N HET OUDE HUI m KERSTVERHAAL Zaterdag 24 December 1949 5 mooi! Ze droegen rode strikken, en ze kregen leverworstDat was nu allemaal al heel lang geleden, maar terwijl ze daar zo in de schemer zaten te kijken naar de hulstkar, was het ineens of al die jaren wèg vielen. Vroeger stond de bloe menmarkt vól met van die karren Vroeger zouden ze nu in de keuken bezig zijn met hazen- braden, en alles zou ruiken naar kaarsvet en dennegrocn, in het oude huis „Ik zou wel es willen weten begon Karei na een tijdje, en als z'n kop niet helemaal vol met zwarte haartjes had gezeten, zou z'n broer hebben kunnen zien dat ie een kleur kreeg. „Ik zou wel es willen kijken mompelde Kobus. „Als we nou es „Waarom eigenlijk niet En zo, een beetje vaag, een beetje beschaamd over hun eigen sentimentaliteit, hebben die twee zwarte katertjes toen het plan gemaakt Kerst avond stilletjes weg te glippen uit de flat om een bezoek te gaan brengen aan het land van hun jeugd, aan het oude huis met de kaarsen en de leverworst en de muizen. HET was stil op de gracht, en 't huis zelf had iets zó eenzaams, dat Karei en Kobus bib berden toen ze aangekomen voor de lage deur onder de stoep even omhoog keken. Je hoorde niets, geen muziek of lachen of gekletter van en Kobus stonden in een kille, hoge ruimte, die rook naar beschimmelde vloermatten, spiritus en brandend papier. De stenen vloer was modderig en gebarsten. Het marmer, dat het benedendeel van de muren bedekte, zat vol vlekken en kras sen en inktvegen; daarboven waren met potlood namen gekrabbeld en telefoonnummers. Karei, die in z'n jeugd heel goed was geweest in sloten over springen, n3m een aanloopje naar de ronde, witporselcinen deurknop van de voor- door Henriëtte van Eyk kamer, maar kwam meteen tot de ontdekking dat de boel was afgesloten. De katertjes bekeken de deur nu eens beter en zagen, dat er een groot émaille bord op zat met „kantoor". En op de deur van de achter kamer stond: Binnen zonder kloppen", en in dc deur van het kleine kabinetje, dat op de binnen plaats uitzag, hadden ze een matglazen loketje gemaakt met een plank er onder, en „kassa" in zwarte letters er boven, en tegen de zaaldeur was met vier verroeste punaises een langwerpig stuk karton geprikt, waarop iemand keurig net jes, met dunne ophalen en dikke neerhalen, „magazijn" had geschreven En al die deuren waren stevig op slot! Met bedroefde koppen en hangende staarten, een beetje bang, een beetje verbaasd en een beet je verontwaardigd, liepen Karei en Kobus het korte draaitrappetje weer af naar het souterrain, en net waren ze van plan door het gebroken melden Karei en Kobus. „We kwamen nog eens kijken naar de grote kerstboom in de zaal „Niks te kerstbomen!" riep het mannetje met een brede armzwaai. „Er staan tegenwoordig 3000 dozen met Sapoquast schcerstaven van de N.V. parfumeriefabriek „Extase" in de zaal! En boven kun je gaan kijken naar de straalkachels van de firma Smit en Gozewijns, en op zolder is het étalagcpoppcnatclicr van dc bekende plas tickunstenares Aal Scholfer! Andere tijden, an dere zeden! Vroeger was ik koorddanser, maar toen kwam derheumatiekik ga nu met m'n zoons en m'n kleindochtertje Kerstmis vieren in het magazijn van „Extase", met een namaak- plumpudding in plaats van een boom!" „Mogen we ons gauw even voorstellen?" zeien de clowns. „We zijn de Gebroeders Marcellini. Vroeger traden we op in het circus met Sint Hubcrtus, het Wijze Hert, maar toen kwam de malaiseHet circus heeft afgedaan. Alles heeft afgedaan. De mensen hebben tegenwoor dig nergens meer echt Aardigheid in. Ze zitten maar en zeggen: straks zijn we er allemaal ge weest. Waarom zouden wc naar een dansende olifant gaan kijken, of naar een vuureter, of naar de drie Marcellini's met het Wijze Hert! We zijn dus momenteel zonder werk „En zonder eten zuchtte het hert Z'n grote bruine ogen glansden vochtig in het blau we plumpuddinglicht. „Jullie mogen van geluk spreken, dat ik een vegetariër ben Jullie zou den er anders beter aan doeti gedurende dc feestdagen veilig thuis te blijven. Er liggen heel wat katten tussen de kersthazen INTUSSEN had de optocht zich weer in be weging gezet. De katertjes wandelden mee. Ze gingen het draaitrappetje op, en toen nog pannen. De grote lantaarn, binnen, achter het vergulde hekwerk boven de brede hoofdingang, brandde niet. Nergens was licht. Nergens be woog iets. Zelfs dc takken van de iepeboom, die hier en daar tot aan het huis reikten, hingen roerloos tegen de lichte nachthemel. „We zijn er nu eenmaal mee begonnen," zeien dc katertjes, „dus moeten we er ook mee verder gaan," en toen glipten ze door een gebroken ruitje naar binnen, en kwamen in de lange, don kere souterraingang. Ze kenden de weg nog zó goed. Achter elkaar wipten ze het draaitrappetje op naar de brede bovengang, waar alles helder licht was door de maan. Voor, in dc vestibule, in z'n nis, stond nog het spierwitte beeld van Mcrcurius, maar voor de rest herinnerde niets meer aan vroeger. Karei ruitje naar buiten te stappen, toen er iets vreemds gebeurde. Achter ze, aan het andere einde van de lange gang, werd plotseling een deur open gedaan, waardoor een stortvloed van schel licht viel over de witte muren en de zwart- gele vierkanten van de vloer. Je hoorde nu ook stemmen, en een vaag muzickgcluidje, en een wild getrappel, of er een paard ronddanste in dc grote keuken „Allcmensen fluisterden de katertjes onthutst, en ze drukten zich zó dicht tegen de kant, dat 't leek of er twee grote, zwarte inktvlek ken op de muur zaten. In de verlichte deuropening verscheen nu een wonderbaarlijk uitgedost klein meisje. Ze leek op een harlekijn-poppetje. Haar oud, gescheurd roodfluwelen jurkje was versierd met rafelig goudgalon, en aan dc pijpen van het halflange, groensatijnen broekje rinkelden koperen belle tjes. Lange, blonde haarslicrtcn hingen over haar magere schoudertjes, en voorzichtig voor zich uit.droeg ze op een grote schotel een enorme, brandende plumpuddingHet meisje liep langzaam de donkere gang in. De doorzichtig- blauwe vlammen van dc pudding sloegen hoog op en werden spookachtig weerkaatst door dc witte tegeltjes van de muren. Ze keerde zich half om en riep: „Kom gauw. Anders is-ie uitge brand voor wc er zijn!" Toen stapte uit de keu kendeur een hert met een versierd gewei en op het her^ zat een mannetje, dat op een mond harmonica „Vrede op Aarde" trachtte te bla zen, en achter het hert aan kwamen drie clowns in opgelapte pakjes met gedeukte puntmutsen en broodmagere, witgekalkte gezichten. En die hele stoet trok langzaam door de lange gang, tot ze ineens allemaal tegelijk dc katertjes zagen en verschrikt bleven staan. Het mannetje hield op met blazen. Hij zette z'n borst fier vooruit en zei: „Ik ben de con cierge! Wat moet dat daar in mijn gang?" „We hebben hier vroeger gewoondsta een trappetje, naar het magazijn van de Sapo quast schcerstaven. Het oude mannetje liet zich van het hert glij den en begon in z'n zakken te zoeken naar de sleutel. Intussen hield hij hele verhalen tegen de katertjes. Hij vertelde, dat hij overdag con- eiergewerk deed tegen vrij wonen voor hem en zijn familie. „Dat is een hele uitkomst. Wc heb ben wel geen geld, maar we hebben een dak. En 's avonds geven wc voorstellingen voor ons zelf." Toen had hij de sleutel. „Kom binnen!" zei hij en opende met een wijds gebaar de deur van dc oude zaal. Toen het licht was aangedraaid, keken Karei en Kobus nieuwsgierig om zich heen. Bij het schijnsel van het armoedige clectrische bolletje, dat aan een kort eindje draad tussen dc cheru bijnen en bloemguirlandes van het beschilderde plafond hing, zagen ze hoe tegen het grauwver- kleurd fluweel van dc muren honderden dozen tot hoge torens waren opgestapeld. De gewel dige spiegel, boven dc bewerkt marmeren schoor steenmantel, zat vol doffe vochtplckken, en over het ruwe, stoffige parket zwierven stukken pak papier en slierten houtwol. Onder dc drie hoge, kale ramen, stonden lege pakkisten. De clowns zeulden een er van naar het midden van het vertrek, waarna het meisje de plumpudding er voorzichtig bovenop zette. „Dat was een hele vracht," zei ze. Ze lachte en warmde haar handjes aan de vlammen. „Gelukkig, dat er nog genoeg spiritus in dc fles was," zei het mannetje, plaatsnemend op een trappetje-van-drie-treden. „Het is prettig Kerstmis te vieren in deze voorname omgeving. We mogen hier eigenlijk niet komen, maar de keuken wordt zo benauwd op dc duur. Neem jullie nu allemaal een krukje en ga gezellig in een kring om dc pudding zitten. En zorg er voor, dat het hert niet aan dc scheerzeep knabbelt." „Eerst warm worden," zeien de clowns. Ze hadden alle drie een muziekinstrument uit hun Zij schreef dit avontuur van Karei en Kobus Kat blouse getoverd: een spcelgoedviooltje, een trom petje en een dwarsfluit. Ze begonnen aan een jazzwijsje, en ondertussen buitelden ze al spe lend over hun hoofd. Het meisje sloeg op een tamboerijn, maakte allerlei moeilijke danspasjes en pirouettes, en deed over het algemeen erg wild en uitgelaten, maar je kon toch wel zien, dat ze niet écht vrolijk was. Dc katertjes stonden het geval met grote ogen aan te staren. Ze waren nog niet over hun des illusie heen. Ze keken elkaar aan en zeien: „Vind jij het leuk?" en ze dachten: „Hoe komen wc hier met goed fatsoen vandaan?" Ze gluurden schichtig naar de deur en waren juist van plan er stilletjes tussenuit te knijpen, toen het hert naar ze toe kwam.. Het beest zat blijkbaar er gens over in, het schraapte z'n keel en schopte verlegen tegen een loszittend blokje van het par ket. „Heren," zei hij eindelijk zachtjes, „kunt u even luisteren? Ik vraag het niet voor mezelf, maar het zou zo aardig zijn als mijn huisgenoten vanavond eens iets lekker gebradens te eten kre gen Haas en konijn is te duur, zodoende kw&m ik op het idee van een,ratBeneden in de keuken heb ik nog wat reuzel in de pot ge zien. Rat in reuzel smaakt best, een aardige ver rassing voor Kerstmis. Wat zoudt u er van zeg gen, als u't Is voor u beiden natuurlijk een kleinigheid „Dus u zou willen, dat wijbegonnen de katertjes onzeker. „Precies," knikte het hert. En zo kwam het, dat Karei en Kobus op Kerst avond voor het eerst van hun leven op de ratten- jacht gingen. ONDER dc vliering, in het atelier van Aal Scholfer, moest het stikken van dc ratten. Dc deur van het atelier was niet op slot, hij hing los in z'n scharnieren en klepperde op de tocht. De katertjes slopen naar binnen. Er scheen maar weinig maanlicht door de vierkante ra men. Er was niemand. Aan de balkcnzoldcring hingen armen en benen en rompen en pruiken. De wassen koppen stonden in rijen naast elkaar op de lange werktafel en staarden met donkere oogholten voor zich uit. Toen ritselde er plotse ling iets in een krant, die op dc tafel lag en dc katertjes zagen hoe een grote, donkere rat langs de koppen rende, met een bons op de grond sprong en verdween in dc duisternis. Karei en Kobus trilden van dc schrik. „Dat was er dus eenfluisterden ze. „Moeten we daar nu achteraan? Maar dat is toch onzin, dat is levensgevaarlijk!" Een paar seconden bleven ze doodstil staan, vlak tegen elkaar aan. En in die paar seconden kwamen de ratten. Ze kwa men bij tientallen tegelijk, ze kwamen uit de koppen, uit de armen en benen en pruiken, ze marcheerden als een leger: links-rechts-links over de houten planken. Sommigen lieten zich door een paar andere voorttrekken aan hun staart, er waren dikke ratten en dunne ratten en moederratten met rit sen kleine ratten. Links-rechts-links marcheerden ze aan uit dc duisternis. Waar je ook keek, over al zag je in het donkere atelier van Aal Scholfer rode, glinsterende rattenogen, die groter werden en groter en groter Toen hebben de katertjes voor hun leven ge lopen; de deur uit, de zoldertrap af, mcér trap pen af, alle trappen af, tot ze eindelijk, mauwend van ellende, door het gebroken souterrainruitje dc gracht opschoten. „We hebben ze lelijk in de steek gelaten," zei Karei, toen ze eindelijk weer warm en wel terug waren in hun eigen flat. „We zijn niéts meer waard," mompelde Ko bus. „Stel je voor, een kat die aan de haal gaat voor een paar ratten! Als de lapjespoes dat es wistMaar de lapjespoes wist het niet. Nie mand wist het. Alleen Sint Hubcrtus, het hert, had een vaag vermoeden Hij heeft dc hele avond op een stapel dozen zitten wachten. Toen het buiten twaalf uur sloeg en de kerstklokken begonnen te luiden, schudde hij somber z'n kop en dacht: „Ze komen niet meeren hij keek naar het mannetje, het meisje en de drie clowns, die zo'n beetje zaten te knikkebollen om hun pudding van Brussels zand. \7AN ver weg, over dc donkere tuinen, dreef het geluid aan van orgelmuziek. Het hert gaf een woedende knauw in een scheerstaaf, keerde zich met een ruk om en tuurde zonder iets te zien naar buiten. Dc blauwe spiritusvlammen van de pudding werden kleiner en kleiner, tot ze eindelijk, na een tijdje, helemaal doofden E zaten met z'n tweeën in de val lende schemer op het blauwzijden kus sen voor het huis kamerraam en ke ken door dc takken van dc kale acacia's naar het trottoir aan de overkant, waar een huisknecht (de hunne) in een losomgcslagcn regenjas bezig was tc onderhandelen met een hulstkarmannetjc. Er brandde een grote carbidlamp op de kar. Ze zagen hoe de hulst dit jaar móói was, met veel rode bessen tussen het groen. Ze zeiden: ,,'t Is echt winter buiten. Formeel een sneeuwstorm. Maar je merkt hier binnen gelukkig niets van de kou cn de wind. Dat kan ook al haast niet anders met die gloeiend hete centrale verwarming en de elcctrische haarden in de hall en in dc eetkamer en hier." Ze zeien: „Wc eten vandaag tarbot. Ik heb acht moten in dc ijskast zien staan; drie voor binnen, drie voor in dc keuken, en twee voor onsen toen begonnen ze als wederzijdse vriendelijkheid eikaars oren tc likken, tot de terrier van de buren met veel lawaai dc straat op stoof, kennelijk verrukt over dc dikke laag losse, witte sneeuw. Ze vonden die terrier van de buren een ellen dig dier. Ze sprongen dus meteen rechtovereind, en staarden hem met hoge ruggen, dikke staar ten en boze kattenogen na. Hij verdween om de hoek. De huisknecht was naar binnen gegaan. Het enige dat er in de deftige straat nog te zien viel, was de helverlichte kar met hulst. Een kar met hulst! Dat betekende, voor de zo veelste keer in hun leven: Kerstmis! „Het is dus weer bijna zo ver zeien ze. Ze vergaten de terrier, vielen met een sierlijke staartzwaai terug op het blauwzijden kussen en bleven zwijgend, met ronde groene ogen voor zich uit staren. Karei en Kobus Kat waren broers. Ze konden redelijk goed met elkaar opschieten. Soms, een heel enkel keertje, hadden ze ruzie, om een sar dine, om een warm plaatsje onder de radiator, of om de lapjespoes, die vaak door dc straat slenterde en dan spottend naar boven keek, naar Karei en Kobus, die ze om de een of andere reden belachelijk leek tc vinden. Karei mócht die lapjespoes eigenlijk wel, maar Kobus zei; dat ze 'n avonturierster was, wat dan steevast uitliep op een scène. Maar echt tot vechten, tot krabben en bijten, kwam het nooit tussen dc twee, daarvoor waren ze gewoonweg te lui. Beesten, die zó op donzen kussentjes leven, beesten, die gewend zijn gebraden kip tc krijgen, en kalfstong, en slag room met suiker, hebben andere interessen. „Ach neezei Karei. „Au fond is het dwaas je ergens over op tc winden. Het leven zó is bést." En Kobus zei óók: „Het leven zó is besten ze zaten met z'n twcccn op het blauwzijden kussen in dc witgelakte vensterbank van de moderne flat en keken naar dc straat, jaar in jaar uit. Toch spookten er ook door hun kattehoofden wel eens vreemde verlangens. In hun gecapiton neerde mandjes droomden ze soms van donkere bossen, van vreemde ontmoetingen bij maan licht, van gevechten op leven en dood met an dere dieren, èn van het huis, vooral van het huis Ze praatten niet vaak over het oude grach tenhuis, waar ze heel vroeger, als kleine kater tjes, vóór ze bij de mensen hier, in deze witge lakte flat kwamen, hadden gewoond. Ze keken elkaar schichtig van terzijde aan en zeien: „Dat is een geheel andere wereld De muren daar zijn hoger dan hierIn dc onderste kelder zijn blauwgroene schimmels, die licht geven De maan, die voor dc lange vensters staat, is roseachtig lila. De bomen in de tuin zijn honder den jaren oud. Achter het behang is getrippel van muizen, en boven, op zolder, zijn de rat ten Ze herinnerden zich alles nog zó goed. Het was koud in dc marmeren gangen, er brandde een groot fornuis in de lage keuken, de trappen waren van witgeschuurd eikenhout. De gebeeld houwde deur van dc bibliotheek had houtworm. En de kerstboom in de hoge zaal was ieder jaar de grootste kerstboom van de wereld. Dc kaarsen waren niet electrisch, maar echt. Het hele huis was vol gasten in feestklercn. De spiegels waren versierd met hulst, en dc mistletoe hing aan wit- satijnen linten onder de kristallen kroonluchters. De kleinkinderen zongen bij de vleugel. Soms vlogen er kleine takjes van de denneboom in brand. Die werden dan geblust met een natte spons. Alles rook naar hars. En zij waren zó

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1949 | | pagina 5