De Grebbe-commissie heeft nooit iets
met de Duitsers uitstaande gehad
In oorlogstijd
Engeland
tweemaal naar
Zij heeft onmisbare
tot leniging van
De naam leende zich uitstekend
voor gevaarlijke vergaderingen
bijdrage geleverd
de eerste nood
Angstige ogenblikken
de Biesbosch
J
Zaterdag 6 Mei 1950
10e Jaargang pag. 3
OP een zomeravond in 1940 stond, in een
bovenkamer van huize Scherpenzeel, de
bakker Kees Wolswinkel met zijn pet in de
hand te draaien Kees had het in de evacuatie-
dagen van Mei 1940 slecht getroffen. Uit zijn
bakkerij annex kruidenierswinkel nam hij
een zak vol doosjes sigaretten mee, maar die
is hij onderweg kwijt geraakt. De hele bak
kerij en het woonhuis brandden gedurende
zijn korte afwezigheid af en toen hij eind Mei
terugkeerde, had Kees niets meer. Behalve
dan gelukkig een flinke vrouw en een
stel flinke kinderen. Maar geen bedden, geen
stoelen, geen tafels, geen lepels, geen vorken,
geen lakens, geen dekens en geen dak. En
toen is de Grebbe-commissie Kees gaan hel
pen.
Die Commissie dankt haar ontstaan aan het
„Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt, meneer," zei Kees. „Ik weet
niet eens waarover het gaat, Kees Vertel het me maar." „Ja maar meneer,
je moet er niet boos om worden, want je hebt best voor me gezorgd."
„Kom nu eerst maar eens over de brug, Kees."
En toen kwam Kees over de brug. Met één volzin, die misschien beter
dan een dik boek de mentaliteit karakteriseerde van zowat de hele Grebbe-
linie-bevolking. „Meneer, ze hebben me verteld dat al die spullen die wij
hier krijgen van de Duitsers komen en dan wou ik maar zeggen, dan lig
ik nog liever op de grond en ik wou het je dan allemaal maar teruggeven."
fietstochtje van jhr dr M. L. van Holthe tot
Echten, oud-burgemasster van Zeist, die vlak
na onze capitulatie in Rhenen een kijkje ging
nemen. Hij vond het stadje zwaar verwoest
en keerde naar huis terug met de overtuiging:
„Hier moet direct iets worden gedaan". Kort
overleg met de commissaris der Koningin,
jhr mr dr L. H.'N. Bosch ridder van Rosen
thal, leidde tot de oprichting van een klein
comité, de Grebbe-commissie, waarvan de
heer Van Holthe voorzitter, ir A. F. C. de
Pont penningmeester en Jkvr C. van Asch
van Wijck secretaresse werd. De commissie
stelde in de meest getroffen delen van de
Grebbestreek, in Scherpenzeel en in Rhenen,
vertegenwoordigers aan en het was tegenover
de Scherpenzeelse vertegenwoordiger, dat
Kees Wolswinkel die zomeravond stond te
draaien met zijn pet.
Kees wolswinkel is gerust-
gesteld naar huis gegaan. De
Grebbecommissie heeft nooit iets
met de Duitsers uitstaande gehad en
heeft in stilte een ontzaglijke hoe
veelheid zorg en leed m Wouden
berg. Scherpenzeel, Renswoude. Vee-
nendaal, Amerongen, Achterberg.
Overberg, Rhenen en Wageningen
kunnen wegnemen. Zij begon met
een beroep op het Nederlandse volk.
Wie niet getroffen was werd uitge
nodigd om zijn inboedel eens na te
lopen en af te staan, wat hij missen
kon. Karrevrachten, trucks en wa
gons vol meubelen, kleding en huis
raad zijn naar de Grebbelinie geko
men. Opslag daarvan kostte de
grootste moeite, want nergens was
ruimte over.
Studenten en scholieren wat
hebben alleen al die jongens en
meisjes van Kees Boeke uit Biltho-
ven gedaan! staken de handen uit
de mouwen om alle goederen te
classificeren, de schadegevallen in
een simpel kaartsysteem te brengen
en bij de „uitdelingen" hand en
spandiensten te verlenen. Gelukkig
het weer deed erg zijn best De zon
scheen over de puinhopen en het
deerde aanvankelijk niet, dat meni
ge noodwoning verre van tochtvrij
en waterdicht was. Week aan week
vergaderde de Grebbecommissie in
Zeist en niemand die er aan mee
werkte zal de bezielende leiding van
haar voorzitter, de geestdrift van
haar penningmeester en de toewij
ding van haar secretaresse ooit ver
geten.
Eind '41 Rood-W'it-Blauw
r7OALS het dikwijls gaat, ging het
werk al doende groeien. De
mensen van de Wederopbouw in
Den Haag kwamen de mogelijkhe
den van herbouw opnemen. Maar
toen het op rekenen a'ankwam, bleek
dat geen enkel huis kon worden her
bouwd zonder dat het veel meer zou
kosten dan de schadevergoeding
voor het vernielde pand naar schat
ting zou bedragen.
De bevolking van de Grebbelinie
was geneigd de kat uit de boom te
kijken en liet de Haagse heren maar
praten. Toen heeft dr ir J. A. Rin
gers, de directeur-generaal van de
Wederopbouw, de Grebbecommissie
ingeschakeld en enkele van haar
vertegenwoordigers als vertrou
wensmannen in de arm genomen. Zij
kenden de bevolking langzamerhand
van binnen en van buiten en via
dikwijls lange gesprekken, waarbij
zowat de hele financiële situatie van
het gezin op de proppen kwam,
werden, dank zij 'n soepele regeling
van toeslag op de schadevergoeding
en gemakkelijke rijkshypotheek, hele
rijen herbouwvoorstellen opgezet,
die aan de goedkeuring van Den
Haag werden onderworpen. De men
sen konden hun ogen nauwelijks ge
loven. Zij zagen dat de herbouw niet
met slecht oorlogsmateriaal, maar
met ouderwetse beste spullen werd
ondernomen. En het was voor Scher
penzeel een grote dag, toen ir Rin
gers zelf eind 1941 de eerste huizen
en winkels aan het Kerkpleintje of
ficieel opende. Voor 't eerst woeien
die dag weer rood-wit-blauwe vlag
gen in het gehavende dorp en het
zou de moeite waard zijn te weten
wat de voorbij razende Duitsers er
wel van zullen hebben gedacht
Sociale activiteit
T NTUSSEN had de Grebbecommis
sie al bij het invallen van de
eerste oorlogswinter allerlei onvoor
ziene taken op zich genomen. De
noodwoningen bleken zonder extra
kolen niet warm te krijgen; de
Grebbecommissie zag kans de bewo
ners ervan een paar mud extra te
bezorgen. Winterkledmg was een
enorm probleem; de Grebbecommis
sie opende een winterjassencrediet
en schoot op de te verwachten scha
devergoeding zoveel voor, dat elk
lid van elk getroffen gezin een win
terjas kon aanschaffen. De invulling
van de schadeformulieren was bijna
zo moeilijk als die van een modern
belastingbiljet; de Grebbecommissie
Sing er „zitting" voor houden, waar
tallozen geduldig uren lang in de rij
stonden om vervolgens de trieste
opsomming te geven van alles wat
verloren was gegaan. Soms had zo'n
opsomming iets aandoenlijks. Dan
herinnerde een oud mensje zich die
prachtige koperen bloempot, die in
de vensterbank had gestaan of de
bijbel met de mooie sloten, die al
tijd op de kast had gelegenDan
treurde iemand over een postzegel-
Verzameling, of over een hond waar
aan hij zo gehecht was geweest....
Wie van de sociale activiteit van
de Grebbecommissie méér wil weten
bloest maar naar Mej. Hermien Post
gaan, die er de ziel van is geworden,
••..totdat zij wegens illegaal werk
haai vrijheid kwijt raakte. Zij heeft
voor „haar" mensen voorbeeldig ge
zorgd.
Al die niet-getroffen Nederlanders,
die zo gemakkelijk afgeven op de
druk van de regeling van de vergoe
ding Materiële Oorlogsschade, moes
ten maar eens bedenken hoe onbe
schrijfelijk veel schade, leed, zorg en
angst nimmer vergoed zijn en nim
mer vergoed zullen worden.
Wie in de Grebbecommissie heeft
meegewerkt kan er van mee praten,
zoals hij mee praten kan van de ge
duldigheid die de slachtoffers door
gaans aan de dag legden. Heeft het
niet tot November 1940 geduurd voor
en aleer het tot de vertegenwoordi
ger van de Grebbecommissie in
Scherpenzeel doordrong dat boer
Van der Kraats aan de voet van de
Emmikhuizerberg sinds Mei 1940
woonde en leefde „in de stellingen"?
Nog diezelfde avond is hij erheen
gefietst. En jawel: Van der Kraats
met zijn zuster en een knecht had
den onder de grond, naast hun to
taal verwoeste boerderij een heen
komen gevonden. Het land werd
bewerkt, het vee werd verzorgd
Wilt gij een pakkender illustratie
van het „en de boer hij ploegde
voort"?
Nóg een Grebbecommissie
\7AN lieverlede kreeg de Grebbe-
V commissie nog een heel andere
taak, een illegale. De voorzitter, de
penningmeester, de secretaresse en
de vertegenwoordigers, allemaal wa
ren zij bereid om de Duitsers zoveel
mogelijk tegen te werken, als zij met
mogelijkheid maar konden. Een pak
illegale bladen liet zich in een auto,
die „voor de commissie" reed, graag
en tamelijk veilig vervoeren. Be
sprekingen over zaken, die wel met
verzet, maar niets met de Grebbe
commissie te maken hadden, lieten
zich onder de dekmantel van die
commissie plezierig houden. Maar
pas in 1943 werd het menens. Mr J.
Cramer, die voor de Grebbecommis
sie een voortreffelijk rapport over
de ontwikkelingsmogelijkheden van
Rhenen had gemaakt en mr Van
Heuven Goedhart, die de Grebbe
commissie in Scherpenzeel vertegen
woordigde, kregen aan de grens bij
Coevorden contact met deelnemers
aan de Putsch-plannen tegen Hitier
en het werd noodzakelijk als gevolg
daarvan besprekingen te openen
voor mogelijkheden van coördinatie
van het verzet. Tot hen, die daaraan
deelnamen, behoorden de heren
Bosch van Rosenthal en Van Holthe
tot Echten en het clubje noemde
zich dan ook maar „De Grebbecom
missie", een perfecte dekmantel voor
allerlei gevaarlijke vergaderingen.
In Januari 1944 evenwel liep het
spaak. Op een adres of tien werd op
de avond van die dag getracht mr
Van Heuven Goedhart te arresteren.
En tot die adressen behoorde ook
„Stenia" in Zeist waar toen de heer
Bosch van Rosenthal woonde en de
„Lijsterhoeve", het huis van jhr. Van
Holthe tot Echten, aan de Boulevard
in Zeist Ontving de heer Bosch van
Rosenthal de Gestapo met een hoog
hartigheid. die haar ganselijk van
haar stukken bracht, bij de familie
van Holthe was heel wat tegenwoor
digheid van geest nodig om de situ
atie te redden. De gezochte was daar
niet, maar wel een aantal jongelui
met slechte of onvoldoende papie
ren. Een van hen sprong uit het
raam, waarbij met donderend geraas
een bloempot in scherven op de
grond viel. Maar de Duitsers zouden
geen Duitsers zijn als zij er aandacht
aan hadden geschonken. Zij hadden
geen andere opdracht dan één be
paalde man te zoeken en daaraan
hebben zij zich gelukkig stipt ge
houden. In de maanden die volgden
vergaderde, veelal in de bestuurs
kamer van het Centraal Instituut
voor Christelijk Sociale Arbeid aan
de De Lairesscstraat in Amsterdam,
de quasi-Grebbecommissie. die nu
mede bezig was aan de verwezenlij
king van het plan om iemand naar
Londen te sturen ter voorlichting
van de regering. Het ging daarbij
tussen de heren Van Holthe tot Ech
ten en Van Heuven Goedhart. En
tenslotte werd de laatste gekozen,
mede omdat het hem onder de
schoenen zo brandend heet was ge
worden.
Gesch iedscli rij ving
gevraagd
DE geschiedenis van de Grebbe
commissie is nooit geschreven.
En dat is. voor Utrecht vooral, toch
wel heel jammer. Zij heeft, zo mag
men het stellig zeggen, een onmis
bare bijdrage geleverd tot leniging
van de eerste nood in de Grebbelinie
en zij is, ook moreel, de bevolking
tot een grote steun geweest.
De Kerstgroet, die zij in Decem
ber 1940 alle getroffenen deed toe
komen en die een woord werd van
vertrouwen en bemoediging, hangt
ook vandaag nog in menige huiska
mer, netjes ingelijst aan de wand.
Misschien staat er nog eens een
Utrechter op. die zich de moeite
geeft om in te dringen in de arbeid
der Grebbecommissie om er de ge
schiedenis van te schrijven Doet hij
het, dan zal hij bevinden, dat die ge
schiedenis vanzelf uitloopt op woor
den van grote erkentelijkheid jegens
de bestuurders dier commissie, voor
al jegens twee, wier trouw en toe
wijding aan vaderland en gewest in
die jaren geenszins tevergeefs wer
den op de proef gesteld. Bosch van
van Rosenthal, de commissaris, en
Van Holthe tot Echten, de voorzitter
van de Grebbecommissie.
Hotel De Wereld een historische -plaats in het verwoeste Wage
ningen. Hier werden de capitulatievoorwaarden getekend. Elders in
dit blad vindt U een beschrijving van de oorlogshandelingen en het
einde daarvan in Wageningen.
Het stromengebied van de Biesbosch, dat in 1944 de scheiding vormde tussen het bezette en het be
vrijde deel van ons land, en dat door de heer J. v. d. Gaag een paar maal met groot levensgevaar is
gepasseerd.
„Eén ding zeg ik u tevoren. Als ik bereid ben iets in het
publiek over mijn bedrijvigheid in het verzet te vertellen
dan doe ik dat om een soort schuld goed te maken. Een
schuld tegenover honderden niet-gesneuvelden, wier wer
kelijke namen niet eens bekend zijn geworden, die na de
bevrijding in de anonymiteit teruggetreden zijn, maar wier
werk misschien belangrijker en gevaarlijker is geweest dan
het mijne. Meer dan één zou zelfs de Mil. Willemsorde heb
ben verdiend, maar zij deden hun werk terwille van het
grote doel, niet uit enige persoonlijke overweging. Als ik
spreek, doe ik dat ook uit naam van hen, die op de achter
grond Jplijven."
Wij zaten tegenover de heer Van der Gaag, die niet lang
geleden als zaakgelastigde uit Tsjecho-Slowakije was terug
gekeerd. Dat dit gesprek plaats had in een Utrechts hotel
behoeft niet te verbazen. Twee en twintig jaar heeft de heer
Van der Gaag in Utrecht gewoond en ook tijdens de oorlogs
jaren was hij in Utrecht gevestigd.
„Door de hulp, die ik aan Joden verleende, had ik per-
soonsbewijzén en legitimatiekaarten nodig. „Rudy" (Alber-
tus Klijzer uit Baarn, in 1944 gefusilleerd) bracht mij in
contact met de Raad van Verzet, en al heel gauw heb ik als
toehoorder en medewerker de bijeenkomsten geregeld mogen
bijwonen. Vooral, doordat ik als
geo-physicus bij de Shell op eco
nomisch gebied nogal rondgeke
ken had werden mij allerlei op
drachten verstrekt. De eigenlijke
Raad bestond uit 7, later 8 men
sen, maar had vertakkingen door
het hele land. Men had de bedoe
ling een krant op te richten in de
Duitse taal gedrukt, die onder het
Duitse leger verspreid zou worden.
De naam stond al vast: „Appèll".
Met behulp van die krant hoopten
wij bij vele Duitsers twijfel te
kunnen wekken aan de juistheid
van het regiem. Er waren al tal
van artikelen geschreven en vijf
nummers lagen klaar. Een belang
rijk medewerker was de Jood
Cahn, uit Ankeveen. die grote
sommen gelds beschikbaar had
gesteld. Hfj en zijn vrouw zijn
later gevangen genomen en zijn
vrouw is in Duitsland vergast.
,.ER ZIJN ERGER DINGEN GEBEURD
Onder de groene kastan je bomen
lag boerderij in puin
rijzen. Toen het vee weer buiten
in de wei liep en de kastanjebomen
opnieuw dikke knoppen droegen,
verhuisden ze. In de voorgevel van
de nieuwe woning was een een
voudige gedenksteen gemetseld:
een kaarsrechte Nederlandse leeuw
met het jaartal 1940.
Het is tien jaar geleden, dat de
luitenant zei: „Jullie moeten nu
ook maar weggaan." Vrouw Van
de Kraats is oud gev/orden. Oud
en een beetje eenzaam. Een groot
deel van de dag brengt ze door op
haar stoel, de dikke witte stok te
gen haar knieën geleund. Rheuma-
tiek! En broer Kees is al vijf jaar
geleden gestorven. Deze dagen
denkt ze veel aan wat toen is ge
beurd. Maar ze praat er niet graag
over. „Er zijn erger dingen ge
beurd," vindt ze. „Veel erger...."
Op de tweede Pinksterdag zei de
luitenant: „Er is tussen .Veenendaal
en Renswoude geen buiger meer te
bekennen. Nu moeten jullie ook
maar gaan. 't Wordt te gevaarlijk
hier." En ze waren zo graag ge
bleven, Kees van de Kraats. zijn
broer en zijn zuster. Bij hun boer
derijtje langs de spoorlijn naar
Arnhem, bij het vee in de wei, b'j
Vrouw Van der Kraats
oud en eenzaam
de soldaten in de stellingen om
hun erf. De ganse nacht hadden ze
klaarwakker in een half afgemaalc-
goed bij elkaar, namen afscheid
van de soldaten en gingen te voet
op weg naar Utrecht. De buren
hadden allen hun vee meegeno
men. Zij lieten het in de wei.
„Gelukkig maar," zeiden ze, toen
ze weer terug kwamen, in de verte
al de ruine van nun boerderijtje
zagen, maar de koeien springle
vend in de wei vonden Want geen
van de buren bracht zijn vee le
vend mee terug. Ze stonden ge
drieën onder de groene kastanje
bomen en overlegden wat hun te
doen stond. Vrouw Van de Kraais
wees haar broers op een bunker
van zand en zoden tussen de den
nen achter op het erf. „Ik ben niet
bang," zei ze. „Laat ik daar gaan
slapen, dan trekken jullie in die
andere, verderop." Bij hun terug
tocht hadden de soldaten een veld-
fornuis en ander gerei achterge
laten. De zuster richtte er een
keukentje mee in en bereidde daar
de maaltijden voor haar broers, die
dadelijk aan het werk togen. De
nachten waren fris maar niet koud
en als het regende hadden ze ten
minste een dak boven het hoofd.
Weken, maanden leefden ze zo. En
het leek wel of er nooit verande
ring in zou komen.
Maar op een dag zaten, in een
kamertje in Rhenen, twee heren
van de Grebbecommissie bij elkaar.
„Ziezo," zei de een, „ik geloof, dat
we ze nu allemaal wel hebben."
De ander lachte. „Dat dacht je
maar. Moet je eens bij Van de
Kraats gaan kijken."
Er werd een kippenhok voor het
kleine gezin gebou.vd, vlak bij de
bunker \yaar vrouw Van de Kraats
haar slaapplaats had, en daar trok
ken ze in. Een paleis leek het!
Groter nog was de blijdschap, toen
Dit is de nieuwe boerderij.
te bunker naar het gieien van de er een noodwoning kwam, wel
V.
granaten zitten luisteren, die uit
de richting van de Grebbe op hen
af kwamen. Toen ze 's morgens
weer naar buiten klauterden stond
alles er nog: de boerderij, de hooi
berg. de schuurtjes. En nu moesten
ze tóch weg. Ze pakten wat lijf-
klein nog maar géén hok. Daar
hoorden ze op de winteravon
den onder de lamp gezeten weer
als vanouds het ncuren van de
koeien achter in de stal en zagen
ze door de raampjes steen voor
steen de nieuwe boerderij ver-
Er toerd een kippenhok voor het kleine gezin gebouwd.
De heer J. v. d. Gaag, die als voorzitter van
de Raad van Verzet in 1944 een belangrijke
rol vervulde in 't onderhouden van 't con
tact tussen de geallieerden en de illegaliteit.
pen. Begin 1945 ls hij bij de Woes
te Hoeve gefusilleerd. In Rijswijk
is een straat naar hem genoemd.
Ook de bekende beeldhouwer Ger-
rit van der Veen, naar wie de
vroegere Euterpestraat is genoemd,
Miep Oranje
Een zeer nauw medewerkster
was „Miep Oranje" uit Soest. Met
haar tezamen hadden wij op slink- -.-„j
se manier per trein grote hoeveel- was een actief lid.
heden papier weten te vervoeren.
Opeens werd Miep Oranje gevan-
ide.
En begrijpem
het de Duitsers mogelijk zou kun
gen genomen.
dat
nen worden al onze handelingen
te achterhalen, hebben wij alle
actie op dit punt onmiddellijk af
gebroken. Een maand of drie vier
later verscheen zij plotseling voor
mijn woning aan de Dillenburg-
straat. (Utrecht). Zij droeg, om
niet herkend te worden, een zwar
te bril en vertelde, dat zij uit de
gevangenis ontsnapt was, maar
gezocht werd. Zij wilde graag weer
aan het verzetswerk deelnemen.
Een soort van zesde zintuig zei mij
opeens: „Daar is iets niet in orde."
Ik zei haar. dat ik alle verzets
werk had laten schieten, omdat ik
het toch doelloos vond en toen zij
om bonkaarten vroeg scheepte ik
haar af met enkele bonnetjes, wel
ke mijn vrouw kon missen, hoe
wel ik stapels kaarten in mijn
kast had. Inderdaad bleek later,
dat „Miep Oranje" cén der meest
beruchte S.D. agenten was! Ver
schillende illegale werkers heeft
zij aan de Duitsers weten over te
leveren; waarschijnlijk ook ,Rudy'.
Toen Cahn gearresteerd werd,
werd hij met Miep Oranje gecon
fronteerd. Later moet zij naar
Duitsland zijn gevlucht, waar zij
nog nimmer is teruggevonden Dit
geval heeft ons in ons werk uiter
mate belemmerd, maar het heeft
ons ook dubbel waakzaam en
voorzichtig gemaakt."
Niet communistisch
„Had U toen al zitting in de
Raad van Verzet"?
„Neen. dat gebeurde pas in de
loop van 1944." In het groot gezien
waren er drie verzetsgroepen. De
K.P. en L.O., waarin de anti-revo-
lutionnaire, gereformeerde groe
pen sterk vertegenwoordigd wa
ren. De O D., in hoofdzaak uit mi
litairen bestaande. Deze groep
hield zich vooral bezig met de or
ganisatie van leger en maatschap
pij na de oorlog, het z.g. „koude
verzet". U moet niet denken, dat
dit ongevaarliik was. Er zijn in de
O.D. ontzaglijk veel slachtoffers
gevallen. Ten slotte dan de „Raad
van Verzet", die alle andere groe
pen, ook communisten omvatte.
Deze groep hield zich bezig met
overvallen van distributiekanto
ren, sabotage, radiocontact met
Engeland, wegruimen van gevaar
lijke Duitsers, landverraders etc.
Alle groepen waarin de organisa
tie onderverdeeld was stonden onder
leiding van plaatselijke comman
danten en het geheel onder com
mando van het bekende commu
nistische kamerlid Gerben Wage
naar".
„Vandaar zeker, dat de Raad
van Verzet wel eens als commu
nistisch is gedoodverfd."
„Juist. Maar U hebt al begre
pen, dat hiervan geen sprake was.
Wel mag ik zeggen, dat Gerben
Wagenaar, bekend onder de naam
Freek, een uitnemend verzetsman
was. een enorm werker, iemand
van ongelooflijke moed. Maar de
commandant van de groep Rotter
dam b.v. was Theo Ruys, van de
Rotterdamsche Lloyd. Onze alge
mene leider was Johan Doorn, bij
genaamd Henk. De oprichter was
hij niet. Dat was Jan Thiissen in
het verzet genoemd Lange Jan, or
ganisator van vele radioverbindin
gen van plaatselijke verzetsgroe-
Naar Engeland
„U is toch een paar maal naar
Engeland overgestoken? Was dat
in Uw functie van lid van de Raad
van "Verzet?"
„Engeland had in het begin van
1944 om iemand gewaagd. Het lag
voor de hand, dat Johan Doorn
met deze delicate opdracht werd
belast. Hij was enige tijd de leider,
uitgever en samensteller van een
éénmanskrant geweest, de Oranje
krant: Ik had de hele reis met
de overtocht over de Biesbosch
voor hem georganiseerd en nog
herinner ik mij, hoe ik 's avonds
om 8 uur na alles met hem te heb
ben geregeld zijn huis Leidse Kade
58 verliet. Daarna echter heeft hij
nog bezoek gehad van de leider
van de K P., die hem vertelde, dat
de door mij aangegeven weg zeer
gevaarlijk was en dat het verstan
diger zou zijn zich met een groep
Amerikaanse en Engelse parachu
tisten vechtend door de linies heen
te slaan. Inderdaad heeft Johan
Doorn zich bij deze groep van 200
man, die nog over waren van de
luchtlandingen bij Arnhem aange
sloten. Enkele is het gelukt de
overzijde te bereiken. Van Johan
Doorn hebben wij nooit meer iets
gehoord."
„Wie 'werd toen met de alge
mene Leiding belast?"
„Van toen af werd ik als voor
zitter beschouwd En op mij werd
de taak overgedragen om naar
Engeland te gaan. dient nog te
weten, dat er sinrW c igo maanden
pogingen in het werk waren ge
steld om het verze te coördineren
en dusdoende, maakte ik elke
Donderdagmiddag besprekingen
mee met een vertegenwoordiger
van de O.D.. in het verzet Van
Santen geheten, in werkelijkheid
jonkheer Six. thans kolonel, en één
vertegenwoordiger van de K.P.
Het was nodig, dat allerlei mis
verstand en wanbegrip uit de weg
werden geruimd en inderdaad is
door deze „driehoeksbesprekin
gen", gehouden in de Frans van
Mierisstraat 74, een veel beter
begrip ontstaan. Hier is eigenlijk
de organisatie van de Binnen
landse Strijdkrachten geboren. De
B.S. kreeg de structuur van een
leger en de organisatie daarvan
bracht nogal moeilijkheden met
zich mee Kolonel Koot, thans Ge
neraal, aangesteld als leider heeft
met buitengewoon veel tact ge
zorgd. dat iedereen kreeg, wat
hem toekwam. Ik was ook lid ge
worden van het College van Ver
trouwensmannen en het werd
dringend nodig, dat in Engeland
over de landsbestuurlijke organi
satie werd geconfereerd Zo ont
ving ik in feite mijn opdracht om
naar Engeland te gaan, eensdeels
van het College van Vertrouwens
mannen. anderdeels van generaal
Koot".
Route door de
Biesbosch
„Welke weg is U toen gevolgd?"
„Ik ben dezelfde route gegaan,
.die ik voor Johan Doorn had uit
gestippeld. Jan Alblas. een nog
jonge man, die de Biesbosch op
(Zie verder pag. 6)