Al eerder was de berg Ararat doel van expedities \tt - j Ing Brede eruditie en „het derde oog kenmerken Nederlands grootste journalist enieurs willen de zee terugdringen Herinneringen aan H. Marsman Dr M. VAN BLANKENSTEI N 70 JAAR Verjaardag onder Afrika's tropenzon DAMPO ..Bijgeloof verhinderde nadering van ark door omwonenden Zeeschelpen op hoogte van duizenden meters -rdag 10 Juni 1950 5 I^AT is gemeen van je," zal mjjn vriend dr M. van Blankenstein brom- men, wanneer ergens in Afrika, waar hij op het ogenblik voor ons blad rondzwerft, de courant met dit stukje in zijn handen mocht vallen. En ik erken nederig, dat ik misbruik van de gelegenheid maak: Van Blan kenstein heeft zich, „door de vlucht", aan alle huldebetoon op 13 Juni, de dag, waarop hy zeventig wordt, onttrokken en my ervan verwittigd, dat hij die datum „onopgemerkt" wil laten voorbijgaan. Ik heb mij op de vlakte gehouden, wel wetende, dat het eenvoudig niet aangaat, de zeventigste verjaardag van de grootste der levende Nederlandse journalisten maar te vergeten DE grootste? Ik schrijf die qualificatie neer na rustig overwegen en een imaginaire rondtoer over de journalistieke kaart van dit vaderland. Ja. van allen die er nog zijn, en in de tijd uitgedrukt van de laatste halve eeuw is Van Blankenstein bepaaldelijk en heel duidelijk de grootste. Hij dankt dat vooral aan drie eigenschappen: een brede en diepe eruditie, een ongemeen groot politiek combinatie talent, een nimmer aflatende, alles doordringende en door een weten schappelijk verantwoordelijkheidsgevoel gecontroleerde belangstelling. Geheel afgesloten kust zou Holland afdoende beschermen (Van een onzer verslaggevers) DELFT. Onlangs stonden we met een niet onbelangrijk Nederlander die in water en zand doet, voor een machtige kaart van ons goede vaderland. Minuten lang had hy met half dichtgeknepen ogen naar het blauw en groen in het Westen staan turen. Toen greep hij een stok, richtte de punt op Hoek van Holland en liet de stok langzaam zakken precies langs de uiterst westelijke hoekjes van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden tot de kust van Zeeuws-Vlaandercn, ergens ten Wes ten van Breskens. ,;Eens zal dat allemaal dicht zijn! En ,eens' is j niet meer zo ver van vandaag. Een enorme dijk, geen zeegaten meer, geen zout water meer, dat tot diep in het land de cul tuurgrond verwoest." En hij maakte een verliefd gebaar naar de lyn, die hij in gedachte reeds op de kaart zag staan. In Delft denkt men in grote lijnen Het is overigens goed te beden- Iken, dat tussen bestuderen en uit roeren van dergelijke gigantische objecten gemeenlijk enige tijd I pleegt te verlopen. De drooglegging Ivan de Zuiderzee is een project uit het laatst van de negentiende eeuw. IWe zijn daarmee nu nog niet hal verwege. Onze water- en zandman denkt over grote lijnen Voorlopig lebben we echter met kleinere be- ginnetjes te maken. Of het in de ■resterende jaren van deze eeuw nog zal komen tot een algehele afslui- ting van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse zeeboezems staat nog al- ■lerminst vast. Grote mannen op het ■gebied van de waterbouw- en wa- [lerloopkunde zien de mogelijkheid, ■cat de Westerschelde ooit nog eens ■ral worden afgesloten en dat Ant werpen evenals Amsterdam en ■misschien zelfs Rotterdam achter ■een groot sluiswérk zal komen te liggen. Maar men bedenke slechts W'3t de politieke problemen zijn, die daarmee samenhangen, om te be laften. dat als het ooit gebeuren |r<ju, er eerst toch nog heel wat wa iter door al die boezems stromen zal. Houden we ons daarom bjj de [realiteiten. Het zeewater dringt met [itdere vloed tot diep in het hart n Holland. Het dringt bovendien weerstaanbaar onder de Holland- e duinenbarrière door en het brak- Dordrecht en de Biesbos in vogel- [i'Iucht? Jawel, van twee meter hoog- |f? genomen. Een deel van de na- m'nirgetrouwe maquette van de Ne therlands grote waterwegen, zoals [dat in het Delftse waterloopkundige [laboratorium voor studie-doeleinden neergelegd. Hier wordt nauwkeu- ■rcg geweten, welke gevaren het Ne- [o'erlrmdse land ooit kunnen bedrei- |(ian, en ook, hoe wij nieuw land [kunnen, winnen, zonder dat elders [natuurrampen zullen ontstaan. In [bef centrum van deze onderzoekin- min staat thans de drooglegging van 1de Biesbos, Nederlands water-long. 'Op de voorgrond de waterwegen ntuatie bij Dordrecht, die precair Ijou worden indien men het alleen lu|j bedijking van de Biesbos zou (hfen, (Eigen foto) ke grondverwoestend water kan daar hoger naar de oppervlakte stij gen, doordat meer Oostelijk het zoete water langzaamaan al is te ruggedrongen. In een land, waar iedere vierkante meter grond een maximum aan landbouwproducten moet opleveren om een veel te grote bevolking in leven te kunnen hou den, is dat een acuut en ernstig gevaar. Daarom, dat zoute water moet er uit. De zee móét worden terug ge drongen en al zal de kust Voorlopig niet van de Hoek tot Breskens kun nen worden afgesnoerd, er zal reeds nu een begin gemaakt moeten wor den. Dat is er trouwens. De Brielse Maas gaat op 17 Augustus dicht. En reeds hebben de plannen tot droog legging van de Biesbos vaste vor men aangenomen In professor Thysse's waterloop kundig laboratorium in Delft, ligt op de grond, vele tientallen meters lang, een platte grond van het Ne derlandse water. Een natuurgetrou we copy in cement, leem, puim- steenschraapsel en ijzer. De zeeboe zems, dijken, en rivieren, van de Hoek tot Lobith. Grote pompen ja gen van twee kanten water door dit stromendal. Een pomp bij Lo bith zorgt voor het water uit de bergen. Een pomp in de Noordzee voor vloeden en springvloeden. Pro fessor Thysse heeft ons daar de ge volgen V3n een superstorm laten zien, erger dan de St. Elizabeths vloed van 1421, waarbij meer dan honderdduizend mensen verdronken Dat is geen grapje. „Een beschaafd land behoort zijn be\ eiligingsmaat- regelen zo te nemen, dat ze afdoen de blijken ook voor die uitzonde ringsgevallen, die eens in de drie honderd jaar voorkomen," zei pro fessor Thysse. Hoog liep het water dat een jon ge Delftse studente stellig Eliza beth geheten met een handom draai opstuwde, over polders en hoge dijken. De Biesbos was een groot meer geworden. Dat was het ergste niet. „Kijk", zei een van onze begelei ders," straks gaat die Biesbos dicht. De plannen zijn daarvoor al uitge werkt. Maar stel dat die Biesbos nu was afgesloten. Dat water zou er gens moeten blijven." De man wees op Dordrecht. Als het alleen bij het indijken van de./ Biesbos zou blijven, zou Dordrecht, waar een deel van de stad buiten ET EN brede en diepe eruditie. -*—■Hoezeer de journalist dan ook méér „geboren" dan „gemaakt" moge worden, zonder achtergrond zal hij de hoogten van het vak moeilijk of niet bereiken. Van Blan kenstein heeft (cn hoe?) letteren gestudeerd in Leiden, in Kopenha gen, in Berlijn. In 1911 promoveer de hij op een taalkundig onder werp. Nooit heeft zijn taalbelang- stelling hem verlaten. Zijn in de oorlog verloren gegane kostbare bibliotheek getuigde ervan, zijn huidige (bij is weer verwoed aan het verzamelen gegaan) evenzeer Dat doorzetten van wetenschappelijk werk voor een journalist uitermate belangrijk is wie zal het ontken nen? De beslissende factor ligt niet in het onderwerp, maar in het ge traind blijven van de wetenschappe lijke zin. in de onrust, die die zin in een mens onderhoudt totdat hij al thans het voorlaatste vraagteken heeft weggewerkt. AL in Kopenhagen begon Van Blankenstein zijn journalistiek werk voor de Nieuwe Rotterdamse Courant, blad dat hij trouw bleef totdat het hem ontrouw werd. Maar pas in 1909, als hij zich in Berlijn vestigt, komt die tweede grote jour nalistieke eigenschap, dat wonder lijke politieke combinatietalent, tot volle ontplooiing. Hij .blijkt „het derde oog" te hebben, dat de ver bindingen ziet en hem in staat stelt, de verklaring voor ogenschijnlijke vreemdigheden te geven. In zijn Berlijnse jaren wordt hij al een „primus inter pares", en ik bezeer hem niet zo ik zeg (de tprm is niet van een van zijn bewonderden) dat meer en meer „die Welt ist mein Advertentie l.M Beproefde hulp bij verkoudheid voor V«. der, Moeder en kind k dski ÜP de toch al te lage bandijken ligt. zonder pardon verdrinken. Dat zóu wegwerpen van het kind met het badwater zijn. Er zijn verschillende middelen om dat af te wenden. De bandijken in Dordrecht kunnen niet worden thopgehoogd, omdat de ruimte in de breedte- daarvoor niet aanwezig is. Ze liggen midden in de stad. Wat wel kan, is Dordrecht te vangen in een harnas van vier grote sluizen. Doch behalve dat dit ongehoorde bedragen zou vergen, wil Dordrecht zeehaven blijven. Wanneer het door sluizen zou worden afgesloten, zou dat afgelopen zijn, meent de stad. De waterloop-mensen zien een andere oplossing en wij menen te weten, dat zij de minister aldus hebben geadviseerd: „Laat een grote dijk leggen tussen Overflakkee en de Hoekse waard, over het eiland de Tiengemeten. Dan is de ergste waterstroom, die door het Haring vliet binnendringt bedwongen." Het zou een grootse oplossing zijn, die bovendien de verloren Flakkeeërs uit hun isolement zou verlossen. Zelf hebben ze al aan geboden op eigen kosten een brug te bouwen. De dijk zou veel elegan ter fcijn. Maar of het mogelijk is? Voorlopig gaat de scheepvaart tus sen Antwerpen en de Rijn goeddeels door het Volkerak en het Hollands Diep. Men behoeft zich geen illus- sies te maken- wanneer het Haring vliet bij Tiengemeten zou worden gedicht, zullen de schepen in het Volkerak veel krachtiger stromen moeten overwinnen dan thans. Daar- cver zouden de Belgen nog wel een woordje te zeggen hebben. Ook de afsluiting zal dus niet op zich zelf kunnen staan Het Hollands waternet is net als een schaakbord. Men kan er niet het geringste pionnetje verzetten, zonder dat elders een raadsheer of een toren gevaar loopt. En heel de waterbouwkundige wereld zoekt thans naar de steen der wijzen: het mat m drie zetten. Feld" op hem van toepassing leek. De N.R.C. heeft hem in 1920 reis- correspondent gemaakt. Daarmee kreeg zijn talent de volle kans. Hij heeft de wereld in welhaast alle hoeken doorkruist. Zijn belangstel ling was letterlijk grenzenloos; zijn politiek inzicht maakte de kolom men van „de stercorrespondent" tot het beste dat de Nederlandse jour nalistiek toen opleverde. Sinds 1931 begon hij, ook in de N.R.C., „de Toestand", een dagelijks politiek overzicht, altijd precies „op lengte", altijd vol vernuftige interpretaties en waardevolle toelichting: wie ze herleest vindt een reeks journalis tieke juwelen. O bleef het tot 1937. De was- sende macht van Hitler (die Van Blankenstein met z'n dodelijke pen voortreffelijk te lijf ging) had in ons land een neiging tot nare, neutrale voorzichtigheid het aan zijn gegeven De N.R.C achtte het tactisch verstandiger zich van Van Blankenstein te ontdoen. O tempora, o mores Ook de Haagse Post, die wekelijks zijn prachtige (maar dan ook waarlijk niet neutrale) over zichten bracht zette er een streep onder. En zo ontstond, tot mijn vreugde en voordeel, het persoon lijk contact tussen hem en mij. Ik redigeerde in die jaren het „Utrechts Nieuwsblad", dat de strijd tegen de N.S B. en het Duitse nationaal-so- cialisme poogde te voeren van prin- cipieel-Nedcrlands gezichtspunt uit. Van Blankenstein bleek onmiddel lijk bereid mee te doen. Mijn toen malige directeur, de heer J. van Straten uit Driebergen, worde hier openlijk geloofd voor de mate van vrijheid, die hij Van Blankenstein en mij liet: dat was 'n demonstratie van Nederland's beste journalistieke tradities. Drie jaar lang werkten wij nauw samen. Toen kwèm Hitier. HET ontslag, dat de commissa rissen van het U.N. mij direct na onze capitulatie in Mei 1940 „wegens de gewijzigde omstandig heden" gaven, bleef van Blanken stein bespaard: hij was wijselijk op 14 Mei naar Engeland uitgeweken. Daar heeft hij zich grote verdien sten verworven door „Vrij Neder land". een onafhankelijk Nederlands weekblad, te redigeren. Hij heeft er ginds de grote tradities van de va derlandse journalistiek mee hoog gehouden. Sedert hij in 1945 in het land terugkeerde en zijn huis in Wassenaar dat op 15 Mei 1940(!) al door de Duitsers werd ingere kend weer had betrokken, is Van Blankenstein medewerker van ons blad. Onvermoeid, met een onver minderde belangstelling en een on gerepte begaafdheid. Óp zijn ze ventigste verjaardag reist hij ergens in Lybië of de Fezzan en onze le zers profiteren van zijn enorme zaakkennis en zijn ontledend ver mogen. Deze Nederlandse journalist is te groot dan dat hij op „onopgemerkt" blijven aanspraak kan maken. Inte gendeel welbewust en met ge voelens van vreugde en van vriend schap heb ik hem in de zon gezet, waarvan hij de warmte verdiend heeft en die hem, alles bijeen ge nomen, naar ik hoop niet minder goed zal doen dan de zengende Afri kaanse. waaronder hij zijn verjaar dag viert. G. J. VAN HEUVEN GOEDHART. Het is Woensdag 21 Juni tien jaar geleden dat Marsman is omgekomen doordat de boot. waarmede hii pro beerde uit Frankrijk naar Lissabon te komen, op een mijn stootte en verging. Met een zeldzaam voorko mende helderziendheid of liever voorziendheid heeft hij reeds in een gedicht van vóór 1933, getiteld „Maannacht", nauwkeurig dit einde beschreven gelijk het zich heeft toe gedragen. H. Marsman was het prototype van de jonge dichter toen ik hem, nog in zijn eerste jeugd en opgang, leerde kennen. Alleen Shelley mis schien beantwoordde in die mate aan de romantische voorstelling van het beeld, dat de eeuwen hebben ge boetseerd naar die ideale godenge- lijke figuur van de jonge dichter. Zijn uiterlijk heeft hij beschreven in het gedicht „Zelfprotret van J. F." waarin hij weer verwerkt heeft een beschrijving van zijn uiterlijk, gelijk die in een critick van de N.R.C. was ondernomen. Dichten was voor Marsman iden tiek met leven. Het creatieve had hij nodiger dan brood en hij was in de. letterlijke zin ziek wanneer enige tijd het scheppende in hem niet tot uiting kwam: hij moest dan het bed houden en zijn lichamelijke zwak heid kreeg de overhand op zijn ster ke geest. Want zijn geestkracht was groot, maar zo eruptief, zo fel Kekkonen te Moskou met muziek ontvangen MOSKOU De Finse premier, dr Urho Kekkonen, die te Moskou een nieuwe handelsovereenkomst tussen Finland en de Sowjet-Unie zal te kenen, is bij zijn aankomst in deze stad door Andrei Gromyko, onder minister van buitenlandse zaken, Mensjikof, de nieuwe minister voor buitenlandse handel, en Mikoyan, lid van het politieke bureau van de communistische partij ontvangen. Het station was met vlaggen ver sierd. Een militair orkest speelde de volksliederen van beide landen en een erewacht stond op het perron opgesteld. Hieronder volgt een fragment uit het verslag dat de „Levant Herald" publiceerde over de of ficiële Turkse nasporin gen van 1883 naar de resten van de ark. „Wij hebben van on ze correspondent te Trebizonde bericht ont- betreffende de achtige voorwerp reeds verbrokkeld aan. de bijna zes jaar gezien, hoeken, alsof het door maar zij durfden het uit de morainen (glet- bijgelovige vrees niet te schcrwaldammen) be naderen. daar het alge- schadigd was geduren- meen geloofde gerucht de de langzame daling a neer terugkomst van de Commissarissen, die van de Turkse regering de opdracht hebben ge kregen om een onder zoek in te stellen naar de gerapporteerde ver nielingen door lawines in Mosul, Ashak cn Bayazid, en om de zwaargetroffen bewo ners in de valleien van liep, dat vreemde stem men binnenin gehoord werden cn men zegt. dat een, die meer dan de anderen durfde, een geest van een woest uiterlijk had zien kijken uit een opening of deur in het bovenste deel van het bouwsel. ZWARTE MASSA De Commissarissen, vergezeld van hun assi stenten, besloten om dit te onderzoeken, daar de bewoners absoluut wei gerden om zelfs de om- het Ararat-gebergte, die geving van de gletscher, zo bitter geleden heb- waar het schip zat vost- aBh DEZE ACHTTIENJARIGE STU DENT uit Den Haag, ..onze jong ste correspondent", die de expe ditie van de Amerikaanse onder zoeker dr Aaron Smith naar de berg Ararat meemaakt om naar de resten van de ark van Noach te zoeken, schrijft hierbij zijn eerste artikel voor Het Parool". ben van de ongewone koude van het seizoen, te helpen. De expeditie deed een ontdekking, die voor heel de beschaafde we reld van belang zal zijn. want te midden van een van de afgronden 'op de berg Ararat, kwam zij bij 'n gigantisch bouw werk van zeer donker hout. dat vastgeklemd zat aan de voet van een van de gletschers, waar van een deel vooruit stak, en waarvan men gelooft, dat het niets anders is dan de oude ark waarin Noach cn zijn gezin over de wate ren van de Zondvloed voeren. De plek, waar de ontdekking werd ge daan, ligt op een af stand van vijf dagen gaans van Trebizonde, in het vilayet Van, in Armenië, vier mijl van de Perzische grens ver wijderd. De bewoners van Bayazid, dat ongeveer een mijl hier vandaan ligt. hadden dit raadsel- an de gletscher vanaf de hoge toppen, die achter, deze vallei tot 17.000 voet reiken, een proces dat duizenden jaren geduurd rpoet hebben, indien men de natuur van het land en het langzame tempo, waarmee deze glet schers zich voortbewe gen. in aanmerking neemt. Het vooruitste kende gedeelte scheen ongeveer 40 tot 50 voet hoog, maar men kon niet schatten, hoever het in dc gletscher doorliep. Nadat men door een van de gebro ken hoeken was binnen gekomen, vonden de on derzoekers het groten deels gevuld met ijs. Van binnen was het In afdelingen verdeeld met een hoogte van twaalf tot vijftien voet. Slechts in drie hiervan kon men komen door de grote massa sneeuw waarmee het gevuld Was en ook vanwege hun vrees, dat het schip met de over hangende massa van de glctsehcr naar beneden zou storten. De Commissarissen, van hout, bij wie zich een Engels- dat niet.in deze gebie- man bevond, kapitein geklemd, te naderen. De weg voerde door een dicht bos cn de onder zoekers waren gedwon gen om de loop van de stroom te volgen, waar bij men soms lot dc borst in het water stond, dat bijzonder koud was, daar het van dc smeltende gletscher kwam. Ten slotte wer den zij beloond door het zien van een grote, zwarte massa, die 20 of 30 voet van de glet scher vooruitstak, aan dc linkerzijde van het ravijn. Zij zagen, dat het gemaakt was vïyi hout, den groeit, niet dichter bij dan in de warme streken van de Euphraat, waar dc be woners het „izim" noe men, naar men zegt het gooherhout van de Schriftuur. Het was Cascoyne, vroeger ver bonden aan de Britse Ambassade in deze stad. cn welbekend als een wetenschappelijk onder zoeker, zijn er van over tuigd, dat het de Ark van Noach is en zij ver goed bewaard gebleven, dedlgen deze bewering aan de buitenkant met door te verklaren, dat een donkerbruin pig- de ark te midden ment bedekt en stevig van sneeuw en ijs uit getrouwd. stekend bewaard is ge- Het was grotendeels bleven." OP ZOEK NAAR DE ARK VAN NOACII „De wateren namen af op het einde van de honderdvijftigste dag. En de ark rustte in dc zevende maand, op de zeventiende dag der maandop de bergen van Ararut." (Genesis) TIJEMELHOOG verheft zich in het Oos- ten van Turkije, aan de Turks-Russi sche grens, de berg Ararat, waarop volgens velen tientallen eeuwen geleden het schip van Noach is blijven steken. En inderdaad zou geen andere berg een eerbiedwaardiger verblijf kunnen bieden aan dit vaartuig, waaraan de mensheid in ruim 600 zond- vloed-sagen de herinnering heeft bewaard. In het bijbelboek Genesis wordt de plaats waar de ark strandde „bergen van Ararat" genoemd. Met Ararat bedoelt men hier dan het oude koninkrijk Uratu, het tegenwoordige Armenië, waarvan de ge lijknamige Ararat de hoogste top vormt. Zowel de Mohammedanen als de verschil lende secten der Christenen in het Midden- Oosten geloven, dat de overblijfselen van de ark nog steeds rusten op de 5200 meter hoge Grote Ararat, die te zamen met de 1300 meter lagere Kleine Ararat het drie landenpunt vormt, waar Turkije, de Sowjet-Unie en Iran aan elkaar grenzen. De Armeniërs hebben een diepe eerbied voor deze berg, die door hen als „heilig en onaantastbaar" wordt beschouwd. De achttien- de-eeuwse Franse reiziger Tournefort vermeldde, dat het aan de omwonenden verboden was de berg te bestijgen. Ook was men gewoon bij het aan schouwen van de top neer "te knielen en een kruis te slaan Deze eerbied voor de berg was de voornaamste reden, dat de top van de Grote Ararat pas in 1829 werd bereikt. DE BERG ARARAT DIGORO kagyzmani O o markarao eleskirt ARARAT O diadin onazik SOVJET-REPUBLIEK leninakan -V -ji ^^Sevanqa- Ar oeriwan ÖARAUK VPELT-PA tilrk'^5^-r~k oteheran ZtólJo PERZIÈ Het was de Duitser dr Friedrich Parrot, die in dienst van de tsaar van Rusland deze en andere expedi- dat ze sléchts bij vlagen kon uit barsten en hem dan vaak in uitge putte toestand achterliet. Hij kende geen compromis ten aanzien van wat voor hem de kern was van het le ven. In een opstel in het Marsman-her denkingsnummer van „Criterium", September 1940 verschenen, heb ik door "A Victor E. van Vriesland getracht een ontleding te geven van zijn letterkundige betekenis en po sitie en van zijn eigenaardige hou ding ten aanzien van de cultuurtra ditie. een houding die in „Tempel en Kruis", zijn geestelijk testament, zo ingrijpend is gewijzigd. Hier in dit korte woord past slechts de persoonlijke herinneringen aan een mens die met onblusbare rleef drift en de edele woestheid van hevig en volledig en ongebreideld, een onverwelkbare en heftige, tege lijk vernieuwende cn scheppende jeugd, tot aan zijn jonge dood op 40-jarige leeftijd voortdurend op de meest onbaatzuchtige en geconcen treerde wijze leefde voor de poëzie in haar hoogste cn meest trotse be tekenis. Dc radicaalheid waarmede hij zijn vroegste verlangens afsneed, toen bleek dat hen de jongeren die hij had willen wekken geen weg kon wijzen en in hun inertie geen weerklank vond en geen vonk kon ontsteken, deze teleurstelling heeft haar troost gevonden in het besef, dat hij onwrikbaar de eigen en nood zakelijke weg is gegaan. De weg van een volkomen zuiverheid en van een fanatieke worsteling om echtheid en essentie, Waar, onder de jongeren van thans, vindt men nog zo een ka rakter? Het stompzinnig gezwam over aesthetica. waar hij wel eens het voorwerp van was. wordt te weerzinwekkender omdat zijn ge hele dicht-oeuvre juist op dat karak ter heeft berust. Wie hem na hebben gestaan zullen hem in hun gedachten houden. Ik eindig bij voorkeur met de woorden die ik in bedoeld opstel in „Criteri um" gebruikte en die. na zijn levens wil en levenshonger na zijn intensi teit en essentieel dichterschap-als- karakterstructuur, iets wezenlijks in Hcnny Marsman raken, wanneer zi] spreken over de hartelijke, kinder lijke en als rotsgrond betrouwbare vriend. ties organiseerde. In zijn boek „Rei- se zum Ararat" schrijft hij, dat het zeer goed mogelijk is, dat er zich nog resten van de ark bevinden in de uitgestrekte sneeuwvelden hoog op de berg. Hamilton, -een Engelse onderzoeker, die dc Ararat kort na Parrot bezocht, achtte de ringen van zeeschelpen op een hoogte van dui zenden meters rond de Ararat reeds een voldoende bewijs, dat er in deze streken eens een geweldige over stroming heeft plaats gevonden. Talrijke klassieke schrijvers geven in hun werken bijzonderheden over de Ark van Noach. Zo schrijft Nico las Damascenus (30 v. Chr „Er is een grote berg in Armenië, voorbij Minyas, Bans geheten, waarop, naar men zegt, velen die ten tijde van de Zondvloed daarheen vluchtten, wer den gered. Ook zegt men, dat iemand, die daarheen werd gedreven in een ark, op de top van die berg landde en dat de resten van het hout lange j tijd bewaard bleven. Dit zou de man 1 kunnen zijn, over wie Mozes, de wetgever der Joden schreefHet woord Baris betekent schip. Ook Flavius Josephus. in later lijd Ben jamin van Tudela en Marco Polo, noemen de Ararat als de rustplaats van do ark. Een Nederlander, Jan Slruys, be zocht de Ararat in 1670. Struys ge nas daar een monnik van een breuk en deze laatste gaf hem als blijk van dankbaarheid een kruis, gemaakt van hout uit de ark, en een stuk van dc rots. waarop de ark zou lig gen. Hierbij werd nog een certifi caat gevoegd, waarin dit alles werd bevestigd. In 1883 ontdekte een expeditie, die door de Turkse regering was uitge zonden om op de Ararat een onder zoek in te stellen naar aardstortin gen. de voorsteven van een zeer oud schip. De vorm van de sneeuw toon de echter aan, dat deze voorsteven slechts een kleine vooruitstekende punt was van een geweldig groot vaartuig. Slechts een klein gedeelte kon betreden worden, daar het schip van binnen met ijs gevuld was. Vele Engelse en Amerikaanse bladen ga ven uitvoerige berichten over deze vondst cn ook twee Nederlandse bladen gaven een kort bericht hier over. Het te Istanboel verschijnende blad „Levant Herald" publiceerde een uitvoerig verslag, dat wij hier bij afdrukken. Naar aanleiding van deze berich ten besloot men een expeditie te or ganiseren, doch men kon de Ararat niet meer bereiken door de kort EEN DRIELANDENPUNT, daar ivaar de grenzen van Turkije, de Sowjet-Unie en Perzië elkaar ontmoeten, Is de plaats waar de Amerikaanse archeoloog dr Aaron Smith wil zoeken naar de resten van dc ark van Noach. Ditmaal heeft de Turkse regering de toe stemming verleend die eerder werd geweigerd nadat Turkije's machtige buur de Sowjet-Unie, bezivaren had gemaakt omdat de expeditie van dr Smith „spion- nage" aan de Russische grenzen zou beogen. NJ hierna losbrekende guerilla, waar mee de Armeniërs zich tegen de Turken keerden. Enige jaren eerder, in 1876, was de bekende Engelse ontdekkingsreiziger James Brycc naar de Ararat getrok ken, waar hij op een hoogte van 4P.00 meter een stuk gopherhout (de houtsoort waarvan de ark volgens Genesis gemaakt zou zijn) ontdekte, met een lengte van vier el en dezelf de dikte. Het lag midden in het ijs en was volkomen versteend, zodat hij slechts een klein stuk van dit brok hout af kon bikken. Volgens Bryce had niemand een dergelijk groot blok naar boven kunnen voe ren en daarom nam hij aan, dat het een fragment van dc ark of een an der schip geweest zou zijn. Sinds die tijd zou de ark nog ge zien zijn door twee Russische pilo ten. die in 1916 een verkennings vlucht boven de Ararat uitvoerden en ten slotte is daar ook nog het verhaal van een Koerdische boer. Resjit geheten, die de ark in 1948 zou hebben gezien, maar de fantasie speelt bij de Oosterse volken een grote rol, zodat wij geen geloof aan dergelijke „ontdekkingen" mogen hechten. Zullen wij de ark deze zomer ontdekken? Wij kunnen er slechts naar gissen. Mochten wij iets vinden, dan zou dit een van de grootste archaeologi- sche vondsten van alle tijden zijn, waardoor tevens het tastbare be wijs zou zijn te leveren, dat het in Genesis opgetekende zondvloedver- haal niet is voortgesproten uit de fantasie, maar de historische weer gave vormt van de grootste ramp, die de mensheid ooit heeft getroffen en waarvan de primitieve volken in de uithoeken van onze aarde nog al tijd tot in details de bijzonderheden verhalen. HANS ROOZEN.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1950 | | pagina 5