vooral vö o.r d r o IJ w Iet recht van elke vrouw op arbeid blijve onaangetast TELEVISIE IN NEDERLAND (Slot) Belangrijke beslissingen moeten genomen Zegt U eens vijfmaal Parijs, daar zit een climax in DE COMMISSARIS VERTELT DOOR VORT VROUW, JE HUIS IN? de meeste bedrijfstakken is genoeg werkgelegenheid Lunchroom Kan in Amerika heus alles? De schrijver in de boekenweek STUDIO KOME IN CINETONE, NIET IN HILVERSUM door h. voordewind rij flag 2 Maart 1951 5 OEN wij enige weken geleden een enquête hielden onder gehuwde paren over de vraag, hoe het beide partners iel wanneer de vrouw buitenshuis werkte, antwoordde een htgenoot van een werkende vrouw, dat men alle vrouwen het ken moest verbieden. Hij weet een groot deel van de hui- je misère aan de emancipatie van de vrouw, omdat een iu\v, die zelf geld heeft verdiend met arbeid buitenshuis, meer zo gauw bereid zou zijn te trouwen. En hij wenste s meer of minder daneen sterke man, die alle vrouwen Ir huis zou sturen. Voorwaar een extreem standpunt! 44.345 werkten bij het onderwijs. De belangrijkste groep daarvan, het huishoudelijk personeel, oefent een typisch vrouwelijk beroep uit. Van de vrouwen die in de land bouw werken bestaat de overgrote meerderheid ruim 140.000 uil echtgenoten of dochters, die met man of vader meewerken. Ook in het winkelbedrijf werken zeer vele vrouwelijke gezinsleden mee (57 000). In totaal zijn er. in alle beroepen tezamen. 151.961 gehuwde vrouwen en 35612 dochters, die in het be drijf van hun man of vader mee- ilgens de laatste gegevens (van volkstelling op 31 Mei 1947) \va- er in Nederland 4.834.056 vrou- Hiervan waren ruim twee mil- gehuwd. Van de 2 496.860 on- uwden waren er 1.456.000 onder jaar, zodat er ongeveer 1000 ongehuwde vrouwen over- „in de werkleeftijd". Maar aantal vrouwen dat in feite een ep uitoefende was kleiner, n.L 37. waarvan ruim 300.000 tussen n 20 jaar oud waren. Ruim 000 werkende vrouwen behoor- dus tot de oudere „huwbare" jdsgroepen. Hoeveel daarvan •n gehuwd? De cijfers van de Helling leren ons. dat 186.632 ven, die met hun echtgenoten jezin vormden, een beroep uit- :nden. t is voorwaar geen kleinigheid, an een „sterke man" te ver ten. dat hij al die 943 637 wer- vi ouwen naar huis zou stu- Wij verwachten, dat er van at (mannelijke) werkgevers ige protesten zouden komen. vooral aan „jeugdig vrouwe- personeel" bestaat in heel wat fstakken nog altijd een te- ïn de textielnijverheid, bij de ectiebedrijven. en op de ver- ngsafdelingen van vrijwel alle Ineen. En de productie zou iig achteruit lopen, omdat er al deze werkzaamheden geen nelijk personeel te vinden is. toch zou dat moeten gebeuren ?ze echtgenoot, die wij boven alden. zijn zin zou krijgen, hij scneert alle vrouwenarbeid één kam. Hij wil zelfs terug een toestand die nooitheeft aan, want volgens zijn redene- ou ook het vrouwelijk huis- oneel moeten verdwijnen doen die 943.637 werkende erlandse vrouwen nu? 183.439 erkzaam in een huishoudelijke king, 124.862 vervullen een istratieve functie 131.505 wer- m een winkel. 168.710 zijn in indbouw werkzaam, 22 625 had- een betrekking in de texliel- ;trie, 97.004 waren werkzaam in g- en reinigingsbedryven, en werken. Intussen leren wij hieruit, dat er in Nederland slechts 35.000 gehuwde vrouwen zijn met een zelf standige werkkring, die niet ligt in het bedrijf van hun man. Wie dit getal erg laag vindt, bedenke dat e- heel wat gehuwde vrouwen zyn, die verzwijgen dat zij buitenshuis wer ken uit vrees voor de belastingen, vooral als zij in een huishouding assisteren. Keren wij nog even terug tot de man met strenge principes, waar wij het in het begin over hadden De meewerkende vrouwen en doch ters krijgen geen geld, dus wij ver moeden dat hij tegen deze beroeps werkzaamheid geen bezwaar heeft Resten dus 670.000 vrouwen, die wel zelfstandig geld verdienen. Laten wij het huishoudelijk personeel nu verder buiten beschouwing, dan blijven dus als belangrijkste takken van vrouwenarbeid over confectie, textielindustrie onderwijs, admini stratieve functies, verkeer en trans port, en het winkelbedrijf. Het hoeft geen betoog, dat het een ontwrich ting van het maatschappelijk leven zou betekenen, wanneer men deze vrouwen naar huis zou sturen. Maar het is de moeite waard, na te gaan in hoeverre deze vrouwen „een man het brood uit de mond stoten" zo als men dat pleegt te noemen. Op 31 Januari waren 77.420 mannen ge heel werkloos en 31.755 waren op- EEN worgen stort dikke zusje net de beer. de bal, de pop en o. van de trap De pop is stuk op zusjes voorhoofd zit een Ze bibbert van de schrik 'sarom gaan we even later, om origheid kwijt te raken, langs "n met crocussen en struiken groene plukjes. Totdat een ie wind ons in een melksalon Een voornaam gedoe met n en koperen asbakken op de myrna bedekte tafels Twee lo:e oude kellners leunen te rn kast en kijken toe hoe we olade drinken Als ze aan ons id zijn, beginnen ze zachtjes elkaar te grommen. "e toiletten, de spiegels, de hrt houtwerk beweert ie dat ik niets te doen heb", zegt en. ir zelf op de weg, met z'n handschoenen en tas", hoont 'der cn z'n stoel blijft leeg. lacht. luid. Dikke zusje, den dat hij pret heeft, leeft ervan '0". roept ze honingzoet, „dag meneer". Ze glijdt van haar hup naar ze toe, maar wordt later door een van de twee ,110 teruggebracht, n hoofd staat er niet naar", en hij kijkt als een ver- '4e minister Maar als ik knik, het begrijp, richt hij zich op 'Oddelt ineens in ferme luide dan De kruik gaat zo lang iter fof hij barst", roept hij, 'r worden wel slaven gemaakt, nooit geboren". pilcke zusje kruipt op mijn .Mamma is niet stout", ta- snel, Mamma nooit stout". °nder komt er ook bij. Dat is !lVk, de kruik blijft daar niet "leer heel. lr opeens grist de een mijn *opje en de ander wil afre- y de deur komt een opvallend td heer, hoed, handschoenen. R'j groet uitbundig en 1 dikke zus te behagen. 'r blijft koel dit keer: iU vandaan?" praat ze vinnig. *U geweest" mam", zegt zoontje, als ik yiis vertel, „het kind verstaat oordig alles. Je ihoet zo ont- A oppassen". B1BEB. f "N Eén op drie vrouwen werkt in Amerika In Amerika heeft één op drie van de vrouwen boven 13 jaar een werkkring buitenshuis, in totaal zijn er 19 millioen vrou welijke arbeidskrachten. Hiervan zijn acht millioen getrouwd. 5.6 millioen ongehuwd, terwijl de rest weduwe of gescheiden is Vier millioen werkende vrouwen hadden kinderen beneden de 18 jaar Een vierde van alle werkende vrouwen had een administratief beroep, daarna kwamen de fa brieksarbeidsters. De huishoude lijke beroepen zijn sterk in om vang achteruit gegaan. De gemiddelde leeftijd van de werkende vrouw is 36 jaar. Vijf tig jaar geleden was dit 26. .J genomen in de D.U.W. Werkloosheid van enige omvang was er in de bouwnijverheid (20.000), bij da veenderijen (2900), in metaalindus trie (5900), onder de tabaksbewer kers U300), m de landbouw (22.000. maar dit is seizoenwerkloosheid), handelsbedienden (2700. waaronder 450 winkelbedienden), hotelperso neel (2300), transportarbeiders '4300), kantoorpersoneel (5900), los se arbeiders (16.000). Verreweg de meeste werklozen kwamen dus uit die beroepen, waar vrouwenarbeid vrijwel niet voor komt. Alleen de werkloze kantoor bedienden en de winkelbedienden vormen hierop ten dele een uitzon dering. Maar in de meeste bedrijfs takken is gelukkig genoeg werkge legenheid (ook voor de gehuwde vrouwen) tezamen. Overigens willen wij, om alle mis verstand uit de weg te ruimen, toch nog even opmerken, dat het recht van de vrouw, gehuwd of on gehuwd om buitenshuis te werken, wanneer zü dat wil, evenmin zon mogen worden aangetast in een tijd waarin de werkloosheid wèl een onrustbarende vorm zou hebben aangenomen. ZE kon er maar niet over uit me vrouw Dingemans. die met mijnheer Dingemans een paar dagen in Parijs was. „Ziet u het dan niet hoe vuil overal die gordijnen zijn. hoe goor het beddegoed is. en hoe de mot in de tapijten zit? En nu heb ik het nog alleen maar over ons hotel, dat weliswaar niet duur is. maar vergeleken met een Hol lands van die categorie, toch wel heel wat minder is. Doet u mij eens een plezier cn kijkt u eens naar die ramen, niet alleen van mijn hotel kamer maar ook van de huizen aa- de overkant, en hiernaast. Kun nen die vrouwen geen spons cn zeem nemen en aan het werk gaan? Inplaats daarvan zie je ze door de stad lopen, mooi opgemaakt en op gedoft. Maar dat is niet alles" en nu werd haar stem zacht van ovcr- verontwaardiging „ze zijn ook zo luchthartig. Stel u \oor dat ik gis teren met de ..patronne" van ons hotel gesproken heb. Dat is nog een jonge vrouw. Hebt u kinderen? vroeg ik haar. Ja. zei ze. maar die heb ik „en nourrice". dat wil zeg gen. uitbesteed. Uitbesteed, herhaal de ik. hoe oud is dat kind dan. en sinds wanneer hebt u het met meer bij u? Sinds zijn geboorte, ant woordde zii. en dat nog wel met een glimlach. Het meisje wordt binnen kort twee jaar. Maar dat is ver schrikkelijk. heb ik gezegd. En zij: denkt u misschien dat ik mijn kind hier in dat kleine kamertje kan groot brengen? Het volgend jaar. wanneer ze overdag naar de be waarschool kan gaan. komt zij bij ons. niet eerder. Maar zei ze niet, toen stond ze alweer heel charmant een vrouw te woord die een kamer vroeg voor haar en haar zoontje. Met een kinderbedje, als het moge lijk is. zei zij. Natuurlijk, antwoord de die „patronne". Ik zeg maar, als ze toch in het bezit is van een bedje, dan kan ze daar toch beter haar eigen dochtertje inleggen in plaats van het aan een vreemd kind af te staan. Het is een schande. Zoiets komt bij ons niet voort." „O", antwoordde ik, „o". en meer niet. Enkele dagen later sprak .k zelf met de „patronne" van het hotel Het was een rond-heupige F' nn- caise, gezond en hartelijk. Over kinderen sprekend, liet ze mij met een de_ foto van haar dochtertje zien. „U kunt niet begrijpen wat dat is", zei ze. je kind door vreemden te laten opvoeden. Als ik u nu vertel, dat ik in die twee jaar tiid niet eenmaal onverwachts naar de baby heb kunnen gaan Elk bezoek moest aangekondigd worden, maar hoe kan ik vooruit weten, wanneer het in mijn bedrijf een dagje rustig is? Ik houd hier de zaak in handen, en mijn man knapt allerlei karwei tjes op. Vóór alles gaat het er toch maar om dat we zoveel ver dienen. dat we ook tot sparen ko men om over een jaar of tien een huisje buiten te kunnen kopen, des noods een hotel... Dat kost heel wat opofferingen, maar de grootste is nu bijna volbracht, mijn dochter tje zal spoedig bij ons kunnen ko men." Ze keerde zich opeens om en snoot haar neus. en keerde zich toen weer om en poederde die neus. IK ben naar boven naar mevrouw Dingemans gegaan. Zij zat op de rand van haar bed, tezamen met mijnheer Dingemans te eten Be legde boterhammen „Ik kan dat voedsel hier niet meer zien", zei ze. „gelukkig dat ik ook op het 'dee ben gekomen een fles melk te ko pen Die wijn laat zo n nare smaak achter. Maar we amuseren ans best." Mijnheer Dingemans knikte, niet al te overtuigend. „Alleen word je de hele dag afgezet, zoiets kond bij ons niet voor, en je bent dus I- veel eerder door je geld heen dan i we dachten. Moet je zien", zei ze toen, terwijl ze met haar vingers langs een deurj-ichel ging. „bah, wat een stof, wat een viezerds toch... Zoiets. „Moet je zien", zei ik toen ter wijl ik haar naar het raam toeduw- de. „wat een uitzicht." Voor ons stroomde de Seine. Een boot kwam langs „Prachtig, niet waar. onver getelijk m dat schemerlicht." „Zo iets kan ik in Holland ook zien", zei ze. „Maar waarom bent u dan hierheen gekomen?" Ze dacht even na. Toen kwam er dan ook werke- liik iets origineels. „Parijs", zei ze, .zegt u eens vijfmaal Parijs, Tariis, Parijs, Parijs. Parijs, daar zit een climax in. nietwaar, een niet te definiëren climax. En zegt u nu eens vijfmaal achter elkaar Sneek. Sncek. Sneek, Sneek, Sneek je komt er niet verder bij. Het blijft stabiel. Maar als toch alleen maar die deur niet zo vuil was cn dat beddegoed zo goor. En trouwens wat je mc ook kunnen vertellen van de „patronne". ik blijf er bij. zij is een slechte moeder. Zoiets komt bij ons niet voor." JOSEPHA MENDELS MEN zegt zo vaak dat Amerika het land van onbegrensde mo gelijkheden is En dat niemand U iets zou verbieden. Dat er geen bordjes zijn waar op staat: „verbo den volgens art. zoveel." Inder daad zijn die bordjes een zeldzaam heid. maar dat werkelijk alles mag is helemaal niet waar. Daarvan zou ik U het volgende willen vertellen. Iemand die naar -Nederland ging belde op en vroeg of ik een kopje thee met hem ging drinken. Dat kwam prachtig uit en wij spraken af. dat hij mij te- gen een uur of TffVs^^-gfÈ^t vijf zou komen lAh j%fs. halen. We zou- den in de stad blijven, omdat hij niet zo erg veel tijd had. Parkeren in New York is een groot probleem. Som mige mensen rijden er uren rond tot ze eindelijk een plaatsje gevon den hebben Maar wij hadden het geluk om, na een goed half uur zoe ken, iets te vinden. Wij stapten uit. Wij tweeën en zijn prachtige zwar te poedel. Toen wij eindelijk ergens zaten on om thee vroegen werd ons verteld dat hier geen thee. maar alleen cocktails geschonken werden. Omdat wij geen behoefte aan een cocktail hadden verdwenen we dus weer. Inmiddels was het bjjna zes uur Er was nog maar een uurtje tijd over. Waar naar toe? Alle be kende thee-oorden waren nog min stens drie kwartier rijden van New York. Opeens wist ik het en stelde voor om naar het restaurant van de kleine dierentuin te gaan. Het is er heel gezellig. Bovendien ligt het in het Central Park. dus alles in het hart van New York. Bovendien heeft hêt geen alcoholvergunning. De kans dat de inmiddels zo belang rijk geworden thee ons geweigerd zou worden was dus zeer gering. Daar gingen wij weer met z'n drieën. Weer een lange tijd zoeken naar een parkeerplaats. Gelukkig, na ongeveer vier maal om het Cen tral Park heen gereden te hebben, zagen wij eindelijk een plaatsje tus sen een paar van die bijzondere „dollar-smiles". (Zo wordt de nieuw ste Amerikaanse auto wel eens ge noemd). Wij klommen weer uit onze wagen, deden de hond aan zijn beeldschone plastic halsband, sloten de auto en wandelden recht, op ons doel, de thee, af. Maar dat ging maar niet zo een. twee. drie. Bij cie in gang van de dierentuin werden wij door een van de oppassers tegenge houden. Die zei: „Het spijt mij, maar honden kunnen hier niet toe gelaten worden." Toen hebben wij van louter dorst en narigheid, een paar flesjes Coca Cola gekocht bij de voor ons ver sperde ingang van de dierentuin. We zijn maar op een bankje in Cen tral Park gaan zitten en hebben de flesjes aan de mond gezet BECCY WE hebben de SCHRIJVER gezien op het feest, zo natuurlijk en zonder decorum, hij was zo gewoon als elk ander beest cn zonder tralies voor 'm We hebben hem van dichtbij gezien, 't Was 's morgens om tegen vijven, we hebben gefluisterd: O. kijk. Christien nou zie je zijn vingers, hij heeft er tien daar zal hij zijn boeken mee schrijven. U/S hebben de SCHRIJVER gezien in de zaak waar hij stond om zijn werk te verkopen, zo schattig! Hij zette z'n naam zo vaak en zijn jasje had twee rijen knopen. Wij hebben gevraagd, hoe of ie het dee. dat schrijven van al die boeken we vroegen: eh. zóekt U altijd een idee, of komt het van eigens? En toen zei hij: Nee, soms moet ik er wel eens naar zoeken. \Y E za?en de SCHIJVER op 't podium, toen hij voorlas uit eigen werken, hij zei om het andere woord „Ahum". nerveus hè? Dat kon je goed merken. We zagen de SCHRIJVER nog nimmer in 't bad! Dat vinden we niet in orde! We zagen hem droog, wanneer zien we hem nat? Bestuur van de Boekenweek! Kan ook dat nog even geregeld worden? AAR hoe het ook zij, zo al 11 met al mag n ieder tevreden wezen: we hebben de SCHRIJVER gezien op het bal m de zaal, in de winkel en xr v overal Nu hoeven we nooit meer te lezen. ANNIE M. G. SCHMIDT Kleine, lage huizen hoge antennes. Een symbool voor de triomf voor de televisie? (Van een onzer redacteuren) Eén der weinige dingen, waarover de vier grote Neder landse omroepverenigingen het roerend, om niet te zeggen ont roerend eens zijn. is, dat de te levisie-studio in Hilversum zal moeten komen. Waarom? Om dat de omroepverenigingen de televisie-programma's verzor gen. En de omroepverenigin gen zitten nu eenmaal hecht, sterk en onverplaatsbaar in Hilversum 't is dus logisch, dat ook de televisie-studio daar komt. Het is niet alleen logisch, het is bovendien goedkoper. In het experimentele stadium, waarin wij verkeren, kan de televisie beter heel voorzichtig en goedkoop ergens onder de machtige vleugels van de ra dioverenigingen worden opge kweekt dan waar ook in Ne derland. Dat zijn, in een notedop. de argu menten van de VARA. AVRO. KRO en NCRV. Hier staat tegenover, dat onder de rook van Amsterdam een studio. Cinetone. staat te wachten om weer eens volledig en dus pro ductief in gebruik te worden geno men. Zoals de situatie n u is. kan Cinetone niet bestaan van het ma ken van films; met de televisie er bij wordt de situatie heel anders. Komt de televisie er niet, dan is vandaag of morgen Cinetone ook voor de film verloren. En afge zien van de deviezenbesparing zijn wij dan de mogelijkheden van vlag vertoon in den vreemde, die een film (mits goed) zo ruimschoots biedt, van reclame en van culturele uitwisseling kwijt. Ja. wie het woord „televisie" ge bruikt. struikelt onmiddellijk daar op over het zoveel minder wellui dende woord „kosten". Televisie is buitengewoon duur: daarmee be doelen wij niet alleen het aanschaf fen en het onderhoud van een ont vangsttoestel. Een goede reportage wagen kost f 300.000. De program ma-kosten zijn naar schatting vijf maal die van een radio-uitzending. Engeland geeft hier momenteel per jrar om en nabij de tien millioen gulden aan uit De vraag rijst, of wij onze Nederlandse arbeidspro ductiviteit niet beter op nuttiger zaken kunnen richten dan op tele visietoestellen en televisieprogram ma's. Is de situatie in ons land bo- G. v. Ravenzwaaij 50 jaar Op 7 Maart hoopt de musicoloog G. van Rovenzwaaij zijn 50ste verjaardag te vieren. Er heeft zich een comité ge vormd. dat het hem mogelijk wil ma ken de resultaten van zijn studie over het „Groot-Nederlands Kerstlied" in een boekwerk te doen neerleggen. In dit comité hebben o.m zitting: prof. dr J. de Zwaan (Leiden), prof dr A. Smijers (Utrecht), prof dr K. Ph. Bernet Kemper (Amsterdam), prof dr F. van der Mueren (Gent) en prof. dr A. A. van Ruler (Utrecht). AAN DE LOPENDE BAND worden in dc Phi- lips-fabrieken te Eindhoven televisie-ontvang toestellen gemaakt. Maar om iets te kunnen ontvangen zal er iets moeten worden uitgezon den. Men hoopt in 1951 tot dagelijkse uitzen dingen te kunnen komen. Als deze lopende band, in afwachting daarvan, doorwerkt zal men in ieder geval geen vrees voor distributie van ontvangtoestellen behoeven te koesteren vendien niet deze. dat cr geen be hoefte aan televisie bestaat, maar- dat deze kunstmatig door de daarbij belanghebbenden wordt gekweekt? Onze antwoorden op de laatstge noemde twee vragen zouden wij minder somber willen laten klinken dan degenen plegen te doen. die gewoon zijn. deze vragen te stellen. Goed, laat de vraag ten dele kunst matig worden gekweekt dat is niet ongebruikelijk cn niet verwer pelijk Waar het om gaat is: Hp vraag naar wat? Naar iets goeds, zoals televisie dat ongetwijfeld kan zijn? Het kunstmatig kweken van de vraag naar iets goeds kan geen kwaad, dunkt ons. Ook over de arbeidsproductiviteit maken wij ons geen al te grote zor gen. Het is niet aan te nemen, dat vitale 'Nederlandse belangen in hd gedrang zouden komen omdat de televisie een te groot aantal ar beidskrachten tot zich zou gaan trekken. Die twee kwesties: het scheppen van een kunstmatige vraag en het gevaar voor onze ar beidsproductiviteit, vormen niet de economische kern van het televisie- vraagstuk. Zo simpel mogeliik ge steld ziet de kern er zó uit: Kunnen we hel betalen, in Nederlands geld en in vreemde valuta-' Zo ja. ziillen we het doen? De meesten der bij de televisie betrokkenen (regering, omroepver enigingen) vertonen de neiging, op de eerste vraag met een krachtig „Neen!" te antwoorden, om dan. min of meer paradoxaal, op de tweede te zeggen: „Ja maar vooral zo weinig mogelijk!" De N.V. Philips, die het monopolie heeft op het telcvisieterrein, denkt daar an ders over. Zij kan. in het geheel van haar wijd vertakte Industrieën, niet buiten dc televisie; zij kan de televisie niet uitsluiten, technisch noch economisch. „Hoe willen wij televisietoestellen exporteren. als wij aan onze buitenlandse klanten moeten zeggen, dat wij er in ons eigen land geen gebruik van ma ken?" dat is één der argumenten van Philips, waarop men dan kan antwoorden, dat Engeland, met een bloeiende ..home-market" aan tele visietoestellen. toch geen export van betekenis heeft. Maar met dat antwoord is men er niet. De roep om industrialisatie en export klinkt krachtiger dan ooit in ons land Ook op het gebied der televisie ligt ongetwijfeld een mo gelijkheid daartoe men zou al leen willen weten wélke. Hoeveel heeft Philips sinds het begin van haar televisie-experimenten (1933) hierin geïnvesteerd cn welk bedrag aan deviezen schat zij in de komen de jaren te kunnen verdienen; voor zichzelf cn voor ons- land? In welke mate zal de werkgelegenheid in ons overbevolkte land door de ontwik keling van de televisie toenemen" Dat zijn enkele der vragen, die wij aan Philips voorlegden en die onbeantwoord bleven. Maar regeren is vooruitzien en daarom zijn wij er van overtuigd, dat deze vragen ook in onze rege ring zijn opgekomen en dat zij er wèl een antwoord op heeft gekre gen. Mede aan dc hand van dat ant woord /.villen er binnenkort enkele beslissingen moeten worden geno men: over verdere investeringen van regeringszijde, nu èn ofer twee jaar. als de experimentele periode voorbij is. En over de studio. Over de gehele televisie eigenlijk. (Advertentie l.M.) 56) Maar aangezien dit nummertje „ordehandhaving' weggegeven was onder directe en daadwerkelijke leiding van de hoogste chefs, kon er bezwaarlijk iemand van de on dergeschikten ter verantwoording worden geroepen En dus gingen die klachten de doofpot in. Van de plaats af waar ik mij die avond verdekt had opgesteld, had ik dit gedoe gadegeslagen en ge zien. hoe het bij dergelijke gele genheden niet moet. En ook de corpsleiding had zeker wel begre pen. dat het handhaven der open bare orde, bij gebeurtenissen als deze, niet zo eenvoudig was Al thans niet op de manier, die op die avond was toegepast. Dat over dreven politievertoon had alleen maar tot resultaat gehad, dat een aantal rustige burgers ongemoti veerd was afgerost en gehinderd, tot grote voldoening natuurlijk van dat stelletje N S B.-ers. die met be hulp van diezelfde politie in staat waren geweest hun vergadering te houden en op straat de boel op stelten te zetten. Twee weken later werd er weer zo'n bijeenkomst gehouden. En dc „dagorder" die voor de politie maatregelen voor deze gelegenheid verscheen, hield in (wat ik wel enigszins verwachtte, gelet op het resultaat van de voorgaande keer) dat ik weer met het bevel over de te vormen detachementen zou wor den belast. Van t» voren werd ik by de waarnemend hoofdcommissaris ge roepen. die mij er op wees, dat krachtig en doortastend optreden geboden was en dat ik daartoe-de beschikking zou krijgen over een extra-grote politiemacht. Er waren de vorige keer enkele dingen ge passeerd die thans vermeden dien den te worden. Onder meer was men te laat met een afzetting be gonnen. met als gevolg, dat de boel aanvankelijk „min of meer" in de war was gelopen. En verder kreeg ik nog een hoeveelheid mon delinge instructies, die ik nauwkeu rig had op te volgen. Alles met elkaar weer een staaltje van hand having der openbare orde van achter de groene tafel. Ik merkte dan ook op. dat ik op de bewuste avond de hele toedracht van nabij had gadegeslagen, maar dat mijns inziens die janboel daar toen enkel en alleen het gevolg was geweest van dat ontijdige en overdreven politievertoon. Daardoor was juist de aandacht van het publiek op die vergadering gevestigd. Met alle gevolgen van dien. Deze chef ontkende de juistheid hiervan niet helemaal, maar bleef er toch bij. dat ik vroegtijdig een afzetting diende te stellen op daar toe terstond de gehele politiemacht moest aanwenden. Alleen dan zou ik de hele zaak volkomen in de hand krijgen en houden. Verder gaf hij nog aan. welke punten sterk of minder sterk bezet moesten wor den. Kortom, het hele ..plan de campagne" werd daar in die ka mer even in details op papier gezet en ik had dus feitelijk niks anders te doen dan die uit te voeren. Een systeem, dat al zo dikwijls had ge faald- Ik bracht mijn bezwaren tegen al die nauwkeurig omschre ven instructies dan ook naar vo ren. wat bij deze politiechef wel mogelijk was. Want hij was. hoe- ;wel de administratie meer zijn ter rein was. iemand, die in politie zaken toch wei oog had voor de werkelijkheid. Ik zei dan ook. dat ik liever van hem tc horen had gekregen, dat ik ter plaatse de situatie zou beoor delen en naar omstandigheden zou handelen. En vrij zou worden ge laten in mijn keuze, hoe ik het per soneel zou willen aanwenden. Hij antwoordde, dat zulks ook wel van mij verwacht werd. maar dat ik in ieder geval do gegeven instructies nauwkeurig diende op te volgen. En direct beginnen moest met al do beschikbare manschap pen „in te zetten" op de voorge schreven manier. En of ik nu al aanvoerde, dat er van mijn vrijheid van handelen dan niet veel kon overblijven en dat mijns inziens de vorige keer juist dat overdreven en ontijdig machtsvertoon de oorzaak was ge weest van al die herrie, het baatte niet. En aldus geïnstrueerd verliet ik het hoofdbureau. Om zeven uur die avond was ik present aan het politiebureau Van Baerleslraat. gelegen schuin tegen over het Concertgebouw. Daar werden de detachementen samen getrokken en vap allo kanten kwa men dc manschappen opdagen; grote aantallen bereden agenten, motorrijders, leden van de honden brigade, agenten m uniform en in burger. Ook h^le zwermen recher cheurs kwamen zich melden- Alles met elkaar een macht, die ik zelfs bij de grootste stakingen nog nim mer bij elkaar had gezien. En aan gezien in dat kleine posthuis maar plaats was voor enkele manschap pen. moest dat hele leger opgesteld worden in de Van Baerlcstraat. waar verder appèl gehouden werd enz. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 5