Sï, NI COLAAS SINT NICOLAAS verwacht ook Bezoekt met Uw kinderen St. Nicolaas Bij aankoop van iedere gulden ontvangt U1 punt Goed op de hoogte met Amersf oorts gemeente-politiek Sint is trots op zoveel haar na zoveel jaren OVERHEMD die iedere dag zitting lioudt van 2-6 uur bij LANGESTRAAT 50 TEL. 6241 Het speelgoed bij St. Nicolaas is op punten ge waardeerd. U kunt dus zelf bepalen wat U op Uw punten wenst te ontvangen. Toegang tot St. Nicolaas bij 5 punten St. Nicolaas geschenken NATUURLIJK KERKO of FABLO komt U een paar goede tips geven! HET SPORTJAARBOEK t 2.45 D.v.A.-KALENDER De aanslag op de Vliehorst SINTERKLAAS IN DE RAAD Toepasselijke geschenken en stekelige vragen DANK ZIJ GROOTKOPS ZORGEN Piets tanden blinken ivitter dan ivoor 6 Woensdag 28 November 1951 Aparte damestassen Avondtasjes BUouterie Tolletstcllen. Een uitgezochte collectie. STAAT OP UW VERLANGLIJST EEN VAN HERENMODES LANGESTRAAT 19 U zoekt immers naar geschikte Sint Nicolaas-geschenken? De Sint beveelt U aan: 1950-'51 onder redactie van Klaas Peereboom De prijs bedraagt slechts (256 pag., 70 exclusieve sportfoto's, gebonden in geplasticeerde band) De in prachtige kleuren uitgevoerd; schitterende diepzwarte kunstfoto's Prijs f 0.95 Een sieraad in Uw huiskamer Het laatst verschenen deeltje; Beperkt voorradig van de voorgaande spannende series o.a. Het Geheim van de Bosplaat; De terug keer van Peer de Schuymer; Het Geheim van de Tunnel; De schat van Opa Larsen; De Vliegende Hollander; De Rose parels van Tamoa; enz. enz. Prijs slechts f 0.75 per deeltje (Van een onzer verslaggevers) Het begon als alle andere raadsvergaderingen. Boven aan de trap riep de bode „vergadering geopend". De publieke tribune (nou ja tribune!) liep vol. Wy schoven achter de perstafel. Da's dan om zeven uur. De Raad weet op t(jd te beginnen. Toch stak er iets vreemds in deze vergadering. De voorzitter keek een beetje benauwd naar de deur. De heren wethouders fluisterden tegen elkaar en de raadsleden zaten zenuwachtig met de vingers te trommelen. Het is moeilijk vanaf de perstribune Amerika enne. te vragen waar de heren op wachten. Een raadslid, dat in de buurt zat. was wel zo vriendelijk ons voor te lichten. „Kijk eens heren." zei hij wat ner veus. ..we Wachten op Sint Nicolaas. Da's nu wel niet zo'n geweldige ge beurtenis. maar tja. zijn knecht komt natuurlijk ook mee!" „Er zijn toch geen stoute kinderen bij," zeiden we lachend. ..Ja. ja. lacht u maar. Kijkt u mijn heer Van Apeldoorn maar es goed „Spaar uw woordenvloed, mijn heer Van Apeldoorn. Ik blijf ver van de politiek. In SpanjeZeg Piet geef 't geschenkje voor mijn heer even." Piet dook opnieuw in de zak „Kijk- es, mijnheer Van Apeldoorn wat denkt U van dit plaatje." Piet toonde aan de Raad een spre kend portret van een bekend staats hoofd. Hé, wat jammer", zei de heer aan. Die ziet toch heus een beetje i Van Apeldoorn, „zo heb ik er al een paar thuis aan de muur hangen. Nou ja. ik vind nog wel een plaats je. Dank U wel, Sint." Cultuurgrond De Sint bladerde weer in zijn re gister. Of mijnheer Kalkman maar even wilde komen. Dat deed dit ge achte lid graag. De stenograaf scherpte zijn pot lood. Wat zou de Sint nu gaan zeg gen? De handdruk die de heer Kalk man aan de Sint gaf was die van een stoere agrariër. Even gleed er een pijnlijke trek over 't oude ge laat van Sinterklaas. „Hoe is 't met de druiven, mijn heer Kalkman", vroeg de Sint. „Nog steeds zuur". riep iemand van de publieke tribune. De bode en Piet hieven dreigend een vinger omhoog. De bode riep „niet roken heren, da's verboden op de pu blieke tribune." De Sint vervolgde rustig: „Zeg mijnheer Kalkman, hoe is 't eigen lijk met die cultuurgronden in Amersfoort?" „Bar slecht Sint, ze bouwen maar aan. Waar moeten we met de sla tuintjes naar toe. Dat gaat zo maar niet. Bouwen is goed, maar niet in de tuintjes. Staat U me toe mijn heer de veh Sint., dat ik even het rapport citeer, dat „Geen citaten vandaag, mijnheer Kalkman. We moeten opschieten. Er valt meer te doen. Piet zoek-es in de zak." En Piet aan het grabbelen. „D'r is niks. Sint", zei Piet. „Maar. Piet! Oh. wacht, even in 't boek kijken." Spiekermann bleek om zijn neus. Nu moet u weten dat mijnheer Van Apeldoorn geen woord ontgaat, dus ook niet dat gefluister van onze zegs man. „Niet fluisteren heren," zei hij. „Ik maak geen deel uit van de commis sies, zoals u weet. en als u dan nog gaat fluisteren blijft er helemaal niets meer te luisteren. Trouwens, dat ge fluister zijn we in Rus „Ja. rustig heren, rustig." riep de voorzitter. „De Sint kan ieder ogen blik komen." Hij had deze historische woorden nauwelijks gesproken of een hevige bons op de deur bracht de raad in rep en roer. „Daar is-ie." „Laten we zingen." „Een klein applausje, heren." Tussen al deze lytroepen door zette wethouder Spiekermann met een zware bas-stem het aloude „Zie ginds komt de stoom boot" in. Een stoomboot was er niet bij. Nee, de Sint had blijk baar goede zaken gedaan met de brandweer. want buiten stond een autootje dat ver dacht veel weg had van dat ding waar over de Raad zo vurig heeft ge debatteerd. Enfin, dat maakt de pepernoten niet duurder. De Sint was er en zijn knecht ook. Die zwaaide met de roe of-ie alle fracties uit de raadzaal wou vegen. Zo'n zwarte Piet toch! Als een vorst De Sint was een en al waardigheid. Hij schreed als een vorst op burge meester Molendijk toe. „Zo. zo, burgemeester, hoe maakt u 't en de zestigduizendste, en hoe is het met de tunnel en met die flat voor de oudjes en Gaat u zitten, gaat u zitten," zei de burgemeester, ietwat blozend. Een Sinterklaas is geen hamerstuk, dus liet de voorzitter de hamer onbe roerd. De Sint ging breeduit in een speciale stoel zitten en Piet keek brutaal weg in de sigarenkist van 't college. Hij rookt ze blijkbaar beter, want met een ge baar van „da's me te min" sloeg-ie 't deksel dicht. Toen kwam het grote ogenblik. De Sint keek in een dik boek. Of mijn heer Gooien maar even bij 'm wilde komen. Dat gaf enig rumoer in de Raad. „Je gaat voor je beurt," riep iemand. Maar de heer Coo- len stond al hand in hand met Sinter klaas. „Wat denkt u van 't particulier initiatief," vroeg de Sint diplomatiek. „Daar denk ik heel best over. mijn heer de véh Sinterklaas. Al die montagebouw kunnen ze van mij ge stolen krijgen. U moet goed be grijpen „Ja. 't is goed." zei de Sint. „laten we 't vanavond kort maken. Piet zoek 't cadeautje voor mijnheer Coolen even op. Kijk-es aan, wat denkt u van dit pakje „eigen bouw"." Zicht baar verheugd nam de heer Coolen 't geschenk aan en snelde met een hoogrode kleur naar zijn plaats. Die Sint toch De wethouder van financiën fluis terde zijn buurman toe: „Ik zou de begroting van Sinterklaas wel-es willen controleren." „Zeg Piet," zei de Sint, „kijk-es in 't boek!" „Mijnheer De Gans, Baas." zei Piet plechtig. „Ooooh." riep de Raad. Het ge achte raadslid liep op de Sint toe. „Maakt u zich geen zorgen," zei Sinterklaas geruststellend. „U komt bij mij niet van een koude kermis thuis. Ik houd van prin cipiële mensen. Piet geef mijnheer zijn pakje eens aan Piet graaide in de zak. „Ha. hier is het," en Piet stak triomfantelijk een draaimolentje om hoog. De Raad grin nikte. Mijnheer De Gans verschoot van kleur. Maar Sint De Gans u weet toch „Ja. ja. ik weet alles. Dat kermls- spul moeten we maar opruimen. Zie, wat u er mee doet. Dag, mijnheer De Gans." De voorzitter greep naar z'n hamer om de Raad tot stilte te bewegen. „Stilte heren, stilte! Sinterklaas gaat verder," zei de voorzitter. „Laat dan mijnheer Van Apeldoorn maar es komen. Zo, zo, bent u nu die mijnheer van de commissies." „Met permissie, ik zit niet in de com missie, mijnheer Klaas ehSint!" „Er zit iets in uw trekken van een der wijzen uit 't Oosten," zei de Sint plechtig. „Wat denkt u van de de mocratie?" „Ach Sint. 't moest allemaal meer volks zijn. ziet u. Ik ben V. Apeldoorn geen knecht van Coolen De Sint bladerde ernstig 't boek door. „A.. B.. C.ja, ja hier staat 't „cultuurgrond niet meer aanwezig in Amersfoort. Verwacht zending uit Spanje." De heer Kalkman stond rechter dan kaarsrecht, toen-ie die verblij dende tijding hoorde. „Ziet U." vervolgde de Sint. „in Spanje weten ze wat cultuur is. En weet U wat zo mooi is, mijnheer Kalkman, U krijgt het franco thuis Het geachte raadslid schudde hef tig de hand van de Sint. „Eindelijk weer-es een stukje cul tuurgrondriep hij uit. Glimlachend stapte 't gelukkige raadslid naar zijn plaats terug en stopte 't citaat van het zoveelste rapport over cultuur gronden heel diep m zijn binnenzak. Ondertussen zat Piet met z^n roe achter een bode aan. Hij wees drei gend op de klok. ,,'t Wordt nu wel tijd voor koffie met koek", zei-ie bars. „En koffie hoor", voegde hij er venijnig aan toe. De bode haast te zich Foto's en gas De Sint was al in druk gesprek gewikkeld met de dikste vertegen woordiger van Amersfoorts burgerij. „Zo. zo, mijnheer Bartels, vindt U 't gas te duur. Ja, het is een dure tijd. vol gas kunnen we tegenwoordig niet meer geven. Wat denkt U overigens van die projectie apparaten op de scholen?" „Sint nu komt U in mijn buurt. Over fotograferen en projectieapparaten Bartels weet ik een woord- je mee te spreken, bij ons in „Eemland" „Mijnheer Bartels, ik weet er al les van, fotograferen is een kunst. Dat praten ze mij niet meer uit mijn hoofd." „Dank U, Sint, dank U!" Piet zocht al in de zak. De Raad keek gespannen toe. Wat zou er voor de dag komen? Piet hief een groot pak in de hoogte „Voor de gasman" stond er met grote letters op. „Asjeblieft", zei de Sint, „da's voor U." De heer Bartels peuterde ijverig de touwtjes los en wat zag- ïe daar? Een grote ballon met een kaartje er aan. „Gevuld met gas op lange afstand", las-ie de Raad voor. Hilariteit. Toen klonk plotse ling een hevige knal. De ballon had 't leven gelaten. De heer Bartels stond beteuterd met *t touwtje in zijn hand. In de deur verscheen de bode met een blad koffie. „Ha", riep de Raad, „da's een bof- fie, daar is de koffie." Mijnheer Bartels liet zich ontdaan op zijn stoel vallen, ,,'t Zijn me een paar „gas"ten", zei hij tot zijn buurman. Maar die verborg zijn glimlach ach ter een vrijster van speculaas, een presentje van 't college, omdat we er financieel zo gezond bij staan. Zie verder pag. 7 (Van een onzer verslaggevers) Nee. u moet nu niet gaan zeg gen, da's kletskoek. Heus, U staat 's morgens ook voor de spiegel. U kijkt of uw haar nog wel net jes zit. U haalt er nog es extra de kam door of strijkt Uw restje haar glad. Ja, zo ijdel zijn we wel. En als 't helemaal goed is. dan glinsteren hagelwit LKv tanden U uit de spiegel tegen. Goed zo, denkt U. ik kan weer voor den dag ko men. Kunnen we een zelfde ijdelheid van de Goede Sint en zijn knecht verwachten? Ach, waarom niet. Die Sint moet zich nu eenmaal in het publiek begeven. De Sint kan niet hebben dat zijn baard klitterig langs z'n kin hangt. Die Sint kan nog minder hebben dat zijn tanden gedachten oproepen aan een Chinees kerkhof. Dat moet allemaal piekfijn in orde zijn. En zo is het ook met Pieter de knecht. Die moet zijn zwarte krulien verzorgen, en zijn tanden moeten ons witter dan ivoor toe- blinken. Tja, van de Sint mag men niet verwachten dat-ie zelf voor de spiegel gaat staan. Als je oud bent en zo waardig, dan heb je daar zo je mensen voor. Krulliger dan krullig In Amersfoort hoeft Sinterklaas niet lang naar een goede verzor ger te zoeken. In Grootkop vindt hij zijn man. Die weet wat een Sint toekomt, die weet, dat Pieter de knecht's krullen krulliger dan krullig moeten zitten. Zo zijn dus de Sint en de trou we maat iedere dag enige tijd on der de hoede van de gebroeders Grootkop. Leo of Henny zwaait met zijn kam, drukt hier en daar de haren wat opzij, draait de snor van de Sint op zijn plaats, kortom hij zorgt voor de make-up van de Sint. zonder weerga! En Piet kijkt met verbazing toe hoe zijn Baas bij toverslag ver andert, Ja, want als de Sint Grootkop heeft iedere dag een flink karwei aan het aankleden en grimeren van alle Sinterkla zen en Zwarte Pieten. Maar hij doet het met liefde. 's morgens opstaat, dan zitten die baard en zijn lange haren wel een tikje in de war. Heus, het leven van de Sint gaat niet over rozen. Dat uitkammen van die lange baard is elke morgen op nieuw een pijnlijke operatie. Meisjes met vlechten weten wat haarkammen zeggen wil. Zilverwit Maar Grootkop is voor geen gat te vangen, met de rustige zeker heid van iemand die weet wat hij wil trekt-ie zijn kam door de lange zilverwitte haren. En bin nen korte tijd hangt de baard golvend over het rode habijt van de Sint, die wat trots is op zo veel haar na zoveel jaren van zorg en drukte. Piet komt er ook glimmend op te staan. Zijn zwarte krullebol brengt iedere kniesoor in een op gewekte stemming. Ja, die Piet lacht graag in de spiegel. Dan komen die twee witte rijen tan den bloot. Tjonge, wat is dat een machtig mooi ogenblik. Hij zelf weet maar al te goed, dat zijn waardigheid in zijn krullen en witte tanden schuilt. Daarom moet Leo Groot kop daaraan extra zorg besteden. En dat doet-ie. Ten slotte ontvangen de Sint en Piet in een Amersfoorts waren huis dagelijks honderden kinde ren en wel evenzoveel vaders en moeders. Zij moeten dus goed voor de dag komen. Leo Groot kop heeft er iedere dag een knap karwei aan. Hij doet dat met liefde, want hij is ook kind ge weest. Hij heeft ook zijn vreugde aan Sint en Piet beleefd en doet dat nog iedere dag als zijn kam door die prachtige zilverwitte baard van de Sint glijdt.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 6