HUIS TEN BOSCH: kostelijke erfenis r evuren voor een gelukkij Oranjehuis in Nederland A?Si Inie kerk schaarde ons volk zich rond bruidspaar ORANJEZAAL mausoleum in Barok „Koninklijk Lust-Huys int Bosch 1 Blij herrie)'1 jjg? te f (Van een onzer redacteuren) eeS e^n °P de dag, dat een kleine licht-grijze two-seater voorreed bij pa eis i oordeinde 8 September 1936. Duizenden hebben er uren staan wach- een glimp op te vangen van Neerlands prinses, die haar verloofde kwam voorstellen, is die daarop volgende weken en maanden gebleven als een reactie op het ge- wam na de rouw, die Oranje trof door de dood van Koningin-Moeder Emma en Hendrik, datzelfde jaar. Daags na de verloving hing Nederland aan zijn radio- .de Koningin sprak en de Prinses en ook haar verloofdein het Neder- n et werden glorievolle weken voor het jonge paar, dat op zijn tochten door Neder- met enthousiasme ingehaald werd. geluk gingen heimelijk rond door heel het nog bezette land. "LJET kruis, dat ons al te zwaar 1A woog, werd afgenomen, de kracht der bezetters werd gebro ken en hun macht verpletterd. Ne derland werd met moeite en veel offers bevrijd. Een door zorgen verouderde maar nog energieke Koningin schreed de grens over: 13 Maart 1945. Op 3 Mei volgde prinses Juliana en op 2 Augustus keerde ook het hele prinselijke gezin weer op vaderlandse bodem, voor het eerst sinds 12 Mei 1940. De bevrijdingsroes luwde en de ontnuchtering volgde. In de bezet tingstijd gekoesterde idealen kwa men niet tot verwezenlijking. De koers naar een constructieve en voortvarende opbouw van een nieuwe maatschappij bleek moei lijk en de hecht gewaande eenheid van het Nederlandse volk verbrok kelde. Soms kreeg zij weer leven in het contact met de Oranjes: op 18 Februari 1947 werd het vierde prinsesje geboren, Marijke. Enige maanden later nam prinses Juliana als regentes de taak van haar ko ninklijke moeder over, die na en kele perioden van gedwongen rust besloot onmiddellijk na de herden king van haar gouden koningschap afstand te doen van de troon ten behoeve van Juliana. Op 4 Sep tember 1948 verkondigde zij op het bordes van het Paleis op de Dam het besluit, dat haar dochter tot vorstin maakte en twee dagen la ter in de Nieuwe Kerk werd ko ningin Juliana plechtig ingehul digd, zwoer zij de eed van trouw en sprak in nederigheid cn een voud het woord waarmee zij het Nederlandse volk nauw aan zich verbond: „Wie ben ik, dat ik dit deen mag?" KONINGIN is Zij nu, maar bij haar inhuldiging zei zij óók en in de eerste plaats moeder te zijn De zware regeringstaak laat haar weinig tijd voor het huiselijk le ven-onder-ons. Maar op Soestdijk woont toch een gezin, waarvan de ouders elke kans aangrijpen zich aan hun kinderen te wijden: soms is het een gewoon kinderfeest, dan weer een vacantie op Texel of een zeiltocht op de Friese meren en vooral de hoogtijdagen: verjaarda gen en kerstmis, die tot feesten worden in het familieleven. Dat is de kracht van het koninklijke ge zin, waarvoor vandaag twaalf en een half jaar geleden de band ge legd werd voor God, staat en volk. Dat is vooral ook de kracht van Juliana, die Koningin weet te zijn en tevens en vooral in een voud mens is. Bewogen Historie van een geliefd vorstenpaar PRINS BERNHARD werd voor de wet Nederlander en op 19 December betrad hij het Haagse stadhuis met zijn bruid voor de ondertrouw, 's Avonds ontstak hij een vreugdevuur op het Juliana van Stolberg-monument, dat ne gen jaar later onbeschadigd uit de puincn na het Bezuidenhout-bom- bardement oprees Twee dagen voor Kerstmis 1936 werd Prins Bernhard op het Malieveld als of ficier van het Nederlandse Leger beëdigd. En alom steeg de feest vreugde snel naar het hoogtepunt. De wereld buiten de grenzen troonsafstand van de Engelse ko ning, wrijving tussen Frankrijk cn Turkije, Duitsland dat koloniën eiste, de kwestie Dantzig en het Spaanse drama met de tragische strijd om Madrid eiste veel aan dacht op. Maar daarbij ging aller belangstelling in Nederland naar de kostelijke geschenken, die uit alle delen der wereld gezonden werden, en naar de vorstelijke gasten die naar de koninklijke bruiloft kwa men. TWEE monden en twee harten spraken het „Ja" tweemaal op 7 Januari 1937. Voor Den Haag's burgemeester De Monchy, die het huwelijk voltrok en in de Haagse Jacobskerk voor de grijze deminé Welter, die het inzegende. En het Nederlandse volk was er getuige van. Onder de strakke vrieshemel wachtten duizenden op het passeren van de bruidstoet en aan de luidsprekers volgden hon derdduizenden de gang van het bruidspaar met ontroering. In de oude, hoge kerkruimte en in heel Nederland klonken de woorden van de predikant, professor Ob- bink: „Ieder huis heeft zijn kruis en ook uw huis zal zijn kruis wel krijgen. Of het ons zwaar valt of licht, of wij eronder bezwijken dan wel het met vreugde dragen, hangt niet af van de zwaarte van dat kruis, maar van de kracht van degeen, die het draagt." HEN en Vijftig saluutschoten klonken over Nederland op de 31ste Jan. van 1938; een prinsesje is geboren en haar naam wordt Bea trix, de Gelukbrengende. De in tense vreugde waarmee Nederland het wiegje in Soestdijk omgaf, ver_ somberde door de steeds toenemen de internationale spanningen. Oor logsdreiging, wapengekletter in de verte en conferenties met ver raderlijke schijnaccoorden. Nog eenmaal klonken weer een en vijf tig saluutschoten: op 5 Augustus 1939 werd het tweede Oranjeprin sesje geboren en haar naam werd een bede: Irene, Vrede. WEINIG later viel de grote duis ternis in: oorlog, bezetting, ontrechting, rechtsverkrachting, massarpoord, plundering, vernieti ging van materiële en geestelijke waardenIn Engeland leed de Koningin het lijden van haar volk. Prinses Juliana met haar dochter tjes was een ballinge in Canada. Prins Bernhard voegde zich voor korte tijd bij zijn gezin, zijn arbeid in het belang der geallieerde oor logvoering riep hem echter weer naar Engeland terug. In het don kerste der tijden gloeide een licht op, fluisterend deed het gerucht de ronde, dat een sterkende zeker heid werd: op 19 Januari 1943 kwam het prinsesje Margriet ter wereld. En de fotocopieën die ge tuigden van dit nieuwe Oranje- (Van onze speciale verslaggever) LANG GELEDEN moet hier Amalia van Solms hebben zit ten treuren over „Moy Heintgen" En van de wanden zag dan zijn beeltenis op haar neer: meer dan levensgrote schilde ringen onder een hoge koepel. Door de vensters en wijd-open- geslagen deuren golfde net als nu het licht binnen en zette het bruin, rood, oranje en goud in warme gloed. En hier zat dan de staatsierijke weduwe te peinzen bij de allegorische schilderingen, die alle wanden vullen en verhalen van de glorie volle daden van haar gestorven gemaal, Frederik Hendrik. Hem ter nagedachtenis liet zij het majesteitelijke koepelgebouw in het Haagse Bos de Sael van Orange bouwen als een indrukwekkend mausoleum voor zijn roemrucht stadhouder schap. QOK AMALIA is vervaagd tot geschiedenis. Maar de Oranje zaal is er nog als een kostelijke er fenis met haar koepel en haar weelderige, barokke wanden. Con- stantijn Huyghens, 's prinsen secre taris, Jacob van Campen, de bou wer van 't Amsterdamse raadhuis, dat tot paleis zou worden, en Pie- ter Post, bouwmeester van het Mauntshuis, schiepen dit gedenk teken voor Frederik Hendrik's le ven. daar waar deze een lustver blijf had willen aanleggen voor zich en Amalia. Van het Haagse Bos, dat zich eens uitstrekte tussen Benoorden- en Bezuidenhout, van Voorhout tot Boshek, is nu drie eeuwen later weinig meer over gebleven, zo min als van Moy Heintgen's plannen voor een lust slot. Wel bouwden andere prinsen na hem de koepelzaal uit tot een Machtig is het schouwspel dat van de vier grote wanden en de inspringende hoeken van de Oranje zaal in het Huis ten Bosch de toeschouwer boeit. Het is een grootse manifestatie van de Vlaamse en Hollandse Barok. Het leven van Fredrik Hendrik, de stedendwinger wordt hier in talloze grote en kleine panelen weergegeven. De opdracht daartoe gaf zijn weduwe, Amalia van Solms, die zijn roem rijk en opofferend leven door het nageslacht wilde doen gedenken. Op deze gedachte is zij waarschijnlijk gebracht door Maria de Medici, die tijdens een bezoek aan de Prinses gesproken moet hebben over het mauso leum, dat deze voor Hendrik IV van Frankrijk had doen inrichten in het Palais de Luxembourg te Pa rijs met schilderingen van Rubens. Deze Vlaamse meester was inmiddels overleden. De Prinses liet daarom haar oog vallen op enkele Vlaamse en Hollandse leerlingen van hem en ging daarbij de grote Hollandse meesters als Rembrandt en Hals voorbij. Voor een schildering voorstellende de triumph van Frederik Hendrik werd de Antwerpenaar Jor daans gekozen. In deze gen hele wand van de grote dc&I beslaande moest vooral naar voren gebracht worden de figuur van de vredestichter. De Prins had inderdaad het pad gebaand voor de vrede van Munster die kort na zijn dood tot stand kwam. De symboliek van de werken is typisch van Huy- gens en doortrokken van Griekse mythologie en zeer ingewikkeld, zoals ook de taal van deze zeven tiende eeuwer. De allegoriën zijn zonder uitleg niet ten volle te begrijpen. De bouwmeester Jacob van Campen, zelf schilder, werd belast met de leiding en de coördinatie van de schilderingen. Hij verstrekte de schilders zeer nauw keurig opdrachten. Zo nauwkeurig dat enkele Jordaens bijvoorbeeld een lange correspondentie met Huygens voerde om onder de benauwende voorschriften uit te komen. Men staat volgens te genwoordige kunstbegrippen versteld, dat de mees ters er in slaagden meesterwerken te scheppen on danks de beperkende voorschriften. Dit kan de re den zijn, dat figuren als Rembrandt gepasseerd werden. Maar in ieder geval is een gaaf barok ge heel bereikt, dat voor ons twintigste ceuwers on danks de bezwaren tegen de barok en tegen de ge kunstelde allegoriën indrukwekkend is. „koninglyk lust-huys int bosch": twee vleugels werden tegen de Oranjezaal aangeplakt. Het geheel mag er misschien niet eleganter op geworden zijn en wat wonderlijk van stijl, palciselijk werd het toch. DE ORANJEZAAL is er het cen trum van gebleven met haar hoge, gekroonde koepel en haar gi gantische, in de architectuur op gaande schilderingen, waaraan tien zeventiende-eeuwse kunstenaars gepenseeld hebben. In een met vier paarden bespannen zegewagen rijdt Frederik Hendrik zijn triumf door het vlammende color iet van Jor daens' weelderige compositie. Ver gulde luchters hangen neer en de zon doet het hrocaat en verguldsel der meubelen glanzen en gloeien als de late rozen buiten in het ro sarium, voorbij het weelderig om- wingerde bordes- In de Oranjezaal worden thans de grote recepties ge houden en waar Amalia van Solms eenmaal haar woonvertrekken had, kunnen nu de gasten anticham breren. Schenkingen van Aziatische vorsten deden er de Chinese en Ja panse zaal ontstaan. Kostelijk lak werk en porcelein, rijk behang van beschilderd rijstpapier en gebor duurde zijde, kostbare schrijnwer ken en plafonddecoraties overwoe keren er elkaar in pracht. Wandel door de zalen en gangen en merk dan het schrille contrast met de kille, ingehouden weelderi ge, eetzaal en vooral de strenge hol met haar witgepleisterde muren, donker eiken trappen en marmeren plavuizen. Een deur blijft er geslo ten, die naar de noordelijke vleu gel. waar de huidige koninklijke vertrekken gelegen zijn. Bewoond worden ze weinig: de sanitaire voorzieningen zijn gebrekkig en er geldt een absoluut stookverbod. Een paleis van drie eeuwen gele den is nu eenmaal een anachronis me, moeilijk aanvaardbaar als woonverblijf, maar kostbaar voor ons als monument van een verle den. OM DAT VERLEDEN mogen de gordijnen oud en verteerd zijn en mag van een fraai geborduurd kamerscherm de zijde verschoten zijn en half vergaan. En uit eer bied voor dat verleden bedwingen we zelfs een lach om de concessie aan de moderne tijd, waartoe een antieke marmeren jonkvrouw in haar gangnis gedwongen werd: vaardig draagt ze een zesarmige luchter, waaraan nuchter en bru taal een electrisch snoer bengelt. Buiten staan auto's geparkeerd en loopt een waakzame marechaussee heen en weer tussen de oude prin- sebeelden aan de paleisingang en het naargeestige centenaarsgevaar te van een schuilkelder in de ver woeste tuin midden voor het paleis Binnen heerst de rust van drie eeu wen en in de gladde gangen han gen de groten uit vroeger tijd waardig in rijen: fiere dames met ronde boezems en konen, trots cn teder tegelijk, imponerende man nen, die men het regeren aanziet, met rode bakken, glimmende neu zen en scherpe blik. Heden en verleden raken elkaar sterk in Huis ten Bosch. Na Amalia toefden er vele prinsessen en prin sen. stadhouders en hoogwaardig heidsbekleders. Het is alsof hun geest er nog voortleeft tussen alle antiek en oude kunstvoorwerpen, ondanks telefoons en electrische verlichting. Een vogel schreeuwt en OP DE stert vliegt tegen een venster, dat kiert in zijn verzakt kozijn. Een antiek uurwerk slaat onze tijd met venij nige slagen. Verstarde leeuwen tor sen oude maar zich handhavende wapenschilden tegen een koepel plafond. Een vliegtuig passeert laag. En een wat schichtig paard naast Frederik Hendrik's zegekar steigert door de eeuwen heen. PALEISKOEPEL glin- de grote kroon in het scherpe zonlicht en de gezengde lucht trilt boven de daken. Een ruiter trekt voorbij, het Haagse Bos in, en een maaier haalt brede sla gen door het gras. Loom tekent zich het goor-blekc naakt van schroomvallige tuinbeeldjes af te gen het groen van gazons en stru weel. In het park heerst de se rene rust van een landelijke zo mermiddag; slechts wat muskieten warrelen boven de omzoming der vijvers. Roerloos drijven er de plompeblaren en de witte kelken der waterlelies. De statige rode beuken en de overhangende lin den spreiden onbeweeglijk hun blad. Kikkers liggen te zonnen en de vogelrijkdom verschuilt zich in de takken. Een enkele eekhoorn flitst een boom in zonder gerucht. De tijd staat stil cn de klok kon eeuwen teruggedraaid zijn, want het fluiten van een tram blijft vaag en ver. Dit is het moment, dat legende en historie levend kunnen worden: er is weinig ver beelding voor nodig om in het lommer gestalten te ontwaren, be dachtzaam schrijdend in naüwge- regen brocaat. Amalia uit haar schilderij gestapt, prinsen cn vor sten uil de vergetelheid even te ruggekeerd. Waarom niet? Het Huis ten Bosch bewaart hun wezen En de sfeer van het oude. glorierijke en pompeuze kan sterker zijn dan onze nuchterheid. Vorstenhuivelijk was de Duitsers niet welgevallig De Duitse autoriteiten toonden zich In 1936 weinig ingenomen met het huwel\ilc van prinses Juliana en prins Bernhard. In November no digde Hitier prins Bernhard uit voor een onderhoud. Een paar uur tevoren pntving hij een klein, in burger gekleed. mannetje in audiëntie: ir A. A. Mussert. Over het onderhoud tussen prins Bern hard en Hitler is toentertijd niets bekend gemaakt. In de kringen van de rijkskanselarij vernam men echter al spoedig, dat de prins correct, maar opvallend koel en gereserveerd was gebleven. Over deze houding, die prins Bernhard ook nadien handhaafde, was Hitier in hoge mate ontstemd. Goering kwam toen met de eis, dat op de huwelijksdag in Nederland de ha kenkruis-vlag gehesen zou worden. Ondanks enkele opgeblazen z.g. vlagincidenten heeft Hitier toen toch nog een telegram met geluk wensen aan koningin Wilhclmina gestuurd. s De oorspronkelijke voorgevel van de Oranjezaal ligt thans midden in de achtergevel van het huidige Huis ten Bosch. Omringd door het groen van klimop en linden biedt zijn bor des een uniek uitzicht op het in het begin dezer eeuw aangeleg de rosarium. (Eigen foto) f?—" 4W A and VOOR TWAALF EN EEN HALFJAAR: •jekaerdaan 7, Am». J^'foon administratie ïois J?E BOORD! vij tc- In ko- com- 11 te 2en i ;hcle I vaar- af- bij eer- talc gc- °P Heus Do „Sacl van Ora 5,7 - eeuw na haar L 1 vleugels en procid }4het konejvï" Huis ten Bosch on H M Kponi£ brede gazons, luiste tyt r» r, prj ld gen in het Haagse 45 tar de laatste oorlog t pracht verloor. ,q iar 3 J \sdienst op T-\ IE das van 7 Januarj. '"bSei- ligt die, door de sch. v.: Tec/,f gebeurtenissen van ruirr» jj g0 later, diep in het verlat siechter.tfp* ken! Hoe herdenken 23'/. 23T, Cooler die vijf jaren van elli«7% een fr/dM" glimlach vol peinzendfiche. Wat had het jonge een Op 2 destijds eigenlijk verschi op 2 maakt aan grote staat.--rn beve gene sen dan triestige dingü»^ geen iralg gen, t.w. het ovcrlijdcrJ \Jigd iel kaar van onze geliefd,pentsstfhé Moeder Emma. cn vanVtnccrd h drik. Daarna stilte; alles 's femel c voort langs lijnen van g* drukke, held. niet gerekend twijgen l daarbij de onrustbarenr plotfellii loosheid en het sabelge is: vó& de Oostelijke grenzen, eei i n zij die 1914—-'18 niet had'efc/jsefc- leefd. als niet zo ernstig tallen va,. te moeten beschouwen; lo' tslag ku:ti gementon. grote mond# \s tov reet niet. Buitendien, in 191 'aJv'in de I we er toch ook nagentMjy». n de Oi kleerscheuren afgekomtr1"1-6^ imandi lons. niet zo zwart g\k4 als na i Emp emen. hct O En ziedaar, nieuwe ruu tanc ovaties voor het V d Wfr volk was als in een ro> moto Bernhard had zonder v rkMg de Nederlandse harten ^u-Sjter b Als door een toverstaf aarïgev».jg was hier alles veranderd na d - verloving in September 1936. H was tot veler verwondering dat h- vorstelijke huweliik bepaald wer I in de guurste tiid van 't iaar: waar om geen mildere maand gekozen' Dat zou een koele feestvreugde worden. Met verwondering zagen we in Den Haag de houten tribunes opslaan o.a. aan de Laan Copes, en we zeiden: „Om te rillen, om kou te vatten. Gedurende de nacht van 6 op 7 Januari hadden duizenden zich al een standnlaats verzekerd en wachtten er uren en uren Wel een bewijs van medeleven met de komende gebeurtenissen in het al oude Oranjehuis; men wist. er was iets groots op komst. Die bewuste ochtend, toen ik me al vroeg met miin familie naar 't huis aan de L. van Meerdervoort begaf, vanwaar we een prachtgezicht op do Anna Paulownastraat zouden hebben, waar de stoet voorbijtrok, zag men allerwegen mensen met stoeltjes en bankjes zich reppen; velen ook hadden een soort periscoop, waar mee ze boven de mensen uit kon den kiiken. Heel de stad was luisterrijk ver sierd. optochten, muziek; in bijna alle kerken orgelbespelingen (gra tis toegankelijk); ook ondergete kende werkte aan een ervan mee. En daar zagen we de Gouden Koets: 't sprookje herleefde. Schit tering van goud, rood en oranje en koperglans van klaroenen, luistcr- prachten waaraan de nieuwe tijden van nuchtere zakelijkheid zo arm waren. Zie verder pag. I*

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 5