Grote trek "ïosv Veluwe I Dr Schacht zich BERICHTEN UIT DE WERELDKERK WITTE WOLKEN BOVEN DONKERE BOSSEN i r naar K EN AprjJèrdag 7 April 1951 5 i32slgr*f m O aai voor de deur (Van onze speciale verslaggever) - IOENDERLOO. Men kan de hekken 1 het Nationale Park „De tfoge Veluwe" I hele jaar door geopend vinden, maar tussen Pasen en Pinksteren, beginnen *77'sr de eerste grote groepen bezoekers comen, de eerste touringcars, de eerste stromen wielrijders, 29'*st met honderden per dag, weldra met duizenden. Het vorig Ü't zijn er een kwart millioen mensen geweest en dit jaar zul- het er wel meer zijn. Over een paar weken zal de grote trek ir de machtige bossen en wijde heidevelden van Neerlands »otste cn mooiste natuurreservaat weer begonnen zijn. Op t ogenblik is.men ijverig in de weer om alles voor het bezoek 22',gereedheid te brengen. Wij hebben er een middag rond gereden met de oude rentmeester J. H. Memelink. die het grootste deel van zijn leven heeft besteed om ..De Hoge Veluwe" te maken tot wat het is. Hij was al met pen sioen. maer twee jaar geleden heeft men hem terug gehrild en als waarnemend directeur, met een nieuwe titel, doet hij weer zijn oude werk- Pas is hij zeventig jaar geworden maar met hetzelfde en thousiasme als meer dan tien jaar geleden vertelt hij ons over zijn bomen, zijn heiden en zijn herten. oetU een hörén! Cl »s| "A «i, r im!,' Verplicht prijzen 86 ret weer in het leven roepen van prijsbeheersing is waarschijnlijk t zo eenvoudig. Hoe kan worden 2% jrkomen, dat een hogere prijs •ekend wordt voor prducten, die •t oorlogsomstandigheden, de we- dmarkt. het wegvallen van sub- enz niets te maken hebben? 3,4zou de bevoegde autoriteiten 136.71 Hen voorstellen de te koop aan- goederen weer verplicht I77.2t doen prijzen, zodat mensen met '««Ir schrale beurs (en wie behoort 1575? ar niet t0e tegenwoordig?) we- waar zij aan toe zijn. Op deze nvoudige manier zou het publiek woekerwinst beschermd zijn hieraan zou zonder verdere iets ierheidsbemoeiing spoedig een wam. ade komen. H Burger Anno 1951. k. ,3a* 1 ^Speelbanken hunnen de iden,'; schatkist verlichten arde-; In clandestiene speelbanken wor- a.a!^en kapitalen omgezet. Waarom |11"rVerandert de staat die clandestiene lp''.peelbanken niet in speelbanken, ondriie door hem worden gecontro leerd? Ondanks all^ te treffen ^.ïiaatregelen zal er immers tóch .73 Vorden' gespeeld? Vooral onze bad plaatsen schreeuwen om dergelijke hstellingen. Er waarom gben door e staat gecontroleerde voetbal- j<yi «ooi? Deze dingen kunnen millioe- Jeri aan belastingen opbrengen en er toe bijdragen a belas den ngdruk op de kleine man te ver- an v chten. M. NONNEKES ir va: ndetl e ji Eendracht maakt macht nfe- Er is een belangrijke bevolkings- die door de elkaar snel op- s ac-olgende duurtegolven steeds meer oter^aar het pauperisme wordt gedre- sïooiFn. hestaat uit diegenen, die den','oor hun levensonderhoud zijn In fangewezen op inkomsten, die ge- Aijk zijn gebleven, soms zelfs zijn 'erminderd Deze groep vindt ge- steun en heeft noch de be- der regering, noch die (io95J®r politieke partijen. Zij vormt liet, zoals de arbeidersklasse, een 1'conomische macht, die men ter- ville van de arbeidsvreugde naar te ogen moet zien. De levensmid- /4 jielensubsidies betekenden enige te- jemoetkomin^ voor haar. dat is nu !K5k voorbij. Waarom vinden zij, 'iie tot deze groep behoren elkaar piet in een organisatie? Zij zou -jaar macht ook bij verkiezingen fcunnen aanwenden, wanneer de >>i overheid weigert met haar belan- jjen rekening te houden. R. VAN SLUIS. I— 5 f 10 Teneinde geblokkeerde gelden K iiiet renteloos te laten werd ces- i/ yds de gelegenheid opengesteld in ce schrijven in het Grootboek 1946 ^net een rente-vergoeding van 3%. j) £n het tijdvak van 1 November ^,949 tot 31 October 1950 werden de nschrijvingen van minder dan 10.000 zonder goedkeuring van de ingeschrevenen omgezet in obliga- ties, waarvan de beursnotering tot reeds is gedaald tot 94% en aen fractie. Is een bezitter door de tegenwoordige tijdsomstandigheden genoodzaakt die obligaties te ver- m (kopen, dan verliest hij bijna twee n jaar rente. Zou dit het zo gepropa- geerde sparen bevorderen, denkt u, of moet er in deze gedacht worden de vos. die wèl z'n haren ver Jiest 'olk Deze keer is ook A. B. Wigman er bij, de kenner van de Nederlandse dierenwereld, die men inmiddels aan het „Nationale Park" heeft verbonden en die in de zomer, met verscheidene anderen, voor rond leidingen van gezelschappen be schikbaar is. Wij spreken over het Nationale „Park" en over „rondleidingen", maar nu moet ge u niet voorstel len, dat ge hier des zomers, zelfs in de allerdrukste tijd, zult strui kelen over de mensen. Bij de in- en goud door de stralen van een dalende lentezon. Op een paar meter afstand zit een groot konijn, op de achterpoten, doodstil naar die vreemde auto te kijken. Overal zijn we geweest die mid dag Neen, herten hebben we dit maal niet gezien. Dat tref je niet altijd. Maar er lopen hier toch een goede 75 edelherten rond en een 100 reeën en bovendien nog een 75 moufflons. Wel wees de heer Wig man ons de verse sporen van een hert en liet hij ons op talloze plaat sen zien hoe de bomen door de her ten waren aangevreten of ter hoog te van het gewei kaal geschuurd. Wij kwamen voorbij de oude, ver weerde boerderijtjes, die hier nog liggen en langs de beeldhouwwer ken. die in de bossen en woeste vlakten staan, werken van Raedec- ker, Van de Velde, Mendes da Cos ta. Wfj zijn nog even in het Rijks museum Kiöller-Müller geweest met de unieke verzameling Van Gogh-schilderijen en wij hebben nog eens het imposante door Ber- lage gebouwde jachtslot St. Huber- tus bewonderd, met zijn prachtige vijvers, waarin honderden kanjers van karpers en vele goudwinden zwemmen. „Waar zijn al die stenen geble- Midden op de Veluwe ligt het prachtige meertje de „Declense Was", waarvan de naam herin nert aan de tijd, lang geleden, dat de boeren hier hun scha pen kwamen wassen. J. VAN PIETERSON »J Ongeluk of nalatigheid? Het bericht inzake de stormscha de op het vliegveld Ypenburg heeft mijn aandacht getrokken Moet hier van een ongeluk of van nala tigheid worden gesproken? Men kan de kostbare toestellen toch be veiligen door remmen, blokken of eventueel hangars? En bestaat er niet zoiets als grondpersoneel? De schade van duizenden guldens komt in dit geval ten laste van het rijk. G. DE W-AARD (Blijkens informaties, die wij op het vliegveld Ypenburg hebben in gewonnen konden de beschadigde vliegtuigen niet in een hangar worden opgeborgen, omdat men, juist vanwege een zuinig beheer der belastinggelden niet over een hangar beschikt. De toestellen worden in een tent opgeborgen, die tijdens deze storm bezweek', een gebeurtenis, die men niet heeft kunnen voorzien ook al was men dan van de komst van de storm wel degelijk op de hoogte.) gang lijken het er heel vcA te zijn, maar na een paar duizend meter zijn ze al verspreid over het enorm uitgestrekte gebied van 5500 ha en dan kunt ge er uren door de bossen en over de met hei of buntgras ert jeneverbes begroei de vlakten dwalen zonder een mens te ontmoeten. Nu, op deze voorjaarsmiddag, zien wij zelfs op de hoofdwegen spora disch een voorbijganger. Tweemaal komen we een bezoeker tegen, twee maal een wildschut en eenmaal een bosarbcider. Toch zijn er veertig man aan het werk in de bossen. Daar is warempel ook de oude Nab, de chef-wildschut, met wie wij hier vijftien jaar geleden eens op de vossenjacht zijn geweest. Hij is helemaal grijs geworden. Hij stapt van zijn fiets. Ja. vossen zitten hier nog genoeg. Een paar weken gele den heeft een collega er nog een geschoten. Een paar dokters had den verteld, dat vos zulk lekker eten was. Ieder lachte er om. Maar goed, ze konden er een krijgen. En ze hebben er van gesmuld. „Goede reis verder'zegt Nab En daar gaat hy weer. geweer over de schouder. „Jaagt u zelf wel", vragen wij de heer Memelink. „Neen", zegt hij. „Eenmaal heb ik een wild zwijn ge schoten. Dat beweert Nab tenmin ste. Dat ik er op geschoten heb, is zeker. Maar dat ik geraakt heb. ge loof ik nog steeds niet. Het zal wel een kogel van Nab zelf zijn ge weest. Daar bekvechten we nu al jaren over. Overigens, echt jagen doen we hier niet, zoals u weet. We schieten alleen van tijd tot tijd de minder goede dieren af. Om een sterk scort te krijgen". „Of er nog veel wilde varkens zijn? En of. Meer dan vroeger. Soms zijn er tien, dan weer veer tig. Die beesten staan nergens voor. Het zijn net tanks. Ze gaan dwars door de afrasteringen heen. Van de v/eek heeft Nab er nog een van meer dan tweehonderd pond neer gelegd. Onze chauffeur was er bij. Die had het haast zijn hachje ge kost". De chauffeur, vóór in de wagen, lacht witjes. „Ik moest in de auto vluchten", zegt hij. ,.Het beest was aangeschoten 'en stormde als dol op mij toe. Nab schoof de struiken tn en schoot opnieuw". De heer Memelink lacht. „Nab geeft een wat boeiender beschrij ving van het geval", zegt hij fijn tjes. Dan wijst de rentmeester ons de nieuwe aanplant. Een klein ge deelte van de „Hoge Veluwe" is cultuurgebied, waar oa. de bos bouw wordt beoefend Daar ach ter ligt de uitgestrekte „wildbaan waar men de natuur zo vee) moge lijk de vrije loop laat. Niet geheel, neen. Want dan zou spoedig alles dicht gegroeid zijn. „En we moeten overal mooie doorzichten en hier en daar vergezichten houden. En dan natuurlijk dekkingsbos voor het wild. Klik. daar hebt u de Reemster heide, misschien de groot ste open vlakte van ons land. Hier moet u eens komen als in de herfst de hei bloeit". Aangrijpend mooi is het hier. Uit de uitgestrekte donkere vlakte pieken hier en daar de vliegdennen en jene verbesstruiken omhoog. In de verte staan de bossen zwart op de heu vels. Er drijven witte wolken voor bij met kleurige randen van zilver ven", vragen wij als wij langs de Franse berg rijden. Want vele jaren lang hebben wij hier aan de voet van de helling vele honderden blok ken gele zandsteen zien liggen. De familie Kröller-Mullcr, die vele mil- lioenen aan de Hoge Veluwe ten koste heeft gelegd, wilde hier kort na de eerste wereldoorlog een groot museum laten bouwen voor haar grote collectie schilderijen, waaronder de verzameling Van Goghs. De Belgische architect prof. Henry van der Velde maakte een ontwerp en de heer Kröller liet al vast voor honderdduizenden gul dens blokken zandsteen uit Duits land komen, die naar de Franse berg werden vervoerd door mid del van een smalspoor, dat speciaal voor dit doel werd aangelegd, be ginnend bij het station Wolfheze. Maar de zaken gingen achteruit en het museum kon niet gebouwd worden, voorlopig althans niet. Er Het jachtslot „St. Hubcrtus", nabij de hoofdingang van hel Nationale Park is een schep ping van H. P. Berlage en een juweeltje van bouwkunst. Het is gebouwd in de vorm van een hertegewei en geïnspireerd op de sage van St. Hubertus. Als t men binnentreedt treft wen 'n I kostbaar interieur aan en een schat van kunstvoorwerpen. Nabij het jachtslot heeft de oorspronkelijke eigenaar grote vijvers laten graven. Er zwem men behalve vele soorten goud winden honderden enorme kar pers in, die op gezette tijden door de Heide Maatschappij ge deeltelijk worden weg gevan gen. Er zwemmen eenden rond en statige zwanen. kwam een „overgangsmuseum" voor de schilderijen en de zandsteen bleef liggen, wachtend op „betere tyden", vele jaren lang. „Dat overgangsmuseum blijft als permanent Rijksmuseum", zegt de heer Memelink. „Het oorspronke lijk ontworpen grote museum zal er wel nooit komen. En die blokken zandsteen hebben wij juist kort ge leden verkocht. Dat is allemaal verleden tijd. Er liggen hier en daar nog wat blokken, half onder het zand. Nab heeft ze laatst nog eens geteld. Hij zegt, dat er nog wel een 150 liggen". Verleden tijd. Maar ook zonder dat grote museum is het Nationale Park een lustoord. En de nieuwe tijd stelt zijn eisen. Na de oorlog is hier voor f 430.000.nieuwe we gen aangelegd. De oude koffiewa- gen bij „De Pampelt" is vervangen door een moderne theeschenkery, „De koperen kop" genaamd, (wat oneerbiedig) naar een dichtbij staand beeld van John Raedecker. Aan de kant van Arnhem, bij Schaarsbergen, heeft men het restaurant „Rijsenburg" gebouwd, waar men spoedig de kop van het pas geschoten wilde zwijn in opge zette toestand zal kunnen zien. Aan de wegen, ook aan de fietspaden, blijft men nog verbeteringen aan brengen. Enkele autowegen moe ten nog verbreed worden. De nieu we veertig km lange afrastering om het gehele terrein is voor negen tiende gereed. „We zyn klaar om de mensen weer te ontvangen", zegt de heer Memelink. „Met de fiets, per auto of met een autobus kan men hier rond rijden en men kan er nog kamperen ook. Buiten het kleine cultuurgebied mag men hier overal lopen. Maar men moet er geen lawaai maken. Men moet hier komen om te genieten van het mooiste stuk natuur dat ons vader land heeft". Vroeger stonden op het 5500 ha. grote terrein van de Hoge Ve luwe slechts een paar koffiewa- gens, Toiletten waren er niet. Thans heeft men midden op het terrein de theeschenkerij „Dc Koperen Kop" gebouwd met een groot toiletgebouw. Nabij de Oostelijke uitgang, in de buurt van Schaarsbergen heeft men van de oude boerderij „Rijsen burg" een modern café-restau rant gemaakt (zie foto). Waar vroeger de koeien stonden in de stal is nu een dinerzaal. Een andere ervaring, die ik met Schacht heb opgedaan, heeft in dertijd nogal stof opgejaagd in Nederland. Het was in het begin van 1927, en in de Tcweede Kamer was het Belgisch-Nederlands vedrag, dat thans nog in de Kanaalkwestienaspookt, in behandeling. Zelf had ik aan die strijd levendig deel genomen. Ik was begonnen met te spreken met gezaghebbende Belgische deskundigen, omdat de aanvallen op het verdrag in Nederland mij eenzijdig voorkwamen en het mij nuttig leek ook de tegenpartij aan het woord te laten. Deze Belgen overtuigden m\j in weinige dagen van de onaanvaardbaar heid van dit verdrag voor Nederland. Zij bevestigden de ernstigste van de Nederlandse bezwaren. Ik hoop later eens op deze, ook thans nog actuelekwestie terug ie komen voorzover dat nu reeds mogelijk is. Ik verliet voor enige weken het strijdperk, voor een enquête te Berlijn, waar toen reeds de nieuwe Duitse welvaart tekenen van wankelen begon te vertonen. Uiteraard bezocht ik ook Dr Schacht. Hij was zeer mededeelzaam. H\i vertelde o.a., op zijn praat stoel gezeten, van zijn onderhan delingen met de Belgen, die be reid waren geweest, in ruil voor zekere voordelen. Eupen en Mal- médy aan Duitsland terug te geven. Dit plan was reeds on middellijk gestuit op een veto van Poincaré. Schacht was erg trots op zijn denkbeeld geweest, waarvan hij de bedoeling uit legde: Een steen weg te trekken uit de territoriale regelingen van het verdrag van Versailles, waar door het geheel onzeker zou wor den. Natuurlijk had Poincaré, de alwetende en argwanende, dit direct doorzien. Maar allerlei contact was eruit overgebleven tussen Schacht en de Belgen. Hij vertelde van een aanbod dat Franqui, de Belgische minis ter van financiën, hem had ge daan. België zou bereid zijn Duitsland op belangrijke punten te steunen als de Duitsers zich wilden verbinden hun im- en export, met voorbijgaan van Rot terdam, vrijwel uitsluitend over Antwerpen te leiden. „Dat was een onmogelijkheid," zei Schacht, „en ik heb het dan ook afgewe zen." Wanneer is dit gebeurd," vroeg ik. Bij onze laatste ont moeting," was het antwoord. Dit was een heel ernstige zaak. Terwijl Brussel van Nederland grote voordelen voor Antwerpen gevraagd en voorlopig gekregen had, gebruikte het zijn invloed als „geallieerde" van die dagen, voor een poging om Rotterdam de strot dicht te knijpen. Ware dit in dc voorafgegane tijd van conflict gebeurd, dan ware het te begrijpen en te vergeven ge weest. Maar, volgens Schacht, zou Franqui zijn voorstel heb ben gedaan toen Van Karnebeek en Hymans hun verdrag reeds lang getekend hadden. Dit was trouweloosheid. Ik reisde die zelfde dag nog terug, om geen tijd te verliezen. Ik rapporteerde bij mijn hoofdredacteur en wilde daarop in Den Haag de betrok ken autoriteiten gaan waarschu wen. Gij moet er ook over schrijven; gij zijt journalist met een taak," zei mijn chef. „Ik kan dat niet doen tegenover Schacht," was mijn tegenwer ping. „Gij kunt het zo doen dat uw bron in het duister blijft." Dat kon inderdaad. Ik schreef een stukje in de N.R.C. dat de zegsman overal elders deed zoe ken maar niet te Berlijn. Het was in de spanning van die dagen een sensatie. Er werd druk gedementi-cerd. Dc Telegraaf, het enige grote blad dat het verdrag verdedigde, bracht alles in beweging om mijn bron te vinden. Ik werd voorge steld. ook in beeld, als Duits agent. Zijn correspondenten zoch ten te Brussel en te Parijs. Tc vergeefs. Ik werd door het volgende ze kerder van m{jn zaak. De Brus selse correspondent van de N.R.C. werd bij Franqui ontboden. Deze las hem een kort geformuleerde ontkenning voor. Toen h\j zich, bii zijn vertrek, reeds in de deur bevond, riep de minister dc hem zeer bekende (Belgische) journa list nog eens terug. Op vertrou welijke toon vroeg hij: Hoe krij gen die lui toch alles te weten?" De correspondent berichtte dit erbii. Het scheen dc deur dicht te doen. Toen de Telegraaf niets ont dekken kon, zond dc redactie zijn Berlijnse correspondent naar HERINNERINGEN (aan internationale politici) Dr M. van van Blankcnstcin Schacht. Deze was geheel buiten dc discussie gebleven, niemand dacht aan hem als zegsman. Het Amsterdamse blad wenste van hem dan ook slechts een afdoen de loochening van mijn bericht. Inplaats daarvan begon Schacht: „Blankenstein heeft mij verkeerd aangehaald." Enz. Nu was er niets meer te verbergen. Ik zond Schacht een telegram, waarin ik nadere verklaring van deze on juiste voorstelling eiste. Ik tele foneerde ook met de Wilhclm- strassc, legde daar de zaak uit, en verzocht dat men druk zou uitoefenen op Schacht, opdat hij zou antwoorden. Schacht ant woordde ook, met een lang en draaierig en verlegen telegram, dat bij de publicatie nauwelijks nog toelichting van mijn kant vereiste. De zaak scheen vast te staan. Toch deed zij dat niet. Colijn, toen nop verdediger van het ver drag. ging naar Duitsland om opheldering te vinden. Ook ik DR H. COLIJN zocht verder. En wij kwamen beiden tot het zelfde resultaat: Schacht had halve waarheid ge sproken, Franqui had het voor ste l gedaan, maar vóór dat de beide regeringen overeenstem ming hadden bereikt. Het mis verstand lag echter niet b\j mij. Dat had ook Schacht zeer zeker ingezien. Nu komt het naspel, dat het wezen van Schacht Bengaals ver licht. Enige tijd later was ik weer te Berlijn. Ik zocht prof. Bruyns op, die toen als interna tionaal waarnemer bij de Reichs- bank zat. Hij gold als een vriend van Schacht. Ik zei tot onze landgenoot: „Schacht heeft het aan zich zelf te wijten, dat weet hij terdege, En toch heb ik een slecht gewe ten tegenover hem. Het is pijn lijk voor een journalist, als een zegsman, op grond van een ver trouwelijke mededeling, in moei lijkheden komt, zelfs al is het door zijn eigen fout. Ik tvil dat Schacht ook wel zeggen. Wilt U een gesprek voorbereiden?" Prof. Bruyns lachte. „Er is niets te verontschuldigen. Schacht heeft het geen ogenblik kwalijk genomen. Integendeel, toen het geval in volle discussie stond, kwam hij glorieus elke morgen bij mij binnen met een bundel Nederlandse kranten. „Kijk eens, dc hele Nederlandse pers schrijft over mij," zei hij dan vol trots. Zo is hij nu eenmaal." Dit is, ik heb het nog vaker gemerkt, Schachts wezen altijd geiveest. H\j had een herostra- tische behoefte, hoe ook, in het middelpunt van de belangstelling te staan. Een hystericus. Nog éénmaal zal ik op deze vreemde figuur terugkomen. Onze laatste aanraking ivas in een ge legenheid, waarbij hij zich van zijn kwaadste kant vertoonde. Oostenrijkse Biennale De belangrijkste Oostenrijkse ver enigingen op kunstgebied, vormend de federatie van „Modern© beeldende kunstenaars van Oostenrijk" hebben besloten om de twee Jaar een repre sentatieve tentoonstelling te organise ren van moderne. Oostenrijkse kunst. Ingericht naar het voorbeeld van Venetië. De eerste expositie Is ln het voorjaar 1932. nrrasrffliflinraaïïOTiii DEZE week maar wat van de hak op de tak! Wat Nederland betreft wij laten de jaarlijkse predikantenver gaderingen de jaarlijkse predi kantenvergaderingen, al zij even het kenmerkend feit ge noteerd dat Duitse predikan ten een dier vergaderingen bij woonden en hun Nederlandse collega's van voorlichting dien den over de ontwikkeling van het Kerkelijk leven beoosten onze grenzen. Beoosten onze grenzen: daar heeft men te Wiesbaden en in het wil lekeurige stadje Allensbach een pu bliek opinie-onderzoek gedaan naar de gods dienstige gezindheid der Duitsers. Te Wiesbaden werd de vraag gesteld: „Gelooft ge aan de Christelijke boodschap, dat Jezus, God zoon, op aarde gekomen is om de mens te verlossen?" Een zeer be sliste vraag! Zij werd bevestigena beantwoord door 62 van de 100 on dervraagden. Te Allensbach was de vraag eenvoudiger gesteld. „Ge looft gii in God?" Van de 100 on dervraagden antwoordden hier 78 bevestigend. Het publiek opinie onderzoek is blijkbaar in Duitse kerkelijke kring populair. Te Berlijn trachtte de Evangelische kerk van de politieke partijen te weten te komen, hoevele harer gemeenteraadsleden bij een kerk waren aangesloten of zich ge lovig achtten. De sociaal-democra tische partij was de enige die wei gerde de gevraagde gegevens te verstrekken. Dat is. antwoordde zij, iets waar wij onze vertegen woordigers niet naar vragen. Het oude standpunt: Godsdienst is pri- vé-aangelegenheid. Tegelijkertijd echter bewees de Berlijnse bisschop Dibelius weer eens duidelijk, dat de kerk harer zijds zich niet van het „politieke" terrein wil verre houden. Hii sprak te Londen voor de commissie voor internationale zaken van de Britse Raad van Kerken over de vraag: Is het vrede? De Christenen, zo zei- de hij, zijn bescheiden mensen en zij hebben geen overdreven voor stelling van wat zij kunnen doen orp de wereld te vrijwaren van de vloek van de oorlog. Maar drie dingen kan de Chris tenheid doen. Allereerst kunnen zij de com munistische bewering dat de oor log onvermijdelijk is tegengaan. De oorlog is alleen onvermijdelijk voor degenen die oorlog willen. In de tweede plaats moeten de Christenen steeds weer zeggen, dat ook een preventieve oorlog een oorlog ter z.g. voorkoming - Déze iceek. van de oorlog tegen Gods bevel is. En ten derde moet de kerk al les doen om een goede verstand houding tussen de volken te be vorderen. Wij in Duitsland, aldus de Lutherse bisschop van Berlijn, zien iedere dag, hoe belangrijk dat is. Wanneer vanwege het ijze ren gordijn de mensen niet meer met elkaar kunnen omgaan, be ginnen zij maar al te spoedig ver schillende talen te spreken. En het duurt niet lang of zij geloven, dat hun eigen land bevolkt is met engelen, het andere met duivels. Alleen de kerk kan dit gevaar af wenden. Christenen uit verschil lende landen kunnen verschillen de opvattingen koesteren, maar in het voornaamste zijn zij een. Is het vrede? Die zelfde vraag werd bij diezelfde gelegenheid door de Anglicaanse aartsbisschop van York, dr Cynl Garbett, be antwoord. Hij bleek geen anti-mi- litairist: als in deze onvolmaakte wereld één land zou zeggen, dat het zich onder geen beding tegen het geweld van een ander land zou verzetten, zou 't die ander maar aanmoedigen. Hij wees op de menselijke factor: van een hand- Langs vele omwegen naw Nederland jevol mensen hangt het af, of de oorlogsmachine in beweging wordt gezet. Het is de menselijke factor, niet de machine, die be slissend is. Als wij bidden, bidden wij niet dat de volkeren de vrede zuilen willen, want dat willen zij reedsmaar dan bidden wij, dat dat kleine groepje mensen, dictators en staatslieden overal ter wereld, door God op de weg des vredes moge worden geleid. Ook de Engelse bis schop kwam met drie punten: drie voorwaar den waarop z.i. de Chris tenen zich met de her bewapening accoord zou den kunnen verklaren. Ten eerste: die herbewapening zou nooi» aan een politiek van agressie mogen worden dienstbaar gemaakt. Ten tweede: geen enkel volk is in eigen zaak een onpartijdig rech ter en dus mag geen enkel volk tot oorlog overgaan zonder de toestemming en de steun der Ver enigde Naties. Ten derde; herbe wapening mag nooit in de plaats treden van onderhandelingen, zij mag slechts gericht zijn op een politiek van onderhandelingen tus sen even sterke, gelijkwaardige partners. Zal het nog vrede zijn, als te Berlijn deze zomer de Duits-Evan gelische „Kirchentag" bijeenkomt? Het vorig jaar, men weet het. ver zamelde zij tienduizenden Duitse protestanten te Essen. Van 11 tot 15 Juli hopen die tienduizenden te Berlijn bijeen te komen, onder de leuze: „Wij zijn broeders in de kerk". Men wil zowel in de Wes telijke als in de Oostelijke sector van Berlijn massale bijeenkoms ten houden: tegenwerking van „Oostelijke" zijde is nog niet on dervonden. En nu toch maar naar Neder land. De Arbeidsgemeenschap der Woodbrookers gaat op 21 en 22 April te Bentveld een weekend conferentie houden over Radiobe- leid en cultuurpolitiek. Van onte vredenheid in kerkelijke en reli gieuze kring over de huidige ra diosituatie getuigt de oproep tot deelname aan die bijeenkomst: „Het is een strijd om machtsposi ties geworden, waarbij de cultu rele verantwoordelijkheid ten op zichte van ons volk bedenkelijk te kort komt. De enige houding die men daartegenover aantreft is: zwijgen en laten gaan. Wij menen er daarom goed aan te doen het vraagstuk van het radiobeleid en de cultuurpolitiek eens aan de or de te stellen. Misschien dat er op de lange, zeer lange duur uit de verontrusting en groeiende onte vredenheid toch nog mogelijkhe den tot een verantwoorde cultuur politiek ten aanzien van de radio mogen groeien Ds L. H. Ruiten berg leidt de conferentie. Men kan zich opgeven bij de A. G. der Woodbrookers, Bentveldswcg 3, Bentveld. Wat kunnen wij toch soms nog kleine mensen en kleine Chris tenen zijnl Twee voorbeelden. Het een de weigering van de diaconie der Ned. Herv. gemeen te te Delft om de haar toebeho rende oude kloosL.luin achter het Prinsenhof af te staan voor de op voering van Elckerlyc. Omdat de tendenz van dit (let wel: middel eeuwse en dus vóór-reformatori sche) stuk te rooms zou zijn. Ver leden jaar was men er ingelopen, maar toen men het stuk gezien had. zei men: eens maar nooit meer. Resultaat van zo'n houding? Dat er maar weer een paar mensen méér schouderophalend langs ,,de kerk" heengaan. Het tweede voorbeeld vinden wij in de 's-Gravenhaagse Kerkbode vermeld. Lees: „Zondag j.l. gebeurde het bij de doopdienst in de Grote Kerk, dat een onzer belangstellende Rooms-Katholieke kennissen werd aangesproken door een ""N De blindganger In het uitnemend boek van Fokke Sierksma over Professor van der Leeuw, kunt u het ge sprek vinden dat een bevriend hoogleraar met Van der Leeuw had over diens laatste boek (Sa- cramentstheologie)„het is zeker als een bom ingeslagen in theo logisch Nederland Waarop Van der Leeuw: „Ja, als een blindganger." Weinig reactie, geen uitwer king, want dc bom ontplofte niet. Mogen wij die vergelijking ook oebruiken, nu deze week de komst in Europa van Paulus, dc Apostel, is herdacht? Kerkdien sten, radiouitzendingen, lezingen: 19 eeuwen christendom.' Het Evangelie in Europa! Wat heeft het uitgewerkt? Is het Evangelie ingeslagen? Of was het eigenlijk een blindganger? Wij hoeven niet schamper en ook niet opgewonden te doen; maar wie ais Paulus de beslis sende ontmoeting met Christus eindt, is er vol van cn verstaat wat de kracht van het leven is. Dat gaat samen met nuchterheid. Zoals Paulus eens aan vrienden schreef: „wij vermogen niets te gen de waarheid, maar wèl vóór de waarheid Soms lijkt het alsof de waar heid als een blindganger in ons mensenbestaan is binnengevallen; totdat wij de eeuwige kracht er van ontdekken; niet vernielend, maar levenvernieuwend: „als ziende den Onzienlijke". F. OBERMAN. naast haar zittende vrouw, die haar toevoegde: Waarom zingt u niet mee? Antwoord: Ik ken geen psal men. Wederwoord: Dan bent u ze ker rooms-katholiek. Antwoord: Ja. Vraag: Wat doe je dan hier? De briefschrijver zelf voegt er aan toe- Deze houding is ver drietig cn een lidmaat van Christus' kerk onwaardig." Inderdaad cn laat de schrij ver van deze rubriek er tot be schaming van deze Hervormde da me aan toevoegen, dat hii toen hij tv/ee weken geleden als alleen maar belangstellend en dus noch mee-zingend noch mee-knielend protestant te Rome de Paas-nacht- mis bijwoonde, door niemand van u weet wel: die „fanatieke Ro meinse roomsen" werd lastig ge vallen of zelfs maar scheef aange keken!

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 5