v.h. c.v. L. HOUBAER
ALASKA
P. NIE30P Langestraat 90-92
DAMES
Sparend branden en brandend sparen
DAG en NACHT ROKERS SERVICE
Arie Van Vliet over zijn beroep
i als wielrenner
ƒ189.-
Invalide wielrenner speelt rol van
betekenis in de sport
r
F. BASTINCK. Utrcrlitscstraat 30
V..
(i. A. Smiiik
ADVERTEER
REGELMATIG
Amersfoortse Kledingmagazijnen
denkt NU aan UW bontgarderobe
Heren-,dames-en kinderkleding
J. GEUTJES
dat doen onze haarden en kachels
Nu nog een ruime keuze uit verschillende
vooraanstaande merken:
Beckers Davo - Etna - E. M. Jaarsma
Dru Jaarsma - Mulciber en voora!
niet te vergeten Becht Dyserinck
Bezoekt zonder verplichting onze toonzaal f.o. de zaak
In Engeland rijden; 's-morgens
heen, 's-a ronds weer thuis
U kunt het geloven of niet...
10
Ia onze automatiek keuze uit
40 merken sigaretten.
Populaire merken. - Prijzen van 45 ct.
tot f 1.- De nieuwe Boston 70 ct.
Voor rijwielen
en Onderdelen.
Grote sortering.
Populaire prijzen.
Uitsluitend
Merkartikelen
ZUIDSINGEL 28 TELEFOON 5986
ALT IJ D GOED
lllllllilllllll!
l:llll|lllll|:illll!llllllllll|llllllinillllllllll!IIINIIIIII!lllillllllll<
Grote collectie REGENJASSEN
DEMI SAISONS
ULSTERS
COSTUMES
JONGENSKLEDING
LANGESTRAAT 62-64-66 - AMERSFOORT
wij staan te allen tijde klaar om uw bontjas aan huis
af te halen, voor modernisering en reparatie.
Grote collectie BONTJASJES en LANGE MANTELS.
Komt U eens kijken in onze geheel gemoderniseerde zaak.
BONTWERKER IJ
TELEFOON 5290 HELLESTRAAT 6
Langestraat 77, Amersfoort - Tel. 5840
B D HAARD
3
(Van onze sportredacteur)
WOERDEN. Wie Arie van Vliet in
c(jn geboorteplaats wil bezoeken kan zich
het zoeken naar het adres gerust bespa
ren. Natuurlijk weet het kleinste joch in
Woerden, waar de beroemde wielrenner
woont. „U gaat linksom, rechtsom langs
de kerk, weer links en dan eens rechts;
Prins Hendrikkade 18, op de hoek van de
eerste zijstraat". Mevrouw Van Vliet is
een blonde, zeer vriendelijke dame.
„Loopt U maar even door de keuken,
Arie zit buiten." Dat is zo. Of beter: Arie
ligt buiten; uitgestrekt op een lange
tuinstoel. Ook wij krijgen zo'n zitplaats,
die schommelen kan. En mevrouw Van
Vliet schenkt koffie. Het is een mooie,
stille zomeravond. Hier^ op deze ruime,
met bomen en struiken afgeschutte bin
nenplaats geniet dc wielrenner Arie van
Vliet van een schaarse vrije avond.
Ja, wat rust heeft hij van tijd tot tijd
wel nodig. Dertien jaar achtereen zwerft
hij nu al als beroepsrenner van de ene
wielerbaan in Europa naar de andere.
Overal zware wedstrijden tegen de beste
renners van de wereld. Eigenlijk meestal
tegen de zelfde tegenstanders, want er
zijn niet zo erg veel sprinters meer.
„En toen kwam „oom Harris" opzetten en ik dacM"...
Arie van Vliet moet zyn beide zoons altijd de laatste avon
turen van de-wielerbaan vertellen. Waar kun je daar ge-
zelliger naar luisteren dan
in bed?
En de sprint is Van Vlicts gro
te kracht, al Lijd geweest. Hij was
wereldkampioen in 1938 en tien
jaar later was hij dat weer. Toen
rijdt hij ook de langere afstan
den en zesdaagsen.
Natuurlijk is er in de zomer
het meeste werk aan de winkeL
Open banen zijn er genoeg in
Europa, winterbanen slechts vijf.
's-Zomers komt het soms voor,
dat hij binnen drie dagen moet
rijden in Berlijn, Antwerpen en
Parijs. Of binnen tien dagen in
Londen, Milaan, Zurich, Parijs
en Algiers. Hoe hij dat klaar
speelt?
„Meestal per vliegtuig", ver
telt Arie, terwijl hij de lange ar
men, die zo machtig aan het
stuur kunnen rukken, onder zijn
hoofd kruist. „En het valt erg
mee. Ik kom zelfs nog wel eens
tussentijds naar huis. Neem bij
voorbeeld Londen. Als ik Za
terdagmiddag in Londen moet
rijden, rijd ik 's-morgens om
acht uur met de wagen naar
Schiphol. Ik ben daar om kwail
voor negen. Ik laat de auto staan,
stap om negen uur in het vlieg
tuig. ben om half elf in Londen
en om een uur of twaalf op dc
baan Dan kan ik op mijn ge
mak eten en wat trainen, vooi
om twee uur of half drie de
wedstrijden beginnen.
's Avonds weer thuis
Meestal is het om een uur of
zes afgelopen Dan is er altijd
wel een collega of een kennis
die me met zijn wagen terug
brengt naar het vliegveld, zodat
ik het vliegtuig van half negen
kan halen. Dan zit ik om tien
EN NU NAAR BED! Als va
der thuis is, gaat dat altijd zo!
uur weer op Schiphol en om
kwart bver tien in mijn auto.
op weg naar Woerden Meestal
ben ik voor elf uur weer thuis"
,.U reist toch ook veel met dc
auto?"
„Ja. naar België en naar Pa
rijs ga ik meestal met de wa
gen, vaak samen met Jan Derk-
sen.
„Gaat er dan veel bagage
mee?"
„Oh nee, zo weinig mogelijk.
Als ik voor een dag of veertien
op stap ga, stop ik alleen wat
verschoningen en m'n reis-néces-
sairc in mijn koffertje. Wat ik
verder nodig heb, koop ik on
derweg".
„En het materiaal0"
„Dat blijft beperkt tot een
frame, vier wielen en een stuk
of zes tubes met een pomp. In
het vliegtuig gaat dat ook mee".
„Ach ja. het bevalt me hier
best. We heDben een mooi hui3
en verder is dit het prettigste
voor mijn vrouw.
Twee zoons
Er rinkelt een fietsbel en een
donkerblond joch komt op 'n
autoped de binnenplaats op
gestoven. „Pappa, Dickie lean al
tien meter".
Het is Gerrit, de vijfjarige
zoon van Arie van Vliet. Even
later verschijnt met een rood
hoofd, bal onder de arm, Dickie,
die negen jaar oud is. Ze gaan
direct naast hun vader op dc
grond zitten en vertellen hem
hun avonturen van de dag. Hot
belangrijkste is, dat Dickie „al
tien meter" kan. Dat wil zeg
gen, dat hij tien meter kan
zwemmen. Nog vijftien meter er
bij en de oudste zoon zal een
nieuwe f i ets krijgen en dan
„erft" Gerrit het oudje.
Die nieuwe fiets staat al een
tijdje op het programma, ver
telt mevrouw Van Vliet. Dick
zou hem krijgen, als hij op zijn
overgangsrapport allemaal ze
vens had. 't Mocht natuurlijk
ook hoger zijn. Maar er zat één
zesje bij voor rekenen. Nu kan
hij zijn ideaal toch verwezen
lijken, als hij aan het einde van
de z.orrcr 25 meter kan zwem
men. Dickie doet er erg zijn
best voor en wil nog eens uit
gebreid vertellen, hoe hij in het
zwembad die duik nam en....
Maar zijn moeder onderbreekt
hem. Ze moeten naar bed, dc
jongens, allebei. „Vooruit, was
sen." En als dat gebeurd is en
de jongens hun pyama's aan
hebben, moet papa overeind ko
men uit zijn luie stoel. „AiA.
bukken," zeggen ze. En dan klimt
Gerrit op vaders schouder en
Dickie op vaders rug en ze vu
ren hem aan, alsof hij op de
wielerbaan een spurtje moest
maken. Zo gaat het de trap op
naar boven. Even mogen ze sa
men in het bed van de oudste
om naar het verhaaltje van va
der te luisteren en dan gaat Ger
rit naar zijn eigen kamertje.
Dagelijks werk
In de huiskamer zetten we hel
gesprek voort. Over alles en nog
wat. zonder al te diep op een
bepaald onderwerp in te gaan.
Arie van Vliet rust vanavond uit
Morgen moet hij weer rijden,
't Is zijn dagelijks werk. Als er
geen wedstrijd is, rijdt hij toch.
's-Winters alleen op de weg,
(Bijzondere
correspondentie)
Onder de volgers van
de Tour de France,
waarbij vogels zijn van
vreemdsoortige pluima
ge, treft men sinds 1947
een klein en donker
mannetje aan, druk, be
weeglijk. zeer zeker
van z.ichzelf, geestig en
vaak ironisch, en niet
zelden het middelpunt
van een groep renners,
soigneurs cn officials
die de feiten van de
dag bepraten. Als men
goed oplet ziet men dat
hij enigszins trekt met
zijn linkerbeen, wat
hem overigens niet be
let zich met de vlug
heid van een kievit te
verplaatsen. Dat is
Dante Gianello, een
Fransman uit de Midi
maar met een sterke
Italiaanse inslag, naar
7.ijn hele figuur, zijn
temperament en ook
zijn naam voldoende
aanduiden. Deze Gia
nello is een der merk
waardigste persoonlijk
heden van de Tour.
niet zozeer op grond
van zijn successen in die
monsterrit die er ove
rigens zijn mogen, maar
omdat hij in zijn eentje
ecn prestatie van moed,
volharding en vitaliteit
heeft verricht welke
nog hoger moet worden
aangeslagen dan het
winnen van de grootste
wielerwedstrijd van de
wereld.
Dat gebeurde in 1945
toen Gianello tijdens de
wedstrijd Saint Tropez
Marseille, een etappe
van de Grote Prijs der
Ontscheping, welke na
de invasie van Zuid-
Frankrijk werd inge
steld en een of twee
maal is verreden, samen
met ren andere renner,
Carini genaamd, werd
aangereden door een
jeep. Carini stierf aan
zijn verwondingen en
Gianello moest het lin
kerbeen missen waar
van de amputatie, wil
de men zijn leven red
den, onvermijdelijk
was. Het bijzondere en
misschien wel unieke
van het gcval-Giancllo
school hierin, dat de
renner zich geen mo
ment liet ter neer slaan
door zijn amputatie, dat
hij zijn levenslust en
vitaliteit ongerept be
hield en zich van het
begin af aan voornam
om ook na zijn vermin
king het best mogelijke
van zijn leven te ma
ken.
Terwijl hij in een
hospitaal verpleegd
werd bestudeerde hij
het spier- en zenuw
stelsel van zijn gezond
been, vroeg om medi
sche werken waarin hij
zich urenlang verdiep
te, ging aan het expe
rimenteren met stop
verf. met bordpapier en
lichte houtsoorten,
waarbij zijn vroegere
vak hij was van
huisuit werktuigkundi
ge hem zeer van pas
kwam, en slaagde er
tenslotte in een kunst
been te vervaardigen,
dat een wonder is van
vernuft en precisie
cn dat veel en veel
minder weegt dan de
producten die de or-
thopacdische fabrieken
afleveren.
Hij kan er mee lo
pen, springen en fiet
sen. zo goed dat hij
geen moment de indruk
maakt van een invalide.
Gianello kan gemakke
lijk fietsen en zelfs ber
gen beklimmen maar
zijn wedstnjdcarriére
v.-as na zijn vermin
king natuurlijk onher
roepelijk geëindigd.
Jammer, want hij kon
een schitterende staat
van dienst overleggen.
Hier volgt een greep
uit zijn carrière: in 1935
eerste in Toulon—Nice
Toulon, twee in de
Ronde der Baskische
landen achter Bartali
en 21e in de Tour de
France; in 1938 derde in
de Ronde van Zuid-
Oost-Frankrijk en tien
de in de Tour de
France; in 1939 eerste
in de Ronde van Vau-
cluse voor Camcllini en
elfde in de Tour de
France; in 1941 tweede
in het Kampioenschap
van onbezet Frankrijk
achter Vietto cn eerste
in het Criterium du
Midi; in 1942 eerste in
LimogesVichyLi
moges, derde in de
Grote Prijs der Pyre
neeën cn eerste in St.
EtienneLyon; in 1943
eerste in'de Grote Prijs
der Alpen voor Dan-
guillaumc, Jezo, Vietto
en Goasmat; in 1944
derde in dc Grote Prijs
van Cagnes achter Ca-
mellini en Vietto. Het
was dus waarlijk een
groot renner die in
1945 als actief renner
de wielersport vaarwel
moest zeggen. Als ac
tief renner, maar niet
als expert cn volger
van wedstrijden. Want
Gianello raakte wel ecn
been kwijt maar niet
zijn onverstoorbaar goed
humeur, zijn scherp
verstand, z.ijn zin voor
humor en zijn slagvaar
digheid. Hij schrijft
over wielrennen in
Franse, Italiaanse en
Belgische bladen, met
grote kcnni$ van zaken
en een zwier en vlot
heid welke tal van be-
roepsjournallsten hem
kunnen benijden. En zo
speelt hij, ook na de
ramp van 1945, nog al
tijd een rol van bete
kenis in dc sport.
zo'n veertig tot zestig kilometer
per dag in dc omgeving van
Woerden. 's-Zomers bovendien
nog op dc wielerbaan in Utrecht
of Amsterdam. Arie van Vliet ia
wielrenner van beroep, hij houdt
van dat beroep en hij heeft een
drukke „zaak". Meestal is hij,
voor de eerstkomende drie maan
den al volgeboekt. Voor België
en Nederland sluit hij zelf de
contracten. Voor dc andere lan
den doet dit Gaston Degy uit
Versailles, een van de bekend
ste wielormanagers, die met alle
baan-dirocties van Europa rela
ties heeft.
Of het niet eentonig is, stecda
maar weer dezelfde tegenstan
ders te hebben?
„Het zou natuurlijk interes
santer zijn, wanneer er meer
sprinters waren. Maar u moet
niet vergeten, dat er zich in do
loop van de tijd toch verschui
vingen voordoen in de topklasse.
De ouderen zakken af, dc jon
geren worden beter. Vroeger
won ik acht van mijn tien wed
strijden. Zo is het nu niet meer.
Ik heb nu mijn handen vol, al
leen al aan dc Engelsman Har-
ris.
Hij is een geweldenaar. En een
jongen met karakter en een
groot doorzettingsvermogen. An
ders had hij het in Engeland,
waar de wielersport tot voor een
paar jaar maar een ouderwetss
boel was, rooit zo ver gebracht,
Hij rijdt trouwens in Egeland
beter dan oo het vasteland. Hoo
dat komt? Misschien is het de
vertrouwde omgeving. Misschien
ligt het ook wel aan het voedseF.
Als k tien dagen in Engeland
ben, krijg ik m'n benen niet
meer rond Het eten is me daar
te schraal".
Minder dan dienstmeisje
„Is uw man zo'n grote eter?",
vragen we mevrouw Van Vliet.
„Hij eet minder dan mijn
dienstmeisje.' is het antwoord.
,,'s Morgens krijgt hij met moeite
en met veel thee drie sneetjes
brood naar binnen; 's-avonds
vier of vijf. Van het warme eten
gebruikt hij een normale pyrtle.
Dat wil zeggen weinig aardappe
len, een stuk of drie, maar hij
heeft graag veel groente en een
flink stukje vlees. U ziet dus,
dat hij zich niet zo vol laadt als
de wegrenners
„Da s nog al logisch", mengt d«
gastheer zich weer in het ge
sprek. „Als je lang achter el
kaar rijdt, moet je ook brand
stof hebben. Als ik een zes
daagse rijd. cct ik ook meer dan
normaai Wel niet veel tegelijk,
maar wel veel vaker. Anders zou
je het niet uithouden".
,Of het niet erg zwaar is, zo'n
zesdaagse, met maar drie uur
slaap per dag?"
„Maar" zes dagen
,,'t Is wel zwaar, maar het zijn
maar zes dagen," is het laconieko
antwoord. „En bovendien, tij
dens de aflossingen knap je ook
wel eens een uiltje. Als ik wil,
kan ik gaan liggen cn op slag
slapen. Dat is de kunst bij een
zesdaagse: slopen, goed eten en
zorgen dat je geen indigestie
krijgt Dat we soms vlak na zo n
zesdaagse wéér een wedstrijd rij
den? Ach, dat is het vak. Dat
hebben de wegrenners ook. Dio
vallen ook van de ene in de
andere Tour. En zo is het 't beste
ook voor je conditie. We hebben
een mooi vak. Alleen moesten
er geen kampioenschappen zijn-
Die maken een mens nerveus.
Want wie ecn jaar geen lands
kampioen is, moet wel veel wed
strijden winnen om zich te hand
haven. dat wil zeggen om zijn
„zaak" draaiende te houden."
Arie van Vliet, die al elf maat
de nationale titel won, werd bij
de kampioenschappen van dit
jaar weer eens winnaar, zodat
luj het dozijn precies vol maak
te.
De telefoon rinkelt. Het is een
baandirecteur uit België. Of
Arie overmorgenavond kan ko
men rijden, 't Gaat moeilijk,
want overmorgenmiddag zit hij
nog in Parijs. Maar hij zal naar
Brussel vliegen. Als daar iemand
hem afhaalt met een auto, kan
hij nog op tijd zijn.
We zien het wel, de „zaak**
van Arie van Vliet draait nog.
Op volle toeren!