Briand, een groot mens - vader
van Pan-Europese beweging
Riiigeïtje beleeft een avontuur
Fabrieken kunnen overtollig
fruit niet opnemen
Duitsers haalden streep door zijn
verbroederingsreken ing
(jan Jbomijn sm ds. vcüihmió.
mjm
J
Weer naar
school
Appelsap heeft toekomst als het
goedkoper wordt
Zaterdag 27 Aug. 1949
SCHIMMEN VAN VLEES EN BLOED
A,
L LS men de speciale geschied
boeken naslaat, zal men andere
namen vinden voor de vaders van
de Pan-Europese beweging. Maar
toch zweeft de vergaderden te
Straatsburg één bijzondere naam
voor de geest als die van de be
langrijkste der voorgangers: de
naam van Briand. Hij was de eer
ste machtige figuur, die zijn poli
tiek bestaan op het spel zette voor
deze grote gedachte. Dank zij hem
heeft een jaar lang die gedachte te
Genève op de vergaderingen van
de Volkenbond zo op de voor
grond gestaan, dat vele harten
sneller ervan klopten. Hij bracht
haar binnen de kring van de prac-
tische diplomatie. Dat was om
streeks 1930. Briand*was toen ech
ter reeds politiek een op dood
spoor geschoven man. Hij bestond
nog voort dank zij zijn onuitroei
baar geworden internationaal pres
tige. Het waren de Duitsers, voor
wier rehabilitatie in de internatio
nale politiek hy meer gedaan had
dan enig ander regeerder, die hem
dit hadden berokkend. Hij had
Stresemann vertrouwd, en tussen
hen was volmaakte openhartigheid
geweest. Maar Stresemann's op
volger, dr. Curtius, sloot, kort na
de dood van zijn voorganger, een
verdrag met Wenen, dat als voor
loper van de Anschluss bedoeld
was. Er is niets daarvan terecht
gekomen. Maar de schade was
aangericht. Curtius had Briand,
evenzeer als de rest van de wereld,
met zijn overeenkomst overrom
peld. Briand had ingestaan voor de
Duitsers: Deze schok voor zijn
prestige in Frankrijk is hij niet
meer te boven gekomen. En twee
jaar later stierf hij.
Het is op dit ogenblik gepast,
Briand wat nader te bekijken.
Niet zozeer als staatsman. Dat zul
len wij aan de historici moeten
■door
Dr. M. v. Blankenstein
overlaten. Als mens was hij even
zeer een belangrijke, en vooral
schilderachtige persoonlijkheid.
Zijn roem als redenaar is nog
niet vergeten. Hij was begaafd met
een prachtige stem. Zijn bariton,
zei de een; zijn violoncel, zei de
ander. En beide karakteristieken
waren juist. Nooit heb ik een zo
indrukwekkend, zo boeiend en
meeslepend -redenaar meer ge
hoord. Er kon echter in zijn sonore
welsprekendheid iets beklemmends
zijn. Het was een gebeurtenis hem
te horen als hij iets te zeggen had,
als hy een grote gedachte ontwik
kelde of nieuwe hjrizonten be
schreef. Niet licht ook zal mij zijn
begroeting van de Duitsers in de
Volkenbond uit het geheugen gaan.
En treffender nog was zijn toe
spraak tot Stresemann, aan het
noenmaal van de pers, dat onmid
dellijk daarop volgde.
Maar als hij niets te zeggen had
en dat kwam ook wel voor
dan sprak hij met precies dezelfde
welsprekendheid en welluidend
heid. Het trok alle registers uit,
maar de muziek had geen inhoud.
Men moest eerst weer een van zijn
ontroerende, echte redevoeringen
horen voor men dat hem vergeven
kon.
Briand was geen pretentieus
man. Hij bleef, met alle zelfbe
wustheid, de eenvoud zelf. Men
kon zijn uiterlijk niet verzorgd
noemen. Verzorgd was ook niet de
grammaticale bouw, of zelfs maar
de grammaticale correctheid van
zijn redevoeringen. Hij was zeer
toegankelijk en van een soms ver
wonderende openhartigheid. Van
ophef was hij niet gediend. Ik her
inner mij een aardige scène, op een
besloten theevisite op de Quai
d'Orsay. Veel was er geschreven
over Briands hartstocht voor de
hengelsport. Dat was het enige,
wat in zijn figuur „menselijk" was
voor de Britten. Lloyd George had
geprobeerd hem te leren golf spe
len, maar dat moest bij een enkele,
schuchtere poging blijven. Men
zeide dat zij elkaar verstaan kon
den als Lloyd George Welsh, en
Briand Bretons sprak. En zij be
grepen elkaar goed. Deze vriend
schap bleek niet genoeg om Briand
tot lichaamsbeweging te overreden.
Weinig Britten zullen het funda
mentele verschil tussen een Franse
en een Britse hengelaar hebben
beseft. Dat bleek bij die theevisite.
Amerikanen begonnen zeker er van
weerklank bij hem te vinden, een
geestdriftig, technisch gesprek
over de hengelsport. Geen koud-
waterstraal kon afkoelender uit
werking hebben dan bij die gele
genheids Briands nuchtere zelf
spot.
„Ja, ik weet, men spreekt van
mijn hengelen," zo zeide hij. „Weet
U hoe ik dat doe? Een balkon van
mijn huis ligt boven het water. Op
dat balkon heb ik drie hengels uit-
liggen. Ik zelf zit prettig te lezen,
in de kamer achter het balkon,
Aan de top van iedere hengel zit
een belletje. Ik ken ze alle drie
naar hun klank. Trekt er nu een
Den Haag luidruchtiger
dan Amsterdam
DEN HAAG Het verkeers
lawaai, veroorzaakt door geluids
signalen van motorrijtuigen in Am
sterdam is ongeveer 15 minder
dan in Den -Haag. Den Haag is dus
nog steeds het rumoerigst, ondanks
het feit dat in deze stad het ver
keerslawaai binnen een jaar tijds
met een derde is afgenomen.
Een klein deel van de automo
bilisten en motorrijders, aldus het
permanent anti-lawaai-comité, is
verantwoordelijk voor een groot
deel van het straatlawaai. Deze ge-
woontetoeteraars dienen te beseffen,
dat zij op of nabij kruispunten in
bebouwde kommen zo behoedzaam
en beheerst moeten en kunnen rij
den, dat geluidssignalen overbodig
zijn.
AR1STIDE BRIAND
vis, dan hoor ik geklingel en ik
weet tegelijk, bij welke hengel ik
zyn moet."
De Amerikanen waren diploma
tiek genoeg, hun ontzetting te ver
bergen.
Briand wist voortreffelijk hoever
hij gaan kon met het type van de
goede internationale journalist.
Sonis leek zijn openhartigheid
zelfs de vakman vermetel. Ik her
inner mij hem in een niet zo kleine
kring te zijnen huize. Amerika had
een moratorium voorgesteld voor
Duitsland, maar Frankrijk verzet
te zich daartegen met verbittering.
Het waren dagen van spanning.
Het was een Amerikaans journa
list, die deze spanning ter sprake
bracht.
„Laat u niets wijsmaken," merk
te de minister op. „Hoe kan er nu
echte spanning zijn. Weet u er iets
anders voor ons op dan toegeven?
Het is alles onvermijdelijke ver
toning."
Briand wist dat hij geen. risico
liep. Uit dergelijke gesprekken
lekt zelden iets uit. Heel veel ge
vaarlijker nog heb ik eens Strese
mann in grote kring horen „uit
flappen". Tal van nationalistische
Duitse journalisten waren erbij
tegenwoordig. Het was aan het
einde van de conferentie van Lo
carno. Had een van deze heren
Stresemann"s woorden politiek ge
bruikt, rijkskanselier Luther, Stre
semann en het verdrag, zij waren
alle drie de lucht ingegaan. Dit ge
beurde echter niet. „But this is an
other story".
Hoe beter men Briand leerde
kennen, des te aantrekkelijker
werd zijn figuur, ondanks zijn
fouten en zwakheden en ondanks
alles wat men over hem verteld
had, uit de dagen toen hij minder
oud en gemakzuchtig was. Poin-
caré was de man die alles wist
in verbluffende mate! maar
weinig begreep Briand was haast
zo onwetend als Lloyd George,
maar hij overtrof deze nog in de
behandeling van duistere situaties.
Daarbij was hij menselijk dieper
dan de man uit Wales.
Typisch is het volgende. Na de
rampzalige brand van het Neder
lands paviljoen op de koloniale
tentoonstelling te Parijs, sprak
Briand mij daarover aan. Hij
schudde het hoofd over het onge
luk. „Maar ik wilde u iets vragen.
Was dat paviljoen brandvrij ge
maakt?" Ik kon hem verzekeren
dat bijzondere zorg daaraan be
steed was. „Juist wat ik dacht", zo
zeide hij. „Dat moet men niet doen.
Want anders willen de goden
steeds bewijzen, dat zij zich
niets van hoeven aan te trekken.
Men moet die niet tarten".
Dit was meer dan een'grap. Het
was kenmerkend voor zijn politiek:
Groots optrekken, de vrede fun
deren. maar de goden niet tarten
door 'al te veel veiligheid te ver
langen. Dat was zijn tegenstelling
tct Poincaré. Deze vroeg het on
uitvoerbare, Briand het ontoerei
kende.
Tussen Briand en Stresemann
was grote vertrouwelijkheid ont
staan. De tolken moeten meesters
in hun vak zijn geweest. Want een
gemeenschappelijke taal hadden
beide mannen niet. Briand sprak
enkel Frans (en Bretons) en Stre
semann een beetje zeer onbeholpen
Engels naast zijn Duits. Ziet hier
mijn treffende ervaring met hun
vriendschap.
Enige weken voor zijn dood had
ik te Scheveningen een zeer lang
gesprek met Stresemann. Ondanks
zijn uitputting sprak hij 2\\ uur,
met een zachte stem die ik" niet
van hem kende, over zijn vrienden
en vijanden. In lange rij passeer
den politieke figuren de revue.
Stresemann eens de felle strijder
ei: hater, behandelde allen zonder
onderscheid met begrip en zo groot
mogelijke waardering van hun we
zen. Ik wist toen, dat hij bezig was
een afrekening te maken met het
leven.
Met bijzondere warmte sprak hij
over Briand. „Nooit heeft hij mij
bedrogen, altijd heeft hij waarheid
gesproken en tot het uiterste ge
probeerd te vervullen wat hij mij
had toegezegd. Ook als het anders
leek. wist ik steeds wat ik aan hem
had".
Het jaar daarop hield Briand te
Genève zijn gebruikelijke grote
rede aan het noenmaal van de
journalisten. Hij kwam wat stroef
op gang maar hij raakte in vuur
toen hij Stresemann herdacht. Met
zijn indrukwekkend pathos sprak
hij: „Ik zie de schim van Strese
mann voor mij. Hij roept mij toe:
Mijn vriend, gij hebt mij nooit be
drogen". En ik was diep getroffen,
toen hij voortging, en bijna woor
delijk Stresemanns uitspraak weer
gaf-
Ik kon niet nalaten, Briand
's middags van Stresemanns woor
den te Scheveningen te vertellen.
„Gij haalde bijna woordelijk zijn
oordeel aan".
Briand viel mij in de rede: Na
tuurlijk wist ik dat Stresemann zo,
er niet anders zou spreken. Ik had
van Curtius verwacht dat hij dit
zou hebben gezegd. Nu hij het
niet deed, besloot ik, het zelf te
zeggen. Ik had recht daarop!
Briand was een mens.
Nog dit jaar nieuw
verkeersreglement
Vyf rij bevoegdheden
in dc toekomst
(Eigen bericht
DEN HAAG. Naar wij verne
men wordt overwogen in de nabije
toekomst militaire rijbewijzen met
gewone rijbewijzen gelijk te stellen.
Reeds zijn maatregelen genomen,
die er op neer komen, dat gedemo-
biliseerden uit Indonesië gratis de
rijproeven voor het burgerlijke rij
bewijs kunnen afleggen. Dat bete
kent, dat er thans nog steeds een
duidelijk verschil tussen de militai
re en de burgerlijke rijcapaciteiten
wordt gemaakt. Op de duur is ech
ter, indien de conferentie van de
sub-commissie voor het wegvervoer,
die thans in Genève gehouden
wordt, er in slaagt een wereldver
drag voor het wegvervoer af te'
sluiten, de instelling van vijf rijbe-
voegdheden te verwachten: rijbe
voegdheid a voor motoren met en
zonder zijspan; b voor personen
auto's met ten hoogste acht plaatsen
en voor vrachtauto's tot 3500 kilo
laadvermogen: c voor vrachtwagens
met hoger laadvermogen; d voor
personenvervoer van meer dan 3
personen; en d voor het besturen
van de voertuigen van b, c en d met
een zware trailer. Vermoedelijk zul
len de militaire rijproeven dan even
zwaar worden als de burgerlijke.
Volgens de plannen, welke aan de
Geneefse conferentie zijn voorge
legd zou een rijbewijs worden inge
voerd, waarop al de bevoegdheden
zijn aangegeven. Door stempels zal
worden vastgelegd, welke bevoegd
heden zyn verleend. Dat zal gelden
voor het nationale rijbewijs, dat het
formaat en de vorm van het Neder
landse persoonsbewijs zou krijgen,
en voor het internationale, dat veel
groter wordt.
Voorts vernemen wij, dat het nieu
we Nederlandse wegenverkeersre
glement dat nu 'reeds tien jaar in
voorbereiding is. vermoedelijk nog
dit jaar van kracht zal worden.
Met dit verkeersreglement zullen
ook de nieuwe verkeersborden wor
den ingevoerd, welke duidelijk
herkenbare symbolen zullen voeren,
die reeds in overeenstemming zijn
met de borden welke zijn voorge
steld aan de conferentie van Genève.
DE KINDERKRANT
Bioscoopexploitanten in
Beverwijk willen sluiten
BEVERWIJK. De exploitanten
van de drie bioscopen, die in Be
verwijk zijn gevestigd, overwegen
hun theaters te sluiten. Zij hebben
een dringend verzoek gericht tot
het gemeentebestuur om dc verma
kelijkheidsbelasting te verlagen als
klemmend bewijs. Zij hebben hun
balansen van de eerste zes maanden
van 1949 overgelegd, waaruit moet
blijken, dat gedurende deze periode
voortdurend met verlies is gewerkt.
DEN HAAG. Zondagavond om
vyf over acht uur zal de Nederland
se ambassadeur te Washington, mr
E. van Kleffens, die hedenmorgen
na een kort bezoek aan Nederland
naar de Verenigde Staten terugkeer
de, via Hilversum II te beluisteren
zijn in een radio-interview.
LT R was eens een meisje dat al-
J—tijd avonturen beleefde. Zul
ke meisjes heb .fe. Sommige meis
jes beleven nooit ereis iets en an
deren weer altijd iets. Goed, dit
meisje heette Ringeltje en het
was op een mooie dag in Augus
tus, dat Ringeltje heel op haar
eentje het bos inliep. Eerst over
het paadje, dat bij het bruggetje
uitkwam, toen over het paadje
dat door de open plek ging en
toen over het paadje, dat ze nog
niet kende.
Het was mooi weer, Ringeltje
zong en huppelde onder het wan
delen en zag toen ineens een
huisje staan tussen de bomen,
een wit huisje. En voor de deur
stond een tafel en op die tafel
stond een glas rode limonade. En
een rietje. Mmmmm! zei Ringel
tje. Ze was warm en ze was moe,
ze had dorst en wat deed ze? Na
tuurlijk het glas leegdrinken, he
lemaal leeg. Maar och', toen ze
dat gedaan had, toen gebeurde er
zo iets geks' Ringeltje kromp.
Ringeltje werd kleiner en kleiner
en kleiner, ze volde dat ze klei
ner werd, ze zag alles om haar
heen reusachtig groot worden en
zelf kromp ze, tot ze zo groot was
als een beukenootje. Help. help,
gilde ze, maar ook haar stemme
tje was kleiner geworden en nie
mand hoorde haar Niemand, be
halve de heks. De boze heks Ku-
kelien, die in het huisje woonde.
Zij kwam naar builen, pakte de
kleine, de heel heel kleine Rin
geltje op en nam haar mee naar
binnen, zo, tussen duim en Wijs
vinger. Ringeltje spartelde, maar
het hielp haar niets, ze moest in
de naaidoos. Begin maar eens met
klosjes op te winden, zei de boze
heks Kukelien en daar zat Rin
geltje.
JMU 't was een vreselijke rom
mel in de naaidoos, 't was er
bijna helemaal donker en een
wirwar van draadjes. Ze probeer
de om de klosjes op te winden,
maar ze waren veel te groot voor
haar, want ze was nu zo klein en
eindelijk was ze uitgeput en viel
in slaap. En ze werd pas wakker,
toen ze een stem hoorde, die riep:
Miauw, miauw, kom eruit, en
gauw!
Dat was de grote grijze poes
van Kukelien de heks. Ze lichtte
met haar pootje het deksel van
de naaidoos op en Ringeltje
kwam er uit.
Ssst, siste de poes, geen leven
maken, 't is al nacht en Kukelien
slaapt!
Kan ik weer groot worden, zei
Ringeltje. kun je me helpen?
Ja je kunt weer groot worden,
zei de poes. als je van de groene
limonade drinkt, die boven op de
kast staat.
En werkelijk daar stond de fles
met groene limonade, maar 't was
te hoog, veel te hoog voor kleine
Ringeltje.
Ik zal je boven op de kast hel
pen, zei de goede poes. Ze nam
Ringeltje voorzichtig in haar bek
en sprong met haar eerst op de
vensterbank en toen op de kast.
Nu was het een heel moeilijk
werk, om de §top van de fles af te
krygen, daar was Ringeltje wel
een uur mee bezig. Eindelijk was
de stop er af. Hoe moet ik er nu
uit drinken, vroeg ze. Met een
rietje, zei de poes. Hier is er een.
Ringeltje dronk en dronk en ze
voelde zich groeien. Opeens stoot
te ze het hoofd tegen het plafond,
nu dat was het bewijs dat ze
weer een gewoon meisje was ge
worden.
Maak nu. dat je wegkomt, zei
de poes en doe de deur zachtjes
achter ie dicht
Zal Kukelien jou geen kwaad
doen, vroeg Ringeltje. als 2ij
merkt dat je mij hebt geholpen?
Zij zal het niet merken, zei de
Roes, ik weet van niets, mijn
naam is haas. En ze ging zitten
slapen in de maneschijn voor het
raam.
"D INGELTJE holde naar huis,
zo hard ze kon. Haar moe
der stond al op de stoep, ver
schrikkelijk ongerust, dat begrijp
je, en ze gaf Ringeltje een draai
om de oren en stopte haar in bed.
En de volgende dag wou Ringel
tje vertellen, wat ze nu weer voor
een avontuur gehad had. maar ze
wist niet meer zeker of het wel
waar was gebeurd. Of het mis
schien een droom was geweest.
Zo gaat het soms met avonturen,
is 't niet?
y$,i9L
KA?
ZIE hier 't verhaal van Jan
Komijn,
hij loas niet groot, hij was nog klein,
maar Jan was flink en Jan was
aardig
en bovenal: Hij was hulpvaardig;
en op een mooie dag zei Jan
Zeg Opa, wat denkt U ervan
als ik de appels eens ging plukken,
zou dat wel gaan, zou dat wel
lukken?
Wel Jan. zei Opa, 't kan gebeuren
begin maar met de bellefleuren
Maar scheur je broek niet, wees
een man,
en eet niet te veel appels Jan.'
- j?
een heel groot varken, dat daar lag,
begrijp je wel, hoe erg hij schrok?
De varkens waren uit het hok!
Mf AT moet ik doen, riep Jan
Komijn
Kijk, hier een zwijn en daar een
zwijn!
Ze zijn warempel met z'n vijven
daar "staan ze met hun dikke lijven!
daar staan zé met hun varkenskop
en eten al mijn appels op!
O, Opa, Opa, moord, brand, roof!
Maar Opa ivas een beetje doof,
en hoorde niets van al dat gillen
Jaïi zat te beven en te rillen!
Hij zag het voor zijn oog gebeuren:
JThAAR hingen al die bellefleuren! Daar gingen al zijn bellefleuren!
U Zo dik en rond met rode Wat kon hij doen? Hij moest
Zo dik en rond met rode
kleuren.
Jan koos een boom en klom erin,
ziezo, dat ivas vast het begin.
Hij plukte appels, onze Jan
en at er zelf geen ééntje van
Maar wat was dat ineens? Och
heden!
Hij keek toevallig naar beneden
en weet je wel wat hij daar zag?
daar blijven
en Opa kwam pas tegen vijven,
die joeg toen, kssjt, de varkens
vlug
weer in het varkenshok terug.
En Jan Komijn kwam naar benêe
en huilde, ach, een tranenzee!
Hij is nog heel lang blijven treuren
om al die mooie bellefleuren.
IJIER heeft U een vlot
modelletje voor
meisjes van omstreeks 14
jaar: niet te oud en ook
niet kinderachtig. Heel
leuk voor een streep of
ruitje, toaarbij U de stof
in verschillende richtin
gen kunt gebruiken en
ook uitstekend geschikt
om van oud nieuw te ma
ken. We kunnen hier
maar twee voorbeeldjes
geven, maar U ziet zelf
wel, dat er nog zeer veel
andere mogelijkheden
zijn.
U knipt het pasje los
van het. rugpand, waarna
U de patroontjes van het
lijfje en van de rok langs
de staande lijnen door
knipt. Het voorpasje
heeft twee klepjes, die
een tegenbelegje van de
zelfde stof krijgen. De
achterkanten van het
rugpasje worden even
eens van een belegje
voorzien, dat U desge
wenst ook kunt aanknip
pen. De 6 cm. brede baantjes in voor- en rugpand worden op de
andere gestikt, waarna U ook de pasjes opstikt. Zij- en schouderna
den sluiten. In de linkerzijnaad laat U een taillesplitje open voor
drukknoop- of treksluiting. De delen van, de rok verbinden we met
elkaar en leggen dan x op
vallend
J2 22 2. /O
5. 23 29 359/VS
6. IV 29 W.
de plooien
die aan de bo
venkant doorge
stikt worden.
De rok wordt
aan het op z\j
even ingehouden
lijfje geuaaid. We
zetten de mouw
tussen het dubbel
gevouwen man
chetje, rimpelen
de kop even in en
naaien hem dan
met de naad 2 cm.
voor de zijnaad in
het armsgat.
De halsrand zet
ten we tussen de
dubbele stof van
de kraag. Maakt u
een witte kraag,
dan werkt u de
ftalsrand met
schuine biesjes af
en hecht de kraag
er met de hand
in.
Voor het ge
streepte jurkje
zoals hier gete
kend, heeft u on
geveer 2 M. stof
van 90 cm. breed
nodig.
Niet iedere appel
is een Jam-appel
Waarom die cijfers?
Wel, er zijn op het ogenblik
mensen, die zeggen: breng al dat
overtollige fruit van deze zomer
naar de fabrieken en laat er jam
van maken.
Dat klinkt wel erg eenvoudig,
maar zo eenvoudig is het niet.
Want kan men nu in ernst ver
wachten, dat de fabrieken op grote
schaal een product gaan maken als
zij van te voren weten, dat zij er
geen afzet voor hebben? „Wij zou
den in Nederland met onze onge
veer honderd fabrieken best veel
meer kunnen verwerken", vertelde
me een grote jamfabrikant, „maar
het is momenteel niet verant
woord".
De fabrieken zitten vaak nog
met voorraden van het vorige jaar
en ze maken wel normaal nieuwe
partijen aan, maar verder gaan ze
niet.
Alle hout geen timmerhout
Er komt nog iets anders bij.
Denkt u niet dat iedere appel
maar geschikt is voor jam! Daar
gaat het nu juist om. Al die appels
die op het ogenblik naar de belt
gaan, zijn voor de fabrieken waar
deloos. „Wij willen ze voor niets
nog niet hebben", zei de fabrikant.
De jamfabrikanten zijn mannen
met een ervaring van vele tiental
len jaren. Nooit zal men het bele
ven, dat ze met de verwerking van
de appels beginnen voor de vijfde
of zesde September in het land is.
Om de eenvoudige reden dat de
appels, die ze vóór die tijd kun
nen krijgen, ongeschikt zijn. Ze
hebben niet genoeg pectine en juist
die pectine geeft de geleerkracht.
Zonder geleerkracht wel fruitpap
die zelf wel eens jam gemaakt
maar geen jam. De huisvrouwen,
hebben, weten er van mee te ura-
ten. Wat zal de fabrikant op het
ogenblik dan met appels doen!
Appelmoes in blik
En appelmoes dan? Daar moet
de fabrikant ook al het latere fruit
(Van onze speciale verslaggever)
TIEL. Een kennis heeft pie onlangs verteld, dat hij nooit meer jam
op zyn brood at. „Ik heb in de oorlog uit den treure jam moeten eten,"
zei hy, eerst brood met boter en jam, toen brood met alleen maar jam.
Nu we wèer wat anders kunnen krijgen moet ik geen jam meer hebben.
Misschien begin ik er later weer eens aan. Op het ogenblik is het alleen
voor de kinderen."
Nu is dat misschien een byzonder geval. De meeste mensen gebruiken
nog dagelijks jam, u en ik en ons hele gezin. Maar wy smeren het niet.
zo veel meer op ons brood als in de oorlog. En dat is duidelijk te merken
aan de omzet van de jamfabrieken. Want gebruikten wy in de bezet-
tingstyd met elkaar in Nederland zo ongeveer 32 millioen kilo jam per
jaar, nu kunnen we het met onze inmiddels toegenomen bevolking niet
verder dan tot 18 millioen kg. brengen.
u niet denken, dat er maar onge
limiteerd appelmoes ingeblikt kan
worden. Want dan zal men er toch
eerst blik voor moeten hebben. En
daarvan is de hoeveelheid maar
beperkt.
Neen, de fabrikant houdt zich op
het ogenblik maar bij de pruimen
Die neemt hij in deze dagen in
enorme hoeveelheden op. Met
vrachtauto's vol worden ze de fa-
briekspoorten binnen gereden, de
hele dag door.
Wist u, dat de fabrieken in 1947,
toen er even grote fruitoogst was
al? dit jaar, 18 van de pruimen
afgenomen hebben? Voor appels
was het 14,5 en voor peren
1.4
Dat lekkere appelsap
Kunnen de appels niet verwerkt
v/orden tot appelsap, heeft een le
zer ons gevraagd.
Neen, dat kan evenmin. Daar
nemen de fabrieken ook de betere
appels voor en bovendien wol
moeten ze met dat appelsap begin
nen?
Een groot weekblad heeft dezer
dagen, in verband met het dalend i
bierverbruik, geschreven, dat het
appelsap „in het offensief" is.
Maar dat is nog al een boude be
wering. Want wij drinken in Ne. 1
derland per jaar niet meer dan
een halve liter appelsap per hoofd
der bevolking. Het bier, dat altijd
nog op een verbruik van 14,6 liter
per hoofd kan rekenen, behoeft
voor het appelsap dus niet be
vreesd te zijn. Voorlopig in ieder
geval niet.
Een fabrikant van appelsap el
ders in het land, liet ons de grote
voorraden ziep, die hij nog over
had van het vorige jaar. „Ik koop
er nu met de nieuwe oogst wat
partijen uitstekende appels bij om
het sap van het vorige jaar nog iets
beter van smaak te maken, maar
aan het aanmaken van nieuwe
grote voorraden waag ik me niet",
zei hij.
Nu zyn dit de feiten. Men mag
ze vervelend vinden, maar dat
doet aan de waarheid niets af. Er
wordt op het ogenblik veel recla
me voor het Nederlandse appelsap
gemaakt en daar is alles voor te
zeggen. Het is een zeldzaam geu
uit zuiver sap van de beste appels
bestaat, met de echte, oorspronke
lijke, pittige geur en smaak.
Limonade goedkoper
Natuurlijk is dat lekker en het
is uitermate gezond ook. Maar een
flesje .van ongeveer een kwart
liter lrost een kwartje. Dat kunnen
veel mensen, als ze eens. uit zyn
of als ze thuis een keer iets ver
frissends willen drinken, nog wel
betalen. Maar een moeder die kin
dervisite heeft, koopt voor een
gulden of minder een fles limona
de-siroop Daar kan ze veel meer
van schenken. Daar is ze veel
goedkoper mee uit.
Dat weten de fabrikanten ook
wel. En de practyk van de onver
kochte voorraden heeft het ze nog
eens opnieuw verteld. Dacht u nu.
dat de fabrikanten op dit moment
op waarlijk grote schaal appelsap
of zoete most gaan maken? Dat
kan men toch moeilijk van ze
eisen!
Het appelsap, een der beste pro
ducten van onze bodem, verdient
•inderdaad een grote toekomst. Dat
het een product met mogelijkhe
den is bewijst Zwitserland, v. aar
men er per hoofd der bevolking
dertig maal zo veel van drinkt als
hier. Maar als het appelsap in Ne
derland populair wil worden, dan
zal men het goedkoper in de win
kels moeten brengen. Als men
daar niet in jslaagt dan kan het
appelsap nooit een volksdrank
worden en dat is toch nodig als net
een van de middelen moet zijp om
de Nederlandse kwekers in de toe
komst van hun fruit af te helpen.
VOOR DE OORLOG trokken
jaarlijks duizenden vreemdelin
gen naar de Zeeuwse plaats Mid
delburg. om in de eerste plaats
het zeldzaam mooie Gotische
stadhuis uit de 16de eeuw te be
wonderen. Doch ook de oude Ab
dijkerk met de 85 meter hoge
„Lange Jan" werd nooit door de
vreemdelingen vergeten. Zoals
zoveel plaatsen werd ook Mid
delburg door oorlogshandelingen
zwaar getroffen. Op het ogenblik
is men hard. bezig de schade te
herstellen aan huizen en gebou
wen. De „Lange Jan" in de stei-
pers.
n -•»-<. V. -- j tCM iVHioajiu
voor hebben en bovendien moet 1 rig, fris en natuurlijk product dat,