R ANTJES EN JANTJES
Het Paaskuiken
dummmm
JS«sa «SS?»
SShnsrork SSSS E£»SF»ï?s? s sRwsssm.
MOEILIJKHEDEN?
Uitkering krachtens de
Kinderbij slagwet
S CQ gm QXDÜ2Ü ÜTÖ1
ÉEmomÊfflTom
en andere jonge klantjes)
t-i.üiinüiu.m» Wij seven raad
De burgemeester van
Hoepkwadraat
Sproohjesach tig
h u izenprobleem
faterdag 24 Maart 1951
9
DIEP piep." zei het Paaskuiken en kroop uit het suikeren Paasei
„i ..Piep. piep, zeiden de vijf gewone kuikens en kropen uit de
gewone eieren.
Jok! Tok!" zei Kakelijntje, de kip, die eieren had uitgebroed, en
Irots keek ze naar haar zes kuikens.
„Kom eens kijkenwat een prachtige kuikens het zijn!" riep ze tot
ie andere kippen.
Die kwamen op een holletje aanzetten en verdrongen zich om het
„Wat een raar beest is dat ene kuiken," zei een van hen, en pikte
In de richting van het Paaskuiken.
Dat is geen kuiken," zei een ander.
'„Geen kuikenzei Kakelijntje verontwaardigd. ..Het is klein en
giel. en het is uit een ei gekropen en het zegt „piep". Als dat geen
kuiken is. wat is het dan?"
Jlisschien het lelijke jonge eendje," veronderstelde een.
De haan. die al dat drukke geka- razende vaart reed het Paaskuiken
kei en getokkel hoorde, kwam ook naar de stad.
"üwat'is liier te doen- vree, h« ha» MS
I wPaPnt"detainVfadCherèn' een ^welk'gevkr^Ifr'ptaskmken
een coSant gevonden. tón"10"" V"keren- dat het z0
daarin stond een heel verhaal, hoe Moedig bedwong ze de neieinv nm terecht. waar veel mensen zaten. Met Paaskuiken van watten zag. kreeg
de 36®nte" blJ grote feestelijkheden h t kj0^j 0 t winden en hel kui m,oelte w'st h*t kuiken zich een zij opeens verschrikkelijke honger
nrH, bewaarden. Sedert d,e t,,d Kiosje op tewinden en het^kui- pbatsje op de leunmg van een heel Want» watten had 21J m ^en heJe *m
te stoel te veroveren en staarde niet gehad. Zij bedacht zich niet lang
Wkip^SoA 'MSI kan haïên7daèht ze"tróts! -_v,„„g op ho, Paaakuiken U.
de orde bewaarden. Sedert die tijd r®*
verbeeldde de haan zich. dat hy r - zacn
een agent was. en dat er alle dagen *0,?P* bard- dat feen enkel fnen
a,het kippenhok grote feesteluk- «.er het in kan halen, dacht ze trots. w.Ue doek aan het eind van de zaal. De wollen sloffen, die haar zagen
TvXSSi? kUikenS kTen' SS!'d|?„V^hïiUrden
haan bekeek die doppen lang en lange rijen onafgebroken voorbij en Jan watten met rii^ rw^tp Wr^T dat Paaskuikens van watten at. Het
sandachtig. dan reed er nog een raar ding dat ÜSi wat,en.m,et. Jwarte kraal; keek om en zag de mot met wyd-
Je hebt een suikeren Paasei uit- belde en een stang had die lanes 00g3,e? na,ar het doek. Maar het werd open-gesperde bek op zich afvliegen
gebroed" zei hij toen. „En daar is een draad gleed Het kon ook niet er al beel,sauw moe van. Kakelijntje Het gaf een gil van angst en rende
een Paaskuiken van. watten uitge- rijden waar het wilde maar mopet en Q,e ku,kens waren trouwens ook al weg. Maar de mot was sneller. Pie-
komen Hoe heb je dat kunnen blijven op twee glimmende stansen Ye venen en er waren nu een juf- pend rende het Paaskuiken langs de
doen. Kakelijntje?" die in de weg waren eele«d froH.w en een menfer. die vreselijk toonbanken De mensen hoorden
,Dat komt zeker, omdat ik zo bij- „In zo'n ding wil ik rijcfen dacht k zongen en malle gezichten trok- niets en merkten niets, maar de
rende ben." zei Kakelijntje net he7'Paaskuiken."juiTt ^stopte "zo'n
een zucht „Maar wat moeten we nu ding 20dat het kuiken k j u
watten Den_ K
met dat Paaskuiken van
doen'"
„Stuur het aan de Paashaas." stel
de een van de kippen voor
Niets daarvan." zei de haan. „Dit
Paaskuiken van watten zal een be
zienswaardigheid van ons huis
worden."
Toen zwegen de kippen vol ont
zag voor hun wijze haan, ofschoon
ze geen van alle wisten wat een
.Bezienswaardigheid" eigenlijk is
Zo bleef het Paaskuiken dus in
het kippenhok.
we nou hebben?"
F)E andere kuikens begonnen al
gauw flink te eten en groeiden
zienderogen. Maar het Paaskuiken
wilde niet eten. De lekkerste graan
tjes en wormpjes versmaadde het.
En omdat het niet at werd het ook
met groter. Het bleef een klein bal
letje gele watten, v aar alle kippen
en hanen in de buurt naar kwamen
kijken
Het Paaskuiken maakte het kip
penhok m de gehele omtrek be
roemd en daarom wilden de haan
cn de kippen het voor geen geld
nissen.
Maar het Paaskuiken zelf. dat
met zohll de nriderê'de "gehele dag
at en aan eten dacht, verveelde zich
in het hok.
,.lk wou de wereld eens gaan be
kijken. moederi" zei het tot Kake-
lijntje.
.Daar komt niets van in." zei vroeg de conducteur van de tram en
Kakelijntje beslist. „Stel je voor, keek naar het Paaskuiken. ..Heb jij
cat de vos je tegenkomt en je wel geld om een kaartje te kopen?" on or «rèi twintig mmwn
opeet meteen waren éf wel twintig mussen
nóu -.j j v ..Piep. piep, zei het Paaskuiken U( Vnilf0n x«ir,n,0„
rucn. jij domme kip, zei de haan vriendelijk
minachtend. „Denk je dat de vos i jjle kan nog gratis reizen, conduc-
wni Paaskuiken van watten eet? Er teur," zei een passagier lachend.
Jey,dat. va" watten houdt De conducteur lachte ook. maar
wat zijn jullie kippen toch vreselijk een dlkke juffr0uw keek met een
koopwaren vuurden het Paaskuiken
Het kuiken sprong van de stoel en aan „Loop' Loop!"
wandelde weer naar buiten. Het Het Paaskuiken liep, tot het niet
moest er van zuchten, zoveel won- meer kon En de mot kwam hoe lan-
derlijke en rare dingen er toch in de Ker hoe dichterbij Het Paaskuiken
wereld waren Het liep tot het bij sloot de ogen en besloot zich dan
een grote open vlakte kwam met bo- maar te laten opeten,
men en groen en bloemen. Er wan- Op,dat ogenblik vond Moeder Ka-
delden veel mensen en kinderen en kelijntje echter, dat het tijd voor
het Paaskuiken voelde er zich echt haar Paaskuiken werd om naar huis
thuis. Er was ook een vijver en daar terug te keren. Met razende snel-
dreven vogels in. Het Paaskuiken heid begon ze het garen op het kios
keek naar die vogels en besloot een je te winden en het Paaskuiken
praatje met hen te gaan maken. werd de winkel uit. de stad uit. naar
Zonder zich te bedenken stapte hij het hok getrokken
het water in en verdween onmld- Ha!( dood van an*st roldc het he<
dcllijk in de diepte. Een eend. die neslin-
juist in de nabijheid zwom. dook en moeder de motten hebben me
viste het Paaskuiken op. wllJ?n °P='en' r'eP hf<
t_ a s a j a«., -De motten? stamelde Kakelijntje
„Dom ding. wat- betekent dat? en verbleekte. Maar toen ze zich
kwaakte hij. ..Moet je verdrinken? had overtuigd. dat zc nog geen stuk-
„Nee. bibberde het Paaskuiken. je van haar Paaskuiken miste, wend-
..Ik wist met. dat het water zo diep de ze zjch naar de haan
,Wat zijn jullie hanen toch dom-
„Nou weet je het dan, zei de eend me wezens," zei ze minachtend,
en zette het Paaskuiken aan wal Toen jamTnerde het Paaskuiken
„Dank je wel. Het is heel vnende- van batten: ..Mag ik nou nooit meer
luk van U. zei het Paaskuiken. uit Moeder"»"
„Bent U misschien het lelijke jonge "Vond je het prottig. lieveling?"
eendje, waarvan ze eerst dachten, dat vroe? Kakellintje.
ik het was?" „Heel prettig Alleen die mot," zei
De eend keerde zich boos en bele- het paaskuiken
digd om. en zwom weg.
Het Paaskuiken staarde hem ver- D?n zal moeder Je morgen in de
drietig ma. Het had zeker tets doms hamfer zetten, hoor, zei Kakelijntje
gezegd! Bedroefd wandelde het ver- Ga maar slapen en ze spreidde
der.
dom!
T-T A. ha, kijk eens wat een nat
j»1 kuiken!" riep een mus En
om het natte kuiken te bekijken.
„Je moet je droge kleren kopen,"
zei een mus
Kleren? Wat zijn dat?" vroeg het
kuiken.
,Wel een jasje en een broekje Dat
haar vleugels beschermend
haar zes kuikens uit.
WIM HORA ADEM A
(Advertentie l. M.)
'n kwaliteitsproduct
Uit de toverhoed
der schakers
Svetosar Cllgoric heeft zijn titel kam-
oloen van Jocko Slnvië geprolonseerd
|ln een nationaal tournool. waar behalve
v. Pirc alle candidaten van belang bij
een waren gekomen. Plrc cn Mille,
itwec houwdegens, eindigden achter de
i theoretici Gligonc en Matanovic. en dr.
Trifunovic achter alle vier Hier ls de
veeleisende worsteling, die over het
kampioenschap besliste.
Wit: A Matanovic. Zwart: S\'. Cllgo
ric Sialaans
1 e2c4. c"c5. 2. rel—f3. PbS—c6
3. d2d4. c5xd4, 1. Pf3xd4 PgS— fS. 5.
Pbl—c3. dt—d«. 6. 52—S3 .de bedoeling
die hierachter moet hebben gescholen
komt niet tot uiting, doordat Cllgoric
de theoretische weerlegging" 6 Lg4
niet blijkt aan te durven Zowel na P.
Lg4 7. Pc6- bc6 als na 6 Lg4
7 f3. Ld7. 8 Lg2. Db6 wordt zwart nis
geslagen beschouwd Het achterwege la-
ten van 6 Lg4 moet zwart met een
gedrukt spel bekopen): fi g7g6.
Lflb2. I.cS«17 (er dreigde Pc6 en
e4—e5. terwijl 7. Lg4 wegens 8
f3 gcon hout meer zou hebben gesne
den. Een pointe daarbij Is dat na 8
Ld7, 9 0—0. Db6. 10. Le3, c5. 11. Pf5.
Db2; 12 Pd8 t niet alleen wits koning
zich al In veiligheid bevindt, maar ook
ffi onbeschermd staat) 8. 00. i.fRg7
(in aanmerking kwam ook eerst 8
Tril 9. Pdl—C2, O—n, in pr:_f4. TaR—
c8. 11. Pc3—d5. Pf6xd5, 12. Pf4xd5. Ld7
efi (en hier was dadelijk 12. Pi5
te overwegen». 13 c2—c3. Le6xdS (als
voren i. 14. DdlxdS, Pc6a5. 15. Ta"l
bl (doel b2—b4 Pc6 anders Db7
c4 enz. Z^vart wil daarop e7—e6 kun
nen antwoorden zonder door Db5 'e
worden gestoord in zijn bedoeling Pe5
Vandaar 15. a7—a6. 16 f2—f4
(en nu kan althans c3—e4 worden be
lemmerd). 16. b<bS. 17 DdS—d3
(nu zwart met Dbfit niet langer zijn
b-plon in de weg zou gaan staan, wordt
het tijd daartegen Lc3 klaar te leggen
Niet dadelijk. 17. Le3 wegens 17.
Pc4. 16 Lf2. bÖ. 17 P35—c4. 18
b2—b2. Pc4bfi; 19 Lel—d2, Dd8—c7.
20 Tbl—Cl. Tf8dS. 21. Ld2—e3. Pb6—
d7. 22. Le3d2, Pd7b6 (niet voordat
het hoog nodig is Iaat zwart zich be
wegen tot een actie met Db8. a6—a5 en
b5—b4: hij Is bereid remise overeen te
komen). 23. Tfl—f2, nc7—bR, 24 h2—hl.
Pbr._d7. 25. h4—h5. a6— o5. 26 l»5xsfi.
h7xg6. 27 Ld2—e3, b5—b4. 28. c3—c4,
Pd7—cS. 29. Dd3—dl. Pc5—d7, 30. ndl
g4, DbR—c7. 31 Tel—dl.
De zeldzaam conventionele manier,
waarop belde combattanten te werk
gaan. maakt deze partij als geschapen
voor een leerboek. Waarom, zo kan Ma
tanovic zich hebben afgevraagd, zou Ik
mij het hoofd breken als ik met twee
lopers een machtig plonnencentrum er»
torens die naar verkiezing de d-, f- of
h-lljn kunnen beheersen, de situatie
bijna overal mcesier ben? Het antwoord
luidt, dat zich het hoofd breken bij
schaken een kwestie is van beginsel. Al
le voorrechten die wit bijeen heeft ge
zwoegd. zullen nutteloos blijken te zijn
zonder een voortgezette doelmatigheid
en dus snelheid van handelen En zie
daar een dilemma- soms moeten wij
bulten de grenzen van onze sehaaktech-
nlsche beheersing gaan op straffe van
de grootst mogelijke snelheid en doel
matigheid te verzuimen Hazard, zegt de
methodicus boos. nutteloos risico. Maar
de be^ie meesters tasten zelden mis ook
al hebben zij niet alles tot in bijzon
derheden kunnen voorzien, Trouwens,
waar eindigt het schaakspel als nle-
Krachtens de bepalingen van de Kinderbijslagwet, zoals deze sedert 1
Januari J.l. luiden, gaat het recht, voortvloeiende uit de verzekering van
de wettige vader voor. Deze heeft dus recht op uitkering van kinder
bijslag. ook al leeft hU met de kinderen, waarvoor de kinderbijslag wordt
aangevraagd, niet in gezinsverband en draagt hij voor deze kinderen zelfs
niets in het onderhoud bij. De pleegvader ontvangt kinderbijslag, voor
zover deze niet reeds aan de wettige vader is uitgekeerd. Dit in verband
met een vraag van K. v. E.
Mocht het orgaan, dat dc kinder
bijslag aan de wettige vader moet
uitbetalen, van oordeel zijn. dat de
kinderbijslag niet ten goede zal ko
men aan het kind. waarvoor de uit
kering wordt verleend, dan kan dat
orgaan op verzoek of gunstig ad
vies van de Voogdijraad de kinder
bijslag aan een ander betaalbaar
stellen, i.e. dus aan de pleegvader
of aan de gescheiden echtgenote.
Het volgende in antwoord op an
dere vragen:
I W. F. K. De hulseigenaar is ge-
rechtigd de huur op te zeggen, maar
daarmede is men nog niet uit de
woning.
I Wanneer men weigert eruit te
j gaan of meer te betalen, dan zal de
huiseigenaar de Kantonrechter in de
I arm moeten nemen, die eerst het
oordeel vraagt van de Huuradvies-
Commissie en dan nauwkeurig de
belangen van betrokkene en die van
de huisheer afweegt
Voorlopig kan men de zaak wel
rustig op zijn beloop laten. De
hoofdbewoner is echter wel gerech-
tigd, als hij. te rekenen van 1 Ja
nuari af. 15 - huurverhoging heeft
moeten betalen, een evenredig deel
op de mede-bewoner te verhalen.
Alles hangt echter af van dc grootte
van het door betrokkene bewoonde
gedeelte, de wijze van meubilering.
enz. Als men op dat punt meer ze-
kerheid wil hebben, laat men dan
j en zulks kost 2.50 het oor
deel van de Huuradvies-Commissie
inwinnen.
A G. Om schenkingskwesties naar
I behoren te regelen doet men goed
j oen notaris in de arm te nemén, die
als vakman precies kan zeggen wat
1 er gebeuren moet. Men moet erech-
ter wel op letten, dat men geen
i schenkingsregeling In het leven
moet roepen om daardoor uitkering
te krijgen ingevolge de Noodwet
Ouderdomsvoorziening. De organi-
satie ten behoeve van deze wet is
zodanig, dat. zo verkeerd gehandeld
I wordt, dit toch uitkomt.
t AfivPTtryitie M
uifl. ï.l-l 11 cl cirn jflijc cu ctu wivc1jv k
Kakelijntje booe beschaamd het Paar boze ogen naar het kuiken en m g jij heus wel hebben Jij hebt
»„fj 3 DOOg DescnaamQ net zet .Kuikens horen niet in dc tram
hoofd en zweeg.
Het Paaskuiken zei:
«f. laat me maar gaan! U hoort
telf. niemand zal me op willen
den En ik verveel me toch zo!"
Je zou kunnen verdwalen." zei
Kakelijntje bedroefd.
u Ik zal het in mijn tas stoppen en
,Heu$ moe- —pa naar hnis nomm als eezelschaD
niet eens veren, Eigenlijk ben je een
mee naar huis nemen als gezelschap
voor mijn kanarie-vogel"
Het Paaskuiken viel van schrik
van de leuning van de bank. waarop
het zo prettig naar buiten had kun-
Het Paaskuiken keek peinzend ?en ki)keJ- en IïraaktE;1da,„"' da
f"! zijn zwarte kraaloogjes Natuur- lram u" kwanl He' v et sv?or
lijk zou u': - rlo i-notpn war» ppri verkeprs-asent.
„O." zei het Paaskuiken naden
kend. „Ja. ik ben een Paaskuiken
van watten, weet je."
De mussen vielen om van het
lachen.
„Een Paaskuiken van watten." rie-
z.»aiic Meidiuuïjcï. iiaiuur* -- pen ze „Maar dan moet je toch ze-
hij kunnen verdwaien. Maar voeten van een verkeers-agent. ker droce kieren hebben Ga maar
Jfloest hij daarom thuis blijven zit- at zullen we nou hebben vroe0 moe wij wijzen je wel een winkel."
ten* de agent. „Beter opletten, klein kui- wezen het twetterend
Jk weet wat. moeder." zei hij. ken!" De agent zc-tte het verkeer en ^sjilpend de weg en het Paaskui-
-»k bind het eind van de draad van stop. pakte het Paaskuiken op en ken vo]gde gedwee
«n garenklos om mijn poot en U zette het op het trottoir. „Hier moet je zijn." zeiden ze.
wudt het klosje. Ben ik niet op „Nu netjes op de kleine steentjes yraag maar om een babymaat" en
Üjd terug dan windt u de draad blijven en niet op de grote weg. öjchelènd vlogen ze weg.
e" trekt me 20 naar zeiDh,j „i hol Paaskuiken Het kuiken stapte de winkel bin-
Top niV, w— „Piep P'eP- ^ei "et nen en iiep langs vele toonbanken en
Zr bn„u !T?ar-- iei Kak.ellJ?1)e,a en wandeIde verder' klom tal van trappen op Tenslotte
m het linkerteentje van het lm- U ET kwam b,J een 5rdot/'!bouw- kwa™ ha',mla daaf nwge7d°„nt"
Kerpootje van haar Paaskuikeii van fl met een brede trap en daar gin- '™ler"kt„En da.ar rwlrH.Bl.roon
«Iten en hield zelf het klosje ste- gen veel mensen bmnen Het kuiken dekt door een mok Overdag kroop
J'! ui haar poot. Toen liet ze het ging ook naar binnen. Niemand lette die mot altijd in eenh°akJa
Piaskuiken gaan Ir op en dus liep het maar door. 's nachts deed zij zich aan de wollen
u Het kwam in een grote, donkere zaal stoffen te goed. Maar toen zu het
j-| ET Paaskuiken wandelde het 1
Y er' al en de grote weg-op: Het
'3Q nog geen honderd passen ge-.
«aan. of hij kwam bij 'n groot ding
p vier wielen. Het Paaskuiken ken-
dle grote dingen wel De boer
^ed er iedere morgen mee naar
sad cn het heette „Auto" Het
"^kuiken had altijd gewenst,
r? eens in een auto naar de stad
rijden. Toen het dus een auto
maar aan de kant van de weg
«2 staan, bedacht het zich niet
- "et nam een spongetje.
A
door Henriëtte
van Eyk
XXVII
Toen de versierde vrachtauto tot
heel dichtbij was genaderd, begon
de koning wild met zijn armen te
"dm een sponeeije, zwaaien „Daar is ie! Daar!!*De
vipiis i^ met Zljn hele kleme herauten hielden hun paarden m
ïirk* ^an watten en verstopte Qok Jock stond stil cn comman-
kutakf" de Jvele maandon en deerde „Halt!"
- - de
piston, die op de vrachtauto wa-
r"i geladen.
uurde niet lang, of de chauf-
r van de auto stapte in en in een
Een paar seconden stonden
twee optochten elkaar min of meer
onthutst aan te staren Toen klom
d^ koning van de vrachtauto deed
struikelend over zijn roodfluwe
len mantel een paar stapjes
voorwaarts, en ging met een op
gewonden gilstem spreken, van
alles door elkaar.
„Ik kan er geen touw aan vast
knopen," dacht Jock. „Hij is hele
maal rood en bibberig en van
streek..-.", en hij vroeg: „Zoekt U
iets Majesteit?", en de koning riep
half huilend: „Ik zoek het ,le?®£
we" Tk w?frMai"de maan" °en
toen niemand iets zei. ging hij
—at kalmer verder en verte
erhaal dat de gemzen maan
klommen Die is niet meer naar
beneden gekomen Het was maar
een arm oud vrouwje. Zc zat op de
bank bij de goudvissenvijverZe
heette Marelotje
Marelotje." Jock werd zilverwit
van schrik, maar zijn ogen schoten
vuur. „In de stormpas voorwaarts!"
De groene reuzenkikkers zetten 'n
wilde mars in. Rataplan, rata
plan. rataplan Jock op de gi
raffe. Dolle Dorus op het spook
paard. de baron op het veulen.
Pang cn de witte muis op de koe.
en de 720 kijkjonkers op ezels en
wilde zwijnen stormde de stoet in
een wolk van stof op de stad aan.
Het spookpaard zeurde niet meer
om zijn suikerklontjes, het vlóóg
over de vlakte Dolle Dorus grom
de: „harder, harder
„Ik weet niet wie Marelotje is."
riep de baron „Maar we móéten
haar redden'"
„Marelotje is een lief oud vrouw-
tje." zei de witte muis tegen Pang.
Want jij moet me helpen, jonge- „Er groeit rose lathyrus in haar
voor de hand kwam. op weg was
vertelde tje Ik zei je al: ik wil naar de dakgoot. Ze legt altijd kruimeltjes
«om7en maan." neer voor de manke merel en" wat
een heel verhaal dat de g Maar dat gaat zó maar niet. de manke merel niet lust is voor
van de kankers hem d.elmor- .JMW Jock_ .Dat mlJ„ -
„Marelotje is 't oude vrouw
gen voor dag en dauw eigenlijk helemaal niet En tje, dat onze sokken stopt. zo
men vertellen. dat U kimt" toch ook niet weg. U moet schreeuwden de kijkjonkers elkaar
handen was van de kristallen dame u rentoe We kunnen iemand. die onze
„"rï orH 3 nhll hhivofen Tad '".ErV'mcts" meer regeren.
toe. „We kunnen iemand, die onze
sokken stopt, toch niet in de steek
dieihuaa. ."J Er ls niet5 meer te regeren. soKKen siopi. rocn niet in ai
onderdanen bevolen h br^mde de konjn3 Ze z,jn alle- laten. Harder, ezels! Harder,
allen het paleiSdak te a~ ppkrooen... zwiinen! Harder harder ei
ecu xzjii
met z'n aller helpaleiMsK ^aa,~nder de gï0.-,d gekropen ztVi.inen
stormen, maar dat ze allemaal^^ Bliksemsnel zigzagde de witte der-
op
ren
Uittil, Hiaat --
één na - onder de grond
wilde
Harder, harder en har-
_.ou. Er was een land in gevaar,
en .1. -- -- h muis n^ar'voren. "..Allemaal op één en er was een oud vrouwtje in ge:
gekropen van angst. a. na piepte hij terwijl zijn rode vaar. en er was een domme bange
hele paleis en de hele stau om komn2 doorborcnd aanke- kleine koning, die met een scheef-
te zien leeg waren ge»'eest. d I J de |!oning frommelde een gezakte kroon en een benauwd
na veel zoeken einlielijk n<02 hoetje verlegen aan de satijnen bleek gezicht op een versierde
paar herauten had gevonden acmer - van ZJJn hemelsblauwe das vrachUuto als laaUte in vre-
het IteuHonf ornuis: ^"^pelde 'zo.ets van: „Nou ja.
ee«te he.mbesxe kanon", "at hem die ene Die is op het dak ge.
desnaam dan maar mééreed in de
stoet
]T) burgemeester van
LS Hoepkwadraat
was 's Zondags nooit alleen,
want alle leden van de raad
die zaten om hem heen.
Ze kregen stroop en gruttebrij
en met de Pasen kregen zij
ook ieder nog een ei erbij.
Ja, ieder kreeg er één.
DE burgemeester van
Hoepkwadraat
hield eerst een lange rede
en alle leden van de raad
die keken naar beneden.
Ze keken allemaal erg benauwd,
ze dachten: o. ons ei wordt koud.
o. als hij nu zijn mond maar houdt
dan zijn we al tevreden.
DIE burgemeester van
Hoepkwadraat
bleef in zijn rede steken,
terwijl de leden van de raad
maar naar beneden keken
Het was zo stil. de hele tijd
het leek hun wel een eeuwigheid
De burgemeester was het kwijt...
Zo zaten zij drie weken.
N toen opeens o. kijk toch 's
Ls de eitjes pingen open
en dertien kléine kuikentjes
kwamen eruit gekropen.
Maar alle leden van de raad
die stonden op en waren kwaad
en zijn toen met een boos gelaat
ineens naar huis gelopen.
burgemeester van
L-L Hoepkwadraat
was toch nog niet alleen
Want dertien kleine kuikentjes
die zaten om hem heen.
Toen nam h\j alle gruttebrij
en at een kilo stroop erbij.
mand ooit de teugel durft vieren? BIJ
remise, zoals deze partij.
Dadelijk 31 Dh4. Pf6. 33. Lf3 zou wits
aanval een volle zet sneller hebben ge
maakt en geen tegenactie langs dc a-
lljn hebben toegelaten Zowel het een
als het ander zal van veel Invloed blij
ken te zUn
31 Pd7—f6. 32. Dg4—1)4. aS—o4.
33. r3g4 (beter was zJch bij het zelf-
ren)J3. alxb3, 34. a2xb3. Tc8—aR.
35. r4—g5 (35 e4—e5 dan eenvoudig
35, de5„ 36. La8". Tdl ti. 35
Pt6h5 (beter een pion te offeren dun
zich alsnog bloot te stellen aan Lf3. Th2.
f4—f5 enz )36 Lg2—(3. TaR—a3. 37. T(ll
bl. Td8a8. 38. M3xh5, Ta3—al. 39.
Tf2'1. Talxbl. 40. Tflxbl, g6xh5. 41.
f4f5 (als de pion dadelijk wordt ver
overd 41, Dh5:doet dc luchtigheid
van wits residentie zich hinderlijk re-
voelen. zie 41. Dc6. 42 Dhl. Ta2 ot
41. Dc6. 42 Df3. f5 43 eft. e ffi w arna
e4 sneuvelt). 41Tas—a2 (de nieu
we situatie levert Immers d6—d5 op als
i Dh5:).
(dreigt
mot aanval op f7. 43... Ta2j-e2, 44. Dh4
f8. 43. Tbl—fl (dreigt tel cn dan Dh5
*3 (dreigt gS—g6- 44 Dc7—d".
Tfl—f5. Pd7—«6. 46. Dg3—f3. Te2—C2.
47. f6xe7 «wel het sterkst, want blijken»
een Joeslavtsche analyse zou 47. Ld4.
\J OOR de Paasdagen zet Pi-
v kiran de puzzelaars een
sprookje voor, dat evenals an
dere sprookjes geen werkelijk
heid is. Maar al is, wat het
sprookje onthult, dan geen
werkelijkheid het is name
lijk veel te mooi om waar te
zijn het biedt aan de oplos
sers toch de kans op een paar
prettige paaspiekeruurtjes.
De huizen-
Tct 48. Kf2. Tc2t. 49 Kg3. Td2. 50 De3
Tdl. 51. Kh2. b4 52 Lb2 Tbl 53. De2
cf6: 54. Lf6 Lg7 wit heel weinig ver
der helpen. In bepaalde varianten ls b3
even zwak als de h-plon terwijl wits
koning voortdurend bewaking nodig
heeft». 47 LfRxe7. 48. IH3xl»S. I)e6—
K6, 49. I>!»5li4. Remise gegeven, want
als zwart het gevaar van l-d4 met 49
Dg7 afwendt, if het gezien dreigingen
zoals Db2 of Tc3 nog de vraag wie zich
In het voordeel bevindt. Menigeen zou
zich ln Gllgorlc's plaats niet meer met
remise tevreden hebben gesteld
En toch had wit nog in plants van
zijn laatste zet een poging kunnen doen
d-? deugdelijkheid van zijn methode te
bewijzen met 49. Dg6 fg6- 50. Tb5. Te2.
(50.Tc3 dan 51. Ld2. Tb.3; 52. Lb4;
gevolgd dooi e4e5). 81. Lf4. Tc4 52.
Ld2 onz. In het olgemeert kan worden
opgemerkt, dat fantasie en onderne
mingszin het uithoudingsvermogen niet
zwaarder belasten dan de onderhavige
stijl, al springen misvattingen bij deze
laatste dan nauwelijks ln het oog.
LOD. PRINS
DEN HAAG Hot aantal inwo
ners van ons land was volgens dc
voorlopige cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek op 1 Fe
bruari J.L 10 212 684.
Pikiran Sr. en alle bijbehorende
Pikirannetjes wens U plezierige
Paaspiekeruurtjes toe.
WIE Z'N HOED
WAS DAT....
A
b
C
JAS
C
A
P
B
HOED
P
C
B
A
ryen vormen
de stad,
waarvan
dit sprookje
sprake
Elk huisje
stelt een
ter voor.
huizenrij
een heel
woord. Elke
letter wordt
steeds door
eenzelfde
type huis
voorgesteld
De boompjes
zijn punten,
de lantaarn
palen kom
ma's.
Gevraagd
wordt dit
huizenver-
haal over
huizen te
ontcijferen
Het verhaal
begint als
een echt
sprookje en
het slot lijkt
ook op een
sprookje,
niet dat zij
lang en ge
lukkig le
ven, maar
wel dat zij
lang en ge
lukkig kun
nen leven,
omdat wat
zij menen /\/X
dat hun
grootste
wens is. it
vervulling
gaat.