Utrechtse studenten verleggen
hun actie naar Gouda
Boerenwagenclub strijdt voor
verdwijnende folklore
Een schone Mariken van Nieumeghen
Or bo$R (BombcüduA
Speeki
air veranderde in heftige
debat-vergadering
GIJ BEGINT
Buitenlands weeko-
Linge-streek de bakermat van
een kunstnijver-ambacht
Mijn liefste rol
DE KINDERKRANT
Zaterdag 5 November 1949
5
GOUDA. Utrechtse tandheelkundige studenten zün een stormloop be-
jonnen tegen ccn Rotterdamse onderneming, die adverteert met „Ameri
kaanse plastic-gebitten". Nadat zü Woensdagavond het spreekuur van deze
firm» in Utrecht hadden verstoord van welke gebeurtenis wij gisteren
uitvoerig verslag gaven vonden zft Donderdagavond een nieuw
„ld voor agitatie in Gouda, waar eveneens een spreekuur plaats vond.
Df werkwijze van de Rotterdamse onderneming ondervindt onder tand-
btelkundigen verzet en de studenten, die in een groep van dertig man naar
Gooda waren gekomen, zouden in deze kringen voor hun optreden morele
steun vinden-
Op het Goudse spreekuur verschenen ongeveer 35 candidaat-patiënten.
mtt wie de studenten een gesprek aanknoopten. De meesten lieten zich door
ten overtuigen en zagen van een bezoek aan de vertegenwoordiger van de
onderneming af. Wanordelijkheden vonden hierbij niet plaats.
,,Ik ben in 't geheel niet
in overtreding"
Ten einde moeilijkheden te voor
komen hadden de studenten zich
eerst gewend tot de Goudse commis-
«ans van politie om hem van hun
plannen te verwittigen. De commis
saris liet daarop een vertegenwoor
diger van de firma bij zich komen.
In het onderhoud bleek dat de man
van de tandheelkunde niets af wist.
Voorts bleek dat de advertenties op
bepaalde punten misleidend waren
Gezien de niet onverdeeld welge-
ende belangstelling voor het Goudse
«reekuur oordeelde de vertegen
woordiger het veiliger assistentie
van zijn directeur te vragen. Deze
verscheen spoedig op het tournooi-
veld Rad van tong. maar met nau
welijks verholen afkeer, zette hij
voor de pers uiteen hoe volgens hem
de zaak in elkaar zat „Ik ben op
in 't geheel niet in overtreding", ver-
tekerde hij. „Dat verzet uit de we
reld der tandartsen is alleen maar
een kwestie van afgunst."
Misleidend in de advertenties van
bedoelde firma zou in ieder geval de
bewering zijn, dat de behandeling
ook geldt voor leden van zie!---i-
londsen. In feite vergoeden deze
geen cent van de rekeningen van de
Rotterdamse firma.. Er bleek slechts
een interne regeling te bestaan bij
deze firma, dat leden van zieken
fondsen een korting van 45 ont
vangen.
Medisch onverantwoord achten de
studenten, d^t de onderneming bin
nen een dag na trekking het defini
tief kunstgebit plaatst. Een kunst
gebit kan pas worden aangebracht,
nadat het tandvlees is samengegroeid
en geslonken.
Een derde hoofdbezwaar van de
studenten is. dat door het adverteren
met „Amerikaanse plasticgebitten"
de gedachte aan „wonderen" wordt
gewekt.
De directeur van de Rotterdamse
tandheelkundige onderneming stelde
hier tegenover, dat aan zijn instituut
twee tandartsen zijn verbonden, een
in Rotterdam en een in Den Haag
Deze tandartsen zijn geen leden van
de Maatschappij voor Tandheelkun
de Twee andere medici werken met
hem samen als narcotiseurs. Buiten
Rotterdam en den Haag worden door
hem geen patiënten behandeld. Hij
voegde hieraan nog toe, dat hij zijn
Amsterdamse praktijk heeft moeten
staken, doordat de dienst voor volks
huisvesting zijn bedrijfsruimte heeft
gevorderd.
Dat onmiddellijk na het trekken
plaatsing van een kunstgebit niet
kende naam, was het antwoord en
daarom heb ik hem gekozen." Hij
beweerde voorts, dat zijn instituut
moderne Amerikaanse materialen
hier te lande heeft geïntroduceerd.
Over de ethische kant van de zaak
wenste de spreker zich niet uit te
laten. Hij verheelde niet. dat zijn on
derneming hem geen windeieren
legt. „Wij saneren ongeveer acht
monden per dag en daarnaast ver
richten we de andere normale tand
heelkundige bewerkingen zoals bo
ren en vullen."
De eigenaar van de zaak Is van
zijn beroep tandtechnicus. Tien jaar
geleden is hij voor zichzelf begon
nen, omdat, naar zijn zeggen, hij on
aangename ervaringen had opgedaan
met tandartsen.
Lovink zou Batavia gaan
verlaten
(Eigen bericht)
DEN HAAG. In goed ingelich
te kringen in Den Haag meent men
te weten, dat de hoge vertegen
woordiger van de kroon in Indone
sië. de heer Lovink, na de over
dracht van de souvereiniteit naar
Nederland zal terug keren. Hij zou
derhalve niet worden benoemd tot
hoge commissaris van Nederland
bij de RIS.
Het wordt hier niet geheel uitge
sloten geacht, dat de heer Lovink
straks weer zal worden belast met
het secretaris-generaalschap van
buitenlandse zaken. Weliswaar is
thans de vroegere chef van de af-
deline politieke zaken van dit de
partement in deze functie benoemd,
doch dit schijnt geen moeilijkheden
op te leveren Beslissingen zijn ter
zake echter nog niet genomen.
„Garantie-wet" gevraagd
in het belang van ambte
naren in Indonesië
DEN HAAG. Do Raad van
Vakcentralen, het centraie orgaan
an de samenwerkende vakcentra
len van Nederland heeft in een
brief aan de minister va overzeese
gebiedsdelen aangedrongen op het
tvidig nemen van maatregelen om
de veiligheid van de Nederlanders
in Indonesië, in het bijzonder de
veiligheid van vrouwen en kinde
ren onder alle omstandigheden te
waarborgen. In dit schrijven wordt
voorts de aandacht gevestigd op de
sociale belangen van de Nederlan
ders-ambtenaren in Indonesië en
op de sociale positie van de werk
nemers in dienst van particuliere
ondernemingen aldaar. Om de be
langen van de Nederlandse ambte
naren in Indonesië veilig te stellen,
wordt aangedrongen op een „Ga
rantie-wet".
BAO «XWTOJ.-Scil
NIET MAANDEN ZONDER TANDEN LOPEN
NORMALE GELAATStTTDRüKKING
iHétJt im, vkn Ki tiSm w te)
EEN BETER SPRAAKVERMOGEN
<K«Ak»x «..«1 iMt M««u
BETER KAUWVERMOGEN 1
rcx*3 ii rfi* rh'vviij ft.vT tmi
AMERIKAANS PLASTIC KUNSTGEBIT
<n mw W. r fcer Art» m
Eduard du Perron
Felle polemist zou vijftig
jaar zijn geworden
U/ANNEER du Perron was blijven
even zou deze felste aller pen
voerders in ons land de afgelopen
week vijftig jaar zijn geworden. Hij
zelf zou gespot hebben met zo'n her
denking. maar de wens om deze da
tum aan te grijpen voor een korte
karakteristiek spruit vooral voort uit
het feit, dat zijn plotselinge dood in
Mei 1940 vrijwel onopgemerkt moest
blijven. De literatuur en de journa
listiek hebben nog wel iets aan zijn
nagedachtenis goed te maken!
In een recent boek van v. Leeuwen
over „Drie Vrienden" met name over
Ter Braak, Marsman en du Perron
wordt niet ten onrechte gezegd, dat
integenstelling b.v. tot Multatuli het
cntische werk van du Perron slechts
door een kleine schare wordt gele
zen. Juist omdat de schrijver een
vijand was van alle pathos, drong
zijn bijtend woord niet tot de massa
door Maar voor hen, die in literai
re critiek ook het creatieve moment
waarderen, die in roekeloze scherpte
ook het ridderlijke kunnen onder
scheiden, de verdediging en be
scherming van de Muze om 't eens
te zegger. op een wijze, die du Per
ron zelf niet zou liggen die heb
ben zijn werk genoten en genieten
er nóg van. Het heeft ondanks de af
stand nog niets van zijn kracht en
waarde verloren.
Aanvankelijk is du Perron misver
staan. zelfs door schrijvers, die op
eenzelfde niveau stonden. Marsman
noemde „Poging tot Afstand" de
eerste dichtbundel, een mislukking
en de geest die het schreef honds ep
moerassig Hij is daarop intussen
royaal teruggekomen.
In zijn „Uren met Coster" heeft du
Perron helaas teveel toegegeven aan
het malicieuze in zijn natuur. Heeft
hij dat zelf gevoeld? De niet ver
kochte exemplaren van deze destruc
tive en hatelijke aanval liet hij later
vernietigen.
Du Perron kon meer en beter. Zij
me hem persoonlijk hebben ontmoet
i»l.u en ?e^ro^en door zijn ridder
lijkheid en door zijn zelfcritiek. Hij
heeft zich vele vijanden gemaakt
"iJ eer> compromisloze natuur als de
£'jne heel begrijpelijk maar hij
kon ook een trouw, voortreffelijk
vriend zijn.
Alles wat du Perron geschreven
heeft, was uitermate subjectief en
had een autobiografisch accent Zijn
..Land van Herkomst" is volgegns
toonaangevende critici zijn beste
hoek geworden. In een lange reeks
van korte hoofdstukken legt hij hier
he jeugdherinneringen vast van een
overrijk en gevoelig geheugen, con-
jrapuntisch. zoals mevr. Romein
verschoor het uitdrukt; contrapun
ten verwerkt met de flitsende in
drukken van Parijs in het bewogen
en nimoeirge jaar 1934. Het land van
herkomst is Java. waar du Perron
i*> geboren en twintig jaar heeft ge
woond. Marsman zag in dit werk de
compleetste uiting van onze ge
neratie.
Interessant is ook „Schandaal in
Holland", gewijd aan de beide broe
ders van Haren, en bbeiend vanwege
nun bewonderende toon, de scherpe
analytische kijk en de polemische
geest zijn z'n studies over Multa
tuli.
Het zijn zeker niet de minste gees-
\en geweest, die onze literatuur aan
Qe oorlog heeft moeten afstaan!
DEZE ADVERTENTIE heeft de
verontwaardiging der tandheel
kundige studenten gaande ge
maakt.
mogelijk was ontkende de leider van
de firma ten stelligste. Bovendien
ontvangt naar hij zeide elke patiënt
op vertoon van zijn kwitantie voort
durende garantie. Hij voegde echter
hieraan toe: „Er worden geen con
tracten getekend of garantiebewij
zen afgegeven." „Ik, zeide hij met
nadruk, „garandeer het werk van
mijn instituut."
Hij ontkende, dat zijn advertenties
voor leden van ziekenfondsen mis
leidend zouden zijn, doch achtte het
niet uitgesloten, dat er hierover mis
verstanden konden rijzen. De onder
nemer moest verder toegeven, dat
hij geen contracten heeft met zie
kenfondsen.
„Waarom noemt U de kunstgebit
ten van Uw firma plastic-gebitten?"
luidde een der vragen die op hem
werden afgevuurd. „Het is een pak-
(Van een onzer redacteuren)
BEESD. Tussen Lek en Waal. daar waar de Linge zich ln ontelbare
kronkels door het Betuwse land slingert cn waar plaatsjes liggen als
Beesd, Enspök, Rhenoy. Acqoy, Deil cn Meerkerk, bevindt zich de baker
mat van een oude. helaas verdwünende volkskunst. Er Is en t(jd geweest,
dat de boeren hier over de bochtige dijken en wegen reden, met wagens,
die stuk voor stuk een lust voor het oog waren door hun fraai snijwerk
en hun pastelkleurige tinten. Wagens, die een sieraad vormden voor de
streek, bewonderd werden door de vreemdeling en de trots waren van
hun bezitters. Die tijd is vrijwel voorbij. De techniek heeft ook hier een
nivellerende invloed uitgeoefend en het oude en eigene de genadeslag toe
gebracht.
Curieuse verzameling,
door een toeval
onstaan
Wel leeft hier nog de herinnering
voort aan beroemde wagenmakers,
zoals de gebroeders Jan en Dirk van
Tussenbroek uit Beesd en Reinier
Mondhouwer uit Meerkerk, maar de
boeren bedienen zich meestal van
platte wagens op luchtbanden zonder
enige pretentie. Als u prachtige
voor- of achterschamels wilt zien of
de aardige versjes wilt lezen, die
vroeger op de steekleren van boe
renwagens werden geschilderd, dan
heeft u daartoe maar een enkele
keer de gelegenheid, tenzij u uw
schreden richt naar de een of ande
re verzamelaar, die oog heeft gehad
voor hetgeen verloren dreigde te
gaan.
U weet niet wat voor- en achter-
schamels zijn of steekleren? U wist
evenmin, dat men op boerenwagens
rijmpjes aan kon treffen? Wij wis
ten het eerlijk gezegd ook niet, tot
dat deze leemte in onze kennis werd
aangevuld door de „Boerenwagen-
club". 'n folkloristische vereniging,
die zich ten doel stelt 't ten dode op-
geschrevene voor volslagen onder
gang te behoeden, die belangstelling
wil wekken voor alles wat met de
Oud-Hollandse boerenwagen in ver
band staat. Dat is oneindig veel
meer dan de leek op dit gebied ver
moeden zou.
De „Boerenwagenclub" dankt zijn
ontstaan aan een merkwaardig toe
val. Het begon zo. Vele jaren geleden
moest de heer F. Wilkens uit Bilt-
hoven met zijn auto wachten bij een
pontveer over een onzer grote ri
vieren. Voor hem in de lange file
van auto's en voertuigen stond een
ouderwetse boerenkar. En toen de
heer Wilkens daar zo door zijn voor
ruit naar zat te kijken, viel het hem
plotseling op. dat de achterschamei.
de verbinding tussen achteras en
eigenlijke wagen, een bijzonder kun
st.g product van houtsnijwerk was
Zijn belangstelling was gewekt en
hij ging vragen, zoeken en speuren.
Hij reisde naar het land tussen de
rivieren en neusde er rond bij oude
wagenmakers en op boerenerven.
Die speurtocht leverde verrassende
vondsten op. Enige jaren later had
de heer Wilkens in zijn woning een
collectie wagcnonderdelen bijeen
vergaard, die vermoedelijk wel de
grootste is in ons land.
Wanneer ge over de drempel van
zijn gastvrij huis stapt, ontwaart ge
onderdelen van boerenwagens en
niets dan onderdelen van boerenwa
gens om u heen. Een achterschamei
is de kapstok, waaraan ge uw jas
ophangt. Uit achterschamels is het
HET ZEEPAARDJE, een gelief
koosd motief op de Oud-Holland
se boerenwagen. Men vindt het
meestal tussen de wielen, boven
de as, waarom het voorste stel
wielen draait.
gangtafeltje, waarop ge uw hand
schoenen deponeert. Achterschamels
ook hangen langs de wanden van de
salon, van achterschamels zijn de
gezellige lange tafeltjes en fraai be
schilderde stcekleren, die door de
boeren op de zijkanten van de wa
gen werden geplaatst sieren de lijs
ten van suite- en kamerdeuren.
De eerste ogenblikken dringt dat
allemaal niet zo tot u door. Ge weet
niets van boerenwagens af. Dat de
kunstvoorwerpen, die ge om u heen
ziet van boerenwagens stam
men, die ge altijd hebt geassocieerd
met mest en varkensvoer, daarvan
hebt ge geen flauw vermoeden..
Totdatonder gezellige kout. in
een diepe fauteuil, bij het intieme
licht van een lamp, die alweer uit de
lantaarn van een boerenwagen is
vervaardigd, de heer des huizes u
het een en ander van het oude wa
genmakersvak vertelt en u de ogen
open gaan.
Het is heel wat. dat de heer Wil
kes u vertellen kan. Want de in
middels opgerichte „Boerenwagen
club", waarvan hij thans voorzitter
is, heeft van de oude wagens een
diepgaande studie gemaakt. Zij heeft
de motieven bekeken, waarvan de
oude wagenmakers zich bedienden,
zij heeft onderzocht, wélke model
len in een bepaalde streek thuisho-
EEN OUDE BOERENWAGEN
van achteren gezien. Tussen de
wielen de achterschamei Pal
daarboven 'n fraai gebeeldhouw
de achterwand. Men moet zich
voorstellen, dat al dit houtsnij
werk in tere kleuren is geschil
derd.
ren en wat van een bepaald soort
wagen het verspreidingsgebied is
Maar bij deze studie, waarvan de re
sultaten Inmiddels zijn gepubliceerd,
heeft de „Boerenwagenclub" het niet
gelaten.
Zij heeft ook de belangstelling
van de boeren trachten te wekken.
Zij heeft in Beesd en in Meerkerk in
de afgelopen jaren „Boerenwagen-
dagen" georganiseerd en daar de
mooiste wagens verzameld, die nog
over zijn. Zij heeft voor de bezitters
der best geconserveerde exemplaren
prijzen beschikbaar gesteld en zij
heeft ook diploma's uitgereikt aan
wagenmakers als Peet, Jongkind en
Den Hartog, die in Meerkerk en in
Beesd nog het oude handwerk uit
oefenen en voor het behoud van oude
schoonheid vechten op een eenzame
post.
En met deze arbeid, hoe belangrijk
ook voor onze folklore, is zij nog
niet tevreden. Haar ideaal is een
streekmuseum, ergens tussen de Be
tuwse bongerds. Dat wat er nu nog
op het gebied van wagens voorhan
den is zal Cr voor het nageslacht
worden bewaard. Het is nog toe
komstmuziek. Maar als het zover is,
zal ook de verzameling, die de heer
Wilkens thuis op zolder heeft daar
een plaatsje vinden
Maj. Flinterman vraagt
groot vtrlof
DEN HAAG. Ma]. J. L. Flin-
terman. de bekende militaire vlie
ger die in Augustus j.l. met een
Gloster Meteor, het Nederlands
hoogte- en snelheidsrecord op zijn
naam heeft gebracht, heeft groot
verlof gevraagd, omdat hij na zijn
lange diensttijd als reserve-officier
zijn vader wil gaan assisteren bij
het drijven van diens motorenhan-
del in Den Haag. De geruchten, dat
ziin verlof-aanvrage verband zou
houden, met de onaangenaamheden,
die hij na zijn vlucht boven Ame
land (op een Zondag) heeft onder
vonden, heeft majoor Flinterman
Bonn als hoofdstad
gehandhaafd
BONN. De Bondsdag van de
VVestdultse republiek heeft besloten,
dat Bonn de federale hoofdstad zal
blijven. Het besluit werd genomen
met 200 tegen 176 stemmen. Er
waren onthoudingent terwijl 3 stom
men van onwaarde werden ver
klaard. Het gisteren genomen be
sluit Is een bevestiging van de des
tijds door de Constituerende Verga
dering genomen beslissing
EEN ACHTERSCHAMEL van
dichtbij. De motieven en 't snij
werk wisselen naar de smaak
van de boer en de vaardigheid
van dc maker.
1\/T IJN liefste rol? Ja.
A dat weet ik heel pre
cies, zegt Willy Haak.
Voccal de omstandighe
den. waaronder ik die
speelde, hebben bij mij een
onvergetelijke herinnering
achtergelaten.
Het is Mariken in het
middeleeuwse mysteriespel
„Mariken van Nieume
ghen", die zo staat 't
in de oude uitgave te le
zen „meer dan seven
iaren metten duvel woen-
de ende verkeerde".
In de zomer van 1933
gaf de Amsterdamse To
neelvereniging er een se
rie openluchtvoorstellin
gen van in het hartje van
Nijmegen, op de markt.
Daar maakte ik voor 't
eerst mee. wat we alle
maal zo graag willen van
het toneel: het werd er.i
gebeurtenis, waaraan
iedereen deel had. Be
roepsspelers. amateurs,
toeschouwers, zij allen
maakten 't tot een grote
diep-ontroerende beleve
nis. Van Dalsum werd
voor de massaregie van de
honderden spelers geassis
teerd door de amateurto
neelleider Kramer. De re
petities werden overdag
gehouden, maar als 't no
dig was. ook 's nachts.
En op de avonden van
de opvoering lag heel oud-
Niimegen stil. De trams
reden niet meer en wee
de drieste huisvrouw, die
nog matjes wilde kloppen
op dit bijzonder uur. Pa
ter Molkenboer, die in
soutane en met 'n grote
stok in de hand de kroeg
jes in de binnenstad af
liep om stilte te gebieden,
wist zo'n boosdoener wel
te vinden!
Het marktplein was
prachtig verlicht door de
genie. In het oude Waag
gebouw, dat ook in 't spel
was opgenomen, zag je de
mensen voor de verlichte
vensters dansen. Dan sloeg eenich huys ofte kerke in
't licht eensklaps uit en in
de duisternis rolde een
nieuw tafereel de markt
op; zo stond er dan een
paar tellen later 'n com
plete kermis met stalletjes
en potsenmakers en op
dringend publiek voor je
ogen. Als Emmeken (Ma
riken) in haar zondige
omgang met Moenen <de
Duivel) berouw gaat krij
gen sleept hij haar uit
wraak „hoogher dan
die locht en werpt haar
naar omlaag".
Dat waren critieke ogen
blikken en een kwestie
van nauwkeurige timing.
Ik rende, het was dan
donker, in 'n lang geel ge
waad 't Waaggebouw door
naar de andere zijde. Daar
ging ik op straat liggen cn
op 't zelfde moment richt
te men de schijnwerpers
op de duivel (een dubbel
ganger van Van Dalsum),
Willy Haak vertelt
die van 't dak een pop
naar beneden smeet. Die
pop werd bliksemsnel
weggesmokkeld en 't leek
dan net of ik die ver
schrikkelijke val had ge
maakt. De mensen waren
er vreselijk door ontzet.
Ik vond mijn rol heer
lijk om te spelen; ik ge
loof dat Manken ook zon-
der die heel bijzondere op
voering altijd m'n lieve-
lingsrol zou zijn geweest.
Met je kleine figuur moest
je dat hele marktplein be
spelen.. Niet gemakkelijk,
maar 't lukte, al moest je
wat grover spelen dan'
normaal. En de acoustiek
was ook in orde: we werk
ten zonder luidsprekers.
Het weer hield zich alle
avonden prachtig. Ik her
inner me hoe ik in een
bepaalde scène op 'n brits
lag en elke avond zag ik
weer hoe mooi de sterren
aan de heldere hemel ston
den.
Wanneer we met de bus
aankwamen, riepen de
mensen tegen me „Dag
MarikenZo waren de
Nijmegenaren met spel en
spelers vertrouwd gewor
den. Na de laatste voor
stelling zei pater Molken-
boer: wat jullie hier de
den. is meer waard dan
300 preken. Hij had gelijk,
want wij wisten dat we
hier werkelijk ontzettend
veel mensen mee bereikt
hadden. Wij stonden er
ook niet als acteur of ac
trice. maar we waren deel
van een sterk levend ge
heel.
Het is jammer, dat 't
daarbij is gebleven en dat
deze opvoeringen niet ver
der hebben doorgewerkt
in de richting van de to
neelvernieuwing. Het was
ook één van de grote
scheppingen van Van Dal
sum. Maar voor mij is het
iets. wat ik sindsdien nooit
meer meegemaakt heb.
P de zolder van het huisje
„Plaszicht" woonde een gro
te muizenfamilie, de familie
Piepert. Het was een zomerhuis
je bij de plassen en de hele
zomer hadden ze het er heerlijk
gehad. Want er waren mensen,
en waar mensen zijn is kaas.
Maar nu kwam de winter, de
mensen hadden het huis in de
steek gelaten, er was geen kaas
meer, er was zelfs geen kruimel
tje brood meer. Waar moest de
familie Piepert van leven? Ze
waren met hun één en dertigen.
Vader, moeder en negen en twin
tig kinderen. Dat is wat. Ze wis
ten geen raad en liepen maar
van de ene kant van de zolder
naar de andere kant en aten een
hele Genemuider mat op van de
honger. Eindelijk zei de oudste
muizenjongen, hij heete Snorre-
sjoerd: Moeder, de vogels doen
het veel beter: de ganzen en de
zwaluwen en de ooievaars. Ze
vliegen 's winters naar het Zui
den en 's zomers komen ze weer
terug. Kunnen wij ook niet gaan
trekken, net als de vogels en
terugkomen als er weer mensen
zijn. Och, stil toch, domme jon
gen, zei Moeder Piepert, die
vogels kunnen vliegen, maar wij!
Kun jij vliegen? Kan ik vliegen?
MAAR vader Piepert, die ook
geluisterd had, zei: Er zit
toch wel iets in die opmerking
van onze Snorresjoerd. 'k Heb
altijd gezegd dat hij op mij lijkt
en een pientere jongen is. Als we
dan niet vliegen kunnen, dan
gaan we lopen. En we hoeven
niet eens naar het Zuiden. We
kunnen ook naar het Noorden,
als er maar kaas is. En ik heb
een gevoel, dat er in het Noor
den kaas is. Maak je gereed,
moeder, kinderen, we gaan op de
muizentrek.
Nu, ze hadden niet veel mee te
nemefi, behalve hun staarten en
die hadden ze altijd bij zich. En
daar trok de familie Piepert, een
en dertig muizen, groot en klein,
het huisje Plaszicht uit. Snorre
sjoerd stak zijn staart in het
water en toen in de lucht, om te
voelen, hoe de wind was. Toen
trokken ne naar het Noorden,
't Viel niet mee voor muizen om
van een warme zolder het veld
in te trekken. De kleine Mietje
kreeg het vreselijk koud en
piepte. Ze kwamen een veldmui-
zenfamilie tegen, die riepen:
Hallo, komen jullie gezellig in
ons hol? Maar vader Piepert
riep terug: Dank je, goede vrien
den, wij zijn zoldermuizen en
willen kaas. En vriendelijk wui
vend liepen ze verder.
't Werd donker en het werd
koud en guur. De allerkleinste
muisjes riepen: Vader, moeder
we kunnen niet meer. En vader
Piepert zei met tranen in zijn
ogen: Nog even, kinderen, nog
even, we zijn bijna bij het Noor
den.
T7 N toen, opeens stond daar een
grote boerenschuur. Ze trip
pelden alle een en dertig naar
binnen en vonden daar een trap
paar de vliering. Op die vliering
lag stro en er lag graan en vader
Piepert zei: Nu, kaas is hier wel
iswaar niet. maar er is in elk ge
val eten. Och. wat waren ze blij
en wat aten ze veel. Ze zijn van
plan om de hele winter op de
vliering van die schuur te blij
ven, en in 't voorjaar dan gaat
de familie Piepert weer terug
naar het zomerverblijf. Het
huisje met kaas, aan de plas.
If INDEREN, dit is de Boze Bombarius
als je goed oplet, dan zie ie, hoe naar
Iedereen tergen en iedereen hinderen,
dat doet de Boze Bombarius, kinderen!
Nestjes uithalen van mussen en spreeuwen,
hij plaagt in de dierentuin tijgers en leeuwen
kijk eens, je ziet gp het plaatje hierboven
hoe Boze Bombarius honing ging roven.
Honing ging roven daarginds bij de stal.
Honing ging roven met bijen en al.
Eerst dacht die domme Bombarius even.
Daar in die bijenkorf hoor ik g^en leven
'k hoor geen gezoem en gevlieg in die woning
en ik ruik honing, aha, ik ruik honing!
Toen kwam Bombarius nader geslopen
pakte de bijenkorf op en ging lopen
Denk je eens tn, hoe het eindigen zal
kijk, hij steelt honing met bijen en al!
A/fAAR wacht eens even...
1 1 ineens kwam er leven,
het werd een gezoem
van Hoem en van Hoem
van wir en van war
gedir en gedar,
een ronken en brommen
een trillen en grommen
daar kwamen de bijen, ze staken en staken
voor dat hij zich uit de voeten kon maken,
ze warrelden rond om hem heen met z'n allen
tot hij de bijenkorf moest laten vallen.
Boze Bombarius ging aan het huilen
Boze Bombarius zat vol met builen!
Ach, maar wie doet er nu toch óok zo mal
wie lust er nou honing met bijen en al?