,Waarom de varkens in
de grond wroeten
Hoed met gele pluimen
Draaien, altijd maar
draaien
Oud speelgoed
in een museum
v__
Verkeerd
eindcontact
Hawaii is land
van de kransen
)e schuldeloze bloem
Zaterdag 17 November 1951
ER was eens een stokoud
wijfje, met allemaal grijze
naren en een heleboel rimpeltjes
in haar gezicht. Ze kwam bijna
niet meer uit haar huisje; ze kon
ook niet goed meer lopen Maar
op een keer scheen de zon toch zó
heerlijk, dat ze voetje voor voet
je wandelen ging langs de huizen
kant. En kijk, daar vond ze een
nieuw dubbeltje! Het glinsterde
in de zon.
Wat doet een arm oud vrouw
tje met een nieuw dubbeltje? Ze
wist het niet. Maar toen ze naar
huis ging. schoot het in haar ge
dachten. dat ze in een hele tijd
geen pannekoeken had gegeten
Daarom sukkelde ze naar de grut
ter om een zakje meel en naar de
melkboer om een litertje melk.
Thuis maakte ze in een aarden
pot het beslag. Toen zette ze de
koekepan op het knappende vuur-
j tje van het fornuis, deed een klon-
- tje boter in de pan. dat sissend
smolt en toen een lepel beslag.
j .Nou, de buren snoven de lekkere
geur op en klakten met de tong.
De honden zaten te likkebaarden
J^voor de deur.
Tja, nu waren er nog een paar
«centen van het dubbeltje over.
En het oude wijfje maar panne
nkoeken bakken en maar prakkize-
ren over wat ze nog wel kon ko
pen. Stroop! Natuurlijk stroop
«voor de pannekoeken En zij weg
v op d'r sloffen om stroop te halen.
Maar onderweg kwam ze een an
der stokoud vrouwtje tegen en die
vertelde ze van het dubbeltje. Ze
kwam nog een oud vrouwtje tegen
en die vertelde ze óók van het
dubbeltje.
T NTUSSEN bleef ze veel te lang
weg! De pannekoek werd half
gaar, toen helemaal gaar en toen
zou ie verbrandenmaar van
de hitte sprong ie uit de hete pan
Hopsa! Zo maar door de schoor
steen de lucht in. Hij zeilde met
I de wind mee, viel op het dak.
duikelde over de pannen, hipte
[over de goot. kwam op straat te
recht en rolde zo hard hij kon
de weg over. Hij wist zelf niet.
waar dat zo snel heen ging.
De smid zag hem rollen. ..Pan
nekoek? hier op aan!" riep hij
Maar de pannekoek zei; „Ik ben
aan de hete pan ontkomen en aan
het oude vrouwtje, jij zal me ook
niet hebben, zwartsnoet!" Wat
1 verder stond een hond te likken
uit een emmer met water. ,.Pan-
nekoek. hier op aan!" riep de
hond. De pannekoek gromde: ..Ik
ben aan de hete pan ontkomen,
aan het oude vrouwtje, en de
zwarte smid. jii zult me ook niet
hebben, loebas!"
Zo ontmoette de pannekoek nog
allerlei mensen en dieren, en over
al was het hetzelfde; ieder van
hen riep de pannekoek, maar deze
antwoordde telkens weer. dat ze
hem niet zouden krijgen.
Eindelijk kwam de pannekoek
bij een groot log varken en dat
knorde ook al; ..Pannekoek. kom
hier!" Weer antwoordde de pan
nekoek als te voren. „Dan durf
je vast niet op m'n rug te gaan
zitten!" beweerde toen het slim
me zwijn Meteen sprong de pan
nekoek op de spekrug van het
varken en zei: „Zie je wel, dat
dürf ik best!"
„Maar durf je ook op m'n nek
te staan?" vroeg het varken. In
een wip stond de pannekoek er.
Het varken trok een lange snuit
van verbazing en sprak: ..En nou
op m'n kop'" Hupsakee, daar stond
de pannekoek.
„Je durft een heleboel," zei toen
het zwijn, „maar op m'n snoet
staan, dat durf je vast niet'" „Ik
sta er al!" riep de pannekoek En
toen, en toen, toen deed die
schrok-op.van-een-varken me toch
een hap. een gróte hap. en slokte
de helft van de pannekoek naar
binnen. De andere helft viel op de
grond en kroop van angst een-
twee-drie in een gaatje in de
grond.
LJ ET varken had wel honderd
1 1 van zulke pannekoeken ge
lust IJverig begon hij naar de
andere helft te snuffelen en toen
hij het gaatje vond. waar de rest
van de pannekoek was ingekro-
IVoor de kleintjes
Oma was de liefste
van de klas
Toen Oma nog een meisje was,
Ja heus, dat was ze echt!
Was zij de liefste van de klas
En ze had een bruine vlecht.
Kinderen hebben altijd graag
gespeeld met alles wat rijden en
rollen kan Geleerde mannen, die
in de grond graven op zoek naar
oude dingen, hebben in India
dat reusachtige grote schiereiland
aan de Indische Oceaan een
prachtig bronzen karretje gevon
den Het heeft fijn bewerkte wiel
tjes en wordt voortgetrokken door
een bronzen paardje. Er zit een
deftige dame op de bok. die de
teugels vasthoudt. Zouden jullie,
die verkeers-agentje spelen met
metalen en plastic autootjes, niet
graag zo'n wagentje willen hebben?
Dat kan natuurlijk niet. want
het karretje, dat die geleerde heren
hebben opgegraven, is een heleboel
geld waard, omdat.het zo oud
is! Het wordt in een museum be
waard. Misschien komen jullie
autootjes over duizend jaar ook
nog eens in een museum.
Nog veel meer oud speelgoed ls
er in India gevonden: bronzen
hondjes en katjes, ja zelfs vogel
tjes. die, als je er in blaast, echt
kunnen fluiten. Prachtige potjes en
pannetjes, van gebakken klei en
grote cylinderdozen met wel twin
tig steeds kleinere cylinders er in.
Zo iets als de kubussen, die je nu
nog in de speelgoedwinkels kan
kopen.
Het Indiase speelgoed uit die
oude tijden was soms zeer duur
cr zijn kunstig gelakte dozen ge
vonden. stukjes speelgoed van por-
celein en sandelhout, ja zelfs van
ivoor (gemaakt dus van de grote
hoektanden van olifanten) En dat
alles staat nu in India te pronk in
glazen kasten. Wij zouden het best
eens willen zien. En jullie
pen. ging hij aan het wroeten en
wroetenen dat was voor het
eerst op aarde, dat er een varken
wroette. Alle andere varkens heb-
Juffrouw Diewertje D van Duimen
Had een hoed met gele pluimen.
En met rozen en rozetten.
Die ze nooit meer af wou zetten,
Niet in het bed, en niet in het bad,
Niet bij het winkelen in de stad.
Niet in de keuken onder het werk.
Niet in de kamer en niet in de kerk.
Juffrouw Diewertje D. van Duimen,
Met haar hoed vol gele pluimen.
Ging uil wandelen in de regen
's Avonds laat om kwart voor negen,
Hoepela hoeiDaar kwam de storm
Woei en woei en WOEI! Enorm!
Fff ft! Zoals een storm dat doet:
Weg was de hoed, voorgoed, voorgoed!
Juffrouw Diewertje D. van Duimen,
Zonder hoed met gele pluimen,
Zit nu in de droefenis.
Weet niet meer, ivie of ze is
Vraagt aan iedereen, die ze ziet:
,.Ben ik 't nou, of ben ik 't niet?"
En de mensen zeggen dan:
„Kijk me eerst eens effe an:
Nee, juffrouw, het spijt ons zeer
Maar wij kennen u niet meer."
Wie geeft haar een hoed present
Zn. dat ieder haar weer kent?
't Moet een mooie zijn, een nette,
Die ze nooit hoeft af te zetten.
Wie heeft een hoed met gele pluimen
Voor juffrouw Diewertje D van Duimen?
ANNIE M. G. SCHMIDT
ben het van hem geleerd. En net
zo goed als er mensen zijn. die
naar een verborgen schat graven
om de rijkste mens van de wereld
te worden, zo wroeten de varkens
nog altijd naar die helft van die
lekkere pannekoek.
HENK VAN LAAR
Het onbewoonde eiland
.,De zeerover op het woonschip
heeft een kanon", schreeuwde Rut-
ger. terwijl ze wegvoeren. Hij was
het helemaal vergeten toen ze aan
land waren.
„O ja?", riep moeder. „Nu, tot
ziens zeelui".
Dit keer. met een stevige bries
achter, vloog „De Zwaluw" naar het
eiland en het kielzog schuimde er
lustig achter aan. Zij voeren de baai
van het woonschip recht voorbij.
Ze waren te ver af om veel te zien,
maar zij zagen de man op het woon
schip opstaan, tegen de verschan
sing van zijn achterdek leunen en
door een kijker naar hen turen. Een
ogenblik later waren zij de heuvels
aan de Zuidkant van de baai voorbij
en was het woonschip daar achter
verdwenen.
Al spoedig naderden zij hun eiland
en zoals ..De Eikenhof" vreemd had
geleken, leek het eiland hun nu
vertrouwd. Het was heerlijk om het
dichterbij te zien komen en aan de
tenten en het kamp te denken, en
rook boven de bomen uit te zien
stijgen en te weten dat het afkom
stig was van het vuur van de stuur
man.
..Het zal wel zowat etenstijd zijn",
zei Rutger.
„Vleespastei", zei Jan Hela. de
matroos staat op de uitkijk". Tittie
stond onder de hoge boom op de
uitkijkpost Zij wuifde en verdween.
..Zij is tegen Suze gaan zeggen
dat wij komen" zei Rutger.
Ondertussen hadden de stuurman
en de matroos het druk gehad op
het eiland Ze hadden een kleine
pier gemaakt van grote stenen, waar
zij over konden lopen als ze schoon
water uit het meer wilden putten.
Deze was ook hce] geschikt voor
het afspoelen van de borden en
kroezen. Ze hadden aardappelen ge
schild en ze gekookt, waarbij zij
er telkens met een vork in prikten
om te zien of ze gaar waren, tot
iederr aardappel er uitzag als een
spons. Toen had de stuurman een
hele stapel boterhammen gesneden.
De maaltijd was gereed en Tittie
kwam „De Zwaluw" tegemoet bij
de landingsplaats.
„Wij hebben post voor je,"
schreeuwde Rutger, „en post voor
Suze en die zeerover van je heeft
een kanon. Wij hebben het gezien."
„Een echt kanon?" vroeg Tittie.
„Ja," zei kapitein Jan.
„Ik wist wel dat het een zee
rover was," zei Tittie.
Tittie droeg het badgoed naar
het kamp. Rutger de hengels. Jan
het blik biscuits en de zak erw
ten. Binnen een paar minuten
maakten de vier ontdekkingsreizi
gers korte metten met de vlees
pastei. De pastei was koud, maar
dc aardappelen waren zó warm,
dat geen van hen ze even vlug" kon
eten als de koude vleespastei. Dus
hielden ze een tweede ronde. Als
dessert aten ze biscuits en appelen.
Suze las haar brief. „Moeder
zegt dat ik jullie een heleboel sla
en erwten en zulke dingen moet
geven, want dat jullie anders
scheurbuik krijgen. Wat is scheur
buik?"
„Zeelui sterven er aan als rat
ten." zei Tittie.
„We zullen vanavond doperwten
eten," zei Suze. „Het was mis
schien beter als jij en Rutger ze
eerst dopten."
Zij dopten een halve pan vol
erwten, terwijl de stuurman de
vaten waste.
De wind was weer gaan liggen,
Jan ging naar „De Zwaluw" en
haalde de reven uit het zeil Toen
duwden zij de boot af en zeilden
om het eiland heen naar het Zui
den. waar het meer breder en
verderop weer smaller werd. Heel
ver weg konden ze, aan het eind
van het meer. de rook van een
stoomboot zien.
„Er moet daar ook een haven
zijn, tiet als bij Rio." zei Tittie.
„en er zullen wel overal op het
vasteland wilden wonen."
„Het zal jaren duren, eer wij
overal zijn geweest." zei Rutger.
„We zullen zelf een kaart ma
ken." zei Jan. „en ieder jaar zul
len we er het deel dat we hebben
onderzocht, bijtekenen, totdat we
alles kennen."
Om beurten stuurden zij „De
Zwaluw". Suze was natuurlijk een
bijna even goede stuurman als
ARTHUR
RAMSOME
Uit het Engels vertaald
door
Jac. v. d. Ster I
1^
Voor de bridgers
Dat de Nederlandse spelers in
het internationaal tournooi te Ve
netië niet hoger eindigden dan op
de zevende plaats (van de veertien
deelnemende landen), acht ik op
zichzelf noch oneervol noch be
vreemdend. Het resultaat had des
ondanks wellicht iets beter kunnen
zijn. als ons team wat minder ge
ëmotioneerd had gespeeld. Dat van
sommige der sterkere deelnemers
verloren werd, is niet te verwon
deren, al ben ik wellicht te chau
vinistisch van mening, dat er ze
ker geen groot verschil in kwali
teit bestaat, zodat met wat training
en de wind mee van elke deelne
mer gewonnen kan worden. Van
sommigen werd verloren door zucht
om het spel te forceren, hetgeen
vrijwel steeds verkeerd is.
Overigens dit keer het volgende
spel:
Noord
h. v. x
C> b. x. x
<0> h, x. x. x.
•3» 9. X, X
West Oost
4 10. x. x. x. x a. b. x
x v. 10. 9. 8
O v, b, x„ x. x. x x. x
x v, 8. 7, x
Zuid
X. X
CP a, h. x. x, x
O a
A a. h. b. 10. x
Op dit spel werd door onze tegen
partij 4 H. geboden en gemaakt,
daar W. met R- uitkwam en Z. tij
dig zag 2 slagen in troef te moeten
missen, en dus op KI v. sneed.
De onzen boden aan de andere
tafel zulks m.i. foutief 5 KI.
(doordat Z. verzuimde zijn H te
herhalen nadat hij met 1 KI. had
geopend). Ook hier was R. de uit
komst. De vraag is, hoe Z. het spe
len moet. Ik geloof, dat de meeste
kans biedt om na R.a. eerst Kl.a.
te slaan, en dan H.a. en h. Zitten
dc H.'s 32. dan kan later op troel
v. gesneden worden. Valt H.v.
(waarop 27 pet. kans is), dan wordt
troef h. nageslagen in de hoop, dat
de troeven 32 zitten (of de 4e
troef in de hand van de 3e H. of
andere goede verdeling van S.h. en
R-).
In casu wordt de H.h. niet ge
troefd. waardoor Z. te weten komt.
dat O. zowel 4-kaart in H. als in
troef heeft. Z. kan dan H. vervol
gen. Als O. na H.v. met H. vervolgt
moet N. troeven, en troef 9 naslaan
Daarna wordt uit N. kleine R ge
speeld en getroefd door Z. Dan Sch.
na. En O. maakt alleen Sch a. Ook
als W. Sch a. heeft, gaat deze speel
wijze op. Speelt O. na H.v. iets an
ders na dan H. is winst op ongeveei
gelijke wijze af te dwnigen. mits
met enige voorzichtigheid behan
deld.
Dat Z mogelijk onder de In
druk van het verkeerde eindcon-
tract niet zó speelt en 2 down
ging. is niet zó verbazingwekkend.
MR. E. C. GOUDSMIT.
(Advertentie l.M.)
(Advertentie l. M.)
kapitein Jan. Matroos Tittie maak
te goede vorderingen en voor zij
weer thuiskwamen mocht zelfs de
scheepsjongen de roerpen vasthou
den. ofschoon Jan naast hem zat.
klaar om hem over te nemen als
er iets fout mocht gaan.
Het was op de terugtocht, dat
zij een tweede eiland ontdekten.
Er waren veel eilanden in het
meer, maar dit hadden ze nog niet
opgemerkt, doordat het zo klein
was en zó dicht bij het vasteland
lag. dat ze het voor een heuvel
hadden aangezien. Nu zij dicht bij
de Westelijke oever van het meer
waren, toen zij naar huis laveer
den. zagen zij duidelijk het water
tussen het eiland en het vaste
land. (Wordt vervolgd.)
Ver van hier ligt het eiland
Hawaii. Jullie hebben zeker wel
eens gehoord van de Hawaiian-
liedjes en dansen. En jullie weet
misschien ook dat de mensen er
bloemkransen om hun hals dragen.
Zijn de bewoners van Hawaii
dan zo vrolijk? Ja. en caar hebben
ze reden toe. Ze wonen in een
prachtig land. vol bloemen en
vruchtbomen. Er zijn bergen, de
zee is blauw en warm. en de zon
schijnt er altijd! De kinderen lo
pen op blote voeten en doen de
leukste spelletjes. Ze kunnen alle
maal zwemmen als vissen. Soms
zetten ze een duikersbril op en
duiken een maaltje mosselen uit
zee op. De grote jongens vangen
zelfs vissen met een lans.
Over die kransen, „lei's" heten
ze, is nog meer te zeggen. Oor
spronkelijk waren ze van bloemen,
houten kralen en schelpen. Prach
tige bloemen zijn er. De
eerste Mei is „lei-dag",
dan komen alle kinderen
op school in lange katoe
nen met vrolijke kleuren
bedrukte jasjes. En dan
hebben ze allemaal een
zelfgemaakte „lel'' om
hun hals.
Er zijn nog méér soor
ten „lei's". Want eens ont
dekte iemand, dat je ze
ook van cellophaan-papier
kan maken. Je kunt
snoepjes in rood of blauw
ccllophaan wikkelen, en
de uiteinden aan elkaar
binden. Zo maak je een
ketting, die geef je aan
een vriendje of vriendinne
tje cadeau. Als de kinde
ren voor het eerst naar
school gaan. krijgen ze
een „lei" met geldstukjes
er in. Leuk. hè?
Die „lei's" kan je ge
makkelijk maken. Probeer
het eens!
DOOR WEER EN WIND
hoeft IJ niet te gaan, als U
les wilt nemen! Blijf rustig
thuis en studeer met R.E.S.A.-
Hllvereum,de Bekende Schrif-
telijke Cursus, op elk moment,
dat U schikt! De meest succes
rijke opleiding voor M.B.A.
- Onderwijzersakte - Boekhou
den M.O. en S P.D., Hoofdcorr.
en andere officiële examens.
Wij hebben een hekel aan mensen,
die zich met draaierijen ophouden
U waarschijnlijk ook. Maar het gaat
in deze puzzle om een onschuldige
manier van draaien.
Alvorens tot het eigenlijke pro
bleem over te g3an. moeten wij U
iets vertellen over een draaierij met
twee centen Wanneer U een cent op
tafel legl en daarnaast een tweede
cent er tegen aan. dan kunt U. ter
wijl U de eerste cent op zijn plaals
houdt, met de tweede cent lanss
dc eerste rollen. De tweede cent
mag tijdens dit rollen niet „slip
pen". Bij voorkeur kunt U dan ook
dit proefje doen met oude centen
of met kwartjes.
Vóórdat U die proef doet. moet
U eens Uw voorstellingsvermogen
op de proef stellen door te trachten
antwoord te geven op de vraag:
„Hoeveel malen draait de rollende
cent rond. voordat hij weer op zijn
oorspronkelijke plants ligt?" U bent
geneigd te zeggen: éénmaal, maar
dat is mis. De rollende cent draait
tweemaal rond. voordat hij zijn oor
spronkelijke stand inneemt.
Wanneer U zich met dit verschijn
sel wat vertrouwd hebt gemaakt,
gaan we over tot de puzzle van deze
week. We gaan nu met onze cent
rollen langs de buitenkant van drie
centen die in een driehoek liggen,
zoals in de figuur is aangegeven.
Hoeveel keren draait de wentelende
cent om zijn as. voordat de uitgangs
stand weer is bereikt? Wanneer U
dat aantal hebt gevonden, probeert
U dan nog eens Uw krachten op de
figuur die er naast is afgebeeld: een
cent. die wentelt langs de buiten
kant van vier. in een vierkant ge
plaatste centen.
Wij hopen, dat U van al dat gedraai
niet tè draaierig wordt! Veel succes!
Oplossing: Rijzonder
Kruiswoordraadsel
Horizontaal: 1 breed; 5 uilen: 8
egaal; 9 roede; 10 tweed; 11 later;
12 *niets; 15 artis; 18 als; 20 krater;
21 omelet; 22 mos: 24 items; 27 fleer;
30 abeel; 31 riant; 32 innen; 33 agaat;
34 noden; 35 slede.
Verticaal: 1 baren: 2 edele: 3 deels;
4 mantel; 5 ultra; 6 leest; 7 nijdas;
13 inrit; 14 totem; 16 recel; 17 Irene;
18 arm; 19 sos; 23 overal; 24 Ieren;
25 eland; 26 satan; 27 flits; 28 einde;
29 rente.
Geringe ontsparing
in October
DEN HAAG Volgens de voor
lopige cijfers is in October bij alle
spaarbanken, de Rijkspostspaarbank
inbegrepen, ingelegd f 66.6 millioen
en teruggevraagd f 66.9 millioen.
De ontsparing bedroeg dus £300 000.
terwijl in September f 3.9 millioen
meer werd ingelegd dan terugge
vraagd. In de eerste tien maanden
van dit jaar is totaal ingelegd
f 6186 millioen cn teruggevraagd
f 756 7 millioen. zodat de ontspa
ring f 1381 millioen bedroeg.
DEN HAAG Jhr. H. P. J.
Bosch van Drakenstein, gezant te
Rangoon, wordt binnenkort bui
tengewoon gezant in Abessynië.
Advertentie l.M.)
U presteer! méér
onder het qenot vanv
de qetonde en
'vertrissende
VJRl0i
I
detective-verhaal
door
Charlotte Armstrong
71
„Dat kon hvj." zei Dinny, „maar
ik denk dat niemand anders ze
wist. In onze familie heeft iedereen
een bijnaam; ik cn Mitch en Taffy
tenminste, bedoel ik."
„Een mooie familie zijn jullie."
zei Duff vertederd „En dan zei zijn
zei de vrouw die bij hem was
iets. dat naar het toneel riekte. Ze
zei: „Is dit een van je kleinsteedse
rollen?"
„Natuurlijk speelde hij de een of
andere rol", zei Dinny met een
knikje.
„Ja." zei Duff „Hij heeft me
trouwens verteld dat hij 's avonds
werkte. Maar tenslotte speelde bijna
iedereen toneelHaggerty bij
voorbeeld speelt een rol. die hij
zo maar uit pure romantiek voor
zichzelf heeft geschreven."
Denis is hertrouwd." zei Mary.
„Ik dacht, dat je dat wel wist"
..Nee.' zei Duff. „Toen ik hem
herkend had wist ik. dat hij een
licht auto-ongeluk had gehad; en
zijn belangstelling in jullie allemaal
was vriendelij maar een beetje
vaag. En daarna heb ik hem ook
niet meer verdacht. Intussen had ik
overigens die foto in het album
gevonden, die werkelijk belangrijk
was Die met het ronde bloembed
erop. Ik ben teruggegaan om te
zien. of het hetzelfde was. en het
was zo." Duff spreidde zijn han
den uit „Meer geloof ik niet dat
er te zeggen valt."
„Dus U bent erachter gekomen,
dat meneer Haggerty heus een ver
slaggever is?"
„Meneer Haggerty is eerzuchtig,
en hij is nogal aardig romantisch
aangelegd. Hij probeert waarschijn
lijk zich plezierig voor te doen. Me
neer O'Leary daarentegen is een
neurotische figuur, die al zijn ver
trouwen in dokter Christenson had
gesteld. Hij was veel te verdiept in
zichzelf om op te houden met zijn
psychologieboek en naar onze moei
lijkheden te luisteren totdat we
over psychologische moeilijkheden
gingen praten, natuurlijk." De kin
deren keken allemaal of ze er
alles van begrepen, en Duff glim
lachte inwendig. „En meneer Se-
verson ls een zekere meneer Pa-
trini, die weer gevangen is geno
men en hopenlijk zal krijgen wat
hem toekomt. Het spook is ver
dwenen. Niets meer te vragen?"
„Nee. ik geloof van niet." zuchtte
Alfie.
„Wie wil er limonade?" vroeg
PauL
„Moeder, mogen we wat van die
chocolade-koekjes?"
„Alles mag vanavond." zei Mary
en de kinderen renden lawaaierig
naar de keuken.
„Geluk en toevaL" dacht Duff
bij zichzelf. Hij boog zich naar
Mary toe, alsof hij zich niet kon
weerhouden, en raakte haar hand
aan: Ze sloot haar vingers even
om de zijne en trok ze toen weer
terug.
Denisbegon zij.
„Ik heb je niet naar hem ge
vraagd
.Maar ik wil het je liever ver
tellen," hield ze aan. en bleef toen
even peinzend zwijgen. „Je vroeg
me laatst, of hij een knappe char
meur was. Ja. dat was hij. Hij was
amusant, vol streken en invallen
en charme. Hij vond het leuk om
alles te laten liggen en iets geks
of raars te gaan doen; wanneer
dan ock, midden in de nacht of
's morgens of wanneer dan ook.
Hij voelde niets voor dc gewone
nuchtere dingen van alledag hij
trok er zich niets van aan. In die
dagen bestond er nog personeel, en
dus ging ik dikwijls met hem mee.
Vroeger was dit huis van mijn moe
der. voor ik het kreeg Ik had
oude getrouwe dienstboden en ik
ging met hem mee. Maar hij liep
altijd van alles weg. hij liet alles
waarmee hij bezig was weer in de
steek. Altijd wilde hij weer met
een schone lei beginnen; hij dacht,
dat dat opwindend was. Het avon
tuur opzoeken of zoiets precies
weet ik het niet."
Ze hield ever op „Maar het werd
zo ellendig eentonig." zei ze kla
gend.
„Wat?" vroeg Duff en ging recht
op zitten.
„Ik ben zeker niet normaal." zei
Mary bijna boos, „maar aan dingen
te werken en aan een bepaalde lijn
vast te houden, en iets op te bou
wen en daarbij te blijven, vind ik
nu eenmaal leuker dan om altijd
zo afschuwelijk zorgeloos te moe
ten zijn. Ik zie nooit tegen een
beetje zorg op Ik houd ervan!"
Duff lachte uit volle borst
Het leek haar, dat hij haar tot
zover wei begreep. „Ik weet wel."
vervolgde ze ernstig, „dat je het
vreemd vond dat ik geen foto's
van hem had."
„Nee. ik... stotterde Duff.
„Misschien wilde je niet aan hem
herinnerd wordenikEve
is net zo."
„Absoluut niet." zei Mary gede
cideerd. „Zie je. Denis haatte foto's;
hij vermeed ze altijd. Al zijn foto's
zijn toneelfoto s voor theater-doel
einden. en daarom... heeft hij
ze meegenomen toen hij wegging.
Want er waren een paar jeugd
foto's bij, en die wilde hij tot elke
prijs bewaren. Mij kon het niet
schelen."
Duff boog zijn hoofd.
„Maar ik heb een hele poos van
hem gehouden." zei ze rustig, „zo
lang ik zolang we konden. En
het zyn zulke enige kinderen; ze
hebben al zijn beste kanten ln
zich. Ik denk zonder enige wrok
aan hem; hij leeft op zijn eigen
manier, en ik op de mijne. Begrijp
je? Ik geloof, dat we nogvan
elkaar houden, zover dat in ons
vermogen ligt. Maar dat gaat beter
op een afstand."
Ze keek hem helder, rustig ver
trouwend aan. Duff zei: „Dank je,
Mary." Hij zag er vreedzaam uit.
„En dan had je natuurlijk je kin
deren." mompelde hij, „om van te
houden en groot te brengen en je
belangstelling mee te voeden. En
daarom héb je de gedachte van
hertrouwen uit je hoofd gezet."
„Dat moest ik wel," riep ze uit
„Wie zou er nu met een onbestor
ven weduwe met zes kinderen wil
len trouwen?"
Hij glimlachte.
„O," riep ze uit, „ik bedoel niet.,
ik wilde nieto nee."
„Mary, liefste. Ik ben dol op Je
kinderen. Ze zijn zelf aardig, en
ze zijn ook een deel van je eigen
charme Maar ik houd het meest
van jou. Er kwam een mooie
vrouw in mijn droom voor. Mary.
Paul zei, dat het misschien wel
iemand was waar ik van hield
„of Uw moeder of zo". En toen
besefte ik opeens, dat het z ij n
moeder was, de mooiste vrouw
die hij zich kon voorstellen, en
ik ook. Wil je met me trouwen?
Of mij tenminste in je buurt laten
blijven terwijl je over het idee
nadenkt, nu ik het in je hoofd
heb gebracht?"
Mary zei: „O werkelijk., ik wou
nietEn toen keek ze op met
haar blauwe ogen cn deed zijn
hart smelten door haar aantrekke
lijke oprechtheid. „Meneer Duff
zei ze. „Ik bedoel, Mac.. MacDou-
galJe weet besi dat je het mij
volmaakt onmogelijk hebt ge
maakt. je ook maar een heel klein
beetje voor te liegen. Ikik
ben erg op je gesteld. Ik weet hoe
veel je van de kinderen houdt Ik
wil grèag hierover nadenken. Ik
kan het niet helpen, maar ik ben
een beetjegeschrokken. Maar
ik geloof als je het tenminste
werkelijk meentna 'n poosje
dan zal ik.... zullen wezul
je O." riep ze uit „je weet
immers precies wat er dan zal
gebeuren!"
Duff zei haar niet of hij het
vroeger al geweten had of niet,
maar in ieder geval wist hij het
n u, en hij nam haar in zijn ar
men.
Intussen waren de kinderen uit
de keuken teruggekomen; ze ston
den bij de deur met hun flesjes
limonade en keken plechtig naar
hen.
„Wel wel." zei Dinny. volkomen
onschuldig en onverstoord, „is het
spook toch weer tevoorschijn ge
komen. cf wat is er gebeurd?"
„Naar bed jullie allemaal." zei
Mary, „en geen woord meer!"
EINDE.