8 *Éjjt W J VOORAL VOOR VROUW OUDE HEER VIEJOU REIKT VROUWE FORTUNA DE HAND i 1 \a \j w Vrouwen die trachten te schijnen wat ze niet zijn 4 KINDEREN Rustigste soort van gokken bij de Nederlandse Staatsloterij Geestelijk boven haar stand en nooit gelukkig Anglo-Frans compromis Ina Boudier-Bakker 75 jaar 9 Vrijdag 14 April 1950 5 Beste behandeling - hoog loon - werkster aanwezig e/I toch komen ze nietde meisjes Dringender dan een „dienstplicht" J voor meisjes" is de maatregel, die over belasting van kinderen voorkomt Dienstmeisje is een antiek en afgedankt woord. Hulp in de huishoudihg heet ze nu maar ondanks die verbeterde naam blijft bet voor velen een vak zonder glans. De goeden, en dat ztfn zij die niet werken om het geld alleen, zijn 7.0 schaars als een onderjurk van Nylon in ons land. Ondanks de beloofde beste „behandeling" (zie de advertentie's). ondanks het hoge loon en het „werkster aanwezig" zjjn ze niet te vangen. Ze fietsen in rijen naar kantoor, fabriek, winkel, atelier. En als het de huis houding wordt, wel dan liever elke dag een ander werkhuis en voor bijna een gulden per uur. Twee neuzen ..Misschien zouden we tot een dienstplicht voor meisje moeten ko men," zei laatst iemand van de Na tionale Vrouwenraad. Voor de huisvrouw, die niet zon der hulp kan, is dit stellig een plan Verlegenheid Wie zelf wel eens verlegen is ge veest, kan zich heiinneren, dat het buitengewoon onprettig is. als men daardoor opvalt. Des te merkwaar diger is, dat terwijl vrijwel iedereen dit gevoel wel eens heeft gekend, veel volwassenen zich tegenover kinderen zo ongevoelig gedragen op dit punt. Ouders die een verlegen kind hebben eisen bij voorkeur van het kind, dat het zich in situaties begeeft, waarin het in verwarring raakt. Er komt bijv. visite. Het kind wordt gedwongen zich te presente ren Het wordt verlegen. Tot over maat van ramp wordt het in de maling genomen. Men vraagt (bijna met leedvermaak) of het tongetje verloren is. Dan ontwikkelt zich in bijzijn van het kind een gedétail- leerd gesprek over het euvel. Daar na komt men tot de slotsom, dat het kind zich er maar overheen moet zetten. Om het daarbij een handje te helpen gooit men nog een schepje op de aanmoedigende grapjes. Zo'n kind is een kleine ontmoe digde. Ergens heeft zijn zelfver trouwen een knak gekregen Het lijdt aan de verborgen, zij het niet altijd even duidelijke voorstelling, dat het niet anders kan dan neder lagen lijden en dat het gebrand merkt is met een voor iedereen di rect opvallend teken van minder waardigheid. Volwassenen die het kind op de bovenbeschreven wijze bejegenen, dikwyls denkend het kind er overheen te helpen, geven het alleen maar een bevestiging van het irrccele gevoel, dat het op vallend minder waard zou zijn dan anderen Het gedrag van de oude ren bewijst het immers. Daarbij jaagt de angst voor het contact met vreemden met groter heftigheid door het kind. Door onbegrip van de oorzaken drijft men het verlegen kind steeds verder op de weg der uiteindelijke en volkomen mensenschuwheid. De enig juiste handelwijze is: het op zoeken van de oorzaken der ont moediging het kind uit zich zelf een normaal zelfvertrouwen laten ontwikkelen (dat houdt in: dat men het. wanneer het. bij welke ge'egen- heid ook, moed toont, niet remt); het vooral niet in publiek bespot ten (zelfs n et met de beste bedoe lingen). om van te watertanden Te denken dat er een dag komt dat ze uit een regiment afgerichte meisjes en juf frouwen kiezen kan. Ook veel man nen zullen juichen. Nooit meer de kans om het hart te verliezen aan een joffer, die van koken en wassen het fijne niet weet. Ook al heet ze boekhoudster, secretaresse, ballet danseres. journaliste: ze heeft haar dienstplicht achter de rug. Ze komt beslagen op het ijs. Ma r die meisjes zelf zullen wel een rel maken. Niet omdat ze een afkeer van het huishouden hebben Bijna elk meisje heeft in een hoek je van haar hart wel iets dat daar pleizier in zou kunnen hebben, maar waar blijft dat als ze met dwang beginnen? zend op alle mevrouwen) over naar een fabriek, winkel of atelier. Dit is stellig waar. er komt alleen j nog bij dat zulke kinderen ondanks ae betrekking, ook nog thuis ter- dege worden ingeschakeld. Vaak hebben ze voor negenen al werk verzet en ook na vijven is lezen, zitten of wat buiten zijn er niet bij. Dan is er een jonger zusje of broer- 1 tje, of de afwas of een mand met kousen. Van allerlei waartoe de moeder, voor wie de dag te weinig uren telt, niet komen kan. 't Meisje dat de Arbeidsbeurs me laatste stuurde wilde verdienen omdat de vader ontslag gekregen had. 't Was een glashard kind. van veertien met een pluk haar tot op der wenkbrauwen. Op de vraag of ze wel van werken hield, liet ze d er handen zien Kleine, droge handen, groezelig van de groeven. „Ik werk vanaf m'n negende jaar" zei ze. „Wc zijn met z'n zessen. Ik ben de oudste." Ze wist inderdaad wat aanpak ken was. Op gymnastiekschoentjes holde ze door het huis alsof het een wedstrijd gold. Klokslag vijf stopte ze ermee en ging er vandoor. Want om half zes begon de tweede bij verdienste van dat gezin. Dan kwa men de kisten aardappelen en uien die geschild moesten worden aan de beurt Twee gulden per kist kre gen ze eryoor en dat bracht, als ze Winnetou Op de Arbeidsbeurs ziet men er meer in als de huisvrouw zelf tracht het vak wat aanlokkelijker te maken. De kans daartoe heeft ze zo zegt men. als ze een jong dag hulpje bij zich in dienst neemt. Zo'n kind. dat op een leeftijd waar op andere meisjes nog school-bak- vissen zijn, dapper een weekgeld voor thuis verdient. Komt ze in een gezin terecht waar ze met wat tact en geduld geleid wordt, dan kan er een goede kracht uit groeien. In eJk geval een, die pleizier heeft in het werk. Te veel standjes echter maken haar koppig, brutaal en vol verzet. Kan ze tenslotte schrijven op een advertentie „zelfstandige hulp gevraagd" dan blijkt ze een lastige huisgenoot of ze zwaait (ra- poot-aan speelden, meer dan acht gulden per avond op De vader, de broertjes, de moeder die de zevende verwachtte, en dat kind met de gymnastiekschoentjes zaten tot een bar laat uur te schillen. „We moeten toch eten," zei ze toen ik aanmerking maakte op dat korte slapen. „We moeten toch eten, 't is alle maal duur genoeg." En hop-hop-hop daar ging ze op d'er zachte zooltjes. Niet slecht ae- humeurd, maar glashard. Dringender nog dan een „dienst plicht voor meisjes", is de maatre gel die zulk een overbelasting van kinderen voorkomt. Maar wie krijgt zoiets voor el kaar? BIBEB. Brams moeder is een tekenares. Op haar verjaardag kreeg ze van iemand een ooek over Picasso. Zoontje, die een taartje mocht ko men eten. heeft dat cadeau gezien. „Een heel groot boek," vertelt hij. en op de kaft een vrouw met twee neuzen en twee monden. Bestaan zulke mensen echt. Mam?"' „Nee." zeg ik. „die bestaan niet. Wat denk je wel." „En waarom zijn er dan foto's van?" „Dat zijn geen foto's joh, dat zijn platen van schilderijen. Hij kan 't niet vatten. „Maar die meneer van die schilderijen moet ze tocU gezien hebben Mam. Waar wonen zulke vrouwen dan?" Dan wordt er gebeld, 't is een vriendje met een voetbal Picasso kan daar niet tegenop. Dagen later zitten we in de trein. We zijn bij Oma in Amsterdam ge weest en rijden nu terug, naar huis. Zoontje wil wel graag bij een raampje- maar geen kans Moe en een beetje somber om die tegenval ler zit hij tussen mij en een brede mevrouw met een tas. Tegenover ons een moderne schoonheid met wit-blondc poncy, omlijnde herten-ogen en een lila mond Ze heeft een zwart truitje, vijf snoeren parels strak om de hals en een hoofddoek van zwart velours. Zc kijkt naar zoontje of iets in z'n sombere snoet haar boeit. Ze kijkt en ze kijkt en dat joch bijt op z'n nagels. Tenslotte pakt zc uit de zak van haar wijde zwarte jas een blinkend doosje. Er zit niets in. 't is zomaar om het doosje alleen. Maar dat jong anders wild op zulke zaken, bijt op z'n nagels en gluurt langs haar heen. „Toe nou." dring ik. Hij schudt heftig van nee. Zusje is niet zo halstarrig. Ze redt met haar gretigheid de situatie een beetje. „Waarom deed je zo harkerig," praat ik als we tenslotte veilig op het station belandden. ..'t Was best een vriendelijke mevrouw." En dat joch zwaar van achter docht: „Ze was uit dat boek van de moeder van Bram. Als je lang naar d'r keek had ze twee neuzen en twee monden. Ze was van die plaat, dat zag ik zo!" BIBEB (Van een onzer verslaggevers) TIJ ET gokken is al een heel oude ondeugd. Men kan het op -1 -1 vele manieren doen. Maar voor het simpelste, rustigste gokken moet u bij de Nederlandse Staatsloterij zijn Het is een aantrekkelijke rendabele instelling, die gevestigd is in de Kazernestraat in Den Haag en onder supervisie staat van de minister van Financiën. Hij wordt bijgestaan door de directeur, die op een trekkingsdag aan een met een groen kleed bedekt tafeltje zit en de hoge prijzen noteert. Als u er Pyttersen's Sfaatsalmanak op naslaat merkt u, dat bij de Staatsloterij voorts nog één ambtenaar le klasse en drie ambtenaren Ilde klasse in dienst zijn In Nederland vindt men dan verder 375 collecteurs en collectrices. 't Zijn twee zusters, uit een heel eenvoudig maar alleraardigst arbeiders gezin. De vader heeft getobd en gespaard en allerellendigst zuinig geleefd om ze allebei iets te laten leren, 't Waren knappe jonge meisjes, de een werd verpleegster, de andere analiste en allebei zijn ze met een dokter getrouwd. Nu zijn ze dus beide in een iets ander milieu gekomen en het is wel opmerkelijk, hoe ze daar op reageren: Lena, de jongste, is volkomen zichzelf gebleven, zoals het bij haar thuis toeging, zo gaat het in haar huishouden ook, ze praat met een accent, soms een beetje ruw zelfs, ze is een volkskind gebleven. Ze weet best, dat sommige mensen van haar zeggen: Zij is toch eigenlijk niets geen doktersvrouw, dat accent en als ze ontvangt is het helemaal niet zoals het hoort Lena weet. dat dit van haar gezegd wordt, door sommigen, maar ze grinnikt er zelf om. En de meeste mensen vinden haar zo hartelijk, zo natuurlijk, zo ge zond en sprankelend, dat ze helemaal niet stilstaan bij het „accent". Maar met Betty is het anders. Ze heette oorspronkelijk Bets, maar dat vond ze te burgerlijk, 't moest Betty worden. Van haar verlovings tijd af heeft ze angstvallig om zich heen gekeken om te weten te ko men hoe het hoorde. Nu weet ze MODE-NOVELLETTE In Engelse verhalen komt vaak een vrouw voor, van wie gezegd wordt „she was always in tweeds" (ze droeg altijd tweed). Dan weet de lezer dat ze sportief is. op le ren molières uit wandelen gaat met haar spaniel of settcr en dat ze in geen duizend jaar kralen, velours cn rose consages zou wil len combineren met haar geliefde tailleur. 't Mantelpak van de tekening is echter wel degelijk Engels. De Amerikanen hebben het daar ge kocht en gecombineerd met aller lei Franse bijkomstigheden. De stof is zo zacht, soepel en licht, als het beste breiwerk ter wereld. On ze textielfabrikanten m\ken het ook: je kunt er een enorme hoeveelheid van in je armen nemen zonder enige moeite. Want dat tweed weegt haast niets. De ontwerpster van dit mantelpak verwerkte de manlijke stof zo vrouwelijk mogelijk, vandaar dat de Franse versieringen er niet bij misstaan. Kralen, oorknoppen, een kapje van velours en stro. oen rose roos en witte handschoenen: ze maken de draagster zoet en bekoorlijk. Die Engelse-verhalen-vrouw zal er stellig verachting voor hebben. Maar ja, in zulke kleren wandel je ook niet alleen f met een hond. B. S. het dan. Ze heeft het soort behang dat bij haar „stand" hoort c-n het bankzitje en de cactus op de boe kenkast en ze weet dat je je vork links moet houden en je mes rechts, als je. eet En ze heeft haar stem verbogen tot een algemeen be schaafd Nederlands. Alles, zoals het hoort, maar alleen het kost haar een enorme moeite want het is voor haar nog altijd een rol. die ze speelt. Ze heeft in haar hoofd Evelien spreekt j VAN VROUW TOT VROUW een beeld van: De Beschaafde Dok tersvrouw, en aan dat beeld toetst zij zichzelf voortdurend, hijgend en steunend probeert ze die rol vast te houden. Het lukt, maar hèt re sultaat is afschuwelijk geworden. Men heeft het gevoel, of zij voort durend zit te repeteren uit het boek: „Hoe hoort het eigenlijk?" Voor iets anders blijft er geen tijd meer overo. ja. ze heeft het druk met het huishouden en de kinderen en de praktijk van haai man. welke doktersvrouw l\eeft dat niet? Maar de tijd om gewoon te leven en zichzelf te zijn ontbreekt haar ten enenmale en dat is toch wel ongeveer de bedoeling van ieders leven. Zij mist iets essen tieels: ze glanst niet, ze straalt niet, ze geniet nooit echt, haar ogen staan wantrouwend en uitdagend, of ze zeggen wil: En? Accepteer je me, of niet? Soms zijn alle twee de zusters bij de ouders in de Derde Oranjedwarsstraat. De moeder is trots op Betty en een beetje gege neerd over haar eigen stijl van le ven. maar de vader knipoogt tegen Lena, die zich trouwens weer hele maal thuis voelt, duizend en een dingen vertelt en ronduit gilt van het lachen. Er zijn zo verschrikkelijk veel vrouwtjes, zoals Betty Kon iemand ze toch maar eens aan 't verstand brengen, dat ze eigenlijk mislukt zijn Want iemand, die boven zijn stand leeft, niet financieel, maar geestelijk is in zekere zin mislukt, want hij leeft gewrongen en on eerlijk We hebben ze allemaal in onze omgeving, vrouwen die zich een air aanmeten en die proberen iets te schijnen wat ze niet zijn. En ze begrijpen niet dat ze de kaap toch niet gehaald hebben en dat hun krampachtigheid blijkt uit ieder gebaar en ieder woord. Al die moeite en die inspanning is voor niets en 't ergste is, dat ze nooit gelukkig kunnen zijn, want zo'n strijd is fnuikend voor de ge moedstoestand. die we Geluk ple gen te noemen. Shakespeare zei het ook al: Dit boven al. wees trouw aan Uzelf. Hij zei het in het Engels, maar we mo gen het best in het Hollands na zeggen. De Staatsloterij is een gerenom meerde bijverdienste van de Staat der Nederlanden In 1726 begon zij, en zij heeft geen jaar overgeslagen Destijds vroeg de regering haar on derdanen om plannen om zo'n lote rij op touw te zetten. Uit de vijftig ontwerpen die binnenkwamen, is dat van de heer Adolf Huyske ge kozen Dat was dus een erg goed plan. zult u misschien denken, en meneer Huyske was een vernuftig man. Maar de deskundigen zeggen. „Nee. zo slim was meneer Huyske niet. maar met zijn systeem heeft de Staatsloterij (toen nog Gencraliteits- loterij geheten) zich het eerste jaar beholpen." Daarna hebben pientere mensen er aan geknutseld, tot het een prima eersterangs systeem was geworden Men is er dan ook nooit meer van afgestapt. Andere landen (o.a. Duitsland) hebben het overge nomen. Er was overigens in 1709 een andere loterij aan voorafgegaan, waarbij de prijzen uit lijfrenten be stonden. Maar daar is men mee op gehouden. Het werd te duur. Want de Staat is niet gek. Hij vindt het best als u wilt gokken, maar hij doet zelf niet mee. De hoofdprijs bedroeg bijna steeds f 100.000. In de Franse tijd is dat eens f 200.000 geweest, en het was ook een keer f 50.000 De naam is veranderd van Generaliteitsloterij in Bataafse loterij. Hollandse loterij onder Lodewijk Napoleon Konink lijke Staatsloterij. En nu dan Ne derlandse Staatsloterij. Indertijd werden de trekkingen in de Ridder zaal gehouden. De trekkingszaal op nr. 64 is een kaal vertrek met een planken vloer, maar de ouderwetse hoge kachel is wel indrukwekkend In het voorste deel staan twee banken. Daar mag het publick op zitten, want de trek- het „circus draait" kingen zijn openbaar. Soms vindt men er een vrouw met een bood schappentas of een Hagenaar, die niets anders te doen had en er 's binnen is gelopen. Ze gaan meestal weer gauw weg. Op het podium zit de directeur ten overstaan van wie de trekking volgens de Loterijwet moet plaats hebben, in gezelschap van zijn personeel Zc hebben het uitzicht op een blinde muur met er voor een schonkig, zwart boom pje. dat op het ogenblik al wat jong groen loslaat uit de oude botten. Maar ze hebben daar geen oog voor. Alle nummers, die worden opge somd. moeten zij namelijk invullen op „springlijsten". Dit vergt alle aandacht en behendigheid De zeven mannen Vooraan op het podium zit het College van Assistenten, als wij hen zo noemen mogen. Het zijn zeven oudere heren Tegen de linkerwand bevindt zich een grote, ronde trom mel waarin men achter glas de loten ziet liggen Daar gaan voor de eerste trekking plaats heeft de num mers van alle 21.000 loten in. Tegen de rechterwand staat een soortge lijke trommel, maar van kleiner model. Het is de prijzen-trommcl die per klasse wordt gevuld. De zeven oudere heren zijn niet vast in 's Rüks dienst. Zc zjjn ook niet zo van de straat binnengeroe pen. Hun ambt is semi-vast en hun titel luidt „assistent bij de Neder landse Staatsloterij". Ze komen by elke loterü 25 dagen in actie. Elke dag werken zü anderhalf uur. Ze verdienen per dag f 2.50 a f 4.De meesten doen het al jaren. Meneer De Graaf, die de nummers roept met een belegen, maar kraakhelde re. stem is gepensionneerd. Zijn pendant, meneer Van Enkhuizen die vertelt wat er op de nummers is gevallen, drüft een sigarenzaakje. Meneer Viejou zit bij de loten- trommel. Hij is de man, die ook het lot grijpt waarop de 100.000 valt. Jawel, hij en niemand anders. Me neer Viejou zit ietsje onderuitge zakt, de benen tussen de poten van zijn stoel cn de rechtervoet een beetje opgetild. Hij heeft in de 44 jaar dat hij er zit uitgevonden, dat die houding de gemakkelijkste is. Hij is 89 jaar. meneer Viejou. maar dat zou u niet zeggen. Vroeger was hij in zaken, verzekert hij. Nu reikt hij alleen nog vrouwe Fortuna de Advertentie (l.M.) MELK en PUUR Kwatta-soldaatjes blijven altijd geldig KWAÏTA - BREDA (Van een onzer redacteuren) UTRECHT. Ina BoudierBakker, de gevierde romancière, die een zo groot cn warm talent heeft voor de uitbeelding van het Nederlandse gezins leven wordt Zaterdag 15 April 75 jaar. Zij onttrekt zich aan iedere officiële huldiging, maar viert haar verjaardag huiselijk, zoals men dat van haar verwachten mocht. Zaterdagmiddag is zy thuis op de Oudegraeht 333 in Utrecht om de gelukwensen van vrienden en bewonderaars in ontvangst te nemen. Onverminderd groot en fris talent Wij zijn een praatje met haar gaan maken. Hoe is zij begonnen? zij heeft al- Advprtentie (I M tijd geschreven. Op haar tiende jaar had zij al een schrift vol met be dachte verhalen over „verschrikke lijke branden en andere ongeluk ken". Toen heeft zij zang gestudeerd, examen voor zang gedaan cn veel gezongen; intussen heeft zij veel ge weifeld of zij zou blijven zingen of schrijven. Men kent haar keuze. Het jaar 1902 besliste, want in Mei 1902 verscheen haar eerste bundel verha len; in Augustus 1902 is zij getrouwd met de heer Boudier. en in Decem ber 1902 verscheen haar eerste to neelstuk dat dadelijk veel bijval oogstte en meer dan honderd opvoe ringen bij de Nederlandse Toneel vereniging zou beleven. Zij heeft zich sterk tot het toneel aangetrok ken gevoeld, maar de roman werd al spoedig haar grote kunstliefde. Men kan haar toneeltalent er in te rugvinden; in de dialogen munt zij uit. Wat vindt zij haar beste boek° „De Klop op de Deur". Ik heb dat boek indertijd voor mijn eigen ple zier geschreven. Niemand zal het le- Mevrouw Boudier heeft onlangs weer een boek voltooid, een gezins zen. zei ik tegen rriijn man. „Dat doet er niet toe", zei hij. Het werd wèl gelezen. Er zijn nu 14 drukken van en er komt weer een nieuwe", roman spelende in 18301831, geti teld „Goud uit Stro". Over de oorlog en al de latere verschrikkelijkheden kon zij niet goed schrijven; zij is. als alle kunstenaars, er door „ontzet". In de oorlog kon zij alleen verzen schrijven (gebundeld onder de titel „Geeft Acht!") maar zodra het krijgsrumoer verstomd was. begon het proza weer te vloeien. Wij praten nog over allerlei. Over haar mooie tuin en over de eerbied waardige pereboom. die tweemaal zo oud is als de schrijfster. Over haar essay .De moderne vrouw en haar tekort", dat haar in feministische kringen indertijd zo kwalijk is geno men. Zij hecht eraan, duidelijk te zeggen dat zij de vrouwenbeweging altijd een rechtvaardige zaak heeft beschouwd. Evenals trouwens het socialisme. V r*.. Ir "*~V dc man die dc prijzen afroept meneer Viejou, S9 jaar, bij dc lotentrommel hij, die uilcs op de pen prikt hand. Hij verricht die handeling zonder een spoor van aandoening- Met de rechterhand, die al omlaag hangt in het trommelreservoir pakt meseer Viejou een rolletje papier beet Daarna laat hij zijn rechter hand het aan zijn linkerhand geven. De linkerhand houdt het tussen duim cn wijsvinger omhoog. De oudere heer op de stoel naast hem grijpt het rolletje Hij ontdoet het van een ringetje, dat hij in een schaal gooit, die voor hem op'een bakje staat Het rolletje vouwt hij vervolgens open en houdt het op voor zyn buurman Zijn buurman is meneer Van Enkhuizen Van de an dere kant is op dezelfde wijze, en in hetzelfde tempo een papiertje bij meneer De Graaf beland „Zestien duizend èn zevenhon- derdzevencnvcertig". roept me neer Van Enkhuizen de lege zaal in, met een constante klem toon op de „en" „Niet," zegt dc heer De Graaf. „Elf duizend èn vierhonderd negenenzestig" roept meneer Van Enkhuizen. „Niet," zegt meneer De Graaf. Soms Is het natuurlijk géén niet. Dan verheft meneer De Graaf zijn stem. „Tach. tig gulden," spreekt hij Of „Hón derd gulden". Hij geeft die eerste lettergreep de volle mep en laat dc rest wegritselen. want ze weten daar allemaal wel dat het geen dubbeltjes zijn maar onvervalste Nederlandse guldens. Als meneer Van Enkhuizen het nummer heeft genoemd, geeft hij het afgewerkte papiertje aan de Zevende Man Die zit in een oud zwart jasje met zijn rug naar de zaal. Meneer De Graaf doet hetzelf de met z ij n papiertje. De Zevende Man pakt beide papiertjes. Hij legt ze op elkaar cn steekt ze samen op de lias-pen die voor hem staat. Zit ten alle afgewerkte loten er op dan worden ze er af gehaald. Er komt een ambtenaar. Dc ambtenaar doet er een ijzerdraad door en verzegelt het hele geval met een loodje. Deze dingen kunt u aan de Staat der Ne derlanden overlaten. Incident Op de dag, dat wij er waren, wor den 975 nummers afgewerkt in an derhalf uur. Het geschiedde secuur, en regelmatig als klokwcrk Lede maten die bewogen en stemmen die klonken in een prachtig rhythmc. Maar plotseling stond de mooie ma chinerie stil. Er viel een doodse stilte. De stemmen zwegen. De han den vicjen stil. Wat was er hier ge beurd? Ieder keek Jawel! De open- vouwer van rechts had gefaald. Het rolletje, dat hij in de hand hield, wilde niet uit het ringetje. Hij wor stelde er mee. Hij ging verzitten. Wrikte cn wrikte. Tja, hij had het'. Hij hield het weerspannige lot om hoog. Meneer De Graaf vatte het aan Hij las. „Niet," zei hij onver stoorbaar Want hetgeen zich daar in de Kazernestraat 64 afspeelt, lezers, is een onverstoorbare bezig heid. Het was een magere prijzendag, die wij beleefden. Drie duizendjes, en dan nog wat kleiner grut Dat is natuurlijk niks. De dikke karpers en die hele grote snoekbaars zwommen toen nog rond. Als er een prijs op een nummer valt, roept meneer Van Enkhuizen dat nummer tweemaal. Misschien heeft hij het bij de hon derdduizend wel driemaal geroepen. Maar daarna gaat alles gewoon ver der. Meneer Viejou zal zelfs niet met zijn ogen knippen. Want hij is bijster kras. maar wel heel doof.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1950 | | pagina 5