Honden dragen geen brillen, zei
Quirijn, maar Beebje wèl
iivfm:
Verschillende
methoden
„Een ster wordt
geboren"
r
De rees vae Hille Dille
Zaterdag 12 Mei 1951
R was eens 'n hondje, dat Beebje heette. Beebje was enig kind en
jnog erg klein toen hij al naar de kleuterschool werd gestuurd. De
leuterschool van mevrouw Fidel, de poedel van de dokier. Dat wa:
n hele gebeurtenis toen hij daar op een ochtend voor het eerst naar
oe ging!'Het was mooi weer en veel bewoners van de straat zaten
uiten. Toen zij de kleine Beeb aan zagen dribbelen met zijn pakje
denbrood voor het twaalfuurtje, blaften ze allemaal vriendelijk en
epen: ..Dag jongen, dag Beebje, ga je naar de school, dat is flink,
oor".
Toen hij langs de slager kwam was daar Quirtjn, het zoontje van de
agershond, die ook naar school ging. „Ha, die Beeb", zei Quirijn, die
ifis bang was, „mot je een botje? Ik heb een hele zak van me moeder
eegekregen om te trakteren".
Nou, daar zei Beebje geen nee op en gezellig kluivend wandelden
samen op.
Quirijn blafte tegen een poes die langs kwam, „ga je weg. snertkat,"
:i hij nog. ..Snertkat, dat was een schoenzei Beebje, die de hele
at TJiet gezien had en dat was wel gek, want het was een kat. Schoe-
:n komen niet zo maar langs, behalve als er mensen in zitten, na-
.urlijk. Quirijn keek hem verwonderd aan, maar omdat ze al aan de
hooi waren, had hij geen tijd om dat te onderzoeken.
I T EVROUW Fidel, in een vers
1*1 geschoren bontjas, stond ze
te wachten. Er waren een hele-
kel hondjes, wel twintig Eerst
hoesten ze allemaal een plasje
ioe;i tegen de boom voor de school
voor de zekerheid, snap je?
toen mochten ze in een kring
aan zitten.
Ze moesten zingen van: En Fidel,
hond, die zM op de grond en
van een broodje met kaas. Toen
jet lied uit was gingen ze „botje
ggen, niemand zeggen" en daar-
kluifje bijten. Juffrouw Fidel
ield dan een kluif hoog op in de
icht en die moesten de hondjes
met hun bek weg pakken,
was niet zo erg moeilijk, maar
is het zo jammer om te moe
zeggen, Beebje bracht er niets,
dan ook niets van terecht.,
kwam wel vreselijk hard aan-
maar als hij sprong beet
een heel eind naast het bot in
lucht, en niet een keer, maar
en telkens weer. De juf-
begreep het eerst niet, want
anderen konden het wel, maar
ze het ging onderzoeken kwam
er achter. (Je moet niet verge-
dat zij de poedel van de dok-
was). Beebje kon niet goed
zijn oogjes waren niet in or
en dat was nu op school pas
Weet je wel van
kat die hij onderweg voor een
aanzag, nou dat kwam ook
zijn ogen.
is hij die middag naar
gegaan.
vader en moeder schrokken
toen hij zo overstuur thuis
en vroegen natuurlijk wat
loch aan de poot was. „Ikkkik
niet kluifje bijten",. Beebje
nu van het huilen, ,,ik heb
oogjesIk zien de kluif -
niet goehoèhóèhóèdü"
zie de kluifjes niet goed",
zijn vader, die een pre-
hond was, „wat een onzin,
dan En Beebje vertelde wat
was gebeurd en wat juffrouw
had ontdekt. Aan het eind
verhaal was hij bijna he-
weggezwommen in zijn tra-
Zijn moeder nam hem in haar
en suste hem en zei „stil
stil maar, hier is een lekker
vlees, ga nu maar gauw
morgen is alles niet zo erg
AAR toen Beebje eindelijk
moegehuild in zijn mandje
g te slapen, zaten zijn ouders
g lang met zorgelijke, verdrieti-
gezichten in het hondenhok en
aatten, cn praatten wat ze toch
?t hun zoontje aanmoesten,
fneens klaarde zijn snuit op.
loeder", blafte hij, „ik geloof dat
het weet, vraag me nog niets,
iar ik zal v>ct proberen." En va-
r Pluto is naar het erf van de
rfwinkel van meneer Beun ge-
an. Hij zocht tussen de vaten
rf en de kisten kwasten en vond
it hij hebben wilde. Twee stuk-
glas. een ijzerdraadje en een
•in steentje. Met dat hele kleine
ïntje begon hij de stukjes glas
polijsten. Zzzt, zzzt, klonk het
de stille nacht. Hjj maakte het
as steeds dunner en gladder, hij
"ijste en sleep. En toen het al-
:er licht werd en de eerste merel
gon te zingen in de kersenboom
n meneer Beun. was vader Plu
doodmoe, maar in zijn poot
;ld hij., een klein brilletje....!
Boebje was met grote tegenzin
gestaan. Als hy er aan dacht
t hij weer het kluifje bijten fout
i doen. dan zou hij net zo lief
•lis blijven.... Maar zijn vader
p hem opgewekt, ging voor hem
>an en haalde van achter zijn
een vreemd instrumentje te-
schijn en zette het op Beebjes
us. „Hou kijk eens goed, wat zie
nu?" en hij hield een kluifje op.
ebje knipperde onwennig achter
i brilleglazen. nam een aanloop,
ong, beet en...- ja hoor hij had
..Het was helemaal niet moei-
zei hij verbaasd en trillerig,
zag het zo voor me. Ik zien
veel meer dan gisteren." „Z i e
veel meer", verbeterde zijn vader,
die een preciese hond was
OUIRIJN kwam hem halen voor
school. Nou, die keek ook gek
op van die bril. „Wat mot dat?",
vroeg hij, „doe niet zo gek. joh, zet
af. Wat hebbie daar nou aan?"
Beebje legde het hem uit. „Hon
den dragen geen brillen", zei Qui
rijn wantrouwig, maar hij liet het
er verder bij.
Weer gingen ze samen op stap.
Beebje keek maar om zich heen,
hij kon er maar niet genoeg van
krijgen. Kijk daar liep een vlieg
en daar groeiden grasjes tussen de
stenen en wel daar lag een propje
papier en nee maar, Quirijn had
een vlekje op zijn staart, effe poet
sen! „Ah joh, laat nou", zei Qui
rijn, die de hele vlek niet gezien
had.
Maar Beebje zag meer dan vlieg
jes cn grasjes en vlekjes. Hij zag
dat de honden, die zij tegenkwa
men hem wel aankeken, maar er
was een rara, spotachtige blik in
hun ogen en een lachje om hun
bekken, dat niet aardig leek.
„Ze lachen me geloof ik een
beetje uit", zei hij onzeker tegen
Quirijn, maar die zag niks en zei
alleen: „O joh, laat ze lachen, wat
kan het jou schelen
Maar toen ze bij de school kwa
men en de andere hondjes Beebje
met zijn brilletje zagen, begonnen
ze te gieren van het lachen. Ze
holden op hem toe, keften en blaf
ten en riepen „Een hond met een
bril, hoe kan dat nou, kijk die
gekke Beeb. hij lijkt wel een mens,
huhu, gekke Beeb....!"
Het werd een vreselijk kabaal
en juffrouw Fidel kwam er op af.
Toen zij Beebje zag. werd ze heel
boos. want z^ dacht dat hij een
grapje wou uithalen „Bah wat zie
je er idioot uit. ga ogenblikkelijk
weg", riep ze en Beebje wou nog
wat zeggen, maar d( hondjes be
gonnen weer te joelen. En een riep
er: „lelijke brillebeeb. gekke bril-
lebeebü"
NOG meer overstuur dan de vo
rige dag kwam hij thuis. Hij
wilde niet eten, ij wilde niet sla
pen, hij wilde niet vertellen en
dat wist hij heel zeker hij wil
de zijn bril niet meer op. Liever
slecht zien dan uitgelachen wor
den. Zijn vader en moeder wisten
geen raad met hem en ze waren
blij dat Quirijn na school kwam
kijken. Quirijn kon niet goed te
gen die ongelukkige Beebje, hij
stond schorrig en lawaaiig te pra
ten van: „O joh trek je d'r niks
van an en vooruit, sla ze op hun
snuiten", maar onderwijl kon hij
ook wel grienen, zo verdrietig zag
Beeb er uit. Maar ineens klaarde
zijn dikke slagerssnuit op! „Dat
was ik bijna vergeten", zei hij,
„morgen is er feest in de straat,
mijn vader en moeder zijn 5 jaar
slagershond en zo geven een feest.
Joh het wordt reuze, alle hondjes
mogen meedoen. .Wedstrijden Beeb,
geweldig, vuilnisbakken zoeken
Ze verstoppen iets in alle vuilnis
bakken en wie het 't vlugst vindt,
heb gewonnen." Maar Beeb schud
de zijn kop. „mij lachen ze toch
maar uit", zei hij en het leek of
hij nooit meer vrolijk zou kunnen
zijn.
Maar nu kwam vader Pluto in
actie. ..Quirijn heeft gelijk, jongen",
zei hij. „jij doet mee. mèt je bril
versta je". „En de prijs is „een week
gratis botten eten", zei Quirijn op
gewonden.
De volgende dag scheen dc zon
vrolijk en alle vuilnisbakken ston
den langs de stoep, want het was
Vrijdag. Quirijn kwam Beebje ha
len. Die stond klaar met zijn bril
op zijn neus.
Alle honden hadden hun hokken
met vlaggetjes versierd en op de
stoep van de slagerij zaten de ou
ders van Quirijn en namen de ge
lukwensen in ontvangst van alle be
woners van de straat. Toen zijn
moeder hem met Beebje zag aan
komen. betrok haar gezicht en Beeb
je die zijn oren al gespitst had op
iets naars, hoorde haar zeggen tegen
haar man: „Ik vind liet niet prettig
dat Quirijn met dat gekke brillen-
hondje omgaat Dat zei ze. Het
duurde niet lang of de wedstrijden
begonnen. Aan iedere kant van de
straat stonden wel 10 vuilnisbakken,
propvol, te wachten op de vuilnis
man. De bedoeling was dat de hond
jes twee aan twee. ieder aan een
kant van de straat, uit iedere vuil
nisbak een ingepakt stuk honden
brood haalden, dat goed verstopt
was tussen alle afval. Wie het eerst
10 pakjes binnenbracht had gewon
nen.
T\J ou het was lang niet makke-
lijk. want het zat erg diep. Qui
rijn had het verloren tegen de hond
van nachtwaker Pliep en nu ineens
was het Beebjes beurt. Hij moest
tegen de hond van de notaris, een
vreselijk eigenwijs, hooghartig beest.
Beebje sprong tegen de eerste
vuilnisbak op, dook er in weg en
keek. Zie jc. dat was het, Beebje
keek. Door zijn bril. En alle andere
honden roken. Met hun neus. En
omdat Beebje zoveel zien kon met
zijn bril. zag hij direct tussen een
bos verdroogde tulpen en een hoop
as en oude uitgebrande kolen, een
klein pakje. Hij pakte het en toen
de notarishond nog bezig was met
zijn eerste vat. was Beebje al aan
zijn vierde! Zijn bril onthulde alles!
De opwinding in de straat was ge
weldig! Iedereen kefte en blafte door
elkaar, en Quirijn gilde „hup Beeb,
hup Beep". Nou Beeb won met wel
drie vuilnisvaten voorsprong!
Toen werd hij omringd door alle
maal honden die hem feliciteerden
met zijn overwinning en zij namen
hem op hun schouders en zongen in
koor:
Met zijn bril, met zijn bril
Ziet hij alles wat hij wil,
Hij is zo slim. hij is zo leep
Onze brillanbeebü
En van die dag af was Brillen-
beeb een erenaam.
TV/T aar er was meer Niet alleen
dat iedereen Beebjes bril nu
heel gewoon ging vinden en er niet
meer om lachte, de volgende dag
kwam de moeder van Quirijn aan
kloppen bij het hok van Beebjes
ouders en vroeg vader Pluto te
spreken. Eerst kon zij niet goed uit
haar woorden komen, maar het
kwam er toch uil: „Of vader Pluto
niet ook zo'n brilletje voor Quirijn
kon maken en voor haar zelf en
haar man., ze vond dat een hond
er zo knap mee uitzag en zoveel
zag.." Ze wilde er goed voor be
talen, dat zei ze er bij.
Een kluif meer of minder kwam
er bij haar niet op aan En zo maak
te vader Pluto voor de slagershon
denfamilie een bril. En toen die
daarmee verschenen kwam de
vrouw van de hond van de groen
teboer. en de notarishond en waar-
empel juffrouw Fidel, die een bril
voor een dokterspoedel wel deftig
vond staan, en de nachtwakershond.
en de hond van de burgemeester
En toen die er eenmaal met een
bril liep, toen werd het de grote
mode in de straat. Vader Pluto kon
het niet af. Hij werd zo rijk als hij
maar zou willen zijn. Beebje kreeg
les van zijn vader in het slijpen en
toen hij van school was kwam hij
bij zijn vader in de zaak en boven
het hok stond met grote letters te
lezen:
PLUTO BRILLENSLIJPER ZOON.
En ze slepen lang en gelukkig.
Marian Smeet s.
/N 't land van Hille Dille woont een oude dikke reus.
't Is tien minuten lopen van zijn lenen tot zijn neus,
Alleen wanneer hij ligt, dat spreekt, want als die rèus gaat staan,
Dan kom jc pas na uren klimmen boven bij hem aan.
HU is een kilometer lang, een hele kilometer
Maar meestal slaapt hij en dat is voor reuzen ook veel beter.
OP Donderdag voor Pinksteren, dat tons dus deze week.
Toen kwam er daar een toering-car, daar ginder in die streek
Een mooie nieuwe tocring-carniet zeventien personen.
Ze babbelden wat met elkaar en aten maliebanen:
Ach. wat een héuvels zijn er hier.' zo zeiden ze tevreden,
Dat gaat van hoep naar boven en van roetsj weer naar beneden.
Ze reden boer die reus z'n bibs. en locct jc wat zo erg was?
Ze wisten 't niet, ze wisten 't niet, ze dachten dat 't een berg was.
P AS toen zc weer beneden waren, onder nan die reus,
Toen keek een dame achterom en riep: o. toaf affreus!!
Ik zie een hoofd.' O. stop chauffeur! cn iedereen maar schreeuwen
Toen werd de reus net wakker en ging lekker aan het geeuwen,
Zijn mond was net een diep ravijn, een tunnel, of zoiets
Toen viel hij weer in slaap, de reus, en zag gelukkig niets.
De bus reed verder met een vaart in 't land van Hille Dille
Maar alle dames bleven nog wel uren aan het gillen!
ANNIE M. G. SCHMIDT
door Henriëtte
van Eyk
XXXIV
Allemaal keken ze naar 't vreem
de natuurverschijnsel. „Het is zijn
grote broer..", fluisterde Marelotje.
„Het is Nikkelglim. Hij is gekomen
om Jock in het onzichtbare schep
net veilig terug te brengen naar de
maan.
Jock had zijn hand met het pistool
laten zakken. In één seconde zag
en hoorde en dacht hij alles. Hij zag
de rode en groene en gouden die-
renogen, hij zag de werkhanden en
de ronde rug van het oude vrouw
tje. hij hoorde het angstige loeien
van de koe, het geharrewar van de
giraffe en de baron, en het hulpe
loos gezang van de kijkjonkers. Hij
hoorde ook hoe Pang heel zachtjes
huilde, en hij dacht: „Als ik de
Kristallen Dame nu niét de spiegel
afpak, zal ze er morgen al het licht
van de zon mee terug kaatsen..
Dan zal alles in Lobelia "donker zijn,
en verdorren, en verdwijnen", en hij
riep: „Ik wil met terug! Wc hebben
nog twèè minuten! Ik blijf op aar
de!" En toen werd het vreemde na
tuurverschijnsel nóg vreemder; bo-
wn de rand van net restje maan,
was nu ook een arm in een zilver
blauw gestreepte pyamamouw te
voorschijr gekomen en een witmeta-
len hand wees, over de bruine beuk,
naar alles wat er zichtbaar was van
de Kristallen Dame, naar de zwart-
garen handschoenen met de spiegel,
naar de lege mantel en de zwevende
hoed met het groene veertje..
Het groene veertje!!! Rang. schoot
Jock zijn pistool af. Maar de kogel
ging niét zoals hij gaan moést, hij
ging helemaal opzij, ketste tegen een
ijzeren schoorsteenbout. suisde ra
kelings langs de spiegel door de
voorkant van de kartonnen doos.
ketste tegen een andere schoorsteen
bout, suisde wéér rakelings, maar
nu aan de andere kant. langs de spie
gel terug door de achterkant van
de kartonnen doos. en verdween ver
volgens in de verte, door het open
staande dakraam van het legermu
seum.
„Mis!! Meters er naast!'!" De Kris
tallen Dame bij de koepel danste dol
van vreugde in het rond. De stukken
karton van de aan flarden gescho
ten doos. woeien weg over het
dak. Het vreemde, helle licht blik
kerde op de spiegel, die ze met bei
de handschoenen boven haar hoed
heen en weer zwaaide als een sig
naalvlag. „Nog één minuut, dames en
heren!" De spookverschijning maakte
een overdreven eerbiedige buiging
voor het ronde witte stralende jon
genshoofd boven de bruine beuk, en
toen.. Ja. toen moeten haar door
zichtige kristallen ogen toevallig
even in de spiegel hebben gekeken.
Wèt die ogven daar zagen, zal nie
mand ooit weten. Ik denk. dat het
niet veel moois is geweest. In elk
geval, de Kristallen Dame liet met
een gil de spiegel uit haar hand
schoenen glijden, en viel meteen, op
de plaats zelf. met een gerinkel of
een heel eetservies aan stukben
slaat, in schervels uit elkaar..
Toen Jock en Marelotje even later
voorzichtig naderbij kwamen, von
den ze naast de volkomen onbe
schadigde spiegel alleen nog
maar wat kristalgruis en oude kle
ren.
„Ze is weg", zei het oude vrouw
tje.
„De maan is ook weg", mompelde
Jock. Hij nam de spiegel behoed
zaam onder zijn arm. „Het is don
ker. We kunnen met teruggaan be
ter wachten tot het dag is. Hoor ze
beneden eens juichen! Ze willen ons
zien." Hij stapte naar de rand van
het dak en wuifde met een witte
zakdoek naar de menigte. Maar de
menigte wuifde niét terug, ze lette
helemaal niet op hem, ze danste in
een wijde kring om de frigidaire. die
de koksmaatjes naar het midden
van het bordes hadden gesleept.
Naast de frigidaire stond de chef
kok. die hoog boven zijn hoofd een
zilvèren kandelaber met twaalf
brandende kaarsen hield. En dp de
frigidaire zat, met een boeket roze
rhododendrons in zijn hand. Hans II
van Lobelia, die onmiddellijk na het
in gruizels vallen van de kristallen
Dame. onder de ophaalbrug uit
moest zijn gekropen.
Den koning bij kaarslicht is erg
mooi om te zien. De baron en Pang,
de giraffe, de koe. de ezels, allemaal
hadden ze ineens ogen voor niets
anders meer. Ze vergaten, dansend
om Hans II, aan welk gevaar ze
nog maar zo juist op het mppertje
waren ontsnapt. Ze riepen: „Wat is
hij prachtig! Wat glimt hij kolos
saal!!", en ze juichten hemel en aar
de bij elkaar. „Lang zal hij leven!
Leve de koning!"
Jock knipperde even met zijn
ogen. „Nu ja..", zei hij toen. „Voor
uit dan maar. Leve die koning!"
De ratten, de spinnen, de muizen
en de zwarte katten roetsjten langs
het sokkentouw en de kamperfoelie
omlaag om mee te gaan doen met
het feest. Alleen Jock en Marelotje
bleven met de spiegel tusschen
zich in geleund tegen een schoor
steenpijp, op het dak achter om te
wachten op de dag.
(Wordt vervolgd).
taoimatiea
Horizon
taal: 1. vis
sersvaartuigen,
die met dc
naam van een
vis beginnen 5.
opnieuw eieren
leggen, dat is
nog eens be
raad 9. eer
waardig be
roep. waarvan
de kop op on
verstand duidt,
maar de staart
het tegendeel
beweert 10.
plaats in Noord
Holland, begin
nend met een
zwemvogel 11.
ongeveer 69 cm
rund, maar het
staat niet vast
13. deeltjes, die
de gehele we
reld in beroe
ring brengen
en waarvan
een Nederland
se' vervoerson
derneming aan
het hoofd staat
14 begerig of gretig, maar begin
met een beet 15. laat een loofboom
nog wat groeien en het wordt een
andere soort loofboom 17. er zit in
een dop een kleine plaats 19. wan
neer boomscheuten anders uitlopen,
vormen ze een hert van één winter
21. intimiteit, waarbij een zoen in
begrepen is 22. "enie zonder staart,
dooreen geschud, is wel uniek 23.
toespraak, grotendeels op de Velu-
we 24. onhandig mannetje, hij laat
zich nog op de kop zitten ook 26.
Nee, dan deze knaap, die veel roem
draagt 28. Als je die kleur veran
dert. komt er slijtage 32. laat een
Afrikaanse rivier terugstromen cn
er blijft een streep over 34. een rat
en een priem kunnen een hels
lawaai maken 35. een boomkwast is
hoofdzakelijk aan ijver te danken
36. soort gravure 38. rente, groten
deels uit overschot bestaande 39.
en tussen een plaatsbepaling en lof
gaat men naar omlaag 40. berustend,
maar draai je de kop om, dan staan
je een aantal erfenissen te wachten
41. plaats bij Kesteren, beginnend
met een meisjesnaam.
Verticaal: 1. een slaapplaats
met karakter geeft pas rust 2. mak
landman kan hevig lawaai maken 3.
een enkele naaldboom maakt zwem
vogels 4. een paar op het laatste
moment 5. oude heren, die de ,,p" in
zouden hebben, als ze op de kinde
ren moesten passen 6. ieder bloed
vat is wederkerig 7. spaniel door
elkaar geschud vormt een instru
ment voor het opprikken van brief
jes 8. bevel, spinneweefsel en loof
boom bieden plaats aan auto's 12.
windrichting die in stilte eindigt 15.
't is nauw, maar maak het 69 cm
langer en 't is snoezig 16. door mid
del van een voegwoordje kun je aan
vruchten komen 18. wanneer het op
een maanstand eindigt, wordt de
zaak teer 19. loofboom, die uit een
embryo ontstaat 20. opstoot, met
muziek beginnend 21. boterham, die
grotendeels aan een landbouwwerk
tuig te danken is 24. niet lang, maar
maak het drie letters langer en je
betaalt een zeker percentage min
der 25. gedoofd petroleumtoestcl
doet de zaak weer langer duren 27.
graansoort, die, al is hij nog heet
gekookt, middenin altijd zeer koud
blijft 29 Chinese maat en een wild
zwijn met extra staart geven een
bemind persoon als resultaat 30.
aanklampen is het gevolg van een
voorzetsel, omringd door twee de
zelfde voegwoordjes 31. gemene
kerel, die hoofdzakelijk van het
spieden bestaat 33. toegang, eindi
gend met een deel van een trap 36.
ook een eent kan voedsel zijn 37.
veeverblijf. dat rustig begint en
reeds eindigt.
Oplossing kruiswoord-
Voor onze dammers
Het is te betreuren, dat het damspel
dal zo een diepe variantenrijkdom kent
en waarvan het aantal combinatiemoge
lijkheden legio ls. niet in ieder land op
dezelfde manier wordt gespeeld. Het
I z.g Poolse spel wordt in hoofdzaak be
oefend in Frankrijk, Nederland. België.
Zwitserland, en in kleinere kring in
cnigo andere landen, maar in Engeland.
Italic, Rusland cn vele andere landen
I speelt men op een bord van 64 velden.
In Canada ls net spel op 144 ruiten po
pulair. In Amerika speelt men weer op
64 velden. Was het nu maar zo. dat er
enerzijds een groep landen bestaat waar
men op 100 ruiten speelt, en een tweedo
groep, die het kleinere formaat prefe
reert... maar helaas gelden in de lan
den van de 64 velden steeds andere spel
regels. die wel niet zo heel erg afwijken
maar toch geenszins uniformiteit ver
tonen. Het verschil in bordgrootte, cn
de daarmee gepaard gaande afwijkingen
in spelprincipcs, notatie enz ls een
scherpe handicap om het damspel popu
lair te maken. Dc pogingen om de zo
vurig begeerde eenheid te bewerkstelli
gen. zijn tot nu toe vrij vruchteloos ge
bleken.
Toch weet men 'in de „Westerse" lan
den al heel wat meer van dc manier
van spelen in andere landen dan vroe
ger! Verheugend is b.v. ook, dat men
aan het speuren is gegaan om de spel
methoden in het buitenland op hun
kern te onderzoeken. Zo is men feitelijk
pas kort geleden tot de conclusie ge
komen, dat Rusland b.v. zoals op
schaakgebied ook op het bord van
64 velden veel fraais heeft gepresteerd.
Dc heer O. G. van Veen tc Breda heeft
o.a In zijn uitstekende rubriek ln Het
Lichtspoor, die Jammer genoeg door
het verdwijnen van dit blad niet meer
verschijnt, dc Russische probleemkunst
onder dc loupe genomen, waarbij hij o.a.
gebruik maakte van publicaties daar
over in „Do Problemist". Waar dam
mend Nederland nog zo weinig van Rus
sische composities op de hoogte is. lijkt
het mij interessant u hieronder enig»
staaltjes te tonen.
In onderstaande stelling:
Zwart 3 st. op 24. 33. 39.
Wit 4 St. op 35. 45. 47 en 50.
puzzle
Horizontaal; 1 aagt 5 asbak 10
reeks 15 kroos 17 parel 19 erwt 20 kam
21 pluralis 24 fee 25 el 26 boord 27 Kent
29 cg 30 vloot 32 deren 34 slurp 35 po
seren 38 staf 39 pleet 41 teder 43 arm
44 maanril 46 mode 47 lomp 49 stamper
50 ges 51 opera 53 Ernto 54 Kelt 55 ne
gerin 57 nawee 59 Odeon 60 tiran 62 er
63 knot 05 veciïl 66 NT 67 ega 69 ere
teken 71 sou 72 nerf 74 meers 75 deken
77 slaaf 78 klets 79 lint.
Verticaal. 1 akker 2 Aral 3 gom
4 t.o. 6 spurt 7 Bard 9 kelk 11 Ee 12 erf
13 kween 14 steg 16 spoor 18 Lledc 22
looppas 23 snert 26 bluf 28 treem 30
vlammend 31 voerman 33 endogeen 34
strop 35 penarie 36 stipt 37 Brest 38 sa
lon 40 later 42 edele 45 Leonid* 48
preek 52 agone 54 kwal 56 enorm 58
arend 59 orgel 60 tekst 61 stunt 62 eens
64 teek 65 Vere 66 noen 68 ara 70 tel
71 ski 73 Fa 76 cl.
Van de Russische auteur I- A. Schmidt
uit Kharkov is de verrassende winst
voor wit:
35—30, 24x35, 47—42: Zwart kan alleen
3943 spelen en wit wint. wederom
verrassend, door 4238. 43x32 of 33x42
en 45—40.
Ludwig Bemelmans
„Kijk daar eens. Joe, paarden"
.,R>Jd jij paard, liefje?" „Ik zou
er direct afvallen als ik het zou
proberen." „Heel goed." „Waarom
zeg je dat Joe?" „Omdat ik anders
voortdurend in angst zou zitten dat
je eraf zou vallen en je zou be
zeren."
Hij nam zijn ene hand van het
stuur en legde die op de hare.
„Zie je. liefje, een vrouw moet een
fluweelzacht huidje hebben, an
ders kan ze nooit iets voor me
betekenen. Ik ben zo blij, dat je
geen paard rijdt."
„Ben je getrouwd Joe?"
„Eh ja", zei hij; en toen, luider,
alsof hij die staat moest verdedi
gen, ,Ja. De enige luxe, die men
sen hier hebben, is een tehuis. Ik
heb een vrouw en twee kinderen.
Alors, mijn kinderen spreken Frans
met een Engels accent en Engels
met een Frans accent. Dat is een
van de prijzen, die je als banne
ling moet betalen. En wat mezelf
betreft, Belinda, de muziek moet
minstens zes maten spelen voor
ik weet of het de Marseillaise is
of Star-Spangled Banner- Maar,
lieve kind. dat is dan ook het
enige waarover in mijn geest ver
warring bestaat."
„Dan ben je een gelukkig mens,"
zei Belinda.
Weldra lagen de zee en de he
mel wijd voor hen. Hij sloeg links
af, de Malibu Road op.
Waar brengt hij me in vredes
naam heen? vroeg Belinda zich af
Ze kende nu toch wel alle goede
restaurants in de buurt. En het
enige behoorlijke was Roland's,
maar dan hadden ze iechts afmoe
ten slaan.
Maurice wees naar een rijtje
olie-boortorens aan de horizon.
,.Als je die wegdenkt," zei hij, ,,is
het net Cannes."
Belinda dacht eerst nog. dat hij
misschien een huis aan het strand
bezat, maar toen ze alle huizen
voorbij waren, besloot ze het hem
te vragen. Belinda had honger.
„Kijk." zei ze, wijzend op een
paar pelikanen, die in dezelfde
richting vlogen als waarin zij re
den- Het werd schemerig en de
vogels raakten bijna het water.
„Kijk, Joe, die hebben e< n grote
krop. Die kunnen daar hun eten
in stoppen en als ze honger krij
gen hoeven ze geen uren naar een
restaurant te zoeken."
„Ah,"' zei Maurice. „Ik weet een
klein restaurant aan het eind van
de pier in Santa Monica. Ik hou
niet van al die show. Ik heb ge
noeg van Romanoff's en Larue's.
Altijd hetzelfde menu. altijd de
zelfde gezichten altijd dezelfde
vreselijke mensen. Ik ben dol op
dat kleine restaurant. De spécialité
de la maison is „abalone steak"."
„Wat is abalone steak?"
..Dat is een soort Wiener Schnit
zel van vis-"
„Wat is e*.. Wiener Schnitzel?"
„Een kalfscotelet"
„Ik vind het enig als mensen
allerlei talen spreken," zei ze „Va-
nya kent Frans en Duits en Itali
aans en Russisch."
Het werd kil en ze kroop wat
dichter naar hem toe. „Wat ls dat
voor een film die je voor me gaat
schrijven?"
„Ik kan niet over films praten
als ik rijd. Ik moet heen en weer
kunnen lopen om een verhaal te
vertellen," zei hij. „We gaan nu
eerst een borreltje drinken en iets
eten en dan gaan we ergens heen,
waar ik je er rustig van kan -ver
tellen."
(Wordt vervolgd)
Advertentie l.M
EXAMENOPLEIDINQ
Wiskunde L O. - MO. - K'IC
Handelskennis L.O. en S.P.D.
RESA - HILVERSUM
Bekende Schriftelijke Cursus