Om griezelverhalen te vertellen
hoef je heus geen held te zijn
Probeer het eens; hier is
een voorbeeld
ZO MAAR EEN KRUISWOORD
ivaarin een vod en een
visje even lang blijken
Uit de toverhoed
der schakers
m a
.Eenster wordt
geboren"
;.n: 11 Augustir 1951
7
Laat vooral niemand
een grapje maken!
OM de een of andere reden
zijn een hele massa men
sen bang in donker. Waarom
weten ze zelf niet, maar het
is zo. En jongens en meisjes
maken daar geen uitzondering
op. De meeste jongens hóuden
zich reuze flink („Ik bang?
Tóé nou!!!), maar hun hartje
slaat een paar maten sneller.
Meisjes zijn op dat punt eerlij
ker geloof ik. Die verklaren
meestal ronduit, dat ze het
„eng" vinden. En toch toch
is mijn ervaring, dat een hele
boel jongeren gek zijn op grie
zelige verhalen, verteld in het
half-schemer of zelfs in het
donker, alsals ze met een
hele groep samen zijn!!
Ik weet tenminste wel, dat onze
groep geen week-end. of kamp kon
hebben of altijd was er het spook
verhaal. We gingen niet rustig sla
pen als wc geen woest-griezelige
historie hadden gehoord! 't Is gek.
maar het is waar. Het liefst moest
het verteld worden als we allemaal
in de tent lagen, of op de zolder
van de boerderij, waar we stiekum
dieper in het hooi konden kruipen
als het él te griezelig werd!
Nou moet ik eerlijk zijn: ik ben
ook helemaal niet zo'n held. Ik
fiets liever een stukkie om dan een
eind over een donker weggetje te
hobbelen. Maar toch heb ik heel
wat spookverhalen uit mijn duimen
gezogen. En het is leuk werk om ze
te vertellen. Je moet het beslist
eens proberen. Het kan helemaal
geen kwaad, het scherpt je fantasie
en niemand zal het je kwalijk ne
men als je ze op een gegeven mo
ment aan het schrikken maakt. Pro
beer het maar eens met een groep
je van school, of club. of thuis.
Het moet natuurlijk wat duister zijn.
Zullen we het samen eens probe-
ren? Goed.
Daar zit dus je gehoor. Ja ja. ze
moeten zitten. Jij staat. En ze moe
ten net je schaduw kunnen zien.
Mooi. Nou begin je. Je staat rustig,
en vertelt ook kalm, neutraal. Je
moet proberen ..vat" op je publiek
te krijgen. Je moet ook geen enkele
opmerking van de toeschouwers toe
staan. Ze moeten doodstil zijn. En
je moet zelf ook geen grapjes ma
ken. Je moet helemaal naar de cli
max toesturen, zonder jezelf of de
anderen af te leiden. Afgesproken.
Wolk verhaal zullen we nemen? Oh.
wacht eens. Een van de klassieke
spookverhalen is dat van het gou
den beentje, 't Is geloof ik oor
spronkelijk van Edgar Allen Poe.
maar ik heb er al zóveel variaties
op gehoord! Goed. wij vertellen dus
het verhaal van het gouden beentje.
Je begint: „Er was eens een sul
tan in een ver Oosters land. Het
was een bijzonder rijke sultan, en
hij leefde erg gelukkig totdat
(nou wacht je even) totdat.... het
ongeluk gebeurde." Dat vertel je
gewoon, wat langzaam. Ik zal nou
e\en een stukje in telegramslijl op
schrijven. dan kun je zelf de rest
wel bedenken.
Sultan kreeg ongeluk, brak been,
was eerst hopeloos, maar zijn broer
(was chirurg) opereerde hem en
zette góüden beentje in. Resultaat:
een paar maanden later liep hij
weer als Wim Slijkhuis. Een paar
jaar later overleed de sultan. Ai,
dacht de broer-chirurg, dat ts toch
eigenlijk zonde van dat gouden
beentje, en in een onbewaakt ogen
blik stal de harteloze broer dat
kostbare stuk metaal. Niemand had
het gezien. Niemand."
En nou. beste vertellers, nou moe
ten jullie je stem wat dempen en
een beetje voorover gaan staan.
..Nee. niemand had het gezien", zeg
je zachtjes, ..en toch. toch"., en je
steekt je vinger op.. ..Toch schrok
de broer een weck later wakker.
Hij keek op zijn wekker Het was
twee minuten voor twaalf. En toen
hoorde hij buiten iemand aankomen.
Iemand die niet helemaal goed kon
lopen. Nét (even wachten) ja, nét
als. de sultan. Hij luisterde.. Ja,
de stappen kwamen dichterbij. Nou
was het stil. Wat was dat.. Het
tuinhekje ging piepend open.. Stap
pen op het grint De broer zat
rechtop in bed. Wat was dat? Wat
betekende dat? Hij hoorde duidelijk
een sleutel in het slot steken.
Ticaalf uur
Wat moest hij doen' Hij wilde uit
bed springen, maar hij durfde niet.
Op dat moment sloeg de torenklok.
Twaalf uur. Toen het stil werd.,
blééf het stil. De geheimzinnige fi
guur was verdwenen.." Zo. Nou
weer even wachten. En dan weer
hoger beginnen: „de volgende avond
ging de broer wat zenuwachtig naar
bed. Zou de figuur terugkomen?
Zou hij weer die vreemde geluiden
horen?" De rest moet je dan maar
zelf uitwerken. Het gaat precies als
de eerste avond. Weer de stappen,
het tuinhekje, het grint, de voor
deur, maar nu komt er bij, dat de
voordeur opengaat en de stappen
in de gang klinken. Dan slaat het
twaalf uur. En de avond daarop
komen de stappen de trap al op. En
24 uur later klinken de stappen op
de overloop.
Denk eraan: steeds dezelfde woor
den gebruiken: het moet bijna een
tonig worden. Maar je moet telkens
als je aan een nieuwe avond be
gint wat hoog beginnen en dan het
stuk wat je al eens gehad hebt wat
snel afhandelen. Mooi. Nou komt het
slot. Het „spook" is dus al op de
overloop geweest; de volgende nacht
gaat de deur open (klokslag!), de
nacht daarna komt een gestalte de
slaapkamer binnen, komt langzaam
op de boef toe en zegt.. Dan slaat
de klok. en dc gestalte is verdwe
nen. Dan de laatste keer: de ge
stalte komt de slaapkamer binnen,
komt dichterbij (nu fluisteren'), heft
de vinger op. kijkt fonketend naar
de man op bed en zegt dan., (héél
zacht) dat gouden beentje., (wach
ten; dan schrééuwen): DAT HEB
JIJ En als je daarbij dan nog
keihard op de grond trapt, of op
iemand toespringt, dan garandeer ik
je dat je succes hebt
Maar je moet het verhaal dui
delijk voor ogen zien. Niet van bui
ten leren. maar zelf je woorden for
muleren. En dan precies op je doel
afsturen: dus spanning verwekken.
steeds zachter gaan praten en dan
ineens verschrikkelijk uitschieten. Ik
heb dit verhaal wel tien keer ge
hoord en wel twintig maal verteld,
maar altijd weer was het succes
groot.
Probeer het ook eens. Bedenk zelf
eens een ander verhaal als je kunt.
maar maak het niet tè bont. En
vertel het dan maar eens aan je
vader en moeder, of aan je clubge
noten. Je zult vast wel de een of
ander even een koude schrik be
zorgen. maar natuurlijk kan ieder
normaal mens daartegen. Maar als
er óóit iemand kwaad mocht wor
den om jouw spookverhaal, zeg dan
maar niet dat je het geleerd hebt
van
GABRI DE WAGT
Alles is mogelijk
Een zeven en dertige jarige
Fransman, die doofstom en blind
is, heeft met goed gevolg eind
examen van de H.B.S. afgelegd en
gaat nu aan de Universiteit stude
ren. Verschillende geleerden den
ken dat hij het heel ver zal bren
gen, want alles wat de mens die
hoort, spreekt en ziet. van werken
weerhoudt, zal hem steeds vreemd
blijven.
Weldoener voor kinderen
De heer Vincent Auriol. presi
dent van de Franse republiek, heeft
aan Frangois Zmachtens de orde
van het ..Legion d'Honneur" (Le
gioen van Eer) overhandigd, om
dat deze man vroeger en nu nog,
aan meer dan zestig kinderen een
prettig thuis heeft geboden. Frangois
is een eenvoudige arbeider in de
metaalindustrie, maar terwijl zijn
handen werkten, is zijn hart steeds
bij de ongelukkige jeugd geweest.
Zo heeft hij dan ook de voogdijschap
over meerdere verlaten jongens en
meisjes aanvaard en deze zelf op
gevoed. Nu is hij oud. Francois
Zmachtens, en bijna geheel blind.
Maar nog heeft hij een zevental
kinderen onder zijn hoede, die hij
van zijn spaarduitjes laat leren en
die de Staat dus niets kosten. Dat
is dan ook de reden geweest waar
om Vincent Auriol hem persoonlijk
deze onderscheiding heeft overhan
digd en er tevens de ..Prix Vie et
Bonté" (Prijs van Leven en Goed
heid) bij heeft gevoegd. Vele van
zijn kinderen waren bij deze ont
roerende plechtigheid aanwezig.
Als de wereld maar wat meer
Francois Zmachtens zou tellen, dan
zouden er heel spoedig hoe goed
zij ook mogen zijn heel wat
weeshuizen en andere inrichtingen
opgeheven kunnen worden.
Een vis als een baby
Een Canadees wetenschappelijke
heeft een vis ontdekt die zoentjes
geeft. De Franse naam voor het
dier is „Gourami", maar de diction-
naire die ik bij de hand heb. geeft
helaas voor dit woord geen Neder
landse vertaling. De vis is zalm
kleurig cn is in het bezit van echte
lippen. Hij zoent niet alleen soort
genoten, maar ook iedereen en alles
wat onder zijn bereik komt. Dus
opgepast als je gaat zwemmen,
wanneer die „gourami" tenminste
ook de Noordzee bezoekt
Matroos Tittie had een Idee.
„Zouden we geen inboorling kun
nen vinden, aie ze brengt in een
roeiboot?" zei zij.
Jan keek naar binnen in het
botenhuis naar de grote roeiboot
die aan de boerderij behoorde. Hij
J'ist, omdat ze dat stilletjes had
den afgesproken, dat moeder hun
£oor de avond een bezoek zou
brengen om te zien of alles in orde
)vas. Hij wist ook. dat er afgespro
ken was, dat mijnheer Jackson
baar er heen zou roeien. Een bete
re inboorling dan mijnheer Jackson
«on je je moeilijk voorstellen.
Moeder en juf met Vicky bij
zich kwamen over het veld naar
hen toe. Jan ging hen tegemoet.
Zij spraken af. dat de inboorlingen
de strozakken in een roeiboot zou
den brengen.
„Weet je zeker dat je niets ver
geten hebt?" vroeg moeder, terwijl
zij van de pier in de volgeladen
Zwaluw keek. „Het gebeurt maar
zelden dat mensen een lange reis
gaan maken zonder dat ze iets ver
geter»
...Wij hebben alles wat er op de
"jst stond," zei stuurman Suze.
'•Alles?'' zei moeder.
„Moeder, wat houd je daar ach-
*er je rug?" vroeg Tittie en moe-
au een pa^ luci'ers zien.
„Allemensenzei Jan. „we zou-
cen nooit een vuur hebben kun-
eIl..aansteken zonder lucifers."
U namen afscheid op de pier.
„Als jullie klaar zijn, kun je
beter gaan," zei moeder.
„Vooruit dan. stuurman." zei ka
pitein Jan.
„Alle hens aan boord," riep stuur
man Suze.
Rutger nam zijn plaats op de
voorplecht in. Tittie ging op de
middenbank zitten. Jan haakte de
gaffel aan de loopkat vast en hees
het kleine bruine zeil en maakte
de val vast. De vlag van Tittie
wapperde al op de mast. Tittie had
hem zelf gehesen zodra zij na het
ontbijt de mast overeind gezet had
den. Jan ging aan het roer zitten.
Suze trok de boom omlaag tot het
zeil glad stond en bond toen ook
het touw vast.
Er stond een zwakke noordwes
ten wind. Moeder hield het eind
van de lijn vast en toen het kleina
zeil bol begon te staan, gooide zij
het Rutger toe, die het oprolde en
onder zijn voeten wegstopte. Heel
langzaam gleed de Zwaluw van de
pier vandaan.
„Dag moeder. Dag Vicky. Dag
juf!"
„Dag. goede reis!" klonk het van
de pier.
Moeder zwaaide met haar zak
doek. Juf ook en Vicky wuifde met
een dik handje.
De bemanning van de „Zwaluw"
zwaaide terug.
..Een hoeraatje voor de achter
blijvers." riep kapitein Jan.
Zij schreeuwden hoera.
(Wordt vervolgd).
De prins van Hoedeli Doedeli Douw
DE prins van Hoedeli Doedeli Douw,
wist niet met wie hij trouwen zou;
hij hield van o, een héle ris prinsessen.
Hoe moest dat nou, hoe moest dat nou?
Men trouwt gewoonlijk met één vrouw,
en kijk, daar stonden ze dan met hun zessen.
De prins zei zuchtend: Asjeblief.
Ik vind ze allemaal even lief,
ik denk dat ik met alle zes ga trouwen.
Maar de ministers om hem heen
die schudden allemaal van neen
en zeiden dat ze dat beslist niet wouen.
De prins van Hoedeli Doedeli Douw
zei: wel, dan denk ik, dat ik trouw
met wie het beste appeltjes kan stoven.
Zet hier dus maar een gasfornuis
en haal wat appeltjes in huis
en laat de zes prinsessen dan maar boven.
IV OU, de prinsessen kwamen hoor'.
1 Ze deden zijden schorten voor,
daar stonden ze en toen ging het gebeuren
't werd appelmoes en appelvla
en appeletaart en appelesla
de prins zat hard te proeven en te keuren.
Hij at een heel mud appels op.
Toen werd hij bleek en hield hij stop
en later moest hij worden weggedragen.
Hij wuifde nog eens met zijn hand,
toen kroop hij in zijn ledikant
en dat was 't laatste, tvat ze van hem zagen.
Hij kan geen appeltjes meer zien!
En geen prinsessen bovendien.
En daarom heeft hij nóg geen vrouw
de Prins van Hoedeli Doedeli Douw.
ANNIE M. G. SCHMIDT.
Dit wordt leuk
Les in Luchtvaart
op school
(Van een onzer verslaggeefsters)
Jullie herinnert je ongetwijfeld
nog de P.T.T.-tentoonstelling, die
in alle grote plaatsen langs de
scholen reisde. Zo'n tentoonstelling
komt er nu ook over luchtvaart
In 't museum van onderwijs in<
Den Haag hebben ze de opgezette
vogels en schelpen voor een poos
opzij gezet en daar zijn ze nu be
zig met timmeren en tekenen en
schilderen.
In September wordt de tentoon
stelling in Den Haag geopend. De
kinderen komen er klassegewijs
langs en kunnen dan zien, hoe het
komt, dat een vliegtuig kan vlie
gen, hoe het in grote trekken in
elkander zit. Dat zie je niet zo
één, twee, drie, er is dan ook uit
leg bij, en het wordt een soort
les van anderhalf uur.
Op de tweede les zie je, wat je
zelf later in de luchtvaart zou
kunnen worden en hoe. Je ziet
dus hoe je vlieger wordt of boord
mecanicien en de meisjes, hoe ze
stewardess worden; je hoort dan
ook, hoeveel de opleiding kost en
wat je er later mee verdient.
De volgende keer kun je precies
zien, hoe Schiphol werkt. Je ziet.
hoe het verkeer in de lucht wordt
geregeld. Alles is uitgebeeld, soms
•met films, soms met maquettes,
poppetjes en allerlei platen. Je
zult in een echte vliegtuigcockpit
kunnen zitten en alles horen en
zien, wat de vlieger hoort en ziet
als hij in de mist vliegt.
ARTHUR
RAMSOME
Uit het Engels vertaald
Horizontaal: 1. vernis-
soort. 3. uitspraak, 8. be
teuterd. 10. afloop, 11. mi
nisterie (afkorting). 12. in-
sectendodend middel. 14.
militair. 15. soort, 17. gra
fisch product. 18. door-
tochtgeld. 19. sneeuw-
schaats. 21. indien. 24. af
gemat. 26. lijdelijk toezien.
28. dwaalster, 30. vocht in
de lever. 31. spoedig. 33.
duizend kilo. 34. zangnoot,
35. voertuig. 36. landbouw
werktuig. 37. huid: 39.
tocht. 40. bron. 42. roofvo
gel, 44. aequator. 46 vod.
47. voorzetsel. 49. meisjes
naam. 50. ik (Latijn). 53.
slaapplaats. 54. toespijs. 55.
gestalte. 57. beker. 59. wis
selborgtocht. GO. baken. 61.
Aziatische munt. 62. Bede
vaartplaats. 63. alarmteken.
Verticaal: 1 lichaams
deel. 2. aaneenschakeling,
3. gewicht. 4. mondwater.
5. zuidvrucht. 6. plaats in
Noord-Holland 7. bewoner
van een Baltisch land. 8.
vloeien. 9. visje. 13. tien.
16. lelieachtige sierplant.
19. schoeisel. 20. genees
middel. 21. Pyrencsc repu
bliek. 22. kleine vlekken,
23. deurklecd. 25. meubel
stuk. 27. zitting. 29. uitno
digen. 32. meetlat. 37. zin
ken. 38. metaalverbinding.
40. bindend voorschrift 41.
verkwikking. 43. eindpunt.
45. beroemde opera, 48.
bloem. 51. alleenzang, 52.
omhulsel. 54. zoogdier. 55.
remwerktuig. 56. rijpaard.
58. bergweg.
OPLOSSING KRUISWOORD
RAADSEL
Horizontaal: 1. piano, 4. pas. 7.
rebel. 10. knaapje. 11. edele. 12 sla,
13. innon, 14. smal. 16. Beets, 19.
code. 21. portaal. 23. staart. 25. pi
raat. 28. aai. 29. aga, 30. ido, 31.
streep, 33. patser. 34. kaarten. 37.
eelt, 39. dreun. 40. lama, 45. porto,
46. een. 48. metro, 49. mispels. 50.
niets. 51. ten. 52. tarra.
Verticaal: 1. poets. 2. arena, 3.
oker, 4. passer. 5. aal. 6. Sparta.
7. rein. 8. banjo 9 lengte, 15. mu
tatie, 16. bot, 17. etagère, 18. sap,
o -'oeom. 21. preek 22. liaan 23.
sas, 24. air. 26. ais. 27. tor, 32. pad.
33. pen. 35 arrest. 36. turnen. 37 es
pen. 38 larie, 41 aster, 42. aroma.
43. soms. 44. Ernst. 47. Epe.
MEN spreek soms over schaak-
professionals alsof tournooien
waaraan zij deelnemen hun meer
plegen op te leveren dan de kos
ten aan hun medewerking verbon
den. Vergis U niet: ten eerste is
schaken geen schouwspel dat door
publiek wordt gefinancierd en ten
tweede betoont het schaakleven
meer dan andere organisaties een
afkeer van de erkenning, dat het
op zijn voormannen parasiteert als
het hun telkens weer tijd en ener
gie om niet beschikbaar laat stel
len.
Er zijn uitzonderingen zoals het
Wereldschaaktournooi-1950 te Am
sterdam, het Engelse ecuwgedenk-
tournooi in Juli j.l. en de recente
wedstrijd in New York, maar hoe
betrekkelijk bescheiden de be
schikbare bronnen ook daar zijn
geweest blijkt bijvoorbeeld uit het
opzien dat een inzet van honderd
pond baarde in de Engelse wed
strijd hierboven genoemd.
Matanovic, een snel opgekomen
jonge Joegoslavische schaker, had
door Rossolimo te verslaan (en hij
deed dat bijna) de tweede tot vijf
de plaats met Pirc. Stahlberg en
Trifunovic kunnen delen en werd
door te verliezen plaatsgenoot
(58) van Alexander, Unzicker
en zijn overwinnaar.
Wit: A. Matanovic. Zwart: N Ros
solimo.
Spaans
1. e2e4. e7c5; 2 Pgl—f3. Pb8—
c6: 3. L£1b5. a7a6; 4. Lb5—a4.
Pg8—f6; 5. 0—0. Lf8e7; 6. Tfl—el.
b7b5; 7. La4b3, d7—d6; 8 c2—c3.
Lc8g4 (de greep waarin zwart na 8.
0O. 9 h3 geraakt ls al lang niet
meer aanlokkelijk, maar dadelijk 8.
Lg4 zal het probleem ook wel niet op
lossen); 9. h2h3. Lg4—h5: 10. d2—
d3. h7h6; 11. p2—g4 (voordat zwart
met g7g5 tot de aanval overgaat); 11
Lh5—g6: 12. Pf3h4. Dd8—d7;
13. Ddl£3, Pc6a5; 14. Lb3—c2.
Pf6h7; 15. Ph4—£3. Lc7£6; 16.
Pbl—d2 (het cliché 16 a4 ls hier we
gens 16 b4. 17 cb4Pc6 van wei
nig kracht). 16.... hGh5; 17 Pd2
£1. (17. gh5 dan natuurlijk 17. Pg5).
17. höxg4. 18. D£3xg 1, (vergelijk
mét 18 hg4 K£8 gevolgd door Pg3>,
18Ph7—£8 19. Pfl—g3. Pa3—e6.
20. a2a4 (wit maakt geen goed ge
bruik van het terrelnvoordcel dat hij
zo bedachtzaam heeft opgebouwd.
Voortgezette bedachtzaamheid. 20 I,e3
en dan Tadl. dl etc. was het parool'.
20Ta8b8 (niet 20. b4 wegens
21. a5 en La4). 21. a4xb5. a6xb5; 22.
Tal—a6 (wat hij daar hoopte tc berei
ken ls niet duidelijk. De pas naar d3d4
heeft hij zich vooreerst afgesneden). 22.
P£8e6. 23. b2—bl. Kc8—£8. 21.
Lc2b3 (slecht staat wit geenszins
maar de samenwerking tussen zijn stuk
ken ontbreek). 21. Pc6dB (ook
zwart verzuimt de nodige doclvastheld
welke hier bestond in 24. P£4. 23.
L£4e£426. D£4 Lc3 Vermoede
lijk vreesde Rossolimo dan 27. Tc6:,
Lel niet 27. DcG 28: Dc! be
nevens Ld5 28 Pd4. Kg8. 29 Del
etc., maar ten onrechte). 25.d3d4!
(liever een pion offeren dan Pf4 nu nog
toelaten), 25c5xd4. 26. £214,
d4xc3. 27 e4e5. d6xc5; 28 f4xo5,
L£6e7. 29. Tel—dl. Dd7—e8. 30.
Tdl—fl. (dreigt tweemaal nemen op
e6). 30Tb8b6, 31 Tabxb6. Lg6x
£5. (na 31. cb6:. 32. Pc7 Ke7:. 33.
LgSt zou de koning het vrije veld ln
zlJn gejaagd). 32 Pg3xf3 (dit gedeel
te zit vol strikken 32. D£5:, cb6 33.
Le6:. Pe6:. 34. DeC Lc5t). 32
c7xb6. 33. Tfl—f3 (onnodig te zeggen
Hogeschool voor kunst in
Indonesië?
DJAKARTA. Bjj besluit van
dc minister van Opvoeding, Onder
wijs en Cultuur is een commissie
ingesteld voor de bestudering van
de mogelijkheid voor de oprich
ting van een hogeschool voor de
kunst. Indien het onderzoek gun
stige resultaten oplevert, zal de
commissie worden belast met de
opstelling van het volledige plan
voor de oprichting van deze school
Verder is bij besluit van dezelfde
minister een landsbibliotheck voor
Midden-Java opgericht, met het
doel om boeken, tiidschriften en
dergelijke ter beschikking te stel
len van regeringsinstanties en par
ticuliere instellingen.
Zuivere huid
zacht, soepel, gaaf cn gezond.
Purol doet wonderen. Dons -iQ cc.
dat ditmaal 33. Pe7- met 33Dc7:
had kunnen worden beantwoord omdat
er dan geen loper op g6 „hangt"), 33.
De8—c6. 34. T£3—g3. g7—g6; 35.
P£3xe7. K£8xc7; 36. Lel— g5t. Kc7—
cR (36Pg5 dant 37. Dg5:t. Ke8.
28. e6 enz.) 37. Lg5—£6. Th8—h5. 38.
Dg4—dl. Th5—£5. 39. Tg3—d3. DcG
c7; 40 Ddl—cl (nadat zwart zijn enige
kans op redding. 24 P£4. had verzuimd
heef! wit wonderen van slagviardig-
hcld gedemonstreerd. Weldra blijkt dat
hij die met 40. Dc2. T£6; 41 e£6:. Pf4
42 Tc3t had moeten trachten te bekro
nen). 40Pc6—£4. 41. Td3—e3. Pd8
eC; 42. Lb3—c2 (dc witte koning
heeft nergens een veilige wijkplaats cn
er dreigde Pg5o. 42. Pc6—d4
X
i I
A K
t| ffl
i A
A
43. Del—al (om do gevolgen van zijn
laatste fout. 40 Del. to ontgnnn be
dient wit zich van de ressource 43.
Pc2 44. Da8t. Kd7. 45 Td3f. Pd3 46.
Dd5t cn eeuwig schaak. Er volgt een
problematische weerlegging waarvoor
Rossolimo een uur en vijf minuten be
denktijd verbruikte). 43. PMc2f
44. Kglg2, Dc7-b7t. 45. Le2—c4.
Pd4—c2!l (het ls bijna niet te geloven
dat het paard pas met succes naar dit
veld knn gaan nadat dc witte loper cr
vandaan ls gelokt, Op 46 Tc2' zou nu
volgen 46. Dc4 47. Te4:. Pal., 48.
Tel. Pb3 enz.); 16. Lc4xb7, Pc2xc3f;
47. Kg2—hl. T£5—£lt; 43. Dalxfl,
Pe.IxfJ; 49. Pb7c6t, Ke8—£8. 50.
Lc6xb5. c3—c2 (nog sterker 50
Pfg3t, 51. Kh2, Po4, 52, Ld3. P£6 53.
efOPd4 enz). 51. L£6—g5. Pfl—g3t;
52 Khlg2, Pg3—c4; 63. Lg5—hGf.
K£8—c7 51 Lb5—d3 (er dreigde g5).
54c2clD; 3. LhGxcl, Pc2x
cl; 56 Ld3xe4. Pel—a2. 57. b4—b5.
Pa2—c3: 58. Le4—c6. Kc7—cG; 59.
Kg2—g3 (59. Lc8 dan 59 Pc3—d5
c7); 59Ko6xe3; 60. Lc6—c8.
Kc5c6; 61. Kg3—£4. Pc3—d5 62.
K£4g5. Pd5—c7; 63. Ke8—c6. Kc6—
e5; 64. h3—h4. Pc7—e6; GS. Kg5—g4.
Pc6d4 66. Lc6—c8. Kc5—e6. 67.
Kgl—M. Kc6—e7. wit geeft het op.
LOD. PRINS.
pESJü'^.-rjWr;! .IMTT: 1:5?«flf3!3T:R7.S :^i
door
I Ludn ig Bemelmans
Hij legde haar de weg uit. en
reed naar Beverly Hills, waar hij
allerlei etenswaren insloeg. Een
man kwam uit een zijweg en botste
bijna tegen CassarcI's wagen op,
maar ofschoon Cassard voor deze
ene keer in zijn rech: was. stopte
hij niet om ruzie maken, maar
glimlachte en reed verder.
Hij had de kap van de wagen
open. Het was Donderdag, en langs
de weg naar de zee stonden als
standbeelden de bedienden, die hun
vrije dag hadden op dc bus te
wachten. Hun gezichten waren
vijandig, vol rancune na een week
van ondergeschikt moeten zijn De
vrouwen droegen de afgedankte
hoeden van hun meesteressen, de
mannen onder wie Vashvily's
Walter met een gestolen sigaar in
zijn mond gluurden allemaal
naar Cassard. De lucht was bedekt,
maar Cassard glimlachte en floot
„Nu of nooit," dacht hij, en in
zijn fantasie regelde hij alle details
voor een romantische avond, die
hij met zorg van het begin tot het
eind had voorbereid.
Het kleine huisje was een uit
een rijtje, dat langs de Roosevelt
Highway naar het strand, een uur
buiten Hollywood, staat.
Cassard ontsloot de voordeur cn
bracht de proviand naar binnen.
Hij zette de koelkast aan. schakel
de de heetwaterboiler in en spreid
de verdere huishoudelijke talenten
ten toon door houtblokken ln 'ie
haard te stapelen, de stoelen te
verschuiven, linnengoed tevoor
schijn te halen en het tweeper
soonsbed op te maken Hij wist al-
1 'S te vinden. Hij veegde het terras
en na een uur was hij uitgeput en
warm. Hij viel op een bank neer
en luisterde een poosje naar de
golven en stond toen weer op om
zijn hoed en overjas en sjaal, die
hij bij het werk h. d aangehouden,
op te hangen. Hij rende naar bui
ten om zijn koffer uit de auto te
halen.
Hij was vervolgens druk met het
eten bezig, zette vlees en cham
pagne en boter en caviaar in de
koelkast. Hij schoof een pastei ln
de oven en pakte een fruitsla uit
en twee thermoflesscn met koffie.
De suiker borg hij in een kast, die
al vol blikjes stond.
Tenslotte deed Maurice zijn jasje
uit en begon kleine pasteitjes ln de
vorm van bootjes met caviaar te
vullen. De caviaar was een hele
zoute soort en er was een heleboel
van Belinda was er dol op. Hij
vulde een schaal met die caviaar-
bootjes en schijfje" citroen. Hij
haalde een mes tevoorschijn en
sneed de hardgekookte eieren.
De zon kwam tevoorschijn en de
zee werd groen van kleur. Uit zijn
koffer haalde Maurice een verscho
ten linnen broek tevoorschijn cn
een rood-wlt gestreept zoemans-
hemd met korte mouwen. Hij zette
een pet op zijn hoofd en trok lin
nen schoenen aan met touwzolcn.
Om zichzelf bijzonder aantrekkelijk
te maken knoopte hij een dunne
gekleurde doek om zijn hals.
Hij at twee van de caviaarboot-
jos cn liep de trap naar het strand
af met zwaaiende zeemanstred. Hij
ademde met diepe teugen de zee
lucht in en. vol verwachting van
dc dingen die komen gingen strek
te hij zich in de zon uit en sloeg
zichzelf hard op de borst. Hij glim
lachte tegen voorbijgaande kinde
ren.
Rusteloos stond hij weer op en
maakte figuren met zijn touwzolen
in het natte zand Hij kreeg be
langstelling in de verschillende
dingen, die de oceaan op het
strand werpt krabben en kwal
len en zeesterren en stukken hout.
door het schuren over het zand in
de meest verschillende vormen ge
slepen. Hij luisterde naar het
schreeuwen van de meeuwen en
keek naar de strandlopertjes, die
bedrijvig heen en weer renden met
de aanrollende en terugtrekkende
golven. Hij vond tenslotte een gro
te bos zeewier zeldzaam aan deze
kust. met gelatine groene blaadjes
Maurice Cassard keerde terug
naar het buisje en inspecteerde dc
badkamer Hij pakie een groot stuk
zeep uit. hing -chonc handdoeken
over het glazen rek. en kamde met
een natte kam het haar uit zijn
gezicht.
Zijn gezicht had meer kleur dan
gewoonlijk door de zee en de
wind en de zon. Hij liep de kleine
hulskamer weer binnen, ging voor
de piano zitten en sloeg een ac-
coord aan. maar elke toon was
ontstemd.
Hij glimlachte tegen de zee cn
wuifde naar de mensen in een vis
sersboot. Toen keek hij op zijn
horloge. Het was twee uur; toen
tien over twee; toen half drie Hij
ging nanr buiten cn keek de weg
af maar er was geen wagen te
zien. Hij belde Belinda's huis op
maar hij kreeg geen gehoor. Hij
ging op de divan liggen die naar
zand en zee rook en belde de stu
dio op
„Belinda." zei hij. „waar zit je?"
„Hier in de studio."
„Wat doe je in de studio?" vroeg
Maurice ongeduldig „Ik dacht,
dat de opnamen waren stopgezet."
..Maurice ze willen me niet laten
gaan. Zo willen .ïicmand weg laten
gaan Het is afschuwelijk
„Wie wil je niet weg laten
gaan?"
„Moses Fable, Hij heeft een big
gevonden
„Wat!" schreeuwde Cassard. „Wat
voor een big?"
„O, een lief klein biggetje. Hij is
net zo groot als Vuile Eddy."
„Maar dat ls verschrikkelijk."
„Mnak je maar niet ongerust,
want hij kan niet acteren. Ze kun
nen hem niet gebruiken," zei Be
linda.
„Waarom niet?"
„Omdat hij wit is. Ze maken hem
nu op in de hoop hem iwart te
krijnen. Je hebt geen idee. wat ik
uitsta—"
„Dat kan ik me voorstellen."
„Ze hebben al van alles gepro
beerd maar je ziet het altijd in de
schijnwerpers."
„Prachtig," zei Cassard.
„Ik heb me al drie keer moeten
verkleden vanmiddag omdat dat
zwart afgeeft. Ik heb zelfs al zwart
aan mijn handen en mijn gezicht."
„Blijf geduldig," zei Cassard ..Dit
zijn problemen,die alleen technici
verstaan
„Ja, dat weet Ik Maar ik vind
het zo akelig v .,r de big
.O. ze zijn gemeen en harteloos!"
zei Cassard ..Ik ben hie" /o alleen
Belinda. Kom zo gauw je kunt
„Zodra we dit achter de rug
hebbenzei Belinda, „wil ik naar
huis en naar bed
(Wordt vervolgd).