Kees van Dongen, schilder van
kleur en fel leven
De 9 Muzen
Herdenkingsten toonstelling in
mans
GERRIT ACHTERBERG
bevecht tijd, ruimte en dood
Muziek op een presenteerblad
Violen uit alle wenlddelen naar
Nederlaid
t Is lente langs de Seine
10 osi es
Zaterdag 4 Juni 1949
EEN HALVE EEUW SCHEPPENDE ARBEID
La Madonna aux
bras vides (1934)
Boy
HET is ongetwijfeld een uitstekende gedachte geweest van
de beheerders van het Museum Boymans om de Van
Dongen-tentoonstelling. welke onlangs werd ingericht door de
Galerie Charpentier te Parijs, naar Rotterdam, de geboortestad
van de schilder, over te brengen. Een zeventigtal schilderijen, in
overleg met de schilder op de tentoonstelling te Parijs uitgezocht,
kon, dank zij de grote bereidwilligheid van de verzamelaars, de
kern vormen van deze Rotterdamse tentoonstelling, dje nu onge
veer honderd doeken van de meester omvat. Verdere medewer
king werd verleend door het Musée National d'Art Moderne te
Parijs, door de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brus
sel en Antwerpen, door het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum
te Amsterdam en door vele particuliere verzamelaars.
ZO IS DAN een overzicht tot
stand gekomen van wat in on
geveer 50 jaren door Kees van
Dongen aan belangrijk werk is ge
wrocht en waarin duidelijk de ont
wikkeling cn de hoogtepunten zijn
waar te nemen. Hij behoort tot de
weinigen, die niet alleen kunstzin
nig, maar ook maatschappelijk, in
de volste betekenis, zijn geslaagd.
Reeds vele jaren, in het bijzonder
na de eerste wereldoorlog, wordt
hij algemeen erkend en bewon
derd, is hij de met opdrachten
overladen portrettist van de mon
daine cn demi-mondaine Parijse
wereld. En toch is ook voor hem
het begm heel moeilijk geweest.
Met 'n retourbiljet voor de feesten
van de 14e Juli m zijn zak, vertrok
hij in 1898 naar de lichtstad. Parijs
moet hem toen onweerstaanbaar
geboeid hebben, v/ant hij bleef er
en trachtte aan de kost te komen
door het ventenv met kranten en
het tekenen van portretten, die
hem slechts enkele „sous" opbrach
ten. Maar vijf jaren later begonnen
enkele kunsthandelaren zich voor
hem te interesseren. Van dat ogen
blik af rees zijn geluksster snel.
Aanvankelijk werkte hij te Pa
rijs, van Vuillard uitgaande, neo-
impressionistisch. Zijn vurig tem
perament trok hem naar de Fau-
ves, maar sterke, eigen inzichten
zorgden weldra voor een typi
sche, persoonlijke uiting, zeer ver
schillend wat de artistieke waarde
betreft. Van Dongen's grootste
kwaliteiten zijn: kleur en eenvoud.
De kracht van zijn kleur bespeurt
men al in het vroegste oeuvre. Het
gezicht op Delfshaven is puur Hol
lands, doch onderscheidt zich door
de blijde, frisse kleur, het sterke
groen en blauw. Hiervan uitgaan
de, baart het geen verwondering
meer, dat deze Nederlander zich
aangetrokken moést voelen tot de
atmosfeer van Frankrijk, waarin
het licht domineert. In zijn im
pressionistische periode brengt hij
de kleur dik en soms onmiddellijk
uit de tube geperst,'op het linnen;
eerst later, nadat hij met Matisse
in aanraking is gekomen, keert hij
terug tot brede, gelijkmatige pen
seelstreken en streeft hij naar een
meer samenvattend geheel van
grote, heldere kleurwaarden. AJs
ras-schilder beleeft hij een inten
se vreugde aan de kleur; zij zal
behoren. Een galerij vol mensen
trekt aan onze ogen voorbij: ge
schminkte danseressen, cocottes,
gezelschapsdames, naaisters, mon
daine vrouwen, autoriteiten. In vele
van de vrouwenportretten heeft hij
een beeld van de zedelijke ontaar
ding van onze tijd gegeven. Soms
op luchthartige, dikwijls cynische,
maar ook geniale wijze. Hij is een
soort heidense lofprediker van de
liefde en het vlees; onburgerlijk en
openhartig ziet hij het naakt, een
storm van zwoelheid en lusten.
MAAR Van Dongen kan ook te
der en ingetogen zijn, zoals in
„La Madonna aux bras vides", of
in „Meisje met beer". Treffend is
altijd weer opnieuw de spontaneï
teit, waarmede hy recht op het
doel af en zonder een spoor van
aarzeling te tonen de figuren in het
vlak heeft geplaatst. Het is alsof hij
met één oogopslag het model heeft
doorgrond, het wezen afgetast, de
meest karakteristieke eigenschap
pen aangevoeld en toen met grote
vastberadenheid heeft gehandeld.
Deze kunst is niet zwaar of over
laden, maar luchtig en eenvoudig,
zonder mooidoenerij. Het enige
schilderij, dat naar mijn smaak de
toneert, is „Het vraagteken" ver
moedelijk een symbolische voor
stelling van de vrede. De schilder
Onthutsende poëzie, gevoed door schuldbesef
E?EN GROTE PRODUCTIVITEIT hoe imponerend deze soms ook
Zv kan zijn is geen waarborg voor een groot dichterschap. Het
poëtische oeuvre van S. Vestdijk b.v., wiens qualiteiten (die wij zeker
niet onderschattenniet in de eerste plaats op het gebied van de poëzie
liggen, bewijst'deze stelling. En met een handvol verzen is M. Vasalis
een groot dichteres. Bij Gerrit Achterberg, wiens ongewone vruchtbaar
heid na de oorlog een tiental dichtbundels opleverde, gaan productivi
teit en grootheid echter hand in hand. Geen dichter is zo duidelijk alleen
maar dichter als hij. Niet alleen dat hij nooit één regel proza heeft ge
schreven zelfs zijn brieven zijn kort en aan critieken heeft hij zich
nooit gewaagd de wijze, waarop hij het woord hanteert, het laadt
met spanningen, het een dubbel-zinnig karakter geeft, is typisch dich
terlijk. Hij leeft altijd naar het volgende vers toe; hij maakt soms zelfs
de indruk uitsluitend te existeren om uit het leven (en de dood) poë
tische munt te slaan. Nadat hij éénmaal zijn thema, of het thema hém
hacl gevonden, is hij op zoek gegaan naar wegen om zijn onderwerp te
verdiepen en over te brengen op alle processen die zich tussen hemel en
aarde afspelen. Zijn thema bleek onuitputtelijk te zijn.
is er niet uit kunnen komen, het
blijft leeg.
Hij heeft veel gereisd, in Marok
ko, Spanje en later Egypte en ook
van deze reizen is werk aanwezig.
Als de aangebeden portretschilder
van de Parijse uitgaande wereld
vertoeft hij nog geregeld in Deau-
ville en aan de Cöte d'Azur. De
strandgezichten en ladnschappen
zijn wijd en gedrenkt in een egaal
licht. Het laatste doek „Parasols te
Deauville" dateert van vorig jaar,
een sluitstuk van deze expositie.
m W
mémd
maar geen sluitstuk van v. Don
gen's scheppingsdrift, die zich nog
even vurig uit als in de aanvang,
vijftig jaren geleden. Dat is geen
geringe verdienste. Een dergelijke
scheppende arbeid is ook niet iede
re kunstenaar op 72-jarige leeftijd
gegeven.
Al met al een tentoonstelling, die
men eigenlijk niet mag verzuimen
te bezoeken. Zij is tot 10 Juli ge
opend en wordt niet verlengd. Wie
even gelegenheid heeft, gaat er
heen. B. SCHMIDT.
Concertleven nog geen muziekleven
Wij zijn met ons concertleven op de grens van winter- en zomer
seizoen, waartussen zó weinig adempauze is, dat wij nauwelijks tijds-
afstand krijgen om te kunnen overzien en samen te vatten wat de winter
gaf. Want reeds zijn wij toe aan nieuwe gebeurtenissen zoals het Holland-
Festival en het eigenlyke Kurhaus-programma, culturele attracties die
in de vacantiemaanden zich zullen voegen by het uitrusten, het genieten
van de natuur, bij sport en vermaak.
Deze culturele attracties worden
gepresenteerd als 't ware op een
blad, ingericht naar het „elck wat
wils" en naar de beproefde krach
ten en werken, met hier en daar
wat nieuwigheid daartussen. Het
winterseizoen had zijn hoogtepun
ten in de beste concerten van or
kesten, kamermuziekgezelschap
pen en solisten. Het zomerseizoen
heeft ditzelfde maar met luxueu
zere surprises: het brengt bijvoor
beeld uitvoeringen hier van wer
ken van Mozart door de Weense
Staatsopera. Het tot de beste en
sembles der wereld te rekenen
Alma Musica zal de gasten tot een
ragfijne en adelyke kamermuziek
brengen. Een nieuwe compositie,
het Hooglied, van Bertus van Lier
krygt een kans lussen dat wat
reeds lang geestelijk bezit is in
brede muzikale kringen. En h t is
al haast een traditie dat elke zo
mer een première brengt van de
Engelse jonge componist Benjamin
Britten, ditmaal zijn Spring-Sym
phony.
Van de twee pianisten die in het
afgelopen seizoen voor "t eerst verras
ten met hun oprechte kunst op Inter
nationaal niveau, Hans Henkemans en
dc 18-jarige Theo Bruins zal dc eer
ste zich op ons presenteerblad bevin
den.
En het is goed en mooi dat men op
overwegend commerciële grond-'-13 dit
alles ons kan aanbieden want h.i ge
tuigt ervan dat de vraag óók heen gaat
naar dat wat cultuur en inhoud heeft.
Men bereikt hierin dat wat op dit mo
ment mogelijk is. Doch allerlei ver
schijnselen wijzen erop dat dit Con
certleven een beter, een gezonder or
gaan zal worden in ons Muziekleven,
waarbij het commerciële dat zich van
zelfsprekend op het grootste aantal van
een categorie van klanten en daarmee
te weinig op dc vooruitgang kan in
stellen. tevens minder primair zal wor
den. Het is goed dat onze kunstenaars
de schatbewaarders zijn van het voor
treffelijkste dat ons cultureel verleden
voortbracht en dat het daar tussen door
met eigentijdse uitingen een kansje
waagt, maar het zou beter zijn wanneer
zij de dragers mochten zijn van een
geestelijke bovenbouw der artistieke
activiteit van het publiek dat wij dan
liever „het volk" noemen.
Niet een concertleven dat in principe
op het presenteerblad van de weliswaar
vaak goed willende zakenman wordt
gedragen is het gezonde en gunstigste
bce.d, maar dat van de top van een
pyramide die organisch is verbonden
met een actief-levende basis. Dit laatste
beeld zie ik als perspectief waaraan
wij met enig recht mogen geloven.
Want de talrijke zich manifesterende
strevingen en stromingen tot herstel
der huls- en lekenmuzlek, van het ge
meenschapszingen. van dc functie van
het goede volkslied, zij wijzen erop
dat het mooi bedoelde devies „Kunst
aan het volk" zal worden „Kunst van
het volk met haar bovenbouw".
Wanneer wi) dankbaar zijn voor het
velo schoons dat de winter bracht cn
de zomer belooft moeten wij dit m.l.
in deze geest bezien en de grootste
aandacht besteden aan alles wat te
maken heeft met een gezondmakende
werking van de functie der kunst, van
de verhouding presenteerblad-perspec
tief en van de ovcrncid to v. het gees,
telljk weizijn van ons volk. Het pre
senteerblad moet poten krijgen: het
moet geschraagd worden door de wil
van een opgevoed en actief medevor-
mend cn ondersteunend volk!
Plet Möhrlnger
Spaanse dwergdanseres (1912)
hem zyn gehele verdere leven tot
leiddraad dienen. Niet het onder
werp wordt voor hem het belang
rijkste, maar de voorstelling in
haar geheel, de compositie, waarin
de kleur bepalend is.
FORS EN MARKANT borstelt
hij nu zijn doeken, die snel
achterelkaar ontstaan. Mistinguett
en Max Dearly in de dans „La
Valse Chaloupée" en „Het gele
laarsje" zijn hiervan toonaangeven
de voorbeelden. Of hij nu zigeu
nerachtige beroepsmodellen of da
mes uit de hoge kringen in de glans
van haar met juwelen bedekte
avondkleding schildert, dan wel
naaktfiguren of scènes uit het cir
cusleven cn de tingeltangels, altijd
is daar de psychische kracht van
zijn schildersdrift, die zich ontlaadt
in een tuimeling van kleuren. Of
schoon van Dongen nadrukkelijk
aan lichte, heldere kleuren de voor
keur geeft, krijgt deze helderheid
nimmer dat volkomen atmosferi
sche, waardoor de voorwerpen op
de schilderijen der luministen wor
den aangetast en tenslotte ver
teerd. Evenmin houdt van Dongen
zich aan de traditionele opvatting
van het perspectief; eerder vat hij
de figuren in sterke contouren of
schildert hij, om de gestalten
krachtiger naar voren te doen ko
men, een achtergrond met con
trasterende kleurwaarden. Hij
zoekt voor alles het aesthetische
doel, het bereiken van de pure,
schilderkunstige schepping.
Men moet zien hoe stevig hij
zyn figuren ten voeten uit op het
doek heeft vastgelegd. Er zijn oude
bekenden onder, als dr. Rappoport
en de reeds eerder tentoongestelde
Comtesse de Noailles. maar ook
nieuwe, waartoe de portretten van
Anatole France, dr. Auguste Cas-
sius en Markies Boni de Castellane
fA/IE vervallen grootheid
vV wil zien, ga naar Pa
rijs: vroegere paleizen wor
den als krotten bewoond
huizen die in Nederland
zelfs in de ergste woning
nood gesloopt worden, zijn
hier in Prijs het onderdak
voor vele families totdat
ze letterlijk in elkaar val
len. Verf schijnt 'n schaars
artikel te zijn: grauw en
haveloos staat alles erbij,
tot in de duurste wijken.
Totdatde voorjaarszon
schijnt. Dit is het wonder
lijke, dat in deze grauwe
armoe zoveel jeugdige
charme, zoveel tinteling en
eeuwige frisheid mogelijk
is. In het voorjaar is het
groen van de bomen nog
werkelijk groen, de kastan
jebomen en de meidoorns
bloeien een maand eerder
dan in ons vaderland, de
Jardin du Luxembourg is
als vanouds de verzamel
plaats van studerende en
minnende studenten en de
jongens komen eind April
al met hun fraaie zeilboot
jes naar de waterbassins.
De eerste Mei is niet in
de eerste plaats de dag van
de Arbeid, van de politiek,
van de Gaulle en van de
communisten, maar de eer
ste lentedag: het feest der
lelietjes-van-dalen, „fête du
muguetMillioenen bloe
metjes worden daarvan
ieder jaar het geurend
slachtoffer. Op 30 April
breekt het losU wordt
door de verkopers en ver
koopsters aangeklampt,
u krijgt te horen dat
Beeldhouwer Fred Carasso
vijftig jaar
Vijftien jaar geleden vestigde zich te
Amsterdam de Italiaanse beeldhouwer
Frederlco Corosso. die vooral de aan
dacht trok door zijn kleine plastieken.
Op zijn twintigste ontvluchtte hij zijn
geboorteland voor het opkomende fas
cisme. Deze week Donderdag werd
Carosso. die lid is van de Nederlandse
Kring van Beeldhouwers, vijftig Jaar. In
Nederland maakte hij ook verschillende
grotere werken, zoals een zanditencn
vrouwenfiguur in het BeatrJxpark cn
het grote betonnen herdenkingsbeeld ln
het stadion te Amsterdam. Op het ogen
blik werkt hij o a. aan een verzets-
monument voor Philips te Eindhoven en
aan een reeks vrije plastieken.
MEN ZAL ZICH uit „Het proces" van
Kafka herinneren, dat de hoofdfi
guur Josef K. zich schuldig gevoelt, nog
voor er van enige nader te definiëren
schuld sprake is en dat hij de positie
van verdachte als een natuurlijke on
dergaat. Ook bij Achterberg is de cau
saliteit als het ware omgekeerd. Nog
voor cr van enig misdrijf sprake is. in
zijn eerste bundel „AFVAART", ligt hii
reeds voor het gericht; zijn schuld
moet eigenlijk achteraf worden „gelegi
timeerd" door een daad. Wordt hij door
het volbrengen van die daad inderdaad
schuldig, tegelijk wordt hem de moge
lijkheid gegeven zich van die schuld te
kwijten. Wat is er gebeurd? Aan het
verbond tussen man en vrouw, hoe vol
maakt het ook mag zijn, kleeft altijd
de onvolkomenheid, die inhaerent is
aan iedere menselijke verhouding. De
dichter moge zich een ogenblik een
blijvende unificatie verbeelden, na het
woeden der extase vallen beide uit de
kosmos terug, ieder op zijn eigen be
staan. Tijd, ruimte, dood, blijken de
onoverwinnelijke tegenstanders, tegen
wie men altijd weer de nederlaag lijdt.
Mag men In een liefdeservaring de
eeuwigheid kunnen ondergaan in een
tijdeloos moment, niemand is in staat
dit moment te bestendigen.
NU IS HET ACHTERBERG'S „KRANK
ZINNIGHEID" de tijd te willen
doen stilstaan, de sterfelijkheid te wil
len opheffen. Met de dood van de ge
liefde heeft de schuld zijn intrede ge
daan, maar tegelijk de mogelijkheid
het element van vergankelijkheid uit
de verhouding te elimineren. Als het
de dichter zou mogen lukken de ge
liefde terug te roepen in het vers.
waarin zijn eigen ceuwigheidsverlan-
gen is neergeslagen en waarin verle
den, heden en toekomst onscheidbaar
ln elkaar schuiven, dan heeft hij ti1d
en dood overwonnen. In een aantal gë-
dlchten ziet men hem dan ook de tijd
terugdraaien naar het moment der
vereniging en tot een uit het leven ge
lichte verabsoluteerde tijd maken.
De schuldvraag speelt nu geen rol
meer, omdat hij de geliefde ontwron
gen heeft aan de dood en gestuwd in
het levende organisme van een gedicht,
waarin zij, als het vers werkelijk
eeuwigheidswaarde heeft, niet meer
kan sterven. Hij heeft haar en zij hem
„eeuwigheid voor tijd" gegeven. Ach
terberg wordt dus beheerst door dc
machtswaan, zijn verhouding tot de
geliefde (toen zij nog leefde) in de
bloedslag van het vers voor altijd te
herstellen: alleen zó kan hij wraak ne
men op de dood en de worm van de
tijd vernietigen. Hij zoekt naar een
welhaast concrete ontmoeting. wat
minder moeilijk is dan het schijnt, om
dat haar wezen al het stoffelijke en
geestelijke heeft doordrongen. De le
venskracht, die zij eenmaal bezat, heeft
zich meegedeeld aan het heelal; het is
zijn opgave het woord met die kracht
te laden. Liggen de geliefden in werke
lijkheid verder uit elkaar dan oost en
west. tegelijk zijn de bestanddelen der
vrouw verwilderd tot de bereikbaar
heid van gras en bloemen; zij is de
humus geworden, die de ganse aarde
vernieuwt.
Zij is er ook anders. Zij rebelleert
in zijn bloed cn zij schrijnt in zijn ge
heugen. Dc stoel, waarop zij zat. de
tafel die zij gereed maakte, zeggen
weliswaar dat zij is heengegaan, maar
sterker bevestigen zij haar tegenwoor
digheid. Glanst zij nog niet ergens in
de wateren die eens haar beeld weer
kaatsten en keert zij niet terug in de
spiegel, die dood stond na haar ver
dwijnen; bloeit zij niet in zijn ogen en
verschijnt zij niet achter dichte leden
in zijn dromen? Op het netvlies van een
willekeurige voorbijganger heeft een
maal hanr beeld gerust; Achterberg rust
niet, voor hij die passant terugvindt om
haar aan hem te ontnemen. Haar
lichaam is vergaan onder de zoden; in
een uiterst „lichamelijke" poëzie deinst
Achterberg cr niet voor terug gangen
te boren naar dit graf om in zijn ont
hutsende gedicht ook over het bederf
te triomferen.
Bij Achterberg's pogingen ook
laatste muren te slechten, dringt zich
weer de vergelijking met Kafka op.
Evenmin als het Josef K. ooit lukt de
hoogste rechter te bereiken, evenmin
lukt het Achterberg veel meer te vin
den dan schijngestalten. Moge het vers
het bitterst en het meest zijn, wat de
mens ls gegeven, het slaat geen water
uit de rots. Het doet het altijd bijna.
En als het het wonder zou bewerkstel
ligen. zou het dat met betrekking tot de
door:
Ed. Hoornik
Kraakbeen,
met nuchti
maker niet langer doen dan voor de
duur van het gedicht. Zoals de dichter
na het éénworden met de geliefde tij
dens haar leven weer onderhorig werd
aan de wetten van het bestaan, zo
houdt, wanneer de krachttoer van het
gedicht, waarmee hij die wetten loo-
chenstraftc, ls verricht, de unificatie trouwens
op; maar op datzelfde moment heeft
hij ook iets toegevoegd aan die schep
ping. waarvan hij hoopt dat het on-.
sterfelijk zal zijn: het gedicht. Smeekte kennis vi
Pygmalion, dat het door zijn handen
gevormde beeld zou gaan leven. Achter
berg gelooft, dat hij met het vers de
geliefde ook het leven, althans bestand
delen van dat leven heeft teruggeschon
ken, waartegen de dood niets kan be
ginnen.
GERRIT ACH z^ciERG
ttEB IK TOT HIERTOE GETRACHT
n het thema van Achterberg's poèt.
te benaderen, van die poëzie zelf h»h
ik nog niets gezegd. Maar is iedere m
tlcus niet gedoemd altijd om de poen,"
heen te praten, omdat ook in dit gev'i
het woord niet bestaat, dat met hu?
samenvalt, tenzij het zelf weer poen,
zou worden. Heeft het zin naar aan
leiding van het werk van Achterber.
te spreken over de enorme spannin»
waarmee de metaforen ln het kracht
veld van het vers liggen, over de wil*,
waarop deze magiër de taal tot has,
uiterste mogelijkheden, experlmentc.
rend nagaat, over zijn magistrale boel-
den, over de nieuwe woordverbindln.
gen. die als lyrische verstillingen het
vers doen glanzen, bloedleeuworik
hulstodertc. óloeigeluk. maar soms ook
een vreemde beklemming teweeg bren-
gen: aoodkhmaat. stad vermogen? Men
behoeft slechts een van zijn bundek
op te slaanJcn in de inhoud titels te
lezen als Jf.V.. Dossier. Telefunken
te begrijpen hoe h»
realia, ze in het verband
dwingend vin zijn gegeven, tot werke
lijkheden »mt, waarin enkel de ziel
de toon aidgeeft een werkwijze die
trouwens kenmerkend is voor de ge
hele mo dine poëzie van Nijhoff tot
Lehmann
Wie orö heeft om te horen, neme
deze gedichten.
Achterberg: Crypto-
(A. A. M. Stols); Sphinx
M. Slols); En Jezus schreef
A Daamen's Uitgc-
versMIj); Euridice (Het Spectrum):
Eneae (C A. J. van Dishoeek).
Concours Hendrik Jacobs: manifestatie
van hedendaagse noolbouw
Studenten, bloemen en prijzen in Parijs
risten, in de dertiger jaren
al niets meer; de kunste
naars, vooral de schilders,
verhuisden naar Montpar-
nasse, maar ook dit quar-
tier is thans zo dood als
Montmartre, en het eeuwig
jonge leven vindt u toch
eigenlijk in het Quartier
Latin alleen. Aan de grens
daarvan vindt u ook de
vroegere verzamelplaats
van de existentialisten,
Sartre voorop, nl. Café de
Flore. Tegenwoordig kunt u
er beter Amerikaans knau
wen dan Frans zingen,
rnaar^ het terras is genoeg
lijk in de zon en 's nachts
kunt u er tot twee uur te
recht.
Rassenvooroordelen zijn
de Parijzenaar vreemd. Het
percentage donkerbruin- en
zwartgekleurdenvooral uit
Noord-Afrika, is groot en
velen studeren aan de al
oude Sorbonne. Ook de
kleine, elegante Anamieten
en wat Hindoes in hun kleu
rige dracht sieren het
stadsbeeld. Het aantal bui
tenlandse studenten is ove
rigens gering: deviezen. Het
universitair onderwijs is
gratis, de studenten menen
zelfs recht op betaling te
hebben: zij werken im
mers? En het leven is duur.
er en goedkoper, schoenen voor heren, zijn onbetaal-
minaer en veel duurder, baar, maar uw vrouw kan
Vol is slecht, prachtige ka- voor weinig geld een aardig
toen in overvloed. Grote en coquet hoedje kopen, en
confectie stukken, vooral de weelde van dessins in
stoffen moogt u uw vrouw
niet laten voorbijgaan. En
Parijs zou Parijs niet zijn.
als de Parisienne u niet
met de eenvoudigste mid
delen een verrukkelijke
élégance voortoverde. De
stad. is verveloos, de Pari
sienne niet; de krotten zijn
vervallen, de Seine en de
parken zijn eeuwig jong.
L. Hornstra.
Na jarenlang van de buitenwereld te
land zijn belangrijke plaats in het internl
vliegtuigen doorkruisen weer het luchtru
zen weer over honderden kilometers raifcj
dapest, Praag, Florence, Ziirich, Parijs,
heinde en ver voeren ze violen, alten, celli
derden affiches, prospecti en programme
verspreid zijn, vermelden de bestemming
venhage, concours Hendrik Jacobsz; coni
tot 15 Juli 1949.
Dat dit belangrijk kunslevcnement
voor het eerst in Nederland wordt ge
houden, heeft een diepere betekenis dan
men mogelijk zou vermoeden.
Immers, ons land heeft op het gebied
van de vioolbouw van oudsher een In
ternationale reputatie In de 17de en
18de eeuw hebben vioolbouwers als
Cuijpers, Boumeoster Rornbouts. mar»r
vooral Hendrik Jacoosz., naar wie dit
concours is genoemd, werkstukken af
geleverd die voor hun beroemde Ita
liaanse tijdgenoten niet of nauwelijks
onderdoen. Is het dan verwonderlijk,
dat Juist in Nederland dit concours
wordt georganiseerd om een inzicht ie
krijgen op welk peil de moderne viool,
bouw thans staat?
De beide Internationale Jury's wacht
een enorme taak, want niet minder
dan 521 Instrumenten zullen gedurende
14 dagen de toets der crltlek moeten
doorstaan. Hierbij wordt de grootst mo
gelijke objectiviteit in acht genomen.
De te beoordelen Instrumenten mi;en
niet voorzien zijn van enig u ijk
kenmerk waaruit de naam en hei land
van herkomst van de bouwer vait op te
maken. Ten tweede zullen de speeltui
gen achter een scherm worden be
speeld, opdat de juryleden op generlei
wijze zouden kunnen worden beïn
vloed. De bekroonde Instrumenten zul
len tenslotte worden bespeeid op een
concert te geven door Museum-Kamer
orkest o.l.v. Dirk J. Balfoort.
Rondom dit concours, dat de hoofd
schotel vormt, groeperen zich nog ver
schillende evenementen: een congres
dat op 8, 9 en 10 Juni des avonds om 8
uur zal worden gehouden en waarbij
verschillende experts hun zienswijze
over actuele probiemen ter tafel bren
gen. En op een grote tentoonstelling der
Ingezonden Instrumenten in enige zalen
van liet museum zullen daartoe de
speeltuigen van 19 Juni tot 15 Juli op
een sobere doch smaakvolle wijze wor
den opgesteld, zodat de bezoeker ze
van alle kanten kan bewonderen
Zoals bekend, bezit het Haagse ge
meentemuseum een belangrijke en veel-
fgeslotcn herneemt Neder
daal verkeer. Nederlandse
'n Nederlandse treinen ra
it New York. Sydney, Bu-
'kholm en Londen, van
contrabassen aan. De hon-
[die over de gehele wereld
'meentemuseum van 's-Gra-
én tentoonstelling, 4 Juni
len, altviolen, contrabas
violoncellen, in totaal 521
menten, staan in het
gemeentemuseum opge-
Er zijn inzendingen van
beroemdste hedendaagse
ouwers en van amateurs:
eelnemers uit 19 landen.
Nederland zelf zijn 58 in
enten afkomstig. Alle
n ze Ticee Cn ao iwvo-
•n van het concours Hen~-
Jacobsz, het concours van
doinlernationale vioolbouw.
O jronkelijk een denkbeeld
vcde verzamelaar Ch. H. L.
Sb, werd het door Dirk J.
B ort met medewerking van
dgering georganiseerd. Het
gt niet alleen de internatio-
tu vioolbouw een nieuwe sti-
m tis, maar bovendien stelt
1u Jederland en in het bijzon
dere ten onrechte in het bui-
te nd nog zo weinig bekende,
pAitig geoutilleerde, muziek-
hirische afdeling van het
Hase gemeentemuseum in het
m elpunt van de internatio-
belangstelling.
V.
i 1en J}c' TT~'T wordt goedkoper, de
geluk van uw beminde (la- tl pTi)zm -akken. behal-
n.hW.i °ECnj P°k, UWuge- ve van de hotelkamers,
luk) verzekerd ls als u haar Maar „00r i 2s met
een ruikertje van 20 d 30
cent aanbiedt. Zoveel rui
kertjes, zoveel aanbidders.
En de studentjes, die er ve
le gekregen hebben, wan
delen er uren mee over de
Boulevard Michel.
TJ ZT QUARTIER LATIN,
-*-* op één na het oudste
deel van Parijs, waar nu al
zeven eeuwen gestudeerd
en bemind wordt, heeft het
glansrijk van de andere
wijken gewonnen. Mont
martre betekende, behalve
voor de Amerikaanse toe
tweeën kunt u een goede
kamer met stromend koud
en heet water krijgen.
Broodmaaltijden zijn be
trekkelijk duur, warme
maaltijden voor Nederland
se begrippen goedkoop:
van f 1.50 tot 3.50 hebt u
een voortreffelijke maaltijd,
wijn en fooi inbegrepen.
Maar u moet met enige
volharding zoeken, anders
betaalt u tien gulden of
meer. Het prijspeil ligt heel
anders dan in Nederland.
Fijne lederwaren zijn fraai-
op5
'*"^r
door
A. W. LIGTVOET
wetenschappelijk assistent
der muziekhistorische af
deling van het gemeente
museum te 's-Gravenhage
al unieke verzameling muziekinstru
menten. die zowel in binnen- als buiten
land grote vermaardheid bezit. Doch
heiaas ontbreken er enkele speeltuigen
die van belang zijn. omdat ze een scha
kel vormen in de ontwikkeling van het
strijkinstrument. Deze lacune Is overi
gens niet verwonderlijk, daar er slechts
enkele authentieke exemplaren op dc
wereld te vinden zijn. Bedoeld worden
de rotta, crioth. fiedel, rebec en lira da
braccio. Thans doet zich de gelegenheid
voor deze instrumenten aan de verza
meling toe te voegen.
IN DE PALAIS DE BEAUX ARTS te
Brussel is een belangrijke expositie
geopend van „Kunstschatten uit de
Duitse middeleeuwen" Er zijn schilde
rijen. beeldhouwwerken cn religieuze
voorwerpen bijeengebracht uit Han
nover. Essen. Keulen, Dortmund, Ham
burg en Lubeck.
IN BELGRADO is een centrale Joego
slavische filmotheek ingericht. Dit
filmarchief beschikt over een belang
rijke collectie uit de tijd van de
stomme film, waaronder aile vroegere
werken van Chaplin en verschillende
Joegoslavische documentaires. In de
collectie is ook aanwezig „Het Servi
sche Golgotha", een authentiek docu
ment over de eerste wereldoorlog in
Servië.
TOEN HENRI DIAMANT-BERGER bezig
was met de verfilming van „La Mater-
nelle". waarin tientallen kinderen voor
de camera verschijnen, hield hij geen
rekening met melktanden, die kinde
ren nogal eens plegen te verliezen De
film kon hij uiteraard niet in chrono
logische volgorde opnemen en later
bleek, dat verschillende beelden ge
corrigeerd moesten worden of opnieuw
van een andere gezichtshoek uit opge
nomen, omdat een of ander belangrijk
acteurtje in het eerste deel van de
film een tand miste, die het in een
latere scène wel bleek te hebben.
IN PARIJS wordt van 27 Juni tot 3 Juli
in do Malson dc L'Unesco het tweede
internationale congres van kunst
critici gehouden.
van
bren
naar
wel
Al d
het
De erllngen van de vioolbouwers-
scho e Brienz ln Zwitserland komen
op d entoonstc'ihng met een groie
lnzei ïg die dc gehele ontwikkeling
strijkinstrument in beeld zal
Het zijn „slechts" copieén
jecldingen cn schilderijen, doch
historische waarde bezitten zei
speeltuigen blijven na afloop
ndom van het museum.
Bin® het kader van het streven om
het R®se Gemeentemuseum te maken
tot ei levend muzick-centrum, neemt
deze incle manifestatie een belangrijkè
plaatste, meer nog: het plaatst ons
land vér eens ln het centrum van cul-
tureieïelangstelllng.
„Del
dit kec'j.
wijd
periode!
denis dil
\ederen uit de
lodenkampen
(ieuwe Ste m" brengt
?en beschouwing, welke ge-
aan een van de somberste
van de littcratuurgeschie-
wereld. Zij handelt over de
liedererfcn gedichten, die ontstaan
zijn in cl dodenkampen.
JoscpnLeftwich wijdt er een bij
drage aai cn wijst erop dat deze ge
dichten 'oor een groot deel het ge
halte va* volkspoëzie hebben, van
balladen,zoals die onder het volk
ontstaan, én vele ervan vertonen de
echte volcsmentaliteit. Maar zelfs de
slechtste Srvan. zo merkt hij op. zijn
nog niet 40 erg als het gemiddelde
van de stroom van slechte oorlogs
poëzie. Men heeft er zich over ver
wonderd, dat de gedichten en liede
ren verspreid werden naar al de
ghetto's en al de kampen. „Maar mis
schien was dat toch niet vreemd. De
Duitsers immers zonden voortdu
rend mensen van het ene ghetto naar
het andere en deze mensen brachten
de liederen met zich mee.
Deze ghetto's en kampen waren
geen kleine plaatsen, het waren geen
gevangenisgebouwen. Het waren ste
den." Het ghetto van Warschau had
een eigen tramnet, een eigen politie
macht. eigen theaters, fabrieken en
scholen. In de perioden tussen de exe
cuties in ging in deze steden het le
ven door. De mensen, hoe dan ook
moesten leven en zij moesten hun
behoeften, ook die van de geest zien
te bevredigen. Er werden dan ook
lezingen. toneelvoorstellingen en
tentoonstellingen gehouden. „De lie
deren uit de dodenkampen zullen
ons lange tijd voorzien van stof voor
onze gedichten, onze rouwliederen,
onze klaagzangen, onze epiek, onze
oden, onze drama's. Of deze littera
tuur mettertijd een belangrijke bij
drage tot de wereldlitteratuur zal
vormen, valt nog.niet te zeggen.
EEN EXPOSITIE van moderne Neder
landse schilderkunst, ln totaal drie en
zestig werken, maakt thans een
tournee door Frankrijk. In Juli zal
zij in Grenoble te zien zijn en ln
Augustus te Salnt-Etienne.