vooral vö o.r d r o IJ w
Iet recht van elke vrouw op
arbeid blijve onaangetast
TELEVISIE IN NEDERLAND (Slot)
Belangrijke beslissingen
moeten genomen
Zegt U eens vijfmaal Parijs,
daar zit een climax in
DE COMMISSARIS VERTELT DOOR
VORT VROUW, JE HUIS IN?
de meeste bedrijfstakken is
genoeg werkgelegenheid
Lunchroom
Kan in Amerika
heus alles?
De schrijver in de boekenweek
STUDIO KOME IN CINETONE,
NIET IN HILVERSUM
door h. voordewind
rij flag 2 Maart 1951
5
OEN wij enige weken geleden een enquête hielden onder
gehuwde paren over de vraag, hoe het beide partners
iel wanneer de vrouw buitenshuis werkte, antwoordde een
htgenoot van een werkende vrouw, dat men alle vrouwen het
ken moest verbieden. Hij weet een groot deel van de hui-
je misère aan de emancipatie van de vrouw, omdat een
iu\v, die zelf geld heeft verdiend met arbeid buitenshuis,
meer zo gauw bereid zou zijn te trouwen. En hij wenste
s meer of minder daneen sterke man, die alle vrouwen
Ir huis zou sturen. Voorwaar een extreem standpunt!
44.345 werkten bij het onderwijs.
De belangrijkste groep daarvan,
het huishoudelijk personeel, oefent
een typisch vrouwelijk beroep uit.
Van de vrouwen die in de land
bouw werken bestaat de overgrote
meerderheid ruim 140.000 uil
echtgenoten of dochters, die met
man of vader meewerken. Ook in
het winkelbedrijf werken zeer
vele vrouwelijke gezinsleden mee
(57 000).
In totaal zijn er. in alle beroepen
tezamen. 151.961 gehuwde vrouwen
en 35612 dochters, die in het be
drijf van hun man of vader mee-
ilgens de laatste gegevens (van
volkstelling op 31 Mei 1947) \va-
er in Nederland 4.834.056 vrou-
Hiervan waren ruim twee mil-
gehuwd. Van de 2 496.860 on-
uwden waren er 1.456.000 onder
jaar, zodat er ongeveer
1000 ongehuwde vrouwen over-
„in de werkleeftijd". Maar
aantal vrouwen dat in feite een
ep uitoefende was kleiner, n.L
37. waarvan ruim 300.000 tussen
n 20 jaar oud waren. Ruim
000 werkende vrouwen behoor-
dus tot de oudere „huwbare"
jdsgroepen. Hoeveel daarvan
•n gehuwd? De cijfers van de
Helling leren ons. dat 186.632
ven, die met hun echtgenoten
jezin vormden, een beroep uit-
:nden.
t is voorwaar geen kleinigheid,
an een „sterke man" te ver
ten. dat hij al die 943 637 wer-
vi ouwen naar huis zou stu-
Wij verwachten, dat er van
at (mannelijke) werkgevers
ige protesten zouden komen.
vooral aan „jeugdig vrouwe-
personeel" bestaat in heel wat
fstakken nog altijd een te-
ïn de textielnijverheid, bij de
ectiebedrijven. en op de ver-
ngsafdelingen van vrijwel alle
Ineen. En de productie zou
iig achteruit lopen, omdat er
al deze werkzaamheden geen
nelijk personeel te vinden is.
toch zou dat moeten gebeuren
?ze echtgenoot, die wij boven
alden. zijn zin zou krijgen,
hij scneert alle vrouwenarbeid
één kam. Hij wil zelfs terug
een toestand die nooitheeft
aan, want volgens zijn redene-
ou ook het vrouwelijk huis-
oneel moeten verdwijnen
doen die 943.637 werkende
erlandse vrouwen nu? 183.439
erkzaam in een huishoudelijke
king, 124.862 vervullen een
istratieve functie 131.505 wer-
m een winkel. 168.710 zijn in
indbouw werkzaam, 22 625 had-
een betrekking in de texliel-
;trie, 97.004 waren werkzaam in
g- en reinigingsbedryven, en
werken. Intussen leren wij hieruit,
dat er in Nederland slechts 35.000
gehuwde vrouwen zijn met een zelf
standige werkkring, die niet ligt in
het bedrijf van hun man. Wie dit
getal erg laag vindt, bedenke dat e-
heel wat gehuwde vrouwen zyn, die
verzwijgen dat zij buitenshuis wer
ken uit vrees voor de belastingen,
vooral als zij in een huishouding
assisteren.
Keren wij nog even terug tot de
man met strenge principes, waar
wij het in het begin over hadden
De meewerkende vrouwen en doch
ters krijgen geen geld, dus wij ver
moeden dat hij tegen deze beroeps
werkzaamheid geen bezwaar heeft
Resten dus 670.000 vrouwen, die wel
zelfstandig geld verdienen. Laten
wij het huishoudelijk personeel nu
verder buiten beschouwing, dan
blijven dus als belangrijkste takken
van vrouwenarbeid over confectie,
textielindustrie onderwijs, admini
stratieve functies, verkeer en trans
port, en het winkelbedrijf. Het hoeft
geen betoog, dat het een ontwrich
ting van het maatschappelijk leven
zou betekenen, wanneer men deze
vrouwen naar huis zou sturen. Maar
het is de moeite waard, na te gaan
in hoeverre deze vrouwen „een man
het brood uit de mond stoten" zo
als men dat pleegt te noemen. Op
31 Januari waren 77.420 mannen ge
heel werkloos en 31.755 waren op-
EEN worgen stort dikke zusje
net de beer. de bal, de pop en
o. van de trap De pop is stuk
op zusjes voorhoofd zit een
Ze bibbert van de schrik
'sarom gaan we even later, om
origheid kwijt te raken, langs
"n met crocussen en struiken
groene plukjes. Totdat een
ie wind ons in een melksalon
Een voornaam gedoe met
n en koperen asbakken op de
myrna bedekte tafels Twee
lo:e oude kellners leunen te
rn kast en kijken toe hoe we
olade drinken Als ze aan ons
id zijn, beginnen ze zachtjes
elkaar te grommen.
"e toiletten, de spiegels, de
hrt houtwerk beweert ie
dat ik niets te doen heb", zegt
en.
ir zelf op de weg, met z'n
handschoenen en tas", hoont
'der cn z'n stoel blijft leeg.
lacht. luid. Dikke zusje, den
dat hij pret heeft, leeft ervan
'0". roept ze honingzoet, „dag
meneer". Ze glijdt van haar
hup naar ze toe, maar wordt
later door een van de twee
,110 teruggebracht,
n hoofd staat er niet naar",
en hij kijkt als een ver-
'4e minister Maar als ik knik,
het begrijp, richt hij zich op
'Oddelt ineens in ferme luide
dan De kruik gaat zo lang
iter fof hij barst", roept hij,
'r worden wel slaven gemaakt,
nooit geboren".
pilcke zusje kruipt op mijn
.Mamma is niet stout", ta-
snel, Mamma nooit stout".
°nder komt er ook bij. Dat is
!lVk, de kruik blijft daar niet
"leer heel.
lr opeens grist de een mijn
*opje en de ander wil afre-
y de deur komt een opvallend
td heer, hoed, handschoenen.
R'j groet uitbundig en
1 dikke zus te behagen.
'r blijft koel dit keer:
iU vandaan?" praat ze vinnig.
*U geweest"
mam", zegt zoontje, als ik
yiis vertel, „het kind verstaat
oordig alles. Je ihoet zo ont-
A oppassen".
B1BEB.
f "N
Eén op drie vrouwen
werkt in Amerika
In Amerika heeft één op drie
van de vrouwen boven 13 jaar
een werkkring buitenshuis, in
totaal zijn er 19 millioen vrou
welijke arbeidskrachten. Hiervan
zijn acht millioen getrouwd. 5.6
millioen ongehuwd, terwijl de
rest weduwe of gescheiden is
Vier millioen werkende vrouwen
hadden kinderen beneden de 18
jaar
Een vierde van alle werkende
vrouwen had een administratief
beroep, daarna kwamen de fa
brieksarbeidsters. De huishoude
lijke beroepen zijn sterk in om
vang achteruit gegaan.
De gemiddelde leeftijd van de
werkende vrouw is 36 jaar. Vijf
tig jaar geleden was dit 26.
.J
genomen in de D.U.W. Werkloosheid
van enige omvang was er in de
bouwnijverheid (20.000), bij da
veenderijen (2900), in metaalindus
trie (5900), onder de tabaksbewer
kers U300), m de landbouw (22.000.
maar dit is seizoenwerkloosheid),
handelsbedienden (2700. waaronder
450 winkelbedienden), hotelperso
neel (2300), transportarbeiders
'4300), kantoorpersoneel (5900), los
se arbeiders (16.000).
Verreweg de meeste werklozen
kwamen dus uit die beroepen, waar
vrouwenarbeid vrijwel niet voor
komt. Alleen de werkloze kantoor
bedienden en de winkelbedienden
vormen hierop ten dele een uitzon
dering. Maar in de meeste bedrijfs
takken is gelukkig genoeg werkge
legenheid (ook voor de gehuwde
vrouwen) tezamen.
Overigens willen wij, om alle mis
verstand uit de weg te ruimen,
toch nog even opmerken, dat het
recht van de vrouw, gehuwd of on
gehuwd om buitenshuis te werken,
wanneer zü dat wil, evenmin zon
mogen worden aangetast in een tijd
waarin de werkloosheid wèl een
onrustbarende vorm zou hebben
aangenomen.
ZE kon er maar niet over uit me
vrouw Dingemans. die met
mijnheer Dingemans een paar dagen
in Parijs was. „Ziet u het dan niet
hoe vuil overal die gordijnen zijn.
hoe goor het beddegoed is. en hoe
de mot in de tapijten zit? En nu
heb ik het nog alleen maar over
ons hotel, dat weliswaar niet duur
is. maar vergeleken met een Hol
lands van die categorie, toch wel
heel wat minder is. Doet u mij eens
een plezier cn kijkt u eens naar die
ramen, niet alleen van mijn hotel
kamer maar ook van de huizen
aa- de overkant, en hiernaast. Kun
nen die vrouwen geen spons cn
zeem nemen en aan het werk gaan?
Inplaats daarvan zie je ze door de
stad lopen, mooi opgemaakt en op
gedoft. Maar dat is niet alles" en
nu werd haar stem zacht van ovcr-
verontwaardiging „ze zijn ook zo
luchthartig. Stel u \oor dat ik gis
teren met de ..patronne" van ons
hotel gesproken heb. Dat is nog een
jonge vrouw. Hebt u kinderen?
vroeg ik haar. Ja. zei ze. maar die
heb ik „en nourrice". dat wil zeg
gen. uitbesteed. Uitbesteed, herhaal
de ik. hoe oud is dat kind dan. en
sinds wanneer hebt u het met meer
bij u? Sinds zijn geboorte, ant
woordde zii. en dat nog wel met een
glimlach. Het meisje wordt binnen
kort twee jaar. Maar dat is ver
schrikkelijk. heb ik gezegd. En zij:
denkt u misschien dat ik mijn kind
hier in dat kleine kamertje kan
groot brengen? Het volgend jaar.
wanneer ze overdag naar de be
waarschool kan gaan. komt zij bij
ons. niet eerder. Maar zei ze niet,
toen stond ze alweer heel charmant
een vrouw te woord die een kamer
vroeg voor haar en haar zoontje.
Met een kinderbedje, als het moge
lijk is. zei zij. Natuurlijk, antwoord
de die „patronne". Ik zeg maar, als
ze toch in het bezit is van een
bedje, dan kan ze daar toch beter
haar eigen dochtertje inleggen in
plaats van het aan een vreemd kind
af te staan. Het is een schande.
Zoiets komt bij ons niet voort."
„O", antwoordde ik, „o". en meer
niet.
Enkele dagen later sprak .k zelf
met de „patronne" van het hotel
Het was een rond-heupige F' nn-
caise, gezond en hartelijk. Over
kinderen sprekend, liet ze mij met
een de_ foto van haar dochtertje
zien. „U kunt niet begrijpen wat dat
is", zei ze. je kind door vreemden
te laten opvoeden. Als ik u nu
vertel, dat ik in die twee jaar tiid
niet eenmaal onverwachts naar de
baby heb kunnen gaan Elk bezoek
moest aangekondigd worden, maar
hoe kan ik vooruit weten, wanneer
het in mijn bedrijf een dagje rustig
is? Ik houd hier de zaak in handen,
en mijn man knapt allerlei karwei
tjes op. Vóór alles gaat het er
toch maar om dat we zoveel ver
dienen. dat we ook tot sparen ko
men om over een jaar of tien een
huisje buiten te kunnen kopen, des
noods een hotel... Dat kost heel
wat opofferingen, maar de grootste
is nu bijna volbracht, mijn dochter
tje zal spoedig bij ons kunnen ko
men." Ze keerde zich opeens om
en snoot haar neus. en keerde zich
toen weer om en poederde die
neus.
IK ben naar boven naar mevrouw
Dingemans gegaan. Zij zat op de
rand van haar bed, tezamen met
mijnheer Dingemans te eten Be
legde boterhammen „Ik kan dat
voedsel hier niet meer zien", zei ze.
„gelukkig dat ik ook op het 'dee
ben gekomen een fles melk te ko
pen Die wijn laat zo n nare smaak
achter. Maar we amuseren ans best."
Mijnheer Dingemans knikte, niet
al te overtuigend. „Alleen word je
de hele dag afgezet, zoiets kond
bij ons niet voor, en je bent dus I-
veel eerder door je geld heen dan i
we dachten. Moet je zien", zei ze
toen, terwijl ze met haar vingers
langs een deurj-ichel ging. „bah, wat
een stof, wat een viezerds toch...
Zoiets.
„Moet je zien", zei ik toen ter
wijl ik haar naar het raam toeduw-
de. „wat een uitzicht." Voor ons
stroomde de Seine. Een boot kwam
langs „Prachtig, niet waar. onver
getelijk m dat schemerlicht." „Zo
iets kan ik in Holland ook zien",
zei ze. „Maar waarom bent u dan
hierheen gekomen?" Ze dacht even
na. Toen kwam er dan ook werke-
liik iets origineels. „Parijs", zei ze,
.zegt u eens vijfmaal Parijs, Tariis,
Parijs, Parijs. Parijs, daar zit een
climax in. nietwaar, een niet te
definiëren climax. En zegt u nu eens
vijfmaal achter elkaar Sneek.
Sncek. Sneek, Sneek, Sneek je
komt er niet verder bij. Het blijft
stabiel. Maar als toch alleen maar
die deur niet zo vuil was cn dat
beddegoed zo goor. En trouwens wat
je mc ook kunnen vertellen van de
„patronne". ik blijf er bij. zij is
een slechte moeder. Zoiets komt bij
ons niet voor."
JOSEPHA MENDELS
MEN zegt zo vaak dat Amerika
het land van onbegrensde mo
gelijkheden is En dat niemand U
iets zou verbieden. Dat er geen
bordjes zijn waar op staat: „verbo
den volgens art. zoveel." Inder
daad zijn die bordjes een zeldzaam
heid. maar dat werkelijk alles mag
is helemaal niet waar. Daarvan zou
ik U het volgende willen vertellen.
Iemand die naar -Nederland ging
belde op en vroeg of ik een kopje
thee met hem
ging drinken.
Dat kwam
prachtig uit en
wij spraken af.
dat hij mij te-
gen een uur of
TffVs^^-gfÈ^t vijf zou komen
lAh j%fs. halen. We zou-
den in de stad
blijven, omdat
hij niet zo erg
veel tijd had. Parkeren in New
York is een groot probleem. Som
mige mensen rijden er uren rond
tot ze eindelijk een plaatsje gevon
den hebben Maar wij hadden het
geluk om, na een goed half uur zoe
ken, iets te vinden. Wij stapten uit.
Wij tweeën en zijn prachtige zwar
te poedel. Toen wij eindelijk ergens
zaten on om thee vroegen werd ons
verteld dat hier geen thee. maar
alleen cocktails geschonken werden.
Omdat wij geen behoefte aan een
cocktail hadden verdwenen we dus
weer. Inmiddels was het bjjna zes
uur Er was nog maar een uurtje
tijd over. Waar naar toe? Alle be
kende thee-oorden waren nog min
stens drie kwartier rijden van New
York. Opeens wist ik het en stelde
voor om naar het restaurant van
de kleine dierentuin te gaan. Het is
er heel gezellig. Bovendien ligt het
in het Central Park. dus alles in het
hart van New York. Bovendien
heeft hêt geen alcoholvergunning.
De kans dat de inmiddels zo belang
rijk geworden thee ons geweigerd
zou worden was dus zeer gering.
Daar gingen wij weer met z'n
drieën. Weer een lange tijd zoeken
naar een parkeerplaats. Gelukkig,
na ongeveer vier maal om het Cen
tral Park heen gereden te hebben,
zagen wij eindelijk een plaatsje tus
sen een paar van die bijzondere
„dollar-smiles". (Zo wordt de nieuw
ste Amerikaanse auto wel eens ge
noemd). Wij klommen weer uit onze
wagen, deden de hond aan zijn
beeldschone plastic halsband, sloten
de auto en wandelden recht, op ons
doel, de thee, af. Maar dat ging maar
niet zo een. twee. drie. Bij cie in
gang van de dierentuin werden wij
door een van de oppassers tegenge
houden. Die zei: „Het spijt mij,
maar honden kunnen hier niet toe
gelaten worden."
Toen hebben wij van louter dorst
en narigheid, een paar flesjes Coca
Cola gekocht bij de voor ons ver
sperde ingang van de dierentuin.
We zijn maar op een bankje in Cen
tral Park gaan zitten en hebben de
flesjes aan de mond gezet
BECCY
WE hebben de SCHRIJVER
gezien op het feest,
zo natuurlijk en zonder decorum,
hij was zo gewoon als elk ander
beest
cn zonder tralies voor 'm
We hebben hem van dichtbij gezien,
't Was 's morgens om tegen vijven,
we hebben gefluisterd: O. kijk.
Christien
nou zie je zijn vingers, hij heeft
er tien
daar zal hij zijn boeken mee
schrijven.
U/S hebben de SCHRIJVER
gezien in de zaak
waar hij stond om zijn werk te
verkopen,
zo schattig! Hij zette z'n naam zo
vaak
en zijn jasje had twee rijen knopen.
Wij hebben gevraagd, hoe of ie
het dee.
dat schrijven van al die boeken
we vroegen: eh. zóekt U altijd
een idee,
of komt het van eigens? En toen
zei hij: Nee,
soms moet ik er wel eens naar
zoeken.
\Y E za?en de SCHIJVER op
't podium,
toen hij voorlas uit eigen werken,
hij zei om het andere woord
„Ahum".
nerveus hè? Dat kon je goed
merken.
We zagen de SCHRIJVER nog
nimmer in 't bad!
Dat vinden we niet in orde!
We zagen hem droog, wanneer
zien we hem nat?
Bestuur van de Boekenweek!
Kan ook dat
nog even geregeld worden?
AAR hoe het ook zij, zo al
11 met al
mag n ieder tevreden wezen:
we hebben de SCHRIJVER gezien
op het bal
m de zaal, in de winkel en
xr v overal
Nu hoeven we nooit meer te lezen.
ANNIE M. G. SCHMIDT
Kleine, lage
huizen hoge
antennes. Een
symbool voor de
triomf voor de
televisie?
(Van een onzer redacteuren)
Eén der weinige dingen,
waarover de vier grote Neder
landse omroepverenigingen het
roerend, om niet te zeggen ont
roerend eens zijn. is, dat de te
levisie-studio in Hilversum zal
moeten komen. Waarom? Om
dat de omroepverenigingen de
televisie-programma's verzor
gen. En de omroepverenigin
gen zitten nu eenmaal hecht,
sterk en onverplaatsbaar in
Hilversum 't is dus logisch,
dat ook de televisie-studio daar
komt. Het is niet alleen logisch,
het is bovendien goedkoper. In
het experimentele stadium,
waarin wij verkeren, kan de
televisie beter heel voorzichtig
en goedkoop ergens onder de
machtige vleugels van de ra
dioverenigingen worden opge
kweekt dan waar ook in Ne
derland.
Dat zijn, in een notedop. de argu
menten van de VARA. AVRO. KRO
en NCRV. Hier staat tegenover, dat
onder de rook van Amsterdam een
studio. Cinetone. staat te wachten
om weer eens volledig en dus pro
ductief in gebruik te worden geno
men.
Zoals de situatie n u is. kan
Cinetone niet bestaan van het ma
ken van films; met de televisie er
bij wordt de situatie heel anders.
Komt de televisie er niet, dan is
vandaag of morgen Cinetone ook
voor de film verloren. En afge
zien van de deviezenbesparing zijn
wij dan de mogelijkheden van vlag
vertoon in den vreemde, die een
film (mits goed) zo ruimschoots
biedt, van reclame en van culturele
uitwisseling kwijt.
Ja. wie het woord „televisie" ge
bruikt. struikelt onmiddellijk daar
op over het zoveel minder wellui
dende woord „kosten". Televisie is
buitengewoon duur: daarmee be
doelen wij niet alleen het aanschaf
fen en het onderhoud van een ont
vangsttoestel. Een goede reportage
wagen kost f 300.000. De program
ma-kosten zijn naar schatting vijf
maal die van een radio-uitzending.
Engeland geeft hier momenteel per
jrar om en nabij de tien millioen
gulden aan uit De vraag rijst, of
wij onze Nederlandse arbeidspro
ductiviteit niet beter op nuttiger
zaken kunnen richten dan op tele
visietoestellen en televisieprogram
ma's. Is de situatie in ons land bo-
G. v. Ravenzwaaij 50 jaar
Op 7 Maart hoopt de musicoloog G.
van Rovenzwaaij zijn 50ste verjaardag te
vieren. Er heeft zich een comité ge
vormd. dat het hem mogelijk wil ma
ken de resultaten van zijn studie over
het „Groot-Nederlands Kerstlied" in
een boekwerk te doen neerleggen. In
dit comité hebben o.m zitting: prof. dr
J. de Zwaan (Leiden), prof dr A.
Smijers (Utrecht), prof dr K. Ph.
Bernet Kemper (Amsterdam), prof dr
F. van der Mueren (Gent) en prof. dr
A. A. van Ruler (Utrecht).
AAN DE LOPENDE BAND worden in dc Phi-
lips-fabrieken te Eindhoven televisie-ontvang
toestellen gemaakt. Maar om iets te kunnen
ontvangen zal er iets moeten worden uitgezon
den. Men hoopt in 1951 tot dagelijkse uitzen
dingen te kunnen komen. Als deze lopende
band, in afwachting daarvan, doorwerkt zal men in ieder geval geen
vrees voor distributie van ontvangtoestellen behoeven te koesteren
vendien niet deze. dat cr geen be
hoefte aan televisie bestaat, maar-
dat deze kunstmatig door de daarbij
belanghebbenden wordt gekweekt?
Onze antwoorden op de laatstge
noemde twee vragen zouden wij
minder somber willen laten klinken
dan degenen plegen te doen. die
gewoon zijn. deze vragen te stellen.
Goed, laat de vraag ten dele kunst
matig worden gekweekt dat is
niet ongebruikelijk cn niet verwer
pelijk Waar het om gaat is: Hp
vraag naar wat? Naar iets goeds,
zoals televisie dat ongetwijfeld kan
zijn? Het kunstmatig kweken van
de vraag naar iets goeds kan geen
kwaad, dunkt ons.
Ook over de arbeidsproductiviteit
maken wij ons geen al te grote zor
gen. Het is niet aan te nemen, dat
vitale 'Nederlandse belangen in hd
gedrang zouden komen omdat de
televisie een te groot aantal ar
beidskrachten tot zich zou gaan
trekken. Die twee kwesties: het
scheppen van een kunstmatige
vraag en het gevaar voor onze ar
beidsproductiviteit, vormen niet de
economische kern van het televisie-
vraagstuk. Zo simpel mogeliik ge
steld ziet de kern er zó uit: Kunnen
we hel betalen, in Nederlands geld
en in vreemde valuta-' Zo ja. ziillen
we het doen?
De meesten der bij de televisie
betrokkenen (regering, omroepver
enigingen) vertonen de neiging, op
de eerste vraag met een krachtig
„Neen!" te antwoorden, om dan.
min of meer paradoxaal, op de
tweede te zeggen: „Ja maar
vooral zo weinig mogelijk!" De N.V.
Philips, die het monopolie heeft op
het telcvisieterrein, denkt daar an
ders over. Zij kan. in het geheel
van haar wijd vertakte Industrieën,
niet buiten dc televisie; zij kan de
televisie niet uitsluiten, technisch
noch economisch. „Hoe willen wij
televisietoestellen exporteren. als
wij aan onze buitenlandse klanten
moeten zeggen, dat wij er in ons
eigen land geen gebruik van ma
ken?" dat is één der argumenten
van Philips, waarop men dan kan
antwoorden, dat Engeland, met een
bloeiende ..home-market" aan tele
visietoestellen. toch geen export van
betekenis heeft.
Maar met dat antwoord is men er
niet. De roep om industrialisatie en
export klinkt krachtiger dan ooit
in ons land Ook op het gebied der
televisie ligt ongetwijfeld een mo
gelijkheid daartoe men zou al
leen willen weten wélke. Hoeveel
heeft Philips sinds het begin van
haar televisie-experimenten (1933)
hierin geïnvesteerd cn welk bedrag
aan deviezen schat zij in de komen
de jaren te kunnen verdienen; voor
zichzelf cn voor ons- land? In welke
mate zal de werkgelegenheid in ons
overbevolkte land door de ontwik
keling van de televisie toenemen"
Dat zijn enkele der vragen, die wij
aan Philips voorlegden en die
onbeantwoord bleven.
Maar regeren is vooruitzien en
daarom zijn wij er van overtuigd,
dat deze vragen ook in onze rege
ring zijn opgekomen en dat zij er
wèl een antwoord op heeft gekre
gen. Mede aan dc hand van dat ant
woord /.villen er binnenkort enkele
beslissingen moeten worden geno
men: over verdere investeringen
van regeringszijde, nu èn ofer twee
jaar. als de experimentele periode
voorbij is. En over de studio. Over
de gehele televisie eigenlijk.
(Advertentie l.M.)
56)
Maar aangezien dit nummertje
„ordehandhaving' weggegeven was
onder directe en daadwerkelijke
leiding van de hoogste chefs, kon
er bezwaarlijk iemand van de on
dergeschikten ter verantwoording
worden geroepen En dus gingen die
klachten de doofpot in.
Van de plaats af waar ik mij die
avond verdekt had opgesteld, had
ik dit gedoe gadegeslagen en ge
zien. hoe het bij dergelijke gele
genheden niet moet. En ook de
corpsleiding had zeker wel begre
pen. dat het handhaven der open
bare orde, bij gebeurtenissen als
deze, niet zo eenvoudig was Al
thans niet op de manier, die op
die avond was toegepast. Dat over
dreven politievertoon had alleen
maar tot resultaat gehad, dat een
aantal rustige burgers ongemoti
veerd was afgerost en gehinderd,
tot grote voldoening natuurlijk van
dat stelletje N S B.-ers. die met be
hulp van diezelfde politie in staat
waren geweest hun vergadering te
houden en op straat de boel op
stelten te zetten.
Twee weken later werd er weer
zo'n bijeenkomst gehouden. En dc
„dagorder" die voor de politie
maatregelen voor deze gelegenheid
verscheen, hield in (wat ik wel
enigszins verwachtte, gelet op het
resultaat van de voorgaande keer)
dat ik weer met het bevel over de
te vormen detachementen zou wor
den belast.
Van t» voren werd ik by de
waarnemend hoofdcommissaris ge
roepen. die mij er op wees, dat
krachtig en doortastend optreden
geboden was en dat ik daartoe-de
beschikking zou krijgen over een
extra-grote politiemacht. Er waren
de vorige keer enkele dingen ge
passeerd die thans vermeden dien
den te worden. Onder meer was
men te laat met een afzetting be
gonnen. met als gevolg, dat de
boel aanvankelijk „min of meer"
in de war was gelopen. En verder
kreeg ik nog een hoeveelheid mon
delinge instructies, die ik nauwkeu
rig had op te volgen. Alles met
elkaar weer een staaltje van hand
having der openbare orde van
achter de groene tafel. Ik merkte
dan ook op. dat ik op de bewuste
avond de hele toedracht van nabij
had gadegeslagen, maar dat mijns
inziens die janboel daar toen enkel
en alleen het gevolg was geweest
van dat ontijdige en overdreven
politievertoon. Daardoor was juist
de aandacht van het publiek op die
vergadering gevestigd. Met alle
gevolgen van dien.
Deze chef ontkende de juistheid
hiervan niet helemaal, maar bleef
er toch bij. dat ik vroegtijdig een
afzetting diende te stellen op daar
toe terstond de gehele politiemacht
moest aanwenden. Alleen dan zou
ik de hele zaak volkomen in de
hand krijgen en houden. Verder
gaf hij nog aan. welke punten sterk
of minder sterk bezet moesten wor
den. Kortom, het hele ..plan de
campagne" werd daar in die ka
mer even in details op papier gezet
en ik had dus feitelijk niks anders
te doen dan die uit te voeren. Een
systeem, dat al zo dikwijls had ge
faald- Ik bracht mijn bezwaren
tegen al die nauwkeurig omschre
ven instructies dan ook naar vo
ren. wat bij deze politiechef wel
mogelijk was. Want hij was. hoe-
;wel de administratie meer zijn ter
rein was. iemand, die in politie
zaken toch wei oog had voor de
werkelijkheid.
Ik zei dan ook. dat ik liever van
hem tc horen had gekregen, dat ik
ter plaatse de situatie zou beoor
delen en naar omstandigheden zou
handelen. En vrij zou worden ge
laten in mijn keuze, hoe ik het per
soneel zou willen aanwenden.
Hij antwoordde, dat zulks ook
wel van mij verwacht werd. maar
dat ik in ieder geval do gegeven
instructies nauwkeurig diende op
te volgen. En direct beginnen moest
met al do beschikbare manschap
pen „in te zetten" op de voorge
schreven manier.
En of ik nu al aanvoerde, dat er
van mijn vrijheid van handelen
dan niet veel kon overblijven en
dat mijns inziens de vorige keer
juist dat overdreven en ontijdig
machtsvertoon de oorzaak was ge
weest van al die herrie, het baatte
niet.
En aldus geïnstrueerd verliet ik
het hoofdbureau.
Om zeven uur die avond was ik
present aan het politiebureau Van
Baerleslraat. gelegen schuin tegen
over het Concertgebouw. Daar
werden de detachementen samen
getrokken en vap allo kanten kwa
men dc manschappen opdagen;
grote aantallen bereden agenten,
motorrijders, leden van de honden
brigade, agenten m uniform en in
burger. Ook h^le zwermen recher
cheurs kwamen zich melden- Alles
met elkaar een macht, die ik zelfs
bij de grootste stakingen nog nim
mer bij elkaar had gezien. En aan
gezien in dat kleine posthuis maar
plaats was voor enkele manschap
pen. moest dat hele leger opgesteld
worden in de Van Baerlcstraat.
waar verder appèl gehouden werd
enz. (Wordt vervolgd)