ons een
essentie van de angst, de verschrikking
cn de afstomping, de gruwelen en dc
ontkenning on verkrachting van allo
menselijke waarden, elementen die te
zamen de sfeer van het concentratie
kamp bepaalden. Steeds terugkerende
motieven ln de film zijn de aankomst
der locomotieven met veewagens vol
nieuwe slachtoffers cn de rook uit do
schoorstenen der crematoria: het thema
van dc dood. Een der meest aangrijpen
de beeldenreeksen voert een rij arge
loze kinderen, hun speelgoed nog in do
hand, voorbij dc wachtposten. Dc vol
gende beelden tonen slechts wat ver
genoegde kampbewakers bij een vuur
zee en stapels kinderspeelgoed, die op
gehoopt worden ln dc magazijnen van
het kamp
Zo suggereert .JDe laatste etappe" de
meedogenloosheid van een systeem dat
slechts op vernietigen gericht was. Zo
bereikt deze film soms het peil van een
werkelijk document humain slechts
de intrigue doet hieraan afbreuk cn
zo bouwt zij uit suggesties cn navranto
tegenstellingen (het musiceren van een
gevangenenkapel, die dc moordend©
arbeid cn de dodenmarsen met vrolijk©
klanken begeleidt) een atmosfeer op,
die verbijstert door een hartverscheu
rende waarachtigheid en onverbiddelijk
appelleert aan het menselijk geweten.
A. T. KAMPHOFF
Prijsvraag voor Latijnse
gedichten
Zoals ieder jaar heeft het bestuur
van de Kon. Ned. Academie van
wetenschappen. Trippenhuis. Am
sterdam, ook in 1948 een prijsvraag
uitgeschreven voor een latijns ge
dicht.
Naar het bestuur thans mededeelt,
zijn hierop 28 antwoorden binnen
gekomen. doch kon de hoofdprijs
niet worden toegekend. Wel werden
twee eervolle vermeldingen ver
strekt en wel voor dé gedichten
..Iter Syracusas" (De weg naar Sy
racuse) en „Puglles" (De Worste
laars). Het bestuur heeft tevens een
nieuwe prijsvraag aangekondigd.
De gedichten dienen voor Januari
1950 aan de Koninklijke Nederland-
sche Academie van Wetenschappen
te worden ingezonden. De eerste
prijs zal bestaan uit een gouden
médaille, ter waarde van 400.—
De uitslag zal in April 1950 worden
bekend gemaakt.
Uit het Plcasso-museum te Antibes ls
een stilleven van Picasso ontvreemd.
Bruno Walter zal op de Salzburger Fest-
spicle Mahler's „Das Lied von der
Erdc dirigeren met Kaihlcen Ferricr
cn Thorstcn RaLf als solisten.