Iminister d. j. de geer had geen
vertrouwen in doorvechten
Vervalsers en gangsters
aan het werk
SOBER RELAAS VAN EEN DRAMATISCHE
GEBEURTENIS: DE KONINGIN NAAR LONDEN
Hij drong aan op onderhandelingen
over vrede met Duitsland
Parlementaire Enquête
brengt nieuw licht
Regeringsbeleid werd verzwakt
door De Geers pessimisme
Zaterdag 4 Juni 1949
Toen de Nederlandse Regering in de Meidagen van 1940 - om precies te zijn op 14 Mei -
Londen arr.veerde, grng van haar geen krach tige en zelfbewuste leiding uit. Zoals de Parlemen-
Itaire Enquete-Comm.ss.e m haar slotbeschouw. ng van het tweede deel van haar verslag zegt',
Idroeg het Kab.net tot op zekere hoogte het stempel van zijn formateur, de heer De Geer. De moei
lijkheden, die de Mm.ster-Pres.dent had met de door de oorlog ontstane situatie, werden daar
door de moeilijkheden van het gehele Kab.net. Dni wreekte zich in bijzondere mate bij de bepa-
I ling van het pol.treke beleid in verband met de verdere oorlogvoering. De heer De Geer had per
soonlijk geen vertrouwen m de afloop van de oor og en was steeds geneigd om een weg open te
houden voor toenadering tot Duitsland, welk land hij als de toekomstige overwinnaar van de
wereldoorlog zag. Reeds op 14 Me., toen een communiqué moest worden samenqesteld in ver-
band met het vertrek der Regering naar Londen, bleek de heer De Geer zeer moeilijk te krijgen tot
cc„ communique waarin du.delqk werd gesproken van het doorvechten van Nederland, in het
bijzonder met betrekking tot Zeeland, dat bij de capitulatie door generaal Winkelman uitdrukke-
lijk daarvan was uitgesloten.
Het gebrek aan vertrovven bij de heer De Geer, kwam bijzonder sterk
tot uiting in de rede, wtkc hy op 20 Mei 1940 voor de B.B.C. tot het
Nederlandse volk hield. I3 heer Gerbrandy heeft zelfs beweerd, dat het
de heer De Geer met allrlel listen was gelukt om met deze, door ztfn
ambtgenoten niet goedgeeurde rede voor de microfoon te komen. In
deze rede werd in feite It Nederlandse volk aangemaand om zo goed
mogelijk met de Duitse au-ritelten samen te werken en zy maakte vooral
In Engeland een buitengev»on slechte indruk. De Commissie wyst er op,
dat hierin geen defaitisme \n (]0 heer De Geer behoeft te worden gezien,
omdat hij nog geheel leefd in de sfeer van de door rechtsvoorschriften
beheerste oorlopoering erheen begrip bleek te hebben voor de wjjze
waarop het nationaal-soeiairae oorlog voerde. Doch zU acht het on
juist, dat de heer De Geeren dergelijke belangrijke redevoering hield
zonder tevoren overleg te heien gepleegd met het Kabinet.
Terug naar Holland gen
uitdrukkelijke wens er
regering
Illustratief is wat do heePelt,
het hoofd \an de Nederlandseoor-
lichtingsdienst te Londen, yde-
deelde. Hy vergezelde de het De
Geer naar de BBC en vroeg' hij
onderweg de tekst van tte retnog
even mocht zien. De Mimstefre.
sident antwoordde daarop, da hij
slechts één tekst hij zich had die
zelf nog wilde doorlezen voort hU
baar uitsprak. By de BBC aanko
men haalde de heer De Geer er,
tot verbazing van de heer Pel-en
tweede tekst uit zyn binnenzajm
die ter hand te stellen aan d.g.
„Switch censor", die overigen-let
ingreep, omdat zijn censuur ;cn
betrekking had op mededelen
over de militaire oorlogvoering
Vooral na de capitulatie vaiet
Franse leger was de heer De er
zeer pessimistisch aangaandde
vooruitzichten van de Geallieon
en op 17 Juni 1940 bracht hij fs
de gedachte in de Ministerraaan
met Duitsland in onderhandelde
treden, langs een omweg, oveUe
mogelijkheid van een vrede. Doci-
formaties van minister Van H-
•>-.0 bij de Engelse Minister n
Buitenlandse Zaken kon dit plaiï-
torpedeerd worden, doch reeds ol
Juli d.a.v. kwam de heer De »r
opnieuw voor de dag met een r-
stel om via Stockholm contacte
zoeken met Duitsland voor het i-
tcn van vrede. In het Kabinet km
Minister Van Kleffens daar sk
tegen op en de andere ministers-:
derschreven over het algemeen n
standpunt. Op 22 Juli zag jhrie
Geer vredesmogelykheden in d»p
19 Juli gehouden rede van HitleS
stelde voor om buiten de En^e
legering om contact te zoeken et
Duitsland en de Regering vanlt
land te doen weten, dat de Ner-
landse regering bereid was omen
deputatie af te vaardigen naarct
Continent teneinde te spreken er
de mogelijkheid van vredesonr-
handellngen. Daarbij stelde hij lfs
de portefeuille-kwestieals heta-
binet niet meeging met zijn dk-
beeld zou hij om ontslag verzoen.
Enige dagen later legde hij ch
echter neer bjj oen besluit om iet
zonder overleg met Engelan. in
deze kwestie te handelen. Op de
portefeuille-kwestie werd niet rug
gekomen.
De door de Commissie gehirde
oud-ministers hebben allen 'er-
klaard, dat zij deze plannen vi de
heer De Geer scherp hebben btre
den, vooral, omdat zij in strij.wa-
ren met de solidariteit, die bolge-
nootschappelijke verhoudinge nu
eenmaal eisen.
In deze tyd was ook in di-ussio
geweest een plan om de zet van
de gehele regering naar Iriö te
verplaatsen. Behalve de teren
Jhr. D. J. DE GEER
Gerbrandy niet de
aangewezen min
Toen de heer De Geer op 3
September 1940 zijn ontsUj nod
gevraagd als minister-pro'ident
27i de Koningin de heer Ger
brandy opdroeg om een nieuw
kabinet te vormen, iocs het
geenszins zo, dat de van ature
aangewezen man uit het kibinet
met deze taak werd belas'. Van
de Londense ministers was er zo
blijkt uit de ondervraging door
de Parlementaire Enquête-Com
missie, niet één, die door de
aanwijzing van de heer Ger
brandy als kabinetsformateur
niet verrast was. Ook de heer
Gerbrandy zelf verklaarde, dat
hij er niet over mijmerde om
minister-president te worden.
Hij is begonnen met te weigeren
en heeft na overleg met de col
lega's, die pressie op hem uit
oefenden, gezegd: het moet.
De enige autoriteit, die hem
wel de geschikte f iguur voor het
niinister-jyresidentschap vond,
was de heer Beelaerts van Blok
land, de vice-president van de
Raad van State, die de Konin
gin op haar verzoek had verge
zeld naar Engeland. Deze uit
spraak kan nauwelijks verwon
dering baren, omdat de enige
adviseur van de Koningin voor
deze gelegenheid de heer Bee
laerts van Blokland was, nu de
Voorzitters der Kamers en de
voorzitters der Kamerfracties
in bezet Nederland vertoefden.
Generaal H. G. WINKELMAN
Albarda, Bolkestein en Van den
Tempel waren alle ministers het
daarmee eens, doch met het oog op
de gezondheidstoestand van de Ko
ningin werd het besluit niet uitge
voerd. Ten slotte werd het resultaat,
ook na gedachtcnwisselLng met de
Gouverneur-Generaal, dat de rege
ring in Londen zou blijven, maar dat
de ministers Van Kleffens en Weiter
zich voor korte tijd voor overleg
naar Indië zouden begeven, hetgeen
ln het voorjaar van 1941 ook is ge
schied.
Doch toen was de heer De Geer
al reeds niet meer minister-presi
dent. Op 3 September had hij de
Koningin ontslag gevraagd uit zijn
functie, nadat in het midden van
Augustus in het kabinet nogal wat
critiek was geweest op zijn voorne
men om in Zwitserland enige weken
vacantie te houden. Dit brengt in
herinnering, dat de heer De Geer na
zyn optreden als minister-president
in 1939, onmiddellijk na de over
dracht van de ministerportefeuilles,
met vacantie naar het buitenland
was vertrokken ondanks de drei
gende internationale toestand. Dit
onmiddellijk met vacantiegaan en
dan nog wel naar Duitsland heeft
destijds een vreemde indruk gewekt,
zowel in den lande als by de andere
ministers. Destijds werden als ver
zachtende omstandigheden aange
voerd, de hoge leeftijd van de heer
De Geer 70 jaar en de inspan
ning van het afgelopen parlemen
taire jaar.
Kan de Commissie, gezien de grote
activiteit van de heer De Geer ln
die tijd, erkennen, dat enige rust
voor de Minister-President dringend
nodig was, do wijze waarop de heer
De Geer meende die in die omstan-
Prof. P. S. GERBRANDY
iigheden te moeten verkrijgen,
komt ook de Commissie enigszins
.•reemd voor. Nog afgezien van het
vrij ongelukkig gekozen vacantie-
verblyf, Duitsland, is het feit, dat
',e heer De Geer na zijn terugkomst
iog enige dagen in Beekhuizen
'iceft doorgebracht, aangezien zyn
luis in Den Haag nog niet in ge
reedheid was, moeijijk aanvaard
baar te achten. Hierdoor bleef hy in
leze uitermate gespannen interna
tionale toestand nog langer bulten
het centrum van de Regering ver
toeven en konden moeilijkheden, als
lader in het volgende hoofdstuk
worden beschreven, rijzen.
De Commissie wil niet nalaten er
Uians reeds op te wijzen, dat deze
houding van de heer De Geer symp
tomatisch mag heten voor het later,
zowel voor hem zelf als voor het
landsbelang zo noodlottig gebleken
onvermogen zich aan te passen aan
niet met zijn denkbeelden strokende
internationale verhoudingen. Daar
door heeft do heer Do Geer by her
haling do consequenties van gedra
gingen als deze onderschat.
Na het aftreden van de heer De
Geer als minister-president en het
optreden van de heer Gerbrandy als
zodanig volgde al spoedig zyn aan
vraag om een Portugees visum voor
doorreis naar Zwitserland. Het tus
senbeide komen van de regering
heeft het verlenen van dat visum
verhinderd, waarover dc heer De
Geer zich op bittere toon heeft be
klaagd. Ten slotte werd een oplos
sing bereikt door de heer De Geer
te belasten met een speciale rege-
rings-opdracht naar Nederlands-In_
dlë, waarheen hij zich vla Portugal
cn de Verenigde Staten zou bege
ven.
Nu volgen de feiten elkaar snel
op. Op 5 November begeeft de heer
De Geer zich per vliegtuig naar Lis_
sabon, maar op 26 November deelt
hy de regering mede, dat hij graag
naar Nederland terug wil keren. Op
30 November herinnert de regering
ln een telegram de heer De Geer 1
aan zyn Indische opdracht en maakt
ernstig bezwaar tegen zyn gaan
naar Nederland. Op 8 December
wordt de gezant te Lissabon tele
grafisch ingeschakeld, die de vol
gende dag antwoordt, dat de heer
De Geer zich nog in zyn hotel be
vindt. In een daarop aansluitende
brief geeft de gezant van ernstige
bezorgdheid blylc omtrent de plan
nen van dc heer De Geer.
Op 12 December waarschuwt de
Ministerraad nogmaals de heer De
Geer dat een terugkeer naar Neder
land zou geschieden tegen de wens
van de regering. Op 7 Januari 1941
schrijft de heer De Geer naar Lon
den, dat hy niet kan inzien, dat ho
gere belangen zich verzetten tegen
zijn terugkeer naar Nederland. Deze
brief wordt in de ministerraad van
17 Januari behandeld, maar de brief
tot welks verzending dan besloten
wordt, gaat pas op 31 Januari uit
en heeft de heer De Geer niet meer
bereikt, omdat hij intussen zijn
voornemen had uitgevoerd en op 4
February naar Nederland was te
ruggekeerd.
De commissie geeft toe dat, toen
eenmaal de heer De Geer het plan
gemaakt had om naar Nederland
terug te keren, door corresponden
tie weinig meer bereikt kon worden
doch het heeft haar getroffen dat
het kabinet niet een of meer minis
ters naar Lissabon heeft afgevaar
digd ten einde de heer De Geer van
zijn noodlottig voornemen af te hou
den. Zij is van oordeel, dat het kabi
net niet alles gedaan heeft wat mo
gelijk was en dat zij de mogelijk
heid van de terugkeer van de heer
Do Geer naar Nederland als een
vraagstuk van de hoogste importan
tie had behoren te behandelen.
Opnieuw heeft de Parlementaire Enquête-Commissie licht ge
bracht in een deel van het Regerings-beleid 19401915 waarvan
het onderzoek, onder leiding van mr. L. Donker, door haar wordt
verricht. Het nu juist verschenen tweede gedeelte van haar ver-j
slag omvat 262 folio pagina's, aangevuld met 328 pagina's bij
lagen. waaronder zeer belangwekkende, terwijl in een apart deel
van 685 folio-pagina's de stenogrammen van de verhoren zijn op
genomen. Deze lopen van 17 Februari 1948 tot cn met 9 Februari
1949. In dat jaar werden 90 verhoren afgenomen, terwijl op de
laatste dag de Duitse oorlogsmisdadiger Kauter werd ondervraagd,
hoewel zonder succes.
Dc punten, welke in dit deel van het verslag van de Enquête
commissie aan dc orde komen, zijn: het besluit tot het overbren
gen van de Rcgeringszetel naar het buitenland, de opvattingen van
Kabinet en Ministers ten aanzien van de voortzetting van dc oor
log, het aftreden van jhr. mr. D. J. de Geer als Minister-president
en zijn terugkeer naar Nederland, nadat hij zich met een Rege
ringsopdracht voor een onderzoek in Neaerlands-Indië naar Lis
sabon had begeven om vandaar over te steken naar Amerika en
vervolgens naar zijn bestemming te reizen.
Op deze pagina's publiceren wij uit dit deel van het verslag de
voornaamste punten, waarbij bijzonder de aandacht valt op de
houding van de heer De Geer vóór cn na de oorlog cn op zijn
terugkeer naar Nederland, op het z-g. Vcnlo-incident. bij welks
behandeling de Enquête-Commissie een doortrapt staal van Duitse
vervalsing ontmaskert, op het bombardement van Rotterdam en
de daarmede samenhangende capitulatie van Nederland. Ook op
de wijze waarop de gezagsovcrdracht aan Generaal Winr.clman is
geschied en dc sfeer waarin het vertrek van het Kabinet naar
Londen plaats vond wordt op deze pagina nader ingegaan.
Dure democratie
JN het prospectus
•an dc Lands-
drukkerij by de verschijning van
het tweede deel van het rapport
van de Parlementaire Enquête
Commissie lezen wij, dat van het
eerste deel vijfduizend exemplaren
zijn verkocht. Een bewijs, volgens
het prospectus en volgens ons, van
de belangstelling voor deze uitgave.
Men bedenke hierby, dat de prys van
de beide tot dusverre verschenen
delen vyftien gulden per stuk be
draagt.
Ongetwyfeld vele malen de vijf
duizend Nederlanders, die zich het
eerste deel aanschaften, zouden dit
ook hebben gedaan, indien voor hen
de prijs geen onoverkomeiyk be
zwaar was geweest, want wanneer
men ooit, zoals dat heet, boekenjin
ieders hand heeft gewenst, dan ze
ker deze uitgaven.
Wy wagen de veronderstelling,
dat juist in naam der democratio
een goedkopere uitgave met over
heidssteun. desnoods op kranten
papier gedrukt tegen een prys, dio
een fractie was geweest van dc
huidige prys, gerechtvaardigd zou
zyn geweest.
Duidciyker dan zoals de zaken nu
liggen, waro nauwelyks het bewys
te leveren geweest, dat toegang tot
de vruchten onzer democratie soms
economische bezwaren in de weg
staan.
Nog geen mening over de
figuur Van 't Sant
De enquête-commissie heeft zich
ook bezig gehouden met de figuur
van de voormalige Haagse hoofd
commissaris, de heer F. van 't Sant,
die zich bij het gezelschap bevond,
dat dc Koningin naar Engeland be
geleidde. Hij trad in de eerste Lon-
dense tijd op als particulier secreta
ris van H.M. en er waren geruchten
in omloop, dat hy misbruik van zijn
vertrouwensfunctie zou hebben ge
maakt, o.a. door inlichtingen te ver
strekken aan de Engelse regering, in
wier dienst hy ook reeds vroeger
zou hebben gestaan. De commissie
heeft geen bevestiging hiervan kun
nen vinden, doch behoudt zich haar
definitieve mening nog voor.
Koningin Wilhelmina naakt over haar klein
kind, dat juist in 'n pantserauto tvordt gedragen
voor een veilig vervoer naar een havenplaats
Verklaring van een dode gefabriceerd
28 dagen na zijn overlijden
Toen de Duitse horden op 10 Mei 1940 Nederland binnen gevallen waren
zonder waarschuwing vooraf, Is do Duitse regering toch nog wel zo
goed geweest om achteraf door haar gezant ln Den Haag een korte ver-
klaring te laten geven cn om aan de Nederlandse gezant in Berlijn een
uitvoerig memorandum te verstrekken, waarin de noodzaak van do be
zetting van Nederland door Duitsland breedvoerig wordt ontvouwd. In
dit memorandum wordt de Nederlandse regering er van beschuldigd, dat
zy de neutraliteit niet heeft gehandhaafd, want dat haar geheime dienst
samen spande met de Engelse geheime dienst om ln Duitsland een revo
lutie te ontketenen en dat Engelse en Franse officieren Nederlandse
vliegvelden hebben geïnspecteerd en op uitbreiding daarvan hebben aan
gedrongen.
IJzeren kruisen voor de
vervalsers
Op 13 Mei 1940 te ongeveer 10
uur vertrok een stoet van enige
auto s van het paleis Noordeinde in
Den Haag In de eerste auto's be
vond zich de Koningin, naast haar
jhr. De Jonge van Éllemeet en op
de twee strapontins de heer Phaff
Hoge Wal in Den Haag naar IJmui-
den vertrokken. Dat geschiedde
Zondagavond om 7 uur toen het
nog klaar licht was. Het gezelschap,
dat het zich binnen in de wagen,
,X7.. u 11 1 i_ .j waarin het pikdonker was, op stro
Wij herinneren ons ongetwijfeld nog welk een verslagenheid gemakkelijk moest maken, bestond
Prinselijk Gezin in pantserauto
naar IJmuiden
en de ordonnans-officier jhr. Van Jiet bericht onder de Nederlandse bevolking teweeg bracht, dat uit: het prinselijk gezin, freule
dSl uitVvinP<aw" Verd1erv,maakturn Koningin Wilhelmina op 13 Mei 1940 naar Enqeland was ver- Feith de gouvernante mevr. Roëll
aeei uit van het gezelschap ]hr. r c met haar kmd, de heer en mevr. De
Beelaerts van Blokland, jhr. Van trokken. Van deze dramatische gebeurtenis geeft het verslag van Vos van steenwijk cn de heer Van
Tets van Goudriaan, mej. Van Rhijn de Parlementaire Enquête Commissie dit op getuigenverklaringen Holthe. Voor cn achter werd de
steunende uiterst sobere relaas.
geen
wagen geëscorteerd door een wagen
mariniers en matrozen. Er is geen
directe aanval op de stoet gedaan,
al moest de reis telkens onderbro
ken worden. Omstreeks 11 uur
kwam het gezelschap aan in IJmui
den, waar een Engelse torpedojager
van Alkemade en de heer Van
't Sant, die plaats hadden genomen
in de tweede auto. ««MmMMBimtH^rwiinniiinfflfiniiiiiiiii'iiimii'i
De heren De Jonge van Ellemeet,
men. Daa'r me^l^enbUklekS smgen"m| "uUeteVhj^Testem- gereed lag, welke onmiddellijk ver-
was, dat er eeen oaïachuHsten zou- daar stonden kwamen Duitse vlieg- ming Breskens, toen er een radio- tr<^;
den VSlfr l i 5 n! i tuieen over, waaruit een bom ge- bericht kwam, dat Breskens blyk- By de verhoren omtrent deze ge-
die waren sameneesUoomd en wofpen werd, welke neerkwam aan baar al door de Duitsers was uiige- beurtenissen, is gebleken dat de
Sterkten wat 7151 er de achterkant van de loods, waar- kozen om er bommen op neer te Regering met het vertrek van de
ondrneht tegen zn beschutting hadden ge- gooien. Als gevolg van een bespre- Koningin nauwelijks en met het
tte handen Sn de hïftSrte moest zocht. Er gebeurde gelukkig echter king met de Koningin werd het be- vertrek van het prinselijk gezin in
staan Fr S.,., hoogte moest z 5 s s]uit genomen 2ich nu onmiddellt]k het geheel geen bemoeienis heelt
Sn Sr volgde een wach Lto mèt Dc tocht zeil was zeer gevaar, naar Engeland te begeven. In de gchad. Zij spreekt als haar mening
een miteSifleSr Dit milStefr escmfe lijk, aangezien de reis door een mij- late namiddag kwam het schip te uit, dat coördinatie van Jiet beleid
xmirauieur. uit militair escorre .t;_ aan waar »»pn pvtra trpin van het Kabinet en dat van het
Dit document heeft betrekking op
het z.g. Venlo-incident, dat dank zij
de volharding van de Enquête-com
missie volledig is opgehelderd en
ons een duidelijk beeld geeft van dc
methoden, die door de Duitse natio-
naal-socialisten werden toegepast.
Het Venlo-incident dateert van No_
vember 1939 en werd in de bladen
van 10 November van dat jaar ver
meld als een onopgehelderd voorval
j aan de Duitse grens, waar by Ble-
riek een aantal personen geweldda
dig over de Duitse grens werden ge
voerd, onder wie zich ook een Ne
derlands officier zou hebben bevon.
den.
In het ln April 1940 door de Ne
derlandse regering gepubliceerde
Oranje-boek staat te lezen, dat op 9
November 1939 een personen-auto
stil hield by het café Backus, gele
gen op Nederlands grondgebied op
geringe afstand van de Duitse
grens. In deze auto bevonden zich
majoor Stevens en kapitein Payne
Best van de Engelse Intelligence
Service, de Nederlandse luitenant
Klop en de Nederlandse chauffeur
Lemmens. Genoemde personen wer
den overvallen door een aantal lie
den, die voor het Duitse douane
kantoor stonden te wachten en het
vuur op hen openden. Zij werden ge
welddadig over de Duitse grens ge
voerd naar een wachtende auto,
waarby luitenant Klop gewond over
de Duitse grens werd gesleept. Het
gehele voorval speelde zich zo snel
af, dat de Nederlandse grenswacht
niet tydig kon ingrüpen. De Duitse
regering heeft op verzoeken en ver
togen van de Nederlandse regering
naar aanleiding van dit feit nooit
antwoord gegeven. Dit is te meer
verwonderiyk, omdat het „bewys-
stuk" by het memorandum reeds
toen haar voldoende aanleiding had
kunnen zyn om de Nederlandse re
gering in gebreke te stellen wat be
treft de naleving der neutraliteit.
Dit bewijsstuk luidt in Nederlandse
vertaling als volgt:
„Ry'kspolitieburcau Düsseldorf
Düsseldorf 9.11.1939.
Om 17.50 u. werd de eerste lui
tenant van het Nederlandse leger
Dirk Klop geïdentificeerd door
het Nederlandse paspoort nr.
074911, uitgereikt te 's-Graven-
hage op 3.5.1934 in de uitruk-
kamer opgezocht.
In verband met de belangrijk
heid van zyn gedurende de rit van
de grens (Niederdorfftot aan
het bureau gedane uitlatingen,
werd hy ondanks zyn toestand
in tegenwoordigheid van een
dokter ter zake verhoord en be
kende het volgende:
,.Het is juist, dat ik geen En
gelsman ben en dat ik niet Cop
per heet.
De op mij gevonden stukken
zyn myn werkelijk Nederlands
paspoort en myn Nederlandse mi
litaire papieren.
Ik ben de eerste luitenant Dirk
Klop van de Nederlandse Gene
rale Staf.
Ik heb deelgenomen aan de be
sprekingen, die de met my gevan
gen Engelsen voerden met Duitse
officieren.
Ik ben persoonlijk geen vijand
nenveld ging waarvan de positie in Harwich aan, waar een extra trein van het Kabinet en dat van het
mandant \teif de vesting Holland" Hoek van Holland toen nog niet be- klaar stond. Te ongeveer 8 uur arri- Koninklijk Huis in deze van uit
geregeld Tijdens de tocht naar kend was. Een officier van de Ma- veerde het hoge gezelschap m Lon- staatsrechtelijk oogpunt
Hoek van Ho land hehhen zteheeen rine-reserve heeft toen het oom- den, waar de Engelse koning en grootste belang ware ge
incidenten voor^edatnis mando. gekregen yan^deEngetee koningin, prinses Juliana en prins aanz.en^van ^Konrngin md be-
van het
Hoek'van Holland hehherUich ceen 'rine-reserve heeft toen het com- den, waar de Engelse koning en grootste belang ware geweest; ten
incidenten vMrgedlan Slechte is mando gekregen van de Engelse koningin, prinses Juliana en prins aanzien van de Koningin met be-
een paar keer de t^spronkehjke jager. Intussen had men telefonisch Bernhard met een of twee kinderen trekking,tot Haar Pjpoon.en.de
Kggd en SSSTSSHZ gSSÖK %tt p^iezin was.de dag ^2$
Te Hoek van Holland aange- men „tuil speed" door het mijnen- tevoren in een
komen, bleek er een torpedojager te veld gegaan is. Er is verder met ge>
gepantserde auto het prinselijk gezin voor wat betreft
van de Nederlandse Bank van de de voortzetting van de dynastie.
De Engelse Torpedojager Con-
rington, die het Prinselijk gezin
op 12 Mei 1940 van IJmuiden
naar Engeland bracht
van de Duitsers, ik heb zelf fami
lieleden in Duitsland, ik heb uit
dlenstoverweglngen de besprekin
gen bygewoond en heb uitsluitend
gehandeld op bevel van boven af.
Ik heb nauwkeurig kennis gekre
gen van de rcvolutleplannen der
Duitse officieren door mijn voort
gezette deelneming aan de bespre
kingen en moest nlerovcr in op
dracht voortdurend rapport ma
ken.
Het Is my bekend dat mUn onmld-
deliyke meerderen, evenals ik,
sceptisch staan tegenover de mo
gelijkheid om deze revolutie-plan
nen door te voeren, maar biyk-
baar in het belang van de over
eenkomsten en afspraken van do
Nederlandse Generale Staf met de
Engelse Generale Staf hiormeo
voortgingen.
Wanneer mij herhaaldeiyk ge
vraagd wordt of zulke besprekin
gen hebben plaats gevonden kan
ik hierover met myn kennis van
zaken slechts zeggen dat dit het
geval geweest is En ik kan het
weten, omdat ik zelf als officier
van de Nederlandse Inlichtingen
dienst als toegevoegd officier by
een Generale Staf-bespreking
tussen Engeland en België in
Brussel was. Op de vraag of de
besprekingen tussen de Generale
Staven van Nederland en Enge
land reeds eerder werden gehou
den moet ik met ja antwoorden.
Op de vraag naar de inhoud van
de besprekingen kan ik geen be
scheid geven, omdat ik er niet on-
middellHk aan heb deel genomen."
(Opmerking: Klop verzoekt het
verhoor af te breken omdat hy
wegens tijdeiyke lichaamszwakte
niet meer ln staat Is om het te
volgen. De in de kamer aanwezige
arts ondersteunt dit verzoek).
Hardop gedicteerd, goedgekeurd
en ondertekend:
w.g. D. Klop
g.w.o. w.g. dr. Hasselbacher
Deze gehele verklaring is een ver
valsing, omdat na omstandige on
derzoekingen gebleken is en door
het raadplegen van in Bcriyn ge
vonden bescneiden, dat Klop, nadat
hy door het hoofd geschoten was
niet meer bij bewustzijn is geweest
en enige minuten na de aankomst
in het ziekenhuis in Düsseldorf is
overleden. Bovendien blykt uit het
verslag van de Enquête-commissid
onomstoteiyk, dat deze verklaring
is gefabriceerd byna een maand na
het overiyden van Klop en mea
heeft zelfs de vellen papier gevon
den waarop geoefend is om de hand
tekening van Klop na te maken.
De Enquête-commissie produceert
een document waaruit blijkt, dat do
lieden die deze gewelddadigheid en
de daarop aansluitende vervalsing
hebben gepresteerd daarvoor be
loond zyn met het ilzeren kruis eer
ste en tweede klasse. Zy hadden, zo
kunnen wy in het desbetreffende
briefje van Himmler aan Hitier
lezen, de taak om bestaande verbin
dingen op zodanige wyze te gebrui
ken, dat het bewijs kon worden ge
leverd, voor de voortgezette neutra-
liteitsschendlng door Holland ten
gunste van Engeland. „Die gestellto
schwierige Aufgabe ist von den
Führern und Mannern mit vollcm
Erfolg unter ganzem Einsatz ihrer
Persönlichkeit gelost worden", be
sluit Himmler vol trots over de ge
slaagde schurkenstreek.
De Enquête-commissie uit de ver
onderstelling, dat slechts de hoog
ste chefs Hitler, Himmler, Heidrich
en misschien nog een enkele andere
hiervan op de hoogte zyn geweest.