Rany, Jany en Mary slobberen vijftig liter water op New York's vrijheidsbeeld vulde eens een straat in Parijs Achter de schermen van het circus in deDierentuin Op dtt kohhsl Droom van Frans beeldhouwer R" na 21 jaar verwezenlijkt „Meneer ik wil een volle pot zalf hebben" Moet l eens hóren De arbeiders en de kerk londerdag 19 Mei 1949 5 (Van een onzer verslaggevers „Ik heb een gevaarlek beroep, dat staat vast," verhaalt de Zweedse dompteur Gilbert Houcke, terwijl hij bezig is met het voederen van zjjn zes Bengaalse tijgers, achter het circus Mikkenie in de Haagse Dierentuin. Hoewel hjj luid spréékt gaat zijn stem bijna verloren in het oorverdovend tumult, dat de dieren maken bij het zien van het rauwe vlees. „Het pad van een dierentemmer gaat niet altijd over rozen," schreeuwt hjj verder. „Ik heb het aan de ljjve ondervonden. Meer dan vijf maanden heb ik des tijds in een Stockholms ziekenhuis gelegen, tengevolge van een ongeluk, dat mij in de arena is overkomen." Mrs Chimpansee, die voor haar ontbijt een vers eitje nuttigt, legt zusterlijk de hand op een der fraaie schimmels van dresseur Jackson. De dames olifantengoe dige lobbesen, slobberen al even zusterlijk uit de grote waterteil. (Eigen foto's) Wanneer de dieren gevoed zijn. be staat er gelegenheid wat rustiger te praten. ..Op een avond, toen lk optrad in een tijgernummer ging het mis. U weet, dat ik mijn dieren door een hoepel laat springen. Welnu, een van mijn tijgers sprong mis en viel me direct in de rug aan. Het dier beet me tot vlak bij de wervelkolom en lk dacht dat mijn laatste uurtje geslagen was. Het publiek verkeerde ln paniekstemming Overal werd geschreeuwd en geroepen, tot ik tenslotte door iemand uit de kool werd gehaald." Houcke strijkt zijn zwarte haar glad en lacht. ..Het was mijn eigen schuld natuurlijk. Risico van het vak. Maar de meeste keren ging hel toch goed. Als 20-jarige jongen kwam lk in het circus van mijn vader. En van lieverlee ging ik overschakelen op de meer exotische dieren. Ik maakte vele tournees cn ont moette diverse grootheden uit de artis- tenwereld Johnnie Weissmüllcr, de be kende Tarzan-figuur en Maurice Chc%'a- lier zijn mijn grootste vrienden Wahncer de dompteur is uitgesproken, zetten wij onze tocht over het circus terrein voort. Er is een massa te zien Overal blijven wij even stil staan om een praatje te maken. Filmster uit Hollywood Mag 11: u voorstellen? Mrs. Marquis, 8 jaar oud. Regelrecht uit Belgisch Congo afkomstig. Een up-to-date ge ëmancipeerd vrouwtje, met een roem rijke carrière. ZIJ trad op in de film „Williams goes to town". Overal ter wereld is zij geweest, van Hollywood tot Kaapstad. In haar charmante, tevens sportlevp kleding valt zij direct op in het gekrioel van circus Mikkenie ln de voormalige dierentuin. Mr. Gene Detroy uit Engeland, die min of meer als haar Impresario optreedt, stelt haar aan ons voor. ..Grrrrl" zegt mrs Marquis, wanneer wij haar de hand drukken. De nieuwste Amerikaanse begroeting Dan laat zij zien wat zij presteert, kunstjes op de driewieler. Mr. -Detroy Is met recht trots op zijn beschermelinge. Er zijn niet veel vrouwen, die zo tam uit zijn hand eten als mrs. Marquis. Met een slok heeft de artiste het haar aangeboden rauwe eitje verorberd. Dan smakt zij met de tong. Geen manleren, vindt u? Mrs. Marquis is ook een chimpansee. „Ze is een eerste klas lnbreekster." vertelt mr. Detroy. „Toen lk ln Maart van dit jaar thuiskwam van een voor stelling in Londen, bemerkte lk tot mijn schrik, dat ik de sleutel van de voor deur niet bij me had. En raad eens wat mijn lieve pupil toen deed? Ze klauterde in de regenpiip, schoof het raam op en klom de badkamer binnen. Even later Passieve cultuurpolitiek De materiële nood pleegt zichtbaar te zijn, de culturele nood niet, staat er ergens in het voorlopig verslag van de commissie van rapporteurs over het ontwerp van wet van hoofdstuk VI der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1949, handelende over het Departement van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen. En verder: een toestand van materiële nood dreigt altijd nadelig te wezen voor een te volle naar behoefte uit gevoerde verzorging van culturele belangen. Bovendien mag men aan nemen. dat in een tijd van materiele nood steeds ook de culturele behoef ten ernstig' in gevaar verkeren. Daarnevens bedenke men. dat juist dan ook zij, die in culturele behoef te voorzien, vaak in materiële nood geraken en dat ook dit weer onher roepelijk tot vergroting van cultuur- nood voert. Naast besef van de ma teriële noden en behoeften, wordt van een van de waarde der cultuur doordrongen Overheid, in dit Depar tement bij uitstek belichaamd, ten behoeve van het geestelijk welzijn van het volk vooral „oog" voor het onzichtbare verlangd en een ver vooruitziende blik; een moeilijke taak, waarbij de zuinigheid de wijs heid niet moge bedriegen. Zo staat het er en het geeft uiting aan de bezorgdheid, die in vele kringen heerst omtrent de bezuini gingen op het culturelé gebied, be zuinigingen, waarvan men zich af vraagt of ze wel verantwoord zijn. De vermindering van het subsidie bedrag voor het toneel met 80.000 is bijvoorbeeld gecontinueerd, ter wijl de in uitzicht gestelde compen satie, in de vorm van verlaging der kosten van vervoer, is uitgebleven. Het probleem is al hëel oud, zodra bezuinigd moet worden, is men er als de kippen bij die bezuiniging te zoeken op posten van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Het re sultaat laat nooit lang op zich wach ten. want de gevolgen van een der gelijke politiek worden direct voel baar in de maatschappij. Wij vinden die resultaten, de achteruitgang van het onderwijs, terug in het kennis tekort van de leerlingen, die de school verlaten; wij vinden ze ook terug in de culturele armoede, waar in grote delen van ons volk verke ren. Zeker, dc overheid kan niet cultuurscheppend optreden. Zij kan echter wel bevorderen, dat de le vende cultuur ingang vindt in het volk door de voorwaarden te schep pen, welke nieuwe voortbrenging van cultuur in de hand werken en op een hoger plan brengen. Na de oorlog was er een sterke roep naar actieve cultuurpolitiek. Wij hadden in de oorlog veel moeten ontberen en het was deze ervaring, die in ons het verlangen had doen ontstaan de achterstand in te halen. Het heeft er aanvankelijk naar uit gezien, dat de overheid aan dit ver langen zou tegemoet komen. Maar het is bij slechts enkele maatregelen gebleven en spoediger dan verwacht werd, volgde een inzinking. Het ont brak aan durf en een brede visie om dit vraagstuk aan te pakken; het ontbrak ook aan het plan. de grote lijn en het systematische streven om er iets goeds van te maken. En zo is het bewieroken van kunst cn cul tuur in ons land niet meer dan een lippenbelijdenis. Het mag vooral geen geld kosten. Tot schade en schande van land en volk. die in het verleden zovele culturele hoogtepun ten hebben gekend. De Tweede Kamer heeft Woensdag middag zonder beraadslaging of stemming haar goedkeuring gehecht aan het wetsontwerp tot wijziging van de begroting van het staats- mimtbedrijf voor 1948. kwam ze terug en bood me met een buiginkje de sleutel aan. die ln een van mijn pakken in de slaapkamer had ge zeten." Dressuurzweep cn dlrlgeerstaJ Frank Jackson, bruin cn stoer ln zijn lichte windjack, rookt een sigaartje. Met zijn zweep klakt hij af cn toe en de rondtrippelen in dc piste, luisteren nauwkeurig naar de zoete woordjes die hij lispelt. „Ik ben geboren tussen paarden cn lk zal er tussen sterven." verzekert Frank in gebroken Nederlands. „Mijn vader, die bevriend was met Buffalo Bill, bracht mij ln New York groot cn leerde me omgaan met dieren. Aan hem heb ik te danken, dat ik mijn paarden nu door en door ken en dat zij mij kennen Een dresseur Is geen bruut of een boe man. Ik beschouw mijn beestjes aLs intuïtieve volgzame leerlingen. Zij aan vaarden in mij ongedwongen de leer meester. Mijn zweep ls geen tuchtigings middel, zoals zovelen denken. Zij ls voor mij slechts datgene, wat de dirl- geerstaf voor de kapelmeester is." Wat verderop staan de nieuwste aan winsten van het circus: een Tibettaanse jak, een lama. een ruige Schotse Hoog lander met woeste horens, een goed aardige kameel en een origineel Watus- si-buffel, afkomstig uit Oost-Afrlka. Zij hebben gisteren een flinke reis gemaakt. Regelrecht uit België. Er is nog veel cn veel meer tc zien ln de Haagse dierentuin. Geen wonder, het Nederlandse circus, dat er haar ten ten heeft opgeslagen, is het grootste van Europa. Er zijn 80 man personeel in vaste dienst. De gezellig oranje-geschil derde wagens vormen een stoet van enige kilometers lengte en de grote tent kan -J000 toeschouwers bergen Op 31 Mei wordt het kamp weer opgebroken, waar na 3 weken ln Rotterdam wordt ge speeld. Vervolgens maakt men een groot tournee door Nederland en België. Van stalen ros naar levend ros „Of lk mijn hele leven al ln het circusbedrijf zit? O nee. dat zeker niet!" Mevrouw Vlbeke Mikkenie, de Jonge echtgenote van de directeur kijkt heel even peinzend uit het raam van de geriefelijk ingerichte reiswagen. Een grillig lijntje blauwige rook kringelt omhoog van haar sigaret. Dan spreekt zij verder. „Als jong meisje was Ik mannequin ln een groot warenhuis te Kopenhagen. Ik weet nog goed hoe lk mijn achttiende verjaardag rnet een stelletje kennissen vierde in een cafe. Daar kwam ik ln contact met een wlcleracrobaat. En het duurde niet lang of hij vroeg me mee te doen aan zijn fletscn-act. Daar voelde lk wel voor. Het was altijd mijn ideaal geweest op de planken te komen, hoe wel mijn ouders er zich sterk tegen ver zetten." Zo werd de Jeugdige Vlbeke na een maand of wat één van de twee Arvings. die met hun wlelcr-nummer ln de Deense theaters veel succes oogsten. Later trokken belden door heel Europa én traden op in honderden theaters. Kort na het uitbreken van de oorlog raakte mevrouw Mikkenie op een van haar zwerftochten verzeild in Neder land, waar zij werd „ontdekt" door haar tegenwoordige echtgenoot, Frans „Ik heb de fietsenacrob3tiek er toer\ maar aan gegeven," vervolgt onze gast- vrouwe en plukt denkbeeldige pluisjes van haar onberispelijk mantelpakje. „Het stalen ros heb lk terstond ver wisseld voor een ros van vlees cn bloed. Vorig Jaar ben lk begonnen met dres- suurlcsscn En gelukkig ging het me zo gemakkelijk af, dat ik nu al met een klassiek dressuur-nummer van Friese hengsten de arena inga." Hoewel mevrouw Mikkenie pas kort ln ons land vertoeft, spreekt zij vrij vloeiend Nederlands. „Tja." lacht zij. waardoor twee rijen hagelwitte tanden bloot komen, „ik móest Nederlands kennen. Dat was een kwestie van leven of dood. Een paar jaar geleden ben ik namelijk op hardhandige wijze een tram uitgeduwd Men dacht, dat ik een Duitse was En sindsdien ben lk Ijverig Neder lands gaan leren. Dat begrijpt u." Rany, Jany en Mary, de olifanten, staan bedaard in een grote tent. Zij kijken nog wat lodderig uit hun goedige ogen. Het ls gisteravond ook zo laat geworden door de voorstelling. Maar zodra oppasser Rubltsch binnenkomt worden de dieren levendiger. Met hun logge poten schuiven zij over het plan kier. alsof zil willen zeggen, „toe. maak ons eens los. Rubltsch. klein, gezet met een geruite pet op het hoofd, weet precies wat ze willen. HIJ bukt zich cn maakt de kettingen los. Dan lopen de olifanten dreunend de tent uit In een ommezien zijn ze bij de grote teil, waar in 50 liter water zit. Nog geen twee minuten later is de teil tot op de bodem leeggcslobberd. In Amerika had men er geen cent voor over Wist u» dat het bekende vrij heidsbeeld in de haven van New York niet werd gegoten, maar werd vervaardigd uit niet minder dan driehonderd bronzen platen, die elk 2.25 cm. dik waren? Wist u, dat dit reusadhtige beeld voor dat het zijn plaats innam op de New Yorkse rede. meer dan zes maanden lang in een onaanzienlijk Parijs straatje heeft gestaan, waar het torenhoog uitstak boven de meeste der omringende gebouwen? En wist u, dat er in het hoofd van dit wereldbekende standbeeld plaats is voor veertig volwassen mensen? In October van dit jaar viert „Miss Liberty" haar 63ste verjaar dag, maar van de zomer zal het juist 65 jaar geleden zijn, dat zij officieel ten geschenke werd gege ven aan het Amerikaanse voik. Het beeld is een cadeau van Frankrijk aan de Verenigde Sta ten. twee landen, die beiden de vrijheid liefhebben en die destijds Kliswortel ..mirakels" goed tegen kaalhoofdigheid Toen ging de pet van zijn hoofd. Nu ik mij verdiep in oude her inneringen zie ik mijn overleden man weer zitten in dc apotheek achter zijn schrijftafel bij het raam aan de straat. Daardoor ont ging hem niets wat buiten pas seerde en had hij bovendien steeds één oog voor de assistente en één oor voor het publiek. Behalve het ambt van apothe ker vervulde hij nog verscheide ne andere functies, die hem veel hoofd- en schrijfwerk bezorgden. Hoe hij dat alles klaar speelde in zijn hoekje heb ik nooit kunnen begrijpen, maar hij deed het. Zijn stukken die daar gesteld werden, zijn verslagen en notulen waren altijd goed en af. En tóch daar tusschendoor steeds een praatje met het publiek. Kwam er b..v. een dienstbode om citroenolie of rozenwater, dan was het: „Ga je wat lekkers ma ken?" „Ja. meneer!" „Nu, als het goed uitvalt, houd ik me aanbevolen, hoor!" En werkelijk kwam er wel eens een proefje van een of ander ge bak! Moest een buitenman likdoorn tinctuur hebben, dan was het: „Hoor eens vriend, vóórdat je nu dat goedje op je voeten smeert, neem je eerst een goed heet voet bad met een flinke klodder groe ne zeep er in. anders kan je het even goed onder je zolen sme ren." Kwam er iemand om ..duivels drek" dan was het: „Juffrouw, geef hem wat afgang van den Booze." En zoo was er onder het werk door altijd een mal woord of een kwinkslag. Er waren een paar dingen, die men niet van hem kon krijgen en dat waren; nieskruid, waar kwa jongens wel eens om vroegen, en zevenboom, ook al werd bij dat laatste vermeld, dat het vo°r 'n geit was. „Als dat zoo is, dan ga je maar naar den veearts", was dan het bescheid dat ze kregen. Als er echter iemand kwam om memoriekruid dan verkocht hij hem of haar met het ernstigste gezicht van de wereld een doosje saccharum lactus, met den raad er bij: „Driemaal daags een thee lepel vóór het eten, en het een beetje volhouden." Pinkpillcn De huiskamer was vlak naast d, apotheek, dus kon ik alles ver staan en soms mee genieten. Zoo hoorde ik eens, dat hij zich vree- selijk nijdig maakte op een boer, die met alle geweld drie groote doozen Pinkpillen wilde hebben. Om dien tijd werd daar ontzet tend veel reclame voor gemaakt. Er. of mijn man nu al zei: „Ik heb heelemaal geen vertrouwen in die rommel. Ze verlaten het lichaam net zooals ze er in gaan," het hielp allemaal niets. De man leg de f 9.neer cn zei: „Wil je ze bestellen of niet? Anders schrijf ik regelrecht naar Snabillé." Toen zwichtte hij en zei: „Je zult je „pilulae perpetuae" heb ben hoor!" „Wat bedoelt meneer daar mee?" „Dat is 't Latiinsche woord voor Pinkpillen, man!" Van dat moment af hadden we Pinkpillen in voorraad, 't Was echter naar zijn meening een schrede op 't hellende vlak. Een andere maal was er een niet tevreden met een potje zalf. „De pot is niet vol. meneer." „Ik zal het je uitleggen, man. Kijk eens, de dokter schrijft een bepaalde hoeveelheid voor, waar verschillende dingen in zitten. Nu is de eene pot te klein er voor, de andere, die je in de hand hebt is te groot. Daar tusschen heb ik er op het oogenblik geen. Nu is het tcch beter dat we het in die grootere pot gedaan hebben, want je moet toch de hoeveelheid heb ben, die de dokter voorschrijft, nietwaar?" Het hielp niet, al werd het zelf de met andere woorden betoogd, het antwoord was steeds: ,,'t Kan me allemaal niets schelen, ik wil het wel betalen ook, maar de pot moet vol." Hoe het verder afliep weet ik niet meer. Wel hoorde ik hem nog uitroepen: „O! caput lepidumü" „Wat zegt meneer daar?" „Dat is Latijn, man, daar wil Herinneringen van een Apothekersweduwe IV, door mevr. F. B. H. Radijs- v. d. Berkhof ik mee zeggen, dat mijn ekster- oogen zoo steken." „Blaaspocpen" Als er „oempa's" oftewel „blaas- poepen" kwamen! Dat was altijd een feest. Ze konden zoo gevoel vol blazen: „Wenn die Schwalben heimwarts ziehn" en „Es ist be- stimmt in Gottes Rat." Mijn man zong of floot dan altijd uit volle borst mee. en als er Tyroler lie deren gespeeld werden, jodelde hij altijd even goed als een zoon van dat land. Een en ander tot groot vermaak en stichting van nfet auditorium dat op drankjes en pillen zat te wachten, 't Be hoeft geen betoog dat zulke muzi kanten een flinke belooning kre gen en daarom steeds een extra nummer gaven. Eens was er een heerlijk voor- val, toen op een morgen een boe renvrouw met haar man binnen stapte. Ik noem de vrouw het eerst, omdat zij het woord deed. „Verkoopt 'meneer ook klïswör- tel?Ze zeggen dat het haar daar zoo mirakel best van groeit." „Ja," zei mijn man, „dat wordt veel gehaald en men beweert dat het helpt. Ik zal je een zakje vol geven en dan moet je zóó doen: Je trekt dat goedje op brandewijn en met dat nat 't is dan wat klidderig wrijf je het hoofd flink in en laat het er goed in drogen. Vervolgens moet je het haar heel voorzichtig uitkammen maar denk er om, héél voorzich tig, hoor!" Toen hij had uitgesproken, zei de vrouw: „Ja. zie je meneer, het is voor mijn baas." Meteen nam ze hem de pet van het hoofd. Wat toen tc zien kwam, vertoonde een sprekende gelijkenis met een Edammer kaas. De assistente vluchtte naar bin nen in een lachstuip. Hoe mijn baas zich er uit draai de weet ik niet meer. al, op sommige tijdstippen van hun geschiedenis nauw mei elkaar in contact waren gekomen. De maker van het beeld is de Franse beeldhouwer Frederic Auguste Bartholdi, die al op 31- jarige leeftijd beroemd was om de grote beelden, die hij had gescha pen. Het plan, de vriendschappe- li'ke gevoelens van het Franse volk jegens het Amerikaanse op een dergelijke manier tc uiten, kwam bij hem op in 18G5, loon hij ir. Parijs aan een diner zat. Vele. vele jaren duurde het voor hij zijn droom verwezenlijkt zag. Bijna vijf jaar lang liep hij met de gedachte rond, voor hij er in slaagde haar gestalte te geven. Pas na de FransDuitse oorlog van 1870, toen hij een bezoek aan de Verenigde Staten bracht om daar inspiratie op te doen. kon hy aan het werk gaan. Hij had zich ver zekerd van de steun van de Frans- Amerikaanse Unie te Parys en er was afgesproken, dat de Amerika nen voor het voetstuk van het standbeeld zouden zorgen. Het Franse volk toonde zich spoedig zeer vrijgevig. Uit alle provincies van Frankrijk stroom den de gaven binnen. Huismoeders offerden, schoolkinderen en arbei ders. Er werden weldadigheids bals en fancy-fairs georganiseerd en lang voordat het beeld voltooid was waren de kosten reeds gedekt. Met de gelden voor het voetstuk ging het minder vlot. De Amerika nen bleven lelijk in gebreke en 11 jaar na de afspraak met Bartholdi had het New Yorkse comité nog pas de helft van de benodigde som bijeen. De burgers van de stad waar het beeld zou komen te staan, toonden maar heel weinig interes se Dat veranderde pas toen Joseph Pulitzer, de bekende Amerikaanse publicist, in 1883 in het New Yorkse blad „World" een campag ne begon. In elf maanden was toen het ontbrekende bedrag in het be zit van de commissie. Het werk aan het voetstuk kon beginnen. Het eigenlijke beeld werd in de werkplaatsen van Gaget. Gauthier en Co te Pariis vervaardigd. Het is 46,25 meter hoog cn toen het bijna was voltooid vulde het zo ongeveer een hele straat. Het voet stuk heeft een hoogte van 47.17 meter en is van liften voorzien. Binnen in het beeld voert een wenteltrap omhoog tot onder dc diadeem en als u ooit in New York komt kunt u deze beklimmen en genieten van een schitterend uit zicht over Manhatten. Toen het beeld pas op Bedloe's Island was opgericht kon men zelfs nog hoger gaan. tot aan het platform aan de top van de flambouw. Maar in la ter jaren werd dit verboden. On 28 October 1886 werd het beeld door president Grover Cle veland uit naam van het Ameri kaanse volk aanvaard. Dc onthul ling geschied door Bartholdi zeif. Er werd die dag een groot vuur werk afgestoken in de New Yorkse haven, dat „Miss Liberty" helder verlichtte. Een en twintig jaren v/aren voorbijgegaan sinds met de constructie van het beeld werd begonnen Duitse kinderen Het bericht naar ons lana' Acheson voelt niets voor Pacific-verdrag; WASHINGTON. Dean Ache son, de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, heeft op zijn wekelijkse persconferentie ver klaard, dat dc V.S. thans niet over wegen deel te nemen aan het Stille Oceaanverdrag. Er lag weliswaar in de situatie in Azië en bijzon der in die van China een ernstig gevaar voor de wereldvrede, aldus de minister. Grondwet van Bonn bijna in veilige haven FRANKFORT. Vier van de elf Westduitse staatsparlementen hebben de grondwet van de fede rale republiek Duitsland met over weldigende meerderheid geratifi ceerd. De wet zal van kracht wor den, wanneer zij door tenminste twee derden van de staten is goed gekeurd. In de eerste reeks stem mingen van Woensdag keurde het parlement van WuerttembergBa den (Amerikaanse zone) de grond wet met 80 tegen 10 stemmen goed, het door de Fransen bezette Zuid- Baden met 49 tegen 2, de Rijnpalts (Franse zone) met 91 tegen 8 en Hamburg (Britse zone) met 97 te gen 3. Alle tegenstemmers waren communisten; er waren geen ont houdingen. Het enige lid van de anti-consti tutie gezinde partij, de „Duitse Partij" een rechtse federalisti sche groepering in 't parlement van Hamburg was bij de stemming niet aanwezig omdat hij verwijderd werd wegens belediging van de Duitse republikeinse vlag. onbewogenheid ln het verleden. De Kerk staat teveel, ln de ogen der arbei ders, nog in het oordeel, dat de werke lijke problemen cn nood van het voik haar niet bewogen hebben en zij zich beperkte tot eigen dogmatiek en apolo gie Langs de weg van schuldbe'.ljden komt de Kerk niet tot de wezenlijke kern van de godsdienstige twijfel bij de arbeider kan zij deze niet be wust maken en medewerken tot de op dat er een histo rie van eeuwen achter de Kerk ligt fp VEN ALS WIJ KENT OOK •*-' ENGELAND de kledingmode- exportiveek. Hoewel hieraan hoofd zakelijk de mantel-industrieën deelnemen, ontplooien ook de ja ponnen-fabrieken een nog gro tere activiteit dan gewoonlijk. In tegenstelling tot de Franse vrouw, houdt de Engelse bovenal van eenvoud. Een model dat veel succes oogstte, was een donker blauwe Jacquard-jersey japon (links boven). Het aparte hieraan waren de mouwen, die tot de elle bogen strak liepen, en daaronder sterk poften. Op tamelijk nauwe rok was als enige versiering een poffende zak aangebracht. Het Franse modehuis Lanvin hield tij dens de afgelopen week ook een show in Londen. Het hoogtepunt hiervan was de grijze gedécolle teerde avondjapon (midden), van grijs satijn. Voor de vrouw, die zich met gratie weet te bewegen, is het een ideaal feestgewaad. Lanvin maakte er ruimschoots ge bruik van, dat geen enkele stof zich zo goed laat plooien als satijn. Zowel de shawlkraag als de rok en het ondergedeelte van de mou wen waren sierlijk gedrapeerd. De avondjapon van geel-zwarte geruite stof (rechts boven) is na tuurlijk weer een Engels product. De ontwerper was kennelijk ge ïnspireerd. door het Eton-uniform, toen hij de jurk van een grote witte bobbed-kraag en zwart flu welen strik voorzag. Het school meisje, dat voor het eerst naar een bal gaat, zal hiermee zeer zeker „in de wolken" zijn. En nu de mantelparade. Het tailleur mantel pak laat zich niet uit het mode beeld verdringen. Het enige ver schil tussen de pakjes van een paar jaar geleden en nu, is de rok- lengte. De lange vrouw zal met vreugde constateren, dat het swagger-model zich ook nog steeds weet te handhaven. De mantels vertonen dit seizoen een belang rijke verscheidenheid in kragen. De meeste kragen zijn zeer groot. Als wij de mantelbalans opmaken, zien wij, dat er deze zomer voor iedere vrouw de juiste mantel te vinden zal zijn. van „en vergat zU de wereld, "de sociale" noden, die er ook toen waren. De wereldse ordening raak te haar niet. werd althans niet betrok ken in haar actie-radius. Ten aanzien van de nood van enkeling en massa Toen wijlen ds. Aris in de oorlogsjaren zijn rapport schreef over de voor de Kerk „verloren groepen" intellectuelen, boeren cn arbeiders heeft hij enkele redenen aangegeven, waarom er een scheiding is tussen Kerk en arbeider. De oorlogsjaren zelf hebben in zekere zin daarin een raaKcn cn wijziging gebracht. Dezer dagen hadden wij een gesprek met een pre- hef fin g* ^aarvan dikant in Amsterdam. Het terrein van zijn werk daar is een stadsdeel, Men vergete met, waar hoofdzakelijk arbeiders wonen uit de Amsterdamse bedrijven. In rle van eeuwen ac deze wyk stemt 63 communistisch. Het kerkgebouw der Hervormde J"*» J» d«.fheil al! var gemeente, een jaar of tien voor de oorlog in deze buurt gebouwd, werd het hoogste belang J de eerste jaren gevuld met 600 800 kerkgangers in de ochtenddienst. Thans is men blij, wanneer de helft van dit aantal aanwezig is. Een voor de hand liggende gevolgtrekking hiervan is, dat de belangstellende kern van dit deel der gemeente ingekrompen is en velen, die 15 jaar geleden daartoe nog in meerdere of mindere mate behoorden, nu onkcr- 5ctppr^M«iB0Vfm^el^<^eigu£S?d kelijk zijn geworden. Het merkwaardige verschijnsel doet zich evenwel uUstaandc hadden. Het zij aan dc ovcr- in deze buurt voor een stadsdeel met 50.000 inwoners dat de drie held over. christelijke scholen, uitgaande van de Hervormde gemeente, overbe- intussen ls er in arbeiderskringen volkt zijn en dat van het aantal kinderen.eveneens 63 uit com- ideologie v"n 'hefhStorlith mJE munistische gezinnen komt. riallsmc. Dc arbeider ziet. dat ook Rus land. ondankfe dc propaganda van zc- Regelmatig en Intens huisbezoek gebracht. En wat het godsdienstige be. kere zijde, geen heilsstaat ls geworden aldus deze predikant heeft aan het treft, een toenemend aantal dc-zer cn in de grond van dc zaak niets heeft licht gebracht, dat dc houding van ouders zegt tegen de predikant: mijn kunnen veranderen. Daarom stuit de veie communistische ouders ten op- kinderen mogen gerust naar catechisa- Kerk in haar gesprek met dc arbeider zichte van dc Kerk toch een wijziging tie. en als u ze hebben wilt. zullen w(J op een algeheel scepticisme, Indien heeft ondergaan. Velen behoren nog tot ze sturen, Ze sturen ze ookl In weinige zij nu maar beseft, dat de eigenlijke de Kerk, althans administratief. Hun maanden nam het aantal catechisanten vraag achter ai deze twijfel, toch de ouders zijn nog gedoopt, zelf zijn ze in deze wijk toe met 130. Verzuimt er vraag ls naar het nuttig effect van de dit dikwijls ook nog, maar de kinderen één, dan komt er een boodschap, met christelijke boodschap, meestal niet meer Of het eerste cn de redenen omkleed Terwijl het „chrls- Het is niet gemakkelijk tc zeggen, hoe volgende niet. Maar zij weten goed, zo telijk gezin" hierin dikwijls veel slor- de Kerk hierop moet antwoorden. Maar blijkt uit de gesprekken, dat zij ln een diger te werk g-iat zij zal moeten beginnen met tc zeggen ontwortelde wereld leven, die geheel AVanneer nu het gesprek met dc dat zij het streven naar sociale gerech- vermaterlaliseert De moderne arbel- ouders wordt voortgezet, gaat blijken, tigheid van de arbeider ernstiger dersbeweging heeft hen ook daarvan dat zij voor hun kinderen op een of nog opvat dan hij zelf doet. En dat zij bewust gemaakt. Zij is niet alleen meer andere wijze toch „Iets" begeren, dat vooral niet wenst tc blijven steken ln uit op de strijd om een paar centen zU voor zichzelf niet. of nog niet. ver- het tenslotte burgerlijk-kapitalistisch meer loon. maar laat ln haar werk. dat langen. De stap naar de Kerk toe maakt denken van de vorige eeuw. dat dc J - f' mens slechts een onderdeel maakte van het economisch proces. Waar dc Kerk. haar leiding cn haar dienaren, pastoraal bewogen, inzicht ook de gezinnen raakt, zien, dat er een deze generatie van ouders niet meer leegte in het leven ontstaat, indien deze Zij laten de Kerk hoogstens in hun be alleen moet worden opgevuid met goed- staan weer binnen vla hun kinderen. kope ontspanning en vervlakkende lcc- Waarom is het zo gesteld? tuur. Dientengevolge wordt ln tal van De Kerk moet. komt zij met de ar- en moed heeft om dit nteuwe begin te deze gezinnen veel en goed gelezen, beiders in gesprek, zich wel allereerst maken, kan zij er van verzekerd zijn. De goede roman vindt in de uitleen- een zeer duidelijk beeld vormen van de dat de twijfel der arbeiders te over- boekerljcn veel aftrek. Men besteedt godsdienstige twijfel der arbeiders, winnen is door de verkondiging Maar er wekelijks enkele dubbeltjes aan. Er Met algemene, goed bedoelde en vrome J~"~ J* is een dikwijls verbazingwekkend goed opwekkingen, bereikt zij oordcel over bepaalde problematiek: niet in. het belijden van deze laatste wordt eerst dan geloof- niets. Ook waardig, wanneer de arbeider met zijn schuld ten ogen ziet. dat zij door het leven ge- die door de film onder de mensen wordt aanzien van sociale tekortkomingen of dragen wordt. „Duitse kinderen herinnert mij aan 1924e toen ik een Duits ventje in huis had. een vermagerd schar minkel. dat een half jaar nodig had om op krachten te komen. En hij kwam op krachten, maar hoe! Ip. 1938 klopten twee fikse jonge mannen aan mijn kantoordeur en een van hen vroeg of ik hem nog wel kende. Toen hij zijn naam noemde, herinnerde ik mij dat ik hem vroeger een tijd in huis had gehad. Op mijn vraag wat ze hier iu Holland deden kreeg ik ten ant woord dat ze een achtdaags abon nement hadden en in Amsterdam een Jugendhcim woonden. Ze hadden fototoestellen bij zich en hadden ons land van Noord naar Zuid en van Oost naar West beke ken. ZU verzuimden niet op te merken dat zU ook in Den Helder en langs dc kusten waren geweest. Dat waren de mannen van de Duitse Luchtlandingstroepen, die eerst eens ons vaderland van alle kanten moesten bekyken, opdat zij bij hun daling toch vooral niet vreemd zouden staan te kijken. En nu weer Duitse kinderen naar Nederland: weer van die arme scharminkels. En dan weer die lij- dertjes sterk en gezond maken, opdat We zijn bèzig de Duitsers te ver tellen dat zij zulk een zware schuld aan dc oorlog hebben en wij zul len niet ophouden hun te vertellen hoe zwaar de verliezen voor het Nederlandse volk zijn geweest. Maar als diezelfde Duitsers nu horen en zien, dat er weer Duitse kinderen naar Nederland gaan, dan zullen zij zeer zeker zeggen: „Es ist nicht wahr gewesen." Anders zouden de Nederlanders niet zo gek zyn geweest, onze kin deren in hun land te halen. P. Wij kunnen ons voorstellen, dat de heer P uiterst pijnlijk aetroffen is door de ervaringen, die hij met zijn Duitse „pleegkindje" heeft opgedaan. Het lijkt ons echter onjuist op grond daarvan hulp te weigeren aan Duitse kinderen van thans, die er slecht aan toe zijn Het pleegkindje, dat de heer P. destijds had, heeft de oorlog niet ontketend doch is er alleen voor misbruikt. Als wij oorlog willen voorkomen, moeten we ons zeker niet tegen kinderen van een bepaald land richten. Tenslotte is het meest doeltreffende middel om oorlog in Europa te voorkomen: de eenwording van Europa. Door be hoeftige kinderen uit een buurland te helpen kan men die eenwording en daarmee de vrede slechts bevor deren. De verloofde van Uw zoon Hoe onredelijk is het stukje van Evelien „Do verloofde van uw zoon is ook eenzaam". De fout wordt alleen gezocht in de veron derstelde jaloezie van de schoon moeder. Zou het niet vaak juist van haar zoon houdt en hem in andersom zUn: Dat de moeder, die zi.in keus gelukkig wil zien, stuit op de jaloezie van het meisje, dat alles wat de schoonmoeder zo graag zou willen geven, afwijst? En dan de opmerking, dat de meeste meisjes bij hun aan staande schoonouders ccn ijzige koelheid ontmoeten, cn een hou ding van wat heb jij hier te maken. Belicht u de zaak ook eens van de andere kant. Mevr. J. W. W. Studenten óók burgers „Onlangs werd te Utrecht een „Burgerdag" gehouden, welke on der meer beoogde een bijdrage tot volksopvoeding te zijn. Tezelfdertijd hielden studenten, ter gelegenheid van een roeiwed- strijd, weer eens een „jool", waar bij zij zich. zoals niet ongebruikt lijk is, aan ernstige a-sociale kwa jongensstreken schuldig maakten. Waar het Hoger Onderwys in hoofdzaak door de gemeenschap bekostigd wordt, is het niet meer dan billijk dat de gemeenschap, door miódel van de Overheid, iets doet om jongelui die mogen stu deren, op te voeden tot burger. Zou het daarom geen aanbeve ling verdienen om aan elke uni versiteit en hogeschool een cursus in het leven ie roepen met boven genoemd doel, die eerst met goed gevolg moet zijn doorlopen voor iemand tot enig examen wordt toe gelaten?" W. F. BENGLEY. Tot nog toe is altijd aangenomen, dat de universiteit en het studenten leven op hun manier toch ook een opvoeding tot het burgerschap ga ven. En in de practijk is dat wel aardig uitgekomen, hetgeen niet wegneemt, dat waar de studenten maatschappij ontaardingsverschijn- selen vertoont, optreden daartegen aewenst is. Doch dit geschiedt het best door krachten uit eigen kring.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 5