8 *Éjjt
W
J
VOORAL VOOR VROUW
OUDE HEER VIEJOU REIKT
VROUWE FORTUNA DE HAND
i
1
\a
\j
w
Vrouwen die trachten te schijnen
wat ze niet zijn
4
KINDEREN
Rustigste soort van gokken bij
de Nederlandse Staatsloterij
Geestelijk boven haar stand
en nooit gelukkig
Anglo-Frans
compromis
Ina Boudier-Bakker 75 jaar
9
Vrijdag 14 April 1950
5
Beste behandeling - hoog loon - werkster aanwezig
e/I toch komen ze nietde meisjes
Dringender dan een „dienstplicht" J
voor meisjes" is de maatregel, die over
belasting van kinderen voorkomt
Dienstmeisje is een antiek en afgedankt woord. Hulp in de huishoudihg
heet ze nu maar ondanks die verbeterde naam blijft bet voor velen een
vak zonder glans. De goeden, en dat ztfn zij die niet werken om het geld
alleen, zijn 7.0 schaars als een onderjurk van Nylon in ons land.
Ondanks de beloofde beste „behandeling" (zie de advertentie's). ondanks
het hoge loon en het „werkster aanwezig" zjjn ze niet te vangen. Ze
fietsen in rijen naar kantoor, fabriek, winkel, atelier. En als het de huis
houding wordt, wel dan liever elke dag een ander werkhuis en voor bijna
een gulden per uur.
Twee neuzen
..Misschien zouden we tot een
dienstplicht voor meisje moeten ko
men," zei laatst iemand van de Na
tionale Vrouwenraad.
Voor de huisvrouw, die niet zon
der hulp kan, is dit stellig een plan
Verlegenheid
Wie zelf wel eens verlegen is ge
veest, kan zich heiinneren, dat het
buitengewoon onprettig is. als men
daardoor opvalt. Des te merkwaar
diger is, dat terwijl vrijwel iedereen
dit gevoel wel eens heeft gekend,
veel volwassenen zich tegenover
kinderen zo ongevoelig gedragen op
dit punt. Ouders die een verlegen
kind hebben eisen bij voorkeur van
het kind, dat het zich in situaties
begeeft, waarin het in verwarring
raakt.
Er komt bijv. visite. Het kind
wordt gedwongen zich te presente
ren Het wordt verlegen. Tot over
maat van ramp wordt het in de
maling genomen. Men vraagt (bijna
met leedvermaak) of het tongetje
verloren is. Dan ontwikkelt zich in
bijzijn van het kind een gedétail-
leerd gesprek over het euvel. Daar
na komt men tot de slotsom, dat het
kind zich er maar overheen moet
zetten. Om het daarbij een handje
te helpen gooit men nog een schepje
op de aanmoedigende grapjes.
Zo'n kind is een kleine ontmoe
digde. Ergens heeft zijn zelfver
trouwen een knak gekregen Het
lijdt aan de verborgen, zij het niet
altijd even duidelijke voorstelling,
dat het niet anders kan dan neder
lagen lijden en dat het gebrand
merkt is met een voor iedereen di
rect opvallend teken van minder
waardigheid. Volwassenen die het
kind op de bovenbeschreven wijze
bejegenen, dikwyls denkend het
kind er overheen te helpen, geven
het alleen maar een bevestiging
van het irrccele gevoel, dat het op
vallend minder waard zou zijn dan
anderen Het gedrag van de oude
ren bewijst het immers. Daarbij
jaagt de angst voor het contact met
vreemden met groter heftigheid door
het kind.
Door onbegrip van de oorzaken
drijft men het verlegen kind steeds
verder op de weg der uiteindelijke
en volkomen mensenschuwheid. De
enig juiste handelwijze is: het op
zoeken van de oorzaken der ont
moediging het kind uit zich zelf
een normaal zelfvertrouwen laten
ontwikkelen (dat houdt in: dat men
het. wanneer het. bij welke ge'egen-
heid ook, moed toont, niet remt);
het vooral niet in publiek bespot
ten (zelfs n et met de beste bedoe
lingen).
om van te watertanden Te denken
dat er een dag komt dat ze uit een
regiment afgerichte meisjes en juf
frouwen kiezen kan. Ook veel man
nen zullen juichen. Nooit meer de
kans om het hart te verliezen aan
een joffer, die van koken en wassen
het fijne niet weet. Ook al heet ze
boekhoudster, secretaresse, ballet
danseres. journaliste: ze heeft haar
dienstplicht achter de rug. Ze komt
beslagen op het ijs.
Ma r die meisjes zelf zullen wel
een rel maken. Niet omdat ze een
afkeer van het huishouden hebben
Bijna elk meisje heeft in een hoek
je van haar hart wel iets dat daar
pleizier in zou kunnen hebben,
maar waar blijft dat als ze met
dwang beginnen?
zend op alle mevrouwen) over naar
een fabriek, winkel of atelier.
Dit is stellig waar. er komt alleen j
nog bij dat zulke kinderen ondanks
ae betrekking, ook nog thuis ter-
dege worden ingeschakeld. Vaak
hebben ze voor negenen al werk
verzet en ook na vijven is lezen,
zitten of wat buiten zijn er niet bij.
Dan is er een jonger zusje of broer- 1
tje, of de afwas of een mand met
kousen. Van allerlei waartoe de
moeder, voor wie de dag te weinig
uren telt, niet komen kan.
't Meisje dat de Arbeidsbeurs me
laatste stuurde wilde verdienen
omdat de vader ontslag gekregen
had. 't Was een glashard kind. van
veertien met een pluk haar tot op
der wenkbrauwen. Op de vraag of
ze wel van werken hield, liet ze
d er handen zien Kleine, droge
handen, groezelig van de groeven.
„Ik werk vanaf m'n negende jaar"
zei ze. „Wc zijn met z'n zessen. Ik
ben de oudste."
Ze wist inderdaad wat aanpak
ken was. Op gymnastiekschoentjes
holde ze door het huis alsof het een
wedstrijd gold. Klokslag vijf stopte
ze ermee en ging er vandoor. Want
om half zes begon de tweede bij
verdienste van dat gezin. Dan kwa
men de kisten aardappelen en uien
die geschild moesten worden aan
de beurt Twee gulden per kist kre
gen ze eryoor en dat bracht, als ze
Winnetou
Op de Arbeidsbeurs ziet men er
meer in als de huisvrouw zelf
tracht het vak wat aanlokkelijker
te maken. De kans daartoe heeft
ze zo zegt men. als ze een jong dag
hulpje bij zich in dienst neemt.
Zo'n kind. dat op een leeftijd waar
op andere meisjes nog school-bak-
vissen zijn, dapper een weekgeld
voor thuis verdient. Komt ze in een
gezin terecht waar ze met wat tact
en geduld geleid wordt, dan kan er
een goede kracht uit groeien. In
eJk geval een, die pleizier heeft in
het werk. Te veel standjes echter
maken haar koppig, brutaal en vol
verzet. Kan ze tenslotte schrijven
op een advertentie „zelfstandige
hulp gevraagd" dan blijkt ze een
lastige huisgenoot of ze zwaait (ra-
poot-aan speelden, meer dan acht
gulden per avond op De vader, de
broertjes, de moeder die de zevende
verwachtte, en dat kind met de
gymnastiekschoentjes zaten tot een
bar laat uur te schillen.
„We moeten toch eten," zei ze
toen ik aanmerking maakte op dat
korte slapen.
„We moeten toch eten, 't is alle
maal duur genoeg."
En hop-hop-hop daar ging ze op
d'er zachte zooltjes. Niet slecht ae-
humeurd, maar glashard.
Dringender nog dan een „dienst
plicht voor meisjes", is de maatre
gel die zulk een overbelasting van
kinderen voorkomt.
Maar wie krijgt zoiets voor el
kaar? BIBEB.
Brams moeder is een tekenares.
Op haar verjaardag kreeg ze van
iemand een ooek over Picasso.
Zoontje, die een taartje mocht ko
men eten. heeft dat cadeau gezien.
„Een heel groot boek," vertelt hij.
en op de kaft een vrouw met twee
neuzen en twee monden. Bestaan
zulke mensen echt. Mam?"'
„Nee." zeg ik. „die bestaan niet.
Wat denk je wel."
„En waarom zijn er dan foto's
van?"
„Dat zijn geen foto's joh, dat zijn
platen van schilderijen.
Hij kan 't niet vatten. „Maar die
meneer van die schilderijen moet ze
tocU gezien hebben Mam. Waar
wonen zulke vrouwen dan?"
Dan wordt er gebeld, 't is een
vriendje met een voetbal Picasso
kan daar niet tegenop.
Dagen later zitten we in de trein.
We zijn bij Oma in Amsterdam ge
weest en rijden nu terug, naar huis.
Zoontje wil wel graag bij een
raampje- maar geen kans Moe en
een beetje somber om die tegenval
ler zit hij tussen mij en een brede
mevrouw met een tas.
Tegenover ons een moderne
schoonheid met wit-blondc poncy,
omlijnde herten-ogen en een lila
mond Ze heeft een zwart truitje,
vijf snoeren parels strak om de hals
en een hoofddoek van zwart
velours. Zc kijkt naar zoontje of
iets in z'n sombere snoet haar boeit.
Ze kijkt en ze kijkt en dat joch bijt
op z'n nagels. Tenslotte pakt zc uit
de zak van haar wijde zwarte jas
een blinkend doosje. Er zit niets in.
't is zomaar om het doosje alleen.
Maar dat jong anders wild op zulke
zaken, bijt op z'n nagels en gluurt
langs haar heen.
„Toe nou." dring ik. Hij schudt
heftig van nee.
Zusje is niet zo halstarrig. Ze redt
met haar gretigheid de situatie een
beetje.
„Waarom deed je zo harkerig,"
praat ik als we tenslotte veilig op
het station belandden. ..'t Was best
een vriendelijke mevrouw."
En dat joch zwaar van achter
docht: „Ze was uit dat boek van de
moeder van Bram. Als je lang naar
d'r keek had ze twee neuzen en
twee monden. Ze was van die
plaat, dat zag ik zo!"
BIBEB
(Van een onzer verslaggevers)
TIJ ET gokken is al een heel oude ondeugd. Men kan het op
-1 -1 vele manieren doen. Maar voor het simpelste, rustigste
gokken moet u bij de Nederlandse Staatsloterij zijn Het is een
aantrekkelijke rendabele instelling, die gevestigd is in de
Kazernestraat in Den Haag en onder supervisie staat van de
minister van Financiën. Hij wordt bijgestaan door de directeur,
die op een trekkingsdag aan een met een groen kleed bedekt
tafeltje zit en de hoge prijzen noteert. Als u er Pyttersen's
Sfaatsalmanak op naslaat merkt u, dat bij de Staatsloterij
voorts nog één ambtenaar le klasse en drie ambtenaren Ilde
klasse in dienst zijn In Nederland vindt men dan verder 375
collecteurs en collectrices.
't Zijn twee zusters, uit een heel eenvoudig maar alleraardigst arbeiders
gezin. De vader heeft getobd en gespaard en allerellendigst zuinig geleefd
om ze allebei iets te laten leren, 't Waren knappe jonge meisjes, de een
werd verpleegster, de andere analiste en allebei zijn ze met een dokter
getrouwd.
Nu zijn ze dus beide in een iets ander milieu gekomen en het is wel
opmerkelijk, hoe ze daar op reageren: Lena, de jongste, is volkomen
zichzelf gebleven, zoals het bij haar thuis toeging, zo gaat het in haar
huishouden ook, ze praat met een accent, soms een beetje ruw zelfs, ze
is een volkskind gebleven. Ze weet best, dat sommige mensen van haar
zeggen: Zij is toch eigenlijk niets geen doktersvrouw, dat accent
en als ze ontvangt is het helemaal niet zoals het hoort Lena weet.
dat dit van haar gezegd wordt, door sommigen, maar ze grinnikt er zelf
om. En de meeste mensen vinden haar zo hartelijk, zo natuurlijk, zo ge
zond en sprankelend, dat ze helemaal niet stilstaan bij het „accent".
Maar met Betty is het anders. Ze
heette oorspronkelijk Bets, maar
dat vond ze te burgerlijk, 't moest
Betty worden. Van haar verlovings
tijd af heeft ze angstvallig om zich
heen gekeken om te weten te ko
men hoe het hoorde. Nu weet ze
MODE-NOVELLETTE
In Engelse verhalen komt vaak
een vrouw voor, van wie gezegd
wordt „she was always in tweeds"
(ze droeg altijd tweed). Dan weet
de lezer dat ze sportief is. op le
ren molières uit wandelen gaat
met haar spaniel of settcr en dat
ze in geen duizend jaar kralen,
velours cn rose consages zou wil
len combineren met haar geliefde
tailleur.
't Mantelpak van de tekening is
echter wel degelijk Engels. De
Amerikanen hebben het daar ge
kocht en gecombineerd met aller
lei Franse bijkomstigheden. De
stof is zo zacht, soepel en licht, als
het beste breiwerk ter wereld. On
ze textielfabrikanten m\ken het
ook: je kunt er een enorme hoeveelheid van in je armen nemen
zonder enige moeite. Want dat tweed weegt haast niets.
De ontwerpster van dit mantelpak verwerkte de manlijke stof
zo vrouwelijk mogelijk, vandaar dat de Franse versieringen er niet
bij misstaan. Kralen, oorknoppen, een kapje van velours en stro.
oen rose roos en witte handschoenen: ze maken de draagster zoet
en bekoorlijk. Die Engelse-verhalen-vrouw zal er stellig verachting
voor hebben. Maar ja, in zulke kleren wandel je ook niet alleen
f met een hond. B. S.
het dan. Ze heeft het soort behang
dat bij haar „stand" hoort c-n het
bankzitje en de cactus op de boe
kenkast en ze weet dat je je vork
links moet houden en je mes rechts,
als je. eet En ze heeft haar stem
verbogen tot een algemeen be
schaafd Nederlands. Alles, zoals
het hoort, maar alleen het kost
haar een enorme moeite want het
is voor haar nog altijd een rol. die
ze speelt. Ze heeft in haar hoofd
Evelien spreekt
j VAN VROUW
TOT VROUW
een beeld van: De Beschaafde Dok
tersvrouw, en aan dat beeld toetst
zij zichzelf voortdurend, hijgend en
steunend probeert ze die rol vast
te houden. Het lukt, maar hèt re
sultaat is afschuwelijk geworden.
Men heeft het gevoel, of zij voort
durend zit te repeteren uit het
boek: „Hoe hoort het eigenlijk?"
Voor iets anders blijft er geen
tijd meer overo. ja. ze heeft het
druk met het huishouden en de
kinderen en de praktijk van haai
man. welke doktersvrouw l\eeft dat
niet? Maar de tijd om gewoon te
leven en zichzelf te zijn ontbreekt
haar ten enenmale en dat is toch
wel ongeveer de bedoeling van
ieders leven. Zij mist iets essen
tieels: ze glanst niet, ze straalt niet,
ze geniet nooit echt, haar ogen
staan wantrouwend en uitdagend,
of ze zeggen wil: En? Accepteer je
me, of niet? Soms zijn alle twee de
zusters bij de ouders in de Derde
Oranjedwarsstraat. De moeder is
trots op Betty en een beetje gege
neerd over haar eigen stijl van le
ven. maar de vader knipoogt tegen
Lena, die zich trouwens weer hele
maal thuis voelt, duizend en een
dingen vertelt en ronduit gilt van
het lachen.
Er zijn zo verschrikkelijk veel
vrouwtjes, zoals Betty Kon iemand
ze toch maar eens aan 't verstand
brengen, dat ze eigenlijk mislukt
zijn Want iemand, die boven zijn
stand leeft, niet financieel, maar
geestelijk is in zekere zin mislukt,
want hij leeft gewrongen en on
eerlijk We hebben ze allemaal in
onze omgeving, vrouwen die zich
een air aanmeten en die proberen
iets te schijnen wat ze niet zijn. En
ze begrijpen niet dat ze de kaap
toch niet gehaald hebben en dat
hun krampachtigheid blijkt uit
ieder gebaar en ieder woord. Al
die moeite en die inspanning is
voor niets en 't ergste is, dat ze
nooit gelukkig kunnen zijn, want
zo'n strijd is fnuikend voor de ge
moedstoestand. die we Geluk ple
gen te noemen.
Shakespeare zei het ook al: Dit
boven al. wees trouw aan Uzelf. Hij
zei het in het Engels, maar we mo
gen het best in het Hollands na
zeggen.
De Staatsloterij is een gerenom
meerde bijverdienste van de Staat
der Nederlanden In 1726 begon zij,
en zij heeft geen jaar overgeslagen
Destijds vroeg de regering haar on
derdanen om plannen om zo'n lote
rij op touw te zetten. Uit de vijftig
ontwerpen die binnenkwamen, is
dat van de heer Adolf Huyske ge
kozen Dat was dus een erg goed
plan. zult u misschien denken, en
meneer Huyske was een vernuftig
man. Maar de deskundigen zeggen.
„Nee. zo slim was meneer Huyske
niet. maar met zijn systeem heeft de
Staatsloterij (toen nog Gencraliteits-
loterij geheten) zich het eerste jaar
beholpen." Daarna hebben pientere
mensen er aan geknutseld, tot het
een prima eersterangs systeem was
geworden Men is er dan ook nooit
meer van afgestapt. Andere landen
(o.a. Duitsland) hebben het overge
nomen. Er was overigens in 1709 een
andere loterij aan voorafgegaan,
waarbij de prijzen uit lijfrenten be
stonden. Maar daar is men mee op
gehouden. Het werd te duur. Want
de Staat is niet gek. Hij vindt het
best als u wilt gokken, maar hij
doet zelf niet mee.
De hoofdprijs bedroeg bijna steeds
f 100.000. In de Franse tijd is dat
eens f 200.000 geweest, en het was
ook een keer f 50.000 De naam is
veranderd van Generaliteitsloterij in
Bataafse loterij. Hollandse loterij
onder Lodewijk Napoleon Konink
lijke Staatsloterij. En nu dan Ne
derlandse Staatsloterij. Indertijd
werden de trekkingen in de Ridder
zaal gehouden.
De trekkingszaal op nr. 64 is een
kaal vertrek met een planken vloer,
maar de ouderwetse hoge kachel is
wel indrukwekkend In het voorste
deel staan twee banken. Daar mag
het publick op zitten, want de trek-
het „circus draait"
kingen zijn openbaar. Soms vindt
men er een vrouw met een bood
schappentas of een Hagenaar, die
niets anders te doen had en er 's
binnen is gelopen. Ze gaan meestal
weer gauw weg. Op het podium zit
de directeur ten overstaan van wie
de trekking volgens de Loterijwet
moet plaats hebben, in gezelschap
van zijn personeel Zc hebben het
uitzicht op een blinde muur met
er voor een schonkig, zwart boom
pje. dat op het ogenblik al wat jong
groen loslaat uit de oude botten.
Maar ze hebben daar geen oog voor.
Alle nummers, die worden opge
somd. moeten zij namelijk invullen
op „springlijsten". Dit vergt alle
aandacht en behendigheid
De zeven mannen
Vooraan op het podium zit het
College van Assistenten, als wij hen
zo noemen mogen. Het zijn zeven
oudere heren Tegen de linkerwand
bevindt zich een grote, ronde trom
mel waarin men achter glas de
loten ziet liggen Daar gaan voor de
eerste trekking plaats heeft de num
mers van alle 21.000 loten in. Tegen
de rechterwand staat een soortge
lijke trommel, maar van kleiner
model. Het is de prijzen-trommcl
die per klasse wordt gevuld.
De zeven oudere heren zijn niet
vast in 's Rüks dienst. Zc zjjn ook
niet zo van de straat binnengeroe
pen. Hun ambt is semi-vast en hun
titel luidt „assistent bij de Neder
landse Staatsloterij". Ze komen by
elke loterü 25 dagen in actie. Elke
dag werken zü anderhalf uur. Ze
verdienen per dag f 2.50 a f 4.De
meesten doen het al jaren. Meneer
De Graaf, die de nummers roept
met een belegen, maar kraakhelde
re. stem is gepensionneerd. Zijn
pendant, meneer Van Enkhuizen die
vertelt wat er op de nummers is
gevallen, drüft een sigarenzaakje.
Meneer Viejou zit bij de loten-
trommel. Hij is de man, die ook het
lot grijpt waarop de 100.000 valt.
Jawel, hij en niemand anders. Me
neer Viejou zit ietsje onderuitge
zakt, de benen tussen de poten van
zijn stoel cn de rechtervoet een
beetje opgetild. Hij heeft in de 44
jaar dat hij er zit uitgevonden, dat
die houding de gemakkelijkste is.
Hij is 89 jaar. meneer Viejou. maar
dat zou u niet zeggen. Vroeger was
hij in zaken, verzekert hij. Nu reikt
hij alleen nog vrouwe Fortuna de
Advertentie (l.M.)
MELK
en PUUR
Kwatta-soldaatjes
blijven altijd geldig
KWAÏTA - BREDA
(Van een onzer redacteuren)
UTRECHT. Ina BoudierBakker, de gevierde romancière, die een zo
groot cn warm talent heeft voor de uitbeelding van het Nederlandse gezins
leven wordt Zaterdag 15 April 75 jaar. Zij onttrekt zich aan iedere
officiële huldiging, maar viert haar verjaardag huiselijk, zoals men dat van
haar verwachten mocht. Zaterdagmiddag is zy thuis op de Oudegraeht
333 in Utrecht om de gelukwensen van vrienden en bewonderaars in
ontvangst te nemen.
Onverminderd groot
en fris talent
Wij zijn een praatje met haar
gaan maken.
Hoe is zij begonnen? zij heeft al-
Advprtentie (I M
tijd geschreven. Op haar tiende jaar
had zij al een schrift vol met be
dachte verhalen over „verschrikke
lijke branden en andere ongeluk
ken". Toen heeft zij zang gestudeerd,
examen voor zang gedaan cn veel
gezongen; intussen heeft zij veel ge
weifeld of zij zou blijven zingen of
schrijven. Men kent haar keuze. Het
jaar 1902 besliste, want in Mei 1902
verscheen haar eerste bundel verha
len; in Augustus 1902 is zij getrouwd
met de heer Boudier. en in Decem
ber 1902 verscheen haar eerste to
neelstuk dat dadelijk veel bijval
oogstte en meer dan honderd opvoe
ringen bij de Nederlandse Toneel
vereniging zou beleven. Zij heeft
zich sterk tot het toneel aangetrok
ken gevoeld, maar de roman werd
al spoedig haar grote kunstliefde.
Men kan haar toneeltalent er in te
rugvinden; in de dialogen munt zij
uit.
Wat vindt zij haar beste boek°
„De Klop op de Deur". Ik heb dat
boek indertijd voor mijn eigen ple
zier geschreven. Niemand zal het le-
Mevrouw Boudier heeft onlangs
weer een boek voltooid, een gezins
zen. zei ik tegen rriijn man. „Dat
doet er niet toe", zei hij. Het werd
wèl gelezen. Er zijn nu 14 drukken
van en er komt weer een nieuwe",
roman spelende in 18301831, geti
teld „Goud uit Stro". Over de oorlog
en al de latere verschrikkelijkheden
kon zij niet goed schrijven; zij is. als
alle kunstenaars, er door „ontzet".
In de oorlog kon zij alleen verzen
schrijven (gebundeld onder de titel
„Geeft Acht!") maar zodra het
krijgsrumoer verstomd was. begon
het proza weer te vloeien.
Wij praten nog over allerlei. Over
haar mooie tuin en over de eerbied
waardige pereboom. die tweemaal zo
oud is als de schrijfster. Over haar
essay .De moderne vrouw en haar
tekort", dat haar in feministische
kringen indertijd zo kwalijk is geno
men. Zij hecht eraan, duidelijk te
zeggen dat zij de vrouwenbeweging
altijd een rechtvaardige zaak heeft
beschouwd. Evenals trouwens het
socialisme.
V
r*..
Ir
"*~V
dc man die dc prijzen afroept
meneer Viejou, S9 jaar, bij dc
lotentrommel
hij, die uilcs op de pen prikt
hand. Hij verricht die handeling
zonder een spoor van aandoening-
Met de rechterhand, die al omlaag
hangt in het trommelreservoir pakt
meseer Viejou een rolletje papier
beet Daarna laat hij zijn rechter
hand het aan zijn linkerhand geven.
De linkerhand houdt het tussen
duim cn wijsvinger omhoog. De
oudere heer op de stoel naast hem
grijpt het rolletje Hij ontdoet het
van een ringetje, dat hij in een
schaal gooit, die voor hem op'een
bakje staat Het rolletje vouwt hij
vervolgens open en houdt het op
voor zyn buurman Zijn buurman is
meneer Van Enkhuizen Van de an
dere kant is op dezelfde wijze, en
in hetzelfde tempo een papiertje bij
meneer De Graaf beland
„Zestien duizend èn zevenhon-
derdzevencnvcertig". roept me
neer Van Enkhuizen de lege
zaal in, met een constante klem
toon op de „en"
„Niet," zegt dc heer De Graaf.
„Elf duizend èn vierhonderd
negenenzestig" roept meneer
Van Enkhuizen.
„Niet," zegt meneer De Graaf.
Soms Is het natuurlijk géén niet.
Dan verheft meneer De Graaf zijn
stem. „Tach. tig gulden," spreekt
hij Of „Hón derd gulden". Hij
geeft die eerste lettergreep de volle
mep en laat dc rest wegritselen.
want ze weten daar allemaal wel
dat het geen dubbeltjes zijn maar
onvervalste Nederlandse guldens.
Als meneer Van Enkhuizen het
nummer heeft genoemd, geeft hij
het afgewerkte papiertje aan de
Zevende Man Die zit in een oud
zwart jasje met zijn rug naar de
zaal. Meneer De Graaf doet hetzelf
de met z ij n papiertje. De Zevende
Man pakt beide papiertjes. Hij legt
ze op elkaar cn steekt ze samen op
de lias-pen die voor hem staat. Zit
ten alle afgewerkte loten er op dan
worden ze er af gehaald. Er komt
een ambtenaar. Dc ambtenaar doet
er een ijzerdraad door en verzegelt
het hele geval met een loodje. Deze
dingen kunt u aan de Staat der Ne
derlanden overlaten.
Incident
Op de dag, dat wij er waren, wor
den 975 nummers afgewerkt in an
derhalf uur. Het geschiedde secuur,
en regelmatig als klokwcrk Lede
maten die bewogen en stemmen die
klonken in een prachtig rhythmc.
Maar plotseling stond de mooie ma
chinerie stil. Er viel een doodse
stilte. De stemmen zwegen. De han
den vicjen stil. Wat was er hier ge
beurd? Ieder keek Jawel! De open-
vouwer van rechts had gefaald. Het
rolletje, dat hij in de hand hield,
wilde niet uit het ringetje. Hij wor
stelde er mee. Hij ging verzitten.
Wrikte cn wrikte. Tja, hij had het'.
Hij hield het weerspannige lot om
hoog. Meneer De Graaf vatte het
aan Hij las. „Niet," zei hij onver
stoorbaar Want hetgeen zich daar
in de Kazernestraat 64 afspeelt,
lezers, is een onverstoorbare bezig
heid.
Het was een magere prijzendag,
die wij beleefden. Drie duizendjes,
en dan nog wat kleiner grut Dat is
natuurlijk niks. De dikke karpers en
die hele grote snoekbaars zwommen
toen nog rond. Als er een prijs op
een nummer valt, roept meneer Van
Enkhuizen dat nummer tweemaal.
Misschien heeft hij het bij de hon
derdduizend wel driemaal geroepen.
Maar daarna gaat alles gewoon ver
der. Meneer Viejou zal zelfs niet
met zijn ogen knippen. Want hij is
bijster kras. maar wel heel doof.