De Grebbe-commissie heeft nooit iets met de Duitsers uitstaande gehad In oorlogstijd Engeland tweemaal naar Zij heeft onmisbare tot leniging van De naam leende zich uitstekend voor gevaarlijke vergaderingen bijdrage geleverd de eerste nood Angstige ogenblikken de Biesbosch J Zaterdag 6 Mei 1950 10e Jaargang pag. 3 OP een zomeravond in 1940 stond, in een bovenkamer van huize Scherpenzeel, de bakker Kees Wolswinkel met zijn pet in de hand te draaien Kees had het in de evacuatie- dagen van Mei 1940 slecht getroffen. Uit zijn bakkerij annex kruidenierswinkel nam hij een zak vol doosjes sigaretten mee, maar die is hij onderweg kwijt geraakt. De hele bak kerij en het woonhuis brandden gedurende zijn korte afwezigheid af en toen hij eind Mei terugkeerde, had Kees niets meer. Behalve dan gelukkig een flinke vrouw en een stel flinke kinderen. Maar geen bedden, geen stoelen, geen tafels, geen lepels, geen vorken, geen lakens, geen dekens en geen dak. En toen is de Grebbe-commissie Kees gaan hel pen. Die Commissie dankt haar ontstaan aan het „Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt, meneer," zei Kees. „Ik weet niet eens waarover het gaat, Kees Vertel het me maar." „Ja maar meneer, je moet er niet boos om worden, want je hebt best voor me gezorgd." „Kom nu eerst maar eens over de brug, Kees." En toen kwam Kees over de brug. Met één volzin, die misschien beter dan een dik boek de mentaliteit karakteriseerde van zowat de hele Grebbe- linie-bevolking. „Meneer, ze hebben me verteld dat al die spullen die wij hier krijgen van de Duitsers komen en dan wou ik maar zeggen, dan lig ik nog liever op de grond en ik wou het je dan allemaal maar teruggeven." fietstochtje van jhr dr M. L. van Holthe tot Echten, oud-burgemasster van Zeist, die vlak na onze capitulatie in Rhenen een kijkje ging nemen. Hij vond het stadje zwaar verwoest en keerde naar huis terug met de overtuiging: „Hier moet direct iets worden gedaan". Kort overleg met de commissaris der Koningin, jhr mr dr L. H.'N. Bosch ridder van Rosen thal, leidde tot de oprichting van een klein comité, de Grebbe-commissie, waarvan de heer Van Holthe voorzitter, ir A. F. C. de Pont penningmeester en Jkvr C. van Asch van Wijck secretaresse werd. De commissie stelde in de meest getroffen delen van de Grebbestreek, in Scherpenzeel en in Rhenen, vertegenwoordigers aan en het was tegenover de Scherpenzeelse vertegenwoordiger, dat Kees Wolswinkel die zomeravond stond te draaien met zijn pet. Kees wolswinkel is gerust- gesteld naar huis gegaan. De Grebbecommissie heeft nooit iets met de Duitsers uitstaande gehad en heeft in stilte een ontzaglijke hoe veelheid zorg en leed m Wouden berg. Scherpenzeel, Renswoude. Vee- nendaal, Amerongen, Achterberg. Overberg, Rhenen en Wageningen kunnen wegnemen. Zij begon met een beroep op het Nederlandse volk. Wie niet getroffen was werd uitge nodigd om zijn inboedel eens na te lopen en af te staan, wat hij missen kon. Karrevrachten, trucks en wa gons vol meubelen, kleding en huis raad zijn naar de Grebbelinie geko men. Opslag daarvan kostte de grootste moeite, want nergens was ruimte over. Studenten en scholieren wat hebben alleen al die jongens en meisjes van Kees Boeke uit Biltho- ven gedaan! staken de handen uit de mouwen om alle goederen te classificeren, de schadegevallen in een simpel kaartsysteem te brengen en bij de „uitdelingen" hand en spandiensten te verlenen. Gelukkig het weer deed erg zijn best De zon scheen over de puinhopen en het deerde aanvankelijk niet, dat meni ge noodwoning verre van tochtvrij en waterdicht was. Week aan week vergaderde de Grebbecommissie in Zeist en niemand die er aan mee werkte zal de bezielende leiding van haar voorzitter, de geestdrift van haar penningmeester en de toewij ding van haar secretaresse ooit ver geten. Eind '41 Rood-W'it-Blauw r7OALS het dikwijls gaat, ging het werk al doende groeien. De mensen van de Wederopbouw in Den Haag kwamen de mogelijkhe den van herbouw opnemen. Maar toen het op rekenen a'ankwam, bleek dat geen enkel huis kon worden her bouwd zonder dat het veel meer zou kosten dan de schadevergoeding voor het vernielde pand naar schat ting zou bedragen. De bevolking van de Grebbelinie was geneigd de kat uit de boom te kijken en liet de Haagse heren maar praten. Toen heeft dr ir J. A. Rin gers, de directeur-generaal van de Wederopbouw, de Grebbecommissie ingeschakeld en enkele van haar vertegenwoordigers als vertrou wensmannen in de arm genomen. Zij kenden de bevolking langzamerhand van binnen en van buiten en via dikwijls lange gesprekken, waarbij zowat de hele financiële situatie van het gezin op de proppen kwam, werden, dank zij 'n soepele regeling van toeslag op de schadevergoeding en gemakkelijke rijkshypotheek, hele rijen herbouwvoorstellen opgezet, die aan de goedkeuring van Den Haag werden onderworpen. De men sen konden hun ogen nauwelijks ge loven. Zij zagen dat de herbouw niet met slecht oorlogsmateriaal, maar met ouderwetse beste spullen werd ondernomen. En het was voor Scher penzeel een grote dag, toen ir Rin gers zelf eind 1941 de eerste huizen en winkels aan het Kerkpleintje of ficieel opende. Voor 't eerst woeien die dag weer rood-wit-blauwe vlag gen in het gehavende dorp en het zou de moeite waard zijn te weten wat de voorbij razende Duitsers er wel van zullen hebben gedacht Sociale activiteit T NTUSSEN had de Grebbecommis sie al bij het invallen van de eerste oorlogswinter allerlei onvoor ziene taken op zich genomen. De noodwoningen bleken zonder extra kolen niet warm te krijgen; de Grebbecommissie zag kans de bewo ners ervan een paar mud extra te bezorgen. Winterkledmg was een enorm probleem; de Grebbecommis sie opende een winterjassencrediet en schoot op de te verwachten scha devergoeding zoveel voor, dat elk lid van elk getroffen gezin een win terjas kon aanschaffen. De invulling van de schadeformulieren was bijna zo moeilijk als die van een modern belastingbiljet; de Grebbecommissie Sing er „zitting" voor houden, waar tallozen geduldig uren lang in de rij stonden om vervolgens de trieste opsomming te geven van alles wat verloren was gegaan. Soms had zo'n opsomming iets aandoenlijks. Dan herinnerde een oud mensje zich die prachtige koperen bloempot, die in de vensterbank had gestaan of de bijbel met de mooie sloten, die al tijd op de kast had gelegenDan treurde iemand over een postzegel- Verzameling, of over een hond waar aan hij zo gehecht was geweest.... Wie van de sociale activiteit van de Grebbecommissie méér wil weten bloest maar naar Mej. Hermien Post gaan, die er de ziel van is geworden, ••..totdat zij wegens illegaal werk haai vrijheid kwijt raakte. Zij heeft voor „haar" mensen voorbeeldig ge zorgd. Al die niet-getroffen Nederlanders, die zo gemakkelijk afgeven op de druk van de regeling van de vergoe ding Materiële Oorlogsschade, moes ten maar eens bedenken hoe onbe schrijfelijk veel schade, leed, zorg en angst nimmer vergoed zijn en nim mer vergoed zullen worden. Wie in de Grebbecommissie heeft meegewerkt kan er van mee praten, zoals hij mee praten kan van de ge duldigheid die de slachtoffers door gaans aan de dag legden. Heeft het niet tot November 1940 geduurd voor en aleer het tot de vertegenwoordi ger van de Grebbecommissie in Scherpenzeel doordrong dat boer Van der Kraats aan de voet van de Emmikhuizerberg sinds Mei 1940 woonde en leefde „in de stellingen"? Nog diezelfde avond is hij erheen gefietst. En jawel: Van der Kraats met zijn zuster en een knecht had den onder de grond, naast hun to taal verwoeste boerderij een heen komen gevonden. Het land werd bewerkt, het vee werd verzorgd Wilt gij een pakkender illustratie van het „en de boer hij ploegde voort"? Nóg een Grebbecommissie \7AN lieverlede kreeg de Grebbe- V commissie nog een heel andere taak, een illegale. De voorzitter, de penningmeester, de secretaresse en de vertegenwoordigers, allemaal wa ren zij bereid om de Duitsers zoveel mogelijk tegen te werken, als zij met mogelijkheid maar konden. Een pak illegale bladen liet zich in een auto, die „voor de commissie" reed, graag en tamelijk veilig vervoeren. Be sprekingen over zaken, die wel met verzet, maar niets met de Grebbe commissie te maken hadden, lieten zich onder de dekmantel van die commissie plezierig houden. Maar pas in 1943 werd het menens. Mr J. Cramer, die voor de Grebbecommis sie een voortreffelijk rapport over de ontwikkelingsmogelijkheden van Rhenen had gemaakt en mr Van Heuven Goedhart, die de Grebbe commissie in Scherpenzeel vertegen woordigde, kregen aan de grens bij Coevorden contact met deelnemers aan de Putsch-plannen tegen Hitier en het werd noodzakelijk als gevolg daarvan besprekingen te openen voor mogelijkheden van coördinatie van het verzet. Tot hen, die daaraan deelnamen, behoorden de heren Bosch van Rosenthal en Van Holthe tot Echten en het clubje noemde zich dan ook maar „De Grebbecom missie", een perfecte dekmantel voor allerlei gevaarlijke vergaderingen. In Januari 1944 evenwel liep het spaak. Op een adres of tien werd op de avond van die dag getracht mr Van Heuven Goedhart te arresteren. En tot die adressen behoorde ook „Stenia" in Zeist waar toen de heer Bosch van Rosenthal woonde en de „Lijsterhoeve", het huis van jhr. Van Holthe tot Echten, aan de Boulevard in Zeist Ontving de heer Bosch van Rosenthal de Gestapo met een hoog hartigheid. die haar ganselijk van haar stukken bracht, bij de familie van Holthe was heel wat tegenwoor digheid van geest nodig om de situ atie te redden. De gezochte was daar niet, maar wel een aantal jongelui met slechte of onvoldoende papie ren. Een van hen sprong uit het raam, waarbij met donderend geraas een bloempot in scherven op de grond viel. Maar de Duitsers zouden geen Duitsers zijn als zij er aandacht aan hadden geschonken. Zij hadden geen andere opdracht dan één be paalde man te zoeken en daaraan hebben zij zich gelukkig stipt ge houden. In de maanden die volgden vergaderde, veelal in de bestuurs kamer van het Centraal Instituut voor Christelijk Sociale Arbeid aan de De Lairesscstraat in Amsterdam, de quasi-Grebbecommissie. die nu mede bezig was aan de verwezenlij king van het plan om iemand naar Londen te sturen ter voorlichting van de regering. Het ging daarbij tussen de heren Van Holthe tot Ech ten en Van Heuven Goedhart. En tenslotte werd de laatste gekozen, mede omdat het hem onder de schoenen zo brandend heet was ge worden. Gesch iedscli rij ving gevraagd DE geschiedenis van de Grebbe commissie is nooit geschreven. En dat is. voor Utrecht vooral, toch wel heel jammer. Zij heeft, zo mag men het stellig zeggen, een onmis bare bijdrage geleverd tot leniging van de eerste nood in de Grebbelinie en zij is, ook moreel, de bevolking tot een grote steun geweest. De Kerstgroet, die zij in Decem ber 1940 alle getroffenen deed toe komen en die een woord werd van vertrouwen en bemoediging, hangt ook vandaag nog in menige huiska mer, netjes ingelijst aan de wand. Misschien staat er nog eens een Utrechter op. die zich de moeite geeft om in te dringen in de arbeid der Grebbecommissie om er de ge schiedenis van te schrijven Doet hij het, dan zal hij bevinden, dat die ge schiedenis vanzelf uitloopt op woor den van grote erkentelijkheid jegens de bestuurders dier commissie, voor al jegens twee, wier trouw en toe wijding aan vaderland en gewest in die jaren geenszins tevergeefs wer den op de proef gesteld. Bosch van van Rosenthal, de commissaris, en Van Holthe tot Echten, de voorzitter van de Grebbecommissie. Hotel De Wereld een historische -plaats in het verwoeste Wage ningen. Hier werden de capitulatievoorwaarden getekend. Elders in dit blad vindt U een beschrijving van de oorlogshandelingen en het einde daarvan in Wageningen. Het stromengebied van de Biesbosch, dat in 1944 de scheiding vormde tussen het bezette en het be vrijde deel van ons land, en dat door de heer J. v. d. Gaag een paar maal met groot levensgevaar is gepasseerd. „Eén ding zeg ik u tevoren. Als ik bereid ben iets in het publiek over mijn bedrijvigheid in het verzet te vertellen dan doe ik dat om een soort schuld goed te maken. Een schuld tegenover honderden niet-gesneuvelden, wier wer kelijke namen niet eens bekend zijn geworden, die na de bevrijding in de anonymiteit teruggetreden zijn, maar wier werk misschien belangrijker en gevaarlijker is geweest dan het mijne. Meer dan één zou zelfs de Mil. Willemsorde heb ben verdiend, maar zij deden hun werk terwille van het grote doel, niet uit enige persoonlijke overweging. Als ik spreek, doe ik dat ook uit naam van hen, die op de achter grond Jplijven." Wij zaten tegenover de heer Van der Gaag, die niet lang geleden als zaakgelastigde uit Tsjecho-Slowakije was terug gekeerd. Dat dit gesprek plaats had in een Utrechts hotel behoeft niet te verbazen. Twee en twintig jaar heeft de heer Van der Gaag in Utrecht gewoond en ook tijdens de oorlogs jaren was hij in Utrecht gevestigd. „Door de hulp, die ik aan Joden verleende, had ik per- soonsbewijzén en legitimatiekaarten nodig. „Rudy" (Alber- tus Klijzer uit Baarn, in 1944 gefusilleerd) bracht mij in contact met de Raad van Verzet, en al heel gauw heb ik als toehoorder en medewerker de bijeenkomsten geregeld mogen bijwonen. Vooral, doordat ik als geo-physicus bij de Shell op eco nomisch gebied nogal rondgeke ken had werden mij allerlei op drachten verstrekt. De eigenlijke Raad bestond uit 7, later 8 men sen, maar had vertakkingen door het hele land. Men had de bedoe ling een krant op te richten in de Duitse taal gedrukt, die onder het Duitse leger verspreid zou worden. De naam stond al vast: „Appèll". Met behulp van die krant hoopten wij bij vele Duitsers twijfel te kunnen wekken aan de juistheid van het regiem. Er waren al tal van artikelen geschreven en vijf nummers lagen klaar. Een belang rijk medewerker was de Jood Cahn, uit Ankeveen. die grote sommen gelds beschikbaar had gesteld. Hfj en zijn vrouw zijn later gevangen genomen en zijn vrouw is in Duitsland vergast. ,.ER ZIJN ERGER DINGEN GEBEURD Onder de groene kastan je bomen lag boerderij in puin rijzen. Toen het vee weer buiten in de wei liep en de kastanjebomen opnieuw dikke knoppen droegen, verhuisden ze. In de voorgevel van de nieuwe woning was een een voudige gedenksteen gemetseld: een kaarsrechte Nederlandse leeuw met het jaartal 1940. Het is tien jaar geleden, dat de luitenant zei: „Jullie moeten nu ook maar weggaan." Vrouw Van de Kraats is oud gev/orden. Oud en een beetje eenzaam. Een groot deel van de dag brengt ze door op haar stoel, de dikke witte stok te gen haar knieën geleund. Rheuma- tiek! En broer Kees is al vijf jaar geleden gestorven. Deze dagen denkt ze veel aan wat toen is ge beurd. Maar ze praat er niet graag over. „Er zijn erger dingen ge beurd," vindt ze. „Veel erger...." Op de tweede Pinksterdag zei de luitenant: „Er is tussen .Veenendaal en Renswoude geen buiger meer te bekennen. Nu moeten jullie ook maar gaan. 't Wordt te gevaarlijk hier." En ze waren zo graag ge bleven, Kees van de Kraats. zijn broer en zijn zuster. Bij hun boer derijtje langs de spoorlijn naar Arnhem, bij het vee in de wei, b'j Vrouw Van der Kraats oud en eenzaam de soldaten in de stellingen om hun erf. De ganse nacht hadden ze klaarwakker in een half afgemaalc- goed bij elkaar, namen afscheid van de soldaten en gingen te voet op weg naar Utrecht. De buren hadden allen hun vee meegeno men. Zij lieten het in de wei. „Gelukkig maar," zeiden ze, toen ze weer terug kwamen, in de verte al de ruine van nun boerderijtje zagen, maar de koeien springle vend in de wei vonden Want geen van de buren bracht zijn vee le vend mee terug. Ze stonden ge drieën onder de groene kastanje bomen en overlegden wat hun te doen stond. Vrouw Van de Kraais wees haar broers op een bunker van zand en zoden tussen de den nen achter op het erf. „Ik ben niet bang," zei ze. „Laat ik daar gaan slapen, dan trekken jullie in die andere, verderop." Bij hun terug tocht hadden de soldaten een veld- fornuis en ander gerei achterge laten. De zuster richtte er een keukentje mee in en bereidde daar de maaltijden voor haar broers, die dadelijk aan het werk togen. De nachten waren fris maar niet koud en als het regende hadden ze ten minste een dak boven het hoofd. Weken, maanden leefden ze zo. En het leek wel of er nooit verande ring in zou komen. Maar op een dag zaten, in een kamertje in Rhenen, twee heren van de Grebbecommissie bij elkaar. „Ziezo," zei de een, „ik geloof, dat we ze nu allemaal wel hebben." De ander lachte. „Dat dacht je maar. Moet je eens bij Van de Kraats gaan kijken." Er werd een kippenhok voor het kleine gezin gebou.vd, vlak bij de bunker \yaar vrouw Van de Kraats haar slaapplaats had, en daar trok ken ze in. Een paleis leek het! Groter nog was de blijdschap, toen Dit is de nieuwe boerderij. te bunker naar het gieien van de er een noodwoning kwam, wel V. granaten zitten luisteren, die uit de richting van de Grebbe op hen af kwamen. Toen ze 's morgens weer naar buiten klauterden stond alles er nog: de boerderij, de hooi berg. de schuurtjes. En nu moesten ze tóch weg. Ze pakten wat lijf- klein nog maar géén hok. Daar hoorden ze op de winteravon den onder de lamp gezeten weer als vanouds het ncuren van de koeien achter in de stal en zagen ze door de raampjes steen voor steen de nieuwe boerderij ver- Er toerd een kippenhok voor het kleine gezin gebouwd. De heer J. v. d. Gaag, die als voorzitter van de Raad van Verzet in 1944 een belangrijke rol vervulde in 't onderhouden van 't con tact tussen de geallieerden en de illegaliteit. pen. Begin 1945 ls hij bij de Woes te Hoeve gefusilleerd. In Rijswijk is een straat naar hem genoemd. Ook de bekende beeldhouwer Ger- rit van der Veen, naar wie de vroegere Euterpestraat is genoemd, Miep Oranje Een zeer nauw medewerkster was „Miep Oranje" uit Soest. Met haar tezamen hadden wij op slink- -.-„j se manier per trein grote hoeveel- was een actief lid. heden papier weten te vervoeren. Opeens werd Miep Oranje gevan- ide. En begrijpem het de Duitsers mogelijk zou kun gen genomen. dat nen worden al onze handelingen te achterhalen, hebben wij alle actie op dit punt onmiddellijk af gebroken. Een maand of drie vier later verscheen zij plotseling voor mijn woning aan de Dillenburg- straat. (Utrecht). Zij droeg, om niet herkend te worden, een zwar te bril en vertelde, dat zij uit de gevangenis ontsnapt was, maar gezocht werd. Zij wilde graag weer aan het verzetswerk deelnemen. Een soort van zesde zintuig zei mij opeens: „Daar is iets niet in orde." Ik zei haar. dat ik alle verzets werk had laten schieten, omdat ik het toch doelloos vond en toen zij om bonkaarten vroeg scheepte ik haar af met enkele bonnetjes, wel ke mijn vrouw kon missen, hoe wel ik stapels kaarten in mijn kast had. Inderdaad bleek later, dat „Miep Oranje" cén der meest beruchte S.D. agenten was! Ver schillende illegale werkers heeft zij aan de Duitsers weten over te leveren; waarschijnlijk ook ,Rudy'. Toen Cahn gearresteerd werd, werd hij met Miep Oranje gecon fronteerd. Later moet zij naar Duitsland zijn gevlucht, waar zij nog nimmer is teruggevonden Dit geval heeft ons in ons werk uiter mate belemmerd, maar het heeft ons ook dubbel waakzaam en voorzichtig gemaakt." Niet communistisch „Had U toen al zitting in de Raad van Verzet"? „Neen. dat gebeurde pas in de loop van 1944." In het groot gezien waren er drie verzetsgroepen. De K.P. en L.O., waarin de anti-revo- lutionnaire, gereformeerde groe pen sterk vertegenwoordigd wa ren. De O D., in hoofdzaak uit mi litairen bestaande. Deze groep hield zich vooral bezig met de or ganisatie van leger en maatschap pij na de oorlog, het z.g. „koude verzet". U moet niet denken, dat dit ongevaarliik was. Er zijn in de O.D. ontzaglijk veel slachtoffers gevallen. Ten slotte dan de „Raad van Verzet", die alle andere groe pen, ook communisten omvatte. Deze groep hield zich bezig met overvallen van distributiekanto ren, sabotage, radiocontact met Engeland, wegruimen van gevaar lijke Duitsers, landverraders etc. Alle groepen waarin de organisa tie onderverdeeld was stonden onder leiding van plaatselijke comman danten en het geheel onder com mando van het bekende commu nistische kamerlid Gerben Wage naar". „Vandaar zeker, dat de Raad van Verzet wel eens als commu nistisch is gedoodverfd." „Juist. Maar U hebt al begre pen, dat hiervan geen sprake was. Wel mag ik zeggen, dat Gerben Wagenaar, bekend onder de naam Freek, een uitnemend verzetsman was. een enorm werker, iemand van ongelooflijke moed. Maar de commandant van de groep Rotter dam b.v. was Theo Ruys, van de Rotterdamsche Lloyd. Onze alge mene leider was Johan Doorn, bij genaamd Henk. De oprichter was hij niet. Dat was Jan Thiissen in het verzet genoemd Lange Jan, or ganisator van vele radioverbindin gen van plaatselijke verzetsgroe- Naar Engeland „U is toch een paar maal naar Engeland overgestoken? Was dat in Uw functie van lid van de Raad van "Verzet?" „Engeland had in het begin van 1944 om iemand gewaagd. Het lag voor de hand, dat Johan Doorn met deze delicate opdracht werd belast. Hij was enige tijd de leider, uitgever en samensteller van een éénmanskrant geweest, de Oranje krant: Ik had de hele reis met de overtocht over de Biesbosch voor hem georganiseerd en nog herinner ik mij, hoe ik 's avonds om 8 uur na alles met hem te heb ben geregeld zijn huis Leidse Kade 58 verliet. Daarna echter heeft hij nog bezoek gehad van de leider van de K P., die hem vertelde, dat de door mij aangegeven weg zeer gevaarlijk was en dat het verstan diger zou zijn zich met een groep Amerikaanse en Engelse parachu tisten vechtend door de linies heen te slaan. Inderdaad heeft Johan Doorn zich bij deze groep van 200 man, die nog over waren van de luchtlandingen bij Arnhem aange sloten. Enkele is het gelukt de overzijde te bereiken. Van Johan Doorn hebben wij nooit meer iets gehoord." „Wie 'werd toen met de alge mene Leiding belast?" „Van toen af werd ik als voor zitter beschouwd En op mij werd de taak overgedragen om naar Engeland te gaan. dient nog te weten, dat er sinrW c igo maanden pogingen in het werk waren ge steld om het verze te coördineren en dusdoende, maakte ik elke Donderdagmiddag besprekingen mee met een vertegenwoordiger van de O.D.. in het verzet Van Santen geheten, in werkelijkheid jonkheer Six. thans kolonel, en één vertegenwoordiger van de K.P. Het was nodig, dat allerlei mis verstand en wanbegrip uit de weg werden geruimd en inderdaad is door deze „driehoeksbesprekin gen", gehouden in de Frans van Mierisstraat 74, een veel beter begrip ontstaan. Hier is eigenlijk de organisatie van de Binnen landse Strijdkrachten geboren. De B.S. kreeg de structuur van een leger en de organisatie daarvan bracht nogal moeilijkheden met zich mee Kolonel Koot, thans Ge neraal, aangesteld als leider heeft met buitengewoon veel tact ge zorgd. dat iedereen kreeg, wat hem toekwam. Ik was ook lid ge worden van het College van Ver trouwensmannen en het werd dringend nodig, dat in Engeland over de landsbestuurlijke organi satie werd geconfereerd Zo ont ving ik in feite mijn opdracht om naar Engeland te gaan, eensdeels van het College van Vertrouwens mannen. anderdeels van generaal Koot". Route door de Biesbosch „Welke weg is U toen gevolgd?" „Ik ben dezelfde route gegaan, .die ik voor Johan Doorn had uit gestippeld. Jan Alblas. een nog jonge man, die de Biesbosch op (Zie verder pag. 6)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1950 | | pagina 11