Jonkvrouw de draagt toorts van jheid PUN vrij r De 9 Muzen Heilige verontwaardiging in de poëzie wakker Nel Oosthout ambassadrice was een in Oost waardevol en West Monument van het verzet op Domplein te Utrecht Plato s voorstel aangenomen AKKERTJES Sporen van Hindoe-cultuur in Nederlandse sierkunst „De laatste etappe" Zaterdag 7 Mei 1949 5 DAT het verzetsmonument, hetwelk de 4de Mei op het Domplein werd onthuld, het grootste is van Nederland, is een motief, dat met de kunst als zodanig niets of bitter weinig heeft te maken. Dat het ont worpen is door een vrouw, die het ook goeddeels hakte, de Haagse beeldhouwster mevr Franzen-Heslenfeld, is een factor, die ook met de kunstwaarde van het werk weinig heeft uit te staan. Het grote publiek zal om deze redenen wellicht zijn bewondering te gereder geven, maar by een artistieke beoordeling mogen zij niet meewegen. De vraag, die de criticus zich alleen te stellen heeft is: staat het beeld u-' r - hier op zijn plaats, verhoudt het zich op juiste wijze tot zijn omgeving, vin h.tSriM™ vormen voetstuk én beeld een eenheid, en is de gestalte op zichzelf schrijden, hei eozaan. reer verantwoord? Werk van Haagse kunstenares Toen de kwestie een aantal maanden geleden ln de Utrechtse Raad behandeld werd, heeft Ir. Leeuwenberg, die niet gewoon ls over één nacht ijs te gaan, aan de hand van de tekeningen er schetsen, bedenkingen geopperd met be- trekking tot de goede schaal en de pas sende verhoudingen. Ik zou wel eens willen weten of hij die bezwaren nóg heeft, nu het beeld er staat en in zijn volle lengte, hoogte en zwaarte, ln zijn stilstand en beweging, meespeelt in de ruimte. Persoonlijk voel ik zijn bezwa ren niet. Ook de Commissie, die de oprichting van dit monument heeft voorbereid, ls niet over één nacht ijs gegaan. Toen plaats en vorm in aanleg vast stonden heeft zij alle factoren nog eens extra ln studie genomen, de maten, de onder linge afstanden, de vorm en hoogte van het voetstuk, en ls de plaats tot op de centimeter nauwkeurig bepaald. Bij voorbaat stond het vast, dat het beeld precies in de lengteas van de doorgang ln de Domtoren zou komen daarmee was een belangrijk effect verzekerd. De situatie Gesteld, het beeld zou enkele meters naar achteren zijn verschoven waar voor oppervlakkig iets te zeggen valt dan ware de kans groot geworden dat het zijn zelfstandig karakter had ver loren en teveel een plastische versiering zou zijn van de Kerk, in strijd met zijn eigenlijke bestemming Voorts zou het moeilijker zijn om het van alle kanten vrij te bekijken. En, wat ln dit geval nog zwaarder weegt: het zou, gezien van de zijde van Kemink (de Noordkant), waarschijnlijk te veel „opgenomen" worden in de architectuur van de beide vooruitspringende zijkapellen der Kerk Het zou dan n.l. ln ons gezichtsveld geheel samengaan met de hoge natuur stenen pijler, die beide kapellen ver bindt. Het bezwaar, dat twee monumenten van zo geheel verschillend karakter als Jan van Nassau en dit verzetsmonument op één plein verenigd worden, lijkt mij niet overwegend. Feitelijk is, ook historisch, het Dom plein niet één geheel en de beelden zijn maar op enkele plaatsen gelijktijdig te zien. De situatie lijkt mij dus, al met al. goed gekozen en de fameuze, rijzige plastiek dunkt mij. stcdebouwkundig gezien, een gelukkige verrijking van deze wat dorre plcinhelft. De énorme gemetselde wand er achter, die de kerk naar deze zijde noodgedwongen afsluit op deze plaats inyners werd de Dom kerk door de storm van 1674 hopeloos verminkt kon een plastisch accent heel wel gebruiken. Gezien van uit de Servetstraat Het treffendst blijkt dit wel, als men het beeld bekijkt vanuit de hoek Servet straatDomplein op het trottoir bij de Dombar. Hier ervaart men. hoe het monument precies tegenover de door gang van de Domtoren staat, die, ook door dc tegenstelling van de schaduw in de doorgang en het licht op 't Domplein de afstand verdiept en het interessante silhouet op waarlijk verheven „Gothi- sche" wijze omlijst. Het zeldzame effect dat men van hieruit geniet is te ver gelijken met het fraaie schouwspel, dat de Venus van Milo ln het Louvre biedt, als men staat aan het begin van de galerij, welke naar dit beeld hen leidt. Men kan echter gerust zeggen, dat hier in Utrecht het effect nog grootser is! Het sobere rechthoekige voetstuk is een vereenvoudiging, dus een ver betering. van het eerste ontwerp en ver sterkt ook op gelukkige manier de verti- kale lijn Toch rijst de vraag of deze sockel niet wat t e smal is uitgevallen tegenover de vrij zware, brede beeld massa. Dat voelt men op een afstand, het blijft ook voelbaar van dichtbij. Beeld vol élan En nu het beeld zelf: zeker niet het onbelangrijkste. Men mag hier stellig spreken van: geslaagd. Dit woord klinkt eigenlijk te nuchter De vrouw die het maakte, heeft bereikt, dat deze kolossale gestalte vrij ls gebleven van snorkende rhetoriek. waartoe men ln verband met dit thema zo licht had kunnen vervallen. Ondanks de buiten menselijke proporties bleef de figuur die van een- v rouw. nauwkeuriger- een Jonkvrouwelijke verschijning En de di ln overeenstemming met de symbolische idee, die zij heeft te icia'''maar wvcns mct lets van tere schroom, schrijdt de figuur als dansend naar voren, vol kracht en beslistheid draagt zij de toorts, welke als symbool bedoeld ls van de vrijheid Het moeilijkste deel van de taak der kunstenares was wel in dit formaat en voor deze afstand een gelaat te boet seren, dat een levende cn bezielde expressie bezit. Ook hierin is mevrouw Franzen wonderwel geslaagd, al ls wel licht het hoofd wat groot tegenover het verdere lichaam. Zonder kritiek ben ik niet Bepaalde onderdelen zijn te zwaar, te stoffelijk gebleven Ik denk aan het „standbeen", dat aan de voorzijde in het zicht komt, ik denk ook aan de armen (speciaal de linker-onderarm) waarmee de toorts wordt vastgehouden. Bovendien zijn de plooien van het gewaad aan de voorzijde aldus gevormd, dat men (althans onder een bepaalde belichting) kan menen hier het tweede been en de tweede voet te zien. Het kost bepaald even moeite aan de gedachte te wennen, dat het hier alleen de draperie betreft. Aan de beide zijkanten, ln 't bizonder aan die van schrijden, het opgaan, zeer mooi getroffen Ook de sierlijke plooien- val van het kleed, dat alleen het onder lichaam beschut, werkt aan de Noord zijde op frappante wijze mee Aanzien lijk minder bevredigend echter is de achterzijde, waar de figuur te veel in onderdelen uiteenvalt en de actie te voelbaar wordt gestremd. Maar deze aanvechtbaarheden, waar van een enkele wellicht nog zeer sub jectief is, doen weinig af aan de totaal indruk: dat Utrecht, ons land, verrijkt is met een indrukwekkend beeldhouw werk. dat beantwoordt aan zijn doel en de betekenis cn zin van het Domplein op ongemene wijze verdiept C. A. Schilp. De wereld der Antieken hoeksteen van onzecultuur De poort waardoor de fakkel der beschaving als bij een estafette iverd gedragen en overgegeven stond in het Zuid-Oosten. Dit vuur werd. over het water gedragen de Oostelijke Middellandse Zee tussen *T<uu' j^ e kust van Klem-Azië en Griekenland. Naar Athene trokken de wijsgeren die lerend rondgingen. En puttend uit hun geest, uit onze oer-geest, legden zij de eerste wezenlijke grondslagen ais 't ware bij wijze van openbaring voor het Europese streven, voor de ontvouwing van de menselijke vermogens waarop de wereld der Euro pese cultuursfeer onzer dagen uiteindelijk zware pijlers heep. Ook tal loze fundamentele termen van kunst en wetenschappen herinneren ons daaraan. gering voor de kunst, haar bescherming van de in 1948 opgerichte Stichting Jeugd en Muziek (die van 3 Juni tot 8 Juni a.s. een internationaal congres in het Kurhaus te Scheveningen belegt) het zijn ln ons land zich spiegelende internationale tendenzen. die wijzen op een renaissance van Plato's vier eeuwen vóór onze Jaartelling verkondigde wijs heid. Plet Mohringer. De Warncr-Brosfilm „Johnny Belinda" kregen van de Nederland- Se filmclub het praedicaat „Film van de maand", e» De Nederlandse varlété- artist Jos. Windt is, na een verblijf van zes maanden in Amerika, in ons land gearriveerd. Het Nederlands Volkstoncel zal de première geven van Herman Knorringa's toneel stuk „Het regent goud" ccn „bedrijvig spel van mensen met geld". Het Concertgebouw-orkest zal eind Mei een aantal concerten geven in Enge land. De Nederlandse Volksdans vereniging houdt op 7 cn 8 Mei in de jeugdherberg „Ockenburg" te Loosdui nen een volksdansweekcind. Uit een museum te Antibes is een stilleven van Picassa gestolen, Tito Scipa gaat een tournéc maken door Zuid Afrika Scotland Yard is de „hoofd persoon" in de Engelse fiim „The Elue Lamp", die binnenkort in circulatie komt. Cclla Johnson, bekend uit de film „Brief encounter", vervult de hoofdrol in de nieuwe rolprent „The astonished heart" De filmactrice Patricia R o c zal in het huwelijk treden met de Franse cameraman André Thomas. Arthur Rank heeft van de Kopenhagcnse kinderfilmclub een porcelcinen beeldje cadeau gekregen als dank, voor wat hij voor de kinderfilms heeft gedaan. Schilderijen en tekeningen van prin ses Wllheiminn zullen in Gronin gen worden tentoongesteld Het „Bal let der Lage Landen" zal in het komend seizoen weer verscheidene nieuwe bal letten aan zijn repertoire toevoegen e> Het „Grand Ballet de Monte Carlo" komt volgende maand naar Nederland om in het kader van het Holland- festival op te treden Dc Jonge, veel belovende Indonesische dichter en schrijver C h a i r i 1 Anwar is te Eatavia op 26-jarlge leeftijd overleden <2> De Franse filmactricc Cecile Aubry heeft angsüge ogenblikken beleefd, toen zij met haar moeder en een chauffeur in Zuid-Marokko door een overstroming van de bewoonde wereld werd geïsoleerd De Ameri kaanse schrijver Erskine Cald well heeft tijdens een persconferentie in Oslo verklaard- „Ik ben auteur ge worden. omdat dit het enige vak is. dat ik aan kan. Voor andere baantjes deug ik niet" De Hongaarse compo nist E r w i n Lcndvai, een leerling van Puccini, is op 67-jarige leeftijd te Londen overleden. Het Nationale Museum te Ro me kreeg de beschikking over een bas-relief van omstreeks 470 voor onze jaartelling, dat een fluitspeelster voorstelt, die een aulos bespeelt. Van een magische wereld uit waarin de muziek een geestelijke macht had die wij ons niet meer kunnen voor stellen cn die hier haar uitlopers vond. schiepen zij de tonen van onze muziek. Zij namen het octaaf van het verleden over cn. zinvol symbool: voor 't eerst in de geschiedenis stelden zij de toon trappen daartussen vast op wetenschap pelijke wijze en naar de eenvoudigste wiskundige orde. Pythagoras 550 v. Chr.) nam proeven I Hij spande ec-n snaar over een klankkastje (monochord) cn vond dat de halve snaar het octaaf, cn een derde de kwint daarop gaf. Om een sluitend „toonstelsel" te krijgen moet ergens de opstapeling van kwinten samenvallen met de opstapeling van oc taven, dwz. dat delingen door drie en die door twee ergens moeten samenval len. hetgeen hoogstens „tenaasteblj" het geval kan zijn. Pythagoras vond de eerste elkaar naderende tonen na opsta peling van twaalf kwinten en van ze ven octaven. Hij hield het bij deze een voud en stelde het compromis waaruit onze twaalf tonen zouden ontstaan. Dc vele malen dat Europa op haar weg omkeek naar dit Griekse begin, zó ge ïmponeerd soms dat zij dit begin als opnieuw geboren (renaissance) waande, moest zij de „klassieke" gegevens der Ouden als hoekstenen nemen. Het was bv. in de tijd waarin onze opera ont stond (16e eeuw), dat men zich de Griekse openluchttheaters herinnerde en hun daarin gespeelde drama's, hun zan-' gen voor de goden Dionysos cn Apollo. Thespis 550 v. Chr.) had de toneel speler „uitgevonden". Aischylos ccn te genspeler (Antagonist). Sophocles ge bruikte een derde acteur. Zij speelden op de skènè. Er werden epische (verha lende) verzen gesprokc-n, cr werd ge danst op de orchestra dansplants). De toeschouwers op de reusachtige ronde stenen tribune (amphitheater) luister den naar de lyrische eenstemmige zan gen der koren, begeleid door de aulos (een soort dubbelhobo) cn de soli, be geleid door snaarinstrumenten als de lyra cn de kithara. En Aristoteles stelde voor dit alles wetten vast. Deze kunst was een uiting waarin denken, voelen en geloof der gemeen schap cn niet zoals bij ons van een kleine élite hun vorm vond. De mu ziek had h3ar gezonde functie, haar waardige plaats. Pythagoras peilde de psychologische werking der muziek, sprak van haar reinigende, verheffende en genezende werking." En Plato's cis: muzikale opvoeding voor iedere vol waardige burger, was een perspectief dat ln onze dagen een eerste kans schijnt te gaan krijgen. De volksmuziekscholen, de opleiding van schoolmusici voor het lager cn mid delbaar onderwijs, het herontdekken van de schoonheid en de vreugde van het volkslied, de belangstelling der re- Tel Aviv reikt twee prijzen voor muziek uit De door de stad Tel Aviv uitgeloofde Engel-prijs voor moderne Jooase mu ziek ls dit jaar toegekend aan Joseph Grünthal te Jeruzalem en Joseph Kaminski te Tel Aviv. Grünthal. die in Israël bekendheid geniet als pianist, componist en muziek- paedagoog. dankt deze onderscheiding aan zijn symphonisch gedicht ..Exodus", dat vorig jaar voor het eerst door het Israëlisch Philharmonisch Orkest onder leiding van Mollnaris werd uitgevoerd. Kaminski. concertmeester van het orkest, kreeg de Engel-prijs voor zhn twee jaar geleden gecomponeerd strijk kwartet. Als Canada de Poolse kunstschatten, die bij het begin van de oprlog naar Canada werden overgebracht, niet wil teruggeven, dan zal Polen de kwestie bij de V.N. of bij hot Internationale Hof van Justitie aanhangig maken. De Pulitzer-prljs voor de beste Ameri kaanse roman is aan James Gould Gozzens toegekend voor zijn „Guard of honour". Arthur Miller's „Death of a salesman" werd als beste drama be kroond. terwijl Peter Viercck's eerste dichtbundel „Terror and decorum" de poëzie-prijs toeviel. Op 12 Mei, de dag waarop het Zuiden zijn electrische treinverbinding krijgt, zal een groot aantal Limburgse ge meenten aan de Nederlandse Spoor wegen een aantal glas-in-loodramen. vervaardigd door Charles Eyck en be stemd voor het Maastrichtse station, aanbieden. Pierre Monteux bij Nederlandse Opera Het eerste optreden van Pierre Monteux in dit seizoen is op Dins dag 10 Mei in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Bij die gelegenheid zal onder lei ding van de Franse meester, Ravel's „l'Heure Espagnole" worden opge voerd in de mise en scène van Abraham van der Vies. in dé mon tering van Nico Wijnberg en met medewerking van Lidy van der Veen, Frans Vroons, Theo Baylé, Gerard Groot en Jan Voogt. Deze opvoering wordt voorafge gaan door Ravel's „valse nobles et sentimentales" in de choreographie van Darja Collin en eveneens gedi rigeerd door Pierre Monteux. De première van Massenet's „ma- non" onder leiding van Pierre Mon teux is op Dinsdag 17 Mei. Muziekfeest der I.S.C.M. volgend jaar in Brussel Op het 23ste Muziekfeest der Inter national Society for Contemporary Music, dat vorige week in Palermo ls begonnen, heeft men besloten het 24ste Muziekfeest in Brussel te houden, ln de laatste weck van Juni 1950. De Internationale Jury is samengesteld uit André Souris (België). Sten Broman (Zweden). Jean Binct (Zwitserland), Karl Anccrl (Tsjechoslowaklje) en John Barblrolll (Engeland). Het hoofdbestuur der I.S.C M. bestaat komend Jaar uit Clark (Engeland). Capdcvielle (Frank rijk). Dnllaplccola (Italië). Guillnumc Landré (Nederland) en Jcan Absil (Bel gië). Op het Muziekfeest ln Brussel worden twee orkest-, twee kamerorkest en twee kamermuziekconcerten gegeven. Mozaïek voor Amsterdam se Stadsschouwburg In het pakhuis van dc Amsterdamse Stadsschouwburg ls het 1700 kg wegen de mozaïek van de Haarlemse kunte- naar A. Molkenboer Jr., dat voorstellin gen uit Vondel's „Gijsbrccht van Acm- stel" bevat, opgeslagen, ln afwachting van de bestemming, die het zal krijgen. Het mozaïek werd enige tijd geleden ln het Haagse gemeentemuseum tentoon gesteld. maar daar kon het door de grote omvang, niet opgeborgen blijven. Het mozaïek zal waarschijnlijk aan de gemeente Amsterdam worden geschon ken ter plaatsing in de Stadsschouw burg. Vermeulen's 4e Sympho nic bij R'dams Philh. Orkest Het Rotterdamse Philharmonisch Or kest o l.v. Eduard Flipse neemt binnen kort dc Vierde Symphonie van Matthijs Vermeulen ln studie Men is van plan de première van dit werk op 10 Juni in Rotterdam te geven. IDA M. GERHARDT: „kwatrijnen in opdracht" ln het werk van de verzetsdichters was de strijdbaarheid de voornaamste verdienste. De poëzie kwam in het gedrang en het mo derne geuzenlied was in tegenstelling tot het oude een hinkend fenomeen, steunend op het gezonde been van een edele veront waardiging en op het kreupele van 'n poëzie- der-gemiste-kansen. Slechts sporadisch kwam het voor, dar de uitingen van verzet tot waar achtige -poëzie werden, in staat na ons ko mende generaties te bezielen en te ontroeren, zoals b.v. een „Merck toch hoe sterek" het ons in de donkerste jaren heeft kunnen doen. Enkele uitzonderingen daargelaten A. Ro land Holst, Jan Campert, Yge Foppema e.a. moeten wij de activiteit der verzetsdichters zien als een noodzakelijk en nuttig pamflettis- me op maat en op rijm, waarmee niets deni- grerends is gezegd. Thans, vier jaar na de oor log, verheft een dichteres haar stem en het is de heilige verontioaardigingdie hier tot poë zie wordt, die zich uit in de klassieke geslotenheid van het Perzisch kwatrijn, dat, sedert Boutens cn Leopold, in ons land zelden meer zo voortreffelijk is gehanteerd als nu door Ida G. M. Gerhardt. Haar „Kwatrijnen in opdracht" (De Bezige BIJ. Amsterdam - 1949) zijn ln wezen specimina van verzetspoëzie, zij het dan dat haar object van geheel an dere aard is dan de ..Teutoonse furie" van weleer. „Een diepe verontrusting om eigen volk. om clgcn land waar dc ontluistering roekeloos verder gaat heeft deze kwatrijnen Ingegeven: bit tere aanklacht tegen een grotendeels on nodige vernieling van het Hollandse landschap, brandend verzet tegen een kunst, die van haar eigen zin ls vcr- (Ing. Mcd.) sATachts H|HHHdoor^ Pijnen die U wakker houden, ontnemen U de beste remedie de Slaap! Zora voor •en goede nachtrust, neem n ..AKKUtTJE" ols U woltkcr ligt van de pi|n .AKKERTJES"" zi|n ideale pijnstillers bij kiespijn. tandpi|n. •pier-, senuw- en aangezjchtspl|nen. Let op het AKKER merk en weiger namaak I helpen direct IDA GERHARDT met een bolwerk, dat zij tot het laatst verdedigen zal. Trots cn militant klinkt het: Mijn vesting neemt ge niet: het blauwe bazalt. De kribben, waar het water rijst cn valt. Waar sterk als Ik doornrank cn bitterzoet Hun wortels wringen tussen kier cn spalt. Dit kwatrijn demonstreert wel zeer dui- Kunst. die van naar eiferj zin is dcUjk hoe meesterlijk zij vaak deze vreemd heet het ln de kennelijk door m£hgke> elliptische vorm weet te han- de dichteres geïnspireerde, folder. Zij trekt ten aanval tegen dc „ontbinding cn verwording" die zich allerwegen manifesteert: zij neemt stelling tegen door: Bert Voeten V. teren. ZfJ bouwt hem op uit een wel haast gehamerde taal; het woord krijgt bij haar ccn ongekende „dichtheid", het is tot het uiterste geconcentreerd cn daardoor bezitten deze verzen Iets mas siefs. iets monumentaals, doen zij soms aan met de hand gekapte, zorgvuldig bewerkte stenen denken. Het Perzische kwatrijn, zoals wc dat van een Omar KhayyAm of een Baba Tahlr kennen streng van structuur, maar tegelijk onmiskenbaar gracieus van allure heeft in ons klimaat die allure nagenoeg verloren, al wisten Boutens cn vooral Leopold haar soms te benaderen. Bij Gerhardt is het aspect typisch Hollands geworden: sterk maar niet lenig, hel der maar niet transparant, van ccn mannelijke bezonnenheid, die zich ook ln haar vroeger werk reeds mani festeerde. De tweede afdeling van haar bundel bevat o.m. dc geïncrimineerde kwatrij nen op „de vale schrijvcrsschaar". maar ook deze. als bij bliksemlicht ge vangen, „herinnering aan Leopold": Heel Rotterdam, zijn huizén en zijn kaden. Bestond voor mU bij Leopolds genade. Ik zag een kind hem ln dc avondstad Als Cheops door de sterrentuinen waden. Men komt ln dc verleiding telkens to citeren, omdat men vooral ln do laatste afdeling herhaaldelijk getrof fen wordt door een toon en ccn evoca tief vermogen, die doen denken aan do eerste verzen van Hcnrlëtte Roland Holst. Een dichteres, die kwatrijnen weet tc schrijven als III („Het stam pend licht in vlagen mist cn regen"), XX. XXXIV en XXXVI („Geweldig gaan dc vleugelen uit de schachten") om cr maar enkele tc noemen, vergeeft men gaarne „dc schuiver" von em rsog niet geobjectiveerde verbolgenheid. Bert Voeten. Waf weet de gemiddelde Nederlander van Voor-Indië? India cn Pa kistan, Gandhi, paria's, kastenstelsel, kinderhuwelijken, weduwenver- branding, Bajadères, sprookjesachtige rijkdom, grote armoede, olifanten en fakirs! En daarmee houdt de kennis van dit land van 400 millioen zielij vrijwel op. Het is een groot land met een groot verleden, een grote cultuur en een grote toekomst. De bewoners zijn voor het merendeel Hindoe's, zo genoemd naar de Indus, de grote rivier in hef noordwesten. Zij zijn niet de oorspronkelijke bewoners. Van de laatsten zijn nog resten over tn de grote wouden en in het gebergtezij heten Gotid, Santal, Kund, Kol, Bhil, e.a. Zij werden verdrongen door de Drawidovolken en deze op hun beurt door de Hindoes, 3000 jaar vóór onze jaartelling. Altijd was 't de uit het noordwesten komende invallers te doen om het noorden van India, waar de drie grote rivieren: Indus, Ganges en Bramaputra, de vruchtbaarheid, het verkeer en de voorspoed bepaalden. De over wonnenen betaaldeji het gelag of togen naar het zuiden, en het is dan ook in het zuiden van India dat men de veschillende rassen nog het beste kan terugvinden, zelfs nog Joden die zich er vestigden in de trjd van hun Babylonische gevangenschap! voorstellingen. (Alleen van David is bekend dat htf vóór de Ark uit danste, en apocriefe boeken maken melding van Christus en z\jn disci pelen die dansend Jeruzalem binnen trokken.) Indra, Vishnu en Shiva, en hun vele incarnaties, dansen, zo als iedere Hindoejongen en -meisje leert dansen. Dansen behoort tot de opvoeding, zoals het musiceren en het reciteren van de oude liederen en gedichten. De Hindoedans is een voudig en bekoorlijk, de kleding fel van bonte kleuren, de sieraden over dadig van warmte en schittering. De dans spreekt ook de Westerling gemakkelijk aan, al moet men wel enige van de honderden Moedra's (handhoudingen) kennen om de be tekenis van de dans te kunnen vol gen. Een volgend artikel zal hierop dieper kunnen ingaan. H. HORNSTRA Danstraditie in India oeroud doch levend De Hindoemaatschappij bestond en bestaat nog uit verschillende kas ten. Men kent de Brahmin of pries ters, de krijgslieden, de kooplieden en handwerkslieden, en de boeren. De overwonnen stammen moesten de zwaarste arbeid verrichten en waren rechteloos; natuurlijk behoor den zij niet tot een der kasten; zij waren kaste-lozcn, out-casts. pa ria's. Tegenwoordig vindt men pa ria's ook in de hogere beroepen; onder de intellectuelen en zelfs on der de bestuurders van het land. In het werk worden zij geaccepteerd, doch daarbuiten bestaat ternauwer nood contact tussen de kasten on derling en tussen de kasten en de paria's. De Hindoes behoren tot de groep der zgn. Indo-Germaanse volkeren: zjj zijn dus nog meer „familie" van ons dan de Polen of de Tsjechen. Aan de taal is dat duidelijk te mer ken; in het oude Sanskrit, waarin ook de heilige Hindoeboeken ge schreven zijn, herkent men vele stamwoorden der Europese talen. De Hindoe is ook voor ons gevoel veel minder „oosters" dan de Chi nees, de Tibetaan, de Siamees, de Javaan. Ook de Hindoemaatschappij, die al lang in vele staatjes en vorsten dommen uiteen was gevallen, werd niet met rust gelaten. Bergstammen uit het noordwesten zijn, tot in onze I dagen, steeds weer binnengevallen. Maar de grote schok kwam in de 16e eeuw na Chr. toen de Moham medaanse Perzen grote delen van India veroverden. Het was de tijd van staatkundige bloei, van pracht en praal aan de ene kant, maar van onderdrukking aan de andere kant. Het centrum van de Hindoecultuur werd naar het zuiden van India ver plaatst en overstroomde ook Indo nesië tijdelijk, want ook daar kwamen de Mohammedanen; zjj sloegen Bali over en daar ziet men nog heden dezelfde gebruiken, de zelfde kledinggewoonten en dezelfde dansen als ln Zuld-India. Do kunstuitingen der Hindoes vinden we overigens niet slechts ln het Verre Oosten, maar ook in Nederland. De Hindcloper sierkunst is waarschijnlijk van Indische af komst, vol Hindoe-motieven. Onze zilveren Zeeuwse knopen, een stukje nationale trots, zijn bijna nauwkeu rige copleën van Indische reli- kwieëndoosjes uit de Boeddhistische periode. De danskunst in India ls een der oudste uitingen der Hindoe-cultuur. De Hindoedansen zijn zeer verschil lend van aard. Er zijn oeroude vruchtbaarheidsdansen, overgeble ven uit voorhistorische tijden, kring en reidansen, carnavalsdansen. volksdansen bij het voorjaarsfeest. Daarnaast zgn er dansen die geheel op religieuze basis staan. Want de Goden van India dansen, in tegen stelling tot de Joods-christelijke de schermers van het landschapsschoon en tegen dc kunstenaars die in hun werk de stijlloosheid cn zielloosheid tot norm verheffen. Zij verzuimt evenwel te zeggen, wie die kunstenaars zijn cn ln een kwatrijn als het hier volgendo slaat zU op een nogal boute manier aan het generaliseren: Als voddenrapers op de boulevard, Dc gore lompen ontgrissend aan elkaar Uit armoe tot een gilde saamgeklit Zoo van dit land dc vale schrljversschaar. „Waarvan acte" zou men kunnen zeg gen. maar men kan het zich ook aan trekken. zoals blijkt uit de opmerking die M. Mok in zijn bespreking ln het Algemeen Handelsblad maakt: „ccn der gelijke uiting komt uit een rancuneus gemoed voort en is karakteristieker voor degeen die haar ten beste geeft dan voor het gesignaleerde euvel Van ran cune ls hier zeker geen sprake. Ida Gerhardt verkiest het Isolement: in vroegere publicaties heeft zij dat dui delijk doen uitkomen. Het is al tc sim plistisch. te veronderstellen dat het ge citeerde kwatrijn ontstaan zou zUn uit de (verdrongen) wens: „Ik zou eigenlijk zo graag lid willen worden van een Fe deratie of ccn PEN-club". Zij heeft, als leder ander, het recht zich aan ccn der gelijk verband te onttrekken. Slauerhoff bedankte destijds voor het hem aange boden lidmaatschap van de MIJ. van Letterkunde omdat hij. volgens zijn zeggen, als' hengelaar uit liefhebberij geen behoefte had lid tc worden van een hengelaarscollege. Men kan deze vergelijking mild noemen naast het to neel van de voddenmarkt dat Ida Gerhardt ons schetst, maar het enige dat men tegen die paar. van agressivi teit kokhalzende, kwatrijnen kan In brengen ls. dat zij niet overtuigen, om dat zij niet tot poëzie geworden zijn. Men kan het betreuren dat de dichteres in dit opzicht te weinig zelfcritlek heeft getoond, men mag zich echter niet blind staren op deze uitingen cn, zoals Mok doet, daarmee voorbijzien aan dc meer derheid van volstrekt gave en van edele toom vervulde verzen die haar bundel bevat. Ida Gerhardt heeft haar twee cn vijf tig kwatrijnen ln drie afdelingen onder gebracht. In de eerste geeft zij uiting aan haar bekommernis om het geteis terde landschap. Zij roept de schimmen op van een Gorter, ccft Marsman, voor wie „het land der natte zee" cn „het geweldig laagland met de plassen" tot de voornaamste lnspiratleve bronnen van hun dichterschap behoorden. Nog murmelen de schelpen: Gorters Mei. Zijn naam rulscht op de brandingskam voorbij. Dc landwind antwoordt niet. Een vooze reuk Waait van de troostelooze dulnerij. Zij beseft, dat zij op een eenzame post staat, cn zij vergelijkt haar positie Verbijsterende film over het concentratiekamp Auschwitz Van het leven der gedeporteerden in een concentratiekamp, hun ver nedering, hun lijden, hun dood, hun wanhoop en hun hoop, hebben Wanda Jakubowska en Gerda Schneider, twee vrouwen, die dit leven zelf doormaakten, in een film een document humain willen geven. Op de terreinen cn in de barakken van het kamp Auschwitz maakten z\j kort na de bevrijding hun opnamen, waaruit dc Poolse film „De laatste etappe" ontstond. Het werd een diep-aangrijpendc rolprent, wars van ieder speculeren op morbide belangstelling of sensatiezucht, een film die overtuigt van haar waarheid, ondanks het feit, dat zij onherroepelijk tekort moest schieten in het suggereren van het leven in het kamp van de dood. Want do enige film over dit leven, wier waarde abso luut zou kunnen zijn. kén niet ge maakt worden. Het zou geen speelfilm moeten zijn, maar een documentaire over het kamp en zijn slachtoffers, de doden cn de nog Juist levende ge raamten. Daarom mist een film als „De laatste etap pe" altijd de aan sluiting aan de werkelijkheid van die levende skelet ten niet benaderen kan. Daarom kan een film als „De laatste etappe" ook nooit volledig tot een document hu main worden, om dat zij moet vol staan met een re constructie: een suggestie van fei ten. versterkt en toegelicht door een dramatische Intrigue, waar een documentaire film aan de fei ten voldoende heeft om tot drama tc worden. En hier ligt dan het onderscheid. Maar waar een documentaire de enige film, die ons de mens had kunnen tonen als slachtoffer van het grootste cn rampzaligste fiasco van mensheid en menselijkheid om voor de hand lig gende redenen nooit kon cn niet meer kan gemaakt worden, moet men er kennen. dat de regisseuse Wanda Jaku bowska. voor haar streven een getuige nis tc geven van het leed der concen tratiekampen. een aanvaardbare cn soms zelfs voortreffelijke oplossing ge vonden heeft. De film concentreert zich voor ccn groot deel op dc naar verhouding vei ligste plek in het kamp. het Kranken- revier. waar de daar tewerkgestelde ge deporteerden een kern van ondergrondse agitatie vormen. De hieraan verbonden Eén persoons-toneelspel niet zonder gevaar voor onze toneelspeelkunst Men kan zich afvragen, als men het verhaal hoort van de 52.000 km, die de toneelspeelster Nel Oosthout onder auspiciën van de BPM af legde om in Curagao, Aruba, Venezuela en in Indonesië in pl.m. veertig voorstellingen haar bewonderenswaardige kunst te brengen, waarop hier het accent moet vallen. Wij zijn bereid om de BPM hulde te bren gen voor wat zij aldus deed voor de culturele ontwikkeling van haar personeel in uithoeken van de wereld, die van ernstige kunst in de regel verstoken zijn. Wij zouden ook op het verheugend verschijnsel kunnen wijzen, dat dc een-persoons-opvoeringen van „St. Joan" en J{De Krijt- kringzoveel waardering vonden ook bij hen, die men zo dikwijls af scheept met vermaak van lichte allure. Er is een tekort aan eersteplansactrices Ongetwijfeld zijn deze aspecten van de reis van Nel Oosthout. die men, vooral waar zij ook optrad voor met-Nederlanders, als een waardevol ambassadrice mag be schouwen van Nederlandse kunst, zeer belangrijk. Doch belangrijker schijnt ons het fenomeen van dit eenmansspel, dat in zijn stérkte te gelijkertijd een zwakke plek in onze toneelorganisatie openbaart, welke voor de toekomst stellig niet zon der gevaren is. Het verschijnsel van het eenmans- optreden van toneelspelers (wij noemen Max Croiset, Charlotte Kohier, Nel Oosthout) betekent een ernstige verzwakking van de moge lijkheden van ons toneel. Wij tre den hier niet in een beoordeling van de gronden, waarop zij zich aan het ensemblespel hebben onttrok ken, doch niét te ontkennen valt, dat wij daarbij in ieder geval de ge noemde toneelspeelsters moeilijk kunnen missen, omdat ons toneel een opvallend tekort actrices van het eerste plan heeft. Charlotte Kohier speelt in dit sei zoen weer (in „Comedie van het ge- aan waardering voor haar een-per- luk", in „Anno Christi 1948", in soons-toneel, waarvan ook de En- .Elisabeth van Engeland"), en wij gelse versie in Engeland een zeer hebben Nel Oosthout op de man (of goede pers had. Zij ontstond uit de liever op de vrouw) af gevraagd, waarom wij haar niétin een en semble op de planken zien. Deze vraag betekende allerminst gebrek overtuiging, dat ons-toneel aan be gaafde en veelzijdige kunstenaressen als Nel Oosthout (wij herinneren ons o.a. haar zeer bijzonderé mevr. Denvers in „Rebecca" kort voor de oorlog) een dringende behoefte heeft. Na een kunstreis, die zoveel per soonlijke voldoening schonk, bleek Nel Oosthout allerminst ontoegan kelijk voor de gedachte van optre den in een toneelgezelschap, doch het schijnt, dat de Nederlandse to neelgezelschappen ér de voorkeur aan geven om deze actrice van for maat voorgoed te dringen naar het platform van het eenmanstoneelspel, dat op de duur zelfs de meest suc cesvolle beoefenaarster niet kan voldoen, omdat nooit de dramatische spanning van het ensemblespel kan worden gewekt. Doch Nel Oosthout, ten nadele van onze Ncderlahdse toneelkunst, duurzaam deze weg op drijven, zou waarschijnlijk beteke nen, dat zij voor Nederland verlo ren zou gaan. Er is nl. in het buitenland grote belangstelling voor haar kunst, die gemakkelijk geëffectueerd kan wor den, omdat zij verschillende stuk ken van haar repertoire ook in het Engels beheerst. En dit herinnert ons aan Henri de Vries, tot wie Herman Heijermans tevergeefs de smeekbede richtte: „Henri, keer te rug", nadat deze met de „Brand in de Jonge Jan" in hét buitenland ook zakelijk groot succes had geoogst. Nel Oosthout heeft, als wij haar kunstenaarschap juist taxeren, min der neiging tot „business" dan Hen ri de Vries, (voor enige tijd overle den) doch wij zouden het voor ons toneel een groot verlies achten, wan neer zij de zekerheid van een suc cesvol bestaan in het buitenland zou kiezen, als bij de samenstelling der toneelgezelschappen ook m de toekomst voorbijgezien zou worden, dat daarbij de belangen der Neder- landsé toneelkunst in de eerste plaats de doorslag moeten geven! HESSEL JONGSMA Vrouwen in Auschwitz, en gevangene. Kapo Intrigue het leggen van contact met dc buitenwereld, de spanningen tussen ccn groep gevangenen en verraderlijke elementen, kapo's en bewaaksters, do ontsnapping van een der vrouwen om de pionnen tot vernietiging van het kamp te saboteren, cn de nadering der bevrijding met dc komst van genlllccrdo vliegtuigen ls slap cn voor het kamp leven als geheel weinig essentieel. Dc schildering van het kampmilieu zelf echter ls meedogenloos zuiver getroffen in krachtige opnamen, die de ruimte beheersen van gore barakkken cn mod derige terreinen, waar de gevangenen werken of op straf-appèl staan. Bc-elden van martelingen worden ons vrijwel steeds gespaard: wat wij hiervan te zien krijgen wekt slechts dc overtuiging: zo was het, maar het was nog veel erger ook. Maar door al die beelden van do honderden vrouwen, die zich voortsle pen in de modder, geeft de film ons een essentie van de angst, de verschrikking cn de afstomping, de gruwelen en dc ontkenning on verkrachting van allo menselijke waarden, elementen die te zamen de sfeer van het concentratie kamp bepaalden. Steeds terugkerende motieven ln de film zijn de aankomst der locomotieven met veewagens vol nieuwe slachtoffers cn de rook uit do schoorstenen der crematoria: het thema van dc dood. Een der meest aangrijpen de beeldenreeksen voert een rij arge loze kinderen, hun speelgoed nog in do hand, voorbij dc wachtposten. Dc vol gende beelden tonen slechts wat ver genoegde kampbewakers bij een vuur zee en stapels kinderspeelgoed, die op gehoopt worden ln dc magazijnen van het kamp Zo suggereert .JDe laatste etappe" de meedogenloosheid van een systeem dat slechts op vernietigen gericht was. Zo bereikt deze film soms het peil van een werkelijk document humain slechts de intrigue doet hieraan afbreuk cn zo bouwt zij uit suggesties cn navranto tegenstellingen (het musiceren van een gevangenenkapel, die dc moordend© arbeid cn de dodenmarsen met vrolijk© klanken begeleidt) een atmosfeer op, die verbijstert door een hartverscheu rende waarachtigheid en onverbiddelijk appelleert aan het menselijk geweten. A. T. KAMPHOFF Prijsvraag voor Latijnse gedichten Zoals ieder jaar heeft het bestuur van de Kon. Ned. Academie van wetenschappen. Trippenhuis. Am sterdam, ook in 1948 een prijsvraag uitgeschreven voor een latijns ge dicht. Naar het bestuur thans mededeelt, zijn hierop 28 antwoorden binnen gekomen. doch kon de hoofdprijs niet worden toegekend. Wel werden twee eervolle vermeldingen ver strekt en wel voor dé gedichten ..Iter Syracusas" (De weg naar Sy racuse) en „Puglles" (De Worste laars). Het bestuur heeft tevens een nieuwe prijsvraag aangekondigd. De gedichten dienen voor Januari 1950 aan de Koninklijke Nederland- sche Academie van Wetenschappen te worden ingezonden. De eerste prijs zal bestaan uit een gouden médaille, ter waarde van 400.— De uitslag zal in April 1950 worden bekend gemaakt. Uit het Plcasso-museum te Antibes ls een stilleven van Picasso ontvreemd. Bruno Walter zal op de Salzburger Fest- spicle Mahler's „Das Lied von der Erdc dirigeren met Kaihlcen Ferricr cn Thorstcn RaLf als solisten.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 5