Al eerder was de berg Ararat
doel van expedities
\tt -
j
Ing
Brede eruditie en „het derde oog
kenmerken Nederlands grootste
journalist
enieurs willen de zee
terugdringen
Herinneringen
aan H. Marsman
Dr M. VAN BLANKENSTEI N 70 JAAR
Verjaardag onder Afrika's tropenzon
DAMPO
..Bijgeloof verhinderde nadering
van ark door omwonenden
Zeeschelpen op hoogte
van duizenden meters
-rdag 10 Juni 1950
5
I^AT is gemeen van je," zal mjjn vriend dr M. van Blankenstein brom-
men, wanneer ergens in Afrika, waar hij op het ogenblik voor ons
blad rondzwerft, de courant met dit stukje in zijn handen mocht vallen.
En ik erken nederig, dat ik misbruik van de gelegenheid maak: Van Blan
kenstein heeft zich, „door de vlucht", aan alle huldebetoon op 13 Juni, de
dag, waarop hy zeventig wordt, onttrokken en my ervan verwittigd, dat hij
die datum „onopgemerkt" wil laten voorbijgaan. Ik heb mij op de vlakte
gehouden, wel wetende, dat het eenvoudig niet aangaat, de zeventigste
verjaardag van de grootste der levende Nederlandse journalisten maar
te vergeten
DE grootste? Ik schrijf die qualificatie neer na rustig overwegen en een imaginaire
rondtoer over de journalistieke kaart van dit vaderland. Ja. van allen die er nog zijn, en
in de tijd uitgedrukt van de laatste halve eeuw is Van Blankenstein bepaaldelijk en
heel duidelijk de grootste. Hij dankt dat vooral aan drie eigenschappen:
een brede en diepe eruditie, een ongemeen groot politiek combinatie
talent, een nimmer aflatende, alles doordringende en door een weten
schappelijk verantwoordelijkheidsgevoel gecontroleerde belangstelling.
Geheel afgesloten kust zou Holland
afdoende beschermen
(Van een onzer verslaggevers)
DELFT. Onlangs stonden we met een niet onbelangrijk
Nederlander die in water en zand doet, voor een machtige
kaart van ons goede vaderland. Minuten lang had hy met half
dichtgeknepen ogen naar het blauw en groen in het Westen
staan turen. Toen greep hij een stok, richtte de punt op Hoek
van Holland en liet de stok langzaam zakken precies langs de
uiterst westelijke hoekjes van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse
eilanden tot de kust van Zeeuws-Vlaandercn, ergens ten Wes
ten van Breskens. ,;Eens zal dat allemaal dicht zijn! En ,eens' is
j niet meer zo ver van vandaag. Een enorme dijk, geen zeegaten
meer, geen zout water meer, dat tot diep in het land de cul
tuurgrond verwoest." En hij maakte een verliefd gebaar naar
de lyn, die hij in gedachte reeds op de kaart zag staan.
In Delft denkt men
in grote lijnen
Het is overigens goed te beden-
Iken, dat tussen bestuderen en uit
roeren van dergelijke gigantische
objecten gemeenlijk enige tijd
I pleegt te verlopen. De drooglegging
Ivan de Zuiderzee is een project uit
het laatst van de negentiende eeuw.
IWe zijn daarmee nu nog niet hal
verwege. Onze water- en zandman
denkt over grote lijnen Voorlopig
lebben we echter met kleinere be-
ginnetjes te maken. Of het in de
■resterende jaren van deze eeuw nog
zal komen tot een algehele afslui-
ting van de Zuid-Hollandse en
Zeeuwse zeeboezems staat nog al-
■lerminst vast. Grote mannen op het
■gebied van de waterbouw- en wa-
[lerloopkunde zien de mogelijkheid,
■cat de Westerschelde ooit nog eens
■ral worden afgesloten en dat Ant
werpen evenals Amsterdam en
■misschien zelfs Rotterdam achter
■een groot sluiswérk zal komen te
liggen. Maar men bedenke slechts
W'3t de politieke problemen zijn, die
daarmee samenhangen, om te be
laften. dat als het ooit gebeuren
|r<ju, er eerst toch nog heel wat wa
iter door al die boezems stromen zal.
Houden we ons daarom bjj de
[realiteiten. Het zeewater dringt met
[itdere vloed tot diep in het hart
n Holland. Het dringt bovendien
weerstaanbaar onder de Holland-
e duinenbarrière door en het brak-
Dordrecht en de Biesbos in vogel-
[i'Iucht? Jawel, van twee meter hoog-
|f? genomen. Een deel van de na-
m'nirgetrouwe maquette van de Ne
therlands grote waterwegen, zoals
[dat in het Delftse waterloopkundige
[laboratorium voor studie-doeleinden
neergelegd. Hier wordt nauwkeu-
■rcg geweten, welke gevaren het Ne-
[o'erlrmdse land ooit kunnen bedrei-
|(ian, en ook, hoe wij nieuw land
[kunnen, winnen, zonder dat elders
[natuurrampen zullen ontstaan. In
[bef centrum van deze onderzoekin-
min staat thans de drooglegging van
1de Biesbos, Nederlands water-long.
'Op de voorgrond de waterwegen
ntuatie bij Dordrecht, die precair
Ijou worden indien men het alleen
lu|j bedijking van de Biesbos zou
(hfen, (Eigen foto)
ke grondverwoestend water kan
daar hoger naar de oppervlakte stij
gen, doordat meer Oostelijk het
zoete water langzaamaan al is te
ruggedrongen. In een land, waar
iedere vierkante meter grond een
maximum aan landbouwproducten
moet opleveren om een veel te grote
bevolking in leven te kunnen hou
den, is dat een acuut en ernstig
gevaar.
Daarom, dat zoute water moet er
uit. De zee móét worden terug ge
drongen en al zal de kust Voorlopig
niet van de Hoek tot Breskens kun
nen worden afgesnoerd, er zal reeds
nu een begin gemaakt moeten wor
den. Dat is er trouwens. De Brielse
Maas gaat op 17 Augustus dicht. En
reeds hebben de plannen tot droog
legging van de Biesbos vaste vor
men aangenomen
In professor Thysse's waterloop
kundig laboratorium in Delft, ligt
op de grond, vele tientallen meters
lang, een platte grond van het Ne
derlandse water. Een natuurgetrou
we copy in cement, leem, puim-
steenschraapsel en ijzer. De zeeboe
zems, dijken, en rivieren, van de
Hoek tot Lobith. Grote pompen ja
gen van twee kanten water door
dit stromendal. Een pomp bij Lo
bith zorgt voor het water uit de
bergen. Een pomp in de Noordzee
voor vloeden en springvloeden. Pro
fessor Thysse heeft ons daar de ge
volgen V3n een superstorm laten
zien, erger dan de St. Elizabeths
vloed van 1421, waarbij meer dan
honderdduizend mensen verdronken
Dat is geen grapje. „Een beschaafd
land behoort zijn be\ eiligingsmaat-
regelen zo te nemen, dat ze afdoen
de blijken ook voor die uitzonde
ringsgevallen, die eens in de drie
honderd jaar voorkomen," zei pro
fessor Thysse.
Hoog liep het water dat een jon
ge Delftse studente stellig Eliza
beth geheten met een handom
draai opstuwde, over polders en hoge
dijken. De Biesbos was een groot
meer geworden. Dat was het ergste
niet.
„Kijk", zei een van onze begelei
ders," straks gaat die Biesbos dicht.
De plannen zijn daarvoor al uitge
werkt. Maar stel dat die Biesbos nu
was afgesloten. Dat water zou er
gens moeten blijven."
De man wees op Dordrecht. Als
het alleen bij het indijken van de./
Biesbos zou blijven, zou Dordrecht,
waar een deel van de stad buiten
ET EN brede en diepe eruditie.
-*—■Hoezeer de journalist dan ook
méér „geboren" dan „gemaakt"
moge worden, zonder achtergrond
zal hij de hoogten van het vak
moeilijk of niet bereiken. Van Blan
kenstein heeft (cn hoe?) letteren
gestudeerd in Leiden, in Kopenha
gen, in Berlijn. In 1911 promoveer
de hij op een taalkundig onder
werp. Nooit heeft zijn taalbelang-
stelling hem verlaten. Zijn in de
oorlog verloren gegane kostbare
bibliotheek getuigde ervan, zijn
huidige (bij is weer verwoed aan
het verzamelen gegaan) evenzeer
Dat doorzetten van wetenschappelijk
werk voor een journalist uitermate
belangrijk is wie zal het ontken
nen? De beslissende factor ligt niet
in het onderwerp, maar in het ge
traind blijven van de wetenschappe
lijke zin. in de onrust, die die zin in
een mens onderhoudt totdat hij al
thans het voorlaatste vraagteken
heeft weggewerkt.
AL in Kopenhagen begon Van
Blankenstein zijn journalistiek
werk voor de Nieuwe Rotterdamse
Courant, blad dat hij trouw bleef
totdat het hem ontrouw werd. Maar
pas in 1909, als hij zich in Berlijn
vestigt, komt die tweede grote jour
nalistieke eigenschap, dat wonder
lijke politieke combinatietalent, tot
volle ontplooiing. Hij .blijkt „het
derde oog" te hebben, dat de ver
bindingen ziet en hem in staat stelt,
de verklaring voor ogenschijnlijke
vreemdigheden te geven. In zijn
Berlijnse jaren wordt hij al een
„primus inter pares", en ik bezeer
hem niet zo ik zeg (de tprm is niet
van een van zijn bewonderden) dat
meer en meer „die Welt ist mein
Advertentie l.M
Beproefde hulp bij
verkoudheid voor V«.
der, Moeder en kind
k
dski
ÜP
de toch al te lage bandijken ligt.
zonder pardon verdrinken. Dat zóu
wegwerpen van het kind met het
badwater zijn.
Er zijn verschillende middelen
om dat af te wenden. De bandijken
in Dordrecht kunnen niet worden
thopgehoogd, omdat de ruimte in de
breedte- daarvoor niet aanwezig is.
Ze liggen midden in de stad. Wat
wel kan, is Dordrecht te vangen in
een harnas van vier grote sluizen.
Doch behalve dat dit ongehoorde
bedragen zou vergen, wil Dordrecht
zeehaven blijven. Wanneer het door
sluizen zou worden afgesloten, zou
dat afgelopen zijn, meent de stad.
De waterloop-mensen zien een
andere oplossing en wij menen te
weten, dat zij de minister aldus
hebben geadviseerd: „Laat een grote
dijk leggen tussen Overflakkee en
de Hoekse waard, over het eiland
de Tiengemeten. Dan is de ergste
waterstroom, die door het Haring
vliet binnendringt bedwongen."
Het zou een grootse oplossing
zijn, die bovendien de verloren
Flakkeeërs uit hun isolement zou
verlossen. Zelf hebben ze al aan
geboden op eigen kosten een brug
te bouwen. De dijk zou veel elegan
ter fcijn. Maar of het mogelijk is?
Voorlopig gaat de scheepvaart tus
sen Antwerpen en de Rijn goeddeels
door het Volkerak en het Hollands
Diep. Men behoeft zich geen illus-
sies te maken- wanneer het Haring
vliet bij Tiengemeten zou worden
gedicht, zullen de schepen in het
Volkerak veel krachtiger stromen
moeten overwinnen dan thans. Daar-
cver zouden de Belgen nog wel een
woordje te zeggen hebben. Ook de
afsluiting zal dus niet op zich zelf
kunnen staan
Het Hollands waternet is net als
een schaakbord. Men kan er niet
het geringste pionnetje verzetten,
zonder dat elders een raadsheer of
een toren gevaar loopt. En heel de
waterbouwkundige wereld zoekt
thans naar de steen der wijzen: het
mat m drie zetten.
Feld" op hem van toepassing leek.
De N.R.C. heeft hem in 1920 reis-
correspondent gemaakt. Daarmee
kreeg zijn talent de volle kans. Hij
heeft de wereld in welhaast alle
hoeken doorkruist. Zijn belangstel
ling was letterlijk grenzenloos; zijn
politiek inzicht maakte de kolom
men van „de stercorrespondent" tot
het beste dat de Nederlandse jour
nalistiek toen opleverde. Sinds 1931
begon hij, ook in de N.R.C., „de
Toestand", een dagelijks politiek
overzicht, altijd precies „op lengte",
altijd vol vernuftige interpretaties
en waardevolle toelichting: wie ze
herleest vindt een reeks journalis
tieke juwelen.
O bleef het tot 1937. De was-
sende macht van Hitler (die
Van Blankenstein met z'n dodelijke
pen voortreffelijk te lijf ging) had
in ons land een neiging tot nare,
neutrale voorzichtigheid het aan
zijn gegeven De N.R.C achtte het
tactisch verstandiger zich van Van
Blankenstein te ontdoen. O tempora,
o mores Ook de Haagse Post, die
wekelijks zijn prachtige (maar dan
ook waarlijk niet neutrale) over
zichten bracht zette er een streep
onder. En zo ontstond, tot mijn
vreugde en voordeel, het persoon
lijk contact tussen hem en mij. Ik
redigeerde in die jaren het „Utrechts
Nieuwsblad", dat de strijd tegen de
N.S B. en het Duitse nationaal-so-
cialisme poogde te voeren van prin-
cipieel-Nedcrlands gezichtspunt uit.
Van Blankenstein bleek onmiddel
lijk bereid mee te doen. Mijn toen
malige directeur, de heer J. van
Straten uit Driebergen, worde hier
openlijk geloofd voor de mate van
vrijheid, die hij Van Blankenstein
en mij liet: dat was 'n demonstratie
van Nederland's beste journalistieke
tradities. Drie jaar lang werkten
wij nauw samen. Toen kwèm Hitier.
HET ontslag, dat de commissa
rissen van het U.N. mij direct
na onze capitulatie in Mei 1940
„wegens de gewijzigde omstandig
heden" gaven, bleef van Blanken
stein bespaard: hij was wijselijk op
14 Mei naar Engeland uitgeweken.
Daar heeft hij zich grote verdien
sten verworven door „Vrij Neder
land". een onafhankelijk Nederlands
weekblad, te redigeren. Hij heeft er
ginds de grote tradities van de va
derlandse journalistiek mee hoog
gehouden. Sedert hij in 1945 in het
land terugkeerde en zijn huis in
Wassenaar dat op 15 Mei 1940(!)
al door de Duitsers werd ingere
kend weer had betrokken, is Van
Blankenstein medewerker van ons
blad. Onvermoeid, met een onver
minderde belangstelling en een on
gerepte begaafdheid. Óp zijn ze
ventigste verjaardag reist hij ergens
in Lybië of de Fezzan en onze le
zers profiteren van zijn enorme
zaakkennis en zijn ontledend ver
mogen.
Deze Nederlandse journalist is te
groot dan dat hij op „onopgemerkt"
blijven aanspraak kan maken. Inte
gendeel welbewust en met ge
voelens van vreugde en van vriend
schap heb ik hem in de zon gezet,
waarvan hij de warmte verdiend
heeft en die hem, alles bijeen ge
nomen, naar ik hoop niet minder
goed zal doen dan de zengende Afri
kaanse. waaronder hij zijn verjaar
dag viert.
G. J. VAN HEUVEN
GOEDHART.
Het is Woensdag 21 Juni tien jaar
geleden dat Marsman is omgekomen
doordat de boot. waarmede hii pro
beerde uit Frankrijk naar Lissabon
te komen, op een mijn stootte en
verging. Met een zeldzaam voorko
mende helderziendheid of liever
voorziendheid heeft hij reeds in een
gedicht van vóór 1933, getiteld
„Maannacht", nauwkeurig dit einde
beschreven gelijk het zich heeft toe
gedragen.
H. Marsman was het prototype
van de jonge dichter toen ik hem,
nog in zijn eerste jeugd en opgang,
leerde kennen. Alleen Shelley mis
schien beantwoordde in die mate
aan de romantische voorstelling van
het beeld, dat de eeuwen hebben ge
boetseerd naar die ideale godenge-
lijke figuur van de jonge dichter.
Zijn uiterlijk heeft hij beschreven in
het gedicht „Zelfprotret van J. F."
waarin hij weer verwerkt heeft een
beschrijving van zijn uiterlijk, gelijk
die in een critick van de N.R.C. was
ondernomen.
Dichten was voor Marsman iden
tiek met leven. Het creatieve had hij
nodiger dan brood en hij was in de.
letterlijke zin ziek wanneer enige
tijd het scheppende in hem niet tot
uiting kwam: hij moest dan het bed
houden en zijn lichamelijke zwak
heid kreeg de overhand op zijn ster
ke geest. Want zijn geestkracht was
groot, maar zo eruptief, zo fel
Kekkonen te Moskou met
muziek ontvangen
MOSKOU De Finse premier, dr
Urho Kekkonen, die te Moskou een
nieuwe handelsovereenkomst tussen
Finland en de Sowjet-Unie zal te
kenen, is bij zijn aankomst in deze
stad door Andrei Gromyko, onder
minister van buitenlandse zaken,
Mensjikof, de nieuwe minister voor
buitenlandse handel, en Mikoyan, lid
van het politieke bureau van de
communistische partij ontvangen.
Het station was met vlaggen ver
sierd. Een militair orkest speelde de
volksliederen van beide landen en
een erewacht stond op het perron
opgesteld.
Hieronder volgt een
fragment uit het verslag
dat de „Levant Herald"
publiceerde over de of
ficiële Turkse nasporin
gen van 1883 naar de
resten van de ark.
„Wij hebben van on
ze correspondent te
Trebizonde bericht ont-
betreffende de
achtige voorwerp reeds verbrokkeld aan. de
bijna zes jaar gezien, hoeken, alsof het door
maar zij durfden het uit de morainen (glet-
bijgelovige vrees niet te schcrwaldammen) be
naderen. daar het alge- schadigd was geduren-
meen geloofde gerucht de de langzame daling
a neer
terugkomst van de
Commissarissen, die
van de Turkse regering
de opdracht hebben ge
kregen om een onder
zoek in te stellen naar
de gerapporteerde ver
nielingen door lawines
in Mosul, Ashak cn
Bayazid, en om de
zwaargetroffen bewo
ners in de valleien van
liep, dat vreemde stem
men binnenin gehoord
werden cn men zegt. dat
een, die meer dan de
anderen durfde, een
geest van een woest
uiterlijk had zien kijken
uit een opening of deur
in het bovenste deel van
het bouwsel.
ZWARTE MASSA
De Commissarissen,
vergezeld van hun assi
stenten, besloten om dit
te onderzoeken, daar de
bewoners absoluut wei
gerden om zelfs de om-
het Ararat-gebergte, die geving van de gletscher,
zo bitter geleden heb- waar het schip zat vost-
aBh
DEZE ACHTTIENJARIGE STU
DENT uit Den Haag, ..onze jong
ste correspondent", die de expe
ditie van de Amerikaanse onder
zoeker dr Aaron Smith naar de
berg Ararat meemaakt om naar
de resten van de ark van Noach
te zoeken, schrijft hierbij zijn
eerste artikel voor Het Parool".
ben van de ongewone
koude van het seizoen,
te helpen.
De expeditie deed een
ontdekking, die voor
heel de beschaafde we
reld van belang zal zijn.
want te midden van een
van de afgronden 'op de
berg Ararat, kwam zij
bij 'n gigantisch bouw
werk van zeer donker
hout. dat vastgeklemd
zat aan de voet van een
van de gletschers, waar
van een deel vooruit
stak, en waarvan men
gelooft, dat het niets
anders is dan de oude
ark waarin Noach cn
zijn gezin over de wate
ren van de Zondvloed
voeren. De plek, waar
de ontdekking werd ge
daan, ligt op een af
stand van vijf dagen
gaans van Trebizonde,
in het vilayet Van, in
Armenië, vier mijl van
de Perzische grens ver
wijderd.
De bewoners van
Bayazid, dat ongeveer
een mijl hier vandaan
ligt. hadden dit raadsel-
an de gletscher vanaf
de hoge toppen, die
achter, deze vallei tot
17.000 voet reiken, een
proces dat duizenden
jaren geduurd rpoet
hebben, indien men de
natuur van het land en
het langzame tempo,
waarmee deze glet
schers zich voortbewe
gen. in aanmerking
neemt. Het vooruitste
kende gedeelte scheen
ongeveer 40 tot 50 voet
hoog, maar men kon
niet schatten, hoever
het in dc gletscher
doorliep. Nadat men
door een van de gebro
ken hoeken was binnen
gekomen, vonden de on
derzoekers het groten
deels gevuld met ijs.
Van binnen was het In
afdelingen verdeeld met
een hoogte van twaalf
tot vijftien voet. Slechts
in drie hiervan kon men
komen door de grote
massa sneeuw waarmee
het gevuld Was en ook
vanwege hun vrees, dat
het schip met de over
hangende massa van de
glctsehcr naar beneden
zou storten.
De Commissarissen,
van hout, bij wie zich een Engels-
dat niet.in deze gebie- man bevond, kapitein
geklemd, te naderen. De
weg voerde door een
dicht bos cn de onder
zoekers waren gedwon
gen om de loop van de
stroom te volgen, waar
bij men soms lot dc
borst in het water
stond, dat bijzonder
koud was, daar het van
dc smeltende gletscher
kwam. Ten slotte wer
den zij beloond door het
zien van een grote,
zwarte massa, die 20 of
30 voet van de glet
scher vooruitstak, aan
dc linkerzijde van het
ravijn. Zij zagen, dat het
gemaakt was vïyi hout,
den groeit, niet dichter
bij dan in de warme
streken van de
Euphraat, waar dc be
woners het „izim" noe
men, naar men zegt het
gooherhout van de
Schriftuur. Het was
Cascoyne, vroeger ver
bonden aan de Britse
Ambassade in deze stad.
cn welbekend als een
wetenschappelijk onder
zoeker, zijn er van over
tuigd, dat het de Ark
van Noach is en zij ver
goed bewaard gebleven, dedlgen deze bewering
aan de buitenkant met door te verklaren, dat
een donkerbruin pig- de ark te midden
ment bedekt en stevig van sneeuw en ijs uit
getrouwd. stekend bewaard is ge-
Het was grotendeels bleven."
OP ZOEK NAAR DE ARK VAN NOACII
„De wateren namen af op het einde van
de honderdvijftigste dag. En de ark rustte
in dc zevende maand, op de zeventiende
dag der maandop de bergen van Ararut."
(Genesis)
TIJEMELHOOG verheft zich in het Oos-
ten van Turkije, aan de Turks-Russi
sche grens, de berg Ararat, waarop volgens
velen tientallen eeuwen geleden het schip
van Noach is blijven steken. En inderdaad
zou geen andere berg een eerbiedwaardiger
verblijf kunnen bieden aan dit vaartuig,
waaraan de mensheid in ruim 600 zond-
vloed-sagen de herinnering heeft bewaard.
In het bijbelboek Genesis wordt de
plaats waar de ark strandde „bergen van
Ararat" genoemd. Met Ararat bedoelt men
hier dan het oude koninkrijk Uratu, het
tegenwoordige Armenië, waarvan de ge
lijknamige Ararat de hoogste top vormt.
Zowel de Mohammedanen als de verschil
lende secten der Christenen in het Midden-
Oosten geloven, dat de overblijfselen van
de ark nog steeds rusten op de 5200 meter
hoge Grote Ararat, die te zamen met de
1300 meter lagere Kleine Ararat het drie
landenpunt vormt, waar Turkije, de
Sowjet-Unie en Iran aan elkaar grenzen.
De Armeniërs hebben een diepe eerbied
voor deze berg, die door hen
als „heilig en onaantastbaar"
wordt beschouwd. De achttien-
de-eeuwse Franse reiziger
Tournefort vermeldde, dat het
aan de omwonenden verboden
was de berg te bestijgen. Ook
was men gewoon bij het aan
schouwen van de top neer "te
knielen en een kruis te slaan
Deze eerbied voor de berg was
de voornaamste reden, dat de
top van de Grote Ararat pas in
1829 werd bereikt.
DE BERG ARARAT
DIGORO
kagyzmani
O
o markarao
eleskirt
ARARAT
O
diadin
onazik
SOVJET-REPUBLIEK
leninakan
-V
-ji ^^Sevanqa-
Ar
oeriwan
ÖARAUK
VPELT-PA
tilrk'^5^-r~k oteheran
ZtólJo PERZIÈ
Het was de Duitser dr Friedrich
Parrot, die in dienst van de tsaar
van Rusland deze en andere expedi-
dat ze sléchts bij vlagen kon uit
barsten en hem dan vaak in uitge
putte toestand achterliet. Hij kende
geen compromis ten aanzien van wat
voor hem de kern was van het le
ven.
In een opstel in het Marsman-her
denkingsnummer van „Criterium",
September 1940 verschenen, heb ik
door
"A
Victor E. van Vriesland
getracht een ontleding te geven van
zijn letterkundige betekenis en po
sitie en van zijn eigenaardige hou
ding ten aanzien van de cultuurtra
ditie. een houding die in „Tempel en
Kruis", zijn geestelijk testament, zo
ingrijpend is gewijzigd.
Hier in dit korte woord past
slechts de persoonlijke herinneringen
aan een mens die met onblusbare
rleef drift en de edele woestheid van
hevig en volledig en ongebreideld, een onverwelkbare en heftige, tege
lijk vernieuwende cn scheppende
jeugd, tot aan zijn jonge dood op
40-jarige leeftijd voortdurend op de
meest onbaatzuchtige en geconcen
treerde wijze leefde voor de poëzie
in haar hoogste cn meest trotse be
tekenis. Dc radicaalheid waarmede
hij zijn vroegste verlangens afsneed,
toen bleek dat hen de jongeren die
hij had willen wekken geen weg
kon wijzen en in hun inertie geen
weerklank vond en geen vonk kon
ontsteken, deze teleurstelling heeft
haar troost gevonden in het besef,
dat hij onwrikbaar de eigen en nood
zakelijke weg is gegaan. De weg van
een volkomen zuiverheid en van een
fanatieke worsteling om echtheid en
essentie, Waar, onder de jongeren
van thans, vindt men nog zo een ka
rakter? Het stompzinnig gezwam
over aesthetica. waar hij wel eens
het voorwerp van was. wordt te
weerzinwekkender omdat zijn ge
hele dicht-oeuvre juist op dat karak
ter heeft berust.
Wie hem na hebben gestaan zullen
hem in hun gedachten houden. Ik
eindig bij voorkeur met de woorden
die ik in bedoeld opstel in „Criteri
um" gebruikte en die. na zijn levens
wil en levenshonger na zijn intensi
teit en essentieel dichterschap-als-
karakterstructuur, iets wezenlijks in
Hcnny Marsman raken, wanneer zi]
spreken over de hartelijke, kinder
lijke en als rotsgrond betrouwbare
vriend.
ties organiseerde. In zijn boek „Rei-
se zum Ararat" schrijft hij, dat het
zeer goed mogelijk is, dat er zich
nog resten van de ark bevinden in
de uitgestrekte sneeuwvelden hoog
op de berg. Hamilton, -een Engelse
onderzoeker, die dc Ararat kort na
Parrot bezocht, achtte de ringen van
zeeschelpen op een hoogte van dui
zenden meters rond de Ararat reeds
een voldoende bewijs, dat er in deze
streken eens een geweldige over
stroming heeft plaats gevonden.
Talrijke klassieke schrijvers geven
in hun werken bijzonderheden over
de Ark van Noach. Zo schrijft Nico
las Damascenus (30 v. Chr „Er is
een grote berg in Armenië, voorbij
Minyas, Bans geheten, waarop, naar
men zegt, velen die ten tijde van de
Zondvloed daarheen vluchtten, wer
den gered. Ook zegt men, dat iemand,
die daarheen werd gedreven in een
ark, op de top van die berg landde
en dat de resten van het hout lange j
tijd bewaard bleven. Dit zou de man 1
kunnen zijn, over wie Mozes, de
wetgever der Joden schreefHet
woord Baris betekent schip. Ook
Flavius Josephus. in later lijd Ben
jamin van Tudela en Marco Polo,
noemen de Ararat als de rustplaats
van do ark.
Een Nederlander, Jan Slruys, be
zocht de Ararat in 1670. Struys ge
nas daar een monnik van een breuk
en deze laatste gaf hem als blijk van
dankbaarheid een kruis, gemaakt
van hout uit de ark, en een stuk
van dc rots. waarop de ark zou lig
gen. Hierbij werd nog een certifi
caat gevoegd, waarin dit alles werd
bevestigd.
In 1883 ontdekte een expeditie, die
door de Turkse regering was uitge
zonden om op de Ararat een onder
zoek in te stellen naar aardstortin
gen. de voorsteven van een zeer oud
schip. De vorm van de sneeuw toon
de echter aan, dat deze voorsteven
slechts een kleine vooruitstekende
punt was van een geweldig groot
vaartuig. Slechts een klein gedeelte
kon betreden worden, daar het schip
van binnen met ijs gevuld was. Vele
Engelse en Amerikaanse bladen ga
ven uitvoerige berichten over deze
vondst cn ook twee Nederlandse
bladen gaven een kort bericht hier
over. Het te Istanboel verschijnende
blad „Levant Herald" publiceerde
een uitvoerig verslag, dat wij hier
bij afdrukken.
Naar aanleiding van deze berich
ten besloot men een expeditie te or
ganiseren, doch men kon de Ararat
niet meer bereiken door de kort
EEN DRIELANDENPUNT, daar
ivaar de grenzen van Turkije, de
Sowjet-Unie en Perzië elkaar
ontmoeten, Is de plaats waar de
Amerikaanse archeoloog dr Aaron
Smith wil zoeken naar de resten
van dc ark van Noach. Ditmaal
heeft de Turkse regering de toe
stemming verleend die eerder
werd geweigerd nadat Turkije's
machtige buur de Sowjet-Unie,
bezivaren had gemaakt omdat de
expeditie van dr Smith „spion-
nage" aan de Russische grenzen
zou beogen.
NJ
hierna losbrekende guerilla, waar
mee de Armeniërs zich tegen de
Turken keerden.
Enige jaren eerder, in 1876, was de
bekende Engelse ontdekkingsreiziger
James Brycc naar de Ararat getrok
ken, waar hij op een hoogte van
4P.00 meter een stuk gopherhout (de
houtsoort waarvan de ark volgens
Genesis gemaakt zou zijn) ontdekte,
met een lengte van vier el en dezelf
de dikte. Het lag midden in het ijs
en was volkomen versteend, zodat
hij slechts een klein stuk van dit
brok hout af kon bikken. Volgens
Bryce had niemand een dergelijk
groot blok naar boven kunnen voe
ren en daarom nam hij aan, dat het
een fragment van dc ark of een an
der schip geweest zou zijn.
Sinds die tijd zou de ark nog ge
zien zijn door twee Russische pilo
ten. die in 1916 een verkennings
vlucht boven de Ararat uitvoerden
en ten slotte is daar ook nog het
verhaal van een Koerdische boer.
Resjit geheten, die de ark in 1948
zou hebben gezien, maar de fantasie
speelt bij de Oosterse volken een
grote rol, zodat wij geen geloof aan
dergelijke „ontdekkingen" mogen
hechten.
Zullen wij de ark deze zomer
ontdekken? Wij kunnen er slechts
naar gissen.
Mochten wij iets vinden, dan zou
dit een van de grootste archaeologi-
sche vondsten van alle tijden zijn,
waardoor tevens het tastbare be
wijs zou zijn te leveren, dat het in
Genesis opgetekende zondvloedver-
haal niet is voortgesproten uit de
fantasie, maar de historische weer
gave vormt van de grootste ramp, die
de mensheid ooit heeft getroffen en
waarvan de primitieve volken in
de uithoeken van onze aarde nog al
tijd tot in details de bijzonderheden
verhalen. HANS ROOZEN.