Honden dragen geen brillen, zei Quirijn, maar Beebje wèl iivfm: Verschillende methoden „Een ster wordt geboren" r De rees vae Hille Dille Zaterdag 12 Mei 1951 R was eens 'n hondje, dat Beebje heette. Beebje was enig kind en jnog erg klein toen hij al naar de kleuterschool werd gestuurd. De leuterschool van mevrouw Fidel, de poedel van de dokier. Dat wa: n hele gebeurtenis toen hij daar op een ochtend voor het eerst naar oe ging!'Het was mooi weer en veel bewoners van de straat zaten uiten. Toen zij de kleine Beeb aan zagen dribbelen met zijn pakje denbrood voor het twaalfuurtje, blaften ze allemaal vriendelijk en epen: ..Dag jongen, dag Beebje, ga je naar de school, dat is flink, oor". Toen hij langs de slager kwam was daar Quirtjn, het zoontje van de agershond, die ook naar school ging. „Ha, die Beeb", zei Quirijn, die ifis bang was, „mot je een botje? Ik heb een hele zak van me moeder eegekregen om te trakteren". Nou, daar zei Beebje geen nee op en gezellig kluivend wandelden samen op. Quirijn blafte tegen een poes die langs kwam, „ga je weg. snertkat," :i hij nog. ..Snertkat, dat was een schoenzei Beebje, die de hele at TJiet gezien had en dat was wel gek, want het was een kat. Schoe- :n komen niet zo maar langs, behalve als er mensen in zitten, na- .urlijk. Quirijn keek hem verwonderd aan, maar omdat ze al aan de hooi waren, had hij geen tijd om dat te onderzoeken. I T EVROUW Fidel, in een vers 1*1 geschoren bontjas, stond ze te wachten. Er waren een hele- kel hondjes, wel twintig Eerst hoesten ze allemaal een plasje ioe;i tegen de boom voor de school voor de zekerheid, snap je? toen mochten ze in een kring aan zitten. Ze moesten zingen van: En Fidel, hond, die zM op de grond en van een broodje met kaas. Toen jet lied uit was gingen ze „botje ggen, niemand zeggen" en daar- kluifje bijten. Juffrouw Fidel ield dan een kluif hoog op in de icht en die moesten de hondjes met hun bek weg pakken, was niet zo erg moeilijk, maar is het zo jammer om te moe zeggen, Beebje bracht er niets, dan ook niets van terecht., kwam wel vreselijk hard aan- maar als hij sprong beet een heel eind naast het bot in lucht, en niet een keer, maar en telkens weer. De juf- begreep het eerst niet, want anderen konden het wel, maar ze het ging onderzoeken kwam er achter. (Je moet niet verge- dat zij de poedel van de dok- was). Beebje kon niet goed zijn oogjes waren niet in or en dat was nu op school pas Weet je wel van kat die hij onderweg voor een aanzag, nou dat kwam ook zijn ogen. is hij die middag naar gegaan. vader en moeder schrokken toen hij zo overstuur thuis en vroegen natuurlijk wat loch aan de poot was. „Ikkkik niet kluifje bijten",. Beebje nu van het huilen, ,,ik heb oogjesIk zien de kluif - niet goehoèhóèhóèdü" zie de kluifjes niet goed", zijn vader, die een pre- hond was, „wat een onzin, dan En Beebje vertelde wat was gebeurd en wat juffrouw had ontdekt. Aan het eind verhaal was hij bijna he- weggezwommen in zijn tra- Zijn moeder nam hem in haar en suste hem en zei „stil stil maar, hier is een lekker vlees, ga nu maar gauw morgen is alles niet zo erg AAR toen Beebje eindelijk moegehuild in zijn mandje g te slapen, zaten zijn ouders g lang met zorgelijke, verdrieti- gezichten in het hondenhok en aatten, cn praatten wat ze toch ?t hun zoontje aanmoesten, fneens klaarde zijn snuit op. loeder", blafte hij, „ik geloof dat het weet, vraag me nog niets, iar ik zal v>ct proberen." En va- r Pluto is naar het erf van de rfwinkel van meneer Beun ge- an. Hij zocht tussen de vaten rf en de kisten kwasten en vond it hij hebben wilde. Twee stuk- glas. een ijzerdraadje en een •in steentje. Met dat hele kleine ïntje begon hij de stukjes glas polijsten. Zzzt, zzzt, klonk het de stille nacht. Hjj maakte het as steeds dunner en gladder, hij "ijste en sleep. En toen het al- :er licht werd en de eerste merel gon te zingen in de kersenboom n meneer Beun. was vader Plu doodmoe, maar in zijn poot ;ld hij., een klein brilletje....! Boebje was met grote tegenzin gestaan. Als hy er aan dacht t hij weer het kluifje bijten fout i doen. dan zou hij net zo lief •lis blijven.... Maar zijn vader p hem opgewekt, ging voor hem >an en haalde van achter zijn een vreemd instrumentje te- schijn en zette het op Beebjes us. „Hou kijk eens goed, wat zie nu?" en hij hield een kluifje op. ebje knipperde onwennig achter i brilleglazen. nam een aanloop, ong, beet en...- ja hoor hij had ..Het was helemaal niet moei- zei hij verbaasd en trillerig, zag het zo voor me. Ik zien veel meer dan gisteren." „Z i e veel meer", verbeterde zijn vader, die een preciese hond was OUIRIJN kwam hem halen voor school. Nou, die keek ook gek op van die bril. „Wat mot dat?", vroeg hij, „doe niet zo gek. joh, zet af. Wat hebbie daar nou aan?" Beebje legde het hem uit. „Hon den dragen geen brillen", zei Qui rijn wantrouwig, maar hij liet het er verder bij. Weer gingen ze samen op stap. Beebje keek maar om zich heen, hij kon er maar niet genoeg van krijgen. Kijk daar liep een vlieg en daar groeiden grasjes tussen de stenen en wel daar lag een propje papier en nee maar, Quirijn had een vlekje op zijn staart, effe poet sen! „Ah joh, laat nou", zei Qui rijn, die de hele vlek niet gezien had. Maar Beebje zag meer dan vlieg jes cn grasjes en vlekjes. Hij zag dat de honden, die zij tegenkwa men hem wel aankeken, maar er was een rara, spotachtige blik in hun ogen en een lachje om hun bekken, dat niet aardig leek. „Ze lachen me geloof ik een beetje uit", zei hij onzeker tegen Quirijn, maar die zag niks en zei alleen: „O joh, laat ze lachen, wat kan het jou schelen Maar toen ze bij de school kwa men en de andere hondjes Beebje met zijn brilletje zagen, begonnen ze te gieren van het lachen. Ze holden op hem toe, keften en blaf ten en riepen „Een hond met een bril, hoe kan dat nou, kijk die gekke Beeb. hij lijkt wel een mens, huhu, gekke Beeb....!" Het werd een vreselijk kabaal en juffrouw Fidel kwam er op af. Toen zij Beebje zag. werd ze heel boos. want z^ dacht dat hij een grapje wou uithalen „Bah wat zie je er idioot uit. ga ogenblikkelijk weg", riep ze en Beebje wou nog wat zeggen, maar d( hondjes be gonnen weer te joelen. En een riep er: „lelijke brillebeeb. gekke bril- lebeebü" NOG meer overstuur dan de vo rige dag kwam hij thuis. Hij wilde niet eten, ij wilde niet sla pen, hij wilde niet vertellen en dat wist hij heel zeker hij wil de zijn bril niet meer op. Liever slecht zien dan uitgelachen wor den. Zijn vader en moeder wisten geen raad met hem en ze waren blij dat Quirijn na school kwam kijken. Quirijn kon niet goed te gen die ongelukkige Beebje, hij stond schorrig en lawaaiig te pra ten van: „O joh trek je d'r niks van an en vooruit, sla ze op hun snuiten", maar onderwijl kon hij ook wel grienen, zo verdrietig zag Beeb er uit. Maar ineens klaarde zijn dikke slagerssnuit op! „Dat was ik bijna vergeten", zei hij, „morgen is er feest in de straat, mijn vader en moeder zijn 5 jaar slagershond en zo geven een feest. Joh het wordt reuze, alle hondjes mogen meedoen. .Wedstrijden Beeb, geweldig, vuilnisbakken zoeken Ze verstoppen iets in alle vuilnis bakken en wie het 't vlugst vindt, heb gewonnen." Maar Beeb schud de zijn kop. „mij lachen ze toch maar uit", zei hij en het leek of hij nooit meer vrolijk zou kunnen zijn. Maar nu kwam vader Pluto in actie. ..Quirijn heeft gelijk, jongen", zei hij. „jij doet mee. mèt je bril versta je". „En de prijs is „een week gratis botten eten", zei Quirijn op gewonden. De volgende dag scheen dc zon vrolijk en alle vuilnisbakken ston den langs de stoep, want het was Vrijdag. Quirijn kwam Beebje ha len. Die stond klaar met zijn bril op zijn neus. Alle honden hadden hun hokken met vlaggetjes versierd en op de stoep van de slagerij zaten de ou ders van Quirijn en namen de ge lukwensen in ontvangst van alle be woners van de straat. Toen zijn moeder hem met Beebje zag aan komen. betrok haar gezicht en Beeb je die zijn oren al gespitst had op iets naars, hoorde haar zeggen tegen haar man: „Ik vind liet niet prettig dat Quirijn met dat gekke brillen- hondje omgaat Dat zei ze. Het duurde niet lang of de wedstrijden begonnen. Aan iedere kant van de straat stonden wel 10 vuilnisbakken, propvol, te wachten op de vuilnis man. De bedoeling was dat de hond jes twee aan twee. ieder aan een kant van de straat, uit iedere vuil nisbak een ingepakt stuk honden brood haalden, dat goed verstopt was tussen alle afval. Wie het eerst 10 pakjes binnenbracht had gewon nen. T\J ou het was lang niet makke- lijk. want het zat erg diep. Qui rijn had het verloren tegen de hond van nachtwaker Pliep en nu ineens was het Beebjes beurt. Hij moest tegen de hond van de notaris, een vreselijk eigenwijs, hooghartig beest. Beebje sprong tegen de eerste vuilnisbak op, dook er in weg en keek. Zie jc. dat was het, Beebje keek. Door zijn bril. En alle andere honden roken. Met hun neus. En omdat Beebje zoveel zien kon met zijn bril. zag hij direct tussen een bos verdroogde tulpen en een hoop as en oude uitgebrande kolen, een klein pakje. Hij pakte het en toen de notarishond nog bezig was met zijn eerste vat. was Beebje al aan zijn vierde! Zijn bril onthulde alles! De opwinding in de straat was ge weldig! Iedereen kefte en blafte door elkaar, en Quirijn gilde „hup Beeb, hup Beep". Nou Beeb won met wel drie vuilnisvaten voorsprong! Toen werd hij omringd door alle maal honden die hem feliciteerden met zijn overwinning en zij namen hem op hun schouders en zongen in koor: Met zijn bril, met zijn bril Ziet hij alles wat hij wil, Hij is zo slim. hij is zo leep Onze brillanbeebü En van die dag af was Brillen- beeb een erenaam. TV/T aar er was meer Niet alleen dat iedereen Beebjes bril nu heel gewoon ging vinden en er niet meer om lachte, de volgende dag kwam de moeder van Quirijn aan kloppen bij het hok van Beebjes ouders en vroeg vader Pluto te spreken. Eerst kon zij niet goed uit haar woorden komen, maar het kwam er toch uil: „Of vader Pluto niet ook zo'n brilletje voor Quirijn kon maken en voor haar zelf en haar man., ze vond dat een hond er zo knap mee uitzag en zoveel zag.." Ze wilde er goed voor be talen, dat zei ze er bij. Een kluif meer of minder kwam er bij haar niet op aan En zo maak te vader Pluto voor de slagershon denfamilie een bril. En toen die daarmee verschenen kwam de vrouw van de hond van de groen teboer. en de notarishond en waar- empel juffrouw Fidel, die een bril voor een dokterspoedel wel deftig vond staan, en de nachtwakershond. en de hond van de burgemeester En toen die er eenmaal met een bril liep, toen werd het de grote mode in de straat. Vader Pluto kon het niet af. Hij werd zo rijk als hij maar zou willen zijn. Beebje kreeg les van zijn vader in het slijpen en toen hij van school was kwam hij bij zijn vader in de zaak en boven het hok stond met grote letters te lezen: PLUTO BRILLENSLIJPER ZOON. En ze slepen lang en gelukkig. Marian Smeet s. /N 't land van Hille Dille woont een oude dikke reus. 't Is tien minuten lopen van zijn lenen tot zijn neus, Alleen wanneer hij ligt, dat spreekt, want als die rèus gaat staan, Dan kom jc pas na uren klimmen boven bij hem aan. HU is een kilometer lang, een hele kilometer Maar meestal slaapt hij en dat is voor reuzen ook veel beter. OP Donderdag voor Pinksteren, dat tons dus deze week. Toen kwam er daar een toering-car, daar ginder in die streek Een mooie nieuwe tocring-carniet zeventien personen. Ze babbelden wat met elkaar en aten maliebanen: Ach. wat een héuvels zijn er hier.' zo zeiden ze tevreden, Dat gaat van hoep naar boven en van roetsj weer naar beneden. Ze reden boer die reus z'n bibs. en locct jc wat zo erg was? Ze wisten 't niet, ze wisten 't niet, ze dachten dat 't een berg was. P AS toen zc weer beneden waren, onder nan die reus, Toen keek een dame achterom en riep: o. toaf affreus!! Ik zie een hoofd.' O. stop chauffeur! cn iedereen maar schreeuwen Toen werd de reus net wakker en ging lekker aan het geeuwen, Zijn mond was net een diep ravijn, een tunnel, of zoiets Toen viel hij weer in slaap, de reus, en zag gelukkig niets. De bus reed verder met een vaart in 't land van Hille Dille Maar alle dames bleven nog wel uren aan het gillen! ANNIE M. G. SCHMIDT door Henriëtte van Eyk XXXIV Allemaal keken ze naar 't vreem de natuurverschijnsel. „Het is zijn grote broer..", fluisterde Marelotje. „Het is Nikkelglim. Hij is gekomen om Jock in het onzichtbare schep net veilig terug te brengen naar de maan. Jock had zijn hand met het pistool laten zakken. In één seconde zag en hoorde en dacht hij alles. Hij zag de rode en groene en gouden die- renogen, hij zag de werkhanden en de ronde rug van het oude vrouw tje. hij hoorde het angstige loeien van de koe, het geharrewar van de giraffe en de baron, en het hulpe loos gezang van de kijkjonkers. Hij hoorde ook hoe Pang heel zachtjes huilde, en hij dacht: „Als ik de Kristallen Dame nu niét de spiegel afpak, zal ze er morgen al het licht van de zon mee terug kaatsen.. Dan zal alles in Lobelia "donker zijn, en verdorren, en verdwijnen", en hij riep: „Ik wil met terug! Wc hebben nog twèè minuten! Ik blijf op aar de!" En toen werd het vreemde na tuurverschijnsel nóg vreemder; bo- wn de rand van net restje maan, was nu ook een arm in een zilver blauw gestreepte pyamamouw te voorschijr gekomen en een witmeta- len hand wees, over de bruine beuk, naar alles wat er zichtbaar was van de Kristallen Dame, naar de zwart- garen handschoenen met de spiegel, naar de lege mantel en de zwevende hoed met het groene veertje.. Het groene veertje!!! Rang. schoot Jock zijn pistool af. Maar de kogel ging niét zoals hij gaan moést, hij ging helemaal opzij, ketste tegen een ijzeren schoorsteenbout. suisde ra kelings langs de spiegel door de voorkant van de kartonnen doos. ketste tegen een andere schoorsteen bout, suisde wéér rakelings, maar nu aan de andere kant. langs de spie gel terug door de achterkant van de kartonnen doos. en verdween ver volgens in de verte, door het open staande dakraam van het legermu seum. „Mis!! Meters er naast!'!" De Kris tallen Dame bij de koepel danste dol van vreugde in het rond. De stukken karton van de aan flarden gescho ten doos. woeien weg over het dak. Het vreemde, helle licht blik kerde op de spiegel, die ze met bei de handschoenen boven haar hoed heen en weer zwaaide als een sig naalvlag. „Nog één minuut, dames en heren!" De spookverschijning maakte een overdreven eerbiedige buiging voor het ronde witte stralende jon genshoofd boven de bruine beuk, en toen.. Ja. toen moeten haar door zichtige kristallen ogen toevallig even in de spiegel hebben gekeken. Wèt die ogven daar zagen, zal nie mand ooit weten. Ik denk. dat het niet veel moois is geweest. In elk geval, de Kristallen Dame liet met een gil de spiegel uit haar hand schoenen glijden, en viel meteen, op de plaats zelf. met een gerinkel of een heel eetservies aan stukben slaat, in schervels uit elkaar.. Toen Jock en Marelotje even later voorzichtig naderbij kwamen, von den ze naast de volkomen onbe schadigde spiegel alleen nog maar wat kristalgruis en oude kle ren. „Ze is weg", zei het oude vrouw tje. „De maan is ook weg", mompelde Jock. Hij nam de spiegel behoed zaam onder zijn arm. „Het is don ker. We kunnen met teruggaan be ter wachten tot het dag is. Hoor ze beneden eens juichen! Ze willen ons zien." Hij stapte naar de rand van het dak en wuifde met een witte zakdoek naar de menigte. Maar de menigte wuifde niét terug, ze lette helemaal niet op hem, ze danste in een wijde kring om de frigidaire. die de koksmaatjes naar het midden van het bordes hadden gesleept. Naast de frigidaire stond de chef kok. die hoog boven zijn hoofd een zilvèren kandelaber met twaalf brandende kaarsen hield. En dp de frigidaire zat, met een boeket roze rhododendrons in zijn hand. Hans II van Lobelia, die onmiddellijk na het in gruizels vallen van de kristallen Dame. onder de ophaalbrug uit moest zijn gekropen. Den koning bij kaarslicht is erg mooi om te zien. De baron en Pang, de giraffe, de koe. de ezels, allemaal hadden ze ineens ogen voor niets anders meer. Ze vergaten, dansend om Hans II, aan welk gevaar ze nog maar zo juist op het mppertje waren ontsnapt. Ze riepen: „Wat is hij prachtig! Wat glimt hij kolos saal!!", en ze juichten hemel en aar de bij elkaar. „Lang zal hij leven! Leve de koning!" Jock knipperde even met zijn ogen. „Nu ja..", zei hij toen. „Voor uit dan maar. Leve die koning!" De ratten, de spinnen, de muizen en de zwarte katten roetsjten langs het sokkentouw en de kamperfoelie omlaag om mee te gaan doen met het feest. Alleen Jock en Marelotje bleven met de spiegel tusschen zich in geleund tegen een schoor steenpijp, op het dak achter om te wachten op de dag. (Wordt vervolgd). taoimatiea Horizon taal: 1. vis sersvaartuigen, die met dc naam van een vis beginnen 5. opnieuw eieren leggen, dat is nog eens be raad 9. eer waardig be roep. waarvan de kop op on verstand duidt, maar de staart het tegendeel beweert 10. plaats in Noord Holland, begin nend met een zwemvogel 11. ongeveer 69 cm rund, maar het staat niet vast 13. deeltjes, die de gehele we reld in beroe ring brengen en waarvan een Nederland se' vervoerson derneming aan het hoofd staat 14 begerig of gretig, maar begin met een beet 15. laat een loofboom nog wat groeien en het wordt een andere soort loofboom 17. er zit in een dop een kleine plaats 19. wan neer boomscheuten anders uitlopen, vormen ze een hert van één winter 21. intimiteit, waarbij een zoen in begrepen is 22. "enie zonder staart, dooreen geschud, is wel uniek 23. toespraak, grotendeels op de Velu- we 24. onhandig mannetje, hij laat zich nog op de kop zitten ook 26. Nee, dan deze knaap, die veel roem draagt 28. Als je die kleur veran dert. komt er slijtage 32. laat een Afrikaanse rivier terugstromen cn er blijft een streep over 34. een rat en een priem kunnen een hels lawaai maken 35. een boomkwast is hoofdzakelijk aan ijver te danken 36. soort gravure 38. rente, groten deels uit overschot bestaande 39. en tussen een plaatsbepaling en lof gaat men naar omlaag 40. berustend, maar draai je de kop om, dan staan je een aantal erfenissen te wachten 41. plaats bij Kesteren, beginnend met een meisjesnaam. Verticaal: 1. een slaapplaats met karakter geeft pas rust 2. mak landman kan hevig lawaai maken 3. een enkele naaldboom maakt zwem vogels 4. een paar op het laatste moment 5. oude heren, die de ,,p" in zouden hebben, als ze op de kinde ren moesten passen 6. ieder bloed vat is wederkerig 7. spaniel door elkaar geschud vormt een instru ment voor het opprikken van brief jes 8. bevel, spinneweefsel en loof boom bieden plaats aan auto's 12. windrichting die in stilte eindigt 15. 't is nauw, maar maak het 69 cm langer en 't is snoezig 16. door mid del van een voegwoordje kun je aan vruchten komen 18. wanneer het op een maanstand eindigt, wordt de zaak teer 19. loofboom, die uit een embryo ontstaat 20. opstoot, met muziek beginnend 21. boterham, die grotendeels aan een landbouwwerk tuig te danken is 24. niet lang, maar maak het drie letters langer en je betaalt een zeker percentage min der 25. gedoofd petroleumtoestcl doet de zaak weer langer duren 27. graansoort, die, al is hij nog heet gekookt, middenin altijd zeer koud blijft 29 Chinese maat en een wild zwijn met extra staart geven een bemind persoon als resultaat 30. aanklampen is het gevolg van een voorzetsel, omringd door twee de zelfde voegwoordjes 31. gemene kerel, die hoofdzakelijk van het spieden bestaat 33. toegang, eindi gend met een deel van een trap 36. ook een eent kan voedsel zijn 37. veeverblijf. dat rustig begint en reeds eindigt. Oplossing kruiswoord- Voor onze dammers Het is te betreuren, dat het damspel dal zo een diepe variantenrijkdom kent en waarvan het aantal combinatiemoge lijkheden legio ls. niet in ieder land op dezelfde manier wordt gespeeld. Het I z.g Poolse spel wordt in hoofdzaak be oefend in Frankrijk, Nederland. België. Zwitserland, en in kleinere kring in cnigo andere landen, maar in Engeland. Italic, Rusland cn vele andere landen I speelt men op een bord van 64 velden. In Canada ls net spel op 144 ruiten po pulair. In Amerika speelt men weer op 64 velden. Was het nu maar zo. dat er enerzijds een groep landen bestaat waar men op 100 ruiten speelt, en een tweedo groep, die het kleinere formaat prefe reert... maar helaas gelden in de lan den van de 64 velden steeds andere spel regels. die wel niet zo heel erg afwijken maar toch geenszins uniformiteit ver tonen. Het verschil in bordgrootte, cn de daarmee gepaard gaande afwijkingen in spelprincipcs, notatie enz ls een scherpe handicap om het damspel popu lair te maken. Dc pogingen om de zo vurig begeerde eenheid te bewerkstelli gen. zijn tot nu toe vrij vruchteloos ge bleken. Toch weet men 'in de „Westerse" lan den al heel wat meer van dc manier van spelen in andere landen dan vroe ger! Verheugend is b.v. ook, dat men aan het speuren is gegaan om de spel methoden in het buitenland op hun kern te onderzoeken. Zo is men feitelijk pas kort geleden tot de conclusie ge komen, dat Rusland b.v. zoals op schaakgebied ook op het bord van 64 velden veel fraais heeft gepresteerd. Dc heer O. G. van Veen tc Breda heeft o.a In zijn uitstekende rubriek ln Het Lichtspoor, die Jammer genoeg door het verdwijnen van dit blad niet meer verschijnt, dc Russische probleemkunst onder dc loupe genomen, waarbij hij o.a. gebruik maakte van publicaties daar over in „Do Problemist". Waar dam mend Nederland nog zo weinig van Rus sische composities op de hoogte is. lijkt het mij interessant u hieronder enig» staaltjes te tonen. In onderstaande stelling: Zwart 3 st. op 24. 33. 39. Wit 4 St. op 35. 45. 47 en 50. puzzle Horizontaal; 1 aagt 5 asbak 10 reeks 15 kroos 17 parel 19 erwt 20 kam 21 pluralis 24 fee 25 el 26 boord 27 Kent 29 cg 30 vloot 32 deren 34 slurp 35 po seren 38 staf 39 pleet 41 teder 43 arm 44 maanril 46 mode 47 lomp 49 stamper 50 ges 51 opera 53 Ernto 54 Kelt 55 ne gerin 57 nawee 59 Odeon 60 tiran 62 er 63 knot 05 veciïl 66 NT 67 ega 69 ere teken 71 sou 72 nerf 74 meers 75 deken 77 slaaf 78 klets 79 lint. Verticaal. 1 akker 2 Aral 3 gom 4 t.o. 6 spurt 7 Bard 9 kelk 11 Ee 12 erf 13 kween 14 steg 16 spoor 18 Lledc 22 looppas 23 snert 26 bluf 28 treem 30 vlammend 31 voerman 33 endogeen 34 strop 35 penarie 36 stipt 37 Brest 38 sa lon 40 later 42 edele 45 Leonid* 48 preek 52 agone 54 kwal 56 enorm 58 arend 59 orgel 60 tekst 61 stunt 62 eens 64 teek 65 Vere 66 noen 68 ara 70 tel 71 ski 73 Fa 76 cl. Van de Russische auteur I- A. Schmidt uit Kharkov is de verrassende winst voor wit: 35—30, 24x35, 47—42: Zwart kan alleen 3943 spelen en wit wint. wederom verrassend, door 4238. 43x32 of 33x42 en 45—40. Ludwig Bemelmans „Kijk daar eens. Joe, paarden" .,R>Jd jij paard, liefje?" „Ik zou er direct afvallen als ik het zou proberen." „Heel goed." „Waarom zeg je dat Joe?" „Omdat ik anders voortdurend in angst zou zitten dat je eraf zou vallen en je zou be zeren." Hij nam zijn ene hand van het stuur en legde die op de hare. „Zie je. liefje, een vrouw moet een fluweelzacht huidje hebben, an ders kan ze nooit iets voor me betekenen. Ik ben zo blij, dat je geen paard rijdt." „Ben je getrouwd Joe?" „Eh ja", zei hij; en toen, luider, alsof hij die staat moest verdedi gen, ,Ja. De enige luxe, die men sen hier hebben, is een tehuis. Ik heb een vrouw en twee kinderen. Alors, mijn kinderen spreken Frans met een Engels accent en Engels met een Frans accent. Dat is een van de prijzen, die je als banne ling moet betalen. En wat mezelf betreft, Belinda, de muziek moet minstens zes maten spelen voor ik weet of het de Marseillaise is of Star-Spangled Banner- Maar, lieve kind. dat is dan ook het enige waarover in mijn geest ver warring bestaat." „Dan ben je een gelukkig mens," zei Belinda. Weldra lagen de zee en de he mel wijd voor hen. Hij sloeg links af, de Malibu Road op. Waar brengt hij me in vredes naam heen? vroeg Belinda zich af Ze kende nu toch wel alle goede restaurants in de buurt. En het enige behoorlijke was Roland's, maar dan hadden ze iechts afmoe ten slaan. Maurice wees naar een rijtje olie-boortorens aan de horizon. ,.Als je die wegdenkt," zei hij, ,,is het net Cannes." Belinda dacht eerst nog. dat hij misschien een huis aan het strand bezat, maar toen ze alle huizen voorbij waren, besloot ze het hem te vragen. Belinda had honger. „Kijk." zei ze, wijzend op een paar pelikanen, die in dezelfde richting vlogen als waarin zij re den- Het werd schemerig en de vogels raakten bijna het water. „Kijk, Joe, die hebben e< n grote krop. Die kunnen daar hun eten in stoppen en als ze honger krij gen hoeven ze geen uren naar een restaurant te zoeken." „Ah,"' zei Maurice. „Ik weet een klein restaurant aan het eind van de pier in Santa Monica. Ik hou niet van al die show. Ik heb ge noeg van Romanoff's en Larue's. Altijd hetzelfde menu. altijd de zelfde gezichten altijd dezelfde vreselijke mensen. Ik ben dol op dat kleine restaurant. De spécialité de la maison is „abalone steak"." „Wat is abalone steak?" ..Dat is een soort Wiener Schnit zel van vis-" „Wat is e*.. Wiener Schnitzel?" „Een kalfscotelet" „Ik vind het enig als mensen allerlei talen spreken," zei ze „Va- nya kent Frans en Duits en Itali aans en Russisch." Het werd kil en ze kroop wat dichter naar hem toe. „Wat ls dat voor een film die je voor me gaat schrijven?" „Ik kan niet over films praten als ik rijd. Ik moet heen en weer kunnen lopen om een verhaal te vertellen," zei hij. „We gaan nu eerst een borreltje drinken en iets eten en dan gaan we ergens heen, waar ik je er rustig van kan -ver tellen." (Wordt vervolgd) Advertentie l.M EXAMENOPLEIDINQ Wiskunde L O. - MO. - K'IC Handelskennis L.O. en S.P.D. RESA - HILVERSUM Bekende Schriftelijke Cursus

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 9