Rany, Jany en Mary slobberen
vijftig liter water op
New York's vrijheidsbeeld vulde
eens een straat in Parijs
Achter de schermen van het circus
in deDierentuin
Op dtt kohhsl
Droom van Frans beeldhouwer R"
na 21 jaar verwezenlijkt
„Meneer ik wil een volle pot
zalf hebben"
Moet l eens
hóren
De arbeiders en de kerk
londerdag 19 Mei 1949
5
(Van een onzer verslaggevers
„Ik heb een gevaarlek beroep, dat staat vast," verhaalt de Zweedse
dompteur Gilbert Houcke, terwijl hij bezig is met het voederen van zjjn
zes Bengaalse tijgers, achter het circus Mikkenie in de Haagse Dierentuin.
Hoewel hjj luid spréékt gaat zijn stem bijna verloren in het oorverdovend
tumult, dat de dieren maken bij het zien van het rauwe vlees. „Het pad
van een dierentemmer gaat niet altijd over rozen," schreeuwt hjj verder.
„Ik heb het aan de ljjve ondervonden. Meer dan vijf maanden heb ik des
tijds in een Stockholms ziekenhuis gelegen, tengevolge van een ongeluk,
dat mij in de arena is overkomen."
Mrs Chimpansee, die voor haar
ontbijt een vers eitje nuttigt, legt
zusterlijk de hand op een der
fraaie schimmels van dresseur
Jackson. De dames olifantengoe
dige lobbesen, slobberen al even
zusterlijk uit de grote waterteil.
(Eigen foto's)
Wanneer de dieren gevoed zijn. be
staat er gelegenheid wat rustiger te
praten. ..Op een avond, toen lk optrad
in een tijgernummer ging het mis. U
weet, dat ik mijn dieren door een hoepel
laat springen. Welnu, een van mijn
tijgers sprong mis en viel me direct in
de rug aan. Het dier beet me tot vlak
bij de wervelkolom en lk dacht dat
mijn laatste uurtje geslagen was. Het
publiek verkeerde ln paniekstemming
Overal werd geschreeuwd en geroepen,
tot ik tenslotte door iemand uit de kool
werd gehaald."
Houcke strijkt zijn zwarte haar glad
en lacht. ..Het was mijn eigen schuld
natuurlijk. Risico van het vak. Maar de
meeste keren ging hel toch goed. Als
20-jarige jongen kwam lk in het circus
van mijn vader. En van lieverlee ging
ik overschakelen op de meer exotische
dieren. Ik maakte vele tournees cn ont
moette diverse grootheden uit de artis-
tenwereld Johnnie Weissmüllcr, de be
kende Tarzan-figuur en Maurice Chc%'a-
lier zijn mijn grootste vrienden
Wahncer de dompteur is uitgesproken,
zetten wij onze tocht over het circus
terrein voort. Er is een massa te zien
Overal blijven wij even stil staan om
een praatje te maken.
Filmster uit Hollywood
Mag 11: u voorstellen? Mrs. Marquis,
8 jaar oud. Regelrecht uit Belgisch
Congo afkomstig. Een up-to-date ge
ëmancipeerd vrouwtje, met een roem
rijke carrière. ZIJ trad op in de film
„Williams goes to town". Overal ter
wereld is zij geweest, van Hollywood tot
Kaapstad. In haar charmante, tevens
sportlevp kleding valt zij direct op in
het gekrioel van circus Mikkenie ln de
voormalige dierentuin. Mr. Gene Detroy
uit Engeland, die min of meer als haar
Impresario optreedt, stelt haar aan
ons voor.
..Grrrrl" zegt mrs Marquis, wanneer
wij haar de hand drukken. De nieuwste
Amerikaanse begroeting Dan laat zij
zien wat zij presteert, kunstjes op de
driewieler. Mr. -Detroy Is met recht trots
op zijn beschermelinge. Er zijn niet veel
vrouwen, die zo tam uit zijn hand eten
als mrs. Marquis. Met een slok heeft de
artiste het haar aangeboden rauwe eitje
verorberd. Dan smakt zij met de tong.
Geen manleren, vindt u? Mrs. Marquis
is ook een chimpansee.
„Ze is een eerste klas lnbreekster."
vertelt mr. Detroy. „Toen lk ln Maart
van dit jaar thuiskwam van een voor
stelling in Londen, bemerkte lk tot mijn
schrik, dat ik de sleutel van de voor
deur niet bij me had. En raad eens wat
mijn lieve pupil toen deed? Ze klauterde
in de regenpiip, schoof het raam op en
klom de badkamer binnen. Even later
Passieve cultuurpolitiek
De materiële nood pleegt zichtbaar
te zijn, de culturele nood niet, staat
er ergens in het voorlopig verslag
van de commissie van rapporteurs
over het ontwerp van wet van
hoofdstuk VI der Rijksbegroting
voor het dienstjaar 1949, handelende
over het Departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen. En
verder: een toestand van materiële
nood dreigt altijd nadelig te wezen
voor een te volle naar behoefte uit
gevoerde verzorging van culturele
belangen. Bovendien mag men aan
nemen. dat in een tijd van materiele
nood steeds ook de culturele behoef
ten ernstig' in gevaar verkeren.
Daarnevens bedenke men. dat juist
dan ook zij, die in culturele behoef
te voorzien, vaak in materiële nood
geraken en dat ook dit weer onher
roepelijk tot vergroting van cultuur-
nood voert. Naast besef van de ma
teriële noden en behoeften, wordt
van een van de waarde der cultuur
doordrongen Overheid, in dit Depar
tement bij uitstek belichaamd, ten
behoeve van het geestelijk welzijn
van het volk vooral „oog" voor het
onzichtbare verlangd en een ver
vooruitziende blik; een moeilijke
taak, waarbij de zuinigheid de wijs
heid niet moge bedriegen.
Zo staat het er en het geeft uiting
aan de bezorgdheid, die in vele
kringen heerst omtrent de bezuini
gingen op het culturelé gebied, be
zuinigingen, waarvan men zich af
vraagt of ze wel verantwoord zijn.
De vermindering van het subsidie
bedrag voor het toneel met 80.000
is bijvoorbeeld gecontinueerd, ter
wijl de in uitzicht gestelde compen
satie, in de vorm van verlaging der
kosten van vervoer, is uitgebleven.
Het probleem is al hëel oud, zodra
bezuinigd moet worden, is men er
als de kippen bij die bezuiniging te
zoeken op posten van onderwijs,
kunsten en wetenschappen. Het re
sultaat laat nooit lang op zich wach
ten. want de gevolgen van een der
gelijke politiek worden direct voel
baar in de maatschappij. Wij vinden
die resultaten, de achteruitgang van
het onderwijs, terug in het kennis
tekort van de leerlingen, die de
school verlaten; wij vinden ze ook
terug in de culturele armoede, waar
in grote delen van ons volk verke
ren. Zeker, dc overheid kan niet
cultuurscheppend optreden. Zij kan
echter wel bevorderen, dat de le
vende cultuur ingang vindt in het
volk door de voorwaarden te schep
pen, welke nieuwe voortbrenging
van cultuur in de hand werken en
op een hoger plan brengen.
Na de oorlog was er een sterke
roep naar actieve cultuurpolitiek.
Wij hadden in de oorlog veel moeten
ontberen en het was deze ervaring,
die in ons het verlangen had doen
ontstaan de achterstand in te halen.
Het heeft er aanvankelijk naar uit
gezien, dat de overheid aan dit ver
langen zou tegemoet komen. Maar
het is bij slechts enkele maatregelen
gebleven en spoediger dan verwacht
werd, volgde een inzinking. Het ont
brak aan durf en een brede visie om
dit vraagstuk aan te pakken; het
ontbrak ook aan het plan. de grote
lijn en het systematische streven om
er iets goeds van te maken. En zo is
het bewieroken van kunst cn cul
tuur in ons land niet meer dan een
lippenbelijdenis. Het mag vooral
geen geld kosten. Tot schade en
schande van land en volk. die in het
verleden zovele culturele hoogtepun
ten hebben gekend.
De Tweede Kamer heeft Woensdag
middag zonder beraadslaging of
stemming haar goedkeuring gehecht
aan het wetsontwerp tot wijziging
van de begroting van het staats-
mimtbedrijf voor 1948.
kwam ze terug en bood me met een
buiginkje de sleutel aan. die ln een van
mijn pakken in de slaapkamer had ge
zeten."
Dressuurzweep cn dlrlgeerstaJ
Frank Jackson, bruin cn stoer ln zijn
lichte windjack, rookt een sigaartje. Met
zijn zweep klakt hij af cn toe en de
rondtrippelen in dc piste, luisteren
nauwkeurig naar de zoete woordjes die
hij lispelt.
„Ik ben geboren tussen paarden cn lk
zal er tussen sterven." verzekert Frank
in gebroken Nederlands. „Mijn vader,
die bevriend was met Buffalo Bill,
bracht mij ln New York groot cn leerde
me omgaan met dieren. Aan hem heb
ik te danken, dat ik mijn paarden nu
door en door ken en dat zij mij kennen
Een dresseur Is geen bruut of een boe
man. Ik beschouw mijn beestjes aLs
intuïtieve volgzame leerlingen. Zij aan
vaarden in mij ongedwongen de leer
meester. Mijn zweep ls geen tuchtigings
middel, zoals zovelen denken. Zij ls
voor mij slechts datgene, wat de dirl-
geerstaf voor de kapelmeester is."
Wat verderop staan de nieuwste aan
winsten van het circus: een Tibettaanse
jak, een lama. een ruige Schotse Hoog
lander met woeste horens, een goed
aardige kameel en een origineel Watus-
si-buffel, afkomstig uit Oost-Afrlka. Zij
hebben gisteren een flinke reis gemaakt.
Regelrecht uit België.
Er is nog veel cn veel meer tc zien
ln de Haagse dierentuin. Geen wonder,
het Nederlandse circus, dat er haar ten
ten heeft opgeslagen, is het grootste van
Europa. Er zijn 80 man personeel in
vaste dienst. De gezellig oranje-geschil
derde wagens vormen een stoet van
enige kilometers lengte en de grote tent
kan -J000 toeschouwers bergen Op 31 Mei
wordt het kamp weer opgebroken, waar
na 3 weken ln Rotterdam wordt ge
speeld. Vervolgens maakt men een groot
tournee door Nederland en België.
Van stalen ros naar levend ros
„Of lk mijn hele leven al ln het
circusbedrijf zit? O nee. dat zeker niet!"
Mevrouw Vlbeke Mikkenie, de Jonge
echtgenote van de directeur kijkt heel
even peinzend uit het raam van de
geriefelijk ingerichte reiswagen. Een
grillig lijntje blauwige rook kringelt
omhoog van haar sigaret. Dan spreekt
zij verder.
„Als jong meisje was Ik mannequin
ln een groot warenhuis te Kopenhagen.
Ik weet nog goed hoe lk mijn achttiende
verjaardag rnet een stelletje kennissen
vierde in een cafe. Daar kwam ik ln
contact met een wlcleracrobaat. En het
duurde niet lang of hij vroeg me mee
te doen aan zijn fletscn-act. Daar voelde
lk wel voor. Het was altijd mijn ideaal
geweest op de planken te komen, hoe
wel mijn ouders er zich sterk tegen ver
zetten."
Zo werd de Jeugdige Vlbeke na een
maand of wat één van de twee Arvings.
die met hun wlelcr-nummer ln de
Deense theaters veel succes oogsten.
Later trokken belden door heel Europa
én traden op in honderden theaters.
Kort na het uitbreken van de oorlog
raakte mevrouw Mikkenie op een van
haar zwerftochten verzeild in Neder
land, waar zij werd „ontdekt" door haar
tegenwoordige echtgenoot, Frans
„Ik heb de fietsenacrob3tiek er toer\
maar aan gegeven," vervolgt onze gast-
vrouwe en plukt denkbeeldige pluisjes
van haar onberispelijk mantelpakje.
„Het stalen ros heb lk terstond ver
wisseld voor een ros van vlees cn bloed.
Vorig Jaar ben lk begonnen met dres-
suurlcsscn En gelukkig ging het me zo
gemakkelijk af, dat ik nu al met een
klassiek dressuur-nummer van Friese
hengsten de arena inga."
Hoewel mevrouw Mikkenie pas kort
ln ons land vertoeft, spreekt zij vrij
vloeiend Nederlands. „Tja." lacht zij.
waardoor twee rijen hagelwitte tanden
bloot komen, „ik móest Nederlands
kennen. Dat was een kwestie van leven
of dood. Een paar jaar geleden ben ik
namelijk op hardhandige wijze een tram
uitgeduwd Men dacht, dat ik een Duitse
was En sindsdien ben lk Ijverig Neder
lands gaan leren. Dat begrijpt u."
Rany, Jany en Mary, de olifanten,
staan bedaard in een grote tent. Zij
kijken nog wat lodderig uit hun goedige
ogen. Het ls gisteravond ook zo laat
geworden door de voorstelling. Maar
zodra oppasser Rubltsch binnenkomt
worden de dieren levendiger. Met hun
logge poten schuiven zij over het plan
kier. alsof zil willen zeggen, „toe. maak
ons eens los. Rubltsch. klein, gezet met
een geruite pet op het hoofd, weet
precies wat ze willen. HIJ bukt zich cn
maakt de kettingen los. Dan lopen de
olifanten dreunend de tent uit In een
ommezien zijn ze bij de grote teil, waar
in 50 liter water zit. Nog geen twee
minuten later is de teil tot op de bodem
leeggcslobberd.
In Amerika had men er
geen cent voor over
Wist u» dat het bekende vrij
heidsbeeld in de haven van New
York niet werd gegoten, maar
werd vervaardigd uit niet minder
dan driehonderd bronzen platen,
die elk 2.25 cm. dik waren? Wist
u, dat dit reusadhtige beeld voor
dat het zijn plaats innam op de
New Yorkse rede. meer dan zes
maanden lang in een onaanzienlijk
Parijs straatje heeft gestaan, waar
het torenhoog uitstak boven de
meeste der omringende gebouwen?
En wist u, dat er in het hoofd van
dit wereldbekende standbeeld
plaats is voor veertig volwassen
mensen?
In October van dit jaar viert
„Miss Liberty" haar 63ste verjaar
dag, maar van de zomer zal het
juist 65 jaar geleden zijn, dat zij
officieel ten geschenke werd gege
ven aan het Amerikaanse voik.
Het beeld is een cadeau van
Frankrijk aan de Verenigde Sta
ten. twee landen, die beiden de
vrijheid liefhebben en die destijds
Kliswortel ..mirakels" goed tegen
kaalhoofdigheid
Toen ging de pet
van zijn hoofd.
Nu ik mij verdiep in oude her
inneringen zie ik mijn overleden
man weer zitten in dc apotheek
achter zijn schrijftafel bij het
raam aan de straat. Daardoor ont
ging hem niets wat buiten pas
seerde en had hij bovendien steeds
één oog voor de assistente en
één oor voor het publiek.
Behalve het ambt van apothe
ker vervulde hij nog verscheide
ne andere functies, die hem veel
hoofd- en schrijfwerk bezorgden.
Hoe hij dat alles klaar speelde in
zijn hoekje heb ik nooit kunnen
begrijpen, maar hij deed het. Zijn
stukken die daar gesteld werden,
zijn verslagen en notulen waren
altijd goed en af.
En tóch daar tusschendoor steeds
een praatje met het publiek.
Kwam er b..v. een dienstbode
om citroenolie of rozenwater, dan
was het: „Ga je wat lekkers ma
ken?"
„Ja. meneer!"
„Nu, als het goed uitvalt, houd
ik me aanbevolen, hoor!"
En werkelijk kwam er wel eens
een proefje van een of ander ge
bak!
Moest een buitenman likdoorn
tinctuur hebben, dan was het:
„Hoor eens vriend, vóórdat je nu
dat goedje op je voeten smeert,
neem je eerst een goed heet voet
bad met een flinke klodder groe
ne zeep er in. anders kan je het
even goed onder je zolen sme
ren."
Kwam er iemand om ..duivels
drek" dan was het: „Juffrouw,
geef hem wat afgang van den
Booze." En zoo was er onder het
werk door altijd een mal woord
of een kwinkslag.
Er waren een paar dingen, die
men niet van hem kon krijgen en
dat waren; nieskruid, waar kwa
jongens wel eens om vroegen, en
zevenboom, ook al werd bij dat
laatste vermeld, dat het vo°r 'n
geit was. „Als dat zoo is, dan ga
je maar naar den veearts", was
dan het bescheid dat ze kregen.
Als er echter iemand kwam om
memoriekruid dan verkocht hij
hem of haar met het ernstigste
gezicht van de wereld een doosje
saccharum lactus, met den raad
er bij: „Driemaal daags een thee
lepel vóór het eten, en het een
beetje volhouden."
Pinkpillcn
De huiskamer was vlak naast
d, apotheek, dus kon ik alles ver
staan en soms mee genieten. Zoo
hoorde ik eens, dat hij zich vree-
selijk nijdig maakte op een boer,
die met alle geweld drie groote
doozen Pinkpillen wilde hebben.
Om dien tijd werd daar ontzet
tend veel reclame voor gemaakt.
Er. of mijn man nu al zei: „Ik heb
heelemaal geen vertrouwen in die
rommel. Ze verlaten het lichaam
net zooals ze er in gaan," het
hielp allemaal niets. De man leg
de f 9.neer cn zei: „Wil je ze
bestellen of niet? Anders schrijf
ik regelrecht naar Snabillé."
Toen zwichtte hij en zei: „Je
zult je „pilulae perpetuae" heb
ben hoor!"
„Wat bedoelt meneer daar
mee?"
„Dat is 't Latiinsche woord voor
Pinkpillen, man!"
Van dat moment af hadden we
Pinkpillen in voorraad, 't Was
echter naar zijn meening een
schrede op 't hellende vlak.
Een andere maal was er een
niet tevreden met een potje zalf.
„De pot is niet vol. meneer."
„Ik zal het je uitleggen, man.
Kijk eens, de dokter schrijft een
bepaalde hoeveelheid voor, waar
verschillende dingen in zitten. Nu
is de eene pot te klein er voor, de
andere, die je in de hand hebt is
te groot. Daar tusschen heb ik er
op het oogenblik geen. Nu is het
tcch beter dat we het in die
grootere pot gedaan hebben, want
je moet toch de hoeveelheid heb
ben, die de dokter voorschrijft,
nietwaar?"
Het hielp niet, al werd het zelf
de met andere woorden betoogd,
het antwoord was steeds: ,,'t Kan
me allemaal niets schelen, ik wil
het wel betalen ook, maar de pot
moet vol." Hoe het verder afliep
weet ik niet meer. Wel hoorde ik
hem nog uitroepen: „O! caput
lepidumü"
„Wat zegt meneer daar?"
„Dat is Latijn, man, daar wil
Herinneringen van een
Apothekersweduwe IV,
door
mevr. F. B. H. Radijs-
v. d. Berkhof
ik mee zeggen, dat mijn ekster-
oogen zoo steken."
„Blaaspocpen"
Als er „oempa's" oftewel „blaas-
poepen" kwamen! Dat was altijd
een feest. Ze konden zoo gevoel
vol blazen: „Wenn die Schwalben
heimwarts ziehn" en „Es ist be-
stimmt in Gottes Rat." Mijn man
zong of floot dan altijd uit volle
borst mee. en als er Tyroler lie
deren gespeeld werden, jodelde
hij altijd even goed als een zoon
van dat land. Een en ander tot
groot vermaak en stichting van
nfet auditorium dat op drankjes
en pillen zat te wachten, 't Be
hoeft geen betoog dat zulke muzi
kanten een flinke belooning kre
gen en daarom steeds een extra
nummer gaven.
Eens was er een heerlijk voor-
val, toen op een morgen een boe
renvrouw met haar man binnen
stapte. Ik noem de vrouw het
eerst, omdat zij het woord deed.
„Verkoopt 'meneer ook klïswör-
tel?Ze zeggen dat het haar daar
zoo mirakel best van groeit."
„Ja," zei mijn man, „dat wordt
veel gehaald en men beweert dat
het helpt. Ik zal je een zakje vol
geven en dan moet je zóó doen:
Je trekt dat goedje op brandewijn
en met dat nat 't is dan wat
klidderig wrijf je het hoofd
flink in en laat het er goed in
drogen. Vervolgens moet je het
haar heel voorzichtig uitkammen
maar denk er om, héél voorzich
tig, hoor!"
Toen hij had uitgesproken, zei
de vrouw: „Ja. zie je meneer, het
is voor mijn baas." Meteen nam
ze hem de pet van het hoofd. Wat
toen tc zien kwam, vertoonde een
sprekende gelijkenis met een
Edammer kaas.
De assistente vluchtte naar bin
nen in een lachstuip.
Hoe mijn baas zich er uit draai
de weet ik niet meer.
al, op sommige tijdstippen van
hun geschiedenis nauw mei elkaar
in contact waren gekomen.
De maker van het beeld is de
Franse beeldhouwer Frederic
Auguste Bartholdi, die al op 31-
jarige leeftijd beroemd was om de
grote beelden, die hij had gescha
pen. Het plan, de vriendschappe-
li'ke gevoelens van het Franse
volk jegens het Amerikaanse op
een dergelijke manier tc uiten,
kwam bij hem op in 18G5, loon hij
ir. Parijs aan een diner zat. Vele.
vele jaren duurde het voor hij zijn
droom verwezenlijkt zag.
Bijna vijf jaar lang liep hij met
de gedachte rond, voor hij er in
slaagde haar gestalte te geven. Pas
na de FransDuitse oorlog van
1870, toen hij een bezoek aan de
Verenigde Staten bracht om daar
inspiratie op te doen. kon hy aan
het werk gaan. Hij had zich ver
zekerd van de steun van de Frans-
Amerikaanse Unie te Parys en er
was afgesproken, dat de Amerika
nen voor het voetstuk van het
standbeeld zouden zorgen.
Het Franse volk toonde zich
spoedig zeer vrijgevig. Uit alle
provincies van Frankrijk stroom
den de gaven binnen. Huismoeders
offerden, schoolkinderen en arbei
ders. Er werden weldadigheids
bals en fancy-fairs georganiseerd
en lang voordat het beeld voltooid
was waren de kosten reeds gedekt.
Met de gelden voor het voetstuk
ging het minder vlot. De Amerika
nen bleven lelijk in gebreke en 11
jaar na de afspraak met Bartholdi
had het New Yorkse comité nog
pas de helft van de benodigde som
bijeen. De burgers van de stad
waar het beeld zou komen te staan,
toonden maar heel weinig interes
se Dat veranderde pas toen Joseph
Pulitzer, de bekende Amerikaanse
publicist, in 1883 in het New
Yorkse blad „World" een campag
ne begon. In elf maanden was toen
het ontbrekende bedrag in het be
zit van de commissie. Het werk
aan het voetstuk kon beginnen.
Het eigenlijke beeld werd in de
werkplaatsen van Gaget. Gauthier
en Co te Pariis vervaardigd. Het
is 46,25 meter hoog cn toen het
bijna was voltooid vulde het zo
ongeveer een hele straat. Het voet
stuk heeft een hoogte van 47.17
meter en is van liften voorzien.
Binnen in het beeld voert een
wenteltrap omhoog tot onder dc
diadeem en als u ooit in New York
komt kunt u deze beklimmen en
genieten van een schitterend uit
zicht over Manhatten. Toen het
beeld pas op Bedloe's Island was
opgericht kon men zelfs nog hoger
gaan. tot aan het platform aan de
top van de flambouw. Maar in la
ter jaren werd dit verboden.
On 28 October 1886 werd het
beeld door president Grover Cle
veland uit naam van het Ameri
kaanse volk aanvaard. Dc onthul
ling geschied door Bartholdi zeif.
Er werd die dag een groot vuur
werk afgestoken in de New Yorkse
haven, dat „Miss Liberty" helder
verlichtte. Een en twintig jaren
v/aren voorbijgegaan sinds met de
constructie van het beeld werd
begonnen
Duitse kinderen
Het bericht
naar ons lana'
Acheson voelt niets voor
Pacific-verdrag;
WASHINGTON. Dean Ache
son, de Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken, heeft op zijn
wekelijkse persconferentie ver
klaard, dat dc V.S. thans niet over
wegen deel te nemen aan het Stille
Oceaanverdrag. Er lag weliswaar
in de situatie in Azië en bijzon
der in die van China een ernstig
gevaar voor de wereldvrede, aldus
de minister.
Grondwet van Bonn bijna
in veilige haven
FRANKFORT. Vier van de
elf Westduitse staatsparlementen
hebben de grondwet van de fede
rale republiek Duitsland met over
weldigende meerderheid geratifi
ceerd. De wet zal van kracht wor
den, wanneer zij door tenminste
twee derden van de staten is goed
gekeurd. In de eerste reeks stem
mingen van Woensdag keurde het
parlement van WuerttembergBa
den (Amerikaanse zone) de grond
wet met 80 tegen 10 stemmen goed,
het door de Fransen bezette Zuid-
Baden met 49 tegen 2, de Rijnpalts
(Franse zone) met 91 tegen 8 en
Hamburg (Britse zone) met 97 te
gen 3. Alle tegenstemmers waren
communisten; er waren geen ont
houdingen.
Het enige lid van de anti-consti
tutie gezinde partij, de „Duitse
Partij" een rechtse federalisti
sche groepering in 't parlement van
Hamburg was bij de stemming
niet aanwezig omdat hij verwijderd
werd wegens belediging van de
Duitse republikeinse vlag.
onbewogenheid ln het verleden. De
Kerk staat teveel, ln de ogen der arbei
ders, nog in het oordeel, dat de werke
lijke problemen cn nood van het voik
haar niet bewogen hebben en zij zich
beperkte tot eigen dogmatiek en apolo
gie Langs de weg van schuldbe'.ljden
komt de Kerk niet tot de wezenlijke
kern van de godsdienstige twijfel bij
de arbeider kan zij deze niet be
wust maken en medewerken tot de op
dat er een histo
rie van eeuwen achter de Kerk ligt
fp VEN ALS WIJ KENT OOK
•*-' ENGELAND de kledingmode-
exportiveek. Hoewel hieraan hoofd
zakelijk de mantel-industrieën
deelnemen, ontplooien ook de ja
ponnen-fabrieken een nog gro
tere activiteit dan gewoonlijk.
In tegenstelling tot de Franse
vrouw, houdt de Engelse bovenal
van eenvoud. Een model dat veel
succes oogstte, was een donker
blauwe Jacquard-jersey japon
(links boven). Het aparte hieraan
waren de mouwen, die tot de elle
bogen strak liepen, en daaronder
sterk poften. Op tamelijk nauwe
rok was als enige versiering een
poffende zak aangebracht. Het
Franse modehuis Lanvin hield tij
dens de afgelopen week ook een
show in Londen. Het hoogtepunt
hiervan was de grijze gedécolle
teerde avondjapon (midden), van
grijs satijn. Voor de vrouw, die
zich met gratie weet te bewegen,
is het een ideaal feestgewaad.
Lanvin maakte er ruimschoots ge
bruik van, dat geen enkele stof
zich zo goed laat plooien als satijn.
Zowel de shawlkraag als de rok
en het ondergedeelte van de mou
wen waren sierlijk gedrapeerd.
De avondjapon van geel-zwarte
geruite stof (rechts boven) is na
tuurlijk weer een Engels product.
De ontwerper was kennelijk ge
ïnspireerd. door het Eton-uniform,
toen hij de jurk van een grote
witte bobbed-kraag en zwart flu
welen strik voorzag. Het school
meisje, dat voor het eerst naar een
bal gaat, zal hiermee zeer zeker
„in de wolken" zijn. En nu de
mantelparade. Het tailleur mantel
pak laat zich niet uit het mode
beeld verdringen. Het enige ver
schil tussen de pakjes van een
paar jaar geleden en nu, is de rok-
lengte. De lange vrouw zal met
vreugde constateren, dat het
swagger-model zich ook nog steeds
weet te handhaven. De mantels
vertonen dit seizoen een belang
rijke verscheidenheid in kragen.
De meeste kragen zijn zeer groot.
Als wij de mantelbalans opmaken,
zien wij, dat er deze zomer voor
iedere vrouw de juiste mantel te
vinden zal zijn.
van
„en vergat zU de
wereld, "de sociale" noden, die er ook
toen waren. De wereldse ordening raak
te haar niet. werd althans niet betrok
ken in haar actie-radius. Ten aanzien
van de nood van enkeling en massa
Toen wijlen ds. Aris in de oorlogsjaren zijn rapport schreef over de
voor de Kerk „verloren groepen" intellectuelen, boeren cn arbeiders
heeft hij enkele redenen aangegeven, waarom er een scheiding is tussen
Kerk en arbeider. De oorlogsjaren zelf hebben in zekere zin daarin een raaKcn cn
wijziging gebracht. Dezer dagen hadden wij een gesprek met een pre- hef fin g* ^aarvan
dikant in Amsterdam. Het terrein van zijn werk daar is een stadsdeel, Men vergete met,
waar hoofdzakelijk arbeiders wonen uit de Amsterdamse bedrijven. In rle van eeuwen ac
deze wyk stemt 63 communistisch. Het kerkgebouw der Hervormde J"*» J» d«.fheil al! var
gemeente, een jaar of tien voor de oorlog in deze buurt gebouwd, werd het hoogste belang J
de eerste jaren gevuld met 600 800 kerkgangers in de ochtenddienst.
Thans is men blij, wanneer de helft van dit aantal aanwezig is. Een
voor de hand liggende gevolgtrekking hiervan is, dat de belangstellende
kern van dit deel der gemeente ingekrompen is en velen, die 15 jaar
geleden daartoe nog in meerdere of mindere mate behoorden, nu onkcr- 5ctppr^M«iB0Vfm^el^<^eigu£S?d
kelijk zijn geworden. Het merkwaardige verschijnsel doet zich evenwel uUstaandc hadden. Het zij aan dc ovcr-
in deze buurt voor een stadsdeel met 50.000 inwoners dat de drie held over.
christelijke scholen, uitgaande van de Hervormde gemeente, overbe- intussen ls er in arbeiderskringen
volkt zijn en dat van het aantal kinderen.eveneens 63 uit com- ideologie v"n 'hefhStorlith mJE
munistische gezinnen komt. riallsmc. Dc arbeider ziet. dat ook Rus
land. ondankfe dc propaganda van zc-
Regelmatig en Intens huisbezoek gebracht. En wat het godsdienstige be. kere zijde, geen heilsstaat ls geworden
aldus deze predikant heeft aan het treft, een toenemend aantal dc-zer cn in de grond van dc zaak niets heeft
licht gebracht, dat dc houding van ouders zegt tegen de predikant: mijn kunnen veranderen. Daarom stuit de
veie communistische ouders ten op- kinderen mogen gerust naar catechisa- Kerk in haar gesprek met dc arbeider
zichte van dc Kerk toch een wijziging tie. en als u ze hebben wilt. zullen w(J op een algeheel scepticisme, Indien
heeft ondergaan. Velen behoren nog tot ze sturen, Ze sturen ze ookl In weinige zij nu maar beseft, dat de eigenlijke
de Kerk, althans administratief. Hun maanden nam het aantal catechisanten vraag achter ai deze twijfel, toch de
ouders zijn nog gedoopt, zelf zijn ze in deze wijk toe met 130. Verzuimt er vraag ls naar het nuttig effect van de
dit dikwijls ook nog, maar de kinderen één, dan komt er een boodschap, met christelijke boodschap,
meestal niet meer Of het eerste cn de redenen omkleed Terwijl het „chrls- Het is niet gemakkelijk tc zeggen, hoe
volgende niet. Maar zij weten goed, zo telijk gezin" hierin dikwijls veel slor- de Kerk hierop moet antwoorden. Maar
blijkt uit de gesprekken, dat zij ln een diger te werk g-iat zij zal moeten beginnen met tc zeggen
ontwortelde wereld leven, die geheel AVanneer nu het gesprek met dc dat zij het streven naar sociale gerech-
vermaterlaliseert De moderne arbel- ouders wordt voortgezet, gaat blijken, tigheid van de arbeider ernstiger
dersbeweging heeft hen ook daarvan dat zij voor hun kinderen op een of nog opvat dan hij zelf doet. En dat zij
bewust gemaakt. Zij is niet alleen meer andere wijze toch „Iets" begeren, dat vooral niet wenst tc blijven steken ln
uit op de strijd om een paar centen zU voor zichzelf niet. of nog niet. ver- het tenslotte burgerlijk-kapitalistisch
meer loon. maar laat ln haar werk. dat langen. De stap naar de Kerk toe maakt denken van de vorige eeuw. dat dc
J - f' mens slechts een onderdeel maakte
van het economisch proces.
Waar dc Kerk. haar leiding cn haar
dienaren, pastoraal bewogen, inzicht
ook de gezinnen raakt, zien, dat er een deze generatie van ouders niet meer
leegte in het leven ontstaat, indien deze Zij laten de Kerk hoogstens in hun be
alleen moet worden opgevuid met goed- staan weer binnen vla hun kinderen.
kope ontspanning en vervlakkende lcc- Waarom is het zo gesteld?
tuur. Dientengevolge wordt ln tal van De Kerk moet. komt zij met de ar- en moed heeft om dit nteuwe begin te
deze gezinnen veel en goed gelezen, beiders in gesprek, zich wel allereerst maken, kan zij er van verzekerd zijn.
De goede roman vindt in de uitleen- een zeer duidelijk beeld vormen van de dat de twijfel der arbeiders te over-
boekerljcn veel aftrek. Men besteedt godsdienstige twijfel der arbeiders, winnen is door de verkondiging Maar
er wekelijks enkele dubbeltjes aan. Er Met algemene, goed bedoelde en vrome J~"~ J*
is een dikwijls verbazingwekkend goed opwekkingen, bereikt zij
oordcel over bepaalde problematiek: niet in. het belijden van
deze laatste wordt eerst dan geloof-
niets. Ook waardig, wanneer de arbeider met zijn
schuld ten ogen ziet. dat zij door het leven ge-
die door de film onder de mensen wordt aanzien van sociale tekortkomingen of dragen wordt.
„Duitse kinderen
herinnert mij aan
1924e toen ik een Duits ventje in
huis had. een vermagerd schar
minkel. dat een half jaar nodig
had om op krachten te komen. En
hij kwam op krachten, maar hoe!
Ip. 1938 klopten twee fikse jonge
mannen aan mijn kantoordeur en
een van hen vroeg of ik hem nog
wel kende. Toen hij zijn naam
noemde, herinnerde ik mij dat ik
hem vroeger een tijd in huis had
gehad. Op mijn vraag wat ze hier
iu Holland deden kreeg ik ten ant
woord dat ze een achtdaags abon
nement hadden en in Amsterdam
een Jugendhcim woonden. Ze
hadden fototoestellen bij zich en
hadden ons land van Noord naar
Zuid en van Oost naar West beke
ken. ZU verzuimden niet op te
merken dat zU ook in Den Helder
en langs dc kusten waren geweest.
Dat waren de mannen van de
Duitse Luchtlandingstroepen, die
eerst eens ons vaderland van alle
kanten moesten bekyken, opdat zij
bij hun daling toch vooral niet
vreemd zouden staan te kijken.
En nu weer Duitse kinderen naar
Nederland: weer van die arme
scharminkels. En dan weer die lij-
dertjes sterk en gezond maken,
opdat
We zijn bèzig de Duitsers te ver
tellen dat zij zulk een zware schuld
aan dc oorlog hebben en wij zul
len niet ophouden hun te vertellen
hoe zwaar de verliezen voor het
Nederlandse volk zijn geweest.
Maar als diezelfde Duitsers nu
horen en zien, dat er weer Duitse
kinderen naar Nederland gaan,
dan zullen zij zeer zeker zeggen:
„Es ist nicht wahr gewesen."
Anders zouden de Nederlanders
niet zo gek zyn geweest, onze kin
deren in hun land te halen.
P.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de
heer P uiterst pijnlijk aetroffen is
door de ervaringen, die hij met zijn
Duitse „pleegkindje" heeft opgedaan.
Het lijkt ons echter onjuist op grond
daarvan hulp te weigeren aan Duitse
kinderen van thans, die er slecht aan
toe zijn Het pleegkindje, dat de
heer P. destijds had, heeft de oorlog
niet ontketend doch is er alleen voor
misbruikt. Als wij oorlog willen
voorkomen, moeten we ons zeker
niet tegen kinderen van een
bepaald land richten. Tenslotte is
het meest doeltreffende middel om
oorlog in Europa te voorkomen: de
eenwording van Europa. Door be
hoeftige kinderen uit een buurland
te helpen kan men die eenwording
en daarmee de vrede slechts bevor
deren.
De verloofde van Uw zoon
Hoe onredelijk is het stukje van
Evelien „Do verloofde van uw
zoon is ook eenzaam". De fout
wordt alleen gezocht in de veron
derstelde jaloezie van de schoon
moeder. Zou het niet vaak juist
van haar zoon houdt en hem in
andersom zUn: Dat de moeder, die
zi.in keus gelukkig wil zien, stuit
op de jaloezie van het meisje, dat
alles wat de schoonmoeder zo
graag zou willen geven, afwijst?
En dan de opmerking, dat de
meeste meisjes bij hun aan
staande schoonouders ccn ijzige
koelheid ontmoeten, cn een hou
ding van wat heb jij hier te
maken. Belicht u de zaak ook eens
van de andere kant.
Mevr. J. W. W.
Studenten óók burgers
„Onlangs werd te Utrecht een
„Burgerdag" gehouden, welke on
der meer beoogde een bijdrage tot
volksopvoeding te zijn.
Tezelfdertijd hielden studenten,
ter gelegenheid van een roeiwed-
strijd, weer eens een „jool", waar
bij zij zich. zoals niet ongebruikt
lijk is, aan ernstige a-sociale kwa
jongensstreken schuldig maakten.
Waar het Hoger Onderwys in
hoofdzaak door de gemeenschap
bekostigd wordt, is het niet meer
dan billijk dat de gemeenschap,
door miódel van de Overheid, iets
doet om jongelui die mogen stu
deren, op te voeden tot burger.
Zou het daarom geen aanbeve
ling verdienen om aan elke uni
versiteit en hogeschool een cursus
in het leven ie roepen met boven
genoemd doel, die eerst met goed
gevolg moet zijn doorlopen voor
iemand tot enig examen wordt toe
gelaten?"
W. F. BENGLEY.
Tot nog toe is altijd aangenomen,
dat de universiteit en het studenten
leven op hun manier toch ook een
opvoeding tot het burgerschap ga
ven. En in de practijk is dat wel
aardig uitgekomen, hetgeen niet
wegneemt, dat waar de studenten
maatschappij ontaardingsverschijn-
selen vertoont, optreden daartegen
aewenst is. Doch dit geschiedt het
best door krachten uit eigen kring.