Kees van Dongen, schilder van kleur en fel leven De 9 Muzen Herdenkingsten toonstelling in mans GERRIT ACHTERBERG bevecht tijd, ruimte en dood Muziek op een presenteerblad Violen uit alle wenlddelen naar Nederlaid t Is lente langs de Seine 10 osi es Zaterdag 4 Juni 1949 EEN HALVE EEUW SCHEPPENDE ARBEID La Madonna aux bras vides (1934) Boy HET is ongetwijfeld een uitstekende gedachte geweest van de beheerders van het Museum Boymans om de Van Dongen-tentoonstelling. welke onlangs werd ingericht door de Galerie Charpentier te Parijs, naar Rotterdam, de geboortestad van de schilder, over te brengen. Een zeventigtal schilderijen, in overleg met de schilder op de tentoonstelling te Parijs uitgezocht, kon, dank zij de grote bereidwilligheid van de verzamelaars, de kern vormen van deze Rotterdamse tentoonstelling, dje nu onge veer honderd doeken van de meester omvat. Verdere medewer king werd verleend door het Musée National d'Art Moderne te Parijs, door de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brus sel en Antwerpen, door het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum te Amsterdam en door vele particuliere verzamelaars. ZO IS DAN een overzicht tot stand gekomen van wat in on geveer 50 jaren door Kees van Dongen aan belangrijk werk is ge wrocht en waarin duidelijk de ont wikkeling cn de hoogtepunten zijn waar te nemen. Hij behoort tot de weinigen, die niet alleen kunstzin nig, maar ook maatschappelijk, in de volste betekenis, zijn geslaagd. Reeds vele jaren, in het bijzonder na de eerste wereldoorlog, wordt hij algemeen erkend en bewon derd, is hij de met opdrachten overladen portrettist van de mon daine cn demi-mondaine Parijse wereld. En toch is ook voor hem het begm heel moeilijk geweest. Met 'n retourbiljet voor de feesten van de 14e Juli m zijn zak, vertrok hij in 1898 naar de lichtstad. Parijs moet hem toen onweerstaanbaar geboeid hebben, v/ant hij bleef er en trachtte aan de kost te komen door het ventenv met kranten en het tekenen van portretten, die hem slechts enkele „sous" opbrach ten. Maar vijf jaren later begonnen enkele kunsthandelaren zich voor hem te interesseren. Van dat ogen blik af rees zijn geluksster snel. Aanvankelijk werkte hij te Pa rijs, van Vuillard uitgaande, neo- impressionistisch. Zijn vurig tem perament trok hem naar de Fau- ves, maar sterke, eigen inzichten zorgden weldra voor een typi sche, persoonlijke uiting, zeer ver schillend wat de artistieke waarde betreft. Van Dongen's grootste kwaliteiten zijn: kleur en eenvoud. De kracht van zijn kleur bespeurt men al in het vroegste oeuvre. Het gezicht op Delfshaven is puur Hol lands, doch onderscheidt zich door de blijde, frisse kleur, het sterke groen en blauw. Hiervan uitgaan de, baart het geen verwondering meer, dat deze Nederlander zich aangetrokken moést voelen tot de atmosfeer van Frankrijk, waarin het licht domineert. In zijn im pressionistische periode brengt hij de kleur dik en soms onmiddellijk uit de tube geperst,'op het linnen; eerst later, nadat hij met Matisse in aanraking is gekomen, keert hij terug tot brede, gelijkmatige pen seelstreken en streeft hij naar een meer samenvattend geheel van grote, heldere kleurwaarden. AJs ras-schilder beleeft hij een inten se vreugde aan de kleur; zij zal behoren. Een galerij vol mensen trekt aan onze ogen voorbij: ge schminkte danseressen, cocottes, gezelschapsdames, naaisters, mon daine vrouwen, autoriteiten. In vele van de vrouwenportretten heeft hij een beeld van de zedelijke ontaar ding van onze tijd gegeven. Soms op luchthartige, dikwijls cynische, maar ook geniale wijze. Hij is een soort heidense lofprediker van de liefde en het vlees; onburgerlijk en openhartig ziet hij het naakt, een storm van zwoelheid en lusten. MAAR Van Dongen kan ook te der en ingetogen zijn, zoals in „La Madonna aux bras vides", of in „Meisje met beer". Treffend is altijd weer opnieuw de spontaneï teit, waarmede hy recht op het doel af en zonder een spoor van aarzeling te tonen de figuren in het vlak heeft geplaatst. Het is alsof hij met één oogopslag het model heeft doorgrond, het wezen afgetast, de meest karakteristieke eigenschap pen aangevoeld en toen met grote vastberadenheid heeft gehandeld. Deze kunst is niet zwaar of over laden, maar luchtig en eenvoudig, zonder mooidoenerij. Het enige schilderij, dat naar mijn smaak de toneert, is „Het vraagteken" ver moedelijk een symbolische voor stelling van de vrede. De schilder Onthutsende poëzie, gevoed door schuldbesef E?EN GROTE PRODUCTIVITEIT hoe imponerend deze soms ook Zv kan zijn is geen waarborg voor een groot dichterschap. Het poëtische oeuvre van S. Vestdijk b.v., wiens qualiteiten (die wij zeker niet onderschattenniet in de eerste plaats op het gebied van de poëzie liggen, bewijst'deze stelling. En met een handvol verzen is M. Vasalis een groot dichteres. Bij Gerrit Achterberg, wiens ongewone vruchtbaar heid na de oorlog een tiental dichtbundels opleverde, gaan productivi teit en grootheid echter hand in hand. Geen dichter is zo duidelijk alleen maar dichter als hij. Niet alleen dat hij nooit één regel proza heeft ge schreven zelfs zijn brieven zijn kort en aan critieken heeft hij zich nooit gewaagd de wijze, waarop hij het woord hanteert, het laadt met spanningen, het een dubbel-zinnig karakter geeft, is typisch dich terlijk. Hij leeft altijd naar het volgende vers toe; hij maakt soms zelfs de indruk uitsluitend te existeren om uit het leven (en de dood) poë tische munt te slaan. Nadat hij éénmaal zijn thema, of het thema hém hacl gevonden, is hij op zoek gegaan naar wegen om zijn onderwerp te verdiepen en over te brengen op alle processen die zich tussen hemel en aarde afspelen. Zijn thema bleek onuitputtelijk te zijn. is er niet uit kunnen komen, het blijft leeg. Hij heeft veel gereisd, in Marok ko, Spanje en later Egypte en ook van deze reizen is werk aanwezig. Als de aangebeden portretschilder van de Parijse uitgaande wereld vertoeft hij nog geregeld in Deau- ville en aan de Cöte d'Azur. De strandgezichten en ladnschappen zijn wijd en gedrenkt in een egaal licht. Het laatste doek „Parasols te Deauville" dateert van vorig jaar, een sluitstuk van deze expositie. m W mémd maar geen sluitstuk van v. Don gen's scheppingsdrift, die zich nog even vurig uit als in de aanvang, vijftig jaren geleden. Dat is geen geringe verdienste. Een dergelijke scheppende arbeid is ook niet iede re kunstenaar op 72-jarige leeftijd gegeven. Al met al een tentoonstelling, die men eigenlijk niet mag verzuimen te bezoeken. Zij is tot 10 Juli ge opend en wordt niet verlengd. Wie even gelegenheid heeft, gaat er heen. B. SCHMIDT. Concertleven nog geen muziekleven Wij zijn met ons concertleven op de grens van winter- en zomer seizoen, waartussen zó weinig adempauze is, dat wij nauwelijks tijds- afstand krijgen om te kunnen overzien en samen te vatten wat de winter gaf. Want reeds zijn wij toe aan nieuwe gebeurtenissen zoals het Holland- Festival en het eigenlyke Kurhaus-programma, culturele attracties die in de vacantiemaanden zich zullen voegen by het uitrusten, het genieten van de natuur, bij sport en vermaak. Deze culturele attracties worden gepresenteerd als 't ware op een blad, ingericht naar het „elck wat wils" en naar de beproefde krach ten en werken, met hier en daar wat nieuwigheid daartussen. Het winterseizoen had zijn hoogtepun ten in de beste concerten van or kesten, kamermuziekgezelschap pen en solisten. Het zomerseizoen heeft ditzelfde maar met luxueu zere surprises: het brengt bijvoor beeld uitvoeringen hier van wer ken van Mozart door de Weense Staatsopera. Het tot de beste en sembles der wereld te rekenen Alma Musica zal de gasten tot een ragfijne en adelyke kamermuziek brengen. Een nieuwe compositie, het Hooglied, van Bertus van Lier krygt een kans lussen dat wat reeds lang geestelijk bezit is in brede muzikale kringen. En h t is al haast een traditie dat elke zo mer een première brengt van de Engelse jonge componist Benjamin Britten, ditmaal zijn Spring-Sym phony. Van de twee pianisten die in het afgelopen seizoen voor "t eerst verras ten met hun oprechte kunst op Inter nationaal niveau, Hans Henkemans en dc 18-jarige Theo Bruins zal dc eer ste zich op ons presenteerblad bevin den. En het is goed en mooi dat men op overwegend commerciële grond-'-13 dit alles ons kan aanbieden want h.i ge tuigt ervan dat de vraag óók heen gaat naar dat wat cultuur en inhoud heeft. Men bereikt hierin dat wat op dit mo ment mogelijk is. Doch allerlei ver schijnselen wijzen erop dat dit Con certleven een beter, een gezonder or gaan zal worden in ons Muziekleven, waarbij het commerciële dat zich van zelfsprekend op het grootste aantal van een categorie van klanten en daarmee te weinig op dc vooruitgang kan in stellen. tevens minder primair zal wor den. Het is goed dat onze kunstenaars de schatbewaarders zijn van het voor treffelijkste dat ons cultureel verleden voortbracht en dat het daar tussen door met eigentijdse uitingen een kansje waagt, maar het zou beter zijn wanneer zij de dragers mochten zijn van een geestelijke bovenbouw der artistieke activiteit van het publiek dat wij dan liever „het volk" noemen. Niet een concertleven dat in principe op het presenteerblad van de weliswaar vaak goed willende zakenman wordt gedragen is het gezonde en gunstigste bce.d, maar dat van de top van een pyramide die organisch is verbonden met een actief-levende basis. Dit laatste beeld zie ik als perspectief waaraan wij met enig recht mogen geloven. Want de talrijke zich manifesterende strevingen en stromingen tot herstel der huls- en lekenmuzlek, van het ge meenschapszingen. van dc functie van het goede volkslied, zij wijzen erop dat het mooi bedoelde devies „Kunst aan het volk" zal worden „Kunst van het volk met haar bovenbouw". Wanneer wi) dankbaar zijn voor het velo schoons dat de winter bracht cn de zomer belooft moeten wij dit m.l. in deze geest bezien en de grootste aandacht besteden aan alles wat te maken heeft met een gezondmakende werking van de functie der kunst, van de verhouding presenteerblad-perspec tief en van de ovcrncid to v. het gees, telljk weizijn van ons volk. Het pre senteerblad moet poten krijgen: het moet geschraagd worden door de wil van een opgevoed en actief medevor- mend cn ondersteunend volk! Plet Möhrlnger Spaanse dwergdanseres (1912) hem zyn gehele verdere leven tot leiddraad dienen. Niet het onder werp wordt voor hem het belang rijkste, maar de voorstelling in haar geheel, de compositie, waarin de kleur bepalend is. FORS EN MARKANT borstelt hij nu zijn doeken, die snel achterelkaar ontstaan. Mistinguett en Max Dearly in de dans „La Valse Chaloupée" en „Het gele laarsje" zijn hiervan toonaangeven de voorbeelden. Of hij nu zigeu nerachtige beroepsmodellen of da mes uit de hoge kringen in de glans van haar met juwelen bedekte avondkleding schildert, dan wel naaktfiguren of scènes uit het cir cusleven cn de tingeltangels, altijd is daar de psychische kracht van zijn schildersdrift, die zich ontlaadt in een tuimeling van kleuren. Of schoon van Dongen nadrukkelijk aan lichte, heldere kleuren de voor keur geeft, krijgt deze helderheid nimmer dat volkomen atmosferi sche, waardoor de voorwerpen op de schilderijen der luministen wor den aangetast en tenslotte ver teerd. Evenmin houdt van Dongen zich aan de traditionele opvatting van het perspectief; eerder vat hij de figuren in sterke contouren of schildert hij, om de gestalten krachtiger naar voren te doen ko men, een achtergrond met con trasterende kleurwaarden. Hij zoekt voor alles het aesthetische doel, het bereiken van de pure, schilderkunstige schepping. Men moet zien hoe stevig hij zyn figuren ten voeten uit op het doek heeft vastgelegd. Er zijn oude bekenden onder, als dr. Rappoport en de reeds eerder tentoongestelde Comtesse de Noailles. maar ook nieuwe, waartoe de portretten van Anatole France, dr. Auguste Cas- sius en Markies Boni de Castellane fA/IE vervallen grootheid vV wil zien, ga naar Pa rijs: vroegere paleizen wor den als krotten bewoond huizen die in Nederland zelfs in de ergste woning nood gesloopt worden, zijn hier in Prijs het onderdak voor vele families totdat ze letterlijk in elkaar val len. Verf schijnt 'n schaars artikel te zijn: grauw en haveloos staat alles erbij, tot in de duurste wijken. Totdatde voorjaarszon schijnt. Dit is het wonder lijke, dat in deze grauwe armoe zoveel jeugdige charme, zoveel tinteling en eeuwige frisheid mogelijk is. In het voorjaar is het groen van de bomen nog werkelijk groen, de kastan jebomen en de meidoorns bloeien een maand eerder dan in ons vaderland, de Jardin du Luxembourg is als vanouds de verzamel plaats van studerende en minnende studenten en de jongens komen eind April al met hun fraaie zeilboot jes naar de waterbassins. De eerste Mei is niet in de eerste plaats de dag van de Arbeid, van de politiek, van de Gaulle en van de communisten, maar de eer ste lentedag: het feest der lelietjes-van-dalen, „fête du muguetMillioenen bloe metjes worden daarvan ieder jaar het geurend slachtoffer. Op 30 April breekt het losU wordt door de verkopers en ver koopsters aangeklampt, u krijgt te horen dat Beeldhouwer Fred Carasso vijftig jaar Vijftien jaar geleden vestigde zich te Amsterdam de Italiaanse beeldhouwer Frederlco Corosso. die vooral de aan dacht trok door zijn kleine plastieken. Op zijn twintigste ontvluchtte hij zijn geboorteland voor het opkomende fas cisme. Deze week Donderdag werd Carosso. die lid is van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers, vijftig Jaar. In Nederland maakte hij ook verschillende grotere werken, zoals een zanditencn vrouwenfiguur in het BeatrJxpark cn het grote betonnen herdenkingsbeeld ln het stadion te Amsterdam. Op het ogen blik werkt hij o a. aan een verzets- monument voor Philips te Eindhoven en aan een reeks vrije plastieken. MEN ZAL ZICH uit „Het proces" van Kafka herinneren, dat de hoofdfi guur Josef K. zich schuldig gevoelt, nog voor er van enige nader te definiëren schuld sprake is en dat hij de positie van verdachte als een natuurlijke on dergaat. Ook bij Achterberg is de cau saliteit als het ware omgekeerd. Nog voor cr van enig misdrijf sprake is. in zijn eerste bundel „AFVAART", ligt hii reeds voor het gericht; zijn schuld moet eigenlijk achteraf worden „gelegi timeerd" door een daad. Wordt hij door het volbrengen van die daad inderdaad schuldig, tegelijk wordt hem de moge lijkheid gegeven zich van die schuld te kwijten. Wat is er gebeurd? Aan het verbond tussen man en vrouw, hoe vol maakt het ook mag zijn, kleeft altijd de onvolkomenheid, die inhaerent is aan iedere menselijke verhouding. De dichter moge zich een ogenblik een blijvende unificatie verbeelden, na het woeden der extase vallen beide uit de kosmos terug, ieder op zijn eigen be staan. Tijd, ruimte, dood, blijken de onoverwinnelijke tegenstanders, tegen wie men altijd weer de nederlaag lijdt. Mag men In een liefdeservaring de eeuwigheid kunnen ondergaan in een tijdeloos moment, niemand is in staat dit moment te bestendigen. NU IS HET ACHTERBERG'S „KRANK ZINNIGHEID" de tijd te willen doen stilstaan, de sterfelijkheid te wil len opheffen. Met de dood van de ge liefde heeft de schuld zijn intrede ge daan, maar tegelijk de mogelijkheid het element van vergankelijkheid uit de verhouding te elimineren. Als het de dichter zou mogen lukken de ge liefde terug te roepen in het vers. waarin zijn eigen ceuwigheidsverlan- gen is neergeslagen en waarin verle den, heden en toekomst onscheidbaar ln elkaar schuiven, dan heeft hij ti1d en dood overwonnen. In een aantal gë- dlchten ziet men hem dan ook de tijd terugdraaien naar het moment der vereniging en tot een uit het leven ge lichte verabsoluteerde tijd maken. De schuldvraag speelt nu geen rol meer, omdat hij de geliefde ontwron gen heeft aan de dood en gestuwd in het levende organisme van een gedicht, waarin zij, als het vers werkelijk eeuwigheidswaarde heeft, niet meer kan sterven. Hij heeft haar en zij hem „eeuwigheid voor tijd" gegeven. Ach terberg wordt dus beheerst door dc machtswaan, zijn verhouding tot de geliefde (toen zij nog leefde) in de bloedslag van het vers voor altijd te herstellen: alleen zó kan hij wraak ne men op de dood en de worm van de tijd vernietigen. Hij zoekt naar een welhaast concrete ontmoeting. wat minder moeilijk is dan het schijnt, om dat haar wezen al het stoffelijke en geestelijke heeft doordrongen. De le venskracht, die zij eenmaal bezat, heeft zich meegedeeld aan het heelal; het is zijn opgave het woord met die kracht te laden. Liggen de geliefden in werke lijkheid verder uit elkaar dan oost en west. tegelijk zijn de bestanddelen der vrouw verwilderd tot de bereikbaar heid van gras en bloemen; zij is de humus geworden, die de ganse aarde vernieuwt. Zij is er ook anders. Zij rebelleert in zijn bloed cn zij schrijnt in zijn ge heugen. Dc stoel, waarop zij zat. de tafel die zij gereed maakte, zeggen weliswaar dat zij is heengegaan, maar sterker bevestigen zij haar tegenwoor digheid. Glanst zij nog niet ergens in de wateren die eens haar beeld weer kaatsten en keert zij niet terug in de spiegel, die dood stond na haar ver dwijnen; bloeit zij niet in zijn ogen en verschijnt zij niet achter dichte leden in zijn dromen? Op het netvlies van een willekeurige voorbijganger heeft een maal hanr beeld gerust; Achterberg rust niet, voor hij die passant terugvindt om haar aan hem te ontnemen. Haar lichaam is vergaan onder de zoden; in een uiterst „lichamelijke" poëzie deinst Achterberg cr niet voor terug gangen te boren naar dit graf om in zijn ont hutsende gedicht ook over het bederf te triomferen. Bij Achterberg's pogingen ook laatste muren te slechten, dringt zich weer de vergelijking met Kafka op. Evenmin als het Josef K. ooit lukt de hoogste rechter te bereiken, evenmin lukt het Achterberg veel meer te vin den dan schijngestalten. Moge het vers het bitterst en het meest zijn, wat de mens ls gegeven, het slaat geen water uit de rots. Het doet het altijd bijna. En als het het wonder zou bewerkstel ligen. zou het dat met betrekking tot de door: Ed. Hoornik Kraakbeen, met nuchti maker niet langer doen dan voor de duur van het gedicht. Zoals de dichter na het éénworden met de geliefde tij dens haar leven weer onderhorig werd aan de wetten van het bestaan, zo houdt, wanneer de krachttoer van het gedicht, waarmee hij die wetten loo- chenstraftc, ls verricht, de unificatie trouwens op; maar op datzelfde moment heeft hij ook iets toegevoegd aan die schep ping. waarvan hij hoopt dat het on-. sterfelijk zal zijn: het gedicht. Smeekte kennis vi Pygmalion, dat het door zijn handen gevormde beeld zou gaan leven. Achter berg gelooft, dat hij met het vers de geliefde ook het leven, althans bestand delen van dat leven heeft teruggeschon ken, waartegen de dood niets kan be ginnen. GERRIT ACH z^ciERG ttEB IK TOT HIERTOE GETRACHT n het thema van Achterberg's poèt. te benaderen, van die poëzie zelf h»h ik nog niets gezegd. Maar is iedere m tlcus niet gedoemd altijd om de poen," heen te praten, omdat ook in dit gev'i het woord niet bestaat, dat met hu? samenvalt, tenzij het zelf weer poen, zou worden. Heeft het zin naar aan leiding van het werk van Achterber. te spreken over de enorme spannin» waarmee de metaforen ln het kracht veld van het vers liggen, over de wil*, waarop deze magiër de taal tot has, uiterste mogelijkheden, experlmentc. rend nagaat, over zijn magistrale boel- den, over de nieuwe woordverbindln. gen. die als lyrische verstillingen het vers doen glanzen, bloedleeuworik hulstodertc. óloeigeluk. maar soms ook een vreemde beklemming teweeg bren- gen: aoodkhmaat. stad vermogen? Men behoeft slechts een van zijn bundek op te slaanJcn in de inhoud titels te lezen als Jf.V.. Dossier. Telefunken te begrijpen hoe h» realia, ze in het verband dwingend vin zijn gegeven, tot werke lijkheden »mt, waarin enkel de ziel de toon aidgeeft een werkwijze die trouwens kenmerkend is voor de ge hele mo dine poëzie van Nijhoff tot Lehmann Wie orö heeft om te horen, neme deze gedichten. Achterberg: Crypto- (A. A. M. Stols); Sphinx M. Slols); En Jezus schreef A Daamen's Uitgc- versMIj); Euridice (Het Spectrum): Eneae (C A. J. van Dishoeek). Concours Hendrik Jacobs: manifestatie van hedendaagse noolbouw Studenten, bloemen en prijzen in Parijs risten, in de dertiger jaren al niets meer; de kunste naars, vooral de schilders, verhuisden naar Montpar- nasse, maar ook dit quar- tier is thans zo dood als Montmartre, en het eeuwig jonge leven vindt u toch eigenlijk in het Quartier Latin alleen. Aan de grens daarvan vindt u ook de vroegere verzamelplaats van de existentialisten, Sartre voorop, nl. Café de Flore. Tegenwoordig kunt u er beter Amerikaans knau wen dan Frans zingen, rnaar^ het terras is genoeg lijk in de zon en 's nachts kunt u er tot twee uur te recht. Rassenvooroordelen zijn de Parijzenaar vreemd. Het percentage donkerbruin- en zwartgekleurdenvooral uit Noord-Afrika, is groot en velen studeren aan de al oude Sorbonne. Ook de kleine, elegante Anamieten en wat Hindoes in hun kleu rige dracht sieren het stadsbeeld. Het aantal bui tenlandse studenten is ove rigens gering: deviezen. Het universitair onderwijs is gratis, de studenten menen zelfs recht op betaling te hebben: zij werken im mers? En het leven is duur. er en goedkoper, schoenen voor heren, zijn onbetaal- minaer en veel duurder, baar, maar uw vrouw kan Vol is slecht, prachtige ka- voor weinig geld een aardig toen in overvloed. Grote en coquet hoedje kopen, en confectie stukken, vooral de weelde van dessins in stoffen moogt u uw vrouw niet laten voorbijgaan. En Parijs zou Parijs niet zijn. als de Parisienne u niet met de eenvoudigste mid delen een verrukkelijke élégance voortoverde. De stad. is verveloos, de Pari sienne niet; de krotten zijn vervallen, de Seine en de parken zijn eeuwig jong. L. Hornstra. Na jarenlang van de buitenwereld te land zijn belangrijke plaats in het internl vliegtuigen doorkruisen weer het luchtru zen weer over honderden kilometers raifcj dapest, Praag, Florence, Ziirich, Parijs, heinde en ver voeren ze violen, alten, celli derden affiches, prospecti en programme verspreid zijn, vermelden de bestemming venhage, concours Hendrik Jacobsz; coni tot 15 Juli 1949. Dat dit belangrijk kunslevcnement voor het eerst in Nederland wordt ge houden, heeft een diepere betekenis dan men mogelijk zou vermoeden. Immers, ons land heeft op het gebied van de vioolbouw van oudsher een In ternationale reputatie In de 17de en 18de eeuw hebben vioolbouwers als Cuijpers, Boumeoster Rornbouts. mar»r vooral Hendrik Jacoosz., naar wie dit concours is genoemd, werkstukken af geleverd die voor hun beroemde Ita liaanse tijdgenoten niet of nauwelijks onderdoen. Is het dan verwonderlijk, dat Juist in Nederland dit concours wordt georganiseerd om een inzicht ie krijgen op welk peil de moderne viool, bouw thans staat? De beide Internationale Jury's wacht een enorme taak, want niet minder dan 521 Instrumenten zullen gedurende 14 dagen de toets der crltlek moeten doorstaan. Hierbij wordt de grootst mo gelijke objectiviteit in acht genomen. De te beoordelen Instrumenten mi;en niet voorzien zijn van enig u ijk kenmerk waaruit de naam en hei land van herkomst van de bouwer vait op te maken. Ten tweede zullen de speeltui gen achter een scherm worden be speeld, opdat de juryleden op generlei wijze zouden kunnen worden beïn vloed. De bekroonde Instrumenten zul len tenslotte worden bespeeid op een concert te geven door Museum-Kamer orkest o.l.v. Dirk J. Balfoort. Rondom dit concours, dat de hoofd schotel vormt, groeperen zich nog ver schillende evenementen: een congres dat op 8, 9 en 10 Juni des avonds om 8 uur zal worden gehouden en waarbij verschillende experts hun zienswijze over actuele probiemen ter tafel bren gen. En op een grote tentoonstelling der Ingezonden Instrumenten in enige zalen van liet museum zullen daartoe de speeltuigen van 19 Juni tot 15 Juli op een sobere doch smaakvolle wijze wor den opgesteld, zodat de bezoeker ze van alle kanten kan bewonderen Zoals bekend, bezit het Haagse ge meentemuseum een belangrijke en veel- fgeslotcn herneemt Neder daal verkeer. Nederlandse 'n Nederlandse treinen ra it New York. Sydney, Bu- 'kholm en Londen, van contrabassen aan. De hon- [die over de gehele wereld 'meentemuseum van 's-Gra- én tentoonstelling, 4 Juni len, altviolen, contrabas violoncellen, in totaal 521 menten, staan in het gemeentemuseum opge- Er zijn inzendingen van beroemdste hedendaagse ouwers en van amateurs: eelnemers uit 19 landen. Nederland zelf zijn 58 in enten afkomstig. Alle n ze Ticee Cn ao iwvo- •n van het concours Hen~- Jacobsz, het concours van doinlernationale vioolbouw. O jronkelijk een denkbeeld vcde verzamelaar Ch. H. L. Sb, werd het door Dirk J. B ort met medewerking van dgering georganiseerd. Het gt niet alleen de internatio- tu vioolbouw een nieuwe sti- m tis, maar bovendien stelt 1u Jederland en in het bijzon dere ten onrechte in het bui- te nd nog zo weinig bekende, pAitig geoutilleerde, muziek- hirische afdeling van het Hase gemeentemuseum in het m elpunt van de internatio- belangstelling. V. i 1en J}c' TT~'T wordt goedkoper, de geluk van uw beminde (la- tl pTi)zm -akken. behal- n.hW.i °ECnj P°k, UWuge- ve van de hotelkamers, luk) verzekerd ls als u haar Maar „00r i 2s met een ruikertje van 20 d 30 cent aanbiedt. Zoveel rui kertjes, zoveel aanbidders. En de studentjes, die er ve le gekregen hebben, wan delen er uren mee over de Boulevard Michel. TJ ZT QUARTIER LATIN, -*-* op één na het oudste deel van Parijs, waar nu al zeven eeuwen gestudeerd en bemind wordt, heeft het glansrijk van de andere wijken gewonnen. Mont martre betekende, behalve voor de Amerikaanse toe tweeën kunt u een goede kamer met stromend koud en heet water krijgen. Broodmaaltijden zijn be trekkelijk duur, warme maaltijden voor Nederland se begrippen goedkoop: van f 1.50 tot 3.50 hebt u een voortreffelijke maaltijd, wijn en fooi inbegrepen. Maar u moet met enige volharding zoeken, anders betaalt u tien gulden of meer. Het prijspeil ligt heel anders dan in Nederland. Fijne lederwaren zijn fraai- op5 '*"^r door A. W. LIGTVOET wetenschappelijk assistent der muziekhistorische af deling van het gemeente museum te 's-Gravenhage al unieke verzameling muziekinstru menten. die zowel in binnen- als buiten land grote vermaardheid bezit. Doch heiaas ontbreken er enkele speeltuigen die van belang zijn. omdat ze een scha kel vormen in de ontwikkeling van het strijkinstrument. Deze lacune Is overi gens niet verwonderlijk, daar er slechts enkele authentieke exemplaren op dc wereld te vinden zijn. Bedoeld worden de rotta, crioth. fiedel, rebec en lira da braccio. Thans doet zich de gelegenheid voor deze instrumenten aan de verza meling toe te voegen. IN DE PALAIS DE BEAUX ARTS te Brussel is een belangrijke expositie geopend van „Kunstschatten uit de Duitse middeleeuwen" Er zijn schilde rijen. beeldhouwwerken cn religieuze voorwerpen bijeengebracht uit Han nover. Essen. Keulen, Dortmund, Ham burg en Lubeck. IN BELGRADO is een centrale Joego slavische filmotheek ingericht. Dit filmarchief beschikt over een belang rijke collectie uit de tijd van de stomme film, waaronder aile vroegere werken van Chaplin en verschillende Joegoslavische documentaires. In de collectie is ook aanwezig „Het Servi sche Golgotha", een authentiek docu ment over de eerste wereldoorlog in Servië. TOEN HENRI DIAMANT-BERGER bezig was met de verfilming van „La Mater- nelle". waarin tientallen kinderen voor de camera verschijnen, hield hij geen rekening met melktanden, die kinde ren nogal eens plegen te verliezen De film kon hij uiteraard niet in chrono logische volgorde opnemen en later bleek, dat verschillende beelden ge corrigeerd moesten worden of opnieuw van een andere gezichtshoek uit opge nomen, omdat een of ander belangrijk acteurtje in het eerste deel van de film een tand miste, die het in een latere scène wel bleek te hebben. IN PARIJS wordt van 27 Juni tot 3 Juli in do Malson dc L'Unesco het tweede internationale congres van kunst critici gehouden. van bren naar wel Al d het De erllngen van de vioolbouwers- scho e Brienz ln Zwitserland komen op d entoonstc'ihng met een groie lnzei ïg die dc gehele ontwikkeling strijkinstrument in beeld zal Het zijn „slechts" copieén jecldingen cn schilderijen, doch historische waarde bezitten zei speeltuigen blijven na afloop ndom van het museum. Bin® het kader van het streven om het R®se Gemeentemuseum te maken tot ei levend muzick-centrum, neemt deze incle manifestatie een belangrijkè plaatste, meer nog: het plaatst ons land vér eens ln het centrum van cul- tureieïelangstelllng. „Del dit kec'j. wijd periode! denis dil \ederen uit de lodenkampen (ieuwe Ste m" brengt ?en beschouwing, welke ge- aan een van de somberste van de littcratuurgeschie- wereld. Zij handelt over de liedererfcn gedichten, die ontstaan zijn in cl dodenkampen. JoscpnLeftwich wijdt er een bij drage aai cn wijst erop dat deze ge dichten 'oor een groot deel het ge halte va* volkspoëzie hebben, van balladen,zoals die onder het volk ontstaan, én vele ervan vertonen de echte volcsmentaliteit. Maar zelfs de slechtste Srvan. zo merkt hij op. zijn nog niet 40 erg als het gemiddelde van de stroom van slechte oorlogs poëzie. Men heeft er zich over ver wonderd, dat de gedichten en liede ren verspreid werden naar al de ghetto's en al de kampen. „Maar mis schien was dat toch niet vreemd. De Duitsers immers zonden voortdu rend mensen van het ene ghetto naar het andere en deze mensen brachten de liederen met zich mee. Deze ghetto's en kampen waren geen kleine plaatsen, het waren geen gevangenisgebouwen. Het waren ste den." Het ghetto van Warschau had een eigen tramnet, een eigen politie macht. eigen theaters, fabrieken en scholen. In de perioden tussen de exe cuties in ging in deze steden het le ven door. De mensen, hoe dan ook moesten leven en zij moesten hun behoeften, ook die van de geest zien te bevredigen. Er werden dan ook lezingen. toneelvoorstellingen en tentoonstellingen gehouden. „De lie deren uit de dodenkampen zullen ons lange tijd voorzien van stof voor onze gedichten, onze rouwliederen, onze klaagzangen, onze epiek, onze oden, onze drama's. Of deze littera tuur mettertijd een belangrijke bij drage tot de wereldlitteratuur zal vormen, valt nog.niet te zeggen. EEN EXPOSITIE van moderne Neder landse schilderkunst, ln totaal drie en zestig werken, maakt thans een tournee door Frankrijk. In Juli zal zij in Grenoble te zien zijn en ln Augustus te Salnt-Etienne.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 4