Briand, een groot mens - vader van Pan-Europese beweging Riiigeïtje beleeft een avontuur Fabrieken kunnen overtollig fruit niet opnemen Duitsers haalden streep door zijn verbroederingsreken ing (jan Jbomijn sm ds. vcüihmió. mjm J Weer naar school Appelsap heeft toekomst als het goedkoper wordt Zaterdag 27 Aug. 1949 SCHIMMEN VAN VLEES EN BLOED A, L LS men de speciale geschied boeken naslaat, zal men andere namen vinden voor de vaders van de Pan-Europese beweging. Maar toch zweeft de vergaderden te Straatsburg één bijzondere naam voor de geest als die van de be langrijkste der voorgangers: de naam van Briand. Hij was de eer ste machtige figuur, die zijn poli tiek bestaan op het spel zette voor deze grote gedachte. Dank zij hem heeft een jaar lang die gedachte te Genève op de vergaderingen van de Volkenbond zo op de voor grond gestaan, dat vele harten sneller ervan klopten. Hij bracht haar binnen de kring van de prac- tische diplomatie. Dat was om streeks 1930. Briand*was toen ech ter reeds politiek een op dood spoor geschoven man. Hij bestond nog voort dank zij zijn onuitroei baar geworden internationaal pres tige. Het waren de Duitsers, voor wier rehabilitatie in de internatio nale politiek hy meer gedaan had dan enig ander regeerder, die hem dit hadden berokkend. Hij had Stresemann vertrouwd, en tussen hen was volmaakte openhartigheid geweest. Maar Stresemann's op volger, dr. Curtius, sloot, kort na de dood van zijn voorganger, een verdrag met Wenen, dat als voor loper van de Anschluss bedoeld was. Er is niets daarvan terecht gekomen. Maar de schade was aangericht. Curtius had Briand, evenzeer als de rest van de wereld, met zijn overeenkomst overrom peld. Briand had ingestaan voor de Duitsers: Deze schok voor zijn prestige in Frankrijk is hij niet meer te boven gekomen. En twee jaar later stierf hij. Het is op dit ogenblik gepast, Briand wat nader te bekijken. Niet zozeer als staatsman. Dat zul len wij aan de historici moeten ■door Dr. M. v. Blankenstein overlaten. Als mens was hij even zeer een belangrijke, en vooral schilderachtige persoonlijkheid. Zijn roem als redenaar is nog niet vergeten. Hij was begaafd met een prachtige stem. Zijn bariton, zei de een; zijn violoncel, zei de ander. En beide karakteristieken waren juist. Nooit heb ik een zo indrukwekkend, zo boeiend en meeslepend -redenaar meer ge hoord. Er kon echter in zijn sonore welsprekendheid iets beklemmends zijn. Het was een gebeurtenis hem te horen als hij iets te zeggen had, als hy een grote gedachte ontwik kelde of nieuwe hjrizonten be schreef. Niet licht ook zal mij zijn begroeting van de Duitsers in de Volkenbond uit het geheugen gaan. En treffender nog was zijn toe spraak tot Stresemann, aan het noenmaal van de pers, dat onmid dellijk daarop volgde. Maar als hij niets te zeggen had en dat kwam ook wel voor dan sprak hij met precies dezelfde welsprekendheid en welluidend heid. Het trok alle registers uit, maar de muziek had geen inhoud. Men moest eerst weer een van zijn ontroerende, echte redevoeringen horen voor men dat hem vergeven kon. Briand was geen pretentieus man. Hij bleef, met alle zelfbe wustheid, de eenvoud zelf. Men kon zijn uiterlijk niet verzorgd noemen. Verzorgd was ook niet de grammaticale bouw, of zelfs maar de grammaticale correctheid van zijn redevoeringen. Hij was zeer toegankelijk en van een soms ver wonderende openhartigheid. Van ophef was hij niet gediend. Ik her inner mij een aardige scène, op een besloten theevisite op de Quai d'Orsay. Veel was er geschreven over Briands hartstocht voor de hengelsport. Dat was het enige, wat in zijn figuur „menselijk" was voor de Britten. Lloyd George had geprobeerd hem te leren golf spe len, maar dat moest bij een enkele, schuchtere poging blijven. Men zeide dat zij elkaar verstaan kon den als Lloyd George Welsh, en Briand Bretons sprak. En zij be grepen elkaar goed. Deze vriend schap bleek niet genoeg om Briand tot lichaamsbeweging te overreden. Weinig Britten zullen het funda mentele verschil tussen een Franse en een Britse hengelaar hebben beseft. Dat bleek bij die theevisite. Amerikanen begonnen zeker er van weerklank bij hem te vinden, een geestdriftig, technisch gesprek over de hengelsport. Geen koud- waterstraal kon afkoelender uit werking hebben dan bij die gele genheids Briands nuchtere zelf spot. „Ja, ik weet, men spreekt van mijn hengelen," zo zeide hij. „Weet U hoe ik dat doe? Een balkon van mijn huis ligt boven het water. Op dat balkon heb ik drie hengels uit- liggen. Ik zelf zit prettig te lezen, in de kamer achter het balkon, Aan de top van iedere hengel zit een belletje. Ik ken ze alle drie naar hun klank. Trekt er nu een Den Haag luidruchtiger dan Amsterdam DEN HAAG Het verkeers lawaai, veroorzaakt door geluids signalen van motorrijtuigen in Am sterdam is ongeveer 15 minder dan in Den -Haag. Den Haag is dus nog steeds het rumoerigst, ondanks het feit dat in deze stad het ver keerslawaai binnen een jaar tijds met een derde is afgenomen. Een klein deel van de automo bilisten en motorrijders, aldus het permanent anti-lawaai-comité, is verantwoordelijk voor een groot deel van het straatlawaai. Deze ge- woontetoeteraars dienen te beseffen, dat zij op of nabij kruispunten in bebouwde kommen zo behoedzaam en beheerst moeten en kunnen rij den, dat geluidssignalen overbodig zijn. AR1STIDE BRIAND vis, dan hoor ik geklingel en ik weet tegelijk, bij welke hengel ik zyn moet." De Amerikanen waren diploma tiek genoeg, hun ontzetting te ver bergen. Briand wist voortreffelijk hoever hij gaan kon met het type van de goede internationale journalist. Sonis leek zijn openhartigheid zelfs de vakman vermetel. Ik her inner mij hem in een niet zo kleine kring te zijnen huize. Amerika had een moratorium voorgesteld voor Duitsland, maar Frankrijk verzet te zich daartegen met verbittering. Het waren dagen van spanning. Het was een Amerikaans journa list, die deze spanning ter sprake bracht. „Laat u niets wijsmaken," merk te de minister op. „Hoe kan er nu echte spanning zijn. Weet u er iets anders voor ons op dan toegeven? Het is alles onvermijdelijke ver toning." Briand wist dat hij geen. risico liep. Uit dergelijke gesprekken lekt zelden iets uit. Heel veel ge vaarlijker nog heb ik eens Strese mann in grote kring horen „uit flappen". Tal van nationalistische Duitse journalisten waren erbij tegenwoordig. Het was aan het einde van de conferentie van Lo carno. Had een van deze heren Stresemann"s woorden politiek ge bruikt, rijkskanselier Luther, Stre semann en het verdrag, zij waren alle drie de lucht ingegaan. Dit ge beurde echter niet. „But this is an other story". Hoe beter men Briand leerde kennen, des te aantrekkelijker werd zijn figuur, ondanks zijn fouten en zwakheden en ondanks alles wat men over hem verteld had, uit de dagen toen hij minder oud en gemakzuchtig was. Poin- caré was de man die alles wist in verbluffende mate! maar weinig begreep Briand was haast zo onwetend als Lloyd George, maar hij overtrof deze nog in de behandeling van duistere situaties. Daarbij was hij menselijk dieper dan de man uit Wales. Typisch is het volgende. Na de rampzalige brand van het Neder lands paviljoen op de koloniale tentoonstelling te Parijs, sprak Briand mij daarover aan. Hij schudde het hoofd over het onge luk. „Maar ik wilde u iets vragen. Was dat paviljoen brandvrij ge maakt?" Ik kon hem verzekeren dat bijzondere zorg daaraan be steed was. „Juist wat ik dacht", zo zeide hij. „Dat moet men niet doen. Want anders willen de goden steeds bewijzen, dat zij zich niets van hoeven aan te trekken. Men moet die niet tarten". Dit was meer dan een'grap. Het was kenmerkend voor zijn politiek: Groots optrekken, de vrede fun deren. maar de goden niet tarten door 'al te veel veiligheid te ver langen. Dat was zijn tegenstelling tct Poincaré. Deze vroeg het on uitvoerbare, Briand het ontoerei kende. Tussen Briand en Stresemann was grote vertrouwelijkheid ont staan. De tolken moeten meesters in hun vak zijn geweest. Want een gemeenschappelijke taal hadden beide mannen niet. Briand sprak enkel Frans (en Bretons) en Stre semann een beetje zeer onbeholpen Engels naast zijn Duits. Ziet hier mijn treffende ervaring met hun vriendschap. Enige weken voor zijn dood had ik te Scheveningen een zeer lang gesprek met Stresemann. Ondanks zijn uitputting sprak hij 2\\ uur, met een zachte stem die ik" niet van hem kende, over zijn vrienden en vijanden. In lange rij passeer den politieke figuren de revue. Stresemann eens de felle strijder ei: hater, behandelde allen zonder onderscheid met begrip en zo groot mogelijke waardering van hun we zen. Ik wist toen, dat hij bezig was een afrekening te maken met het leven. Met bijzondere warmte sprak hij over Briand. „Nooit heeft hij mij bedrogen, altijd heeft hij waarheid gesproken en tot het uiterste ge probeerd te vervullen wat hij mij had toegezegd. Ook als het anders leek. wist ik steeds wat ik aan hem had". Het jaar daarop hield Briand te Genève zijn gebruikelijke grote rede aan het noenmaal van de journalisten. Hij kwam wat stroef op gang maar hij raakte in vuur toen hij Stresemann herdacht. Met zijn indrukwekkend pathos sprak hij: „Ik zie de schim van Strese mann voor mij. Hij roept mij toe: Mijn vriend, gij hebt mij nooit be drogen". En ik was diep getroffen, toen hij voortging, en bijna woor delijk Stresemanns uitspraak weer gaf- Ik kon niet nalaten, Briand 's middags van Stresemanns woor den te Scheveningen te vertellen. „Gij haalde bijna woordelijk zijn oordeel aan". Briand viel mij in de rede: Na tuurlijk wist ik dat Stresemann zo, er niet anders zou spreken. Ik had van Curtius verwacht dat hij dit zou hebben gezegd. Nu hij het niet deed, besloot ik, het zelf te zeggen. Ik had recht daarop! Briand was een mens. Nog dit jaar nieuw verkeersreglement Vyf rij bevoegdheden in dc toekomst (Eigen bericht DEN HAAG. Naar wij verne men wordt overwogen in de nabije toekomst militaire rijbewijzen met gewone rijbewijzen gelijk te stellen. Reeds zijn maatregelen genomen, die er op neer komen, dat gedemo- biliseerden uit Indonesië gratis de rijproeven voor het burgerlijke rij bewijs kunnen afleggen. Dat bete kent, dat er thans nog steeds een duidelijk verschil tussen de militai re en de burgerlijke rijcapaciteiten wordt gemaakt. Op de duur is ech ter, indien de conferentie van de sub-commissie voor het wegvervoer, die thans in Genève gehouden wordt, er in slaagt een wereldver drag voor het wegvervoer af te' sluiten, de instelling van vijf rijbe- voegdheden te verwachten: rijbe voegdheid a voor motoren met en zonder zijspan; b voor personen auto's met ten hoogste acht plaatsen en voor vrachtauto's tot 3500 kilo laadvermogen: c voor vrachtwagens met hoger laadvermogen; d voor personenvervoer van meer dan 3 personen; en d voor het besturen van de voertuigen van b, c en d met een zware trailer. Vermoedelijk zul len de militaire rijproeven dan even zwaar worden als de burgerlijke. Volgens de plannen, welke aan de Geneefse conferentie zijn voorge legd zou een rijbewijs worden inge voerd, waarop al de bevoegdheden zijn aangegeven. Door stempels zal worden vastgelegd, welke bevoegd heden zyn verleend. Dat zal gelden voor het nationale rijbewijs, dat het formaat en de vorm van het Neder landse persoonsbewijs zou krijgen, en voor het internationale, dat veel groter wordt. Voorts vernemen wij, dat het nieu we Nederlandse wegenverkeersre glement dat nu 'reeds tien jaar in voorbereiding is. vermoedelijk nog dit jaar van kracht zal worden. Met dit verkeersreglement zullen ook de nieuwe verkeersborden wor den ingevoerd, welke duidelijk herkenbare symbolen zullen voeren, die reeds in overeenstemming zijn met de borden welke zijn voorge steld aan de conferentie van Genève. DE KINDERKRANT Bioscoopexploitanten in Beverwijk willen sluiten BEVERWIJK. De exploitanten van de drie bioscopen, die in Be verwijk zijn gevestigd, overwegen hun theaters te sluiten. Zij hebben een dringend verzoek gericht tot het gemeentebestuur om dc verma kelijkheidsbelasting te verlagen als klemmend bewijs. Zij hebben hun balansen van de eerste zes maanden van 1949 overgelegd, waaruit moet blijken, dat gedurende deze periode voortdurend met verlies is gewerkt. DEN HAAG. Zondagavond om vyf over acht uur zal de Nederland se ambassadeur te Washington, mr E. van Kleffens, die hedenmorgen na een kort bezoek aan Nederland naar de Verenigde Staten terugkeer de, via Hilversum II te beluisteren zijn in een radio-interview. LT R was eens een meisje dat al- J—tijd avonturen beleefde. Zul ke meisjes heb .fe. Sommige meis jes beleven nooit ereis iets en an deren weer altijd iets. Goed, dit meisje heette Ringeltje en het was op een mooie dag in Augus tus, dat Ringeltje heel op haar eentje het bos inliep. Eerst over het paadje, dat bij het bruggetje uitkwam, toen over het paadje dat door de open plek ging en toen over het paadje, dat ze nog niet kende. Het was mooi weer, Ringeltje zong en huppelde onder het wan delen en zag toen ineens een huisje staan tussen de bomen, een wit huisje. En voor de deur stond een tafel en op die tafel stond een glas rode limonade. En een rietje. Mmmmm! zei Ringel tje. Ze was warm en ze was moe, ze had dorst en wat deed ze? Na tuurlijk het glas leegdrinken, he lemaal leeg. Maar och', toen ze dat gedaan had, toen gebeurde er zo iets geks' Ringeltje kromp. Ringeltje werd kleiner en kleiner en kleiner, ze volde dat ze klei ner werd, ze zag alles om haar heen reusachtig groot worden en zelf kromp ze, tot ze zo groot was als een beukenootje. Help. help, gilde ze, maar ook haar stemme tje was kleiner geworden en nie mand hoorde haar Niemand, be halve de heks. De boze heks Ku- kelien, die in het huisje woonde. Zij kwam naar builen, pakte de kleine, de heel heel kleine Rin geltje op en nam haar mee naar binnen, zo, tussen duim en Wijs vinger. Ringeltje spartelde, maar het hielp haar niets, ze moest in de naaidoos. Begin maar eens met klosjes op te winden, zei de boze heks Kukelien en daar zat Rin geltje. JMU 't was een vreselijke rom mel in de naaidoos, 't was er bijna helemaal donker en een wirwar van draadjes. Ze probeer de om de klosjes op te winden, maar ze waren veel te groot voor haar, want ze was nu zo klein en eindelijk was ze uitgeput en viel in slaap. En ze werd pas wakker, toen ze een stem hoorde, die riep: Miauw, miauw, kom eruit, en gauw! Dat was de grote grijze poes van Kukelien de heks. Ze lichtte met haar pootje het deksel van de naaidoos op en Ringeltje kwam er uit. Ssst, siste de poes, geen leven maken, 't is al nacht en Kukelien slaapt! Kan ik weer groot worden, zei Ringeltje. kun je me helpen? Ja je kunt weer groot worden, zei de poes. als je van de groene limonade drinkt, die boven op de kast staat. En werkelijk daar stond de fles met groene limonade, maar 't was te hoog, veel te hoog voor kleine Ringeltje. Ik zal je boven op de kast hel pen, zei de goede poes. Ze nam Ringeltje voorzichtig in haar bek en sprong met haar eerst op de vensterbank en toen op de kast. Nu was het een heel moeilijk werk, om de §top van de fles af te krygen, daar was Ringeltje wel een uur mee bezig. Eindelijk was de stop er af. Hoe moet ik er nu uit drinken, vroeg ze. Met een rietje, zei de poes. Hier is er een. Ringeltje dronk en dronk en ze voelde zich groeien. Opeens stoot te ze het hoofd tegen het plafond, nu dat was het bewijs dat ze weer een gewoon meisje was ge worden. Maak nu. dat je wegkomt, zei de poes en doe de deur zachtjes achter ie dicht Zal Kukelien jou geen kwaad doen, vroeg Ringeltje. als 2ij merkt dat je mij hebt geholpen? Zij zal het niet merken, zei de Roes, ik weet van niets, mijn naam is haas. En ze ging zitten slapen in de maneschijn voor het raam. "D INGELTJE holde naar huis, zo hard ze kon. Haar moe der stond al op de stoep, ver schrikkelijk ongerust, dat begrijp je, en ze gaf Ringeltje een draai om de oren en stopte haar in bed. En de volgende dag wou Ringel tje vertellen, wat ze nu weer voor een avontuur gehad had. maar ze wist niet meer zeker of het wel waar was gebeurd. Of het mis schien een droom was geweest. Zo gaat het soms met avonturen, is 't niet? y$,i9L KA? ZIE hier 't verhaal van Jan Komijn, hij loas niet groot, hij was nog klein, maar Jan was flink en Jan was aardig en bovenal: Hij was hulpvaardig; en op een mooie dag zei Jan Zeg Opa, wat denkt U ervan als ik de appels eens ging plukken, zou dat wel gaan, zou dat wel lukken? Wel Jan. zei Opa, 't kan gebeuren begin maar met de bellefleuren Maar scheur je broek niet, wees een man, en eet niet te veel appels Jan.' - j? een heel groot varken, dat daar lag, begrijp je wel, hoe erg hij schrok? De varkens waren uit het hok! Mf AT moet ik doen, riep Jan Komijn Kijk, hier een zwijn en daar een zwijn! Ze zijn warempel met z'n vijven daar "staan ze met hun dikke lijven! daar staan zé met hun varkenskop en eten al mijn appels op! O, Opa, Opa, moord, brand, roof! Maar Opa ivas een beetje doof, en hoorde niets van al dat gillen Jaïi zat te beven en te rillen! Hij zag het voor zijn oog gebeuren: JThAAR hingen al die bellefleuren! Daar gingen al zijn bellefleuren! U Zo dik en rond met rode Wat kon hij doen? Hij moest Zo dik en rond met rode kleuren. Jan koos een boom en klom erin, ziezo, dat ivas vast het begin. Hij plukte appels, onze Jan en at er zelf geen ééntje van Maar wat was dat ineens? Och heden! Hij keek toevallig naar beneden en weet je wel wat hij daar zag? daar blijven en Opa kwam pas tegen vijven, die joeg toen, kssjt, de varkens vlug weer in het varkenshok terug. En Jan Komijn kwam naar benêe en huilde, ach, een tranenzee! Hij is nog heel lang blijven treuren om al die mooie bellefleuren. IJIER heeft U een vlot modelletje voor meisjes van omstreeks 14 jaar: niet te oud en ook niet kinderachtig. Heel leuk voor een streep of ruitje, toaarbij U de stof in verschillende richtin gen kunt gebruiken en ook uitstekend geschikt om van oud nieuw te ma ken. We kunnen hier maar twee voorbeeldjes geven, maar U ziet zelf wel, dat er nog zeer veel andere mogelijkheden zijn. U knipt het pasje los van het. rugpand, waarna U de patroontjes van het lijfje en van de rok langs de staande lijnen door knipt. Het voorpasje heeft twee klepjes, die een tegenbelegje van de zelfde stof krijgen. De achterkanten van het rugpasje worden even eens van een belegje voorzien, dat U desge wenst ook kunt aanknip pen. De 6 cm. brede baantjes in voor- en rugpand worden op de andere gestikt, waarna U ook de pasjes opstikt. Zij- en schouderna den sluiten. In de linkerzijnaad laat U een taillesplitje open voor drukknoop- of treksluiting. De delen van, de rok verbinden we met elkaar en leggen dan x op vallend J2 22 2. /O 5. 23 29 359/VS 6. IV 29 W. de plooien die aan de bo venkant doorge stikt worden. De rok wordt aan het op z\j even ingehouden lijfje geuaaid. We zetten de mouw tussen het dubbel gevouwen man chetje, rimpelen de kop even in en naaien hem dan met de naad 2 cm. voor de zijnaad in het armsgat. De halsrand zet ten we tussen de dubbele stof van de kraag. Maakt u een witte kraag, dan werkt u de ftalsrand met schuine biesjes af en hecht de kraag er met de hand in. Voor het ge streepte jurkje zoals hier gete kend, heeft u on geveer 2 M. stof van 90 cm. breed nodig. Niet iedere appel is een Jam-appel Waarom die cijfers? Wel, er zijn op het ogenblik mensen, die zeggen: breng al dat overtollige fruit van deze zomer naar de fabrieken en laat er jam van maken. Dat klinkt wel erg eenvoudig, maar zo eenvoudig is het niet. Want kan men nu in ernst ver wachten, dat de fabrieken op grote schaal een product gaan maken als zij van te voren weten, dat zij er geen afzet voor hebben? „Wij zou den in Nederland met onze onge veer honderd fabrieken best veel meer kunnen verwerken", vertelde me een grote jamfabrikant, „maar het is momenteel niet verant woord". De fabrieken zitten vaak nog met voorraden van het vorige jaar en ze maken wel normaal nieuwe partijen aan, maar verder gaan ze niet. Alle hout geen timmerhout Er komt nog iets anders bij. Denkt u niet dat iedere appel maar geschikt is voor jam! Daar gaat het nu juist om. Al die appels die op het ogenblik naar de belt gaan, zijn voor de fabrieken waar deloos. „Wij willen ze voor niets nog niet hebben", zei de fabrikant. De jamfabrikanten zijn mannen met een ervaring van vele tiental len jaren. Nooit zal men het bele ven, dat ze met de verwerking van de appels beginnen voor de vijfde of zesde September in het land is. Om de eenvoudige reden dat de appels, die ze vóór die tijd kun nen krijgen, ongeschikt zijn. Ze hebben niet genoeg pectine en juist die pectine geeft de geleerkracht. Zonder geleerkracht wel fruitpap die zelf wel eens jam gemaakt maar geen jam. De huisvrouwen, hebben, weten er van mee te ura- ten. Wat zal de fabrikant op het ogenblik dan met appels doen! Appelmoes in blik En appelmoes dan? Daar moet de fabrikant ook al het latere fruit (Van onze speciale verslaggever) TIEL. Een kennis heeft pie onlangs verteld, dat hij nooit meer jam op zyn brood at. „Ik heb in de oorlog uit den treure jam moeten eten," zei hy, eerst brood met boter en jam, toen brood met alleen maar jam. Nu we wèer wat anders kunnen krijgen moet ik geen jam meer hebben. Misschien begin ik er later weer eens aan. Op het ogenblik is het alleen voor de kinderen." Nu is dat misschien een byzonder geval. De meeste mensen gebruiken nog dagelijks jam, u en ik en ons hele gezin. Maar wy smeren het niet. zo veel meer op ons brood als in de oorlog. En dat is duidelijk te merken aan de omzet van de jamfabrieken. Want gebruikten wy in de bezet- tingstyd met elkaar in Nederland zo ongeveer 32 millioen kilo jam per jaar, nu kunnen we het met onze inmiddels toegenomen bevolking niet verder dan tot 18 millioen kg. brengen. u niet denken, dat er maar onge limiteerd appelmoes ingeblikt kan worden. Want dan zal men er toch eerst blik voor moeten hebben. En daarvan is de hoeveelheid maar beperkt. Neen, de fabrikant houdt zich op het ogenblik maar bij de pruimen Die neemt hij in deze dagen in enorme hoeveelheden op. Met vrachtauto's vol worden ze de fa- briekspoorten binnen gereden, de hele dag door. Wist u, dat de fabrieken in 1947, toen er even grote fruitoogst was al? dit jaar, 18 van de pruimen afgenomen hebben? Voor appels was het 14,5 en voor peren 1.4 Dat lekkere appelsap Kunnen de appels niet verwerkt v/orden tot appelsap, heeft een le zer ons gevraagd. Neen, dat kan evenmin. Daar nemen de fabrieken ook de betere appels voor en bovendien wol moeten ze met dat appelsap begin nen? Een groot weekblad heeft dezer dagen, in verband met het dalend i bierverbruik, geschreven, dat het appelsap „in het offensief" is. Maar dat is nog al een boude be wering. Want wij drinken in Ne. 1 derland per jaar niet meer dan een halve liter appelsap per hoofd der bevolking. Het bier, dat altijd nog op een verbruik van 14,6 liter per hoofd kan rekenen, behoeft voor het appelsap dus niet be vreesd te zijn. Voorlopig in ieder geval niet. Een fabrikant van appelsap el ders in het land, liet ons de grote voorraden ziep, die hij nog over had van het vorige jaar. „Ik koop er nu met de nieuwe oogst wat partijen uitstekende appels bij om het sap van het vorige jaar nog iets beter van smaak te maken, maar aan het aanmaken van nieuwe grote voorraden waag ik me niet", zei hij. Nu zyn dit de feiten. Men mag ze vervelend vinden, maar dat doet aan de waarheid niets af. Er wordt op het ogenblik veel recla me voor het Nederlandse appelsap gemaakt en daar is alles voor te zeggen. Het is een zeldzaam geu uit zuiver sap van de beste appels bestaat, met de echte, oorspronke lijke, pittige geur en smaak. Limonade goedkoper Natuurlijk is dat lekker en het is uitermate gezond ook. Maar een flesje .van ongeveer een kwart liter lrost een kwartje. Dat kunnen veel mensen, als ze eens. uit zyn of als ze thuis een keer iets ver frissends willen drinken, nog wel betalen. Maar een moeder die kin dervisite heeft, koopt voor een gulden of minder een fles limona de-siroop Daar kan ze veel meer van schenken. Daar is ze veel goedkoper mee uit. Dat weten de fabrikanten ook wel. En de practyk van de onver kochte voorraden heeft het ze nog eens opnieuw verteld. Dacht u nu. dat de fabrikanten op dit moment op waarlijk grote schaal appelsap of zoete most gaan maken? Dat kan men toch moeilijk van ze eisen! Het appelsap, een der beste pro ducten van onze bodem, verdient •inderdaad een grote toekomst. Dat het een product met mogelijkhe den is bewijst Zwitserland, v. aar men er per hoofd der bevolking dertig maal zo veel van drinkt als hier. Maar als het appelsap in Ne derland populair wil worden, dan zal men het goedkoper in de win kels moeten brengen. Als men daar niet in jslaagt dan kan het appelsap nooit een volksdrank worden en dat is toch nodig als net een van de middelen moet zijp om de Nederlandse kwekers in de toe komst van hun fruit af te helpen. VOOR DE OORLOG trokken jaarlijks duizenden vreemdelin gen naar de Zeeuwse plaats Mid delburg. om in de eerste plaats het zeldzaam mooie Gotische stadhuis uit de 16de eeuw te be wonderen. Doch ook de oude Ab dijkerk met de 85 meter hoge „Lange Jan" werd nooit door de vreemdelingen vergeten. Zoals zoveel plaatsen werd ook Mid delburg door oorlogshandelingen zwaar getroffen. Op het ogenblik is men hard. bezig de schade te herstellen aan huizen en gebou wen. De „Lange Jan" in de stei- pers. n -•»-<. V. -- j tCM iVHioajiu voor hebben en bovendien moet 1 rig, fris en natuurlijk product dat,

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 4