VOOR ANTJES EN JANTJES sa) r MOEILIJKHEDEN? Rechters zijn heus geen automaten M en andere jonge klantjes) Heerlijkste liefhebberij: stenen zoeken Het luie varkentje Lanterfant «et mmmmieiwnd Een legertjehelemaal van zilver ARTHUR RAMSOME Uit de toverhoed der schakers Er komt geen letter aan te pas i A i i 31 A A A A De schuldeloze bloem t°beterdag 13 October 1951 7, mie.' xeektl ber ïdere krji hor- so g< c st-/ ISSCHIEN heb je tvel eens van grjntgravers aan het werk -dt (.zien. De mannen staan in een ote kuil en scheppen zand en stenen maakt en eentje, die schuit- stenen maakt Of misschien is het wel dezelfde! Dat zeg ik je alvast: 't Is een en dezelfde kracht. Maar welke is dat dan? Wel, krachtig bewogen water. Een snelstromende rivier of branding aan de kust van zee of meer, daar is de bakermat fija—1 van rol- en schuifstenen. hun Llnni-, r de stoién worden te- kracht, van het wielende wa- druk; P en zult "iaai van de schep op een grote terecht komt. Het zand gaat or de mazen van het gaas, dat .nrn innen is; de stenen n gehouden en rollen de zeef af. ons >or de zeef hoopt zich 't grint op. gro^r I hiffoor wat goede woorden mag je ■Strcj zo'n beetje op de grinthopen en dan kun je daar lïl wad moois vinden. Ten minste: je een beetje verstand van ste- j hebt Eerlijk gezegd, dat waait 3nie* aan* moet in het begin en volhardend studeren. Maar d je het moeilijke begin onder Hc^knie, dan blijkt dat stenen zoe- a een van de heerlijkste liefheb- 'co^Ttjen ter wereld is. Het is een hcéinnende bezigheid, veel spannen- r nog dan het verhaal van Rob i zijn hond Skip en dat wil toch fiteb,! wat zeggen, niet? iVillen we eens met die keien- nde- beginnen? 3a op een grinthoop zitten en bijiem de stenen in je handen. Al- ;oud.in nog maar letten op de vorm. ïftieim kun je drie partijtjes maken, de min of meer ei- tot ko- j lvormige stenen bij elkaar, dat rolstenen- Zoek platte stenen, op <t zijn schuifstenen. De derde hoop ons niet schelen, dat zijn de »pen, die niet balvormig of plat reficn, de onregelmatigen. met Je zult heel wat rol- en schuif- ?nen vinden; en nou moet ik ns zien of je een scherp verstand :bt. Juist omdat er heel wat van irile beide soorten te vinden zijn, Klin het geen toeval zijn, dat ze Bedind of plat zijn! En nou verder: "J'pil- en schuifstenen zijn door de gevormd, en dus. er is op t Y* wereld een natuurkracht, die rol- G: o»J Snrk Voor de kleintjes •oek J ie J k heb 'n erg leuk hondje gezien. n. ï- Klein en wit. £ijn vacht is heel s C roezig. Natuurlijk vier pootjes. En :_crV en krulstaartje. SnoezigKijk ter is het, die de keien, keitjes en zand. in beweging brengt; keien en zand hotsen en botsen langs en te gen elkaar en veroorzaken in de eerste plaats een slijpende werking. Zij zijn het materiaal, waarmee ge slepen wordt, maar ook dat gesle pen wordt. Met zand en water slijpt immers ook de steenhouwer zijn zerken en puien vlak? Maar boven dien worden de keien stukgeslagen tengevolge van de heftige botsingen tegen elkaar Kort en £oed: er zijn 4wee be werkingen in fel bewogen water, die van een vijl en die van een hamer, slijpen en slaan. Knip dit krantenartikeltje uit. be waar het, volgende keer de volgen de les. HENK VAN LAAR y IER varkentjes by elkaar, Wat doen ze daar? Wat doen ze daar? Wagentje kruien met wortels en uien, grond omspitten waar knolletjes zitten, ze hebben het druk met de perenpluk en zaaien en maaien en wieltjes draaien en allemaal werken ze op het land behalve dat éne varkentje dat hele luie varkentje dat hele, heéle, heeéle luie varkentje Lanterfant. y IER varkentjes bij elkaar, 's Is 's avonds laat, het werk is klaar, dan komt het varkentje Lanterfant, dan kruipt hij uit zijn ledikant: Nou wil ik knolletjes uit de pan! Maar al zijn broertjes zeggen dan: CEEtl KWESTIE VAN! Oei Oei.' Dan schreeuwt hij moord en brand, dat hele, heéle, heeéle luie varkentje Lanterfant. ANNIE M. G. SCHMIDT y IER varkentjes op het land r wat doet het varkentje Lanterfant? O. zeggen de biggen: Hij blijft maar liggen! hij wil niet spitten hij blijft maar zitten, hij is zó'n luie! Hij wil niet kruien, niet zaaien, niet maaien, niet wieltjes draaien, daar ligt-ie alweer in z'n ledikant dat ene kleine varkentje dat hele luie varkentje dat hele, heéle, heeéle luie varkentje Lanterfant. V. „Maar wat hebben jullie met je schip gedaan?" vroeg moeder. „Waar is de Zwaluw?" „Allawallakallakuklakaowlalakul- la," zei Tittie. „Dat betekent dat we het beslist niet kunnen ver tellen omdat je een inboorling bentEen aardige inboorling na tuurlijk." „Burroborromjecboemding," zei moeder. „Dat betekent dat het mij niet kan schelen waar de boot als alles maar in orde is." „Hij Ligt op een prachtplek", zei Kapitein Jan. „Zal ik voor tolk. spelen?" zei Tittie bereidwillig. „Om je de waarheid te zeggen," zei de inboorlinge, „heb ik een heleboel Hollands geleerd door met jullie te praten maar als je dat lie ver hebt zal ik wel wallakallawalla- jen." „Als je Hollands kent is dat niet nodig," zei Jan. „Gloek." zei de inboorlinge. „Dat betekent: best. En nu hoop ik dat je de inboorlinge je kamp zal laten zien. zodat wij kunnen helpen om de strozakken er heen te brengen." Mijnheer Jackson, de boer van de Eikenhof, had alle vier de strozak ken uit de boot gehaald Hij was een erg forse, sterke inboorling en hij nam drie strozakken tegelijk op esM -fT INNEN soldaten zijn er niet al- tijd geweest. Eerst bestonden oe,ïe hier en daar en waren dan iets Nl;heel bizonders. Een soldaat, een ge- >r meraal, een officier te paard, die waren er wel eens, maar dan veel groter dan ze nu gemaakt worden. weten dat Lodewijk de Der- iende er een verzameling van had. konden opgesteld worden op een tafel met gaten, op de manier van een zakschaakspel, dat jullie misschien wel eens gezien hebben. Lodewijk de Veertiende kreeg iets heel kostbaars. Dat was een heel ger van zilver gemaakt, en daar 1 wel een geweldig grote tafel 'voor nodig zijn geweest. Toch vond p-thij dat waarschijnlijk nog niet mooi „.'genoeg, want* in 1672 bestelde hij in Neurenberg, de beroemde speelgoed- stad, een leger tinnen soldaten. En e daar was het bizondere van. dat ze zó waren gemaakt dat ze alle be staande oefeningen konden doen. Ze werden ontworpen door twee be roemde kunstenaars, maar de ko- ning liet toch voor de zekerheid zijn minister van Oorlog naar Neuren- H berg reizen om te zien of alles wel jfl precies goed werd. En dat werd het. F, Bij dat leger waar de kleine Lode- Ifwijk mee gespeeld heeft, was alles uee !g| VOO wat er in die tijd maar bij een echt leger te vinden was. Niet alleen de soldaten, officieren, paarden en ka nonnen. maar ook tenten, wagens, en marketentsters met hun hele hebben en houwen. De Neurenbergse broeders zullen er toen wel een hele handigheid in gekregen hebben, maar het duurde toch nog lang voordat alle kinderen tinnen soldaten konden krijgen Dat gebeurde pas vanaf 1760. ook in Neurenberg. Toen zijn ze daar ris sen en rissen soldaatjes gaan ma ken, tegelijk met die platte figuur tjes van mensen, beesten en bomen, die jullie ook wel kennen. Er zit nog heel wat vast aan die tinnen soldaten-industrie. Want elke keer dat er nieuwe uniformen of nieuwe wapens komen, moeten die ook weer nagemaakt worden. Som mige mensen verzamelen alle tin nen soldaatjes die er ooit geweest zijn, en dat zijn er heel wat. Een gekke hobby, hè° Maar wat nog gekker is, is dat er grote mensen zijn die soldaatjes en alles wat daarbij hoort, kopen, en daarmee dan gezellig in hun huiskamer oor logje gaan zitten spelen. Met een kopje thee en een koekje. Vinden jullie dat leuk? Ik niet. en gooide ze over zijn schouder. Jan en Suze droegen de vierde. Rutger nam de inboorlinge bij de hand en Tittie wees de weg naar de tenten. „Wel, jullie hebben een prachtig kamp." zei de inboorlinge. „Mooi hé?" zei Suze. „Wil je eens in deze tent komen?" De inboorlinge bukte en ging naar binnen Mijnheer Jackson gooide de strozakken neer. „Kom mee. Rutger," zei Jan, „laten wij onze tent helemaal klaar maken voor zij komt." Jan pakte een kant van een stro zak op. Rutger hielp hem en sa men sleepten zij eerst de ene en toen de andere strozak naar hun tent. Zij legden er aan elke kant een. stompten ze plat en schudden ze op en legden er toen de dekens overheen. Toen ging elk op zijn eigen bed liggen. Ondertussen maakten Suze en de inboorlinge de bedden in de andere tent op. Mijn heer Jackson was teruggegaan naai zijn boot. Kort daarop stak de inboorlinge haar hoofd naar binnen in de ka- piteinstent. „Het ziet er hier gezellig genoeg uit." zei hij, „maar wat doe je als het donker wordt?" „We hadden twee lantaarns mee moeten nemen," zei Jan. „Dat heb ik vergeten. We hebben alleen maar de grote lantaarn voor het hele kamp." „Ik heb twee kleine kaarslan taarns meegebracht, een voor elke tent, als je belooft er voorzichtiig mee te zullen zijn en niet de ten', of je zelf in de brand te steken Waar is de olie voor de grote lan taarn?" „Vlak buiten de tent." zei Jan. „Je moet ze op een veilig plekje bewaren, een eindje van het kamp en een flink eind bij het vuur van daan." Op dat ogenblik kwam de sterke inboorling weer terug met een nieuwe lading uit de boot. „Kom eens mee naar buiten," zei de inboorlinge. „Ik blijf hier niet lang, want mijnheer Jackson moet terug naar zijn boerderij. Maar er moeten verscheidene dingen gere geld worden. In de eerste plaats wat de melk betreft. Er zijn geen koeien op het eiland, dus je zal naar het vasteland moeten voor melk. Ik heb afgesproken met de boerderij aan de overkant, dat je iedere morgen een liter melk krijgt Als je 's avonds meer wilt hebben, zal de boerin het je gevén. Maar iedere morgen moet je er naar to<* om je melk te halen. Je kunt hun landingssteigertje zien bij de grote eikenboom. Dank U. mijnheer Jack son." De sterke inboorling had een grote mand neergezet, die hij uit de boot had gehaald. Er zaten een melkkan in en nog een heleboel andere dingen. De inboorlinge be gon ze er uit te halen. „Hier is de melkkan," zei zij. cn denk er aan dat je overdag de melK zo koel mogelijk houdt. Zet ze niet in de zon cn denk er aan dat je de kan iedere keer goed schoon wast voor je er weer mee naar de boerderij gaat. Verder heb ik voor morgen een vleespastei meege bracht, die mevrouw Jackson van daag gemaakt heeft. Je zal gauw genoeg krijgen van bussenvlees „Pemmikan," zei Tittie. „Pemmikan". zei de inboorlinge Dus als ik jullie was zou ik alleen maar een busje Pemmikan open maken als je niets anders hebt dat je kunt eten zonder het te koken Tussen twee haakjes. Suze is de kok, niet waar?" „Ja." zei kapitein Jan. „Dan zal ik haar maar de etens waren geven. Hier is de pastei. Uit het Engels vertaald door Jac. v. d. Ster Verder heb ik een doos Sanovite meegebracht voor het ontbijt. Suze zal het al druk genoeg hebben zon der dat ze iedere morgen haver mout moet koken." „Ik kook graag", zei stuurman Suze. „Als je het leuk wilt blijven vin den." zei de inboorlinge, „neem dan mijn raad aan en laat de anderen de vaten wassen." Mijnheer Jackson kwam weer van de boot vandaan met een grote zak „Mevrouw Jackson is zo vriende lijk geweest om jullie kussens mee te geven," zei de inboorlinge, „je kan ook zonder kussens wel sla pen, dat weet ik wel, maar toch maakt het een heel verschil. Ik weet wel haast zeker dat Columbus altijd zijn eigen kussen meenam De kussens werden uit de zak ge haald en naar de tenten gebracht. „Heb je de zeerover gezien met de papegaai?" vroeg Tittie toen zij weer terugkwam. „Welke zeerover?" vroeg de in boorlinge. „Die op de woonschuit. Wij heb ben hem gezien. En zijn papegaai ook." Mijnheer Jackson lachte. „Noemen jullie hem zo," zei hij. „Nou gelijk heb je". „Ik heb het woonschip gezien, zei de inboorlinge. „Het is mijnheer Turner." zei de sterke inboorling. „Hij woont meest al 's zomers op het schip. Dit jaar wil hij niemand bij zich hebber. Het vorige jaar waren er altijd een paar nichtjes van hem, die aan de andere kant van het meer wonen, bij hem. Maar van 't jaar niet Hij wil de hele zomer alleen zijn. Nie mand weet wat hij daar doet. maar ze zeggen dat hij dingen op die woonschuit heeft, die een fortuin waard zijn." ,X>at is zijn schat," zei Tittie. „Ik wist wel dat het een vroegere zee rover was. Natuurlijk kan hij nie mand in de buurt laten komen." „Ik moet eens naar Vicky toe. zei de inboorlinge, „dus ik zal hiei niet langer blijven. Jullie zullen trouwens liever niet teveel inboor lingen in de buurt hebben, denk ik. Het begint donker te worden en als ik jullie was zou ik maai vroeg gaan slapen, want de zon zal je morgenochtend wakker maken als de vogels het niet doen." „Wel bedankt voor het brengen van de spullen," zei Suze. „Vooral de lantaarns," zei Tittie (Wordt vervolgd) Misschien kent u dat geniale plaatje in de New Yorker van die innig vergenoegde winkelier die voor een argeloze klant twee of drie spellen uitstalt en bij het schaakbord met stukken toelicht: „Precies; u neemt ze tussen duim cn wijsvinger en verplaatst zc maar over de vakjes". Misschien kent W. W. Adams het ook maar de milde spot met die eenvoudige ziel die. zijn koopwaar in de hand. zo goedmoedig voorbij gaat aan het bestaan van een schaak wereld met honderden beroemde meesters, duizenden kampioenschap pen of wat daarop gelijkt, tiendui zenden delen literatuur, honderd duizenden geboekstaafde partijen en millioenen ernstige beoefenaren die milde spot kan hem onmogelijk zijn opgevallen Want hijzelf heeft een boekje uitgegeven in de trant van „wit begint on wint", niet als advertentie-kreet, maar om in alle ernst lucht te geven aan zijn over tuiging dat het een beslissend voor deel is de eerste zet te mogen doen. Zoveel dwaze botheid zou de Rus sische mccstergroepen. die zich nu al jarenlang aftobben met een on derzoek van de theorie der ope ningen. waarschijnlijk niet eens een glimlach cntlokkcn. Een beginneling-schaker is Adams niet. hii schynt "zelfs sterk genoeg 'e zijn om simultaan-tournées door de Verenigde Staten te kunnen ma ken. Maar een partij als hieronder behandeld, zou toch menigeen in zijn plaats tot bescheidenheid stem men. Wit- H. B. Daly Zwart: W. W. Adams. SPAANS Zet U maar schrap deze week. puzzelaars, want dit is werkelijk heel. heel moeilijk. Wij zijn gauw uitverteld, maar of zo gauw klaar bent, is de vraag. Het gaat hierom. In die 43 maagdelijke vakjes moeten cijfers komen, van 1 tot en met 45. Als de figuur helemaal is ingevuld en het is goed gedaan, dan moet op de horizontale, de verticale cn de diagonale lij nen de som van die cijfers gelijk zijn. Nou vooruit, wc willen zelfs nog zeggen dat er naar alle kanten 200 moet uitkomen. Maar de rest moet u zelf doen. Oplossing kruiswoord puzzle HORIZONTAAL 1. Soda: M. Arena; 8 Indirect; 15. Ele gant; 18. Roset. 19. Mr; 21. Prent; 22. Ras; 24. Lek, 25, Fr.; 26. Elk; 28 Eng; 29. Kaliber; 30. Are. 31. Stal; 33 Mo tor; 34. Span; 35. Turijn, 36. Kerspel; 38. Vaag; 39. Es. 40 V.M.; 41 Op; 43. Prik: 45. Safe: 47. a k 49. Tel; 50 Po- I rie. 51. Nor. 53. La: 55. Step. 56 Tred; I 58. On; GO. Ste; 61. Salon; 62 Oom. 64. s.s„ 65. Enig; 67. Krat; 69. t t 71. Ar: I 72. Ma: 73. Mals: 74. Makreel: 80. Titel; 82. Karn; 84. Rouge 86. Eens 87. Lat; I 88. Malaria; 89 Pek: 91. Rit; 92 El; 93. Dol; 94. Keg, 95. Serre; 97. Er; 98. Na- h 1. e2—e4. c7e5; 2. Pgl—13. Pb8— c6: 3. Lf 1b5, a7—a6; 4. Lb5—a4. PgS—16; 5. 0—0, Lf8e'6. d2—rt-l, eSxdl; 7. Tflel (het laatste nieuws in deze variant Is dat b7—b5. wat Euwe te Dubrovnlk. 1950, tegen Reshevsky beproefde, met het oog op 8 Lb3 moet worden afgeraden- 8 d6. 9. Ld5, respectievelijk fi. 00. 9. e5. Pc8; 10. Ld5. in beide gevallen ten wits voordela). 7ou; 8. C4—o5. Pf6e8 (beter 8 Pd5): 9. Pf.lxdl, Pc6xd4; 10. ndlxd4, d7—d6; 11. o2e4, (erger dan enkel tijdverlies, namelijk prijsgeven van weerstand op de diagonaal al—h8. Een aangenaam initiatief had wit zich met 11. Pc3 kun nen waarborgen), 11I,c8e6; 12. La4c2, dfixeS; 13. Cd4xc5, Pe8— f6 (zwart revancheert zich ruimschoots door de gelegenheid tot 13Lf6. 14. De4, r6, met de dreiging Pd6. waar bij pion c4 zich ten overvloede nog als doelwit ontpopt ongebruikt te laten voorbijgaan), 14 Phl—<12. T/8e8; 15. Tel—dl. Le6g416. Pd2—f3, Dd8— rfi; 17. De5c3 (alle spanningen zijn ver dwenen en het spel had genoeglijk re mise kunnen worden gegeven. Maar met onblusbare energie trachten beide partijen nieuwe spanningen op ie bou wen. De volgende episode gaat om de vraag of zwart wèl vaart bij het ver oorzaken van zwakten door middel van Lf3 als hij. in ruil, wits raadsheren een hinderlijke activiteit moc-t toestaan). 17b7—b6; 18. Lel—r5. Dc8—b7. 19. Tdl—el. Lgixf3; 2" g2xf3, Db7—c6 (om mogelijkheden zoals Te7:, Te7:. Lf6-, gf6 Dd3 uit de weg te gaani'21. Tal—dl. h"hfi; 22. Lg5—hl. T*3— d8 (dat Is weer geen gebrekkige vondst want zwart brengt vrijwillig dc drei ging Dd3 aan de orde. Er was niets beters dan consequente vereffening met 22. Pd5: 23. Td5 Lh4 21 Tel —dl. Lf6; 25. Dd3. g6 enz) 23. TdlxdS. Le7xd8; 21. TelX«8t, Dc6xe8; 25. DrJ— d3, g7—r6 (nog een stap in dc verkeer de richting. Verloren whs zwart geens zins. hij behoefde niets anders dan voorzichtig 25 Le7 cn dan Dd8 te doen). 26. clc5 tcgenbclccfdheid; wit had de leidsels kennelijk in handen cn beschikte over 26 Ddl om zc althans In handen te houden. Daarentegen biedt 26. c5 gelegenheid tot 26Pd5 met de dreiging Delt. Kg2. Pf4t zowel der; 100. Portier: 102. Roulette; 103. Dolk; 104. Blank. VERTICAAL 1. Semester. 2. De; 3. Alp: 4. Agent: 5 Rang; 6. Ent; 7. N.T.. 9. Nr.; 10. Do len 11 Iscr12. Rek; 13 Et; 14 Toren; 16 Ere; 17. Galop. '20. Ritus: 22. Rats; 23. Sire; 25. Fragiel; 27. Kar; 29. Kor; 30. Apart; 32. Lijfarts; 33. Mc; 34. Sap; 36. Km,, 37. L.O.'. 40. Veepest; 42. Pant, scr; 44. Klam; 45. SOS; 46 Flets; 48. Koran; 52. Religie; 54. Pork; 57. Dog: 59. Normaal, 63. Maart; 66. Valstrik; 68. Tin. 70. t.m.; 71. Al. 72. Menie; 75. Arak: 76 Koren; 77 Ruig: 78. Ega: 79. Ee: 81 Ter. 82 Kleur; 83. Palet: 85. Hert: 88 Mode; 89. Perk; 90. Krib; 93 Dal; 95. Sol. 96 Ecl; 98. Nu. 99. R.T.; 100. Po. 101. Ra. 4.1,1 ji muiimum Wij seven raad Het kan onder bepaalde omstandigheden voorkomen, dat wanneer een eis tot echtscheiding is ingediend cn cén der partijen niet verschijnt, de rechtbank tóch dc eis inwilligt. Dit wil echter geenszins zeggen, dat onder alle omstandigheden dc beslissing in deze zin zal uitvallen. Rechters zijn geen automaten en houden bij het bepalen van hun standpunt niet alleen rekening met wat dc wet voorschrijft, doch ook met vele omstandigheden, welke eventueel een rol kunnen spelen. Derhalve zal een belanghebben de in een echtscheidingsproces goed doen. nooit zonder meer af te gaan op wat hij meent, dat in be paald geval wel eens is beslist. Het allerbeste is in dc regel, af te gaan op het advies van een rechts kundig raadsman. Dit in antwoord op een vraag van M. E. W. v. d. V C. N. G. v. d. L. Ook wanneer er niet veel geld is kan het onder bepaalde omstandigheden aanbeve ling verdienen op huwelijkse voor waarden te gaan trouwen. Men kan dan moeilijkheden, welke men nu reeds terecht vreest, tot op ze kere hoogte voor de toekomst on dervangen. Wat men echter niet kan ondervangen is een eventuele verplichting om bij te dragen in de kosten van het levensonderhoud van schoonouders. Ten aanzien van een stiefvader ligt de zaak echter anders. A. v. II. Een gehuwde zonder kinderen betaalt van een weekloon van f 50,47 aan loonbelasting f 2,65; een gehuwde met aftrek voor 2 kinderen, f 0,40 per week. Een ge huwde met 2 kinderen, waarvoor aftrek wordt genoten, die een weekloon heeft van f 46,plus kinderbijslag (f 5 82 per week), dus met een totaalloon van f 53,82, betaalt per week aan loonbelasting f 0.69. als Lh4:,'cn daarna Dclt cn Df2t. Maar ook die eelegenheld laat zwart zich ont gaan). 26. b6b5; 27. Lc2—b3, KrRr7 (beslissende fout. Wat hij ook kan overleven, dit niet Hij had dc re sultaten van 27Kh7, 28. Dd4 g5 moeten afwachten). 28. Dri3dl, De8 elY (dat is nog slechter dan 28 g6g5 29. KrI—r2, Ld8—e7; 30. Lh4— R3, r7—c6; 31. Lr3—C5, 31D-cl— n5 (cr Is geen redding, zie 31 Del. 32. h4. hö. 33. £4; zwart verkeert in zetdwang en moet de loper op b3 door gang verlenen naar c2 via e4 naar c6). 32. Dd4—d7, zwart geeft het op. LOD. PRINS K. v. E. Wanneer de bouwknecht het huis. dat de boer toebehoort, heeft betrokken en er was geen waterbak bij en hij (de bouw knecht) heeft daartegen geen be zwaar gemaakt, dan moet worden aangenomen, dat hij in de op zich zelf onbevredigende situatie heeft berust. Het is alleszins redelijk, dat de boer zorgdraagt voor een drinkwaterbak en wanneer dc bouwknecht hierover met de Bur gemeester gaat spreken, is het niet onmogelijk, dat de Burgemeester door middel van Bouw- en Wo ningtoezicht dc eigenaar ertoe dwingt de voorziening te treffen. Anders is het echter met de kos ten van het water. Nu daarom trent bij het betrekken van de wo ning blijkbaar niets is geregeld, moet de knecht hiervoor zelf zor gen. Wanneer echter de Burge meester of een andere autoriteit in deze kwestie wordt betrokken, dan is het niet onmogelijk, dat de ver houding tussen boer en knecht slechter wordt. Om zulks te voor komen. is onderling overleg het beste, wat hier in dit geval valt aan te raden. Advertentie (1. M.) vraagt ons 1 prospectus! I Staatsexamen H B S. A en B Onderwijzersakte-MULO A en B detective-verhaal door Charlotte Armstrong 41 .Wat ik zei was: ..Brownie wordt lastig o wat een ramp, en juist nü". Mary probeerde haar eigen woorden precies weer te geven. „De jongens vonden het gemeen van haar. Ik zei: Misschien kan zij er ook niets aan doen maar ik heb het geld niet. Misschien gaat ze we! dood en laat ons haar geld na. Geef de suiker eens door." Mary hield op. cn voegde er toen met pijnlijke eerlijkheid aan toe: ,JEen van hen zei; Ik wou dat ze maar dood ging." „Wie zei dat?" „T-Taffy." Mary slikte een paar keer „Maar toen deed ik maar of het me allemaal niets kon schelen, en ik dacht dat ik het daarmee uit de wereld had geholpen Duff zei: „Dat heeft niet veel te betekenen. Je maakt je de meeste zorgen over Taffy, hè?" „Ja, en ik weet niet waarom," zei Mary klaaglijk. „Maar het is zo'n schatje zulke zuivere lijnen, zo als je zei. Ze is zo ernstig en nauw keurig cn g-gelukkig. We... we zijn allemaal zo dol op haar. En daarom vraag ik me af. of ze er iets meer van weet.Hoe zou ze iets kunnen weten? Ik denk er alsmaar overen trouwens, ze was zo ziek ze had koorts.... misschien. „Huil maar niet," zei Duff; „goe de hemel, ik begrijp heus wel hoe je je voelt het is afschuwelijk. Ik ben in mijn hele leven nog niet zo bang geweest Maar als dat alles is en is het heus alles?" Ze keek hem vragend aan. „Wees maar gerust." zei hij. „met Taffy zal er niets gebeuren, daar zal ik voor zorgen. Ik beloof het je." Mary zei niet: .Wat bent U toch goed én vriendelijk voor mij." maar zc deed een beroep op zijn genade en op zijn goede hart. Ze zei: „O alstublieft meneer Duff, zorg ervoor. Alstublieft." „Heb je heb je het haar ge vraagd, Mary?" Mary sloeg haar handen voor haar gezicht. „Nee, dat kan ik niet." „Hallo Mamriep Alfie van uit de huiskamer. „Er is iemand om je te spreken." Zijn blonde haar stak af tegen het luik. Hij maakte een toeter van zijn handen en voegde er op een geheimzinnige fluistertoon aan toe: „De politie." Mary snoot eens flink haar neus in een flodderig zakdoekje en zei toen met vaste stem: „Vraag ze maar hier te komen, jongen." Terwijl Duff zat toe te kijken pantserde zij zich voor het gevecht, trok haar mevrouwen-gezicht en stond hen te woord. Ze deed het precies goed, vond hijzonder terug houdendheid, gedecideerd maar niet te gedecideerd, vriendelijk, niet te vrolijk en niet te bedroefd, cn zij antwoordde op al hun vragen. Hij had het gevoel dat zij onder het ge sprek al hun officiële stijfheid kwijt raakten, hij voelde hen als het ware uit dc plooi komen. Zelf zat hij er rustig bij en pas later be sefte hij, welke rol zij misschien wel hadden gedacht dat hij speel de. In werkelijkheid had hij alleen maar naar Mary's gezicht zitten kij ken; hij had bedacht, dat haar neus beslist iets tc groot was en haar gezicht wat te lang cn te smal, dat haar donkere haar niet erg net jes zat, dat haar wenkbrauwen te recht liepen en niet genoeg gebogen waren, en dat zij toch een knappe vrouw was en heel aantrekkelijk, met veel charme. En als Paul 15 was moest Mary ongeveer tussen de 35 en de 40 zijn „Ja." zei Mary intussen, „het kleine meisje was 's middags ziek geworden om een uur of 3, en ze had juffrouw Brown gevraagd om bij de buren om een ïjszak te gaan vragen Ja. juffrouw Brown was ermeeteruggekomen cn ze had ook een fles wijn meege bracht, hoewel Mary dat toen niet wist. Zelf was ze met het kleine meisje bezig geweest; ja, de hele tijd. Toen had ze een gil ge hoord en haar oudste dochtertje was naar boven 'komen rennen om het haar te vertellen." „Ze was natuurlijk met de dok ter bij de zieke juffrouw Brown blijven zitten, totdat die was ge storven, en toen had de dokter voor gesteld om haar dochtertje naar het ziekenhuis te brengen. Mary was naar boven gegaan om de kinderen te kalmeren en het klei ne meisje klaar te maken. Ja ze ker. ze had de wijn van het blad opgedronken." „Nee, ze was helemaal niet in de eetkamer geweest en ze had ook de broodrooster niet afgezet." Dit was een vraag van Pring en Robin had Duff toegefluisterd, dat geen v?n hun mannen iets af wist van het afzetten van de broodrooster. Mary vervolgde: „Ja, juffrouw Brown had inderdaad een hypo theek op haar huis. Ze was een oude vriendin van haar en natuur lijk ook bevriend met Mary's vrienden hier in New Rochelle. Nee, voorzover zij wist had ze geen vijanden. Mevrouw Meredith? dat was een oude geschiedenis; ze wa ren ais meisje al niet dol op elkaar geweest. Mevrouw Meredith was iemand die heel intens leefde; op het ogenblik zat zc erg in angst over haar zoon. Mary dacht niet dat zij ooit „Het vergif? o nee. de tuinpre- paraten kwamen nooit in huis, daar probeerde ze altijd erg op te letten. Ze werden achter slot bewaard, buiten het bereik van onbevoegden. Voorzover ze zich kon herinneren was er maar één bus nicotine-sul- phaat geweest „Vreselijk dat zoiets had kunnen gebeuren; Mary had er geen ver klaring voor. Ze zei dat zc erg hoopte, dat de politie het zou kun nen ophelderen, want ze vond het niets prettig als er mensen in haar huis werden vergiftigd." Pring had haar bijna bemoedigend op haar hand geklopt. „Maakt U zich maar geen zorgen, mevrouw tje." Hij bedankte haar en Robin bedankte haar ook Zc stonden op on) weg te gaan, Duff stond op van zijn plaats om hun door het huis naar de voordeur voor te gaan. „Hoe is het bij mevrouw Meredith gegaan?" vroeg hij. „We hebben het haar makkelijk gemaakt", zei Pring, zijn schouders ophalend. Het leek wel of hij een beetje op zijn teentjes getrapt was „Ze is zeker erg zenuwachtig, maar ik geloof toch niet dat ze het ge daan heeft. Ze had het alleen maar niet op met die juffrouw, cn dat zal wel altijd zo geweest zijn. En waar om zou ze haar ook vergiftigd heb ben? Goede Jiemel, het zou zo uit gekomen zijn als ze dat gedaan had. Want hoe had ze kunnen we ten, dat wij zo'n last zouden krij gen met die wijnflessen?" „Dat is zo", zei Duff. „Ik begin eraan te twijfelen of iemand het wel gedaan heeft." Robin verplaatste met zijn tong zijn kauwgom naar de andere kant van zijn mond „Een ongeluk, dat zeg ik die fles van mevrouw Meredith. hoor es hier, die had al dagen open bij haar in huis ge staan. Ze heeft in die tijd wel twee of drie verschillende werksters in huis gehad wat zou er dan niet al lemaal kunnen gebeuren?", en hij hajide met een welsprekend gebaar zijn fcchouders op. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 7