Een eeuw en dokterde de Kamer aan een wet op brief poslerij lk ben slechts een eenvoudige opkoper, edelachtbare Huiskamer-ontvangst in ons land primair Beheersinstituut aan banden gelegd r Slakken en schildpadden als postboden J Or ga n isa ti e de r postbezorgi ng voordien irinstobject Monsieur Joseph legt alles even uit Woensdag 14 December 1949 3 39 Lange tijd werd de post vervoerd mei de paardenpost-estafette. De ruiters kondigden hun komst aan met trompetgeschal. V__ Ellende in West-lndië Uw artikelen over: „Maakt een einde aan dit kinderleed." kunnen allicht bijdragen om de ogen der mensen te openen en misschien te vens hun beurzen Een ding vin den wij echter heel jammer en wel dat de foto nu juist een West- Indisch meisje moet tonen, met het onderschrift: ..Zo gelukkig zouden alle blanke en gekleurde kinderen moeten kunnen lachen". U beweerde niet. dat het West- Indische kind in het algemeen zo gelukkig is. Toch wordt ook al doordat de kennis, die de gemid delde Nederlander omtrent West- Indiè bezit, zo uiterst klein is die indruk min of meer gewekt. En dat terwijl het tegendeel waar is. Ook in West-lndië wordt heel veel kin derleed geleden. Onder de Bosland- negers in Suriname is een baby- stertfe van een kleine 60 Ook in Suriname heersen ziekten als framboesia. melaatsheid. leprose enz. De enige medische hulp voor de Bosland-bewoner is het Prinses Juliana Zendings Hospitaal. Hier is eveneens financiële steun dringend noodzakelijk. Het hospitaal, dat twee jaar geleden werd geopend, zal, voornamelijk ten gevolge van de devaluatie van de Nederlandse gul den, gesloten moeten worden, in dien niet spoedig afdoende hulp wordt geboden. De noodzakelijke stichting van kindertehuizen voor verwaarloosde kinderen e.d. stuit eveneens af op het gebrek aan geld middelen En nu noemden wij alleen nog maar de lichamelijke noden. De de monische angsten van het heiden dom, waarin de kinderen daar wor den opgevoed, lieten wij nog buiten beschouwing. Daar wij in nauw contact staan met de Protestantse Zending in Su riname. begrijpt U wel. dat het ons pijnlijk trof, nu juist een West-In disch meisje als voorbeeld van ge lukkig kind te zien. Dit is de tweede keer. dat ons iets dergelijks opviel. Op de Damesbeurs zagen wij een film over Suriname. Hierin werd geen aandacht besteed aan de daar heersende ziekten, maar slechts een algemeen beeld van de verschil lende daar levende rassen gegeven. Daar vlak achter hem, uitgaande van het Roode Kruis een film over Indonesië, waarin niets dan ellende te zien was: ziekten en gebrek aan kleding e.d. Ditzelfde zou men ook van Suriname hebben kunnen la ten zien. Nu maakte het de indruk alsof het in Suriname best botert, maar in Indonesië allemaal even beroerd is. Het gevolg zou kunnen zijn, dat het toch al zo stiefmoederlijk in steun en belangstelling bedeelde Suriname nog meer ten achter ge steld zou worden bij Indonesië. Kunt 'U misschien de aandacht van Uw lezers eens hierop vestigen? COMITé SURINAME-ZENDING. Marshall en Maarschalk Mijnheer de Redacteur, Dezer dagen schreef U, dat Ame rika Marshall-hulp en Rusland Maarschalk-hulp brengt. Maar is dat dan eigenlijk met dat bericht over .Monty" en Bradley? Toch geen vergissing? En waaraan moeten wij steeds maar meer producerende Nederlan ders de Marshall-hulp bespeu ren? Of is die in de snel toenemende armoede verdisconteerd? Ach toe. mijnheer de redacteur, vertelt U ons, die er nog zo weinig van snap pen. eens iets over deze dingen. U vertegenwoordigt toch de „publieke opinie". Weest U bij voorbaat verze kerd van onze dank en erkentelijk heid. H. W. P. E. EPHRAIM. De vraag van de heer Ephraïm is geen vraag, maar bedoelt te zeg gen dat Amerika imperialistisch is en de Sowjet-Unie weer in een verkeerd daglicht wordt gesteld. Deze gedachtegang is niets nieuws. De C.P.N. verkondigt hem dage lijks. Onze armoede is in de Mar shall-hulp verdisconteerd. Zonder die hulp zouden wij namelijk nog heel wat armer zijn. Vrijheid voor allen Ik las met het schaamrood op m'n kaken het stukje over „De Kerk en het Rassenvraagstuk". Vooral het gedeelte over prof. Wa terink trof me zeer. Anderhalf jaar lang heb ik z'n beschouwingen over paedagogie gevolgd in* het tijdschrift „Moeder". Hoe durft die professor, met opvattingen als hij heeft over z'n donkere broeders, medeschepselen Gods. te schrijven tot ons moeders over onze kinderen. Z'n vrouw vindt hij te goed te zitten in één coupé met een kleurling Wat zou Christus doen? Is z'n vrouw beter dan Christus? Wat wordt het woord Christen en beschaving toch erger lijk misbruikt. Wat is er een dei- (Van een onzer redacteuren) F)E NEDERLANDSE POSTZEGEL is nog jong. Honderd jaar geleden bestond zij nog niet eens. Wèl correspon deerde men toen. wèl oetaalde men zijn vrachtprijs voor h :t vervoer aan de staat, doch meestal aan de clande- stiene postvervoerders doch dat zegeltje, dat bestaat pas j t; acht en negentig jaar Geen periode dus eigenlijk om te her denken, ware het niet, dat een eeuw geleden om pre cies te zijn op 23 November 1849 een wetsontwerp bij de kamer werd ingediend „betreffende vaststelling van het briefport en tot regeling der1 aangelegenheden van de brief- posterij". En deze wet. die een half jaar later werd aangeno men. legde de grondslag voor de PTT. in haar huidige ge daante en voor de postzegel. Het zag er vroeger niet zo heel fraai uit wat de verbin dingen betreft, mogen we tenminste een collega van een zestig jaar geleden geloven toen hij schreef: „Laat het ge zegd zijn: Onze vaderen uit de voorgaande eeuw waren de grootste slaapmutsen waarover ooit de zon is op- of onder gegaan. De inrichting van hun brandweer, brievenpost en hun verkeersmiddelen legden getuigenis af van de stumperachtigheid der geest- en zielsvermogens dier vaderen". komst van een lange reis hoort, dat zijn zes dagen tevoren geposte brief nog niet is aangekomen: „Men ge bruikt, hoor ik. enkel slakken en schildpadden tot postboden" En dus ging men de postwetten ontduiken. Men verzond de brieven clandestien met vrachtrijders. Het werd zo iets vanzelfsprekends, dat men dodelijk verbaasd was. als er zo af en toe eens een vervolging te gen de vervoerders werd ingesteld. DE organisatie van de posterijen was in handen van personen en instellingen, die meer belang hadden bij een ferm winstje dan bij een vlotte, veilige en geregelde gang van zaken en bij het belang van het publiek. Vlot? 't Zou wat. In Eindhoven waren op het postkafftoor gedu rende drie jaar noch postillons, noch paarden aanwezig voor de estafette dienst. Veilig? Sla er de Duitse „Weg- weiser" maar eens op na Die ver telt in 1787, dat de wegen onbe gaanbaar zijn en dat het in de trek schuiten wemelt van spitsboeven. Geregeld? Ja, als de postillon der paardepostery tenminste onderweg niet al te veel trek kreeg in een bor rel, zi.jn paard en brieven verkocht en zich niet meer liet zien. De staat grijpt in. Maar 't vreemde was, dat het - pu bliek zich weinig interesseerde voor de gang van zaken Tenslotte werd het toch te gortig en ging de staat er zich mee bemoeien. Onder Lode- wijk Napoleon kwam een postwet tot stand. De staat kreeg het mono polie voor het brievenvervoer en de Hollandse posterijen werden geheel ingelijfd bij de Franse administra tie: de Franse postale wetten wer den hier van kracht. Toen kwam men langzamerhand in beweging. Het publiek dan wel te verstaan, want de ellende was nog lang niet geleden. De hoge porten en de gebrekkige officiële verbin dingen waren ook toen nog lachwekkend. We kunnen dat con stateren. als we zien. wat de hoofd persoon in Van Lenneps Ferdinand Huyck zegt, als hij bij zijn terug- f Ruim een halve eeuw geleden ging het postvervoer nog met dilligences. Een postrijtuig van Van Gend en Loos aan het. begin van zijn laatste rit in 1S88 voor het kantoor te Waalwijk. (Foto Postmuseum, Den Haag). Zo moest het Toen Engeland in 1839 een nieu we postwet invoerde met uniform porto gn met postzegels, zag men eindelijk, hoe prachtig het zou kunnen zijn. Maar het duurde nog tien jaar, voordat onze regering er ook van doordrongen was. Bij Ko ninklijk Besluit van 5 Februari 1949 werd een commissie ingesteld om de zaak te onderzoeken Het was vrij nutteloos wat zii deed. want toen het rapnort werd ingeleverd (op 28 December) was het wetsont werp tot regeling van de posterijen al een maand bii de "kamerleden Toen die wet op 12 April 1850 werd aangenomen wa<? de grootste misere van de baan. De toenmalige direc teur van het postkantoor te Tilburg. Gille Heringa, kon dan ook met vreugde constateren, dat „afgesleten decreten ener versleten roode repu bliek" waren opgeruimd. Met die postwet was de postze gel er echter nog niet. Daér wilde men niet aan. Want velen beschouw den het als een belediging om ze gels op een brief te nlakken. Dat was beneden de waardigheid Alsof de geadresseerde niet in staat was (zoals altijd gebeurde) om de vracht te betalen Maar na veel heen en weer ge praat kwam er toch een artikel in de postwet. waarin gézegd werd: De vooruitbetaling van het port zal na 1 Januari 1852 ook kunnen ge schieden door het aanhechten van postzegels". Moeder van het frankeerzegel Historici hebben al eens uitge maakt dat de hertogin de Longue- ville in het midden van de zeven tiende eeuw de geestelijke moe der van de postzegel is geweest. Dat was in do rumoerige Franse tijd toen kardinaal Mazarin erg veel te vertellen had. De post zegel in zijn huidige gedaante en betekenis irerd echter onmisken baar uitgedacht in Engeland. Rowland Hill, de posthervormer, haa het daar met bedrukte om slagen geprobeerd, maar de kin derachtige tekeningen ontmoetten nogal critiek. De vraag ging uit naar frankeerzegels. Op 6 Mei 1840 werden ze in Engeland voor het eerst verkrijgbaar gesteld in de waarden van 1 penny (zwart) en 2 pence (blauw). De Nieuwe, Amsterdamse Cou rant uit die dagen werd er nogal door geïmponeerd: „Vreest men, dat de brief meer dan een ge wone enkele brief weegt, dan legt men hem op de schaal, die men kan aanschaffen en waaronder er zijn, welke als eene schoorsteen sieraad kunnen prijken", schrijft men. In Nederland werd de postzegel ingevoerd op 1 Januari 1852. Dr. A. Vrolik, voorzitter van het Muntcollege, ontwierp de eerste. De verdere uilvoering werd over gelaten aan J. W. Kaiser, in 1859 directeur van de graveerschool der Koninklijke Academie en later directeur van het Amster damse Rijksmuseum. De minister van Justitie schreef toen aan de koning: „Vermits de postzegels in som mige opzigten de plaats eener munt vervangen, heeft men op het voetspoor van Engeland in bijna alle landen het borstbeeld van den souverein gekozen Het zij mij geoorloofd mitsdien Uwer Majesteits vei gunning te vragen om ook hier te lande Hoogst- dcrzelver beeltenis op de bedoel- de zegels te mogen plaatsen'' Engeland werk te met zjjn post- hervorming in spirerend op na genoeg alle lan den. Niet alleen het karakter van de Engelse wetten werd overgenomen, doch ook het principe van de postzegels. Op de Britse „Victoria-cegel" (boven), volgde Nederland met de zegel, waarop Koning Willem II voor komt (onder). De Nederlandse ze gel werd uitgege ven in de waar den 5, 10 en 15 cent en wel voor afstanden van resp. 30 mijl, 100 mijl en 100 mijl en verder. Pas in 1S69 werd het voor uit .frankeren van brieven ver plichtend gesteld. Begroting Zuiderzee- fonds goedgekeurd (Van onze parlementaire redacteur* DEN HAAG. Men heeft bij de debatten in de Tweede Kamer over het Zuiderzeefonds van minister Spitzen haring of kuit gevraagd in zake de definitieve plannen met de verdere inpoldering van de Zuider zee. zulks in het bijzonder naar aanleiding van de publicaties in de pers. Wat die publicaties betreft, waste de bewindsman zijn handen in onschuld en over de plannen kon hij niets definitiefs medede len. Er is een advies van de Zui derzeeraad. doch dat moet nog na der bestudeerd worden, eer de re gering uitsluitsel kan geven over hetgeen er gebeuren zal. Indien in derdaad f 20 millioen van de Marshall-hulp voor dit project be schikbaar zou komen, zouden de te verwerken bedragen toch gewoon bij aanvullende begroting worden aangevraagd. Bij die gelegenheid zou dan het gehele probleem van de verdere inpoldering aan de or de kunnen komen. Ook over de eventuele overgang van de steunverlening op grond van de Zuiderzeesteunwet naar het departement van Sociale Zaken rad de minister geen nieuws. Deze overgang behoeft door de betrok kenen geenszins gevreesd te wor den, want Sociale Zaken is hier voor uitstekend toegerust. De begroting van het Zuiderzee fonds is tenslotte zonder hoofdelij ke stemming aangenomen, ten spijt van alle bezwaren tegen staatsex ploitatie van een deel der gronden in de Noordoostpolder. J RAPPORT VAN DE TELEVISIECOiMiMISSIE I 625 lijnenstelsel definitief aanvaard (Van een onzer redacteuren) De in 1948 door de Regering ingestelde televisiecommissie heeft onder leiding van prof. dr ir W Th Bahler maandenlang studie gemaakt van de mogelijkheden ook in ons land een regelmatige televlsicdienst in te richten Op grond van de twee uitgebrachte rapporten heeft de Regering, zoals wij gisteren reeds meldden, besloten het advies van de commissie te volgen en een experimentele zender te doen bouwen waarin gedurende de eerstkomende twee jaren verdere proeven zullen worden genomen. PTT en de Zwitserse omroep1 bleek. De rapporten, commissie heeft verdeeld in een financieel advies. die de televisie- uitgebracht, zijn technisch en een In het technisch Van 1 tot en met 15 Juni 1950 zal te Wenen een Bach-festival ge houden worden. Jehudi Menuhin zal in het kader van deze feestelijk heden als solist optreden en Paul Hindemith zal enkele concerten di rigeren. Tussen de leiding der Salzbur- ger Festspiele en Wilhelm Furt- wangler is een overeenkomst tot stand gekomen waardoor deze diri gent zich volkomen aan dit festival zal wijden. advies wijst de commissie op de he. perkte werkingssfeer van een tele visiezender Binnen deze reikwijdte zullen de uitzendingen erbuiten niet regelmatig gevolgd kunnen worden Een probleem vormt deze onregel matige ontvangst buiten de wer kingssfeer die storend optreedt door dat men voor de freajieniiebanden on bepaalde gebieden is aangewezen Daarbij houdt het aantal beeldlijnen op advies van de commissie is dit in ons land voorlopig bepaald op 625 ten nauwste verband met de bandbreedte, zodat het aantal tele visiezenders beperkt moet blijven Het rapport adviseert een aantal beeldwisselingen aan te houden van 25 opdat bij de programma's gebruik gemaakt kan worden van de nor male films Bij dit advies heeft de commissie rekening moeten houden met de mogelijkheden van het fa briceren door de Nederlandse In dustrie van televisie-ontvangers en de eventuele export daarvan naar het buitenland. Het 625-lijncnstelsel wordt in vrijwel alle Europese lan den gebruikt met uitzondering van Frankrijk en Engeland. Uit besprekingen die delegaties uit de televisiecommissie hielden met de Nord West- Deutsche Rundfunk in Hamburg, de Zweedse en Deense dat men ook daar het meest voelt voor het 625-lijnenstelsel. Uniformi teit van dit onderdeel is van belang met het oog op uitwisseling van wederzijdse programma's, die men in de. zij het nog verre toekomst tot stand wil brengen. De commissie heeft in Engeland en ook bij Philips in Eindhoven ex perimenten bijgewoond met tele visie-projectie. waarbij de ontvangst geprojecteerd werd op een scherm van 1 meter bij 1 meter 33 cm., be doeld voor gebruik in scholen, clubs e d. Opvallend is dat de commissie van meninc is. dat het zwaartepunt in Nederland zal liggen op dc „huis kamer-projectie" dus op een klein scherm terwijl juist in België en Frankrijk en andere landen de pro jectie op een groot scherm in open bare lokaliteiten een voorname plaats zal innemen. In een tweede artikel willen wij een basisplan voor televisie in ons land belichten. LEVENSLANG VOOR ROUWEND AL AMSTERDAM. Het Amster dams Bijzonder Gerechtshof ver oordeelde de 53-jarige Amsterdam se koopman H Rouwcndal, die spionnagewerkzaamheden heeft verricht voor de Duitse Abwehr- stelle Niederlande. tot levenslange gevangenisstraf. 91 DE AFFAIRE JOANOVICI IX „Goed en bloed voor verzetsbeweging" En Joanovici legt plechtig zijn beide handen op zijn revers Hij heeft Launay met de .acco lade" begroet? „Inderdaad" ik had toen net twee patriotten van hem losgekocht". Hij heeft eens een heer „Heil Hitier" toegevoegd in 't openbaar? „Inderdaad, maar toen stond ik op 't punt gearresteerd te worden, terwijl ik m'n auto stikvol met wa penen had bestemd voor de Résis- tance. Voilé, comment qu' s'est pas sé, monsieur le Président". En de president studeert verder in het dossier. „Ik ben geen „collaborateur" ge weest, verklaarde Joano, „;k heb altijd met m'n geld het Verzet ge steund. Ik heb me kunnen vergis sen, maar m'n bedoeling was al tijd goed." Het verhoor komt op- de arresta tie van Teitgen, na de oorlog enige tijd minister van Justitie. Joanovici legt uit, hoe hij bij dé Gestapo tussenbeide kwam. „Ik wist toen nog niet dat hij Teitgen heette. Hij noemde zich in 't Ver zet Tristan. Ik zei, dat hij een be diende was, die voor me werkte en bood een half millioen. Maar dat is niet gelukt: ?a n'a pas marchc." De president vraagt, hoe h»j het aanlegde de Gestapo ertoe te bren gen gearresteerde Joodse handela ren op vrije voeten te stellen. „Och," zegt Joano bescheiden, ning geweest over het geval Isaac Allal. Een golf van ontroering ging door de wereld; kinderen, die zo veel'geleden hadden, zo dicht bij het „paradijs" op aarde waren, verongelukken. Een stakker blijft over. En onze gedachten gaan naar die vele andere Jodenkinders, die door ons, Christenen, vergast zijn. Dan blijken er nog mensen te zijn, die zich storen aan de ontroering en medelijden met dergelijke stak kers. Ik ben maar een gewone huis vrouw,-toch uit de grond van m'n hart zeg ik dank aan U, redactie, die de hand durft te leggen op de wond der samenleving. Verstand van „hoge politiek" heb ik niet, toch geloof ik, dat wij huisvrouwen als één „vrouw" moeten opstaan tegen mensen als Malan en prof. Waterink, die de „Vrede" zien met onderdrukking van een volksgroep. Zolang er geen vrijheid is voor al len, zolang zal er geen Vrede zijn. Deze Kerstboodschap paste beter in de mond van een „Christelijk man" als prof. Waterink. S. VAN OEVERBN. Weinig nut Uw rubriek „Moet U eens horen" is wel een aardig idee, maar ik geloof niet. dat zii- veel nut heeft. Zii verhit de gemoederen maar en wij hebben in de wereld vóór alles behoefte aan begrip en verdraag zaamheid. Ik denk aan de artikelen over „Fascistische infectie" e.d. Ieder gaat tenslótte uit van zijn eigen levens- en wereldbeschou wing en de meningen zullen daar door blijven bótsen. Kunt U de plaatsruimte niet beier besteden aan een opvoedend artikel over in nerlijke beschaving in eenvoudige bewoordingen? J. B. A. KRUGERS. Wijlen prof. Huizinga zeide eens: „Hij, die geschiedenis schrijft, zou al voor een groot deel gereed zijn als-hij zich bepaalt tot de Ingezon den Stukken in de kranten". Al hoewel men dit natuurlijk niet al te letterlijk moet nemen, is het toch vermeldenswaard. Binnenhof Wanneer de heer A. W. Muller er zozeer van overtuigd is, dat de „wolven in schaapsvacht" (Ri.iks- eenheid-voorstanders. die bedoelde heer blijkens zijn „cri de coeur" op één lijn schijnt te willen stellen met schreeuwers op het Binnen hof) op de verkeerde weg zijn, dan moge hij beseffen, dat dit ook geldt voor iemand, die demonstratief een krant verscheurt en de snippers op het Binnenhof nog wel voor de voeten van de colportrice gooit. Misschien wil deze heer beden ken, dat men in het algemeen eerst later zal bemerken dat men een verkeerde weg heeft ingeslagen; te meer wanneer de gidsen (insi ders) het niet eens zijn. Mijns inziens zitten aan deze zaak te veel zijden, (het is een lange, moeilijke weg geweest van de capitulatie der Japanners tot heden) om „botweg" een oordeel te vellen over de opvatting van deze categorie Nederlanders. W. OOST LIEVENSE. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG. Niet alleen het parlement is niet tevreden over de gang van zaken bij het Nederlands Beheersinstituut, maar ook de Alge mene Rekenkamer heeft grote bezwaren. De wijze waarop het beheer werd geadministreerd en gefinancierd achtte zij weinig bevredigend. Een op korte termijn tot stand te brengen reorganisatie acht zij drin gend nodig, terwijl de Centrale Accountantsdienst weigert om voor de juistheid van de opgelegde en de binnengekomen heffingen verantwoor delijkheid te aanvaarden. 37,5 millioen voor vereffening De algemene voorschriften van de comptabiliteitswet, aldus de Al gemene Rekenkamer zijn niet ge volgd. De vereiste boekingen over 1946 kunnen niet meer worden ge daan, omdat de termijn daarvoor verstreken is. De minister van Justitie betwist de mening van de Rekenkamer, dat de afrekening van het Be heersinstituut. evenals dit ten op zichte van het Militair Gezag is gebeurd, moet geschieden bij af zonderlijke wet. Hij meent te kun nen volstaan met op de begroting van Justitie voor 1950 een bedrag van 37.5 millioen te brengen voor uitgaven van het beheersinstituut over de jaren 1946 tot en met 1948, te Rotterdam. Een hele middag vertelt Joanovici over zün aandeel in de Franse „Résistance". Het blijkt vast te staan, dat hü Londen gewaarschuwd heeft nadat een groot aantal gedropte parachuisten in dc vl was gelopen. Hy gaf wel eens een gevaarlijke spion aan. en h(j is inderdaad dc Verzetslieden vlaak van veel nut geweest. Ziehier hoe hy het gcval-Campinchi uiteenzet: „Meester Dclauncy. myn advocaat hier. telegrafeert me dat mevrouw Campinchi gearresteerd is. Ik zeg tegen Launay (o naamsverwarring, want deze Launay is van de Gestapo), mevrouw Campinchi is een flinke buit voor Je, maar ik kijk niet op geld. IIy zegt me: 't 'gaat om een mil lioen. Ik zeg: in orde, en 's avonds om 7 uur brengt Launay mevrouw Campinchi bij me. Zo is dat gegaan, mUnhcer de President, voilé com ment que ?a s'est passé. „dat was nog al eenvoudig. Ik zei: „Die werkt voor mij, hij is me geld schuldig. Als U hem vrijlaat, zal hij me betalen en dan krijgt dc helft". Voilé comment qu' s'est passé". Hoe slaagde Joano er in drie ton wapenen in z'n macht te krijgen ten behoeve van de Parijse op stand in 1944? Voilé: hij stond in relatie met Launay van de Gestapo en georuik- te de inlichtingen die hij op Jie wijze kreeg om het Verzet op cie hoogte te stellen van de plaats waar de wapenen lagen. „Launay heeft me anderhalf millioen ge kost" zegt hij. Dor Kotuigen lof Het respectabele aantal van 200 getuigen is opgeroepen in het pro ces Joanovici. Het was een mee valler dat de meesten zich niet bij zonder spraakzaam betonen. De getuigen zijn voorzichtig, ve len van hen denken blijkbaar, „hoe minder ik zeg, des te minder kan ik mezelf tegenspreken" Een van de getuigen die Joano vici in het Verzet heeft leren ken nen, wordt op een gegeven '-gen- blik enthousiast. „Joanovici verdient een stand beeld op de Place de la Répubii- que". Dat is zelfs de verdediging te bar, en een der advocaten zegt: U bedoelt zeker op de Place Clichy!", (waar Joano zijn eerste vodden- zaak had). Deze getuigenverklaringen doen de weegschaal ver ten gunste van Joano overslaan. Er wordt ver teld. hoe hij kinderen van gedepor teerden hielp onderhouden. Oud- Verzetsmensen hebben niets dan lof voor de beklaagde, die verschil lende Verzetsorganisaties finan cierde. Geen enkele bijzonderheid ont gaat Joano Met de armen leunend op de beklaagdebank luistert hij aandachtig, zijn blik gaat onophou delijk van de president naar de of ficier van Justitie, en van hen naar de getuige. Hij komt slechts zelden tussenbeide, lacht tevreden als een getuige b.v. vertelt dat die-of-die Verzetsorganisatie door Joano op de hoogte gehouden werd van de plannen van de Gestapo. Veront waardigd staat Joano op als een getuige verklaart dat tien 12 wa gens met materiaal per dag door Joano naar Duitsland op transport gezet werden. „Eén wagen, hoog stens twee," zegt hij, maar ook deze getuige houdt vol. Een beste baas Alle oud-employé's van Joano roemen hun vroegere baas Hij was voor hen „un chic patron". Zo gaat het door, al moet Joano toch wel v/eer eens kwaad worden, bijvoorbeeld als er verklaard wordt, dat hij deel uitmaakte van de Duitse spionnage-centrale „Te- lefunken" maar dat verandert weer als een ander zegt dat Joanovici talrijke gevangenen heeft helpen bevrijden, zowel Verzetslieden, als Joden en politieke gevangenen. Een uiterst belangrijk getuigejns komt van Albert Bayet, voorzitter van de Franse persfederatie, een verklaring die te belangrijk is om ze niet woordelijk weer te geven „In Augustus 1944 ben ik chef geworden van de Verzetslieden die de Parijse prefectuur gewapender hand bezet hebben. De bevrijding van Parijs nadert, rrjaar wij heb ben met genoeg wapenen. Joano vici komt bij ons. Hij weet een de pot van de Gestapo in Veuilly waar veel Duitse wapenen liggen. Hij neemt de leiding van een groep Verzetslieden en brengt ons hon derden mitrailleurs en automati sche pistolen met munitie. Honder den personen hebben diensten be wezen aan het Verzet. Maar dien sten van een dergelijke omvang zijn zeer zeer bijzonder geweest en en dat weegt bij ons zwaar! De Pa- rijzenaars moeten hierover inge licht worden' Joanovici heeft op 19 Augustus 1944 grote gevaren voor komen. Dit zijn feiten die men niet mag wegdoezelen en bezoedelen Door de president ondervraagd over de perscampagne, verklaart Bayet: „Dergelijke campagnes zijn niet de schuld van de journalisten. Maar ik verklaar hiermee, dat als men uit vrees voor dc publieke opinie geen dank betuigt aan ie mand die het Verzet geholpen heeft, men een lafaard is." terwijl te zijner tijd onder de in komsten verantwoord zullen wor den de ontvangsten over dezelfde periode, geraamd op 46 millioen. Van 1 Januari 1950 af zal het Ne derlands Beheersinstituut niet lan ger ziin uitgaven uit eigen midde len financieren, doch alle ont vangsten storten op rekening van het departement, terwijl de uitga ven door het departement gefinan cierd zullen worden. Voor zover nodig zal de administratie aange past worden aan die van het Rijk. Machtigingswet Nieuw- Guinea ingediend DEN HAAG. Wanneer straks aan Indonesië de souvereiniteit is overgedragen, zal voorzien dienen te zijn in een afzonderlijke bewind- voering voor Nlcuw-Guinea, welks status ter RTC zoals bekend voor een jaar is gehandhaafd. Een daar toe strekkend „ontwerp machti gingswet Nieuw-Guinea" is zoju'st door de regering bii de Tweede Ka- mor ingediend. In de Memorie van Toelichting .merkt de regering op. dat het onderhavige ontwerp ge heel het karaktc. draagt van een noodwet. Dit betekent niet. dat de maatregelen, ingevolge dit ontwerp te nemen, bulten de grondwet zou den mogen gaan Het ontwerp, het karakter dragende van een nood wet. is zowel naar de daarbij voor behouden bevoegdheden als naar zijn tijdsduur begrensd. De voorgestelde wettelijke rege ling dient uiteraard beperkt van duur te ziin. weshalve is voorge schreven, dat zij op 31 December 1950 komt te vervallen. - "N In de expositiezaal van het Schielandshuis te Rotterdam zal van 17 December' tot en met 2 Ja nuari een tentoonstelling worden gehouden van werken van Aad de Haas. Jan van Heel exposeert In dezelfde periode gouaches in de Kunsthandel „Int Constigh Werck" De Wijker Pijp (Van onze parlementaire redacteur) aDEN HAAG. Van oudsher is de behandeling van de be groting van Waterstaat in de Tweede Kamer berucht. Dat het verkeer erbij gekomen is, belet niet, dat de meeste afgevaardig den zich uitputten in wensen omtrent kanalen, sluizen, we gen, dijken, enz., welke hoog stens een streekbolang vertegen woordigen. Ofschoon er op de perstribune geen journalisten meer vertoeven r*ie de Kamer nog kennen uit de tijd van het districten stelsel, doei nog altijd 'n verhaal uit die tijd de ronde. In de uitgestorven en slaap verwekkende avondvergaderin gen werden in de regel dezelfde verlanglijstjes afgewerkt en het was een klein kunstje om in de perskamer het verslag te maken zonder zelfs te luisteren. Het Kamerlid voor Beverwijk, de katholieke heer Passtoors sprak steevast over een waterloop in zijn district, dat de Wijker Pijp heette. En alle journalisten schreven: naar gewoonte bracht de heer Passtoors wederom de Wijker Pijn onder de aandacht van de minister Dat ging alle jaren goed en dit zinnetje werd z&n vaste stoffering van het Kamerverslag, dat men het op zekere dag in schier alle kran ten vond afgedrukt, terwijl de heer Passtoors over iets geheel anders had gesproken V.- -J

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 3