Om griezelverhalen te vertellen hoef je heus geen held te zijn Probeer het eens; hier is een voorbeeld ZO MAAR EEN KRUISWOORD ivaarin een vod en een visje even lang blijken Uit de toverhoed der schakers m a .Eenster wordt geboren" ;.n: 11 Augustir 1951 7 Laat vooral niemand een grapje maken! OM de een of andere reden zijn een hele massa men sen bang in donker. Waarom weten ze zelf niet, maar het is zo. En jongens en meisjes maken daar geen uitzondering op. De meeste jongens hóuden zich reuze flink („Ik bang? Tóé nou!!!), maar hun hartje slaat een paar maten sneller. Meisjes zijn op dat punt eerlij ker geloof ik. Die verklaren meestal ronduit, dat ze het „eng" vinden. En toch toch is mijn ervaring, dat een hele boel jongeren gek zijn op grie zelige verhalen, verteld in het half-schemer of zelfs in het donker, alsals ze met een hele groep samen zijn!! Ik weet tenminste wel, dat onze groep geen week-end. of kamp kon hebben of altijd was er het spook verhaal. We gingen niet rustig sla pen als wc geen woest-griezelige historie hadden gehoord! 't Is gek. maar het is waar. Het liefst moest het verteld worden als we allemaal in de tent lagen, of op de zolder van de boerderij, waar we stiekum dieper in het hooi konden kruipen als het él te griezelig werd! Nou moet ik eerlijk zijn: ik ben ook helemaal niet zo'n held. Ik fiets liever een stukkie om dan een eind over een donker weggetje te hobbelen. Maar toch heb ik heel wat spookverhalen uit mijn duimen gezogen. En het is leuk werk om ze te vertellen. Je moet het beslist eens proberen. Het kan helemaal geen kwaad, het scherpt je fantasie en niemand zal het je kwalijk ne men als je ze op een gegeven mo ment aan het schrikken maakt. Pro beer het maar eens met een groep je van school, of club. of thuis. Het moet natuurlijk wat duister zijn. Zullen we het samen eens probe- ren? Goed. Daar zit dus je gehoor. Ja ja. ze moeten zitten. Jij staat. En ze moe ten net je schaduw kunnen zien. Mooi. Nou begin je. Je staat rustig, en vertelt ook kalm, neutraal. Je moet proberen ..vat" op je publiek te krijgen. Je moet ook geen enkele opmerking van de toeschouwers toe staan. Ze moeten doodstil zijn. En je moet zelf ook geen grapjes ma ken. Je moet helemaal naar de cli max toesturen, zonder jezelf of de anderen af te leiden. Afgesproken. Wolk verhaal zullen we nemen? Oh. wacht eens. Een van de klassieke spookverhalen is dat van het gou den beentje, 't Is geloof ik oor spronkelijk van Edgar Allen Poe. maar ik heb er al zóveel variaties op gehoord! Goed. wij vertellen dus het verhaal van het gouden beentje. Je begint: „Er was eens een sul tan in een ver Oosters land. Het was een bijzonder rijke sultan, en hij leefde erg gelukkig totdat (nou wacht je even) totdat.... het ongeluk gebeurde." Dat vertel je gewoon, wat langzaam. Ik zal nou e\en een stukje in telegramslijl op schrijven. dan kun je zelf de rest wel bedenken. Sultan kreeg ongeluk, brak been, was eerst hopeloos, maar zijn broer (was chirurg) opereerde hem en zette góüden beentje in. Resultaat: een paar maanden later liep hij weer als Wim Slijkhuis. Een paar jaar later overleed de sultan. Ai, dacht de broer-chirurg, dat ts toch eigenlijk zonde van dat gouden beentje, en in een onbewaakt ogen blik stal de harteloze broer dat kostbare stuk metaal. Niemand had het gezien. Niemand." En nou. beste vertellers, nou moe ten jullie je stem wat dempen en een beetje voorover gaan staan. ..Nee. niemand had het gezien", zeg je zachtjes, ..en toch. toch"., en je steekt je vinger op.. ..Toch schrok de broer een weck later wakker. Hij keek op zijn wekker Het was twee minuten voor twaalf. En toen hoorde hij buiten iemand aankomen. Iemand die niet helemaal goed kon lopen. Nét (even wachten) ja, nét als. de sultan. Hij luisterde.. Ja, de stappen kwamen dichterbij. Nou was het stil. Wat was dat.. Het tuinhekje ging piepend open.. Stap pen op het grint De broer zat rechtop in bed. Wat was dat? Wat betekende dat? Hij hoorde duidelijk een sleutel in het slot steken. Ticaalf uur Wat moest hij doen' Hij wilde uit bed springen, maar hij durfde niet. Op dat moment sloeg de torenklok. Twaalf uur. Toen het stil werd., blééf het stil. De geheimzinnige fi guur was verdwenen.." Zo. Nou weer even wachten. En dan weer hoger beginnen: „de volgende avond ging de broer wat zenuwachtig naar bed. Zou de figuur terugkomen? Zou hij weer die vreemde geluiden horen?" De rest moet je dan maar zelf uitwerken. Het gaat precies als de eerste avond. Weer de stappen, het tuinhekje, het grint, de voor deur, maar nu komt er bij, dat de voordeur opengaat en de stappen in de gang klinken. Dan slaat het twaalf uur. En de avond daarop komen de stappen de trap al op. En 24 uur later klinken de stappen op de overloop. Denk eraan: steeds dezelfde woor den gebruiken: het moet bijna een tonig worden. Maar je moet telkens als je aan een nieuwe avond be gint wat hoog beginnen en dan het stuk wat je al eens gehad hebt wat snel afhandelen. Mooi. Nou komt het slot. Het „spook" is dus al op de overloop geweest; de volgende nacht gaat de deur open (klokslag!), de nacht daarna komt een gestalte de slaapkamer binnen, komt langzaam op de boef toe en zegt.. Dan slaat de klok. en dc gestalte is verdwe nen. Dan de laatste keer: de ge stalte komt de slaapkamer binnen, komt dichterbij (nu fluisteren'), heft de vinger op. kijkt fonketend naar de man op bed en zegt dan., (héél zacht) dat gouden beentje., (wach ten; dan schrééuwen): DAT HEB JIJ En als je daarbij dan nog keihard op de grond trapt, of op iemand toespringt, dan garandeer ik je dat je succes hebt Maar je moet het verhaal dui delijk voor ogen zien. Niet van bui ten leren. maar zelf je woorden for muleren. En dan precies op je doel afsturen: dus spanning verwekken. steeds zachter gaan praten en dan ineens verschrikkelijk uitschieten. Ik heb dit verhaal wel tien keer ge hoord en wel twintig maal verteld, maar altijd weer was het succes groot. Probeer het ook eens. Bedenk zelf eens een ander verhaal als je kunt. maar maak het niet tè bont. En vertel het dan maar eens aan je vader en moeder, of aan je clubge noten. Je zult vast wel de een of ander even een koude schrik be zorgen. maar natuurlijk kan ieder normaal mens daartegen. Maar als er óóit iemand kwaad mocht wor den om jouw spookverhaal, zeg dan maar niet dat je het geleerd hebt van GABRI DE WAGT Alles is mogelijk Een zeven en dertige jarige Fransman, die doofstom en blind is, heeft met goed gevolg eind examen van de H.B.S. afgelegd en gaat nu aan de Universiteit stude ren. Verschillende geleerden den ken dat hij het heel ver zal bren gen, want alles wat de mens die hoort, spreekt en ziet. van werken weerhoudt, zal hem steeds vreemd blijven. Weldoener voor kinderen De heer Vincent Auriol. presi dent van de Franse republiek, heeft aan Frangois Zmachtens de orde van het ..Legion d'Honneur" (Le gioen van Eer) overhandigd, om dat deze man vroeger en nu nog, aan meer dan zestig kinderen een prettig thuis heeft geboden. Frangois is een eenvoudige arbeider in de metaalindustrie, maar terwijl zijn handen werkten, is zijn hart steeds bij de ongelukkige jeugd geweest. Zo heeft hij dan ook de voogdijschap over meerdere verlaten jongens en meisjes aanvaard en deze zelf op gevoed. Nu is hij oud. Francois Zmachtens, en bijna geheel blind. Maar nog heeft hij een zevental kinderen onder zijn hoede, die hij van zijn spaarduitjes laat leren en die de Staat dus niets kosten. Dat is dan ook de reden geweest waar om Vincent Auriol hem persoonlijk deze onderscheiding heeft overhan digd en er tevens de ..Prix Vie et Bonté" (Prijs van Leven en Goed heid) bij heeft gevoegd. Vele van zijn kinderen waren bij deze ont roerende plechtigheid aanwezig. Als de wereld maar wat meer Francois Zmachtens zou tellen, dan zouden er heel spoedig hoe goed zij ook mogen zijn heel wat weeshuizen en andere inrichtingen opgeheven kunnen worden. Een vis als een baby Een Canadees wetenschappelijke heeft een vis ontdekt die zoentjes geeft. De Franse naam voor het dier is „Gourami", maar de diction- naire die ik bij de hand heb. geeft helaas voor dit woord geen Neder landse vertaling. De vis is zalm kleurig cn is in het bezit van echte lippen. Hij zoent niet alleen soort genoten, maar ook iedereen en alles wat onder zijn bereik komt. Dus opgepast als je gaat zwemmen, wanneer die „gourami" tenminste ook de Noordzee bezoekt Matroos Tittie had een Idee. „Zouden we geen inboorling kun nen vinden, aie ze brengt in een roeiboot?" zei zij. Jan keek naar binnen in het botenhuis naar de grote roeiboot die aan de boerderij behoorde. Hij J'ist, omdat ze dat stilletjes had den afgesproken, dat moeder hun £oor de avond een bezoek zou brengen om te zien of alles in orde )vas. Hij wist ook. dat er afgespro ken was, dat mijnheer Jackson baar er heen zou roeien. Een bete re inboorling dan mijnheer Jackson «on je je moeilijk voorstellen. Moeder en juf met Vicky bij zich kwamen over het veld naar hen toe. Jan ging hen tegemoet. Zij spraken af. dat de inboorlingen de strozakken in een roeiboot zou den brengen. „Weet je zeker dat je niets ver geten hebt?" vroeg moeder, terwijl zij van de pier in de volgeladen Zwaluw keek. „Het gebeurt maar zelden dat mensen een lange reis gaan maken zonder dat ze iets ver geter» ...Wij hebben alles wat er op de "jst stond," zei stuurman Suze. '•Alles?'' zei moeder. „Moeder, wat houd je daar ach- *er je rug?" vroeg Tittie en moe- au een pa^ luci'ers zien. „Allemensenzei Jan. „we zou- cen nooit een vuur hebben kun- eIl..aansteken zonder lucifers." U namen afscheid op de pier. „Als jullie klaar zijn, kun je beter gaan," zei moeder. „Vooruit dan. stuurman." zei ka pitein Jan. „Alle hens aan boord," riep stuur man Suze. Rutger nam zijn plaats op de voorplecht in. Tittie ging op de middenbank zitten. Jan haakte de gaffel aan de loopkat vast en hees het kleine bruine zeil en maakte de val vast. De vlag van Tittie wapperde al op de mast. Tittie had hem zelf gehesen zodra zij na het ontbijt de mast overeind gezet had den. Jan ging aan het roer zitten. Suze trok de boom omlaag tot het zeil glad stond en bond toen ook het touw vast. Er stond een zwakke noordwes ten wind. Moeder hield het eind van de lijn vast en toen het kleina zeil bol begon te staan, gooide zij het Rutger toe, die het oprolde en onder zijn voeten wegstopte. Heel langzaam gleed de Zwaluw van de pier vandaan. „Dag moeder. Dag Vicky. Dag juf!" „Dag. goede reis!" klonk het van de pier. Moeder zwaaide met haar zak doek. Juf ook en Vicky wuifde met een dik handje. De bemanning van de „Zwaluw" zwaaide terug. ..Een hoeraatje voor de achter blijvers." riep kapitein Jan. Zij schreeuwden hoera. (Wordt vervolgd). De prins van Hoedeli Doedeli Douw DE prins van Hoedeli Doedeli Douw, wist niet met wie hij trouwen zou; hij hield van o, een héle ris prinsessen. Hoe moest dat nou, hoe moest dat nou? Men trouwt gewoonlijk met één vrouw, en kijk, daar stonden ze dan met hun zessen. De prins zei zuchtend: Asjeblief. Ik vind ze allemaal even lief, ik denk dat ik met alle zes ga trouwen. Maar de ministers om hem heen die schudden allemaal van neen en zeiden dat ze dat beslist niet wouen. De prins van Hoedeli Doedeli Douw zei: wel, dan denk ik, dat ik trouw met wie het beste appeltjes kan stoven. Zet hier dus maar een gasfornuis en haal wat appeltjes in huis en laat de zes prinsessen dan maar boven. IV OU, de prinsessen kwamen hoor'. 1 Ze deden zijden schorten voor, daar stonden ze en toen ging het gebeuren 't werd appelmoes en appelvla en appeletaart en appelesla de prins zat hard te proeven en te keuren. Hij at een heel mud appels op. Toen werd hij bleek en hield hij stop en later moest hij worden weggedragen. Hij wuifde nog eens met zijn hand, toen kroop hij in zijn ledikant en dat was 't laatste, tvat ze van hem zagen. Hij kan geen appeltjes meer zien! En geen prinsessen bovendien. En daarom heeft hij nóg geen vrouw de Prins van Hoedeli Doedeli Douw. ANNIE M. G. SCHMIDT. Dit wordt leuk Les in Luchtvaart op school (Van een onzer verslaggeefsters) Jullie herinnert je ongetwijfeld nog de P.T.T.-tentoonstelling, die in alle grote plaatsen langs de scholen reisde. Zo'n tentoonstelling komt er nu ook over luchtvaart In 't museum van onderwijs in< Den Haag hebben ze de opgezette vogels en schelpen voor een poos opzij gezet en daar zijn ze nu be zig met timmeren en tekenen en schilderen. In September wordt de tentoon stelling in Den Haag geopend. De kinderen komen er klassegewijs langs en kunnen dan zien, hoe het komt, dat een vliegtuig kan vlie gen, hoe het in grote trekken in elkander zit. Dat zie je niet zo één, twee, drie, er is dan ook uit leg bij, en het wordt een soort les van anderhalf uur. Op de tweede les zie je, wat je zelf later in de luchtvaart zou kunnen worden en hoe. Je ziet dus hoe je vlieger wordt of boord mecanicien en de meisjes, hoe ze stewardess worden; je hoort dan ook, hoeveel de opleiding kost en wat je er later mee verdient. De volgende keer kun je precies zien, hoe Schiphol werkt. Je ziet. hoe het verkeer in de lucht wordt geregeld. Alles is uitgebeeld, soms •met films, soms met maquettes, poppetjes en allerlei platen. Je zult in een echte vliegtuigcockpit kunnen zitten en alles horen en zien, wat de vlieger hoort en ziet als hij in de mist vliegt. ARTHUR RAMSOME Uit het Engels vertaald Horizontaal: 1. vernis- soort. 3. uitspraak, 8. be teuterd. 10. afloop, 11. mi nisterie (afkorting). 12. in- sectendodend middel. 14. militair. 15. soort, 17. gra fisch product. 18. door- tochtgeld. 19. sneeuw- schaats. 21. indien. 24. af gemat. 26. lijdelijk toezien. 28. dwaalster, 30. vocht in de lever. 31. spoedig. 33. duizend kilo. 34. zangnoot, 35. voertuig. 36. landbouw werktuig. 37. huid: 39. tocht. 40. bron. 42. roofvo gel, 44. aequator. 46 vod. 47. voorzetsel. 49. meisjes naam. 50. ik (Latijn). 53. slaapplaats. 54. toespijs. 55. gestalte. 57. beker. 59. wis selborgtocht. GO. baken. 61. Aziatische munt. 62. Bede vaartplaats. 63. alarmteken. Verticaal: 1 lichaams deel. 2. aaneenschakeling, 3. gewicht. 4. mondwater. 5. zuidvrucht. 6. plaats in Noord-Holland 7. bewoner van een Baltisch land. 8. vloeien. 9. visje. 13. tien. 16. lelieachtige sierplant. 19. schoeisel. 20. genees middel. 21. Pyrencsc repu bliek. 22. kleine vlekken, 23. deurklecd. 25. meubel stuk. 27. zitting. 29. uitno digen. 32. meetlat. 37. zin ken. 38. metaalverbinding. 40. bindend voorschrift 41. verkwikking. 43. eindpunt. 45. beroemde opera, 48. bloem. 51. alleenzang, 52. omhulsel. 54. zoogdier. 55. remwerktuig. 56. rijpaard. 58. bergweg. OPLOSSING KRUISWOORD RAADSEL Horizontaal: 1. piano, 4. pas. 7. rebel. 10. knaapje. 11. edele. 12 sla, 13. innon, 14. smal. 16. Beets, 19. code. 21. portaal. 23. staart. 25. pi raat. 28. aai. 29. aga, 30. ido, 31. streep, 33. patser. 34. kaarten. 37. eelt, 39. dreun. 40. lama, 45. porto, 46. een. 48. metro, 49. mispels. 50. niets. 51. ten. 52. tarra. Verticaal: 1. poets. 2. arena, 3. oker, 4. passer. 5. aal. 6. Sparta. 7. rein. 8. banjo 9 lengte, 15. mu tatie, 16. bot, 17. etagère, 18. sap, o -'oeom. 21. preek 22. liaan 23. sas, 24. air. 26. ais. 27. tor, 32. pad. 33. pen. 35 arrest. 36. turnen. 37 es pen. 38 larie, 41 aster, 42. aroma. 43. soms. 44. Ernst. 47. Epe. MEN spreek soms over schaak- professionals alsof tournooien waaraan zij deelnemen hun meer plegen op te leveren dan de kos ten aan hun medewerking verbon den. Vergis U niet: ten eerste is schaken geen schouwspel dat door publiek wordt gefinancierd en ten tweede betoont het schaakleven meer dan andere organisaties een afkeer van de erkenning, dat het op zijn voormannen parasiteert als het hun telkens weer tijd en ener gie om niet beschikbaar laat stel len. Er zijn uitzonderingen zoals het Wereldschaaktournooi-1950 te Am sterdam, het Engelse ecuwgedenk- tournooi in Juli j.l. en de recente wedstrijd in New York, maar hoe betrekkelijk bescheiden de be schikbare bronnen ook daar zijn geweest blijkt bijvoorbeeld uit het opzien dat een inzet van honderd pond baarde in de Engelse wed strijd hierboven genoemd. Matanovic, een snel opgekomen jonge Joegoslavische schaker, had door Rossolimo te verslaan (en hij deed dat bijna) de tweede tot vijf de plaats met Pirc. Stahlberg en Trifunovic kunnen delen en werd door te verliezen plaatsgenoot (58) van Alexander, Unzicker en zijn overwinnaar. Wit: A. Matanovic. Zwart: N Ros solimo. Spaans 1. e2e4. e7c5; 2 Pgl—f3. Pb8— c6: 3. L£1b5. a7a6; 4. Lb5—a4. Pg8—f6; 5. 0—0. Lf8e7; 6. Tfl—el. b7b5; 7. La4b3, d7—d6; 8 c2—c3. Lc8g4 (de greep waarin zwart na 8. 0O. 9 h3 geraakt ls al lang niet meer aanlokkelijk, maar dadelijk 8. Lg4 zal het probleem ook wel niet op lossen); 9. h2h3. Lg4—h5: 10. d2— d3. h7h6; 11. p2—g4 (voordat zwart met g7g5 tot de aanval overgaat); 11 Lh5—g6: 12. Pf3h4. Dd8—d7; 13. Ddl£3, Pc6a5; 14. Lb3—c2. Pf6h7; 15. Ph4—£3. Lc7£6; 16. Pbl—d2 (het cliché 16 a4 ls hier we gens 16 b4. 17 cb4Pc6 van wei nig kracht). 16.... hGh5; 17 Pd2 £1. (17. gh5 dan natuurlijk 17. Pg5). 17. höxg4. 18. D£3xg 1, (vergelijk mét 18 hg4 K£8 gevolgd door Pg3>, 18Ph7—£8 19. Pfl—g3. Pa3—e6. 20. a2a4 (wit maakt geen goed ge bruik van het terrelnvoordcel dat hij zo bedachtzaam heeft opgebouwd. Voortgezette bedachtzaamheid. 20 I,e3 en dan Tadl. dl etc. was het parool'. 20Ta8b8 (niet 20. b4 wegens 21. a5 en La4). 21. a4xb5. a6xb5; 22. Tal—a6 (wat hij daar hoopte tc berei ken ls niet duidelijk. De pas naar d3d4 heeft hij zich vooreerst afgesneden). 22. P£8e6. 23. b2—bl. Kc8—£8. 21. Lc2b3 (slecht staat wit geenszins maar de samenwerking tussen zijn stuk ken ontbreek). 21. Pc6dB (ook zwart verzuimt de nodige doclvastheld welke hier bestond in 24. P£4. 23. L£4e£426. D£4 Lc3 Vermoede lijk vreesde Rossolimo dan 27. Tc6:, Lel niet 27. DcG 28: Dc! be nevens Ld5 28 Pd4. Kg8. 29 Del etc., maar ten onrechte). 25.d3d4! (liever een pion offeren dan Pf4 nu nog toelaten), 25c5xd4. 26. £214, d4xc3. 27 e4e5. d6xc5; 28 f4xo5, L£6e7. 29. Tel—dl. Dd7—e8. 30. Tdl—fl. (dreigt tweemaal nemen op e6). 30Tb8b6, 31 Tabxb6. Lg6x £5. (na 31. cb6:. 32. Pc7 Ke7:. 33. LgSt zou de koning het vrije veld ln zlJn gejaagd). 32 Pg3xf3 (dit gedeel te zit vol strikken 32. D£5:, cb6 33. Le6:. Pe6:. 34. DeC Lc5t). 32 c7xb6. 33. Tfl—f3 (onnodig te zeggen Hogeschool voor kunst in Indonesië? DJAKARTA. Bjj besluit van dc minister van Opvoeding, Onder wijs en Cultuur is een commissie ingesteld voor de bestudering van de mogelijkheid voor de oprich ting van een hogeschool voor de kunst. Indien het onderzoek gun stige resultaten oplevert, zal de commissie worden belast met de opstelling van het volledige plan voor de oprichting van deze school Verder is bij besluit van dezelfde minister een landsbibliotheck voor Midden-Java opgericht, met het doel om boeken, tiidschriften en dergelijke ter beschikking te stel len van regeringsinstanties en par ticuliere instellingen. Zuivere huid zacht, soepel, gaaf cn gezond. Purol doet wonderen. Dons -iQ cc. dat ditmaal 33. Pe7- met 33Dc7: had kunnen worden beantwoord omdat er dan geen loper op g6 „hangt"), 33. De8—c6. 34. T£3—g3. g7—g6; 35. P£3xe7. K£8xc7; 36. Lel— g5t. Kc7— cR (36Pg5 dant 37. Dg5:t. Ke8. 28. e6 enz.) 37. Lg5—£6. Th8—h5. 38. Dg4—dl. Th5—£5. 39. Tg3—d3. DcG c7; 40 Ddl—cl (nadat zwart zijn enige kans op redding. 24 P£4. had verzuimd heef! wit wonderen van slagviardig- hcld gedemonstreerd. Weldra blijkt dat hij die met 40. Dc2. T£6; 41 e£6:. Pf4 42 Tc3t had moeten trachten te bekro nen). 40Pc6—£4. 41. Td3—e3. Pd8 eC; 42. Lb3—c2 (dc witte koning heeft nergens een veilige wijkplaats cn er dreigde Pg5o. 42. Pc6—d4 X i I A K t| ffl i A A 43. Del—al (om do gevolgen van zijn laatste fout. 40 Del. to ontgnnn be dient wit zich van de ressource 43. Pc2 44. Da8t. Kd7. 45 Td3f. Pd3 46. Dd5t cn eeuwig schaak. Er volgt een problematische weerlegging waarvoor Rossolimo een uur en vijf minuten be denktijd verbruikte). 43. PMc2f 44. Kglg2, Dc7-b7t. 45. Le2—c4. Pd4—c2!l (het ls bijna niet te geloven dat het paard pas met succes naar dit veld knn gaan nadat dc witte loper cr vandaan ls gelokt, Op 46 Tc2' zou nu volgen 46. Dc4 47. Te4:. Pal., 48. Tel. Pb3 enz.); 16. Lc4xb7, Pc2xc3f; 47. Kg2—hl. T£5—£lt; 43. Dalxfl, Pe.IxfJ; 49. Pb7c6t, Ke8—£8. 50. Lc6xb5. c3—c2 (nog sterker 50 Pfg3t, 51. Kh2, Po4, 52, Ld3. P£6 53. efOPd4 enz). 51. L£6—g5. Pfl—g3t; 52 Khlg2, Pg3—c4; 63. Lg5—hGf. K£8—c7 51 Lb5—d3 (er dreigde g5). 54c2clD; 3. LhGxcl, Pc2x cl; 56 Ld3xe4. Pel—a2. 57. b4—b5. Pa2—c3: 58. Le4—c6. Kc7—cG; 59. Kg2—g3 (59. Lc8 dan 59 Pc3—d5 c7); 59Ko6xe3; 60. Lc6—c8. Kc5c6; 61. Kg3—£4. Pc3—d5 62. K£4g5. Pd5—c7; 63. Ke8—c6. Kc6— e5; 64. h3—h4. Pc7—e6; GS. Kg5—g4. Pc6d4 66. Lc6—c8. Kc5—e6. 67. Kgl—M. Kc6—e7. wit geeft het op. LOD. PRINS. pESJü'^.-rjWr;! .IMTT: 1:5?«flf3!3T:R7.S :^i door I Ludn ig Bemelmans Hij legde haar de weg uit. en reed naar Beverly Hills, waar hij allerlei etenswaren insloeg. Een man kwam uit een zijweg en botste bijna tegen CassarcI's wagen op, maar ofschoon Cassard voor deze ene keer in zijn rech: was. stopte hij niet om ruzie maken, maar glimlachte en reed verder. Hij had de kap van de wagen open. Het was Donderdag, en langs de weg naar de zee stonden als standbeelden de bedienden, die hun vrije dag hadden op dc bus te wachten. Hun gezichten waren vijandig, vol rancune na een week van ondergeschikt moeten zijn De vrouwen droegen de afgedankte hoeden van hun meesteressen, de mannen onder wie Vashvily's Walter met een gestolen sigaar in zijn mond gluurden allemaal naar Cassard. De lucht was bedekt, maar Cassard glimlachte en floot „Nu of nooit," dacht hij, en in zijn fantasie regelde hij alle details voor een romantische avond, die hij met zorg van het begin tot het eind had voorbereid. Het kleine huisje was een uit een rijtje, dat langs de Roosevelt Highway naar het strand, een uur buiten Hollywood, staat. Cassard ontsloot de voordeur cn bracht de proviand naar binnen. Hij zette de koelkast aan. schakel de de heetwaterboiler in en spreid de verdere huishoudelijke talenten ten toon door houtblokken ln 'ie haard te stapelen, de stoelen te verschuiven, linnengoed tevoor schijn te halen en het tweeper soonsbed op te maken Hij wist al- 1 'S te vinden. Hij veegde het terras en na een uur was hij uitgeput en warm. Hij viel op een bank neer en luisterde een poosje naar de golven en stond toen weer op om zijn hoed en overjas en sjaal, die hij bij het werk h. d aangehouden, op te hangen. Hij rende naar bui ten om zijn koffer uit de auto te halen. Hij was vervolgens druk met het eten bezig, zette vlees en cham pagne en boter en caviaar in de koelkast. Hij schoof een pastei ln de oven en pakte een fruitsla uit en twee thermoflesscn met koffie. De suiker borg hij in een kast, die al vol blikjes stond. Tenslotte deed Maurice zijn jasje uit en begon kleine pasteitjes ln de vorm van bootjes met caviaar te vullen. De caviaar was een hele zoute soort en er was een heleboel van Belinda was er dol op. Hij vulde een schaal met die caviaar- bootjes en schijfje" citroen. Hij haalde een mes tevoorschijn en sneed de hardgekookte eieren. De zon kwam tevoorschijn en de zee werd groen van kleur. Uit zijn koffer haalde Maurice een verscho ten linnen broek tevoorschijn cn een rood-wlt gestreept zoemans- hemd met korte mouwen. Hij zette een pet op zijn hoofd en trok lin nen schoenen aan met touwzolcn. Om zichzelf bijzonder aantrekkelijk te maken knoopte hij een dunne gekleurde doek om zijn hals. Hij at twee van de caviaarboot- jos cn liep de trap naar het strand af met zwaaiende zeemanstred. Hij ademde met diepe teugen de zee lucht in en. vol verwachting van dc dingen die komen gingen strek te hij zich in de zon uit en sloeg zichzelf hard op de borst. Hij glim lachte tegen voorbijgaande kinde ren. Rusteloos stond hij weer op en maakte figuren met zijn touwzolen in het natte zand Hij kreeg be langstelling in de verschillende dingen, die de oceaan op het strand werpt krabben en kwal len en zeesterren en stukken hout. door het schuren over het zand in de meest verschillende vormen ge slepen. Hij luisterde naar het schreeuwen van de meeuwen en keek naar de strandlopertjes, die bedrijvig heen en weer renden met de aanrollende en terugtrekkende golven. Hij vond tenslotte een gro te bos zeewier zeldzaam aan deze kust. met gelatine groene blaadjes Maurice Cassard keerde terug naar het buisje en inspecteerde dc badkamer Hij pakie een groot stuk zeep uit. hing -chonc handdoeken over het glazen rek. en kamde met een natte kam het haar uit zijn gezicht. Zijn gezicht had meer kleur dan gewoonlijk door de zee en de wind en de zon. Hij liep de kleine hulskamer weer binnen, ging voor de piano zitten en sloeg een ac- coord aan. maar elke toon was ontstemd. Hij glimlachte tegen de zee cn wuifde naar de mensen in een vis sersboot. Toen keek hij op zijn horloge. Het was twee uur; toen tien over twee; toen half drie Hij ging nanr buiten cn keek de weg af maar er was geen wagen te zien. Hij belde Belinda's huis op maar hij kreeg geen gehoor. Hij ging op de divan liggen die naar zand en zee rook en belde de stu dio op „Belinda." zei hij. „waar zit je?" „Hier in de studio." „Wat doe je in de studio?" vroeg Maurice ongeduldig „Ik dacht, dat de opnamen waren stopgezet." ..Maurice ze willen me niet laten gaan. Zo willen .ïicmand weg laten gaan Het is afschuwelijk „Wie wil je niet weg laten gaan?" „Moses Fable, Hij heeft een big gevonden „Wat!" schreeuwde Cassard. „Wat voor een big?" „O, een lief klein biggetje. Hij is net zo groot als Vuile Eddy." „Maar dat ls verschrikkelijk." „Mnak je maar niet ongerust, want hij kan niet acteren. Ze kun nen hem niet gebruiken," zei Be linda. „Waarom niet?" „Omdat hij wit is. Ze maken hem nu op in de hoop hem iwart te krijnen. Je hebt geen idee. wat ik uitsta—" „Dat kan ik me voorstellen." „Ze hebben al van alles gepro beerd maar je ziet het altijd in de schijnwerpers." „Prachtig," zei Cassard. „Ik heb me al drie keer moeten verkleden vanmiddag omdat dat zwart afgeeft. Ik heb zelfs al zwart aan mijn handen en mijn gezicht." „Blijf geduldig," zei Cassard ..Dit zijn problemen,die alleen technici verstaan „Ja, dat weet Ik Maar ik vind het zo akelig v .,r de big .O. ze zijn gemeen en harteloos!" zei Cassard ..Ik ben hie" /o alleen Belinda. Kom zo gauw je kunt „Zodra we dit achter de rug hebbenzei Belinda, „wil ik naar huis en naar bed (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 7