Drie dichteressen 'n Onderscheiding verleend, maar niet van harte Onderwijsfilm moet zich richten op L.O. als geheel D VOORBEELDIG BESLUIT Daarom weigerde Anna Blaman de Van der Hoogtprijs „Rubens" film in dienst de Kunstbeschouwing van Eigen productie van films door N. O.F. is onjuist Droom van Frans beeldhouwer na 21 jaar verwezenlijkt 4 Maandag 27 Juni 1949 E Commissie voor de Schone Letteren, die jaarlijks de met de Van der Hoogt-prijs te bekronen candidaat aan het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Let terkunde voordraagt, heeft meer dan eens vreemde bokkesprongen gemaakt. Welhaast iedere bekro ning heeft het nodige stof doen op waaien, nu eens veroorzaakt door de bekroonde, dan weer door de vergadering, soms door 't bestuur, vaak ook door de critiek. Dit jaar was de keuze op Anna Blaman ge vallen en wel voor haar boek „Eenzaam Avontuur", in dit blad uitvoerig door Victor E. van Vries land besproken. Terecht merkte de jury in haar rapport op, dat geen andere roman van Anna Blaman's generatie-ge noten ook maar bij benadering een dergelijke maat van talent en im portantie vertoont. Het was de door: E. Hoornik kleinst mogelij ke meerderheid uit de jury van 5 leden, die de ze waarderen de woorden sprak; de twee andere leden waren ten scherpste tegen 'n bekroning gekant. Het ene (protestantse) lid had ethische be zwaren, een ander lid sprak over een psychiatrisch verslag. We zouden dus kunnen zeggen, dat vier leden van de jury een aesthetisch oordeel over het betref fende boek gaven. Van dit viertal waren er drie voor het uitreiken va de onderscheiding, maar. ook dit drietal ging aa.i het beknibbe len. Zij rapporteerden geaarzeld te hebben alvorens te besluiten. Want ook zij zagen wel enig bezwaar „in de op de spits gedreven eenzijdig heid van het door Anna Blaman gestelde probleem." Ook zij meng den dus hun aesthetische beoorde ling met een min of meer ethisch element. Waarom nu weigerde Anna Bla man de prijs te aanvaarden? Als kunstenaresse voelde zij zich ver plicht de buiten-litteraire normen, die het advies van de jury in be langrijke mate bepaalden, af te wijzen. De consequentie van die afwijzing was de weigering der onderscheiding. MET DIT BESLUIT wens ik Anna Blaman geluk, haar daad is voorbeeldig op een ogenr blik, dat een kantonrechter en een waarnemend burgemeester menen als kunst-rechter te kunnen optre den. In Rotterdam werd de kunst dupe van de verkiezingen en moes ten twaalf Van Dongens het mu seum uit; in Tilburg werd het be kende boek van D. H. Lawrence „De eerste Lady Chatterley", in de vertaling van Jo Boer, in beslag genomen. Wij komen hier terecht op het oude thema kunst en pornografie, dat al heel wat pennen in beweging heeft gebracht en dat toch werke lijk niet zo ingewikkeld is. Een kunstwerk kan nooit pornografie zijn. Pornografie heeft altijd een bijbedoeling; zij doet een appèl op buiten-aesthetische waarden; zij il lustreert; zij heeft een tendenz; zij houdt zich op in een sfeer, waarin de nieuwsgierigheid ontwaakt. Al deze dingen doet een werke lijk kunstwerk nooit. De gedichten van Baudelaire niet, die eenmaal als pornografie worden veroordeeld, noch Flaubert's beroemde „Mada me Bovary", dat thans in alle krin gen niet alleen wordt getolereerd, maar ook bewonderd. In al deze en ook in het recente geval werd het kunstwerk beoordeeld volgens criteria, die niet die der kunst ziin. Daarom juichen wij het principiële besluit van Anna Blaman toe. Over de hoofden van de Commis sie van Schone Letteren en de Maatschappij der Nederlandse Let terkunde, richt zij zich tot de cri tiek en bezweert haar de ontwikke ling van de Nederlandse litteratuur niet te belemmeren en te beknot ten door het aanleggen van onzui vere maatstaven. KMA wordt 14 Juli a.s. heropend BREDA. De Koninklijke Mili taire Academie te Breda zal op Don derdag 14 Juli a.s. plechtig worden heropend. Hierbij zullen o.a. aanwe zig zijn prins Bernhard, de minister van oorlog en marine, mr. W. F. Schokking en de chef van de gene rale staf, mr. H. J. Kruis. j\/TORELE bezwaren mag iedereen hebben." zei Anna Blaman, met twie wij naar aanleiding van haar weigering van de Van der Hoogtprijs een onderhoud hadden, „maar als 't gaat om het toekennen van een onderscheiding, kan geen serieus auteur die aanvaarden, als dat gebeurt met moreel voorbehoud Andere bezwaren, die in het advies van de Commissie voor Schone Letteren naar voren worden gebracht, wekken de gedachte, dat hier een ingreep wordt gedaan op de vrijheid van keuze van het onderwerp. Ik zou zeggen, een auteur heeft toch het goed recht om zijn onderwerp af te bakenen en uit te diepen naar zijn persoonlijke aard en zijn per soonlijk artistiek kunnen." „In meerdere opzichten is in het advies een incoherentie in de ge- dachtengang te constateren." „Het is te veel een psychologisch <of psychiatrisch) verslag, waaraan het onmisbare element der ordening ontbreekt'' beweert men enerzijds en een aliniea verder wordt de compo sitie geloofd, die immers betrekking heeft op de ordening van de stof en de inhoud In het algemeen, vind Ik, liggen de criteria, op grond waarvan hier beoordeeld werd op niveau's die eveneens incoherent zijn. De bezwa ren raken nergens het essentieel ar tistieke van het werk en waar zelfs de voorstemmers niet dan na een zekere aarzeling tot hun positieve besluit konden komen, kon ik deze onderscheiding niet zien als een die van harte gegeven werd. Legt u er de nadruk vooral op, dat mijn persoonlijke reactie op een zo weinig spontaan gebaar, niet de doorslag gaf tot mijn weigering. Het was de principiële overweging, dat werkstukken, die vrijwel algemeen erkend een onmiskenbare artistieke potentie bezitten, niet aan een be- ANNA BLAMAN, die besloot te weigeren (Foto W. Stefan Nljhoff) ED. HOORNIK, ...die dat besluit hierneven toe juicht oordeling mogen worden prijs gege ven, die buiten zuiver artistieke normen valt. Ik kan best begrijpen dat er voor sommige mensen motieven bestaan om zich moreel tegen de feiten, die een boek behandelt, te verklaren, maar hier gaat het om de houding die de auteur ten opzichte van het onderwerp aanneemt. De officiële critiek heeft altijd de gelegenheid en de vrijheid om die houding hier, waar het mij aangaat, te becritise- ren Maar als het om een onderschei ding gaat, kan de candidaat alleen daarop ingaan, als in die onderschei ding de zuivere erkenning ligt van zijn morele integriteit". „Ik kan U wel zeggen", zo besloot de schrijfster, „dat verscheidene pro minente letterkundigen mij hebben toevertrouwd, dat zij mijn besluit van harte toejuichen". HET 67ste LUSTRUM van de Groningse Universiteit wordt door de studenten op 29 Juni gevierd met een bijzondere opvoering van Alexandre Arnoux' „L'Amour des trois oranges". De regie heeft Max Croiset. Opmerkelijke Belgische documentaire LTET idee van de cineast Henri Storck en de kunstcriticus Paul Haesaerts om door middel van de. film het terrein van de beeldende kunst te verkennen, staat niet op zichzelf en is evenmin nieuw. In 1940 maakte Kurt Oert een film, gewijd aan het werk van Michelan gelo; Emmer en Gras filmden pri mitieve Italiaanse fresco's; Gaston Dlehl en Alain Resnals hebben on langs een film vervaardigd over het werk van Vincent van Gogh. „Rubens", de film van Storck en Haesaerts, die ter gelegenheid van het Holland-Festival ln Nederland werd geïntroduceerd, kan echter wel beschouwd worden als een eerste poging om door middel van film beelden een critische beschouwing over beeldende kunst te verbin den aan een kunsthistorisch be toog. Voor het propageren van de beel dende kunst kan de film een grote betekenis hebben. Zjj maakt het mdgelijk voor ons om kennis te maken met belangrijke kunstwer ken, die over verschillende delen van de wereld verspreid zijn. Bo vendien biedt de film gelegenheid diep in te gaan op het beschouwen van détails en tenslotte kan zij verschillende werken met elkaar doen vergelijken. Dit was ook het uitgangspunt van de Belgen Storck en Haesaerts. Door op één beeld twee schilderijen naast elkaar te plaatsen een werk uit de tijd der gothiek, naast Rubens' barok geven zij een in zicht in de ontwikkeling van de strengheid der gothische vormen naar de barokke weelderigheid in Rubens' werk. Met behulp van de tekenfilm illustreren zij de compo sitorische lijnen diagonalen, cir kels, ellipsen die zij in het werk van Rubens herkennen. De trucfilm maakt het hun mogelijk, de bewe ging die Rubens in zyn voorstellin gen legde te accentueren. Met deze zuiver filmleke middelen kwamen zjj zo op het terrein van de inter pretatie van beeldende kunst om een mogelijkheid te scheppen tot een beter begrip hiervan. DE CAMERA een middel tot objectieve waarneming werd hier uiteraard zeer subjectief ge hanteerd. Men behoeft het echter niet steeds met Haesaerts' opvattin gen eens te zijn om toch waarde ring te hebben voor het hier be reikte resultaat. Door vergelijkin gen in beeld te brengen, door ver grotingen, door het accentueren van de beweging, het rhythme en ex pressieve momenten in Rubens' schilderijen, gaven de filmers een zeer waardevol beeld van de inner lijke evolutie van deze zeventiende eeuwse Vlaamse schilder en boven dien van zijn technisch meester schap en tot op zekere hoogte ook nog van zijn aan het on gelooflijke grenzende verbeeldings kracht. Het door Haesaerts gesproken overvloedige commentaar bij deze film blijft dor en aan de oppervlak te. Teveel vraagt hi1' de aandacht voor de compositieschema's in Ru bens werk en minder voor de ge niale, geen grenzen kennende schep pingskracht van deze weelderige schilder. De film verliest hierdoor aan spanning en bewogenheid en treedt bovendien in herhaling, zo dat zij de aandacht van de toe werk van Rubens niet op de hoogte schouwer die met de figuur en het is, onvoldoende boeit. De eenzijdig heid het meer op het schilder kunstig geniale en minder op de persoonlijkheid gericht zijn van deze Rubens-film kan men onge- twjjfel als een zwakte beschou wen. Aan de andere kant echter prikkelt zij de verbeeldingskracht van de toeschouwer en dwingt zij hem tot geestelijke activiteit. En dit betekent louter wat de film aangaat een aanzienlijke winst. Ook als een les in kunstge schiedenis kan men deze film ook al ontspoort zij tenslotte in een te ver doorvoeren van truc-effecten die de dynamiek van Rubens' schil- dertrant moeten accentueren geslaagd noemen. En hiermee heb ben Storck en Haesaerts op mees terlijke wyze bewezen dat de jong ste der muzen, de film, een bijzon der gevoelig hulpmiddel kan zyn om ons beter vertrouwd te maken met andere weliswaar bekende en erkende, maar nog onvoldoende begrepen musische uitingen. A. T. Kamphoff In hun film accentueren Storck en Haesaerts met bewegende diagonalen en cirkels de dyna mische centra in Rubens' com posities. (Van een onzer redacteuren Kortzichtigheid zou er aan de orde zijn, wanneer wij een bepaalde maatregel, louter en alleen omdat zij tijdens de bezetting door of op bevel van de Duitsers genomen werd, zouden verwerpen. En het denk beeld tijdens de bezettingsjaren op Duitse last verwezenlijkt om het Nederlandse onderwijs toe te rusten met een visueel leermiddel: de filmverdiende ook na de oorlog gehandhaafd te worden. Voor de oorlog trouwens werden er reeds plannen in deze richting ontwik- keld. Het apparaat, dat bij Duitse maatregel in het leven was geroepen en zijn bruikbaarheid had bewezen merkwaardigerwijs hebben de bezetters steeds nagelaten het te gebruiken voor propagering hunner ideologie werd na de oorlog in stand gehouden en gevormd tot de Stichting Nederlandse Onderwijsfilm. Dit Instituut heeft tot doel de lagere scholen in de gelegenheid te stellen de film als hulpmiddel te benutten voor het geven van aanschouwelijk onder wijs. Men beschikt thans over 85 films, waarvan 3500 copiccn bestaan. Het over grote deel dezer films werd en wordt door de Stichting N O.F. zelf vervaar digd. Slechts 24 hiervan werden door aankoop of ruiling uit het buitenland verkregen. Voor het opnemen cn mon teren der films heeft de N O F. enige ploegen technici in dienst; het ontwik kelen van de door deze productie-afde ling vervaardigde zgn. „moederfilms" en het drukken van copieën hiervan wordt uitbesteed. Ten naaste bij 2400 scholen zijn aangesloten bij de N.O.F. en kun nen eenmaal per maand voor hun drie hoogste klassen films vertonen over on derwerpen. die aansluiten aan het bij het onderwijs behandelde. Dit komt neer op ccn totaal van circa 400.000 „filmlessen" per jaar, waarvoor men de beschikking heeft over 272 projectoren. Voor de distributie over de scholen en het vertrouwd maken der onderwijzers met dit ook aan hun lesgeven bijzon dere eisen stellende hulpmiddel, be schikt de N O F., die haar hoofdzetel in Den Haag heeft, nog over een vijftal districtskantoren. Voor onderwijs geen geluidsfilms Na de bevrijding heeft de Neder landse Onderwijsfilm in 1945 drie films uitgebracht, in 1946 eveneens drie en in het daaropvolgende jaar 14. In 1947 ver vaardigde de N O.F. 15 films, het jaar daarop 9. Het producticschema rekent op een jaarlijkse productie van gemid deld 12 films. De kosten van deze pro ductie belopen circa 60.000 gulden. Iedere film is niet langer dan een kwartier: dit laat de onderwijzer vol doende tijd om de eerste fase van de les volledig uit te voeren; elke film wordt tweemaal vertoond, zodat de leerling kan nagaan of hij alles be grepen heeft. De N.O.F. werkt uitslui tend met stomme films. Slechts in zeld zame uitzonderingsgevallen acht men het geprojecteerde geluid een wense lijke toegift bij de onderwijsfilm. Het enig juiste commentaar kan slechts ge sproken worden door de onderwijzer, die de behoeften van zijn klas kent. Per leerling dragen de aangesloten scholen jaarlijks 0.25 bij met een mi nimum-totaalbedrag van t 25.— en een maximum van 75.Aan deze bijdra gen van scholen is in 1947 ongeveer 51.000,ontvangen en in 1948 circa 75.000.—. In verband met deze stijging is in de loop der jaren de rijkssubsidie geleidelijk verminderd: het streven dient erop gericht te zijn, dat de Stich ting N O.F. zichzelf zal bedruipen. In de jaren 1946. '47 en 48 ls in totaal onge veer een mlllioen gulden ontvangen. Voor 1949 ls de subsidie die in 1948 nog 247.000 gulden bedroeg en het jaar daarvoor 272.500 vastgesteld op 200.000 gulden. Plannen doorkruist Het streven om de N.O.F. zo snel mo gelijk self-supporting te maken en haar inkomsten op te voeren bracht in 1946 de toenmalige minister van O K. en W. tot het besluit, dat de N.O.F. ook voor derden diende te gaan werken. Dit hield in de exploitatie van omwerkingen van films tot documentaires voor bio scoop-gebruik en vervaardiging van ge lijksoortige films. De N.O.F. werkte tot dan uitsluitend met 16 mm-apparatuur (smalfilm) en moest nu apparaten voor 35 mm (normaalfilm) aanschaffen, pe productie-afdeling diende uitgebreid' te worden met twee opncmingsploegen van cineasten, die ten behoeve van het voor hen nieuwe werk: het maken van op het onderwijs gerichte films, eerst een vrij langdurige scholing dienden te vol gen. Terwijl men hiermede doehde was. kwam van hogerhand een nieuwe in structie. dat dc N.O.F. zich strikt te be palen had tot onderwljsfllms. Het ge volg hiervan was. dat men de aange schafte 35 mm-apparatuur met verlies van de hand moest doen en de nieuwe opnemingsploegen ontslaan. Opnamedienst onnodig Verwondering wekt het, dat in het organisatieschema van de N.O.F. een afzonderlijke technische dienst voor de vervaardiging van films is opgenomen. Bestuur "en directie houdt dit voor noodzakelijk, omdat een onderwijsfilm in de eerste plaats aan eisen van di dactische qualiteit, die dus de geschikt heid als hulpmiddel bij het onderwijs betreffen, moet beantwoorden. Men acht het onverantwoord cn ontoelaat baar aan beroepscineasten, die zich niet ten volle hebben ingesteld op het on derwijs aan de lagere schooljeugd de vervaardiging van onderwijsfilms op te dragen. Dit bezwaar zou echter geheel onder vangen kunnen worden, wanneer de N.O.F. zelf de samenstelling van het scenario cn (wat hier toch het belang rijkste is!) het draaiboek in handen hield en de vervaardiging van een film aan de hand van dit draaiboek op zou dragen aan beroepscineasten. Afgezien nog van het feit, dat de Ne derlandse filmers zeker recht hebben op meer belangstelling van overheids wege. betekent dit voor de N.O.F. een besparing op de personeelsuitgaven, een bezuiniging eveneens op de thans on evenredig zwaar drukkende post kapi taalsgoederen en bovendien een moge lijkheid tot aanzienlijke verbetering van haar producten. Het uitbesteden van dc productie van films behoeft allerminst hogere kosten met zich te brengen, dan thans de productie in eigen beheer vergt. Sectarlstlsch beleid In verband met de onderwijsfilm zijn in de Tweede Kamer enige malen stem men opgegaan tot afschaffing van de N.O.F. en invoering van het zgn. „drie zuilen-systeem". Dit standpunt is ech ter weer losgelaten. Inmiddels is echter de /N.O.F. ertoe overgegaan zelf al met een Intern „drie-zuilcn-systeem" reke ning te houden. Zo heeft zij onlangs een film vervaardigd over processies voor de rooms-katholicke scholen. Ook al zouden er mogelijkheden zijn om ook films te vervaardigen uitsluitend ten dienste van de christelijke of van de openbare scholen dan nog verdient een dergelijk systeem geen bewondering. Afgezien nog van het feit of het juist is. dat een uitermate belangrijk hulp middel van het onderwijs, zoals de film ongetwijfeld is, volledig in handen is van de Overheid, dient toch vastgesteld to worden, dat een semi-overheldslnstel- ling als de N.O.F. geen bijzondere groe pen groot of klein dient te gerie ven, maar zich behoort te richten op de eisen van ons lager onderwijs ln zijn geheel. In Amerika had men er geen cent voor over Wist u> dat het bekende vrij heidsbeeld in de haven van New York niet werd gegoten, maar werd vervaardigd uit niet minder dan driehonderd bronzen platen, die elk 2.25 cm. dik waren? Wist u, dat dit reusadhtige beeld voor dat het zijn plaats innam op de New Yorkse rede, meer dan zes maanden lang in een onaanzienlijk Parijs straatje heeft gestaan, waar het torenhoog uitstak boven de meeste der omringende gebouwen? En wist u, dat er in het hoofd van dit wereldbekende standbeeld plaats is voor veertig volwassen mensen? In October van dit jaar viert „Miss Liberty" haar 63ste verjaar dag, maar van de zomer zal het juist 65 jaar geleden zijn, dat zij officieel ten geschenke werd gege ven aan het Amerikaanse voik. Het beeld is een cadeau van Frankrijk aan de Verenigde Sta ten, twee landen, die beiden de vrijheid liefhebben en die destijds al, op sommige tijdstippen van hun geschiedenis nauw met eikaar in contact waren gekomen. De maker van het beeld is de Franse beeldhouwer Fréderic Auguste Bartholdi, die al op 31- jarige leeftijd beroemd was om de grote beelden, die hij had gescha pen. Het plan, de vriendschappe lijke gevoelens van het Franse volk jegens het Amerikaanse op een dergelijke manier te uiten, kwam bij hem op in 18C5, toen hij in Parijs aan een diner zat. Vele, vele jaren duurde het voor hij zijn droom verwezenlijkt zag. Bijna vijf jaar lang liep hij met de gedachte rond, voor hij er in slaagde haar gestalte te geven. Pas na^ de Frans—Duitse oorlog van 1870, toen hij een bezoek aan de Verenigde Staten bracht om daar inspiratie op te doen. kon hij aan het werk gaan. Hij had zich ver zekerd van de steun van de Frans- Amerikaanse Unie te Parijs en er was afgesproken, dat de Amerika nen voor het voetstuk van het Radio -programma Hedenavond HILVERSUM I (VARA) 19 kleuter, onderwijs 19.30 gr pl 19.45 reg ultz. 20.— nws 20.05 dingen van de dag 20 15 muzi kale staalkaart 20.50 voor of tegen pro fessionalisme ln de sport 21 10 PS 21.45 internationaal persrecht 22.volks concert 23.nws 23 15—24 gram muz. HILVERSUM II (NCRV) 19— nws 19.15 boekbespreking 19.30 actueel ge luld 19.45 West-Europees commentaar 20.— nws 20.05 VacanUe-voorpret 20.15 Rotterdams Philh. ork 21.20 christelijk nationaal vakverbond 21.45 R'dam Philh ork 22.20 NCRV-kwartet 22.45 avond overdenking 23.nws 23.15 gr. pl. 23.40 24Lond. Philh ork. Morgen HILVERSUM I (AVRO) 7 nws. 7.15 ochtendgymnastiek7.30 orgelspel; 7.50 dagopening; 8.— nws. 8 15 gr. pl. 8.55 voor de vrouw 9.Budapester strijkkwartet: 9.30 Aubade; 10.mor genwijding; 10.15 arbeidsvitaminen 10.50 kleutertje luister; 11gr. pl. 11.30 De Wekker; 12.Franse opna men: 12.30 land-" en tuinbouw; 12.33 voor ons plattetand 12 40 De Speeldoos. 13.nws: 13.15 mededelingen; 13.20 Promenade ork.; 13 50 gr. pi.; 14 met naald en schaar 14 30 radio mati- né 16.25 van Palestrina tot Pijper; 16.40 De Schoolbel 17.kinderkoor; 17.30 Wimbledon 17.45 reg. uitz.; 18. nws- 18.15 Tom Erich; 18 30 reg. ultz HILVERSUM II (KRO) 7.— nws 7.45 morgengebed 8.— nws 8.15 gr pl 9.05 lichtbaken 9.30 waterstanden 9 35 radio Philh ork. 10.voor de kleuters 10 15 opera „Norma" 10.40 schoolradio 11. gr pl 11.30 als de ziele luistert 11.40 koor v d kathedraal te Dyon 12 An gelus 12 03 zangrecital 12 30 land- en tuinbouw 12.33 orkest zonder naam 12.55 Zonnewijzer 13nws 13.20 orkest zonder naam 13 40 omroep a capella- koor 13.55 Maastrichts strijkkwartet 14.30 onder ons 15 schoolradio 15 30 Hilversum's R K Gemengd koor 16. De Zonnebloem 16.30 Ziekenlof 17.na schooltijd 17.15 lang zullen ze leven 17.45 Henk Orthmann's Rhythm sextet 1810 sportpraatje 18.20 actualiteiten 13 30 over het werk van de psychiater. JO DE WIT De „Van Dongens" naar Middelburg MIDDELBURG Van 16 t/m 31 Juli zal in het Stedelijk museum te Middel burg een tentoonstelling worden gehou den van schilderijen van Kees van Dongen. De schilder heeft toegezegd tijdens deze expositie een bezoek aan de stad te brengen. Het bestuur van de „Vereniging voor de Kunstheeft uit het werk van Van Dongen 25 doeken, in hoofdzaak por tretten uitgekozen Het achtte het, ger zien de instelling van de Zeeuwse be volking en de te Rotterdam gerezen moeilijkheden, minder gewenst de uit het museum Boymans verwijderde werken te Middelburg te exposeren. DE begaafde proza-schrijfster Jo de Wit, van wie wij de publicaties heid van gevoel en te lang hadden moeten missen, heeft na de oorlog de aandacht ge trokken met gedichten, die van haar hand in enkele tijdschriften ver schenen. Zij heeft nu bij de N.V. Uitg. v.h. C. A. Mees te Santpoort een bundel gedichten in het licht gegeven, getiteld Het lied vangt aan. Dit niet omvangrijke boekje is een verrassing geworden. Deze poëzie, soms nog wat onwennig naar de vaste vorm tastend, maar meestal met stelligheid omlijnend, is van voornaam gehalte en staat zeker niet op een alledaags plan. Het taalgebruik is vrij van de verslapping en ver vaging, waartoe de regelrechtheid der gevoelsopwelhngen bij vrouwe lijke dichters wel eens leidt. („Der nacht" op blz. 13 acht ik een onge lukje). ming van de wereld. Die afstand ontstaat in het beeld, dat somwij len op gelukkige wijze aan de we reld der Griekse mythologie is ont- Uit de Staatscourant Bij KB is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau de heer W van der Gaag, directeur van J en K Smit's Scheepswerven, te Kinderdijk, gemeente Nieuw-Lckkerland. isbenoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau de heer J H van den Berg. chefingenieur van de reparatie afdeling bij de Rotterdamse Droogdok maatschappij te Rotterdam en ls toege kend de eremedaille, verbonden aan de orde van Oraje-Nnssau ln goud aan de heer K van der Pol, hoofdbaas van de aarachtig waar nemen samen gaan Mc-n vindt hier niet de smakeloze overdrijving cTie hij de armoede van veel hedendaagse geestesstructuren zo vaak een uiterlijke leegte moet maskeren. Ik wees er op. dat de bezonnenheid der uitbeelding kennis van het ambacht verried. Deze kwaliteiten zijn in de tussenge- legen Jaren stellig niet verdwenen. Veel van dit werk heeft bovendien een duidelijk moderne trek al zou het woord experimenteel hier ongetwijfeld te veel gezegd zijn. Deze verzen heb ben een onmiddellijkheid, die bijna De geestesgesteldheden, waar de uitgave tegemoetzien van de nuchterheid is te noemen. Toch ont. deze verzen uit voortkomen, weten grotere bundel van Jo de Wit, die brTe.G,kt het hun niet aan adem; men leze een afstand te scheppen tussen de gereed ligt. Maa'/TeUa" emotie van het lk en de waarne- an geheel andere aard ls de poëzie kommernis gering. van mejuffrouw K. H. R. de Een gedicht als ..Dultsche Vrouwen". Josselin de Jong: Het b.v. is aesthetisch zeer bevredigend. Witte S c h i p. bij dezelfde uit- maar het is van een zo indirecte arge- geefster verschenen. Deze vloelende cn loze. naïeve en onthutsend onover- nnmen snmwiilpn Prhter nnk aan bi^na classicistisch verzorgde verzen, dachte eerlijkheid, dat het curieuze nomen, somwijlen eenter OOk aan met grote gemakkelijkheid zeer plas. effect ontstaat, alsof men ongewild o ro icioiico p\.oncc ppr n ppii ^|gCh fie eeuwige sentimenten der lief- iemands praten beluistert, dat niet nacht met het als een vredig uit- désverwikkelingen uitbeeldend, verto- voor u bestemd is Het zonderlinge vloeiende oplossing werkende knap nen soms door hun sobere zegging cn ..Delinquent" vertoont eveneens die en doeltreffend aangewendp zuivere toon de scherpe contouren van poëtisch gesublimeerde huisbakkenheid jambement v KITTY DE JOSSELIN DE JONG (Foto S. Nijhoff) de religieuse levenssfeer. In een zeer geslaagd gedicht als „De zwerver", met zijn treffende slot regels, is het in de natuur waar genomen gezichtsbeeld tot sym bool geworden van de menselijke gestalte en gemoedsbewegingen. Tot de meest indrukwekkende verbeeldingen van de bundel be hoort het prachtige en gave „Hor tus Conclusus'". Slechts zelden, gelijk in het sonnet „Onthechting", hoort men reminiscenties en dat is voor een dichterlijk debuut een niet geringe verdienste. In het zo markante korte gedicht „Ter zich alle LITERAIRE KRONIEKN. ^clftkuïsT5 V"n rUmela,"ti en he^dichü't bij de 'in'de' ïngbarf Victor E. van Vriesland dichtkunst, Deze bundel gevoel. de school der Parnassiens die om streeks 1860 het beeld der Franse verskunst zozeer beheerste. Het zijn deze kwaliteiten, cfie een voortreffe lijk sonnet als „Het Ven", onvergete- zijde" doet de dichteres zich' zelf lijk maken. ..Het Zwerverslied" is ge- onrecht in de slotregel: „De grond heel doortrokken van oen bedwelmend is in de diepte nauwelijks omge- zoete ,e" t0,cb yurige lyrische stroom, spit". Integendeel, deze verzen ,„T£rrK' komen uit centi ale regionen van overgegeven aandacht voor het kleine I het zieleleven en drijven op de (in „Het Kind') even goed aLs in de aandoeningen, die zij daaruit mee verheven pathetiek, dje het grootse cn naar boven brengen. De toon is d001" ecn traditie van eeuwen bijna daardoor donker en zwaar, mc.ar onpersoonlijke accent van een Sapfo, toch koel door de hierboven be- Tkcl"c, Desbordes Val- schreven objectivering. Slechts ,fn aJs „Geketend". „BekentSiU" bij uitzondering domineert een ook cen gedicht als ..De Be'üic" zou verstandelijke1" element in de uit- ccn Leconte de Lisle of de Herédla drukkingswijze, niet tot nadeel nlet onwaardig zijn geweest, van het vers overigens, gelijk veneens bij c. A. Mees ls een bun. blijkt uit het curieuze gedicht met del uitgekomen van Maria v a n stuwadoorsafdeling btj de «K I ^n^UdefTvan B^aue"6'™ VhVM'niS va'n "VaaV'bu^ Rotter-een scnuaeru van bJraque iDe Afstancr in 1931 mocht lk op merken. dat bij deze dichteres echt- Swarttouw s Havenbedrijf dam. te Met veel belangstelling kan men heterogeen van z?er P°ëtisch(? expressie, taal en expressie. „Maan- Obehobrt ongetwijfeld ook „Kleine Symphoniemet die merk waardige regel: „Ik^sta rechtop en moeder is mijn naam en het zo innemende Kin aerdansles'' met de aardige slotzin: „Ze zijn verrukt het dansje inge- zwermd". H<*t is geen uitzondering blJ Maria van Royen, dat een ge dicht in een dergelijke sterk beel dende versregel culmineert; zo in „Zwerver waar de maan „opeens als speelgoed aan den hemel hing". Tussen de polen van een gedicht als „De doodkistmaker", dat er met zijn sentimenteel einde n<?t naast is, en een volkomen gaaf en uiterst fraai miniatuur gelijk „Zwanger vrouw tje" beweegt zich het werk van Maria van Royen en komt tot eigen gedaante. Niet altijd slaagt de dich teres, maar een behoorlijk peil be reikt zij herhaaldelijk en in goede ogenblikken zelfs een uitzonderlijk helder en opmerkenswaardig ge dicht. In een volgende kroniek hoop ik de bundels van drie andere dichte- j ressen te behandelen die in dezelfde I reeks zijn uitgegeven. J standbeeld zouden zorgen. Het Franse volk toonde spoedig zeer vrijgevig. Uit provincies van Frankrijk stroom den de gaven binnen. Huismoeders offerden, schoolkinderen en arbei ders. Er werden weldadigheids bals en fancy-fairs georganiseerd en lang voordat het beeld voltooid was waren de kosten reeds gedekt. Met de gelden voor het voetstuk ging het minder vlot. De Amerika- nen bleven lelijk in gebreke en 11 jaar na de afspraak met Bartholdi had het New Yorkse comité nog pas de helft van de benodigde som bijeen. De burgers van de stad waar het beeld zou komen te staan, toonden maar heel weinig interes se Dat veranderde pas toen Joseph Pulitzer, de bekende Amerikaanse publicist, in 1883 in het New Yorkse blad „World" een campag ne begon. In elf maanden was toen het ontbrekende bedrag in het be zit van de commissie. Het werk aan het voetstuk kon beginnen. Het eigenlijke beeld werd in de werkplaatsen van Gaget, Gauthier en Co. te Parijs vervaardigd. Het is 46,25 meter hoog en toen het bijna was voltooid vulde het zo ongeveer een hele straat. Het voet stuk heeft een hoogte van 47,17 meter en is van liften voorzien. Binnen in het beeld voert een wenteltrap omhoog tot onder de diadeem en als u ooit in New York komt kunt u deze beklimmen en genieten van een schitterend uit zicht over Manhatten. Toen het beeld pas op Bedloe's Island was opgericht kon men zelfs nog hoger gaan, tof aan het platform aan de top van de flambouw. Maar in la ter jaren werd dit verboden. Op 28 October 1886 werd het beeld door president Grover Cle veland uit naam van het Ameri kaanse volk aanvaard. De onthul ling geschied door Bartholdi zeif. Er werd die dag een groot vuur werk afgestoken in de New Yorkse haven, dat „Miss Liberty" helder verlichtte. Een en twintig jaren v/aren voorbijgegaan sinds met de constructie van het beeld werd begonnen MARIA VAN ROYEN Bisschoppen weigeren sacramenten aan NVV-leden GENEVE. Dr. J. G. Stokman, lid der Tweede Kamer, heeft op de con ferentie van de Internationale Ar beidsorganisatie (ILO) verklaard, dat de Nederlandse bisschoppen de sacramenten weigeren aan katho lieke leden van socialistische vak verenigingen. „ten einde de gods dienst te beschermen". Pater Stok man antwoordde de secretaris van het Nederlands Verbond van Vak verenigingen, de heer Vermeulen, die de Nederlandse bisschoppen er van beschuldigd had, dat zij „op iedere wijze ernaar streven, de katholieken buiten de algemene vakbeweging te houden." Pater Stokman verklaarde verder: „Ik zou willen verklaren, dat de ver oordeling van de socialistische vakverenigingen door de Neder landse bisschoppen niet slechts ge grond is op de marxistische thep- rieen of tendensen van deze ver enigingen, maar ook od het feit zoals de ervaring heeft geleerd dat vele katholieke leden van so cialistische vakverenigingen in ons land hun geloof verloren hebben."

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 4