VOOR ANTJES EN JANTJES
sa)
r
MOEILIJKHEDEN?
Rechters zijn heus geen
automaten
M
en andere jonge klantjes)
Heerlijkste liefhebberij:
stenen zoeken
Het luie varkentje Lanterfant
«et mmmmieiwnd
Een legertjehelemaal
van zilver
ARTHUR
RAMSOME
Uit de toverhoed
der schakers
Er komt geen letter aan
te pas
i
A
i
i
31
A
A
A
A
De schuldeloze bloem
t°beterdag 13 October 1951
7,
mie.'
xeektl
ber
ïdere
krji
hor-
so g<
c st-/ ISSCHIEN heb je tvel eens
van grjntgravers aan het werk
-dt (.zien. De mannen staan in een
ote kuil en scheppen zand en
stenen maakt en eentje, die schuit-
stenen maakt Of misschien is het
wel dezelfde! Dat zeg ik je alvast:
't Is een en dezelfde kracht. Maar
welke is dat dan? Wel, krachtig
bewogen water. Een snelstromende
rivier of branding aan de kust van
zee of meer, daar is de bakermat
fija—1 van rol- en schuifstenen.
hun Llnni-, r de stoién worden te- kracht, van het wielende wa-
druk;
P en
zult
"iaai van de schep op een grote
terecht komt. Het zand gaat
or de mazen van het gaas, dat
.nrn innen is; de stenen
n gehouden en rollen de zeef af.
ons >or de zeef hoopt zich 't grint op.
gro^r I
hiffoor wat goede woorden mag je
■Strcj zo'n beetje op de grinthopen
en dan kun je daar
lïl wad moois vinden. Ten minste:
je een beetje verstand van ste-
j hebt Eerlijk gezegd, dat waait
3nie* aan* moet in het begin
en volhardend studeren. Maar
d je het moeilijke begin onder
Hc^knie, dan blijkt dat stenen zoe-
a een van de heerlijkste liefheb-
'co^Ttjen ter wereld is. Het is een
hcéinnende bezigheid, veel spannen-
r nog dan het verhaal van Rob
i zijn hond Skip en dat wil toch
fiteb,! wat zeggen, niet?
iVillen we eens met die keien-
nde- beginnen?
3a op een grinthoop zitten en
bijiem de stenen in je handen. Al-
;oud.in nog maar letten op de vorm.
ïftieim kun je drie partijtjes maken,
de min of meer ei- tot ko-
j lvormige stenen bij elkaar, dat
rolstenen- Zoek platte stenen,
op <t zijn schuifstenen. De derde hoop
ons niet schelen, dat zijn de
»pen, die niet balvormig of plat
reficn, de onregelmatigen.
met Je zult heel wat rol- en schuif-
?nen vinden; en nou moet ik
ns zien of je een scherp verstand
:bt. Juist omdat er heel wat van
irile beide soorten te vinden zijn,
Klin het geen toeval zijn, dat ze
Bedind of plat zijn! En nou verder:
"J'pil- en schuifstenen zijn door de
gevormd, en dus. er is op
t Y* wereld een natuurkracht, die rol-
G:
o»J
Snrk Voor de kleintjes
•oek J
ie J k heb 'n erg leuk hondje gezien.
n. ï- Klein en wit. £ijn vacht is heel
s C roezig. Natuurlijk vier pootjes. En
:_crV en krulstaartje. SnoezigKijk
ter is het, die de keien, keitjes en
zand. in beweging brengt; keien en
zand hotsen en botsen langs en te
gen elkaar en veroorzaken in de
eerste plaats een slijpende werking.
Zij zijn het materiaal, waarmee ge
slepen wordt, maar ook dat gesle
pen wordt. Met zand en water slijpt
immers ook de steenhouwer zijn
zerken en puien vlak? Maar boven
dien worden de keien stukgeslagen
tengevolge van de heftige botsingen
tegen elkaar
Kort en £oed: er zijn 4wee be
werkingen in fel bewogen water,
die van een vijl en die van een
hamer, slijpen en slaan.
Knip dit krantenartikeltje uit. be
waar het, volgende keer de volgen
de les.
HENK VAN LAAR
y IER varkentjes by elkaar,
Wat doen ze daar? Wat doen
ze daar?
Wagentje kruien
met wortels en uien,
grond omspitten
waar knolletjes zitten,
ze hebben het druk
met de perenpluk
en zaaien en maaien
en wieltjes draaien
en allemaal werken ze op het
land
behalve dat éne varkentje
dat hele luie varkentje
dat hele, heéle, heeéle luie
varkentje Lanterfant.
y IER varkentjes bij elkaar,
's Is 's avonds laat, het werk is klaar,
dan komt het varkentje Lanterfant,
dan kruipt hij uit zijn ledikant:
Nou wil ik knolletjes uit de pan!
Maar al zijn broertjes zeggen dan:
CEEtl KWESTIE VAN!
Oei Oei.' Dan schreeuwt hij moord en brand,
dat hele, heéle, heeéle luie varkentje Lanterfant.
ANNIE M. G. SCHMIDT
y IER varkentjes op het land
r wat doet het varkentje
Lanterfant?
O. zeggen de biggen:
Hij blijft maar liggen!
hij wil niet spitten
hij blijft maar zitten,
hij is zó'n luie!
Hij wil niet kruien,
niet zaaien, niet maaien,
niet wieltjes draaien,
daar ligt-ie alweer in z'n
ledikant
dat ene kleine varkentje
dat hele luie varkentje
dat hele, heéle, heeéle luie
varkentje Lanterfant.
V.
„Maar wat hebben jullie met je
schip gedaan?" vroeg moeder.
„Waar is de Zwaluw?"
„Allawallakallakuklakaowlalakul-
la," zei Tittie. „Dat betekent dat
we het beslist niet kunnen ver
tellen omdat je een inboorling
bentEen aardige inboorling na
tuurlijk."
„Burroborromjecboemding," zei
moeder. „Dat betekent dat het mij
niet kan schelen waar de boot
als alles maar in orde is."
„Hij Ligt op een prachtplek", zei
Kapitein Jan.
„Zal ik voor tolk. spelen?" zei
Tittie bereidwillig.
„Om je de waarheid te zeggen,"
zei de inboorlinge, „heb ik een
heleboel Hollands geleerd door met
jullie te praten maar als je dat lie
ver hebt zal ik wel wallakallawalla-
jen."
„Als je Hollands kent is dat niet
nodig," zei Jan.
„Gloek." zei de inboorlinge. „Dat
betekent: best. En nu hoop ik dat
je de inboorlinge je kamp zal laten
zien. zodat wij kunnen helpen om
de strozakken er heen te brengen."
Mijnheer Jackson, de boer van de
Eikenhof, had alle vier de strozak
ken uit de boot gehaald Hij was
een erg forse, sterke inboorling en
hij nam drie strozakken tegelijk op
esM
-fT INNEN soldaten zijn er niet al-
tijd geweest. Eerst bestonden
oe,ïe hier en daar en waren dan iets
Nl;heel bizonders. Een soldaat, een ge-
>r meraal, een officier te paard, die
waren er wel eens, maar dan veel
groter dan ze nu gemaakt worden.
weten dat Lodewijk de Der-
iende er een verzameling van had.
konden opgesteld worden op
een tafel met gaten, op de manier
van een zakschaakspel, dat jullie
misschien wel eens gezien hebben.
Lodewijk de Veertiende kreeg iets
heel kostbaars. Dat was een heel
ger van zilver gemaakt, en daar
1 wel een geweldig grote tafel
'voor nodig zijn geweest. Toch vond
p-thij dat waarschijnlijk nog niet mooi
„.'genoeg, want* in 1672 bestelde hij in
Neurenberg, de beroemde speelgoed-
stad, een leger tinnen soldaten. En
e daar was het bizondere van. dat ze
zó waren gemaakt dat ze alle be
staande oefeningen konden doen. Ze
werden ontworpen door twee be
roemde kunstenaars, maar de ko-
ning liet toch voor de zekerheid zijn
minister van Oorlog naar Neuren-
H berg reizen om te zien of alles wel
jfl precies goed werd. En dat werd het.
F, Bij dat leger waar de kleine Lode-
Ifwijk mee gespeeld heeft, was alles
uee
!g|
VOO
wat er in die tijd maar bij een echt
leger te vinden was. Niet alleen de
soldaten, officieren, paarden en ka
nonnen. maar ook tenten, wagens,
en marketentsters met hun hele
hebben en houwen.
De Neurenbergse broeders zullen
er toen wel een hele handigheid in
gekregen hebben, maar het duurde
toch nog lang voordat alle kinderen
tinnen soldaten konden krijgen Dat
gebeurde pas vanaf 1760. ook in
Neurenberg. Toen zijn ze daar ris
sen en rissen soldaatjes gaan ma
ken, tegelijk met die platte figuur
tjes van mensen, beesten en bomen,
die jullie ook wel kennen.
Er zit nog heel wat vast aan die
tinnen soldaten-industrie. Want elke
keer dat er nieuwe uniformen of
nieuwe wapens komen, moeten die
ook weer nagemaakt worden. Som
mige mensen verzamelen alle tin
nen soldaatjes die er ooit geweest
zijn, en dat zijn er heel wat. Een
gekke hobby, hè° Maar wat nog
gekker is, is dat er grote mensen
zijn die soldaatjes en alles wat
daarbij hoort, kopen, en daarmee
dan gezellig in hun huiskamer oor
logje gaan zitten spelen. Met een
kopje thee en een koekje. Vinden
jullie dat leuk? Ik niet.
en gooide ze over zijn schouder.
Jan en Suze droegen de vierde.
Rutger nam de inboorlinge bij de
hand en Tittie wees de weg naar
de tenten.
„Wel, jullie hebben een prachtig
kamp." zei de inboorlinge.
„Mooi hé?" zei Suze. „Wil je
eens in deze tent komen?"
De inboorlinge bukte en ging
naar binnen Mijnheer Jackson
gooide de strozakken neer.
„Kom mee. Rutger," zei Jan,
„laten wij onze tent helemaal klaar
maken voor zij komt."
Jan pakte een kant van een stro
zak op. Rutger hielp hem en sa
men sleepten zij eerst de ene en
toen de andere strozak naar hun
tent. Zij legden er aan elke kant
een. stompten ze plat en schudden
ze op en legden er toen de dekens
overheen. Toen ging elk op zijn
eigen bed liggen. Ondertussen
maakten Suze en de inboorlinge de
bedden in de andere tent op. Mijn
heer Jackson was teruggegaan naai
zijn boot.
Kort daarop stak de inboorlinge
haar hoofd naar binnen in de ka-
piteinstent.
„Het ziet er hier gezellig genoeg
uit." zei hij, „maar wat doe je als
het donker wordt?"
„We hadden twee lantaarns mee
moeten nemen," zei Jan. „Dat heb
ik vergeten. We hebben alleen maar
de grote lantaarn voor het hele
kamp."
„Ik heb twee kleine kaarslan
taarns meegebracht, een voor elke
tent, als je belooft er voorzichtiig
mee te zullen zijn en niet de ten',
of je zelf in de brand te steken
Waar is de olie voor de grote lan
taarn?"
„Vlak buiten de tent." zei Jan.
„Je moet ze op een veilig plekje
bewaren, een eindje van het kamp
en een flink eind bij het vuur van
daan."
Op dat ogenblik kwam de sterke
inboorling weer terug met een
nieuwe lading uit de boot.
„Kom eens mee naar buiten," zei
de inboorlinge. „Ik blijf hier niet
lang, want mijnheer Jackson moet
terug naar zijn boerderij. Maar er
moeten verscheidene dingen gere
geld worden. In de eerste plaats
wat de melk betreft. Er zijn geen
koeien op het eiland, dus je zal
naar het vasteland moeten voor
melk. Ik heb afgesproken met de
boerderij aan de overkant, dat je
iedere morgen een liter melk krijgt
Als je 's avonds meer wilt hebben,
zal de boerin het je gevén. Maar
iedere morgen moet je er naar to<*
om je melk te halen. Je kunt hun
landingssteigertje zien bij de grote
eikenboom. Dank U. mijnheer Jack
son."
De sterke inboorling had een
grote mand neergezet, die hij uit
de boot had gehaald. Er zaten een
melkkan in en nog een heleboel
andere dingen. De inboorlinge be
gon ze er uit te halen.
„Hier is de melkkan," zei zij. cn
denk er aan dat je overdag de melK
zo koel mogelijk houdt. Zet ze niet
in de zon cn denk er aan dat je
de kan iedere keer goed schoon
wast voor je er weer mee naar de
boerderij gaat. Verder heb ik voor
morgen een vleespastei meege
bracht, die mevrouw Jackson van
daag gemaakt heeft. Je zal gauw
genoeg krijgen van bussenvlees
„Pemmikan," zei Tittie.
„Pemmikan". zei de inboorlinge
Dus als ik jullie was zou ik alleen
maar een busje Pemmikan open
maken als je niets anders hebt dat
je kunt eten zonder het te koken
Tussen twee haakjes. Suze is de
kok, niet waar?"
„Ja." zei kapitein Jan.
„Dan zal ik haar maar de etens
waren geven. Hier is de pastei.
Uit het Engels vertaald
door
Jac. v. d. Ster
Verder heb ik een doos Sanovite
meegebracht voor het ontbijt. Suze
zal het al druk genoeg hebben zon
der dat ze iedere morgen haver
mout moet koken."
„Ik kook graag", zei stuurman
Suze.
„Als je het leuk wilt blijven vin
den." zei de inboorlinge, „neem dan
mijn raad aan en laat de anderen
de vaten wassen."
Mijnheer Jackson kwam weer
van de boot vandaan met een grote
zak
„Mevrouw Jackson is zo vriende
lijk geweest om jullie kussens mee
te geven," zei de inboorlinge, „je
kan ook zonder kussens wel sla
pen, dat weet ik wel, maar toch
maakt het een heel verschil. Ik
weet wel haast zeker dat Columbus
altijd zijn eigen kussen meenam
De kussens werden uit de zak ge
haald en naar de tenten gebracht.
„Heb je de zeerover gezien met
de papegaai?" vroeg Tittie toen zij
weer terugkwam.
„Welke zeerover?" vroeg de in
boorlinge.
„Die op de woonschuit. Wij heb
ben hem gezien. En zijn papegaai
ook."
Mijnheer Jackson lachte. „Noemen
jullie hem zo," zei hij.
„Nou gelijk heb je".
„Ik heb het woonschip gezien,
zei de inboorlinge.
„Het is mijnheer Turner." zei de
sterke inboorling. „Hij woont meest
al 's zomers op het schip. Dit jaar
wil hij niemand bij zich hebber.
Het vorige jaar waren er altijd een
paar nichtjes van hem, die aan de
andere kant van het meer wonen,
bij hem. Maar van 't jaar niet Hij
wil de hele zomer alleen zijn. Nie
mand weet wat hij daar doet. maar
ze zeggen dat hij dingen op die
woonschuit heeft, die een fortuin
waard zijn."
,X>at is zijn schat," zei Tittie. „Ik
wist wel dat het een vroegere zee
rover was. Natuurlijk kan hij nie
mand in de buurt laten komen."
„Ik moet eens naar Vicky toe.
zei de inboorlinge, „dus ik zal hiei
niet langer blijven. Jullie zullen
trouwens liever niet teveel inboor
lingen in de buurt hebben, denk
ik. Het begint donker te worden
en als ik jullie was zou ik maai
vroeg gaan slapen, want de zon zal
je morgenochtend wakker maken
als de vogels het niet doen."
„Wel bedankt voor het brengen
van de spullen," zei Suze.
„Vooral de lantaarns," zei Tittie
(Wordt vervolgd)
Misschien kent u dat geniale
plaatje in de New Yorker van die
innig vergenoegde winkelier die
voor een argeloze klant twee of
drie spellen uitstalt en bij het
schaakbord met stukken toelicht:
„Precies; u neemt ze tussen duim
cn wijsvinger en verplaatst zc maar
over de vakjes".
Misschien kent W. W. Adams het
ook maar de milde spot met die
eenvoudige ziel die. zijn koopwaar
in de hand. zo goedmoedig voorbij
gaat aan het bestaan van een schaak
wereld met honderden beroemde
meesters, duizenden kampioenschap
pen of wat daarop gelijkt, tiendui
zenden delen literatuur, honderd
duizenden geboekstaafde partijen en
millioenen ernstige beoefenaren
die milde spot kan hem onmogelijk
zijn opgevallen Want hijzelf heeft
een boekje uitgegeven in de trant
van „wit begint on wint", niet als
advertentie-kreet, maar om in alle
ernst lucht te geven aan zijn over
tuiging dat het een beslissend voor
deel is de eerste zet te mogen doen.
Zoveel dwaze botheid zou de Rus
sische mccstergroepen. die zich nu
al jarenlang aftobben met een on
derzoek van de theorie der ope
ningen. waarschijnlijk niet eens een
glimlach cntlokkcn.
Een beginneling-schaker is Adams
niet. hii schynt "zelfs sterk genoeg
'e zijn om simultaan-tournées door
de Verenigde Staten te kunnen ma
ken. Maar een partij als hieronder
behandeld, zou toch menigeen in
zijn plaats tot bescheidenheid stem
men.
Wit- H. B. Daly Zwart: W. W.
Adams.
SPAANS
Zet U maar schrap deze
week. puzzelaars, want dit is
werkelijk heel. heel moeilijk.
Wij zijn gauw uitverteld,
maar of zo gauw klaar
bent, is de vraag. Het gaat
hierom. In die 43 maagdelijke
vakjes moeten cijfers komen,
van 1 tot en met 45. Als de
figuur helemaal is ingevuld
en het is goed gedaan, dan
moet op de horizontale, de
verticale cn de diagonale lij
nen de som van die cijfers
gelijk zijn. Nou vooruit, wc
willen zelfs nog zeggen dat
er naar alle kanten 200 moet
uitkomen. Maar de rest moet
u zelf doen.
Oplossing
kruiswoord puzzle
HORIZONTAAL
1. Soda: M. Arena; 8 Indirect; 15. Ele
gant; 18. Roset. 19. Mr; 21. Prent; 22.
Ras; 24. Lek, 25, Fr.; 26. Elk; 28 Eng;
29. Kaliber; 30. Are. 31. Stal; 33 Mo
tor; 34. Span; 35. Turijn, 36. Kerspel;
38. Vaag; 39. Es. 40 V.M.; 41 Op; 43.
Prik: 45. Safe: 47. a k 49. Tel; 50 Po-
I rie. 51. Nor. 53. La: 55. Step. 56 Tred;
I 58. On; GO. Ste; 61. Salon; 62 Oom. 64.
s.s„ 65. Enig; 67. Krat; 69. t t 71. Ar:
I 72. Ma: 73. Mals: 74. Makreel: 80. Titel;
82. Karn; 84. Rouge 86. Eens 87. Lat;
I 88. Malaria; 89 Pek: 91. Rit; 92 El; 93.
Dol; 94. Keg, 95. Serre; 97. Er; 98. Na-
h
1. e2—e4. c7e5; 2. Pgl—13. Pb8—
c6: 3. Lf 1b5, a7—a6; 4. Lb5—a4.
PgS—16; 5. 0—0, Lf8e'6. d2—rt-l,
eSxdl; 7. Tflel (het laatste nieuws in
deze variant Is dat b7—b5.
wat Euwe te Dubrovnlk. 1950, tegen
Reshevsky beproefde, met het oog op
8 Lb3 moet worden afgeraden- 8
d6. 9. Ld5, respectievelijk fi. 00.
9. e5. Pc8; 10. Ld5. in beide gevallen
ten wits voordela). 7ou; 8.
C4—o5. Pf6e8 (beter 8 Pd5):
9. Pf.lxdl, Pc6xd4; 10. ndlxd4, d7—d6;
11. o2e4, (erger dan enkel tijdverlies,
namelijk prijsgeven van weerstand op
de diagonaal al—h8. Een aangenaam
initiatief had wit zich met 11. Pc3 kun
nen waarborgen), 11I,c8e6;
12. La4c2, dfixeS; 13. Cd4xc5, Pe8— f6
(zwart revancheert zich ruimschoots
door de gelegenheid tot 13Lf6.
14. De4, r6, met de dreiging Pd6. waar
bij pion c4 zich ten overvloede nog als
doelwit ontpopt ongebruikt te laten
voorbijgaan), 14 Phl—<12. T/8e8; 15.
Tel—dl. Le6g416. Pd2—f3, Dd8— rfi;
17. De5c3 (alle spanningen zijn ver
dwenen en het spel had genoeglijk re
mise kunnen worden gegeven. Maar
met onblusbare energie trachten beide
partijen nieuwe spanningen op ie bou
wen. De volgende episode gaat om de
vraag of zwart wèl vaart bij het ver
oorzaken van zwakten door middel van
Lf3 als hij. in ruil, wits raadsheren een
hinderlijke activiteit moc-t toestaan).
17b7—b6; 18. Lel—r5. Dc8—b7.
19. Tdl—el. Lgixf3; 2" g2xf3, Db7—c6
(om mogelijkheden zoals Te7:, Te7:.
Lf6-, gf6 Dd3 uit de weg te gaani'21.
Tal—dl. h"hfi; 22. Lg5—hl. T*3— d8
(dat Is weer geen gebrekkige vondst
want zwart brengt vrijwillig dc drei
ging Dd3 aan de orde. Er was niets
beters dan consequente vereffening met
22. Pd5: 23. Td5 Lh4 21 Tel
—dl. Lf6; 25. Dd3. g6 enz) 23. TdlxdS.
Le7xd8; 21. TelX«8t, Dc6xe8; 25. DrJ—
d3, g7—r6 (nog een stap in dc verkeer
de richting. Verloren whs zwart geens
zins. hij behoefde niets anders dan
voorzichtig 25 Le7 cn dan Dd8 te
doen). 26. clc5 tcgenbclccfdheid; wit
had de leidsels kennelijk in handen cn
beschikte over 26 Ddl om zc althans In
handen te houden. Daarentegen biedt
26. c5 gelegenheid tot 26Pd5
met de dreiging Delt. Kg2. Pf4t zowel
der; 100. Portier: 102. Roulette; 103.
Dolk; 104. Blank.
VERTICAAL
1. Semester. 2. De; 3. Alp: 4. Agent:
5 Rang; 6. Ent; 7. N.T.. 9. Nr.; 10. Do
len 11 Iscr12. Rek; 13 Et; 14 Toren;
16 Ere; 17. Galop. '20. Ritus: 22. Rats;
23. Sire; 25. Fragiel; 27. Kar; 29. Kor;
30. Apart; 32. Lijfarts; 33. Mc; 34. Sap;
36. Km,, 37. L.O.'. 40. Veepest; 42. Pant,
scr; 44. Klam; 45. SOS; 46 Flets; 48.
Koran; 52. Religie; 54. Pork; 57. Dog:
59. Normaal, 63. Maart; 66. Valstrik;
68. Tin. 70. t.m.; 71. Al. 72. Menie; 75.
Arak: 76 Koren; 77 Ruig: 78. Ega: 79.
Ee: 81 Ter. 82 Kleur; 83. Palet: 85.
Hert: 88 Mode; 89. Perk; 90. Krib;
93 Dal; 95. Sol. 96 Ecl; 98. Nu. 99.
R.T.; 100. Po. 101. Ra.
4.1,1 ji muiimum Wij seven raad
Het kan onder bepaalde omstandigheden voorkomen, dat wanneer een
eis tot echtscheiding is ingediend cn cén der partijen niet verschijnt, de
rechtbank tóch dc eis inwilligt. Dit wil echter geenszins zeggen, dat onder
alle omstandigheden dc beslissing in deze zin zal uitvallen. Rechters zijn
geen automaten en houden bij het bepalen van hun standpunt niet alleen
rekening met wat dc wet voorschrijft, doch ook met vele omstandigheden,
welke eventueel een rol kunnen spelen.
Derhalve zal een belanghebben
de in een echtscheidingsproces
goed doen. nooit zonder meer af te
gaan op wat hij meent, dat in be
paald geval wel eens is beslist. Het
allerbeste is in dc regel, af te
gaan op het advies van een rechts
kundig raadsman. Dit in antwoord
op een vraag van M. E. W. v. d.
V C.
N. G. v. d. L. Ook wanneer er
niet veel geld is kan het onder
bepaalde omstandigheden aanbeve
ling verdienen op huwelijkse voor
waarden te gaan trouwen. Men
kan dan moeilijkheden, welke men
nu reeds terecht vreest, tot op ze
kere hoogte voor de toekomst on
dervangen. Wat men echter niet
kan ondervangen is een eventuele
verplichting om bij te dragen in
de kosten van het levensonderhoud
van schoonouders. Ten aanzien van
een stiefvader ligt de zaak echter
anders.
A. v. II. Een gehuwde zonder
kinderen betaalt van een weekloon
van f 50,47 aan loonbelasting f 2,65;
een gehuwde met aftrek voor 2
kinderen, f 0,40 per week. Een ge
huwde met 2 kinderen, waarvoor
aftrek wordt genoten, die een
weekloon heeft van f 46,plus
kinderbijslag (f 5 82 per week),
dus met een totaalloon van f 53,82,
betaalt per week aan loonbelasting
f 0.69.
als Lh4:,'cn daarna Dclt cn Df2t. Maar
ook die eelegenheld laat zwart zich ont
gaan). 26. b6b5; 27. Lc2—b3,
KrRr7 (beslissende fout. Wat hij ook
kan overleven, dit niet Hij had dc re
sultaten van 27Kh7, 28. Dd4 g5
moeten afwachten). 28. Dri3dl, De8
elY (dat is nog slechter dan 28
g6g5 29. KrI—r2, Ld8—e7; 30. Lh4—
R3, r7—c6; 31. Lr3—C5, 31D-cl—
n5 (cr Is geen redding, zie 31
Del. 32. h4. hö. 33. £4; zwart verkeert in
zetdwang en moet de loper op b3 door
gang verlenen naar c2 via e4 naar c6).
32. Dd4—d7, zwart geeft het op.
LOD. PRINS
K. v. E. Wanneer de bouwknecht
het huis. dat de boer toebehoort,
heeft betrokken en er was geen
waterbak bij en hij (de bouw
knecht) heeft daartegen geen be
zwaar gemaakt, dan moet worden
aangenomen, dat hij in de op zich
zelf onbevredigende situatie heeft
berust. Het is alleszins redelijk,
dat de boer zorgdraagt voor een
drinkwaterbak en wanneer dc
bouwknecht hierover met de Bur
gemeester gaat spreken, is het niet
onmogelijk, dat de Burgemeester
door middel van Bouw- en Wo
ningtoezicht dc eigenaar ertoe
dwingt de voorziening te treffen.
Anders is het echter met de kos
ten van het water. Nu daarom
trent bij het betrekken van de wo
ning blijkbaar niets is geregeld,
moet de knecht hiervoor zelf zor
gen. Wanneer echter de Burge
meester of een andere autoriteit in
deze kwestie wordt betrokken, dan
is het niet onmogelijk, dat de ver
houding tussen boer en knecht
slechter wordt. Om zulks te voor
komen. is onderling overleg het
beste, wat hier in dit geval valt
aan te raden.
Advertentie (1. M.)
vraagt
ons
1 prospectus!
I Staatsexamen H B S. A en B
Onderwijzersakte-MULO A en B
detective-verhaal
door
Charlotte Armstrong
41
.Wat ik zei was: ..Brownie wordt
lastig o wat een ramp, en juist
nü". Mary probeerde haar eigen
woorden precies weer te geven. „De
jongens vonden het gemeen van
haar. Ik zei: Misschien kan zij er
ook niets aan doen maar ik heb
het geld niet. Misschien gaat ze we!
dood en laat ons haar geld na. Geef
de suiker eens door." Mary hield
op. cn voegde er toen met pijnlijke
eerlijkheid aan toe: ,JEen van hen
zei; Ik wou dat ze maar dood ging."
„Wie zei dat?"
„T-Taffy." Mary slikte een paar
keer „Maar toen deed ik maar of
het me allemaal niets kon schelen,
en ik dacht dat ik het daarmee uit
de wereld had geholpen
Duff zei: „Dat heeft niet veel te
betekenen. Je maakt je de meeste
zorgen over Taffy, hè?"
„Ja, en ik weet niet waarom," zei
Mary klaaglijk. „Maar het is zo'n
schatje zulke zuivere lijnen, zo
als je zei. Ze is zo ernstig en nauw
keurig cn g-gelukkig. We... we
zijn allemaal zo dol op haar. En
daarom vraag ik me af. of ze er
iets meer van weet.Hoe
zou ze iets kunnen weten? Ik denk
er alsmaar overen trouwens,
ze was zo ziek ze had koorts....
misschien.
„Huil maar niet," zei Duff; „goe
de hemel, ik begrijp heus wel hoe
je je voelt het is afschuwelijk.
Ik ben in mijn hele leven nog niet
zo bang geweest Maar als dat alles
is en is het heus alles?"
Ze keek hem vragend aan.
„Wees maar gerust." zei hij. „met
Taffy zal er niets gebeuren, daar
zal ik voor zorgen. Ik beloof het
je."
Mary zei niet: .Wat bent U toch
goed én vriendelijk voor mij." maar
zc deed een beroep op zijn genade
en op zijn goede hart. Ze zei: „O
alstublieft meneer Duff, zorg
ervoor. Alstublieft."
„Heb je heb je het haar ge
vraagd, Mary?"
Mary sloeg haar handen voor
haar gezicht. „Nee, dat kan ik
niet."
„Hallo Mamriep Alfie van
uit de huiskamer. „Er is iemand
om je te spreken." Zijn blonde
haar stak af tegen het luik. Hij
maakte een toeter van zijn handen
en voegde er op een geheimzinnige
fluistertoon aan toe: „De politie."
Mary snoot eens flink haar neus
in een flodderig zakdoekje en zei
toen met vaste stem: „Vraag ze maar
hier te komen, jongen."
Terwijl Duff zat toe te kijken
pantserde zij zich voor het gevecht,
trok haar mevrouwen-gezicht en
stond hen te woord. Ze deed het
precies goed, vond hijzonder terug
houdendheid, gedecideerd maar niet
te gedecideerd, vriendelijk, niet te
vrolijk en niet te bedroefd, cn zij
antwoordde op al hun vragen. Hij
had het gevoel dat zij onder het ge
sprek al hun officiële stijfheid kwijt
raakten, hij voelde hen als het
ware uit dc plooi komen. Zelf zat
hij er rustig bij en pas later be
sefte hij, welke rol zij misschien
wel hadden gedacht dat hij speel
de.
In werkelijkheid had hij alleen
maar naar Mary's gezicht zitten kij
ken; hij had bedacht, dat haar
neus beslist iets tc groot was en
haar gezicht wat te lang cn te smal,
dat haar donkere haar niet erg net
jes zat, dat haar wenkbrauwen te
recht liepen en niet genoeg gebogen
waren, en dat zij toch een knappe
vrouw was en heel aantrekkelijk,
met veel charme. En als Paul 15
was moest Mary ongeveer tussen
de 35 en de 40 zijn
„Ja." zei Mary intussen, „het
kleine meisje was 's middags ziek
geworden om een uur of 3, en ze
had juffrouw Brown gevraagd om
bij de buren om een ïjszak te
gaan vragen Ja. juffrouw Brown
was ermeeteruggekomen cn ze
had ook een fles wijn meege
bracht, hoewel Mary dat toen
niet wist. Zelf was ze met het
kleine meisje bezig geweest; ja, de
hele tijd. Toen had ze een gil ge
hoord en haar oudste dochtertje
was naar boven 'komen rennen om
het haar te vertellen."
„Ze was natuurlijk met de dok
ter bij de zieke juffrouw Brown
blijven zitten, totdat die was ge
storven, en toen had de dokter voor
gesteld om haar dochtertje naar
het ziekenhuis te brengen. Mary
was naar boven gegaan om de
kinderen te kalmeren en het klei
ne meisje klaar te maken. Ja ze
ker. ze had de wijn van het blad
opgedronken."
„Nee, ze was helemaal niet in de
eetkamer geweest en ze had ook de
broodrooster niet afgezet." Dit was
een vraag van Pring en Robin had
Duff toegefluisterd, dat geen v?n
hun mannen iets af wist van het
afzetten van de broodrooster.
Mary vervolgde: „Ja, juffrouw
Brown had inderdaad een hypo
theek op haar huis. Ze was een
oude vriendin van haar en natuur
lijk ook bevriend met Mary's
vrienden hier in New Rochelle.
Nee, voorzover zij wist had ze geen
vijanden. Mevrouw Meredith? dat
was een oude geschiedenis; ze wa
ren ais meisje al niet dol op elkaar
geweest. Mevrouw Meredith was
iemand die heel intens leefde; op
het ogenblik zat zc erg in angst
over haar zoon. Mary dacht niet dat
zij ooit
„Het vergif? o nee. de tuinpre-
paraten kwamen nooit in huis, daar
probeerde ze altijd erg op te letten.
Ze werden achter slot bewaard,
buiten het bereik van onbevoegden.
Voorzover ze zich kon herinneren
was er maar één bus nicotine-sul-
phaat geweest
„Vreselijk dat zoiets had kunnen
gebeuren; Mary had er geen ver
klaring voor. Ze zei dat zc erg
hoopte, dat de politie het zou kun
nen ophelderen, want ze vond het
niets prettig als er mensen in haar
huis werden vergiftigd."
Pring had haar bijna bemoedigend
op haar hand geklopt. „Maakt U
zich maar geen zorgen, mevrouw
tje." Hij bedankte haar en Robin
bedankte haar ook
Zc stonden op on) weg te gaan,
Duff stond op van zijn plaats om
hun door het huis naar de voordeur
voor te gaan.
„Hoe is het bij mevrouw Meredith
gegaan?" vroeg hij.
„We hebben het haar makkelijk
gemaakt", zei Pring, zijn schouders
ophalend. Het leek wel of hij een
beetje op zijn teentjes getrapt was
„Ze is zeker erg zenuwachtig, maar
ik geloof toch niet dat ze het ge
daan heeft. Ze had het alleen maar
niet op met die juffrouw, cn dat zal
wel altijd zo geweest zijn. En waar
om zou ze haar ook vergiftigd heb
ben? Goede Jiemel, het zou zo uit
gekomen zijn als ze dat gedaan
had. Want hoe had ze kunnen we
ten, dat wij zo'n last zouden krij
gen met die wijnflessen?"
„Dat is zo", zei Duff. „Ik begin
eraan te twijfelen of iemand het
wel gedaan heeft."
Robin verplaatste met zijn tong
zijn kauwgom naar de andere kant
van zijn mond „Een ongeluk, dat
zeg ik die fles van mevrouw
Meredith. hoor es hier, die had
al dagen open bij haar in huis ge
staan. Ze heeft in die tijd wel twee
of drie verschillende werksters in
huis gehad wat zou er dan niet al
lemaal kunnen gebeuren?", en hij
hajide met een welsprekend gebaar
zijn fcchouders op.
(Wordt vervolgd)