L VOOR ANTJES EN JANTJES Chaps kon niet leren blaffen9 Mosselen komen want hij was een katje i 1 i k Antonie van Leeuwenhoek, bescheiden geleerde Pikiran krijgt een raar briefje van Joost (....en andere jonge klantjes) j i ooA- m zoet Hij was na z'n zwerftocht echt blij dat hij weer thuis was Als de Rodeo voorbij is water voor ZOMERJAPONNETJE (in de maten 40 en 44) U it de to verhoed der schakers De slanke Iljrf I „Een ster wordt geboren" Zaterdag 16 Juni 1951 17 AN achteren zag hij er uit als een trotse PerzischeMaar als je hem van voren zag leek hij een straatkat. Dat was dus nog al verwarrend. Toen Chaps negen dagen oud was werd hij gevonden door een grote Aredale terrier, die hem mee naar huis nam. Chaps sliep die nacht tussen de poten van Roger en in Roger's hondenhok. Na een poosje dacht Chaps dat Roger zijn moeder was en Roger dacht dat Chaps haar baby was. Toen Chaps groter werd leerde Roger hem om achter katten aan te jagen, op benen te knauwen en aan de deur te krabbelen als hij bij Mijnheer Jones (de baas van Roger) op visite wou. Chaps leerde diepe kuilen graven en heel hard hollen. Maar hij kon maar niet leren hoe hij met zijn staart moest kwispelen. En, hoe hij zijn best ook deed. hij kon niet leren blaffen. Als iemand riep: „poes, poes. zoete poes", dan bewoog Chaps zijn staart een beetje en dacht: „Dat mens is ook niet erg verstandig. Die noemt mij poes. Ik ben toch zeker een jong hondje....!" Hoe groter Chaps werd hoe meer plezier hij met Roger had. Zij aten samen, sliepen samen en stoeiden sa men. Op Chaps zijn eerste verjaardag nodigde mijnheer Jones hem uit om in de keuken te komen. Daar stond een feestmaaltijd klaar van worst En hij kreeg een rode halsband met een belletje er aan als verjaarscadeau. Mijnheer Jones deed het Chaps om en zei: „Eigenlijk moest je zelf maar eens in de spiegel kijken om te zien hoe mooi je er nu wel uit ziet." Hij tilde Chaps op en nam hem mee naai de slaapkamer. Toen ging hij met hem voor de spiegel staan. Chaps keek naar Mijnheer Jones, die hem vast hield en keek toen mete-an weer in de spiegel. Stel je voor! Mijnheer Jones hield een KAT vast! Chaps tilde zijn bovenlip op. (Dat deed Roger ook als hij kwaad was). DE KAT IN DE SPIEGEL DEED HET OOK. Toan bromde Chaps, leg de zijn oren plat langs zijn kop en liet zijn snorharen recht overeind staan. DE KAT IN DE SPIEGEL DEED WEER PRECIES HETZELF DE. Toen brak zijn hart bijna van verdriet. Opeens wist hij dat hij geen hondje was. Hij was alleen maar een kat die er belachelijk uit zag met de rode halsband en het belletje. Diezelfde avond liep Chaps weg Hij ontmoette verschillende honden waar hij vriendjes mee wou zijn, 1SSCH1EN weet Antonie van J A Leeuwenhoek zelf eerst niet eens goed. wat hij eigenlijk worden wil Zijn moeder wil graag dat hij ambtenaar wordt, daartoe verlaat hij zijn Delft en gaat wonen bxj een oom in Benlhuyzen. Dat moet een knappe man zijn geweest, want An tonie leert daar van alles en nog wat: wiskunde en werktuigkunde onder meer. Natuurlijk 'wordt hij ook in boek houden onderwezen en dan, als hij 16 jaar is, gaat Antonie van Leeu wenhoek naar Amsterdam en gaat bij een lakenhandelaar in betrek king. Zes jaar later komt hij in Delft terug en blijft daar voor goed wonen, misschien wel in het huisje, dat op het beroemde schildery van Vermeer „het straatje" is afgebeeld. Vermeer was zijn vriend en even oud; ze staan op dezelfde bladzijde van het kerkregister ingeschreven. En waar verdiende Antonie nu zijn kost mee? Hij had een textiel zaak, zouden we nu zeggen, hij was saaikoopman. In de loop van zijn leven heeft hij allerlei baantjes erbij gekregen; hij werd zoiets als deur waarder. landmeter, belastingambte naar enz. Antonie van Leeuwenhoek is twee maal getrouwd geweest; zijn eerste vrouw heette Barbara de Mey, de tweede Cornelia Swalmius. Hij is met z'n kinderen niet gelukkig, ge weest; er stierven er vier van de vijf, zijn dochter Maria bleef over en die moet hier met grote ere ge noemd, want die heeft haar vader tot op hoge leeftijd uitstekend ver zorgd. Leeuwenhoek werd in 1632 gebo ren, hij stierf in 1723. Leeuwenhoek leidde een werk zaam, maar toch een rustig en kalm leven Zijn grote liefhebberij was het maken van miscroscopen. Zelf sleep hij de lensjes, zelf zette hij ze in elkaar en was dan het instrument gelukt, dan legde hij van alles en nog wat er onder. Zon microscoopje van Leeuwen hoek bestond eigenlijk maar uit één enkele lens. net als onze vergroot glazen van tegenwoordig. Op de lange duur kreeg hij echter zoveel handigheid in het fabriceren, dat hij met die ene enkele lens enige honderden keren kon verrgoten. In Utrecht wordt een microscoopje van Leeuwenhoek bewaard, dat 270 x de lengte en 270 x de breedte ver groot! Hij wist ook op allerlei ma nieren de kleine dingetjes, die hij bekeek, scherp te belichten. Natuurlijk kwamen er geleerden uit Delft op de ontdekkingen van Antonie af. Eén er van was de be roemde geneesheer Reynier de Graaf, en die wist Leeuwenhoek er toe te brengen, zijn ontdekkingen op te schrijven. Zelf vertaalde hij het geschrevene in Latijn, de taal der geleerden en de brief werd ge stuurd naar Londen, waar een ver eniging was van zeer beroemde en geleerde mannen. De brief werd daar zeer bewonderd en de Londen- se geleerden verzochten Antonie nog meer van zulke brieven met mi croscopische ontdekkingen te stu ren. Dat heeft Leeuwenhoek vijftig jaar lang gedaan en het is niet te geloven en zeker niet te vertellen wat deze eenvoudige Delftenaar al lemaal gezien en beschreven heeft. Dat is een heel dik boek geworden met tal van plaatjes, die hij door anderen op zijn aanwijzingen liet vervaardigen. Antonie van Leeuwenhoek was geen geleerde volgens de opvattin gen van zijn tijdgenoten. Toch was hij knapper dan menigeen van hen. omdat hij ijverig werkte, zeer pre cies keek en nooit meer beschreef, dan hij werkelijk gezien had. Het is helemaal geen kunst om met een microscoop van onze tijd. de onder zoekingen van Leeuwenhoek te con troleren, maar geloof nu maar niet, dat hij op onnauwkeurigheid of zo maar wat beweren te betrappen valt A LS de Rodeo voorbij is tellen de heren die het opgericht hebben al hun geld en gaan plan nen maken voor nog veel grotere en betere Rodeo's voor het komen de jaar. De cow-boys tellen het geld dat zy gewonnen hebben en bekijks de punten die ze gekre gen hebben om te weten hoe dicht ze bij het kampioenschap staan. Cow-boys praten nooit erg veel en ze zeuren zeker niet over gebroken armen en benen. Soms komen ze er slecht af. dat hebben wij jullie de vorige keren wel verteld, en het komt ook wel voor dat co.v- boys door een val van het paard in een ziekenhuis achter moeten blijven als de Rodeo voorbij is. De dag na afloop pakken ze hun mooie kleren bij elkaar. Sommigen gaan naar nieuwe Rodeo's en an deren gaan naar huis om eens goed uit te rusten. En niemand staart ze aan, waar zq ook komen. Trou wens niemand weet dat dat nou een cow-boy kan zijn die al een heleboel Rodeo's gewonnen heeft. Ze willen nooit legen heren van een krant praten en ze willen nooit gekiekt worden. Zelfs niet als ze zwaar werk doen, zo als staven ijs sjouwen, om hun spieren sterk te naken voor het volgende seizoen. Soms wordt er heel veel geld aan geboden als er maar een enkele foto van hen gemaakt mag wor den. Maar dat doet een cow-boy niet. Wat hij verdient, heeft hij op een moeilijke manier verkregen. En dat jongens en meisjes, was nou de cow-boy. Sterke botten, een ijzeren rug en koperkleurig verbrand. BECCY. maar ze waren heel anders dan Ro ger. Ze blaften heel hard en zaten hem achterna. Op het laatst klauter de hij in een boom omdat het de enige manier was om aan die ake;ige honden te ontkomen. Het was voor het eerst in zijn levgn dat hij in sen boom klom. (Omdat Roger een hond is klom hij nooit in bomen en daar. om had Chaps het ook nooit ge leerd). Een moeder-roodborstje dach'. dat Chaps haar kindertjes kwaad wou doen. Zij vloog op hem af en pikte hem midden in zijn neus. Chaps ging toen maar weer heel vlug langs de boom naar beneden. Toen hij weer op de grond stond pakte een jongetje hem op Maar het was een naar jongetje Hij trok hem aan zijn staart en plaagde hem. Daarna kwam er nog een ander jongetje bij en die pakte zijn rode halsband af. Chaps rende weg en probeerde zich in een tuin te verstoppen, maar een dame joeg hem met haar zwabber weg. Chaps kreeg honger en voelde zi<t opeens helemaal alleen en eenzaam. Hij besloot nog eenmaal terug te gaan naar Mijnheer Jones. Hij ver langde naar de lucht die daar in de keuken hing. Toen hij terug was in de keuken ging hij onder de ta fel zitten. Hij hoorde Mijnheer Jo nes binnenkomen. Die ging toen heen en weer lopen. Van de aan recht naar de tafel en weer terug. Chaps stak zijn kop onder de tafel uit om nog eens go*>d naar Mijnheer Jones te kijken. Hij was terugge komen. had goed rondgesnuffeld hoe alles rook en nu hy dat wist ging hij toch maar weer weg. Maar Mijnheer Jones zag hem. „O, Chaps," zei hij en begon stra lend te lachen. „Wat heerlijk dat je teruggekomen bent." En Chaps was opeens ook hele- maal blij. Vooral om Mijnheer Jo nes zijn stem weer te horen. Zo blij. dat hij naar Mijnheer Jones toe- holde en langs zijn benen ging strij ken. Van louter plezier ging hij zelfs SPINNEN. Eerst schrok Chaps een beetje van het geluid dat hij maakte, maar Mijnheer Jones scheen het leuk te vinden. Toen rende Chaps naar de deur, die Mynheer Jones voor hem open maakte, vloog recht door naar Roger en ging weer tussen zijn poten liggen. En hij bleef maar door spinnen. Roger werd niet eens wakker toen Chaps zich daar zo gezellig nestelde, maar duwde alleen zijn natte neus tegen Chaps' oor. „Spinnen is eigenlijk een prachtig geluid", dacht Chaps. „Het is een echt poesenliedje.'' En zo viel Chaps in slaap. Hij leek wel een klein motortje, want in zijn slaap lag hij zelfs nog te spinnen. Het was toch wel heerlijk om een poes te zyn. 1/AN de week belde een klein meisje me op: „Meneer', zei ze, „ik heb een paar mosselen gevan gen en in het zoete water.... Tja. en wat nou te doen?" Misschien had ze tot dusver gedacht, dat er alleen maar in de zee mosselen leefden, de mosselen, die we allemaal kennen. Nu kwam vast te staan, dat er ook sloot en plas leefden, zoet water andere soorten natuurlijk in mosselen dus. Zeldzaam zijn ze he lemaal niet. Als de boeren de slo ten uitbaggeren, liggen de parel moeren schelphelften langs de kant. Roeken en reigers hebben het dan gemakkelijk. Ze eten met smaak de mosselen leeg. Die schelphelften zijn van binnen erg mooi van kleur, van buiten zijn ze modderkleurig of groen. In vroeger tijd werden ze gebruikt door de kunstschilders; die gebruikten ze als verfpotje. Als jij het ook zo eens treft, licht dan even je hoedje op uit eerbied voor de ouderdom. Sommige van die beesten (als ze heel groot zijn) lo pen naar de honderd jaar of zijn daar al overheen. In een aquarium is zo'n zoet watermossel wel in het leven te houden. Gooi het dier erin, dan zie je zijn voet te voorschijn komen, tussen de twee kleppen van de schelp uit. Die voet maakt een diepe voor en daar zit weldta de mossel in, grotendeels dus onder het zand verborgen. Het slot steekt boven de bodem uit. Dan zie je ook de twee toegangen tussen de schel pen. De ene heeft franje rond de rand; daar wordt het water in de mossel gezogen. Dit water, dat na tuurlijk zuurstof bevat, strijkt langs de kieuwen van de mossel. De zuur stof wordt er afgegeven, het kool zuur opgenomen. Zo komt dus de ademhaling voor mekaar. Maar er gebeurt meer. Het ingezogen water bevat allerlei; meest onzichtbare stofjes, diertjes, plantjes, enz. Die worden alle uit het toestromende water gezeefd, tot grotere klontcr- tjes samengevoegd en naar de mond gebracht. j\/f[SSCHIEN hebt je wel eens van J-v-L een bepaalde soort visjes ge hoord, van Bittervoorntjes. De wijf jes van het Bittervoorntje leggen met haar legbuis eieren voor net afvoergat in de zoetwatermossel. Daar zitten ze goed beschermd en steeds wordt zuurstofrijk water aangevoerd in de kieuwholte van de mossel. Zijn de eieren eenmaal uitgekomen, dan proest de mossel de jonge visjes naar buiten. HENK VAN LAAR. I? R was ereis een koning en hij heette Dagobert, hij had een hele lange baard, die alsmaar langer werd Eerst kwam die baard tot aan zijn schoenen, als de koning stond, maar later sleepte zelfs die baard voortdurend langs de grond. De koning viel er over en dan riep hij: Hee, Ksantippe! ik denk dat ik die lamme baard nou maar eens af laat knippen. Dat was de koningin, Ksantippe, en zij was niet mis, Ze riep: Je baard is 't enig mooie wat er aan je is! en als je hem Laat knippen, Dagobert, die lange sik, dan krijg je nooit meer voor de lunch gestoofde leeuwerik. Daar was de koning bang voor en hij liet zijn baard maar staan hoewel het heel erg lastig was, vooral bij 't slapen gaan. dan moest hij hem voorzichtig over zes katrollen hangen want anders zat hij 's morgens in zijn eigen baard gevangen. En als hij at, dan had de koning zeven baardenhouders die hielden dan zyn baard voorzichtig vast, zo langs zijn schouders. fp ENS op een morgen kwam de koningin naar binnen hollen ■*-' en struikelde van kwaadheid bijna over de katrollen, ze had een brief gekregen van een andre koningin uit 't land ernaast, ze las hem voor. en kijk, wat stond er in? ..Mevrouw, uw man z'n baard is lang. maar dit zeg ik u nu: Mijn man z'n baard is langer nog dan die van die van U". Wat is dat: „die van die van u," zei koning Dagobert, hij was altijd een beetje suf, wanneer hij wakker werd) Hè! zei de koningin Ksantippe, echt weer iets voor jou D i e baard dus van die man bedoelt ze, zo, begrijp je 't nou? Van welke man, vroeg Dagobert, en liet zijn tenen wippen, Haar man z{in baard is langer dan de jouwe! riep Ksantippe. Nou en? -ei koning Dabobert, waarom zou dat niet mogen? Ze liegt het, zei de koningin, 't is allemaal gelogen, 'k zal hun een briefje schrijven om bij ons te komen eten, dan zullen we die baarden wel eens heel nauwkeurig meten. tP N Zondagavond was 't zover, precies om zeven uren toen kregen ze visite van de koninklijke buren, hij heette koning Godefried. zijn vrouw was Hildegaarde. en na de griesmeelpudding kwam het meten van de baarden. Een jonkheer met een ellemaat die knielde bij hen neer en mat ze voor de zekerheid wel twee-en-twintig keer, toen zei hij: Koning Dagobert en koning Godefried! Uio baarden zijn precies, precies gelijk, zoals u ziet. De koninginnen gingen heel teleurgesteld naar binnen ze hadden elk gehoopt, dat ze de wedstrijd zouden winnen. De koningen die bleven nog een poosje buiten zitten en hadden het uitvoerig over het probleem van klitten. Heb jij er ook zo'n hinder van? vroeg koning Godefried, O vreselijk, zei Dagobert. heus, erger kan het niet. Wat denk je dan, zei Godefried, wat denk je van de kapper? Dat lijkt me werkelijk een uitkomst, zei de ander dapper. pp N toen ze later binnen kwamen voor de thee met taartjes J-y toen hadden ze alleen nog hééééle kleine bakkebaardjes De koninginnen vielen flauw, meteen, op slag, als blokken, maar later op de dag zijn ze gelukkig bijgetrokken. Ze gaven allebei toen maar hun echtgenoot een zoen er was toch immers achteraf geen steek meer aan te doen. Maar toch is het wel jammer, want er zijn op deze aarde nu eenmaal niet meer zoveel van die hele lange baarden. ANNIE M. G. SCHMIDT Wit: E. Canal. Zwart: Dr O. Bernstein Weens 1. Kruisvuur van open vragen. 1 e2—e4. e7—e5; 2. Pbl—c3. Pj?8—f6; 3. Lfl—c4, Pb8c6; 4. d2—d3, LfS—b4; 5 Pgl«2. d7d5 (nu of nooit, omdat wit anders met 0—0 en f4 snel ten aan val kan tijgen), 6. e4xd5. Pf6xd5; 7. 0—0, Lc8c6. 8 Lc4xd5, Le6xd5; 9. f2—f4 (vol gens Canal weerlegging van 5. ...d5). 9e5xf4 (na 90—0; 10 f 5 moet zwart zich langzaam maar zeker laten aanvallen. Nu daarentegen komt Ld5 ln moeilijkheden). 10. Pe2xf4, Ld5—c6: 11. Pf4xe6. f7xe6; 12. Pc3—e4 (dez<? zet ver leent de verdere partij haar stempel. Menigeen zou met eerst 12. Dh5t. g6: 13. Dh3 op een snellere beslissing heb ben aangestuurd). 12. Lb4—e7; 13. Ddl—h5t. g7—g6; 14. Dh5—h3. Dd8—d7; 15. Lel—e3. 0-0-0. 16. Tal—el. e6—e5; 17. Dh3xd7t, Kc8xd7; 18. a2—a3. a7—a5. i I i i i i a a a f: I II. Dans der kwetsbaarheden. Met de beschikking over het allesbe heersende blokkecrveld c4. de open f-HJn, zomede enige doelwitten (waar onder enige die hij zich nog gaat ver schaffen) verricht Canal wonderen van strategische vaardigheid. 19. Le3h6. Kd7—e6: 20. Lh6—g5. Th&—f8; 21. Lg5xe7, Kc6xe7; 22. Pe£- g5. h7h6: 23. Pg5—f3. Td8—d5; 24. Tel—e4. T(8—f4; 25. Tfl—el, Tf4—e4; 26. Telxe4, Ke7—f6: 27. Te4—c4 (Inleiding van eventueel Kgl— f2—e3—e4. Zwart snelt op c7 te hulp om zijn paard te ontlasten). 27Kf6—e6; 28. Kgl—f2. Kc6d7; 29. Tc4h4 (nauwelijks is de (Advertentie LM.) Is hei geheim der sdioonheld. Duizenden vrouwen, die een nei ging hebben lof zwoor- lijvigheid, moken In hel buitenland sedert|oren gebruik van SveltPills <Burcbard> di krachtig wtrlindi, Illvina slaokhildidrogiM Zuiver plantaardig en volkoman onschadelijk, i ook bij longdurlg gebruik I Than* ook in Holland verkriixbaarl h> Apefltl ,n n0'OQlit«(T)#f> D«poh ALPHAA dom./an lgi|l*nitroaf 100 Voor maat 44 heeft U nodig 4 meter stof a 90 cm breed. De ach ter- en voorhals eerst met een schuin biesje afwerken Voorpand (2) in het midden 10 d 12 cm open houden. Voorpand (1) zover inrim- pelen totdat het even groot is als net overgebleven stukje van voor pand (2) De buitenkanten moeten dus gelijk komen. Men legt voor pand (1) en voorpand (2) met dc averechte kanten tegen elkaar en de bies met de goede kant op voor pand (1), daarna slikken en de bies op voorpand (2) overzomen Hierna wordt de bies plat geregen, zodat de naad onder in het midden valt. De mouw wordt met een schuin biesje afgewerkt en de zijnaden worden dichtgestikt De voor- en achterbanen aan de zijbanen naaien en de plooien er in rijgen. Er is dus geen zijnaad. De rok inrimpe- len Bovenlijfje en rok aan elkaar zetten. Afgehaald aan ons kantoor be draagt de prjjs van dit patroon slechts 35 cent. Franco toezending per post is eveneens mogcl\jk. De prijs bedraagt dan 50 ct. Bij toezen ding per post gelieve U ons een postwissel te doen toekomen van 50 cent met vermelding welke maat ge wenst wordt. P)E oude heer Pikiran (hij voelt ^zich de laatste dag niet zogoed, we weten met wat het is) kreeg dezer dagen een briefje van Joost Dribbel, een achterneefje van wie hij jaren niets had gehoord. We ge loven dat onze puzzelaars niet eens wisten, dat die jongeman bestónd. Maar hij bestaat wel degelijk, en zijn briefje luidde aldus: Avota jnd Ligdqrj, hao rcaupzk- xatwg hj deqn mzat rzq ka zkzjvj. Hao hj dep bhiknqhlvn vwi cv Otexgkene idxanpddereamszc nab- depiaiupbejqdvnteb. T naep rdc sawmq ek zvs daud gqzvgd ijab rzqnargo. Pikiran snapte, net als u natuur lijk. dat er geheimschrift in het spel was. Hij ging in de leunstoel bij het raam (in een bleek zonnetje) tiard zitten nadenken. En hij is er uit ge komen. Hij heeft ontdekt, en nu moet u even bijster goed opletten, beste puzzelaars en beminnelijke puzzela- ressen, dat het briefje moet worden opgelost door onder de gegeven let ters steeds weer de cijfers van één en hetzelfde getal van zes cijfers te plaatsen. Voor elke eenheid dooreen bepaald cijfer uitgedrukt moet u, inplaats van de letter die erboven staat, een letter nemen die één plaats verderop in het alfabet staat. In het cijfer 3 dan drie plaatsen verder, bij 8 acht plaatsen enzo voort. Pikiran heeft het u nog duidelijk willen maken met een voorbeeld. Laat ons eens aannemen, dat het sleutelgetal 138902 is, dan krijgen we voor de eerste drie woorden: Avota jnd Ligdqrj 13890 213 8902138 Bywca log Trgfrur Begrijpt u wel! De A wordt (één plaats verder) een B, de v wordt (drie plaatsen verder) een y. enzo voort. De letter ij en y worden als dezelfde gerekend. Afkortingen ko men in het briefje niet voor. Gevraagd wordt: wat is de inhoud van het briefje en welk is het sleu telgetal. dat tevens een bekend giro nummer aangeeft? Dit zijn de loketten van oude Bart Het staat vast. dat Bart Sparen donk de volgende loketten huurde: 12. 27. 29. 36. 42. 43. 45. 46. 57 en 63. Voor het plaatselijk ziekenhuis dus zeven aandelen, drie voor de liefdadige instelling. Er waren zeven oplossingen. koning naar dc damevleugel gelokt of de konlngsvleugel wordt verder ver zwakt). 29.... h6—h5: 30. b7b5; 31. Kf2e3. Kd7—e6; 32. a3—a4 (en ook de damevleugel). 32Pc6—e7; 33. a4xb5. Pc7—f51. 34. Ke3—<12, Td5xb5; 35. d3— d4. III. Eerste gewin: Kattengespin. 35Tb5xb2; 36. Te4xe5t. Ke6—f6; 37. Te5xa5, g6—g5; 38. Kd2—d3. g5—g4; 39. Pf3d2, c7c8; 40. Ta5—c5. Tb2—b6; 41. Pd2—c4, Tb6a6; 42. Pc4—a5. Pf5— e7; 43. g2—g3 (niet 43. Th5: Pd3). 43. Kf6gfi; 44. Tc5—e5, Pe7—f5; 45. Kd3c4. Pf5d6t; 46. Ke4—f4, Pd6—b5; 47. Pa5—b3; Pb5—c7; 48. Te5—g5t. Kg6 h6. IV. In het hol van de leeuw. 49. Kf4—f5. c6—c5; 50. Pb3xc5. Ta6— d6; 51. Pc5e4. Td6—d5t: 52. Kf5—f6. Pc7e8t; 53. Kf6—f7. Pe8—d6t; 54. Kf7— e6. Td5xd4; 55. Tg5—d5. Td4xe4t; 56. Kc€xd6. Te4—c2. V. Marche triomphale. 57. c2c4. Te2xh2; 58. c4—c5. h5—h4; 59. g3xh4. Th2xh4; 60. c5c6. g4—g3; 61. c6c7, Th4c4; 62. Td5—d3. g3—g2: 63. Td3—h3. Kh6g5; 64. Th3—g3t. Kg5— f6: 65. Tg3xg2, Tc4—d4t; 66. Kd6—c5. Td4dl; 67. Tg2c2, zwart geeft het op. Voorwaar een kabinetstuk, van te meer waarde omdat het slachtoffer een groot meester ls. vermaard om zijn verdedi gende kracht. Vergeef de kritiek maar het ware onrecht U te verhelen dat zwart met 56. Tc4 (Inplaats van 56Te2). 57. Tc5, Td4t respectievelijk 57. Td2. h4 re mise had kunnen bereiken. LOD. PRINS. Pensioen voor weduwen van KNIL-militairen in Indonesië DJAKARTA. Het parlements lid Schmitz van de Partai Katho- lik heeft aan de regering vragen gesteld in verband met de wedu wen van KNL-militairen. In de vragen wordt gesteld dat deze vrouwen zeer vaak van geboorte Indonesische staatsburgers door hun huwelijk Nederlandsen zijn geworden en onder de Nederlandse garantiewet een pensioen krijgen uitgekeerd. Indien zij echter nu de nationaliteit van hun vaderland willen terugkrijgen (hetgeen juri disch mogelijk is), vervalt daar mee hun posten, waardoor zij vaak met hun kinderen zonder inkom sten geraken. In de vragen wordt aangedrongen op een regeling voor dit probleem. Post voor opvarenden van „Willem van der Zaan" DEN HAAG. Brieven uit Ne derland voor opvarenden van Hr. Ms. mjjnenlegger „Willem van der Zaan", welk schip Vrijdag uit Nieu- wediep naar de Nederlandse Antil len is vertrokken, kunnen, indien zij niet zwaarder zijn dan tien gr., worden gefrankeerd met tien cents. De adressering dient als volgt te geschieden: rang of kwaliteit, naam, marinenummer; aan boord van Hr. Ms „Willem van der Zaan", Am- sterdam-Schiphol-Marine. door Luduiig Bemelmans 38 „Nee, we kunnen er geen negerin van maken, die bang voor spoken *s"boorde hij buiten in de hall. Hij ging naar de deur en zag op nieuw de scène van „dc man die Hack door de gang sleept". „We moeten hier over een moei lijkheid heen. Een toevallige samen loop van omstandigheden teveel", zei Hack. „Vanya zal een toevallig heid in een film nemen en mis schien wel twee. maar drie. dat is teveel. Verder is alles prima." „In elk geval" zei de ander, „las sen we hier een lied in. Je begrijpt toch wel wat er gebeurt als hij in die scène praat. Het publiek zal de stoelen uit het theater rukken „De enige manier waarop je het kunt oplossen is met een lied. Mu ziek kalmeert de wildste kerel. We maken er een romantische scène van", zei Hack. „Ik ben 't er volkomen mee eens", zei de ander. „Goed zo. Het liefdeslied wordt hier in gelast. Daar zal ik voor vechten." Ze kwamen bij de fontein en Hack bleef staan om te drinken. Toen gingen de schrijvers verder de hall in. „Meneer Mumm". zei de secreta resse, uit haar kleine kantoortje komend, „de secretaresse van me neer Vashvily is aan de telefoon. Ze wil weten of het u schikt om even boven te komen en een paar minuten met hem te praten." „Nu?", vroeg Mumm en kreeg een gevoel dat hij sinds hij van school was niet meer had gehad. „Ja, nu", zei de secretaresse. „Me neer Vashvily gaat voor zijn rust kuur naar Palm Springs en hij wil U spreken voor hij weggaat." Mumm bleef bij het fonteintje om te drinken in de hall staan, of schoon hij een thermosfles en een glas in zijn werkkamer had. Toen ging hij naar het kantoor van de producer. Vashvily stond in een zijkamer tje waar hy een miniatuur heren- kledingzaakje had. Terwijl hij praat te verscheen hij eerst in een gloed nieuw overhemd, dat hij half aan had. Toen. met een verzameling dassen, waaruit hij diegene koos, die het beste by zijn jasje paste. Terwijl hy in en uit liep zei hij, dat hij alleen maar wilde weten hoe Ludlow Mumm het maakte Vashvily's secretaresse pakte voor hem en deed papieren, waaronder een exemplaar van „Wil je met me trouwen?" in zijn actetas en Vash vily zette in een paar woorden uit een hoe hij de heldin zag. Tenslotte kwam hij zijn winkel uit. voelde in al zijn zakken en zei: „Ik geloof, dat ik alles by me heb." Hij liep de kamer uit met Mumm aan zijn zyde en zei buiten het kan toor vaarwel. Een chauffeur droeg zyn bagage en rende voor hem uit om de glimmende verchroomde deur open te houden. Een ogenblik bleef Mumm staan een beetje verward kijkend naar de zilveren lichtflitsen, die door de gang schoten, toen de deur heen cn weer zwaaide, door een energieke duw van de chauffeur in beweging gebracht. Toen liep hy naar het raam en zag hoe Vashvily vertrok in een zwarte limousine die net zo groot was als een lijkwagen, en tenslotte liep hij naar het fonteintje, dronk, zoals alle nerveuze schryvers doen. cn liep toen de gemeenschappelijke badkamer van het gewone personeel binnen, waar hij zijn gezicht met water bette en in een van de drie spiegels aan de muur keek alsof die hem kon vertellen, waarom hij hier was. Hij dacht aan alle dingen die hy wou dat men hem vertelde en aan alle vragen, die hij voor Vash vily klaar had gehad. Hij sleepte zichzelf terug in zijn werkkamer. Hy draaide zijn stoel om en keek naar buiten. De tuinman beneden was klaar met het snoeien van de bomen en was bezig zijn maaima- chine te olién. Boven in de lucht vloog een passagiersvliegtuig. De piloot van het vliegtuig liet de wielen uitpompen voor de lan ding. Moses Fable, die in het vlieg tuig zat, keek naar beneden op zijn studio, terwyl hij zijn veiligheids riemen vastmaakte. Hij maakte in gedachten een aantekening, om met Ludlow Mumm te gaan praten, zo dra hij ter plaatse was. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 7