VOORAL VOOR DE VROUW
Met de feestdagen hebben ze
niet veel aan elkaar
Kaarten met geluksvarkentjes
komen weer los
Thuisfront moet de soldaten helpen
maar niet ontmoedigen
Zwart en groen
Tegen v. d. Kooy drie
maanden geëist
Op z'n vrije dag reddert hij in
het huishouden
De verhouding tussen K.L. en
T.N.I. is bevredigend
Geluk is dat wat je hebt of
niet hebt
Vrijdag 30 December 1949
3
Hoe is dat eigenlijk met een kellner?
Netjes
Hoe is dat eigenlijk met een kellner? Hij staat daar zo trim in z'n zwarte
pak: s morgens, 's middags, 's avonds, 's nachts. Op week- en op Zondagen,
op Kerstmis, kijk hoe hij stapt met een blad vol koppen en glazen, moeite
loos alsof er een vlieg zit op z'n geheven hand. Is hfj getrouwd? Is er thuis
een vrouw, die z n pak opperst en zich zorgen maakt over al dat wit langs
z'n polsen en hals? Zegt ze: „Wat ben je laat En is er nu alweer
een diner en we zoudenjuist
Hoe gaat het bij hem thuis? Krijgt hfj daar z'n koffie ingeschonken, als
elk gewoon mens? En laat hij daar tegelijk met dat zwarte pak z'n zwierige
loop en correcte gedoe varen?
Maar hoe is het dan met z'n
vrouw? Wat wordt er van haar door
het vak van de man geëist?
„Woont u iu de stad?" vraag ik
als ik de koffie betaal. „Ik zou wel
eens met uw vrouw willen praten."
Kijk, hoe jongensachtig ineens
z'n gezicht wordt boven de stijve
boord. Daar moet iets goeds te zien
zijn thuis. Op een bonnetje schrijft
hij de naam van de straat en 's mid
dags zit ik in hun kamer.
Een Hollandse, verzorgde, ver
troetelde kamer met kindertjes in
truien spelend en kleurend aan de
tafel Met een radio, geraniums en
heldere gordijnen. Alles glanst net
als de vrouw, die ziet er zo tevre
den uit als een appel in de zon. In
Amerika zouden ze om haar vech
ten als fotomodel voor vitaminerij-
ke dingen. Zoals melk en tomato-
juice. Maar ook gezondheidsmatras
sen, en weet ik al meer, alles waar
mee harmonie en kracht beloofd
wordt. Alleen haar stem is aan al
het Hollandse ontsnapt: die is laag,
een beetje Zuidelijk, koesterend.
Ze zegt wat talmend van die ar
geloos wijze dingen. Zoals alleen
een vrouw dat kan die dag in dag
uit het zelfde en altijd weer het
andere doet. Werken in het eigen
huis, voor de man. voor de kinde
ren en veel avonden alleen met een
breiwerk leren haar die
„De feestdagen hebben we niet
veel aan elkaar." vertelt ze. „Maar
we hebben dat nooit gehad en je
raakt eraan gewend. Als mijn man
in de week een dag vrij heeft, zet
ik het huishouden stil We móken
er een feestdag van." „Dan dekt hij
voor mij de tafel en ruimt alles af.
Ik breng nooit iets naar de keuken
als hij thuis is. Hij laadt het alle
maal op een blad en hop: daar gaat
hij. Soms wil hij dat ik het ook pro
beer maar dat durf ik nietTen
slotte moet je overal veel te zui
nig mee wezen.
Trots roemt ze z'n smaak. Van
servetjes maakt hij de mooiste
bloemen en grote dahlia's als ta
felversiering: daarmee moet je bij
hem niet komen. Hij neemt de
kleinste, fijnste kelkjes en rang
schikt en combineert met de uiter
ste zorg.
Ze leven van de tien procent, van
de tips en ruilden dit systeem ziels-
graag voor een normaal vast bedrag.
„Dan weet je waaraan je toe
bent." zegt ze. „Nu krijgt m'n man
wel bijbetaald als hij beneden het
minimum blijft maar het is toch
niet hetzelfde. Veel mensen weten
het niet dat we geen salar.s krijgen.
Vergeten ze de tien procent bij een
kopje koffie, dan laat rn'n man het
wel eens zo, maar bij een dinertje
moet hij er wel om vragen, als er
niet aan gedacht wordt
De schoorsteen is van rode steen
tjes, tenminste dat denk ik.. Maar
een van de kinderen vertelt, als een
hulde aan de vader, dat hij die alle
maal zelf gezaagd heeft Kleine
blokjes hout, rood geverfd en op
gestapeld. Hij knutselt graag, tim
mert van alles met een gemak dat
het eigenlijk jammer is dat hij dit
vak niet heeft gekozen. Maar wat
viel er vroeger te kiezen in een
Ze moest er eens uit
't Dikke zusje is te logeren ge
vraagd bij Oma. Zoontje is thuis en
vaag ontevreden met deze toestand.
„Eigenlijk hoor ik uit te zijn", zegt
hij. ,,'t Is mijn vacantie. Zij heeft
altijd vrijEn dan: „Toen ik
zo klein was ging ik toen ook wel
eens uit?"
„Toen woonde je in een bos,"
zeg ik, heel ver weg op Sumatra."
't Is avond na een dag van hol
len, fietsen, spelen knabbelt zoon
tje als een fijnproever op het ver
haaltje dat hij allang kent.
„En ik had geen schoenen, hè
Mam? En we sliepen op de grond
en we wasten ons in een rivier en
we maakten een vuur van takken.
En was ik wel eens blij?"
„Oh ja," knik ik. „Er waren zo
veel mooie stenen en takken en een
Tien jaar geleden leerde ze hem
kennen. Zij werkte in een zieken
huis en hij was kellner in een groot
restaurant. Allebei zaten ze de
feestdagen altijd vast. Toen ze
trouwden was er zelfs voor hem
niet ene vrije dag bij Hij werkte
toen in z'n eentje bij een baas en
dat beduidde: alle dagen, alle avon
den voort, voort. Met koffie, thee
en drank. Bladen vol en dan weer
stille dagen- Wachten, kijken, dren
telen en vrezen voor de verdienste.
Veel is er wel veranderd sindsdien
De vrije tijd is geregeld. Oud en
Nieuw sluit de zaak. Maar een
vast salaris is er nog altijd niet bij.
groot gezin? Gelukkig is hij toch
tevreden met z'n werk en thuis ha
len z'n handen, die graag wat maken
willen, de schade in. Van alles uit
hout verzint hij voor de kinderen
en zoals z ij het huis verwent met
boenwas, doet h ij het met plank
jes cn vensterbanken en noem maar
op.
En komt er bezoek dan verdwijnt
de timmerman. Geen gastheer ver
zorgt zo de koffie, de thee, de ta
fel.
„Dan laat ik me bedienen," zegt
z'n vrouw blij.
„Maar dat mag. We kunnen het
goed samen vinden
„Netjes tekenen" is de geijkte
nekslag waarmee de lust om al te
kenend te fantaseren bij kinderen
wordt gedood. Men verbeet te dik
wijls dat het tekenen van een kind
oorspronkelijk een uiting van de be-
wegingsdrang is, die wonderlijker
wijs zichtbaar gemaakt kan worden
door middel van lijnen. Het woeste
gecirkel en gekras van de kleinste
tekenaartjes toont dat aan. Ook als
het kind ouder wordt is de uidruk-
kingsfunctie van de tekening het be-
belangrijkst. In de tekening verdwij
nen dan figuren die op de realiteit
betrekking hebben, maar er tege
lijkertijd niet op lijken. Perspecti
visch vreemde en onnatuurlijk ge-
vormd(> wezens bevolken een simpel
sprookjesachtig wereldje met zinne
beeldige strekking waarin zich de
zielstoestand en problemen van het
kind hebben uitgedrukt.
In dat stadium maken ouderen
dikwijl de verstikkende fout hun op
vattingen over tekenwerk in het al
gemeen op het kind los te laten. Pie
tepeuterige vooroordelen: „een teke
ning moet net echt zijn" en „zo ziet
een huisje er niet uit" verlammen
de activiteit van het kind, want het
wil helemaal niet nitekenen, maar
tekenen, dat betekent dat het tot
uitdrukking wil brengen wat het
voelt en doorleeft. Daarin spelen
perspectief cn natuurgetrouwheid
geen rol.
Als een kind op die manier maar
genoeg om de oren wordt geslagen
met stoffige renaissance idealen en
nog muffere klassieke, geeft het na
een poosje het vrije tekenen meestal
wel op uit ontmoediging. Het wil
dan van dit bekoorlijke en onbevan
gen uitdrukkingsmiddel geen ge
bruik meer maken.
„Bah. tekenen", zegt het dan. Als
het zover is hoeft niemand zich te
ergeren dat dat kind nooit eens leuk
zit te tekenen zoals andere kinderen.
Men hoeft zich alleen maar te her
inneren, dat er eens misschien een
tijd was dat het graag tekende.
(Van onze parlementaire redacteur)
DEN HAAG. Op 31 December loopt de termijn af van de machtiging
aan de Regering om in afwijking van de Grondwet dienstplichtigen te zen
den naar Overzeese gebiedsdelen, oen begrip, dat niet meer up to date Is.
BU de behandeling van het wetsvoorstel om deze termijn met een Jaar te
verlengen kregen we gisteren in de Eerste Kamer nogal wat zure opmer
kingen te horen aan het adres der Regering. De heer R e e rs (C.H.) sprak
over onze soldaten in Indonesië als „ongewenste gasten" en de heer A 1 g r a
(A.R.) vond. dat hun verder verblijf daar geen zin had en dat de Regering
zich daarvoor niet op gebrek aan scheepsrulmte zou mogen beroepen.
Bert us Aafjes
Met Kerstmis kreeg ik van
iemand „In den Beginne" van Ber-
tus Aafjes. Als ge de „Voetreis
naar Rome" gelezen hebt omdat ge
ervan houdt en niet omdat er toen
zo'n rel om is gekomen, koopt dan
op een keer dit „In den Beginne".
Het *s een Ited over Adam en Eva,
zoals ge het nog nooit gehoord
hebt. Luister: dit is Adam: „Hij
liep in de nog ongenoemde morgen,
met lange benen en met lange ar
men. Zijn borst was jong en fris
van vurigheid. Zijn ogen stonden
open op de dingen. Zijn lippen
hingen aan het bijna noemen. Tot
dat de namen welden uit zijn
mond, Als helder water wellend
uit de diepte."
Te veel en te hartstochtelijk bij
een horend om hier in fragmenten
te noemen. Koopt het eens, het is
niet duur. Uitgegeven bij Querido,
Amsterdam.
Minister Schokking heeft de
gedachtenwisseling over dit wets
ontwerp aangegrepen om twee
dingen met nadruk te zeggen. In
de eerste plaats, dat er geen spra
ke van is, dat onze soldaten in
Indonesië als „ongewenste gas
ten" worden beschouwd (de heer
Reijers zei later, dat hij 't niet
zo bedoeld had) en in de tweede
piaats, dat het thuisfront de thans
nog in Indonesië verblijvende sol
daten niet moet ontmoedigen,
doch hen moet helpen.
Wat het tweede punt betreft,
moge eraan herinnerd worden,
dat iets dergelijks ook reeds vroe
ger van de regeringstafel is ge
zegd, als de oppositie tegen het
Indonesisch beleid met nadruk
stelde, dat alle offers vergeefs
gebracht waren en dat de solda
ten door de gang van zaken vol
komen ontmoedigd waren. Des
tijds is duidelijk te verstaan ge
geven, dat die ontmoediging in
de hand werd gewerkt doordat
uit Nederland aan de soldaten be
paalde gedachen werden gesugge
reerd.
De bewindsman wees erop, dat
onze soldaten het wel moeilijk
hebben doch dat ze op de gang
van zaken veel beter gereageerd
hebben dan blijkbaar door de
zwartkijkers in Nederland wordt
verondersteld. Zij blijken zelf heel
goed te beseffen, dat er sedert
hun komst in Indonesië in het
groot gezien zeer veel ten goede
is veranderd, en dat voor een
deel mede door hun werk, terwijl
zij tevens ervaren, dat de verhou
ding tot de T.N.I. in het algemeen
zeer bevredigend is. Waar de of
ficieren tac* en inzicht tonen zijn
de verhoudingen behoorlijk en is
er van gedesillusionneerd zijn geen
sprake
De grootste fout zou zijn om
aan de soldaten speciaal de zwar
te zijden van de tegenwoordige
tcestand voor te houden. Daar
mede maakt men het hun alieen
maar nodeloos moeilijk.
Voor hef staatsrechtelijk debat,
waartoe de heer Jonkman
(arb.) de minister probeerde te
verleiden, toen hij er de aandacht
op vestigde, dat bij dit wetsont
werp noch met de souvereini-
teitsoverdracht noch met de be
palingen van het Unie-Statuut
was rekening gehouden was deze
klaarblijkelijk niet geprepareerd.
Ook over enkele andere opmer-
OVER enige dagen komt dus de lawine van gelukwensen weer. Nieuw
jaarskaartjes: de gewone van: F. Jansen en P. Jansen-Pieterse. p. f. of
mooie gekleurde prentbriefkaarten. In onze jeugd waren ze. naar ik meen,
veel en veel prachtiger die kaarten, of misschien maakt de herinnering ze
zo mooi. Maar nee, toen vielen er werkelijk kaarten in de bus, die stuk
voor stuk een intensieve suggestie van „Geluk cn van „Wens" geven. Er
waren er bij met gouden varkentjes in de sneeuw met strikjes cn rode
lieveheersbeestCn met gouden stippen. Ik herinner me nog. hoe ik als kind
al dat schoons op nieuwjaarsmorgen uit de bus gaarde, de saaie witte en
velopjes opzij legde en de gouden en zijden kaarten met stijgende verruk
king bekeek, tijden lang.
een maal zover bent, dat je dat ziet
eenmaal zover ziet, dan gaat er ook
wel een lichtje op.
Je eigen instelling en karakter en
temperament kun je er niet door
veranderen, je zult nooit een figuur
worden, zó weggelopen uit het Boek
van Blij-zijn. Maar je kunt allicht
alles een beetje filosofischer be
schouwen,afstand nemen van jezelf
en denken: Goed. al had ik nou een
beter huis en duurdere kleren en
niet zoveel gezanik aan mijn hoofd,
wat dan nog? Dan zou er wel weer
massa kinderen En als je in die
bomen een gaatje maakte kwam er
elastiek uit."
„Rubber." roept zoontje. Hij
glanst van trots. „Bestaan die ook
in Holland?"
„Nee." zeg ik, „die zijn alleen
daar."
„Heeft onze meester ze nog nooit
gezien?"
„Ik denk van niet."
„En alle mensen van de krant
en van de trein en van de tram?"
„Ook niet." zeg ik. „Niet zoals
JÜ"
't Blijkt balsem voor z'n onte
vredenheid. Bedrijvig en vrolijk
helpt hij met kolenscheppen. Als
hij eindelijk schoon, in pyjama op
bed zit, en ik het gedoe van hel
zusje mis. zegt hij berispend: „Je
moet zoiets goed vinden. Mam. 't Is
beter dat ze er eens uit is 't Kind
heeft nog nooit wat meegemaakt."
BIBEB
Wat minder zorg
is ook goed
Ik herinner me nog dat ik me af
vroeg of je werkelijk gelukkiger zou
worden, wanneer je van zoveel men
sen gelukwensen kreeg. Het kon
toch eigenlijk niet anders, als ze het
je allemaal zo hartelijk toewensen
en met zulke fraaie bewijsstukken
erbij. Als je dan veel ouder bent ge
worden, zie je met een zucht in, dat
je in een nieuw jaar geen zier ge
lukkiger wordt dan in het oude. ten
minste niet door gelukwensen, al
liggen de gouden varkens een meter
hoog opgestapeld in de gang.
Als je dan even stilstaat bij de
wens: Vee] geluk in 't nieuwe jaar
(meestal staan we er niet bij stil,
het is alleen een vriendelijke groet)
maar als je er bij stilstaat, dan denk
je: Nou, geluk hoeft het nog niet eens
te zijn. een beetjp minder zorg. daar
kunnen we ook al mee toe En toch
is 't gek, Greshoff heeft eens gezegd:
Er zijn gelukkige cn ongelukkige
mensen, precies zoals er blonde en
donkere mensen bestaan; je hebt het
of je hebt het niet en 't komt op de
omstandigheden eigenlijk maar wei
nig aan.
En als je daar de mensen op gaat
aankijken, dan is er vee] waars in
dat gezegde.
Er wandelen mensen rond. waar
de vergenoegdheid van afstraalt,
ook zelfs, als ze een beetje uit hun
humeur zijn Ze hebben nu eenmaal
iets tevredens en iets zonnigs een
benijdenswaardig bezit en toch zit
ten ze net zo hard als wij onder be
lastingdruk en moeten ze ook iedere
moreen om half negen in ^en tram
staan dringen en de hele dag ploete
ren.
Misschien heeft het iets te maken
met de bloedsamenstelling of met de
spijsvertering? Misschien met vitali-
teit? Maar nee, dat klont toch ook
niet helemaal, je vindt dat type
mensen ook. en misschien juist on
der zwakken cn gebrekkigen. 't Is
of ze een soort reserve hebben, die
ze aanspreken, zodra het nodig
wordt.
Wij arme anderen, die niet zo zijn
nou goed, we kunnen het ook
niet helpen, wij zijn dan toevallig
donker en niet blond van nature
min of meer ongelukkig en niet ge
lukkig. We denken nog een hele
tijd lang, dat het toch wel aan de
omstandigheden moet liggen en dat
het praatje van' 't Ligt allemaal in
jezelf inderdaad een praatje voor de
vaak is Maar al die vrolijkerds vi
men de levende tegenspraak. Als
iets anders komen. (Want dat is zo,
luistert U in de tram eens naar een
gesprek van twee dames met persia-
ner bontmantels van 2000 gulden,
hun gesprek is al even zorgelijk als
het Uwe, wie geen zorgen hoeft te
hebben, maakt ze zelf of krijgt ze uit
een andere richting toegestuurd).
Wat we doen kunnen, is onszelf
Evelien spreekt
VAN VROUW
TOT VROUW
van een afstand te bekijken, de beste
manier om uit de zorgen te komen.
Afstand nemen, een beetje beschou
welijk te worden en voor onszelf
ook een reserve te kweken, een soort
geluksreserve, gelegen in religie of
wereldbeschouwing, en waarop we
kunnen terugvallen, als al het an
dere misloopt.
Over het algemeen ligt dat vrou
wen minder goed dan mannen, maar
de vrouwen die het wèl kunnen, dat
zijn die heel bijzondere, stille cn
wijze vrouwen, die het op een of
andere manier geraden hebben.
Hun gelukwens op Nieuwjaar
houdt dan ook meer in, dan de ge
wone traditionele van iedereen, ook
zelfs al sturen ze geen kaarten met
gouden varkentjes.
Vrijspraak in zaak
van „prikkellectuur"
Vonnissen van Tilburgse
kantonrechter vernietigd
BREDA. De Bredase recht
bank heeft uitspraak gedaan in de
7,aak betreffende de z.g. „prikkel
lectuur", die ongeveer veertien da
gen geleden werd behandeld.
De Tilburgse agent van de spoor-
wcgboekhandel V. en A., die tijd
schriften heeft verkocht, die in
strijd met de goede zeden zouden
zijn cn daarom door de Tilburgse
kantonrechter tot een geldboete
van ƒ25 werd veroordeeld, is van
alle rechtsvervolging ontslagen, na
dat het vonnis var. de kantonrech
ter werd vernietigd en de dagvaar
ding nietig was verklaard De offi
cier van justitie had veertien dagen
geleden drie boetes van 50.—,
subs, driemaal tien dagen hechtenis
en verbeurdverklaring van het In-
beslaggenomenc geëist.
Voor de boekhandelaar F. de W
uit Tilburg, die een exemplaar van
„De eerste lady Chatterley" van D.
H. Lawrence in zijn winkel had.
vroeg de officier vrijspraak, omdat
het boek niet zinneprikkelcnd kon
worden genoemd. De rechtbank
heeft conform de eis uitspraak ge
daan en het vonnis van de kanton
rechter. die hem tot f20,bopte
veroordeelde, vernietigd.
kingen wandelde hij lustig heen,
maar de strekking van zijn be
toog was goed: bederf het niet
voor hen die pogen tot een eer
lijke samenwerking te geraken.
De troepen, die nu naar Nieuw
Guinea gaan, zullen op tijd afge
lost worden. Dit als antwoord aan
de heer Jonkman. En aan het
adres van de heer Van Santen
(CJP.N.): of aan dienstplichtigen,
die zich hebben onttrokken aan
uitzending naar Indonesië, amnes
tie zal worden verleend is een
kwestie van algemeen regerings
beleid.
Nederlandse vissersboten
door Belgen opgebracht
OSTENDE. Vier Nederlandse
vissersboot zijn door de Belgische
zeepolitie naar Ostende opgebracht,
omdat zij in de Belgische territori
ale wateren visten. Het zijn de
„Br. 9". de „Br. 41", de „Br 24" en
de „Br 42", alle uit Bruinisse. De
lading (ongeveer 8000 kg. haring) en
de netten zijn in beslag genomen.
Het tuintje van de
Kantonrechter en
de bureaucratie
(Van onze parlementaire-
redacteur)
DEN HAAG Het Eerste
Kamerlid, mr Kolff, onthaalde zijn
medeleden gisteren op een met
veel zin voor humor voorgedragen
verhaal, waarin zijn tuintje een
hoofdrol speelde. In dit tuintje
kweekte zijn vrouw schone bloe
men, welke in hun groei belem
merd werden door de schaduw van
een halfwas kastanjeboompje. Dies
liet de heer Kolff dit boompje om
hakken. Maar enige dagen daarna
verscheen op een brullende motor
een meneer in een leren jas, die
namens het Staatsbosbeheer kwam
verklaren, dat verzuimd was om,
gelijk de voorschriften eisen, daar
voor toestemming te vragen.
het schaamrood steeg de n*er
Kolff, die kantonrechter in Geldèr-
malsen was, naar de kaken, toen
gemelde heer hem verzekerde, dat
van deze euveldaad proces-verbaal
zou worden opgemaakt.
De heer Kolff wist hem ten slot
te te overtuigen, dat het omhakken
van dit kastanjeboompje ons bos-
bestand geen schade had toege
bracht en de leren man was zo
welwillend om te volstaan met de
ernstige waarschuwing „laat het
niet weer gebeuren!"
Deze waarschuwing indachtig
richtte de heer Kolff, toen in een
rijtje populieren, welke langs zijn
tuin de wind opvangen, een
boompje was doodgegaan, zich met
een eerbiedig verzoek tot het
Staatsbosbeheer in Utrecht om dat
dode boompje te mogen omhak
ken. Ofschoon de situatie uit het
verzoekschrift duidelijk genoeg
bleek, kwam niettemin opnieuw
een meneer in een leren jas op een
brullende motor uit Utrecht, ten
einde zich persoonlijk van he» ge
val te overtuigen. Hierop volgae de
toestemming om het dode boompje
om te hakken, onder voorwaarde,
dat onmiddellijk op de opengeko-
men plaats een nieuw boompje zou
worden geplant. Hetgeen prompt is
geschied.
Dit verhaal wekte grote vrolijk
heid in het hoge gezelschap en ook
bij minister Mansholt, die echtor
niet schroomde te verklaren, dat
hij dit een ergerlijke bureaucratie
vond, waartegen hij niet zou nala
ten op te treden.
Hierdoor bevredigd nam de
Kamer zonder hoofdelijke stem
ming een wetsontwerp aan, waar
door de tegenwoordige toestand
het vragen van vergunning voor
het omhakken zelfs van een enkele
boom blijft bestaan, totdat de
aangekondigde n'euwe Boswet een
feit zal zijn.
Alle ondernemingen in Honga
rije met meer dan tien werknemers
zullen worden genationaliseerd, ook
de buitenlandse ondernemingen. Aan
alle eigenaren wordt schadeloosstel
ling beloofd.
De toestand van de pluimvee-
stapel in Nederland is bevredigend.
In 1950 zullen ruim 20 millioen kui
kens worden uitgebroed, waardoor
in 1951 de stand van de vooroorlogse
pluimveestapel wordt bereikt. De 11
millioen kippen van thans, leveren
1800 millioen eieren. Hiervan zijn er
1100 millioen voor binnenlands ge
bruik. 400 millioen voor export naar
Engeland.
MODE-NOVELLETTE
de I
s°Jel V
Er was eens een vrouw met groene ogen.
Ze had weinig geld maar d'er wimpers
waren lang en ze vergat nooit dat ze groe
ne ogen had. Ze droeg zwart met groen
en groen met zwart en deed wonderen met
een stukje goudkleurig lint, met een bonte
halsdoek, met een snoer van het een of
ander. Op een dag maakte ze een kapje,
een soort hoofdband maar van zulk een
hartveroverend smaragd, dat ze er opge
wonden en blij een rand parels aanzette.
Aldoor een parel aan een zijden draad
en dan vasthechten. Op haar zwarte rok
maakte ze twee grote zakken, die ze ap-
pliqueerde met fluweel. Zo ging ze uit.
Maar omdat ze in een stad woonde waar
moed en goede smaak zeldzaam waren,
liet men haar merken, dat het ongehoord
is je eigen hoofd zomaar met zyde en
parels te versieren Tenminste als het niet
voor een optocht of zoiets is. ..'t Stond In
een Franse modeplaat," zei die vrouw met
de groene ogen Dat wós zo. maar indruk
maakte het niet. Omdat ze wist dat ze
niet voor zot liep, want ze was van 't soort
dat Fath en de beroemde rest inspireert,
stopte ze die band niet verdrietig in een
doos. Ze droeg het ding als ze er zin in
had. Maar zoveel moed brengt niet elkeen
met fantasie op. Daarom loopt de mode
in ons land zo geremd, zo langzaam. En
missen onze modeplaten de vaart en de
stijl die bij Parijse en Amerikaanse bla
den van de bladzijden springt. Misschien
in het jaar 2000?
Oy^ti iv~
't Is niet eens zo'n vreemd gevoel
dat ze met dit zachte weer over
het voorjaar denken gaan. Ame
rika meldt dat er weinig zal ver
anderen. Nu kan men dat daar
onmogelijk nu al zeker weten
want tenslotte woont er een
reeks beroemde lieden in Parijs
die zich niet negeren laat. De
mannequin op de foto met het
beetje harkerige hoedje draagt
een bruikbaar lentepakje. Een los
jasje, een recht rokje: 't is in
derdaad het oude lied.
Rode wimpels waar
schuwen tegen gladheid
DEN HAAG. In de komende
wintermaanden zullen de ANWB-
wegenwachten* het verkeer langs
hun routes weer waarschuwen te
gen plotseling opkomende gladheid
Zij bevestigen daartoe rode wim
pels met het opschrift „glad" aan
bomen en palen langs de weg. Na
beëindiging van het slipgevaar
worden de wimpels weer opgehaald.
Er zullen zoveel mogelijk wegge
deelten in dit waarschuwingssy
steem worden opgenomen Dit be
tekent niet. dat een weg. waarlangs
geen wimpels voorkomen, niet glad
kan zijn.
Indien de gladheid na 6 uur
's avonds voortduurt, zullen de
wimpels eerst des morgens worden
ingehaald.
Verdediger meent dat deze zaak los staat
van Visser-Bos-affaire
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG. De Officier van Justitie b(j dc Economische Politie
rechter in Den Haag eiste gistermiddag 3 maanden gevangenisstraf tegen
W. C. van der Kooy uit Rotterdam wegens overtreding van het deviezen-
besluit. De Officier, mr LulofS, was van oordeel, dat deze zaak samenhing
met dc zaken tegen dc voormalige burgemeester van Den Haag, mr W.
A. J. Visser en diens secretaris, drs W. Bos. Deze mening werd echter
door verdachtcs raadsman, mr de Haan, bestreden. Zyns inziens was z(Jn
cliënt alleen maar ccn man, die op een gemakkelijke manier aan dollars
wist te komen.
Hongaarse regering noemt
bericht over Minnszenty
„dwaze propaganda"
BOEDAPEST. De Hongaarse
regering heeft de uit Italiaanse bron
stammende berichten dat kardiraal
Mindszenty uit de gevangenis naar
een andere plaats was overge
bracht, „niets anders dan dwaze
propaganda" genoemd.
In de Friese gemeente Rinsu-
mageest heeft men resten opgegra
ven van het vroegere klooster
Klaarkamp, dat eenmaal op deze
plaats heeft gestaan.
De Officier vond bet op zijn minst
genomen eigenaardig, dat v. d. Kooy
nimmer gevolg heeft gegeven aan
een tot twee maal toe herhaald
verzoek van de douane-recherche
nm op het bureau te verschijnen.
Ruim 3 maanden later gelukte het
v. d. Kooy, die onder valse naam in
een hotel te Amsterdam logeerde,
to arresteren Verdachte heeft toe
gegeven. dat hij 650 frs en later nog
eens 2000 dollar heeft ontvangen
van drs Bos. Zoals hij beweert, zijn
deze gelden uitgegeven voor zake
lijke doeleinden, hetgeen volgens
mr Lulofs echter geenszins vast
staat. De Officier was voorts van
oordeel, dat verdachte geweten
heeft dat het geld afkomstig was
van het vermogen van de politieke
delinquent Bonté wiens vermogen
door drs Bos werd beheerd.
Verdachtes raadsman zei, dat de
Officier om het lange voorarrest te
rechtvaardigen (\u d. K. heeft 4'A
maand gevangen gezeten) met aller
lei dingen komt aandragen, die
niets met de zaak te maken hebben
„Dat mijn cliënt in dienst was van
een ex-politieke delinquent, mijn
heer de Officier, zegt niets ten na
dele van hem. Het zal zo ver ko
men, dat ook U met ex-polltieke
delinquenten moet samenwerken"
riep mr de Haan uit. „Verband met
de zaak Visser-Bos is er niet en als
U voor een dergelijke deviezen-
overtreding 3 maanden gevangenis
straf eist. kan ik dit niet anders
dan overdreven noemen. Ik ver
zoek U mijnheer de Politierechter
om geen notitie te nemen van alle
franje die de Officier aan deze
zaak heeft gemaakt. Wij moeten
met beide voeten op de grond blij
ven", aldus besloot mr de Haan zijn
pleidooi.
De politierechter zal op 4 Janu
ari vonnis wijzen.
Geroofd kunstbezit
wordt geëxposeerd
AMSTERDAM. Van 10 Janu-
ari tot 10 Februari 1950 zal onder
auspiciën van de stichting Neder
lands Kunstbezit in het Rijks
museum te Amsterdam een uitge
breide collectie meubels, ceramiek,
plastiek enzovoorts worden ge
ëxposeerd ten behoeve en gerieve
van allen, die gedurende de bezet
ting kunstvoorwerpen of waarde
volle gebruiksvoorwerpen zijn kwijt
geraakt.
Het betreft hier een groot aan
tal in Duitsland opgespoorde voor
werpen. die niet aan de eigenaars
konden worden teruggegeven, om
dat er geen claim voor werd inge
diend. of omdat het eigendomsrecht
wordt betwist.
De expositie biedt elkeen de ge
legenheid zich te vergewissen of
zich hierbij een of meer van de hem
of haar ontroofde eigendommen
bevinden, zij omvat meer dan 1000
stuks van zeer uiteertlopende aard.
De stichting is nog doende ca.
2600 schilderijen, ca. 600 tekenin
gen en een ongeveer evengroot aan
tal tapijten tc ordenen In Mei of
Juni van het komend jaar zullen
deze met hetzelfde doel in dezelfde
ruimte worden tentoongesteld.