Utrechtse studenten verleggen hun actie naar Gouda Boerenwagenclub strijdt voor verdwijnende folklore Een schone Mariken van Nieumeghen Or bo$R (BombcüduA Speeki air veranderde in heftige debat-vergadering GIJ BEGINT Buitenlands weeko- Linge-streek de bakermat van een kunstnijver-ambacht Mijn liefste rol DE KINDERKRANT Zaterdag 5 November 1949 5 GOUDA. Utrechtse tandheelkundige studenten zün een stormloop be- jonnen tegen ccn Rotterdamse onderneming, die adverteert met „Ameri kaanse plastic-gebitten". Nadat zü Woensdagavond het spreekuur van deze firm» in Utrecht hadden verstoord van welke gebeurtenis wij gisteren uitvoerig verslag gaven vonden zft Donderdagavond een nieuw „ld voor agitatie in Gouda, waar eveneens een spreekuur plaats vond. Df werkwijze van de Rotterdamse onderneming ondervindt onder tand- btelkundigen verzet en de studenten, die in een groep van dertig man naar Gooda waren gekomen, zouden in deze kringen voor hun optreden morele steun vinden- Op het Goudse spreekuur verschenen ongeveer 35 candidaat-patiënten. mtt wie de studenten een gesprek aanknoopten. De meesten lieten zich door ten overtuigen en zagen van een bezoek aan de vertegenwoordiger van de onderneming af. Wanordelijkheden vonden hierbij niet plaats. ,,Ik ben in 't geheel niet in overtreding" Ten einde moeilijkheden te voor komen hadden de studenten zich eerst gewend tot de Goudse commis- «ans van politie om hem van hun plannen te verwittigen. De commis saris liet daarop een vertegenwoor diger van de firma bij zich komen. In het onderhoud bleek dat de man van de tandheelkunde niets af wist. Voorts bleek dat de advertenties op bepaalde punten misleidend waren Gezien de niet onverdeeld welge- ende belangstelling voor het Goudse «reekuur oordeelde de vertegen woordiger het veiliger assistentie van zijn directeur te vragen. Deze verscheen spoedig op het tournooi- veld Rad van tong. maar met nau welijks verholen afkeer, zette hij voor de pers uiteen hoe volgens hem de zaak in elkaar zat „Ik ben op in 't geheel niet in overtreding", ver- tekerde hij. „Dat verzet uit de we reld der tandartsen is alleen maar een kwestie van afgunst." Misleidend in de advertenties van bedoelde firma zou in ieder geval de bewering zijn, dat de behandeling ook geldt voor leden van zie!---i- londsen. In feite vergoeden deze geen cent van de rekeningen van de Rotterdamse firma.. Er bleek slechts een interne regeling te bestaan bij deze firma, dat leden van zieken fondsen een korting van 45 ont vangen. Medisch onverantwoord achten de studenten, d^t de onderneming bin nen een dag na trekking het defini tief kunstgebit plaatst. Een kunst gebit kan pas worden aangebracht, nadat het tandvlees is samengegroeid en geslonken. Een derde hoofdbezwaar van de studenten is. dat door het adverteren met „Amerikaanse plasticgebitten" de gedachte aan „wonderen" wordt gewekt. De directeur van de Rotterdamse tandheelkundige onderneming stelde hier tegenover, dat aan zijn instituut twee tandartsen zijn verbonden, een in Rotterdam en een in Den Haag Deze tandartsen zijn geen leden van de Maatschappij voor Tandheelkun de Twee andere medici werken met hem samen als narcotiseurs. Buiten Rotterdam en den Haag worden door hem geen patiënten behandeld. Hij voegde hieraan nog toe, dat hij zijn Amsterdamse praktijk heeft moeten staken, doordat de dienst voor volks huisvesting zijn bedrijfsruimte heeft gevorderd. Dat onmiddellijk na het trekken plaatsing van een kunstgebit niet kende naam, was het antwoord en daarom heb ik hem gekozen." Hij beweerde voorts, dat zijn instituut moderne Amerikaanse materialen hier te lande heeft geïntroduceerd. Over de ethische kant van de zaak wenste de spreker zich niet uit te laten. Hij verheelde niet. dat zijn on derneming hem geen windeieren legt. „Wij saneren ongeveer acht monden per dag en daarnaast ver richten we de andere normale tand heelkundige bewerkingen zoals bo ren en vullen." De eigenaar van de zaak Is van zijn beroep tandtechnicus. Tien jaar geleden is hij voor zichzelf begon nen, omdat, naar zijn zeggen, hij on aangename ervaringen had opgedaan met tandartsen. Lovink zou Batavia gaan verlaten (Eigen bericht) DEN HAAG. In goed ingelich te kringen in Den Haag meent men te weten, dat de hoge vertegen woordiger van de kroon in Indone sië. de heer Lovink, na de over dracht van de souvereiniteit naar Nederland zal terug keren. Hij zou derhalve niet worden benoemd tot hoge commissaris van Nederland bij de RIS. Het wordt hier niet geheel uitge sloten geacht, dat de heer Lovink straks weer zal worden belast met het secretaris-generaalschap van buitenlandse zaken. Weliswaar is thans de vroegere chef van de af- deline politieke zaken van dit de partement in deze functie benoemd, doch dit schijnt geen moeilijkheden op te leveren Beslissingen zijn ter zake echter nog niet genomen. „Garantie-wet" gevraagd in het belang van ambte naren in Indonesië DEN HAAG. Do Raad van Vakcentralen, het centraie orgaan an de samenwerkende vakcentra len van Nederland heeft in een brief aan de minister va overzeese gebiedsdelen aangedrongen op het tvidig nemen van maatregelen om de veiligheid van de Nederlanders in Indonesië, in het bijzonder de veiligheid van vrouwen en kinde ren onder alle omstandigheden te waarborgen. In dit schrijven wordt voorts de aandacht gevestigd op de sociale belangen van de Nederlan ders-ambtenaren in Indonesië en op de sociale positie van de werk nemers in dienst van particuliere ondernemingen aldaar. Om de be langen van de Nederlandse ambte naren in Indonesië veilig te stellen, wordt aangedrongen op een „Ga rantie-wet". BAO «XWTOJ.-Scil NIET MAANDEN ZONDER TANDEN LOPEN NORMALE GELAATStTTDRüKKING iHétJt im, vkn Ki tiSm w te) EEN BETER SPRAAKVERMOGEN <K«Ak»x «..«1 iMt M««u BETER KAUWVERMOGEN 1 rcx*3 ii rfi* rh'vviij ft.vT tmi AMERIKAANS PLASTIC KUNSTGEBIT <n mw W. r fcer Art» m Eduard du Perron Felle polemist zou vijftig jaar zijn geworden U/ANNEER du Perron was blijven even zou deze felste aller pen voerders in ons land de afgelopen week vijftig jaar zijn geworden. Hij zelf zou gespot hebben met zo'n her denking. maar de wens om deze da tum aan te grijpen voor een korte karakteristiek spruit vooral voort uit het feit, dat zijn plotselinge dood in Mei 1940 vrijwel onopgemerkt moest blijven. De literatuur en de journa listiek hebben nog wel iets aan zijn nagedachtenis goed te maken! In een recent boek van v. Leeuwen over „Drie Vrienden" met name over Ter Braak, Marsman en du Perron wordt niet ten onrechte gezegd, dat integenstelling b.v. tot Multatuli het cntische werk van du Perron slechts door een kleine schare wordt gele zen. Juist omdat de schrijver een vijand was van alle pathos, drong zijn bijtend woord niet tot de massa door Maar voor hen, die in literai re critiek ook het creatieve moment waarderen, die in roekeloze scherpte ook het ridderlijke kunnen onder scheiden, de verdediging en be scherming van de Muze om 't eens te zegger. op een wijze, die du Per ron zelf niet zou liggen die heb ben zijn werk genoten en genieten er nóg van. Het heeft ondanks de af stand nog niets van zijn kracht en waarde verloren. Aanvankelijk is du Perron misver staan. zelfs door schrijvers, die op eenzelfde niveau stonden. Marsman noemde „Poging tot Afstand" de eerste dichtbundel, een mislukking en de geest die het schreef honds ep moerassig Hij is daarop intussen royaal teruggekomen. In zijn „Uren met Coster" heeft du Perron helaas teveel toegegeven aan het malicieuze in zijn natuur. Heeft hij dat zelf gevoeld? De niet ver kochte exemplaren van deze destruc tive en hatelijke aanval liet hij later vernietigen. Du Perron kon meer en beter. Zij me hem persoonlijk hebben ontmoet i»l.u en ?e^ro^en door zijn ridder lijkheid en door zijn zelfcritiek. Hij heeft zich vele vijanden gemaakt "iJ eer> compromisloze natuur als de £'jne heel begrijpelijk maar hij kon ook een trouw, voortreffelijk vriend zijn. Alles wat du Perron geschreven heeft, was uitermate subjectief en had een autobiografisch accent Zijn ..Land van Herkomst" is volgegns toonaangevende critici zijn beste hoek geworden. In een lange reeks van korte hoofdstukken legt hij hier he jeugdherinneringen vast van een overrijk en gevoelig geheugen, con- jrapuntisch. zoals mevr. Romein verschoor het uitdrukt; contrapun ten verwerkt met de flitsende in drukken van Parijs in het bewogen en nimoeirge jaar 1934. Het land van herkomst is Java. waar du Perron i*> geboren en twintig jaar heeft ge woond. Marsman zag in dit werk de compleetste uiting van onze ge neratie. Interessant is ook „Schandaal in Holland", gewijd aan de beide broe ders van Haren, en bbeiend vanwege nun bewonderende toon, de scherpe analytische kijk en de polemische geest zijn z'n studies over Multa tuli. Het zijn zeker niet de minste gees- \en geweest, die onze literatuur aan Qe oorlog heeft moeten afstaan! DEZE ADVERTENTIE heeft de verontwaardiging der tandheel kundige studenten gaande ge maakt. mogelijk was ontkende de leider van de firma ten stelligste. Bovendien ontvangt naar hij zeide elke patiënt op vertoon van zijn kwitantie voort durende garantie. Hij voegde echter hieraan toe: „Er worden geen con tracten getekend of garantiebewij zen afgegeven." „Ik, zeide hij met nadruk, „garandeer het werk van mijn instituut." Hij ontkende, dat zijn advertenties voor leden van ziekenfondsen mis leidend zouden zijn, doch achtte het niet uitgesloten, dat er hierover mis verstanden konden rijzen. De onder nemer moest verder toegeven, dat hij geen contracten heeft met zie kenfondsen. „Waarom noemt U de kunstgebit ten van Uw firma plastic-gebitten?" luidde een der vragen die op hem werden afgevuurd. „Het is een pak- (Van een onzer redacteuren) BEESD. Tussen Lek en Waal. daar waar de Linge zich ln ontelbare kronkels door het Betuwse land slingert cn waar plaatsjes liggen als Beesd, Enspök, Rhenoy. Acqoy, Deil cn Meerkerk, bevindt zich de baker mat van een oude. helaas verdwünende volkskunst. Er Is en t(jd geweest, dat de boeren hier over de bochtige dijken en wegen reden, met wagens, die stuk voor stuk een lust voor het oog waren door hun fraai snijwerk en hun pastelkleurige tinten. Wagens, die een sieraad vormden voor de streek, bewonderd werden door de vreemdeling en de trots waren van hun bezitters. Die tijd is vrijwel voorbij. De techniek heeft ook hier een nivellerende invloed uitgeoefend en het oude en eigene de genadeslag toe gebracht. Curieuse verzameling, door een toeval onstaan Wel leeft hier nog de herinnering voort aan beroemde wagenmakers, zoals de gebroeders Jan en Dirk van Tussenbroek uit Beesd en Reinier Mondhouwer uit Meerkerk, maar de boeren bedienen zich meestal van platte wagens op luchtbanden zonder enige pretentie. Als u prachtige voor- of achterschamels wilt zien of de aardige versjes wilt lezen, die vroeger op de steekleren van boe renwagens werden geschilderd, dan heeft u daartoe maar een enkele keer de gelegenheid, tenzij u uw schreden richt naar de een of ande re verzamelaar, die oog heeft gehad voor hetgeen verloren dreigde te gaan. U weet niet wat voor- en achter- schamels zijn of steekleren? U wist evenmin, dat men op boerenwagens rijmpjes aan kon treffen? Wij wis ten het eerlijk gezegd ook niet, tot dat deze leemte in onze kennis werd aangevuld door de „Boerenwagen- club". 'n folkloristische vereniging, die zich ten doel stelt 't ten dode op- geschrevene voor volslagen onder gang te behoeden, die belangstelling wil wekken voor alles wat met de Oud-Hollandse boerenwagen in ver band staat. Dat is oneindig veel meer dan de leek op dit gebied ver moeden zou. De „Boerenwagenclub" dankt zijn ontstaan aan een merkwaardig toe val. Het begon zo. Vele jaren geleden moest de heer F. Wilkens uit Bilt- hoven met zijn auto wachten bij een pontveer over een onzer grote ri vieren. Voor hem in de lange file van auto's en voertuigen stond een ouderwetse boerenkar. En toen de heer Wilkens daar zo door zijn voor ruit naar zat te kijken, viel het hem plotseling op. dat de achterschamei. de verbinding tussen achteras en eigenlijke wagen, een bijzonder kun st.g product van houtsnijwerk was Zijn belangstelling was gewekt en hij ging vragen, zoeken en speuren. Hij reisde naar het land tussen de rivieren en neusde er rond bij oude wagenmakers en op boerenerven. Die speurtocht leverde verrassende vondsten op. Enige jaren later had de heer Wilkens in zijn woning een collectie wagcnonderdelen bijeen vergaard, die vermoedelijk wel de grootste is in ons land. Wanneer ge over de drempel van zijn gastvrij huis stapt, ontwaart ge onderdelen van boerenwagens en niets dan onderdelen van boerenwa gens om u heen. Een achterschamei is de kapstok, waaraan ge uw jas ophangt. Uit achterschamels is het HET ZEEPAARDJE, een gelief koosd motief op de Oud-Holland se boerenwagen. Men vindt het meestal tussen de wielen, boven de as, waarom het voorste stel wielen draait. gangtafeltje, waarop ge uw hand schoenen deponeert. Achterschamels ook hangen langs de wanden van de salon, van achterschamels zijn de gezellige lange tafeltjes en fraai be schilderde stcekleren, die door de boeren op de zijkanten van de wa gen werden geplaatst sieren de lijs ten van suite- en kamerdeuren. De eerste ogenblikken dringt dat allemaal niet zo tot u door. Ge weet niets van boerenwagens af. Dat de kunstvoorwerpen, die ge om u heen ziet van boerenwagens stam men, die ge altijd hebt geassocieerd met mest en varkensvoer, daarvan hebt ge geen flauw vermoeden.. Totdatonder gezellige kout. in een diepe fauteuil, bij het intieme licht van een lamp, die alweer uit de lantaarn van een boerenwagen is vervaardigd, de heer des huizes u het een en ander van het oude wa genmakersvak vertelt en u de ogen open gaan. Het is heel wat. dat de heer Wil kes u vertellen kan. Want de in middels opgerichte „Boerenwagen club", waarvan hij thans voorzitter is, heeft van de oude wagens een diepgaande studie gemaakt. Zij heeft de motieven bekeken, waarvan de oude wagenmakers zich bedienden, zij heeft onderzocht, wélke model len in een bepaalde streek thuisho- EEN OUDE BOERENWAGEN van achteren gezien. Tussen de wielen de achterschamei Pal daarboven 'n fraai gebeeldhouw de achterwand. Men moet zich voorstellen, dat al dit houtsnij werk in tere kleuren is geschil derd. ren en wat van een bepaald soort wagen het verspreidingsgebied is Maar bij deze studie, waarvan de re sultaten Inmiddels zijn gepubliceerd, heeft de „Boerenwagenclub" het niet gelaten. Zij heeft ook de belangstelling van de boeren trachten te wekken. Zij heeft in Beesd en in Meerkerk in de afgelopen jaren „Boerenwagen- dagen" georganiseerd en daar de mooiste wagens verzameld, die nog over zijn. Zij heeft voor de bezitters der best geconserveerde exemplaren prijzen beschikbaar gesteld en zij heeft ook diploma's uitgereikt aan wagenmakers als Peet, Jongkind en Den Hartog, die in Meerkerk en in Beesd nog het oude handwerk uit oefenen en voor het behoud van oude schoonheid vechten op een eenzame post. En met deze arbeid, hoe belangrijk ook voor onze folklore, is zij nog niet tevreden. Haar ideaal is een streekmuseum, ergens tussen de Be tuwse bongerds. Dat wat er nu nog op het gebied van wagens voorhan den is zal Cr voor het nageslacht worden bewaard. Het is nog toe komstmuziek. Maar als het zover is, zal ook de verzameling, die de heer Wilkens thuis op zolder heeft daar een plaatsje vinden Maj. Flinterman vraagt groot vtrlof DEN HAAG. Ma]. J. L. Flin- terman. de bekende militaire vlie ger die in Augustus j.l. met een Gloster Meteor, het Nederlands hoogte- en snelheidsrecord op zijn naam heeft gebracht, heeft groot verlof gevraagd, omdat hij na zijn lange diensttijd als reserve-officier zijn vader wil gaan assisteren bij het drijven van diens motorenhan- del in Den Haag. De geruchten, dat ziin verlof-aanvrage verband zou houden, met de onaangenaamheden, die hij na zijn vlucht boven Ame land (op een Zondag) heeft onder vonden, heeft majoor Flinterman Bonn als hoofdstad gehandhaafd BONN. De Bondsdag van de VVestdultse republiek heeft besloten, dat Bonn de federale hoofdstad zal blijven. Het besluit werd genomen met 200 tegen 176 stemmen. Er waren onthoudingent terwijl 3 stom men van onwaarde werden ver klaard. Het gisteren genomen be sluit Is een bevestiging van de des tijds door de Constituerende Verga dering genomen beslissing EEN ACHTERSCHAMEL van dichtbij. De motieven en 't snij werk wisselen naar de smaak van de boer en de vaardigheid van dc maker. 1\/T IJN liefste rol? Ja. A dat weet ik heel pre cies, zegt Willy Haak. Voccal de omstandighe den. waaronder ik die speelde, hebben bij mij een onvergetelijke herinnering achtergelaten. Het is Mariken in het middeleeuwse mysteriespel „Mariken van Nieume ghen", die zo staat 't in de oude uitgave te le zen „meer dan seven iaren metten duvel woen- de ende verkeerde". In de zomer van 1933 gaf de Amsterdamse To neelvereniging er een se rie openluchtvoorstellin gen van in het hartje van Nijmegen, op de markt. Daar maakte ik voor 't eerst mee. wat we alle maal zo graag willen van het toneel: het werd er.i gebeurtenis, waaraan iedereen deel had. Be roepsspelers. amateurs, toeschouwers, zij allen maakten 't tot een grote diep-ontroerende beleve nis. Van Dalsum werd voor de massaregie van de honderden spelers geassis teerd door de amateurto neelleider Kramer. De re petities werden overdag gehouden, maar als 't no dig was. ook 's nachts. En op de avonden van de opvoering lag heel oud- Niimegen stil. De trams reden niet meer en wee de drieste huisvrouw, die nog matjes wilde kloppen op dit bijzonder uur. Pa ter Molkenboer, die in soutane en met 'n grote stok in de hand de kroeg jes in de binnenstad af liep om stilte te gebieden, wist zo'n boosdoener wel te vinden! Het marktplein was prachtig verlicht door de genie. In het oude Waag gebouw, dat ook in 't spel was opgenomen, zag je de mensen voor de verlichte vensters dansen. Dan sloeg eenich huys ofte kerke in 't licht eensklaps uit en in de duisternis rolde een nieuw tafereel de markt op; zo stond er dan een paar tellen later 'n com plete kermis met stalletjes en potsenmakers en op dringend publiek voor je ogen. Als Emmeken (Ma riken) in haar zondige omgang met Moenen <de Duivel) berouw gaat krij gen sleept hij haar uit wraak „hoogher dan die locht en werpt haar naar omlaag". Dat waren critieke ogen blikken en een kwestie van nauwkeurige timing. Ik rende, het was dan donker, in 'n lang geel ge waad 't Waaggebouw door naar de andere zijde. Daar ging ik op straat liggen cn op 't zelfde moment richt te men de schijnwerpers op de duivel (een dubbel ganger van Van Dalsum), Willy Haak vertelt die van 't dak een pop naar beneden smeet. Die pop werd bliksemsnel weggesmokkeld en 't leek dan net of ik die ver schrikkelijke val had ge maakt. De mensen waren er vreselijk door ontzet. Ik vond mijn rol heer lijk om te spelen; ik ge loof dat Manken ook zon- der die heel bijzondere op voering altijd m'n lieve- lingsrol zou zijn geweest. Met je kleine figuur moest je dat hele marktplein be spelen.. Niet gemakkelijk, maar 't lukte, al moest je wat grover spelen dan' normaal. En de acoustiek was ook in orde: we werk ten zonder luidsprekers. Het weer hield zich alle avonden prachtig. Ik her inner me hoe ik in een bepaalde scène op 'n brits lag en elke avond zag ik weer hoe mooi de sterren aan de heldere hemel ston den. Wanneer we met de bus aankwamen, riepen de mensen tegen me „Dag MarikenZo waren de Nijmegenaren met spel en spelers vertrouwd gewor den. Na de laatste voor stelling zei pater Molken- boer: wat jullie hier de den. is meer waard dan 300 preken. Hij had gelijk, want wij wisten dat we hier werkelijk ontzettend veel mensen mee bereikt hadden. Wij stonden er ook niet als acteur of ac trice. maar we waren deel van een sterk levend ge heel. Het is jammer, dat 't daarbij is gebleven en dat deze opvoeringen niet ver der hebben doorgewerkt in de richting van de to neelvernieuwing. Het was ook één van de grote scheppingen van Van Dal sum. Maar voor mij is het iets. wat ik sindsdien nooit meer meegemaakt heb. P de zolder van het huisje „Plaszicht" woonde een gro te muizenfamilie, de familie Piepert. Het was een zomerhuis je bij de plassen en de hele zomer hadden ze het er heerlijk gehad. Want er waren mensen, en waar mensen zijn is kaas. Maar nu kwam de winter, de mensen hadden het huis in de steek gelaten, er was geen kaas meer, er was zelfs geen kruimel tje brood meer. Waar moest de familie Piepert van leven? Ze waren met hun één en dertigen. Vader, moeder en negen en twin tig kinderen. Dat is wat. Ze wis ten geen raad en liepen maar van de ene kant van de zolder naar de andere kant en aten een hele Genemuider mat op van de honger. Eindelijk zei de oudste muizenjongen, hij heete Snorre- sjoerd: Moeder, de vogels doen het veel beter: de ganzen en de zwaluwen en de ooievaars. Ze vliegen 's winters naar het Zui den en 's zomers komen ze weer terug. Kunnen wij ook niet gaan trekken, net als de vogels en terugkomen als er weer mensen zijn. Och, stil toch, domme jon gen, zei Moeder Piepert, die vogels kunnen vliegen, maar wij! Kun jij vliegen? Kan ik vliegen? MAAR vader Piepert, die ook geluisterd had, zei: Er zit toch wel iets in die opmerking van onze Snorresjoerd. 'k Heb altijd gezegd dat hij op mij lijkt en een pientere jongen is. Als we dan niet vliegen kunnen, dan gaan we lopen. En we hoeven niet eens naar het Zuiden. We kunnen ook naar het Noorden, als er maar kaas is. En ik heb een gevoel, dat er in het Noor den kaas is. Maak je gereed, moeder, kinderen, we gaan op de muizentrek. Nu, ze hadden niet veel mee te nemefi, behalve hun staarten en die hadden ze altijd bij zich. En daar trok de familie Piepert, een en dertig muizen, groot en klein, het huisje Plaszicht uit. Snorre sjoerd stak zijn staart in het water en toen in de lucht, om te voelen, hoe de wind was. Toen trokken ne naar het Noorden, 't Viel niet mee voor muizen om van een warme zolder het veld in te trekken. De kleine Mietje kreeg het vreselijk koud en piepte. Ze kwamen een veldmui- zenfamilie tegen, die riepen: Hallo, komen jullie gezellig in ons hol? Maar vader Piepert riep terug: Dank je, goede vrien den, wij zijn zoldermuizen en willen kaas. En vriendelijk wui vend liepen ze verder. 't Werd donker en het werd koud en guur. De allerkleinste muisjes riepen: Vader, moeder we kunnen niet meer. En vader Piepert zei met tranen in zijn ogen: Nog even, kinderen, nog even, we zijn bijna bij het Noor den. T7 N toen, opeens stond daar een grote boerenschuur. Ze trip pelden alle een en dertig naar binnen en vonden daar een trap paar de vliering. Op die vliering lag stro en er lag graan en vader Piepert zei: Nu, kaas is hier wel iswaar niet. maar er is in elk ge val eten. Och. wat waren ze blij en wat aten ze veel. Ze zijn van plan om de hele winter op de vliering van die schuur te blij ven, en in 't voorjaar dan gaat de familie Piepert weer terug naar het zomerverblijf. Het huisje met kaas, aan de plas. If INDEREN, dit is de Boze Bombarius als je goed oplet, dan zie ie, hoe naar Iedereen tergen en iedereen hinderen, dat doet de Boze Bombarius, kinderen! Nestjes uithalen van mussen en spreeuwen, hij plaagt in de dierentuin tijgers en leeuwen kijk eens, je ziet gp het plaatje hierboven hoe Boze Bombarius honing ging roven. Honing ging roven daarginds bij de stal. Honing ging roven met bijen en al. Eerst dacht die domme Bombarius even. Daar in die bijenkorf hoor ik g^en leven 'k hoor geen gezoem en gevlieg in die woning en ik ruik honing, aha, ik ruik honing! Toen kwam Bombarius nader geslopen pakte de bijenkorf op en ging lopen Denk je eens tn, hoe het eindigen zal kijk, hij steelt honing met bijen en al! A/fAAR wacht eens even... 1 1 ineens kwam er leven, het werd een gezoem van Hoem en van Hoem van wir en van war gedir en gedar, een ronken en brommen een trillen en grommen daar kwamen de bijen, ze staken en staken voor dat hij zich uit de voeten kon maken, ze warrelden rond om hem heen met z'n allen tot hij de bijenkorf moest laten vallen. Boze Bombarius ging aan het huilen Boze Bombarius zat vol met builen! Ach, maar wie doet er nu toch óok zo mal wie lust er nou honing met bijen en al?

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 5