Een eeuw
en dokterde de Kamer aan
een wet op brief poslerij
lk ben slechts een eenvoudige
opkoper, edelachtbare
Huiskamer-ontvangst in
ons land primair
Beheersinstituut aan
banden gelegd
r
Slakken en schildpadden als postboden
J
Or ga n isa ti e de r postbezorgi ng
voordien irinstobject
Monsieur Joseph legt alles
even uit
Woensdag 14 December 1949
3
39
Lange tijd werd de post vervoerd
mei de paardenpost-estafette. De
ruiters kondigden hun komst aan
met trompetgeschal.
V__
Ellende in West-lndië
Uw artikelen over: „Maakt een
einde aan dit kinderleed." kunnen
allicht bijdragen om de ogen der
mensen te openen en misschien te
vens hun beurzen Een ding vin
den wij echter heel jammer en wel
dat de foto nu juist een West-
Indisch meisje moet tonen, met het
onderschrift: ..Zo gelukkig zouden
alle blanke en gekleurde kinderen
moeten kunnen lachen".
U beweerde niet. dat het West-
Indische kind in het algemeen zo
gelukkig is. Toch wordt ook al
doordat de kennis, die de gemid
delde Nederlander omtrent West-
Indiè bezit, zo uiterst klein is die
indruk min of meer gewekt. En dat
terwijl het tegendeel waar is. Ook
in West-lndië wordt heel veel kin
derleed geleden. Onder de Bosland-
negers in Suriname is een baby-
stertfe van een kleine 60 Ook
in Suriname heersen ziekten als
framboesia. melaatsheid. leprose
enz. De enige medische hulp voor
de Bosland-bewoner is het Prinses
Juliana Zendings Hospitaal. Hier is
eveneens financiële steun dringend
noodzakelijk. Het hospitaal, dat
twee jaar geleden werd geopend,
zal, voornamelijk ten gevolge van de
devaluatie van de Nederlandse gul
den, gesloten moeten worden, in
dien niet spoedig afdoende hulp
wordt geboden. De noodzakelijke
stichting van kindertehuizen voor
verwaarloosde kinderen e.d. stuit
eveneens af op het gebrek aan geld
middelen
En nu noemden wij alleen nog
maar de lichamelijke noden. De de
monische angsten van het heiden
dom, waarin de kinderen daar wor
den opgevoed, lieten wij nog buiten
beschouwing.
Daar wij in nauw contact staan
met de Protestantse Zending in Su
riname. begrijpt U wel. dat het ons
pijnlijk trof, nu juist een West-In
disch meisje als voorbeeld van ge
lukkig kind te zien. Dit is de tweede
keer. dat ons iets dergelijks opviel.
Op de Damesbeurs zagen wij een
film over Suriname. Hierin werd
geen aandacht besteed aan de daar
heersende ziekten, maar slechts een
algemeen beeld van de verschil
lende daar levende rassen gegeven.
Daar vlak achter hem, uitgaande
van het Roode Kruis een film over
Indonesië, waarin niets dan ellende
te zien was: ziekten en gebrek aan
kleding e.d. Ditzelfde zou men ook
van Suriname hebben kunnen la
ten zien. Nu maakte het de indruk
alsof het in Suriname best botert,
maar in Indonesië allemaal even
beroerd is.
Het gevolg zou kunnen zijn, dat
het toch al zo stiefmoederlijk in
steun en belangstelling bedeelde
Suriname nog meer ten achter ge
steld zou worden bij Indonesië.
Kunt 'U misschien de aandacht
van Uw lezers eens hierop vestigen?
COMITé SURINAME-ZENDING.
Marshall en Maarschalk
Mijnheer de Redacteur,
Dezer dagen schreef U, dat Ame
rika Marshall-hulp en Rusland
Maarschalk-hulp brengt. Maar
is dat dan eigenlijk met dat bericht
over .Monty" en Bradley?
Toch geen vergissing?
En waaraan moeten wij steeds
maar meer producerende Nederlan
ders de Marshall-hulp bespeu
ren? Of is die in de snel toenemende
armoede verdisconteerd? Ach toe.
mijnheer de redacteur, vertelt U
ons, die er nog zo weinig van snap
pen. eens iets over deze dingen. U
vertegenwoordigt toch de „publieke
opinie". Weest U bij voorbaat verze
kerd van onze dank en erkentelijk
heid.
H. W. P. E. EPHRAIM.
De vraag van de heer Ephraïm
is geen vraag, maar bedoelt te zeg
gen dat Amerika imperialistisch is
en de Sowjet-Unie weer in een
verkeerd daglicht wordt gesteld.
Deze gedachtegang is niets nieuws.
De C.P.N. verkondigt hem dage
lijks. Onze armoede is in de Mar
shall-hulp verdisconteerd. Zonder
die hulp zouden wij namelijk nog
heel wat armer zijn.
Vrijheid voor allen
Ik las met het schaamrood op
m'n kaken het stukje over „De
Kerk en het Rassenvraagstuk".
Vooral het gedeelte over prof. Wa
terink trof me zeer. Anderhalf jaar
lang heb ik z'n beschouwingen
over paedagogie gevolgd in* het
tijdschrift „Moeder". Hoe durft die
professor, met opvattingen als hij
heeft over z'n donkere broeders,
medeschepselen Gods. te schrijven
tot ons moeders over onze
kinderen. Z'n vrouw vindt hij te
goed te zitten in één coupé met
een kleurling Wat zou Christus
doen? Is z'n vrouw beter dan
Christus? Wat wordt het woord
Christen en beschaving toch erger
lijk misbruikt. Wat is er een dei-
(Van een onzer redacteuren)
F)E NEDERLANDSE POSTZEGEL is nog jong. Honderd
jaar geleden bestond zij nog niet eens. Wèl correspon
deerde men toen. wèl oetaalde men zijn vrachtprijs voor
h :t vervoer aan de staat, doch meestal aan de clande-
stiene postvervoerders doch dat zegeltje, dat bestaat pas j
t; acht en negentig jaar Geen periode dus eigenlijk om te her
denken, ware het niet, dat een eeuw geleden om pre
cies te zijn op 23 November 1849 een wetsontwerp bij
de kamer werd ingediend „betreffende vaststelling van het
briefport en tot regeling der1 aangelegenheden van de brief-
posterij". En deze wet. die een half jaar later werd aangeno
men. legde de grondslag voor de PTT. in haar huidige ge
daante en voor de postzegel.
Het zag er vroeger niet zo heel fraai uit wat de verbin
dingen betreft, mogen we tenminste een collega van een
zestig jaar geleden geloven toen hij schreef: „Laat het ge
zegd zijn: Onze vaderen uit de voorgaande eeuw waren de
grootste slaapmutsen waarover ooit de zon is op- of onder
gegaan. De inrichting van hun brandweer, brievenpost en
hun verkeersmiddelen legden getuigenis af van de stumperachtigheid der
geest- en zielsvermogens dier vaderen".
komst van een lange reis hoort, dat
zijn zes dagen tevoren geposte brief
nog niet is aangekomen: „Men ge
bruikt, hoor ik. enkel slakken en
schildpadden tot postboden"
En dus ging men de postwetten
ontduiken. Men verzond de brieven
clandestien met vrachtrijders. Het
werd zo iets vanzelfsprekends, dat
men dodelijk verbaasd was. als er
zo af en toe eens een vervolging te
gen de vervoerders werd ingesteld.
DE organisatie van de posterijen
was in handen van personen en
instellingen, die meer belang hadden
bij een ferm winstje dan bij een
vlotte, veilige en geregelde gang
van zaken en bij het belang van het
publiek.
Vlot? 't Zou wat. In Eindhoven
waren op het postkafftoor gedu
rende drie jaar noch postillons, noch
paarden aanwezig voor de estafette
dienst.
Veilig? Sla er de Duitse „Weg-
weiser" maar eens op na Die ver
telt in 1787, dat de wegen onbe
gaanbaar zijn en dat het in de trek
schuiten wemelt van spitsboeven.
Geregeld? Ja, als de postillon der
paardepostery tenminste onderweg
niet al te veel trek kreeg in een bor
rel, zi.jn paard en brieven verkocht
en zich niet meer liet zien.
De staat grijpt in.
Maar 't vreemde was, dat het - pu
bliek zich weinig interesseerde voor
de gang van zaken Tenslotte werd
het toch te gortig en ging de staat
er zich mee bemoeien. Onder Lode-
wijk Napoleon kwam een postwet
tot stand. De staat kreeg het mono
polie voor het brievenvervoer en de
Hollandse posterijen werden geheel
ingelijfd bij de Franse administra
tie: de Franse postale wetten wer
den hier van kracht.
Toen kwam men langzamerhand
in beweging. Het publiek dan wel
te verstaan, want de ellende was nog
lang niet geleden. De hoge porten
en de gebrekkige officiële verbin
dingen waren ook toen nog
lachwekkend. We kunnen dat con
stateren. als we zien. wat de hoofd
persoon in Van Lenneps Ferdinand
Huyck zegt, als hij bij zijn terug-
f
Ruim een halve eeuw geleden
ging het postvervoer nog met
dilligences. Een postrijtuig van
Van Gend en Loos aan het. begin
van zijn laatste rit in 1S88 voor
het kantoor te Waalwijk. (Foto
Postmuseum, Den Haag).
Zo moest het
Toen Engeland in 1839 een nieu
we postwet invoerde met uniform
porto gn met postzegels, zag men
eindelijk, hoe prachtig het zou
kunnen zijn. Maar het duurde nog
tien jaar, voordat onze regering er
ook van doordrongen was. Bij Ko
ninklijk Besluit van 5 Februari 1949
werd een commissie ingesteld om
de zaak te onderzoeken Het was
vrij nutteloos wat zii deed. want
toen het rapnort werd ingeleverd
(op 28 December) was het wetsont
werp tot regeling van de posterijen
al een maand bii de "kamerleden
Toen die wet op 12 April 1850 werd
aangenomen wa<? de grootste misere
van de baan. De toenmalige direc
teur van het postkantoor te Tilburg.
Gille Heringa, kon dan ook met
vreugde constateren, dat „afgesleten
decreten ener versleten roode repu
bliek" waren opgeruimd.
Met die postwet was de postze
gel er echter nog niet. Daér wilde
men niet aan. Want velen beschouw
den het als een belediging om ze
gels op een brief te nlakken. Dat
was beneden de waardigheid Alsof
de geadresseerde niet in staat was
(zoals altijd gebeurde) om de
vracht te betalen
Maar na veel heen en weer ge
praat kwam er toch een artikel in
de postwet. waarin gézegd werd:
De vooruitbetaling van het port zal
na 1 Januari 1852 ook kunnen ge
schieden door het aanhechten van
postzegels".
Moeder van het
frankeerzegel
Historici hebben al eens uitge
maakt dat de hertogin de Longue-
ville in het midden van de zeven
tiende eeuw de geestelijke moe
der van de postzegel is geweest.
Dat was in do rumoerige Franse
tijd toen kardinaal Mazarin erg
veel te vertellen had. De post
zegel in zijn huidige gedaante en
betekenis irerd echter onmisken
baar uitgedacht in Engeland.
Rowland Hill, de posthervormer,
haa het daar met bedrukte om
slagen geprobeerd, maar de kin
derachtige tekeningen ontmoetten
nogal critiek. De vraag ging uit
naar frankeerzegels. Op 6 Mei
1840 werden ze in Engeland voor
het eerst verkrijgbaar gesteld in
de waarden van 1 penny (zwart)
en 2 pence (blauw).
De Nieuwe, Amsterdamse Cou
rant uit die dagen werd er nogal
door geïmponeerd: „Vreest men,
dat de brief meer dan een ge
wone enkele brief weegt, dan legt
men hem op de schaal, die men
kan aanschaffen en waaronder er
zijn, welke als eene schoorsteen
sieraad kunnen prijken", schrijft
men.
In Nederland werd de postzegel
ingevoerd op 1 Januari 1852. Dr.
A. Vrolik, voorzitter van het
Muntcollege, ontwierp de eerste.
De verdere uilvoering werd over
gelaten aan J. W. Kaiser, in 1859
directeur van de graveerschool
der Koninklijke Academie en
later directeur van het Amster
damse Rijksmuseum. De minister
van Justitie schreef toen aan de
koning:
„Vermits de postzegels in som
mige opzigten de plaats eener
munt vervangen, heeft men op
het voetspoor van Engeland in
bijna alle landen het borstbeeld
van den souverein gekozen Het
zij mij geoorloofd mitsdien Uwer
Majesteits vei gunning te vragen
om ook hier te lande Hoogst-
dcrzelver beeltenis op de bedoel-
de zegels te mogen plaatsen''
Engeland werk
te met zjjn post-
hervorming in
spirerend op na
genoeg alle lan
den. Niet alleen
het karakter
van de Engelse
wetten werd
overgenomen,
doch ook het
principe van de
postzegels. Op
de Britse „Victoria-cegel" (boven),
volgde Nederland
met de zegel,
waarop Koning
Willem II voor
komt (onder). De
Nederlandse ze
gel werd uitgege
ven in de waar
den 5, 10 en 15
cent en wel voor
afstanden van
resp. 30 mijl, 100 mijl en 100 mijl
en verder. Pas in 1S69 werd het voor
uit .frankeren van brieven ver
plichtend gesteld.
Begroting Zuiderzee-
fonds goedgekeurd
(Van onze parlementaire redacteur*
DEN HAAG. Men heeft bij de
debatten in de Tweede Kamer over
het Zuiderzeefonds van minister
Spitzen haring of kuit gevraagd in
zake de definitieve plannen met de
verdere inpoldering van de Zuider
zee. zulks in het bijzonder naar
aanleiding van de publicaties in de
pers. Wat die publicaties betreft,
waste de bewindsman zijn handen
in onschuld en over de plannen
kon hij niets definitiefs medede
len. Er is een advies van de Zui
derzeeraad. doch dat moet nog na
der bestudeerd worden, eer de re
gering uitsluitsel kan geven over
hetgeen er gebeuren zal. Indien in
derdaad f 20 millioen van de
Marshall-hulp voor dit project be
schikbaar zou komen, zouden de te
verwerken bedragen toch gewoon
bij aanvullende begroting worden
aangevraagd. Bij die gelegenheid
zou dan het gehele probleem van
de verdere inpoldering aan de or
de kunnen komen.
Ook over de eventuele overgang
van de steunverlening op grond
van de Zuiderzeesteunwet naar het
departement van Sociale Zaken rad
de minister geen nieuws. Deze
overgang behoeft door de betrok
kenen geenszins gevreesd te wor
den, want Sociale Zaken is hier
voor uitstekend toegerust.
De begroting van het Zuiderzee
fonds is tenslotte zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen, ten spijt
van alle bezwaren tegen staatsex
ploitatie van een deel der gronden
in de Noordoostpolder.
J
RAPPORT VAN DE TELEVISIECOiMiMISSIE I
625 lijnenstelsel definitief aanvaard
(Van een onzer redacteuren)
De in 1948 door de Regering ingestelde televisiecommissie heeft onder
leiding van prof. dr ir W Th Bahler maandenlang studie gemaakt van
de mogelijkheden ook in ons land een regelmatige televlsicdienst in te
richten Op grond van de twee uitgebrachte rapporten heeft de Regering,
zoals wij gisteren reeds meldden, besloten het advies van de commissie
te volgen en een experimentele zender te doen bouwen waarin gedurende
de eerstkomende twee jaren verdere proeven zullen worden genomen.
PTT en de Zwitserse omroep1 bleek.
De rapporten,
commissie heeft
verdeeld in een
financieel advies.
die de televisie-
uitgebracht, zijn
technisch en een
In het technisch
Van 1 tot en met 15 Juni 1950
zal te Wenen een Bach-festival ge
houden worden. Jehudi Menuhin
zal in het kader van deze feestelijk
heden als solist optreden en Paul
Hindemith zal enkele concerten di
rigeren.
Tussen de leiding der Salzbur-
ger Festspiele en Wilhelm Furt-
wangler is een overeenkomst tot
stand gekomen waardoor deze diri
gent zich volkomen aan dit festival
zal wijden.
advies wijst de commissie op de he.
perkte werkingssfeer van een tele
visiezender Binnen deze reikwijdte
zullen de uitzendingen erbuiten niet
regelmatig gevolgd kunnen worden
Een probleem vormt deze onregel
matige ontvangst buiten de wer
kingssfeer die storend optreedt door
dat men voor de freajieniiebanden
on bepaalde gebieden is aangewezen
Daarbij houdt het aantal beeldlijnen
op advies van de commissie is dit
in ons land voorlopig bepaald op
625 ten nauwste verband met de
bandbreedte, zodat het aantal tele
visiezenders beperkt moet blijven
Het rapport adviseert een aantal
beeldwisselingen aan te houden van
25 opdat bij de programma's gebruik
gemaakt kan worden van de nor
male films Bij dit advies heeft de
commissie rekening moeten houden
met de mogelijkheden van het fa
briceren door de Nederlandse In
dustrie van televisie-ontvangers en
de eventuele export daarvan naar
het buitenland. Het 625-lijncnstelsel
wordt in vrijwel alle Europese lan
den gebruikt met uitzondering van
Frankrijk en Engeland.
Uit besprekingen die delegaties uit
de televisiecommissie hielden met de
Nord West- Deutsche Rundfunk in
Hamburg, de Zweedse en Deense
dat men ook daar het meest voelt
voor het 625-lijnenstelsel. Uniformi
teit van dit onderdeel is van belang
met het oog op uitwisseling van
wederzijdse programma's, die men in
de. zij het nog verre toekomst tot
stand wil brengen.
De commissie heeft in Engeland
en ook bij Philips in Eindhoven ex
perimenten bijgewoond met tele
visie-projectie. waarbij de ontvangst
geprojecteerd werd op een scherm
van 1 meter bij 1 meter 33 cm., be
doeld voor gebruik in scholen, clubs
e d. Opvallend is dat de commissie
van meninc is. dat het zwaartepunt
in Nederland zal liggen op dc „huis
kamer-projectie" dus op een klein
scherm terwijl juist in België en
Frankrijk en andere landen de pro
jectie op een groot scherm in open
bare lokaliteiten een voorname
plaats zal innemen. In een tweede
artikel willen wij een basisplan voor
televisie in ons land belichten.
LEVENSLANG VOOR
ROUWEND AL
AMSTERDAM. Het Amster
dams Bijzonder Gerechtshof ver
oordeelde de 53-jarige Amsterdam
se koopman H Rouwcndal, die
spionnagewerkzaamheden heeft
verricht voor de Duitse Abwehr-
stelle Niederlande. tot levenslange
gevangenisstraf.
91
DE AFFAIRE JOANOVICI IX
„Goed en bloed voor
verzetsbeweging"
En Joanovici legt plechtig zijn
beide handen op zijn revers
Hij heeft Launay met de .acco
lade" begroet? „Inderdaad" ik had
toen net twee patriotten van hem
losgekocht". Hij heeft eens een
heer „Heil Hitier" toegevoegd in 't
openbaar?
„Inderdaad, maar toen stond ik
op 't punt gearresteerd te worden,
terwijl ik m'n auto stikvol met wa
penen had bestemd voor de Résis-
tance. Voilé, comment qu' s'est pas
sé, monsieur le Président".
En de president studeert verder
in het dossier.
„Ik ben geen „collaborateur" ge
weest, verklaarde Joano, „;k heb
altijd met m'n geld het Verzet ge
steund. Ik heb me kunnen vergis
sen, maar m'n bedoeling was al
tijd goed."
Het verhoor komt op- de arresta
tie van Teitgen, na de oorlog enige
tijd minister van Justitie.
Joanovici legt uit, hoe hij bij dé
Gestapo tussenbeide kwam. „Ik
wist toen nog niet dat hij Teitgen
heette. Hij noemde zich in 't Ver
zet Tristan. Ik zei, dat hij een be
diende was, die voor me werkte en
bood een half millioen. Maar dat is
niet gelukt: ?a n'a pas marchc."
De president vraagt, hoe h»j het
aanlegde de Gestapo ertoe te bren
gen gearresteerde Joodse handela
ren op vrije voeten te stellen.
„Och," zegt Joano bescheiden,
ning geweest over het geval Isaac
Allal. Een golf van ontroering ging
door de wereld; kinderen, die zo
veel'geleden hadden, zo dicht bij
het „paradijs" op aarde waren,
verongelukken. Een stakker blijft
over. En onze gedachten gaan naar
die vele andere Jodenkinders, die
door ons, Christenen, vergast zijn.
Dan blijken er nog mensen te zijn,
die zich storen aan de ontroering
en medelijden met dergelijke stak
kers.
Ik ben maar een gewone huis
vrouw,-toch uit de grond van m'n
hart zeg ik dank aan U, redactie,
die de hand durft te leggen op de
wond der samenleving. Verstand
van „hoge politiek" heb ik niet,
toch geloof ik, dat wij huisvrouwen
als één „vrouw" moeten opstaan
tegen mensen als Malan en prof.
Waterink, die de „Vrede" zien met
onderdrukking van een volksgroep.
Zolang er geen vrijheid is voor al
len, zolang zal er geen Vrede zijn.
Deze Kerstboodschap paste beter
in de mond van een „Christelijk
man" als prof. Waterink.
S. VAN OEVERBN.
Weinig nut
Uw rubriek „Moet U eens horen"
is wel een aardig idee, maar ik
geloof niet. dat zii- veel nut heeft.
Zii verhit de gemoederen maar en
wij hebben in de wereld vóór alles
behoefte aan begrip en verdraag
zaamheid. Ik denk aan de artikelen
over „Fascistische infectie" e.d.
Ieder gaat tenslótte uit van zijn
eigen levens- en wereldbeschou
wing en de meningen zullen daar
door blijven bótsen. Kunt U de
plaatsruimte niet beier besteden
aan een opvoedend artikel over in
nerlijke beschaving in eenvoudige
bewoordingen?
J. B. A. KRUGERS.
Wijlen prof. Huizinga zeide eens:
„Hij, die geschiedenis schrijft, zou
al voor een groot deel gereed zijn
als-hij zich bepaalt tot de Ingezon
den Stukken in de kranten". Al
hoewel men dit natuurlijk niet al
te letterlijk moet nemen, is het
toch vermeldenswaard.
Binnenhof
Wanneer de heer A. W. Muller
er zozeer van overtuigd is, dat de
„wolven in schaapsvacht" (Ri.iks-
eenheid-voorstanders. die bedoelde
heer blijkens zijn „cri de coeur"
op één lijn schijnt te willen stellen
met schreeuwers op het Binnen
hof) op de verkeerde weg zijn, dan
moge hij beseffen, dat dit ook geldt
voor iemand, die demonstratief een
krant verscheurt en de snippers
op het Binnenhof nog wel voor
de voeten van de colportrice gooit.
Misschien wil deze heer beden
ken, dat men in het algemeen eerst
later zal bemerken dat men een
verkeerde weg heeft ingeslagen;
te meer wanneer de gidsen (insi
ders) het niet eens zijn.
Mijns inziens zitten aan deze
zaak te veel zijden, (het is een
lange, moeilijke weg geweest van
de capitulatie der Japanners tot
heden) om „botweg" een oordeel
te vellen over de opvatting van
deze categorie Nederlanders.
W. OOST LIEVENSE.
(Van onze parlementaire redacteur)
DEN HAAG. Niet alleen het parlement is niet tevreden over de
gang van zaken bij het Nederlands Beheersinstituut, maar ook de Alge
mene Rekenkamer heeft grote bezwaren. De wijze waarop het beheer
werd geadministreerd en gefinancierd achtte zij weinig bevredigend.
Een op korte termijn tot stand te brengen reorganisatie acht zij drin
gend nodig, terwijl de Centrale Accountantsdienst weigert om voor de
juistheid van de opgelegde en de binnengekomen heffingen verantwoor
delijkheid te aanvaarden.
37,5 millioen voor
vereffening
De algemene voorschriften van
de comptabiliteitswet, aldus de Al
gemene Rekenkamer zijn niet ge
volgd.
De vereiste boekingen over
1946 kunnen niet meer worden ge
daan, omdat de termijn daarvoor
verstreken is.
De minister van Justitie betwist
de mening van de Rekenkamer,
dat de afrekening van het Be
heersinstituut. evenals dit ten op
zichte van het Militair Gezag is
gebeurd, moet geschieden bij af
zonderlijke wet. Hij meent te kun
nen volstaan met op de begroting
van Justitie voor 1950 een bedrag
van 37.5 millioen te brengen voor
uitgaven van het beheersinstituut
over de jaren 1946 tot en met 1948, te Rotterdam.
Een hele middag vertelt Joanovici over zün aandeel in de Franse
„Résistance".
Het blijkt vast te staan, dat hü Londen gewaarschuwd heeft nadat een
groot aantal gedropte parachuisten in dc vl was gelopen. Hy gaf wel eens
een gevaarlijke spion aan. en h(j is inderdaad dc Verzetslieden vlaak van
veel nut geweest.
Ziehier hoe hy het gcval-Campinchi uiteenzet:
„Meester Dclauncy. myn advocaat hier. telegrafeert me dat mevrouw
Campinchi gearresteerd is. Ik zeg tegen Launay (o naamsverwarring,
want deze Launay is van de Gestapo), mevrouw Campinchi is een flinke
buit voor Je, maar ik kijk niet op geld. IIy zegt me: 't 'gaat om een mil
lioen. Ik zeg: in orde, en 's avonds om 7 uur brengt Launay mevrouw
Campinchi bij me. Zo is dat gegaan, mUnhcer de President, voilé com
ment que ?a s'est passé.
„dat was nog al eenvoudig. Ik zei:
„Die werkt voor mij, hij is me geld
schuldig. Als U hem vrijlaat, zal
hij me betalen en dan krijgt dc
helft". Voilé comment qu' s'est
passé".
Hoe slaagde Joano er in drie ton
wapenen in z'n macht te krijgen
ten behoeve van de Parijse op
stand in 1944?
Voilé: hij stond in relatie met
Launay van de Gestapo en georuik-
te de inlichtingen die hij op Jie
wijze kreeg om het Verzet op cie
hoogte te stellen van de plaats
waar de wapenen lagen. „Launay
heeft me anderhalf millioen ge
kost" zegt hij.
Dor Kotuigen lof
Het respectabele aantal van 200
getuigen is opgeroepen in het pro
ces Joanovici. Het was een mee
valler dat de meesten zich niet bij
zonder spraakzaam betonen.
De getuigen zijn voorzichtig, ve
len van hen denken blijkbaar, „hoe
minder ik zeg, des te minder kan
ik mezelf tegenspreken"
Een van de getuigen die Joano
vici in het Verzet heeft leren ken
nen, wordt op een gegeven '-gen-
blik enthousiast.
„Joanovici verdient een stand
beeld op de Place de la Répubii-
que".
Dat is zelfs de verdediging te
bar, en een der advocaten zegt: U
bedoelt zeker op de Place Clichy!",
(waar Joano zijn eerste vodden-
zaak had).
Deze getuigenverklaringen doen
de weegschaal ver ten gunste van
Joano overslaan. Er wordt ver
teld. hoe hij kinderen van gedepor
teerden hielp onderhouden. Oud-
Verzetsmensen hebben niets dan
lof voor de beklaagde, die verschil
lende Verzetsorganisaties finan
cierde.
Geen enkele bijzonderheid ont
gaat Joano Met de armen leunend
op de beklaagdebank luistert hij
aandachtig, zijn blik gaat onophou
delijk van de president naar de of
ficier van Justitie, en van hen naar
de getuige. Hij komt slechts zelden
tussenbeide, lacht tevreden als een
getuige b.v. vertelt dat die-of-die
Verzetsorganisatie door Joano op
de hoogte gehouden werd van de
plannen van de Gestapo. Veront
waardigd staat Joano op als een
getuige verklaart dat tien 12 wa
gens met materiaal per dag door
Joano naar Duitsland op transport
gezet werden. „Eén wagen, hoog
stens twee," zegt hij, maar ook
deze getuige houdt vol.
Een beste baas
Alle oud-employé's van Joano
roemen hun vroegere baas Hij was
voor hen „un chic patron".
Zo gaat het door, al moet Joano
toch wel v/eer eens kwaad worden,
bijvoorbeeld als er verklaard
wordt, dat hij deel uitmaakte van
de Duitse spionnage-centrale „Te-
lefunken" maar dat verandert weer
als een ander zegt dat Joanovici
talrijke gevangenen heeft helpen
bevrijden, zowel Verzetslieden, als
Joden en politieke gevangenen.
Een uiterst belangrijk getuigejns
komt van Albert Bayet, voorzitter
van de Franse persfederatie, een
verklaring die te belangrijk is om
ze niet woordelijk weer te geven
„In Augustus 1944 ben ik chef
geworden van de Verzetslieden die
de Parijse prefectuur gewapender
hand bezet hebben. De bevrijding
van Parijs nadert, rrjaar wij heb
ben met genoeg wapenen. Joano
vici komt bij ons. Hij weet een de
pot van de Gestapo in Veuilly waar
veel Duitse wapenen liggen. Hij
neemt de leiding van een groep
Verzetslieden en brengt ons hon
derden mitrailleurs en automati
sche pistolen met munitie. Honder
den personen hebben diensten be
wezen aan het Verzet. Maar dien
sten van een dergelijke omvang
zijn zeer zeer bijzonder geweest en
en dat weegt bij ons zwaar! De Pa-
rijzenaars moeten hierover inge
licht worden' Joanovici heeft op 19
Augustus 1944 grote gevaren voor
komen. Dit zijn feiten die men niet
mag wegdoezelen en bezoedelen
Door de president ondervraagd
over de perscampagne, verklaart
Bayet: „Dergelijke campagnes zijn
niet de schuld van de journalisten.
Maar ik verklaar hiermee, dat als
men uit vrees voor dc publieke
opinie geen dank betuigt aan ie
mand die het Verzet geholpen
heeft, men een lafaard is."
terwijl te zijner tijd onder de in
komsten verantwoord zullen wor
den de ontvangsten over dezelfde
periode, geraamd op 46 millioen.
Van 1 Januari 1950 af zal het Ne
derlands Beheersinstituut niet lan
ger ziin uitgaven uit eigen midde
len financieren, doch alle ont
vangsten storten op rekening van
het departement, terwijl de uitga
ven door het departement gefinan
cierd zullen worden. Voor zover
nodig zal de administratie aange
past worden aan die van het Rijk.
Machtigingswet Nieuw-
Guinea ingediend
DEN HAAG. Wanneer straks
aan Indonesië de souvereiniteit is
overgedragen, zal voorzien dienen
te zijn in een afzonderlijke bewind-
voering voor Nlcuw-Guinea, welks
status ter RTC zoals bekend voor
een jaar is gehandhaafd. Een daar
toe strekkend „ontwerp machti
gingswet Nieuw-Guinea" is zoju'st
door de regering bii de Tweede Ka-
mor ingediend. In de Memorie van
Toelichting .merkt de regering op.
dat het onderhavige ontwerp ge
heel het karaktc. draagt van een
noodwet. Dit betekent niet. dat de
maatregelen, ingevolge dit ontwerp
te nemen, bulten de grondwet zou
den mogen gaan Het ontwerp, het
karakter dragende van een nood
wet. is zowel naar de daarbij voor
behouden bevoegdheden als naar
zijn tijdsduur begrensd.
De voorgestelde wettelijke rege
ling dient uiteraard beperkt van
duur te ziin. weshalve is voorge
schreven, dat zij op 31 December
1950 komt te vervallen. -
"N
In de expositiezaal van het
Schielandshuis te Rotterdam zal
van 17 December' tot en met 2 Ja
nuari een tentoonstelling worden
gehouden van werken van Aad de
Haas. Jan van Heel exposeert In
dezelfde periode gouaches in de
Kunsthandel „Int Constigh Werck"
De Wijker Pijp
(Van onze parlementaire
redacteur)
aDEN HAAG. Van oudsher
is de behandeling van de be
groting van Waterstaat in de
Tweede Kamer berucht. Dat het
verkeer erbij gekomen is, belet
niet, dat de meeste afgevaardig
den zich uitputten in wensen
omtrent kanalen, sluizen, we
gen, dijken, enz., welke hoog
stens een streekbolang vertegen
woordigen. Ofschoon er op de
perstribune geen journalisten
meer vertoeven r*ie de Kamer
nog kennen uit de tijd van het
districten stelsel, doei nog altijd
'n verhaal uit die tijd de ronde.
In de uitgestorven en slaap
verwekkende avondvergaderin
gen werden in de regel dezelfde
verlanglijstjes afgewerkt en het
was een klein kunstje om in de
perskamer het verslag te maken
zonder zelfs te luisteren. Het
Kamerlid voor Beverwijk, de
katholieke heer Passtoors sprak
steevast over een waterloop in
zijn district, dat de Wijker Pijp
heette. En alle journalisten
schreven: naar gewoonte bracht
de heer Passtoors wederom de
Wijker Pijn onder de aandacht
van de minister Dat ging alle
jaren goed en dit zinnetje werd
z&n vaste stoffering van het
Kamerverslag, dat men het op
zekere dag in schier alle kran
ten vond afgedrukt, terwijl de
heer Passtoors over iets geheel
anders had gesproken
V.-
-J