f cn Een kind leidt ons binnen Henriëtte Roland Holst heden tachtig jaar JEROEN BOSCH intZfTrf^ntistal Het vuur brandde voort haar jongste boek *1 v Bewonderd door vrienden en tegenstanders Saterdag 24 December 1949 Kerstmis is het begin van de verkondiging van dan uitingen van dat verlangen, pogingen om er de komst van het Koninkrijk Gods. Eigenlijk is iets van te realiseren Op bonder derlei wijzen heeft die er al even eerder: Johannes de Doper zegt men dat beproefd. En het is altijd mislukt, het aan en wij herdenken dat in de Advent. Maar Tot op een bepaald pur\t in de geschiedenis, in wanneer wij weer bij de Kribbe staan, bedenken het kleine joodse land een soort mensen opstaat wij, dat het Kind dat geboren wordt, het Rijk profeten noemt men ze en Johannes is de laatste Gods brengt, het Rijk van gerechtigheid en en de grootste die roepen, dat dit allemaal heel vrede, van waarheid en liefde, het Rijk, waarin mooi is, maar dat om in het Godsrijk te komen de doven horen en de blinden zien. Straks is het de mens zich bekeren moet, d.w.z. zich omdraaien, .Kind een Man geworden en de weg van zichzelf af, dat hij Hij spreekt: het Koninkrijk KERSTWOORD zichzelf moet kwijtraken en dat Gods is zeer nabij gekomen, hij pas iets bereikt, wanneer hij bekeert u en gelooft die blijde door olies wat hij reeds bereikt had, op- tijding. Dan gaat de voorloper, geeft. Jezus neemt die prediking Johannes, de gevangenis in Prof dr G. V. d. Leeuw over. Maar het zich bekeren ge en de Heer zelf begint zijn gang lukt al evenmin als het streven, naar het Kruis. Hoe met het Koninkrijk? Kerstmis brengt de nieuwe hoop: wij behoeven Wij hebben het zo'n beetje met de hemel ver- niet angstig naar het Koninkrijk te jagen; wij ccnzelvigd, die wel heerlijk is, maar die toch een moeten ons Wel bekeren, maar wanneer wij ons zaak is van een verre, hopelijk nog zeer verre toe- hebben omgekeerd, staat de deur van het Rijk komst. Dat is glad in strijd met alle bijbelse ge- wijd open. Wij hebben maar binnen te gaan, wij gevens. Want Christus zegt ook, dat het Konink- moeten alleen maar brutaal genoeg zijn. Dat is de rijk gekomen is. Het is er miden onder ons. zin van dat Rijk, dat met geweld doorbreekt en Want het is niet een koninkrijk met grenzen en waar wij alleen illegaal, alleen omdat wij het niet bevolkingsregisterwaar alle christenen in een verdiend hebben, kunnen binnengaan. De gewei soort van hemelse rijkseenheid tezamen komen, denaars blijken martelaren te zijn, de Koning zelf Het is een kracht, een geweld. Zo staat het bij een Kind en een Kruiseling. Het is alles geheel voorbeeld in een tekst in Matth. 11: sedert de anders geworden. Want tegenover de brutaliteit dagen van Johannes de Doper breekt het Rijk aan onze kant staat aan Gods kant de genade, door met geweld en alleen geweldenaars dringen Alle maatstaven zijn weggevallen. Een Kind leidt er met geweld in binnen. ons aan de hand binnen. Dat klinkt wonderlijk, maar het is de Kerst- Dat is de grote blijdschap van Kerstmis. Een boodschap. nieuwe kracht doorstroomt ons. Alles begint te Altijd heeft de mensheid verlangd naar een tintelen en te fonkelen. Het is nog wel duisternis Godsrijk, rijk van vrede en liefde, van waarheid om ons heen. Maar het Rijk i s er. En het begint sn gerechtigheid. Alle godsdiensten zijn niet anders te lichten. v Wandeling in het Vondelpark „Ik heb het als een bijzonder voorrecht beschouwd aan de vooravond van haar tachtigste verjaardag in het Amsterdamse Vondelpark een klein wande lingetje te kunnen maken met een zo hoogstaande en zo'voor- aai slaande vrouw als Henriëtte Rolana Holst. „Alsjeblieft geen notitieboekje en geen inter view", had ze gezegd, „maar een gesprek, heel graag." En zo hebben wij een klein kwartier arm in arm en voetje voor voet je, prettig lopen keuvelen over allerlei dingen, waarmee haar geest zich nog altijd bezig houdt. Een enkele maal staat ze stil, noemt een langgestorven auteur en zegt: „Hem moet je beslist lezen. Het is zó mooi!" Nog altijd is ze bereid iets van haar geestelijke rijkdom weg te schenken. Het is daardoor, dat ik aan dit kwartiertje een mooie herinnering zal bewaren Aldus zegt een onzer redac teuren, die in bijgaand artikel zijn indrukken van dit gesprek heeft saamgevat. NEDERLANDS GROOTSTE DICHTERES Henriëtte Roland Holst in d( kracht harcr jaren, achter haar werktafel. (Foto uitgeverij „Contact") Uit de wereld van het Nieuwe Tes tament. door Prol. Dr A. Sizoo. (UltR J. A. Kok NV.. Kampen). Wat Prof. Sizoo geeft. beperkt ztch niet tot de krinc van zijn eigen geloofsgeno ten (de Gereformeerden). Ook bulten de Ger Kerken zal zijn nieuwste werk zeker veel belangstelling en waarde ring trekken. Niet allec-n omdat het op ihcer dan één punt een aanvulling is op het vorige boek van de schrijver maar ook omdat in zijn nieuwe werk veel meer aandacht wordt besteed aan de maatschappelijke en politieke ver houdingen ln het Palestina van Jezus" dagen, aan heel de .Urn- welt" van het Nieuwe Testament: Hellas en Klein Azië. aan de heidense religies, die het eerste Christendom omgaven. Dc zeer lezenswaardige en Interessante schetsen over oude, deels verdwenen steden ..rond dc oude we reldzee": Rome. Corinthe. Efczc Co- losse e.a Het boek is door dc levendige en kundige wijze, waarop Prof Sizoo schrijft en zUn slof behandelt, een uitstekend hulpmiddel om door te drin gen in dc RJd- dlo zózeer en voor alle eeuwen de wereld en de persoonlijke mens ging beheersen. Geschiedenis der Godsopenbaring, door Dr J. H Bavlnck. Het Nieuwe Testament. 2de druk (Ultg. J. H. Kok N.V.. Kampen) Wij volstaap bij de 2e druk van dit uitgebreide ..Leven var) Jezus"* met een korte aankondiging, nu het zijn waarde bewezen heeft. Deze ligt vooral in dc zeer uitvoerige docu mentatie omtrent Jezus' openbaar op treden Het boek geeft veel meer dc ..inner circle"' van Jezus" leven dan de omgeving waarin Hij leefde en arbeid, de. Dgcl 11 behandelt de oer-christe- lljke gemeente. liet ontstaan van het rausdam. door Dr D. Jacobs (Brochure. Uitg Wlllc-m de Zwijger-Stichting. *s-Gra- venhage). In 50 pagina's behandelt de schr. zijn onderwerp, waarbij hij een ruim gebruik heeft gemaakt van diverse (historische) bronnen Het boekje draagt niet het karakter van een pole miek noch van een apologie. Het staat in het teken van de bedoelingen der Stichting, die het uitgaf: de verleven diging en versteviging van het Protes tants bewustzijn. tafel een nog niet voltooid ge dicht. „Ja, ik werk nog altijd," vertelt ze, alsof ze mijn gedachten raadt. „Binnenkort zal een tweede druk verschijnen van mijn Levensherin neringen, dat al weer biina is uitverkocht. Deza zal heel wat om vangrijker worden dan de eerste. Op mijn leeftijd herinner je je alles niet zo goed meer. Dat is de oorzaak, dat in dit boek veel is weggebleven, wat ik er toch graag in vermeld zag. Het zal nu zeker 150 bladzijden meer gaan bevat ten Veel veranderd!.... Als we. sprekend over haar ..Le vensherinneringen". ons ook in her inneringen gaan verdiepen en spre ken over de grote strijd waarin zij vooraan heeft gestaan en over de oorlog, dan glijdt plotseling een smartelijke trek over haar gezicht. „Er is veel veranderd," mompelt ze. En dan zie ik plotseling hoe oud Henriëtte Roland Holst geworden is; hoe zij al haar krachten opge teerd heeft in een voortdurend die nend leven. Onwillekeurig komt mij een vers in de gedachten, dat zij enige jaren geleden schreef: „De loop ts bijna volbracht, de haven komt eindlijk in zicht, licht valt nog over mijn pad, maar het is avQndlicht, koel, kleurloos en grijs. Bijna is uitgezongen de op en neer golvende wijs met haar krachtiges modulaties van extatische vreugde en pijn; nu moet zij leren met gratie geder.ipt-weemoedig te zijn..." Die gedempte weemoed is er in ons gesprek. Maar er. is ook iets van het vuur, dat haar haar leven lang verteerd heeft, dat altijd maar heeft voortgebrand en dat nog niet is gedoofd EEN DER EERSTE KRIBBEN IN STEEN HET is met kunst een raar iets. Tegenwoordig heeft menige kunstrichting al een naam voor zij geboren en reeds weer ge storven is, doch vroeger kon zich een machtige beweging al tientallen van jaren gehandhaafd hebben zonder een benaming in haar vaandel te voeren. Men neme bijvoorbeeld de machtige, eeuwenomspannende uitingen, die wij tegenwoordig ken nen als „romaans" en „gothisch". De benaming „romaans" kwam pas op na 1825, dus 700 jaar na de ver dwijning van de richting-zelve; wij weten toevallig wie het woord ..romaans" voor het eerst gebruikt heeft, nl. de Fransman A. de Cau- wen van kribbetjes is te danken aan Franciscus van Assisi; deze maakte zijn opvattingen voor het Italiaanse publiek van pl.m. 1200 aanschouwelijk en bevattelijk, door in het kloosterbos van Greccio uit allerlei eenvoudig materiaal een hut-stal op te trekken, waarbij hij een openluchtdienst hield. Het kli maat van noordwest-Frankrijk stond niet toe in December de ge lovigen te dwingen nachtelijke openluchtdiensten bij te wonen en zo ontstonden permanente kribben in de nieuwste, „gothische" kerken. Die van Chartres laat nog een romaans trogje zien, een romaans- gothisch gebakerd Kind en een op het tweede plan; daar houden ook de herders en de dieren zich op. Het dak van de open stal-hut is stuk; hoog er boven straalt dester, die de Wijzen uit het Oosten naar het gebrabantiseerde Bethlehem heeft gebracht. Toen Jeroen Bosch zo schilderde, was de gothiek hier te lande ster vende; de schroomvalligheid die om iedere dood huift, ook om het ster ven van een wereldbeschouwing, die ganse volken een paar eeuwen lang in haar boeien geslagen heeft gehouden, hangt ook over dit. voor Jeroen Bosch' doen: gebrekkige jeugdwerk. Maar het heeft grote cultuur-historische waarde. Twee zeer oude voorstellingen van de Kribbe, tot welke over peinzingen zij al geen aanleiding geven! Buiten die, zonder welke Kerstmis géén Kerstmis is en zon der welke geen Kerstmis ooit Kerstmis zal zijn. (Van een onzer redacteuren) \7 RAAGT men naar de grootste vrouwenfiguur, die Neder land in de laatste honderd jaar heeft voortgebracht, dan luidt het antwoord zonder enige aarzeling: Henriëtte Roland Holst. Groot, door een begenadigd dichterschap, dat onze lite ratuur tal van buitengewoon schone verzen heeft geschonken; groot door haar, op verschillende wijze gevoerde, maar nimmer aflatende strijd voor sociale gerechtigheid, die is voort gespro ten uit haar warme mensenliefde en haar diep mededogen met alle leed. Het is de combinatie van deze twee dingen, die Anthonie Donker voor ogen had, toen hij haar „het dichtend geweten" van ons volk noemde. Stroom van brieven en bloemen Meer dan vijftig jaar lang heeft de stem van dit geweten geklonken in de Lage Landen en ver daarbui ten. Vermanend of hartstochtelijk, in streng zakelijk betoog of in felle lyriek. Maar altijd met een inten-. se zuiverheid, waarmee zij al spoe dig de liefde verwierf van haar intimi, de bewondering en het respect tenslotte van vriend en te genstander. En nu zij vandaag haar tachtigste verjaardag viert stil en teruggetrokken, overeen komstig haar eigen uitdrukkelijke wens nu gaan naar haar de ge dachten van ontelbaren uit. wier leven zij glans en gloed verleend heeft met haar grote gaven. Stroom van brieven Henriëtte Roland Holst is tachtig jaar. In de stille kamer van het Amsterdamse rusthuis, waar zij de wintermaanden doorbrengt, zijn al dagenlang de brieven binnenge stroomd uit alle delen van de we reld. Brieven van de Belgische oud minister Hendrik de Man. van Kamiel Huysmans en van ontelbare andere vrienden, geestverwanten en vereerders. Daar staat ook een prachtige ruiker witte bloemen, die helemaal uit Zuid-Afrika gekomen is als een eerbiedige hulde aan de strijdster en dichteres. Aan de wand prijkt een groot af- mont. En het woord „gothiek" stamt uit Italië, het oude vaderland van alles wat ééns romaans was en dat eigenlijk, met heel zijn hart en zijn wezen, aan het romaanse is blijven hangen. Door dit laatste werd Italië de bakermat van de Renaissance en die Renaissance kan men o.m. gerust beschouwen als een juichende Italiaanse wraak- overwinning op wat eens, in het buitenland der barbaren, het romaanse had overwonnen. In die overwinningsroes noemde de XVI-de eeuwse Italiaan de spitsbo gen-techniek der noordwestelijke Fransen, die techniek van hoog-op- rijzende boomzuilen en twijgenwir. war met voorbijzien van de om- hoogstrevende vergeesteljjkingsge. dachte die er uit op-zong, g o- t h i e k, d.w.z. stijl van barbaren. En barbaren dat waren al sinds eeuwen, die grove vreemdelingen die over de Alpen gebarsten kwa men om het verfijnde zelfingeno men Italië telkens weer onder de voet te lopen. Zo ook brak de gothiek zich baan van Picardië (vóór 1150), over Parijs, Reims en Chartres (na 1150) naar dè Alpen, „viel" de Povlakte binnen, ver breidde zich m de zieke delen van Italië waar een herleving hard nodig was, zocht wegen noordoost en noordwaarts langs Donau en Rijn en introduceerde zich in de Lage Landen bij de Zee. Onze gothiek verbond zich weer met de gerijpte Franse, welke alleen daar door reeds zo sterk was, omdat koningen, gelijk Filips II, Auguste en Lodewijk IX de Heilige, de go thiek bewust steunden in haar af braak van het romaanse-afgedane. Als een staal van overgangs kunst vindt u hierboven afgebeeld een Kribbe in steen, een der oud ste bekend-gewordene. Het bou- gothisch-aandoenlijke Moeder, ter wijl de Vader, Jozef, in zijn hou terigheid weer aan het laat-ro- maanse doet denken. Zie het ge baar van Maria's linkerarm en zie de zorg-plooi van Jozefs toedek kende gebaar en u bent ineens v/eer midden-in de tederheid van debarbaren-gothiek. Deze kribbe is dus wel een bij zonder staal! De bouw van Chartres' kathe draal begon 1130; in 1194 verwoest, te een felle brand het interieur, doch door taai volhouden bereikte de bevolking de voltooiing van het geheel in 1260, dus 130 jaar na het begin. De hierbij afgebeelde stenen kribbe kan men op even na 1200 stellen. De oudste, op een vrij paneel ge schilderde Knbbe-voorstelling en dan op eigen bodem is mis schien wel van de Bossche gewel denaar Jeroen Bosch; in een jeugd werk van pl.m. 1475 laat hij zich nog niet kennen als de bijtende tovenaar met kleuren-en-symbolen, die wij nog steeds huiverend en verbijsterd ontmoeten in de Ver zoekingen van Antonius, De Hooi wagen. De Tuin der Zonden en de beroemd-geworden Bespottingen van Christus. Maar goed ziehier, een typisch schuchtere, houterige Kribbevoorstelling, die verraadt, dat de geest van de tijd 1475 zich liever bepaalde tot een pijn lijk volledig weergeven van alle „ingrediënten" dan de vrije kun stenaar de vrije hand te laten. Maria, wel lief, toont het Christus kind aan de als voor een altaar knielende Wijze Kaspar; de Wijzen Balthasar en Melchior staan met hun geschenken klaar, maar ne men nog geen mnig, zichtbaar deel aan de hoge gebeurtenis. Met een bijna-verlegen gebaar staat Jozef LEERT men Henriëtte Roland Holst kennen uit haar kortge leden verschenen autobiografie? (Van Ditmar. Amsterdam). Leert men al de grote doden ken nen, die eens zo'n rol in dit broze, vurige leven vervulden? Eerst leest men van een doodge wone. bijna benijdenswaardige jeugd van het goedgevoede 4 en goed-opgevoede meisje uit de jaren '70'80. Dan komt de wonderlijke afbuiging naar het natuurlijk- kunstzinnige. waarbij de jonge Henriëtte in de handen valt van de schoolmees- terigachtigheden van de op zijn terrein knappe Verwey. de (ouderwet se) professor m de dop; maar dan de opzwaai,' aan Gorter te danken.' Eindelijk leeft het nieu-, we en het eigene. Aan die kring heeft zij ook haar man te danken.' de ruggesteun voor een* leven, zoals weinig vrouwen, toen vooral en ook thans nog, kunnen beleven. Geen kinderen ver vullen dit boek met hun gesnap, hun ziekten, hun zorggevende stormach tigheden. maar wel de worstelende lijdende mensheid. Een man als Romain Rolland zal haar eens uit de volheid zijns, harten een zoen geven,1 maar ach. dat doet Clara, Zetkin ook. want Hen-' riette R. H. blijft in al-* les zo zuiver. Wild gehuldigd om haar groot dichterschap is zij nooit, wel in de verte geëerbiedigd en soms met iets eervols behangen, zoals enkele jaren geleden met een eredoctoraat, maar in haar hart heeft zij wei nig om al dat aardse ge geven. Het talent van haar Ziel riep haar tot iets anders dan het ge makkelijke succes. Daarvoor moest zij een weg afleggen, hier zowel als in het verre buitenland, met veel gereis en getrek langs vergaderza len en betogingen en langs de ka mertjes van uitwijkelingen; langs schuilholen. Dertig en twintig jaar voor de Nederlandse Ille galen leerden wat het zeggen wilde om bij nacht en ontij je over een bewaakte grens te reppen, Een recente foto van Nederlands tachtigjarige dichteres. derlandse consuls en arbeiders heb ben haar daarbij prachtig geholpen. Verder grijnst in dit boek van vluchtift neergeschreven herinne ringen van een 80-jarige overal de dood. Op iedere pagina. De XlXe eeuw. de eeuw der bur gerlijkheid: dood. Gorter. Verwey. Kloos, Van Eeden dood. Kautsky, Trotsky, Lenin, Clara Zetkin. Zinovjef. Radek. dood, zo niet vermoord. En wederom, wat het binnenland betreft: Troelstra. Wibaut Vlie gen. Wijnkoop dood. Alleen Van Ravesteyn leeft neg en ds. Van Wij he. Verdubbel het aantal namen der doden en vermoorden en men is er nóg niet; lijflijk zijn die prominenten niet meer onder ons aanwe zig, doch hun werk leeft. Dat werk heeft rijken gesticht, rijken omver geworpen. regeringen in handen genomen. Aan hun wezen te hebben mogen oeeinemen, hun waarachtig innerlijk te hebben mogen doorgron den dat is toch wel heel. heel belangrijk. En het is in een land als het onze aan maar heel wei nigen beschoren op zo'n rijkheid te kunnen te rugzien. De hervormingspoli tiek en de dichtkunst beide leefden in onze 80- jarige op een hoog plan. M het eerbied waardig hoofd van een 80-jarige hangt al tijd een waas. Wie over een leeftijdsgebied van 80 jaar heeft leren te rugzien. kan 10 maal zover vooruitzien; dat moest zij zich die smokkelaars- en geeft aan iemands wezens iets ijls. stroperstechnick al eigen maken diafaans. als zij naar Rusland wilde, of uit Hoeveel te ijler worden dan die Reval weer naar Berlijn terug. Ne- blikken, als de 80-jarige bovendien O1 nog 's lands grootste taaikunstena res is en als zij telkens bekennen moet „had ik die en die brieven nog maar", of „ik weet het niet precies meer", en ..als ik mij niet vergis"; dan gaan de herinneringen al met een bnzonder lichte tred lopen. Men vraagt zich weieens af: „Zo'n vrouw als H.R.H.. waar moet die nu „echt" van gehouden heb ben. buiten haar dubbele roeping?" Van bergen; ..kon ik ze nog maar eens terugzien", schrijft zij. Van bloemen: ..ik bracht haar naar de weelde van Aalsmeer", schrijft zij ergens over een meege nomen politieke vriendin na de be langrijke bijeenkomst van Zimmer- wald. Van haar man. die zij bewonder de en na wiens dood zij is gaan zwerven van rusthuis naar rust huis. Van een enkel dier. Van de waarheid des levens, want deze bracht haar. reeds in 1926 onbewust doch in de laatste jaren steeds bewuster, tot God. de enige trooster als men de grote eenzaamheid van ae hoge ouder dom is binnengegaan. binnenge gaan langs de moeilijke steile weg der reinen van geest. Zo zien wij haar thans, in diepe eerbied: als onze klassieke Reine van Geest. fiche van haar overleden man. Links daarvan hangt zijn portret en rechts daarvan een grote, door hem vervaardigde tekening van de schrijfster. Op een commode de foto van Gorter, met wie haar met alleen een vriendschap heeft ver bonden, die een der grote vreugden in haar leven is geweest zoals zij zelf heeft verklaard maar met wie zij in een bepaalde periode politiek ook zeer nauw heeft sa mengewerkt. Het is dc periode, waarin zij op de uiterste linker vleugel van het Hollandse Marxis me staat en zich ook rekent tot de enge geestverwanten van Rosa Luxemburg met wie zij in som mige opzichten althans zoveel verwantschap vertoont en aan wie zij een van haar beste en warmst- geschreven biografieën heeft ge wijd. Over dit boek en over deze ver wantschap hebben wij gesproken, toen wij Henriëtte Roland Holst dezer dagen vergezelden op een kleine wandeling in het mistige, herfstige Vondelpark. Een wande ling, die zij. die vrijwel haar ge hele leven buiten heeft gewoond, die ook nu nog 's zomers op de „Buissche Hei" bij Zundert ver toeft. vrijwel geen enkele dag over slaat. Herinneringen De verwantschap met Rosa Luxemburg, vooral mei de Rosa Luxemburg, zoals men die leert kennen uit haar fijne, tere „Brie ven uit de gevangenis," erkent Henriëtte Roland Holst volmondig. Ook zij beschouwt haar Luxem burg-biografie als een van haar beste boeken. „Maar hét beste." zegt ze, „heb ik toch geloof ik altijd mijn „Thomas More" gevon den. Ook wel, omdat ik mijn werk als dichteres van groter betekenis vind, dan mijn sociaal-politieke arbeid." Op het moment, dat ze het zegt, zie ik de kamer voor me, die wc zojuist verlaten hebben, met op de

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 3