Drie dichteressen
'n Onderscheiding verleend, maar
niet van harte
Onderwijsfilm moet zich richten
op L.O. als geheel
D
VOORBEELDIG
BESLUIT
Daarom weigerde Anna Blaman
de Van der Hoogtprijs
„Rubens" film in dienst
de Kunstbeschouwing
van
Eigen productie van films
door N. O.F. is onjuist
Droom van Frans beeldhouwer
na 21 jaar verwezenlijkt
4
Maandag 27 Juni 1949
E Commissie voor de Schone
Letteren, die jaarlijks de met
de Van der Hoogt-prijs te bekronen
candidaat aan het bestuur van de
Maatschappij der Nederlandse Let
terkunde voordraagt, heeft meer
dan eens vreemde bokkesprongen
gemaakt. Welhaast iedere bekro
ning heeft het nodige stof doen op
waaien, nu eens veroorzaakt door
de bekroonde, dan weer door de
vergadering, soms door 't bestuur,
vaak ook door de critiek. Dit jaar
was de keuze op Anna Blaman ge
vallen en wel voor haar boek
„Eenzaam Avontuur", in dit blad
uitvoerig door Victor E. van Vries
land besproken.
Terecht merkte de jury in haar
rapport op, dat geen andere roman
van Anna Blaman's generatie-ge
noten ook maar bij benadering een
dergelijke maat van talent en im
portantie vertoont.
Het was de
door:
E. Hoornik
kleinst mogelij
ke meerderheid
uit de jury van
5 leden, die de
ze waarderen
de woorden
sprak; de twee
andere leden waren ten scherpste
tegen 'n bekroning gekant. Het ene
(protestantse) lid had ethische be
zwaren, een ander lid sprak over
een psychiatrisch verslag.
We zouden dus kunnen zeggen,
dat vier leden van de jury een
aesthetisch oordeel over het betref
fende boek gaven. Van dit viertal
waren er drie voor het uitreiken
va de onderscheiding, maar. ook
dit drietal ging aa.i het beknibbe
len. Zij rapporteerden geaarzeld te
hebben alvorens te besluiten. Want
ook zij zagen wel enig bezwaar „in
de op de spits gedreven eenzijdig
heid van het door Anna Blaman
gestelde probleem." Ook zij meng
den dus hun aesthetische beoorde
ling met een min of meer ethisch
element.
Waarom nu weigerde Anna Bla
man de prijs te aanvaarden? Als
kunstenaresse voelde zij zich ver
plicht de buiten-litteraire normen,
die het advies van de jury in be
langrijke mate bepaalden, af te
wijzen. De consequentie van die
afwijzing was de weigering der
onderscheiding.
MET DIT BESLUIT wens ik
Anna Blaman geluk, haar
daad is voorbeeldig op een ogenr
blik, dat een kantonrechter en een
waarnemend burgemeester menen
als kunst-rechter te kunnen optre
den. In Rotterdam werd de kunst
dupe van de verkiezingen en moes
ten twaalf Van Dongens het mu
seum uit; in Tilburg werd het be
kende boek van D. H. Lawrence
„De eerste Lady Chatterley", in de
vertaling van Jo Boer, in beslag
genomen.
Wij komen hier terecht op het
oude thema kunst en pornografie,
dat al heel wat pennen in beweging
heeft gebracht en dat toch werke
lijk niet zo ingewikkeld is. Een
kunstwerk kan nooit pornografie
zijn. Pornografie heeft altijd een
bijbedoeling; zij doet een appèl op
buiten-aesthetische waarden; zij il
lustreert; zij heeft een tendenz; zij
houdt zich op in een sfeer, waarin
de nieuwsgierigheid ontwaakt.
Al deze dingen doet een werke
lijk kunstwerk nooit. De gedichten
van Baudelaire niet, die eenmaal
als pornografie worden veroordeeld,
noch Flaubert's beroemde „Mada
me Bovary", dat thans in alle krin
gen niet alleen wordt getolereerd,
maar ook bewonderd. In al deze
en ook in het recente geval werd
het kunstwerk beoordeeld volgens
criteria, die niet die der kunst ziin.
Daarom juichen wij het principiële
besluit van Anna Blaman toe.
Over de hoofden van de Commis
sie van Schone Letteren en de
Maatschappij der Nederlandse Let
terkunde, richt zij zich tot de cri
tiek en bezweert haar de ontwikke
ling van de Nederlandse litteratuur
niet te belemmeren en te beknot
ten door het aanleggen van onzui
vere maatstaven.
KMA wordt 14 Juli a.s.
heropend
BREDA. De Koninklijke Mili
taire Academie te Breda zal op Don
derdag 14 Juli a.s. plechtig worden
heropend. Hierbij zullen o.a. aanwe
zig zijn prins Bernhard, de minister
van oorlog en marine, mr. W. F.
Schokking en de chef van de gene
rale staf, mr. H. J. Kruis.
j\/TORELE bezwaren mag iedereen hebben." zei Anna Blaman, met
twie wij naar aanleiding van haar weigering van de Van der
Hoogtprijs een onderhoud hadden, „maar als 't gaat om het toekennen
van een onderscheiding, kan geen serieus auteur die aanvaarden, als
dat gebeurt met moreel voorbehoud
Andere bezwaren, die in het advies van de Commissie voor Schone
Letteren naar voren worden gebracht, wekken de gedachte, dat hier
een ingreep wordt gedaan op de vrijheid van keuze van het onderwerp.
Ik zou zeggen, een auteur heeft toch het goed recht om zijn onderwerp
af te bakenen en uit te diepen naar zijn persoonlijke aard en zijn per
soonlijk artistiek kunnen."
„In meerdere opzichten is in het
advies een incoherentie in de ge-
dachtengang te constateren."
„Het is te veel een psychologisch
<of psychiatrisch) verslag, waaraan
het onmisbare element der ordening
ontbreekt'' beweert men enerzijds en
een aliniea verder wordt de compo
sitie geloofd, die immers betrekking
heeft op de ordening van de stof en
de inhoud
In het algemeen, vind Ik, liggen
de criteria, op grond waarvan hier
beoordeeld werd op niveau's die
eveneens incoherent zijn. De bezwa
ren raken nergens het essentieel ar
tistieke van het werk en waar zelfs
de voorstemmers niet dan na een
zekere aarzeling tot hun positieve
besluit konden komen, kon ik deze
onderscheiding niet zien als een die
van harte gegeven werd.
Legt u er de nadruk vooral op, dat
mijn persoonlijke reactie op een zo
weinig spontaan gebaar, niet de
doorslag gaf tot mijn weigering. Het
was de principiële overweging, dat
werkstukken, die vrijwel algemeen
erkend een onmiskenbare artistieke
potentie bezitten, niet aan een be-
ANNA BLAMAN,
die besloot te weigeren
(Foto W. Stefan Nljhoff)
ED. HOORNIK,
...die dat besluit hierneven toe
juicht
oordeling mogen worden prijs gege
ven, die buiten zuiver artistieke
normen valt.
Ik kan best begrijpen dat er voor
sommige mensen motieven bestaan
om zich moreel tegen de feiten, die
een boek behandelt, te verklaren,
maar hier gaat het om de houding
die de auteur ten opzichte van het
onderwerp aanneemt. De officiële
critiek heeft altijd de gelegenheid
en de vrijheid om die houding hier,
waar het mij aangaat, te becritise-
ren
Maar als het om een onderschei
ding gaat, kan de candidaat alleen
daarop ingaan, als in die onderschei
ding de zuivere erkenning ligt van
zijn morele integriteit".
„Ik kan U wel zeggen", zo besloot
de schrijfster, „dat verscheidene pro
minente letterkundigen mij hebben
toevertrouwd, dat zij mijn besluit
van harte toejuichen".
HET 67ste LUSTRUM van de Groningse
Universiteit wordt door de studenten
op 29 Juni gevierd met een bijzondere
opvoering van Alexandre Arnoux'
„L'Amour des trois oranges". De regie
heeft Max Croiset.
Opmerkelijke Belgische
documentaire
LTET idee van de cineast Henri
Storck en de kunstcriticus Paul
Haesaerts om door middel van de.
film het terrein van de beeldende
kunst te verkennen, staat niet op
zichzelf en is evenmin nieuw. In
1940 maakte Kurt Oert een film,
gewijd aan het werk van Michelan
gelo; Emmer en Gras filmden pri
mitieve Italiaanse fresco's; Gaston
Dlehl en Alain Resnals hebben on
langs een film vervaardigd over
het werk van Vincent van Gogh.
„Rubens", de film van Storck en
Haesaerts, die ter gelegenheid van
het Holland-Festival ln Nederland
werd geïntroduceerd, kan echter wel
beschouwd worden als een eerste
poging om door middel van film
beelden een critische beschouwing
over beeldende kunst te verbin
den aan een kunsthistorisch be
toog.
Voor het propageren van de beel
dende kunst kan de film een grote
betekenis hebben. Zjj maakt het
mdgelijk voor ons om kennis te
maken met belangrijke kunstwer
ken, die over verschillende delen
van de wereld verspreid zijn. Bo
vendien biedt de film gelegenheid
diep in te gaan op het beschouwen
van détails en tenslotte kan zij
verschillende werken met elkaar
doen vergelijken.
Dit was ook het uitgangspunt
van de Belgen Storck en Haesaerts.
Door op één beeld twee schilderijen
naast elkaar te plaatsen een
werk uit de tijd der gothiek, naast
Rubens' barok geven zij een in
zicht in de ontwikkeling van de
strengheid der gothische vormen
naar de barokke weelderigheid in
Rubens' werk. Met behulp van de
tekenfilm illustreren zij de compo
sitorische lijnen diagonalen, cir
kels, ellipsen die zij in het werk
van Rubens herkennen. De trucfilm
maakt het hun mogelijk, de bewe
ging die Rubens in zyn voorstellin
gen legde te accentueren. Met deze
zuiver filmleke middelen kwamen
zjj zo op het terrein van de inter
pretatie van beeldende kunst om
een mogelijkheid te scheppen tot
een beter begrip hiervan.
DE CAMERA een middel tot
objectieve waarneming werd
hier uiteraard zeer subjectief ge
hanteerd. Men behoeft het echter
niet steeds met Haesaerts' opvattin
gen eens te zijn om toch waarde
ring te hebben voor het hier be
reikte resultaat. Door vergelijkin
gen in beeld te brengen, door ver
grotingen, door het accentueren van
de beweging, het rhythme en ex
pressieve momenten in Rubens'
schilderijen, gaven de filmers een
zeer waardevol beeld van de inner
lijke evolutie van deze zeventiende
eeuwse Vlaamse schilder en boven
dien van zijn technisch meester
schap en tot op zekere hoogte
ook nog van zijn aan het on
gelooflijke grenzende verbeeldings
kracht.
Het door Haesaerts gesproken
overvloedige commentaar bij deze
film blijft dor en aan de oppervlak
te. Teveel vraagt hi1' de aandacht
voor de compositieschema's in Ru
bens werk en minder voor de ge
niale, geen grenzen kennende schep
pingskracht van deze weelderige
schilder. De film verliest hierdoor
aan spanning en bewogenheid en
treedt bovendien in herhaling, zo
dat zij de aandacht van de toe
werk van Rubens niet op de hoogte
schouwer die met de figuur en het
is, onvoldoende boeit. De eenzijdig
heid het meer op het schilder
kunstig geniale en minder op de
persoonlijkheid gericht zijn van
deze Rubens-film kan men onge-
twjjfel als een zwakte beschou
wen. Aan de andere kant echter
prikkelt zij de verbeeldingskracht
van de toeschouwer en dwingt zij
hem tot geestelijke activiteit.
En dit betekent louter wat de
film aangaat een aanzienlijke
winst. Ook als een les in kunstge
schiedenis kan men deze film
ook al ontspoort zij tenslotte in een
te ver doorvoeren van truc-effecten
die de dynamiek van Rubens' schil-
dertrant moeten accentueren
geslaagd noemen. En hiermee heb
ben Storck en Haesaerts op mees
terlijke wyze bewezen dat de jong
ste der muzen, de film, een bijzon
der gevoelig hulpmiddel kan zyn
om ons beter vertrouwd te maken
met andere weliswaar bekende
en erkende, maar nog onvoldoende
begrepen musische uitingen.
A. T. Kamphoff
In hun film accentueren Storck
en Haesaerts met bewegende
diagonalen en cirkels de dyna
mische centra in Rubens' com
posities.
(Van een onzer redacteuren
Kortzichtigheid zou er aan de orde zijn, wanneer wij een bepaalde
maatregel, louter en alleen omdat zij tijdens de bezetting door of op
bevel van de Duitsers genomen werd, zouden verwerpen. En het denk
beeld tijdens de bezettingsjaren op Duitse last verwezenlijkt om
het Nederlandse onderwijs toe te rusten met een visueel leermiddel:
de filmverdiende ook na de oorlog gehandhaafd te worden. Voor
de oorlog trouwens werden er reeds plannen in deze richting ontwik-
keld. Het apparaat, dat bij Duitse maatregel in het leven was geroepen
en zijn bruikbaarheid had bewezen merkwaardigerwijs hebben de
bezetters steeds nagelaten het te gebruiken voor propagering hunner
ideologie werd na de oorlog in stand gehouden en gevormd tot de
Stichting Nederlandse Onderwijsfilm.
Dit Instituut heeft tot doel de lagere
scholen in de gelegenheid te stellen de
film als hulpmiddel te benutten voor
het geven van aanschouwelijk onder
wijs. Men beschikt thans over 85 films,
waarvan 3500 copiccn bestaan. Het over
grote deel dezer films werd en wordt
door de Stichting N O.F. zelf vervaar
digd. Slechts 24 hiervan werden door
aankoop of ruiling uit het buitenland
verkregen. Voor het opnemen cn mon
teren der films heeft de N O F. enige
ploegen technici in dienst; het ontwik
kelen van de door deze productie-afde
ling vervaardigde zgn. „moederfilms" en
het drukken van copieën hiervan wordt
uitbesteed. Ten naaste bij 2400 scholen
zijn aangesloten bij de N.O.F. en kun
nen eenmaal per maand voor hun drie
hoogste klassen films vertonen over on
derwerpen. die aansluiten aan het bij
het onderwijs behandelde. Dit komt
neer op ccn totaal van circa 400.000
„filmlessen" per jaar, waarvoor men de
beschikking heeft over 272 projectoren.
Voor de distributie over de scholen en
het vertrouwd maken der onderwijzers
met dit ook aan hun lesgeven bijzon
dere eisen stellende hulpmiddel, be
schikt de N O F., die haar hoofdzetel in
Den Haag heeft, nog over een vijftal
districtskantoren.
Voor onderwijs geen geluidsfilms
Na de bevrijding heeft de Neder
landse Onderwijsfilm in 1945 drie films
uitgebracht, in 1946 eveneens drie en in
het daaropvolgende jaar 14. In 1947 ver
vaardigde de N O.F. 15 films, het jaar
daarop 9. Het producticschema rekent
op een jaarlijkse productie van gemid
deld 12 films. De kosten van deze pro
ductie belopen circa 60.000 gulden.
Iedere film is niet langer dan een
kwartier: dit laat de onderwijzer vol
doende tijd om de eerste fase van de
les volledig uit te voeren; elke film
wordt tweemaal vertoond, zodat de
leerling kan nagaan of hij alles be
grepen heeft. De N.O.F. werkt uitslui
tend met stomme films. Slechts in zeld
zame uitzonderingsgevallen acht men
het geprojecteerde geluid een wense
lijke toegift bij de onderwijsfilm. Het
enig juiste commentaar kan slechts ge
sproken worden door de onderwijzer,
die de behoeften van zijn klas kent.
Per leerling dragen de aangesloten
scholen jaarlijks 0.25 bij met een mi
nimum-totaalbedrag van t 25.— en een
maximum van 75.Aan deze bijdra
gen van scholen is in 1947 ongeveer
51.000,ontvangen en in 1948 circa
75.000.—. In verband met deze stijging
is in de loop der jaren de rijkssubsidie
geleidelijk verminderd: het streven
dient erop gericht te zijn, dat de Stich
ting N O.F. zichzelf zal bedruipen. In de
jaren 1946. '47 en 48 ls in totaal onge
veer een mlllioen gulden ontvangen.
Voor 1949 ls de subsidie die in 1948
nog 247.000 gulden bedroeg en het jaar
daarvoor 272.500 vastgesteld op
200.000 gulden.
Plannen doorkruist
Het streven om de N.O.F. zo snel mo
gelijk self-supporting te maken en haar
inkomsten op te voeren bracht in 1946
de toenmalige minister van O K. en
W. tot het besluit, dat de N.O.F. ook
voor derden diende te gaan werken. Dit
hield in de exploitatie van omwerkingen
van films tot documentaires voor bio
scoop-gebruik en vervaardiging van ge
lijksoortige films. De N.O.F. werkte tot
dan uitsluitend met 16 mm-apparatuur
(smalfilm) en moest nu apparaten voor
35 mm (normaalfilm) aanschaffen, pe
productie-afdeling diende uitgebreid' te
worden met twee opncmingsploegen van
cineasten, die ten behoeve van het voor
hen nieuwe werk: het maken van op
het onderwijs gerichte films, eerst een
vrij langdurige scholing dienden te vol
gen. Terwijl men hiermede doehde was.
kwam van hogerhand een nieuwe in
structie. dat dc N.O.F. zich strikt te be
palen had tot onderwljsfllms. Het ge
volg hiervan was. dat men de aange
schafte 35 mm-apparatuur met verlies
van de hand moest doen en de nieuwe
opnemingsploegen ontslaan.
Opnamedienst onnodig
Verwondering wekt het, dat in het
organisatieschema van de N.O.F. een
afzonderlijke technische dienst voor de
vervaardiging van films is opgenomen.
Bestuur "en directie houdt dit voor
noodzakelijk, omdat een onderwijsfilm
in de eerste plaats aan eisen van di
dactische qualiteit, die dus de geschikt
heid als hulpmiddel bij het onderwijs
betreffen, moet beantwoorden. Men
acht het onverantwoord cn ontoelaat
baar aan beroepscineasten, die zich niet
ten volle hebben ingesteld op het on
derwijs aan de lagere schooljeugd de
vervaardiging van onderwijsfilms op te
dragen.
Dit bezwaar zou echter geheel onder
vangen kunnen worden, wanneer de
N.O.F. zelf de samenstelling van het
scenario cn (wat hier toch het belang
rijkste is!) het draaiboek in handen
hield en de vervaardiging van een
film aan de hand van dit draaiboek
op zou dragen aan beroepscineasten.
Afgezien nog van het feit, dat de Ne
derlandse filmers zeker recht hebben
op meer belangstelling van overheids
wege. betekent dit voor de N.O.F. een
besparing op de personeelsuitgaven, een
bezuiniging eveneens op de thans on
evenredig zwaar drukkende post kapi
taalsgoederen en bovendien een moge
lijkheid tot aanzienlijke verbetering van
haar producten. Het uitbesteden van dc
productie van films behoeft allerminst
hogere kosten met zich te brengen, dan
thans de productie in eigen beheer
vergt.
Sectarlstlsch beleid
In verband met de onderwijsfilm zijn
in de Tweede Kamer enige malen stem
men opgegaan tot afschaffing van de
N.O.F. en invoering van het zgn. „drie
zuilen-systeem". Dit standpunt is ech
ter weer losgelaten. Inmiddels is echter
de /N.O.F. ertoe overgegaan zelf al met
een Intern „drie-zuilcn-systeem" reke
ning te houden. Zo heeft zij onlangs een
film vervaardigd over processies voor
de rooms-katholicke scholen. Ook al
zouden er mogelijkheden zijn om ook
films te vervaardigen uitsluitend ten
dienste van de christelijke of van de
openbare scholen dan nog verdient een
dergelijk systeem geen bewondering.
Afgezien nog van het feit of het juist
is. dat een uitermate belangrijk hulp
middel van het onderwijs, zoals de film
ongetwijfeld is, volledig in handen is van
de Overheid, dient toch vastgesteld to
worden, dat een semi-overheldslnstel-
ling als de N.O.F. geen bijzondere groe
pen groot of klein dient te gerie
ven, maar zich behoort te richten op de
eisen van ons lager onderwijs ln zijn
geheel.
In Amerika had men er
geen cent voor over
Wist u> dat het bekende vrij
heidsbeeld in de haven van New
York niet werd gegoten, maar
werd vervaardigd uit niet minder
dan driehonderd bronzen platen,
die elk 2.25 cm. dik waren? Wist
u, dat dit reusadhtige beeld voor
dat het zijn plaats innam op de
New Yorkse rede, meer dan zes
maanden lang in een onaanzienlijk
Parijs straatje heeft gestaan, waar
het torenhoog uitstak boven de
meeste der omringende gebouwen?
En wist u, dat er in het hoofd van
dit wereldbekende standbeeld
plaats is voor veertig volwassen
mensen?
In October van dit jaar viert
„Miss Liberty" haar 63ste verjaar
dag, maar van de zomer zal het
juist 65 jaar geleden zijn, dat zij
officieel ten geschenke werd gege
ven aan het Amerikaanse voik.
Het beeld is een cadeau van
Frankrijk aan de Verenigde Sta
ten, twee landen, die beiden de
vrijheid liefhebben en die destijds
al, op sommige tijdstippen van
hun geschiedenis nauw met eikaar
in contact waren gekomen.
De maker van het beeld is de
Franse beeldhouwer Fréderic
Auguste Bartholdi, die al op 31-
jarige leeftijd beroemd was om de
grote beelden, die hij had gescha
pen. Het plan, de vriendschappe
lijke gevoelens van het Franse
volk jegens het Amerikaanse op
een dergelijke manier te uiten,
kwam bij hem op in 18C5, toen hij
in Parijs aan een diner zat. Vele,
vele jaren duurde het voor hij zijn
droom verwezenlijkt zag.
Bijna vijf jaar lang liep hij met
de gedachte rond, voor hij er in
slaagde haar gestalte te geven. Pas
na^ de Frans—Duitse oorlog van
1870, toen hij een bezoek aan de
Verenigde Staten bracht om daar
inspiratie op te doen. kon hij aan
het werk gaan. Hij had zich ver
zekerd van de steun van de Frans-
Amerikaanse Unie te Parijs en er
was afgesproken, dat de Amerika
nen voor het voetstuk van het
Radio
-programma
Hedenavond
HILVERSUM I (VARA) 19 kleuter,
onderwijs 19.30 gr pl 19.45 reg ultz. 20.—
nws 20.05 dingen van de dag 20 15 muzi
kale staalkaart 20.50 voor of tegen pro
fessionalisme ln de sport 21 10 PS 21.45
internationaal persrecht 22.volks
concert 23.nws 23 15—24 gram muz.
HILVERSUM II (NCRV) 19— nws
19.15 boekbespreking 19.30 actueel ge
luld 19.45 West-Europees commentaar
20.— nws 20.05 VacanUe-voorpret 20.15
Rotterdams Philh. ork 21.20 christelijk
nationaal vakverbond 21.45 R'dam Philh
ork 22.20 NCRV-kwartet 22.45 avond
overdenking 23.nws 23.15 gr. pl. 23.40
24Lond. Philh ork.
Morgen
HILVERSUM I (AVRO) 7 nws.
7.15 ochtendgymnastiek7.30 orgelspel;
7.50 dagopening; 8.— nws. 8 15 gr. pl.
8.55 voor de vrouw 9.Budapester
strijkkwartet: 9.30 Aubade; 10.mor
genwijding; 10.15 arbeidsvitaminen
10.50 kleutertje luister; 11gr. pl.
11.30 De Wekker; 12.Franse opna
men: 12.30 land-" en tuinbouw; 12.33
voor ons plattetand 12 40 De Speeldoos.
13.nws: 13.15 mededelingen; 13.20
Promenade ork.; 13 50 gr. pi.; 14
met naald en schaar 14 30 radio mati-
né 16.25 van Palestrina tot Pijper;
16.40 De Schoolbel 17.kinderkoor;
17.30 Wimbledon 17.45 reg. uitz.; 18.
nws- 18.15 Tom Erich; 18 30 reg. ultz
HILVERSUM II (KRO) 7.— nws 7.45
morgengebed 8.— nws 8.15 gr pl 9.05
lichtbaken 9.30 waterstanden 9 35 radio
Philh ork. 10.voor de kleuters 10 15
opera „Norma" 10.40 schoolradio 11.
gr pl 11.30 als de ziele luistert 11.40
koor v d kathedraal te Dyon 12 An
gelus 12 03 zangrecital 12 30 land- en
tuinbouw 12.33 orkest zonder naam
12.55 Zonnewijzer 13nws 13.20 orkest
zonder naam 13 40 omroep a capella-
koor 13.55 Maastrichts strijkkwartet
14.30 onder ons 15 schoolradio 15 30
Hilversum's R K Gemengd koor 16.
De Zonnebloem 16.30 Ziekenlof 17.na
schooltijd 17.15 lang zullen ze leven
17.45 Henk Orthmann's Rhythm sextet
1810 sportpraatje 18.20 actualiteiten
13 30 over het werk van de psychiater.
JO DE WIT
De „Van Dongens" naar
Middelburg
MIDDELBURG Van 16 t/m 31 Juli
zal in het Stedelijk museum te Middel
burg een tentoonstelling worden gehou
den van schilderijen van Kees van
Dongen. De schilder heeft toegezegd
tijdens deze expositie een bezoek aan
de stad te brengen.
Het bestuur van de „Vereniging voor
de Kunstheeft uit het werk van Van
Dongen 25 doeken, in hoofdzaak por
tretten uitgekozen Het achtte het, ger
zien de instelling van de Zeeuwse be
volking en de te Rotterdam gerezen
moeilijkheden, minder gewenst de uit
het museum Boymans verwijderde
werken te Middelburg te exposeren.
DE begaafde proza-schrijfster Jo de Wit, van wie wij de publicaties heid van gevoel en
te lang hadden moeten missen, heeft na de oorlog de aandacht ge
trokken met gedichten, die van haar hand in enkele tijdschriften ver
schenen. Zij heeft nu bij de N.V. Uitg. v.h. C. A. Mees te Santpoort een
bundel gedichten in het licht gegeven, getiteld Het lied vangt aan.
Dit niet omvangrijke boekje is een verrassing geworden. Deze poëzie,
soms nog wat onwennig naar de vaste vorm tastend, maar meestal met
stelligheid omlijnend, is van voornaam gehalte en staat zeker niet op
een alledaags plan. Het taalgebruik is vrij van de verslapping en ver
vaging, waartoe de regelrechtheid der gevoelsopwelhngen bij vrouwe
lijke dichters wel eens leidt. („Der nacht" op blz. 13 acht ik een onge
lukje).
ming van de wereld. Die afstand
ontstaat in het beeld, dat somwij
len op gelukkige wijze aan de we
reld der Griekse mythologie is ont-
Uit de Staatscourant
Bij KB is benoemd tot officier in de
orde van Oranje-Nassau de heer W
van der Gaag, directeur van J en K
Smit's Scheepswerven, te Kinderdijk,
gemeente Nieuw-Lckkerland.
isbenoemd tot officier in de orde van
Oranje-Nassau de heer J H van den
Berg. chefingenieur van de reparatie
afdeling bij de Rotterdamse Droogdok
maatschappij te Rotterdam en ls toege
kend de eremedaille, verbonden aan de
orde van Oraje-Nnssau ln goud aan de
heer K van der Pol, hoofdbaas van de
aarachtig waar
nemen samen gaan Mc-n vindt hier
niet de smakeloze overdrijving cTie hij
de armoede van veel hedendaagse
geestesstructuren zo vaak een uiterlijke
leegte moet maskeren. Ik wees er op.
dat de bezonnenheid der uitbeelding
kennis van het ambacht verried.
Deze kwaliteiten zijn in de tussenge-
legen Jaren stellig niet verdwenen.
Veel van dit werk heeft bovendien een
duidelijk moderne trek al zou het
woord experimenteel hier ongetwijfeld
te veel gezegd zijn. Deze verzen heb
ben een onmiddellijkheid, die bijna
De geestesgesteldheden, waar de uitgave tegemoetzien van de nuchterheid is te noemen. Toch ont.
deze verzen uit voortkomen, weten grotere bundel van Jo de Wit, die brTe.G,kt het hun niet aan adem; men leze
een afstand te scheppen tussen de gereed ligt. Maa'/TeUa"
emotie van het lk en de waarne- an geheel andere aard ls de poëzie kommernis gering.
van mejuffrouw K. H. R. de Een gedicht als ..Dultsche Vrouwen".
Josselin de Jong: Het b.v. is aesthetisch zeer bevredigend.
Witte S c h i p. bij dezelfde uit- maar het is van een zo indirecte arge-
geefster verschenen. Deze vloelende cn loze. naïeve en onthutsend onover-
nnmen snmwiilpn Prhter nnk aan bi^na classicistisch verzorgde verzen, dachte eerlijkheid, dat het curieuze
nomen, somwijlen eenter OOk aan met grote gemakkelijkheid zeer plas. effect ontstaat, alsof men ongewild
o ro icioiico p\.oncc ppr n ppii ^|gCh fie eeuwige sentimenten der lief- iemands praten beluistert, dat niet nacht met het als een vredig uit-
désverwikkelingen uitbeeldend, verto- voor u bestemd is Het zonderlinge vloeiende oplossing werkende knap
nen soms door hun sobere zegging cn ..Delinquent" vertoont eveneens die en doeltreffend aangewendp
zuivere toon de scherpe contouren van poëtisch gesublimeerde huisbakkenheid jambement v
KITTY DE JOSSELIN DE JONG
(Foto S. Nijhoff)
de religieuse levenssfeer. In een
zeer geslaagd gedicht als „De
zwerver", met zijn treffende slot
regels, is het in de natuur waar
genomen gezichtsbeeld tot sym
bool geworden van de menselijke
gestalte en gemoedsbewegingen.
Tot de meest indrukwekkende
verbeeldingen van de bundel be
hoort het prachtige en gave „Hor
tus Conclusus'". Slechts zelden,
gelijk in het sonnet „Onthechting",
hoort men reminiscenties en dat is
voor een dichterlijk debuut een
niet geringe verdienste. In het zo
markante korte gedicht „Ter
zich
alle
LITERAIRE KRONIEKN. ^clftkuïsT5 V"n rUmela,"ti en he^dichü't bij de 'in'de' ïngbarf
Victor E. van Vriesland
dichtkunst,
Deze bundel
gevoel.
de school der Parnassiens die om
streeks 1860 het beeld der Franse
verskunst zozeer beheerste. Het zijn
deze kwaliteiten, cfie een voortreffe
lijk sonnet als „Het Ven", onvergete-
zijde" doet de dichteres zich' zelf lijk maken. ..Het Zwerverslied" is ge-
onrecht in de slotregel: „De grond heel doortrokken van oen bedwelmend
is in de diepte nauwelijks omge- zoete ,e" t0,cb yurige lyrische stroom,
spit". Integendeel, deze verzen ,„T£rrK'
komen uit centi ale regionen van overgegeven aandacht voor het kleine I
het zieleleven en drijven op de (in „Het Kind') even goed aLs in de
aandoeningen, die zij daaruit mee verheven pathetiek, dje het grootse cn
naar boven brengen. De toon is d001" ecn traditie van eeuwen bijna
daardoor donker en zwaar, mc.ar onpersoonlijke accent van een Sapfo,
toch koel door de hierboven be- Tkcl"c, Desbordes Val-
schreven objectivering. Slechts ,fn aJs „Geketend". „BekentSiU"
bij uitzondering domineert een ook cen gedicht als ..De Be'üic" zou
verstandelijke1" element in de uit- ccn Leconte de Lisle of de Herédla
drukkingswijze, niet tot nadeel nlet onwaardig zijn geweest,
van het vers overigens, gelijk veneens bij c. A. Mees ls een bun.
blijkt uit het curieuze gedicht met del uitgekomen van Maria v a n
stuwadoorsafdeling btj de «K I ^n^UdefTvan B^aue"6'™ VhVM'niS va'n "VaaV'bu^
Rotter-een scnuaeru van bJraque iDe Afstancr in 1931 mocht lk op
merken. dat bij deze dichteres echt-
Swarttouw s Havenbedrijf
dam.
te
Met veel belangstelling kan men
heterogeen van z?er P°ëtisch(? expressie,
taal en expressie. „Maan- Obehobrt ongetwijfeld ook
„Kleine Symphoniemet die merk
waardige regel:
„Ik^sta rechtop en moeder is mijn
naam en het zo innemende Kin
aerdansles'' met de aardige slotzin:
„Ze zijn verrukt het dansje inge-
zwermd". H<*t is geen uitzondering
blJ Maria van Royen, dat een ge
dicht in een dergelijke sterk beel
dende versregel culmineert; zo in
„Zwerver waar de maan „opeens
als speelgoed aan den hemel hing".
Tussen de polen van een gedicht als
„De doodkistmaker", dat er met zijn
sentimenteel einde n<?t naast is, en
een volkomen gaaf en uiterst fraai
miniatuur gelijk „Zwanger vrouw
tje" beweegt zich het werk van
Maria van Royen en komt tot eigen
gedaante. Niet altijd slaagt de dich
teres, maar een behoorlijk peil be
reikt zij herhaaldelijk en in goede
ogenblikken zelfs een uitzonderlijk
helder en opmerkenswaardig ge
dicht.
In een volgende kroniek hoop ik
de bundels van drie andere dichte- j
ressen te behandelen die in dezelfde I
reeks zijn uitgegeven. J
standbeeld zouden zorgen.
Het Franse volk toonde
spoedig zeer vrijgevig. Uit
provincies van Frankrijk stroom
den de gaven binnen. Huismoeders
offerden, schoolkinderen en arbei
ders. Er werden weldadigheids
bals en fancy-fairs georganiseerd
en lang voordat het beeld voltooid
was waren de kosten reeds gedekt.
Met de gelden voor het voetstuk
ging het minder vlot. De Amerika-
nen bleven lelijk in gebreke en 11
jaar na de afspraak met Bartholdi
had het New Yorkse comité nog
pas de helft van de benodigde som
bijeen. De burgers van de stad
waar het beeld zou komen te staan,
toonden maar heel weinig interes
se Dat veranderde pas toen Joseph
Pulitzer, de bekende Amerikaanse
publicist, in 1883 in het New
Yorkse blad „World" een campag
ne begon. In elf maanden was toen
het ontbrekende bedrag in het be
zit van de commissie. Het werk
aan het voetstuk kon beginnen.
Het eigenlijke beeld werd in de
werkplaatsen van Gaget, Gauthier
en Co. te Parijs vervaardigd. Het
is 46,25 meter hoog en toen het
bijna was voltooid vulde het zo
ongeveer een hele straat. Het voet
stuk heeft een hoogte van 47,17
meter en is van liften voorzien.
Binnen in het beeld voert een
wenteltrap omhoog tot onder de
diadeem en als u ooit in New York
komt kunt u deze beklimmen en
genieten van een schitterend uit
zicht over Manhatten. Toen het
beeld pas op Bedloe's Island was
opgericht kon men zelfs nog hoger
gaan, tof aan het platform aan de
top van de flambouw. Maar in la
ter jaren werd dit verboden.
Op 28 October 1886 werd het
beeld door president Grover Cle
veland uit naam van het Ameri
kaanse volk aanvaard. De onthul
ling geschied door Bartholdi zeif.
Er werd die dag een groot vuur
werk afgestoken in de New Yorkse
haven, dat „Miss Liberty" helder
verlichtte. Een en twintig jaren
v/aren voorbijgegaan sinds met de
constructie van het beeld werd
begonnen
MARIA VAN ROYEN
Bisschoppen weigeren
sacramenten aan
NVV-leden
GENEVE. Dr. J. G. Stokman, lid
der Tweede Kamer, heeft op de con
ferentie van de Internationale Ar
beidsorganisatie (ILO) verklaard,
dat de Nederlandse bisschoppen de
sacramenten weigeren aan katho
lieke leden van socialistische vak
verenigingen. „ten einde de gods
dienst te beschermen". Pater Stok
man antwoordde de secretaris van
het Nederlands Verbond van Vak
verenigingen, de heer Vermeulen,
die de Nederlandse bisschoppen er
van beschuldigd had, dat zij „op
iedere wijze ernaar streven, de
katholieken buiten de algemene
vakbeweging te houden." Pater
Stokman verklaarde verder: „Ik
zou willen verklaren, dat de ver
oordeling van de socialistische
vakverenigingen door de Neder
landse bisschoppen niet slechts ge
grond is op de marxistische thep-
rieen of tendensen van deze ver
enigingen, maar ook od het feit
zoals de ervaring heeft geleerd
dat vele katholieke leden van so
cialistische vakverenigingen in ons
land hun geloof verloren hebben."