N0RMAC0L
ET ONBEWOONDE E11AK0
Sint verloor zijn
ouden vulpen
Tante Mathilde gelooft
niet aan Sinterklaas
Geheim van de tegel-tableaux
Twee kardinale
fouten
ARTHUR
RAMSOME
Eén meisje
en
vele mannen
Zaterdag 1 December 1931
9
Er wordt ons wel eens
de vraag gesteld, waar wij
altijd weeronze puzzles
vandaan halen, hoe wij tel
kens weer nieuwe proble
men hebben om de vele
puzzelaars voor tc leggen
Het antwoord op deze vraag
is niet zo eenvoudig te ge
ven. Want zij, die niet het
ware verzamelaars- en
snuffelaarsbloed in zich
hebben, zullen niet een,
twee, drie van ons willen
aannemen, dat stof voor
puzzles overal te vinden is.
Overal waar met cijfers en
letters, met getallen en
woorden wordt gegoocheld.
Wij zitten dan ook altijd
in tijdschriften te snuffelen
en vinden altijd wel iets.
dat zich in de vorm van
een puzzle laat' gieten. Zo
hebben wij ons onlangs
verdiept in het „American
Journal of Modern Ar
chaeology" en wij vonden
daarin een zeer interessant
verhaal over de opgraving
van een woning van vóór
onze jaartelling. Vooral wat
werd medegedeeld over de
tegelvloeren had onze bij
zondere interesse.
Er waren daar gevonden
negen tegeltableaux, die al
le vierkant waren en be
stonden uit een, voor alle
tableaux verschillend aan
tal tegels. Het grootste ta
bleau bestond uit 324 tegels
want er waren er 18 in de
lengte en 18 in de breedte.
Verder waren er tableaux van 225,
196, 100, 81, 64. 49 en 16 tegels en
tenslotte nog één losse tegel. De
zijden van de negen tableaux waren
dus 18. 15. 14. 10. 9. 8. 7. 4 en 1 tegel
lang. Uit inscripties was verder af
te leiden, dat deze negen tegelta
bleaux tezamen de vloer hadden
gevormd van een rechthoekige ka
mer.
In de hierbij afgedrukte figuur
geven wij een tekening van de ne
gen tableaux. En nu is het voor U
een aardige puzzle te trachten deze
negen tableaux zó samen te voegen
dat een rechthoek ontstaat. Ziet U
cr kans toe?
Oplossing twintig spiegclwoorden:
1. deel, leed. 2. eens. snee, 3. sol.
los. 4 regel, leger, 5. stap, pats. 6.
star. rats. 7. knip, pink, 8 door,
rood. 9. stort. rots. 10. slop. pols.
11. droom, moord, 12. trof. fort, 13
egel. lege. 14. sim. mis, 15. knik,
kink, 16. koop. pook 17. kruk. kurk,
18. maan. naam. 19. mijl, lijm, 20.
nevel, leven.
Kras baasje...
SANTIAGO DE CHILE. De
103-jarige Juan Guzam is er van
beschuldigd eon 28-jarige man in
een gevecht knock out geslagen en
zwaar gewond te hebben.
De politie was stomverbaasd uit
de papieren van Juan te moeten
constateren, dat hij in November
1848 het levenslicht aanschouwde.
(Advertentie 1. M.)
sterk
elastisch
Voor onze bridgers
SOMS blijkt een ogenschijnlijk
gunstig zitsel averechts te wer
ken. en soms is een ongunstige ver
deling juist uiterst prettig, een en
kele maal zelfs, hoe paradoxaal het
ook moge klinken, de enige winst
kans.
Van het eerste is dit spel een
sprekend voorbeeld:
Noord
10 9 x x
Q h x x x
x x
•fb V X X
West Oost
A x x x b x
C? x x O a b 10 9
ahvbxxx 10 x x
4. h «f» x x x x
Zuid
a h v x
O V X X
O x
A a b 10 9 x
Beiden niet kwetsbaar. Z gever.
Z opende met 1 KI.. W bood 1 R
N paste en O bood enigszins lucht
hartig 2 R zulks om Z het bieden
wat moeilijker te maken. Z liet zich
niet afhouden, en kwam met 2 Sch.
op de proppen W bood (met zijn
vaste wegloop in R.) 2 SA. even
eens om N-Z dwars te zitten. N.
die zowel in Sch. als in KI. steun
had, gaf de derde Sch. O paste. Z,
die niet precies wist. wat N zou
hebbeii. aarzelde of hij moest door-
bieden, maar hij besloot te passen.
W bood nu 4 R. N en O pasten,
maar nu bood Z 4 Sch En daar Z
eerst op 3 Sch. had gepast, hoopte
W maar dat Z down zou gaan, zo
dat hij niet met 5 R. redde (dit
gaat slechts 2 down).
Uitkomst R. h. O speelde de 10 bij
(als signaal om H. te spelen be
doeld) en W volgde gehoorzaam met
zijn hoogste H (de 6 geloof ik).
Kleine H. in N. De 9 bij O. Z neemt
met de v. Nu volgt troef aas en
heer. Zou nu de boer niet vallen,
dan slaat Z de Sch v. en trekt
daarop KI. a. Immers heeft Z dan
geen andere speelwijze. Bovendien
is het niet erg, alfc O aan slag komt.
daar het spel dan toch wordt ge
wonnen, ter ijl. als W de KI. h.
heeft, snijden toch niet lukt.
Evenwel viel de Sch. b. Zonder
lang nadenken, trok Z (die nu een
rentrée in N zag opdoemen) kleine
troef naar N. en speelde KI. v. na.
En sneed. W nam. trok H. en O
maakte H. 10 en H a. (Speelt O
na de H. 10 R. na, dan wint Z het
spel nog, maar O maakte geen
fout).
Z maakte in dit spel twee kardi
nale fouten, althans in aanmerking
nemend, dat deze Z een speler van
reputatie was. In de eerste plaats
had Z, ondanks het vallen van die
Sch. b. even langer moeten naden
ken. en niet op KI. h. snijden. Zit
de h. slecht, dan baat het niet. en
zit de h. bij O. dan is het spel altijd
gewonnen, daar altijd tijdig twee
H.'s van N weg kunnen op Z's
Kl.'s. Het spelen van Kl a is dus
een safety-play met het oog op
een mogelijke h. sec bij W. Het
geen toevallig ook zo zat.
Maar in de tweede slag had Z
reeds een fout gemaakt. Op W's H.
6 moet hij in N de h. leggen. Im
mers. als hij de kaait goed leest,
dan heeft W een doubleton H Door
H. h. te leggen, wordt O gedwon
gen H a. te leggen. Als O H. na
trekt. neemt Z. maar W heeft nu
geen H. meer. Als Z nu het geluk
heeft, dat Sch. b. de tweede maal
valt, dan snijdt hij Kldaar W nu
ongevaarlijk is. Maar als de Sch.
b derde zit. wint hij het spel. als
W de Kl. h heeft. Omdat W aan
slag gekomen geen H meer kan
trekken. Zoals Z heeft gespeeld,
wint hij het spel alleen als de Kl.
h. goed zit (bij O). Als hij H h.
legt in de tweede slag, dan wint
hij het spel, als de Kl. h bij W
zit, maar ook als de Sch. b tweede
zit en de Kl h. bij O (a fortiori
als deze Kl. h. bU W zit ook).
Mr. E. C. GOUDSMIT
DJAKARTA Het Indonesische
parlement heeft het wetsontwerp
inzake de nationalisatie van de Ja-
vasche Bank zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
(Advertentie 1. M.)
s u bejrouï^sre
Schimmel naar
andere kant van
straat sprong, ver
loor Sinterklaas zijn
gouden vulpen. Er
stond St. N. in ge
graveerd. De hoofd
redacteur. die de
x mooie pen vond. zag
die letters niet. Hij stopte de pen
in zijn zak, want hij had geen tijd
hem naar het politiebureau te
brengen. Toen hij zijn hoofdartikel
wou beginnen, dacht hij ..Proberen,
of hij lekker schrijft", en hij nam
de gouden pen.
Maar toen gebeurde er iets
vreemds. Hij had willen schrijven,
dat het zo 'n akelige tijd (vas en
dat al die feesten in December
zonde van het geld en de tijd wa
ren. Maar toen hij de pen op papier
zette, kwam er te slaan, dat de re
gering die dag alle mensen vrij
moest geven om cadeautjes en lek
kers te kopen. En toen hij dat had
geschreven schroefde hij de pen
dicht en ging Sinterklaascadcautjes
voor zijn vrouw en kinderen kopen.
Maar toen hij 's avonds het arti
kel nog eens las. vond hij het maar
een vreemd verhaal. „Het moet
aan die pen hebben gelegen," dacht
hij. En hij ging achter zijn bureau
zitten om een nieuw artikel te
schrijven. Toen kwam zijn zoontje
binnen, en vroeg: „Vader, mag ik
jouw vulpen om mijn Franse the
ma te maken?"
De hoofdredacteur gaf hem de
gouden pen en zei: „Die mag je
gebruiken, maar ik moet hem
terug hebben vóór je naar bed
gaat."
Het zoontje ging naar zijn ka
mertje en bewonderde de pen. Hij
verlangde al lang naar een vulpen
en dacht: „Ik zal hem maar hou
den." en begon toen aan zijn thema.
„Moeder eet een appel," was de
eerste zin. Hij wilde schrijven
„Maman mange une pomme," maar
toen hij klaar was stond er
„Maman mange du chocolat" ..Wat
gek." dacht hij. maar hij besloot
het maar tc laten staan.
„Mijn broer heeft een pijp," was
de volgende zin; cr kwam te staan
„Mon frère a un train électrique".
Dat was heel erg vreemd, want
ztjn broer had helemaal geen elec-
trische trein, hij wou cr alleen
graag een hebben.
„Het ligt aan de pen." dacht de
jongen. Hij werd er een beetje op
gewonden van en dat was misschien
de reden, dat hij die nacht verward
droomde.
Hij zag Zwarte Piet gebukt door
een straat lopen alsof hij iets
zocht. Hij keek in alle portieken
en voelde met zijn handen achter
de brievenbus. Toen liep hij het
park in en scheen met een zak
lantaren tje in het gras. Opeens was
Zwarte Piet weg en stond de gou
den vulpen aan het voeteneind
van zijn bed. Hij zei: „Waarom
breng je me niet naar het politie
bureau? Zwarte Piet heeft me al
aangegeven." en hij prikte zo venij
nig naar de jongen, dat die wak
ker schrok.
E volgende morgen
herinnerde de jongen
zich zijn droom en
I hij dacht, dat de pen
1 zeker iets ergs had
gedaan, dat hij naar
het politiebureau
moest worden ge
bracht. „Wees maar
niet bang." zei hij tegen de pen.
„Ik zal wel zorgen, dat ze je niet
te pakken krijgen." En hij nam de
pen mee naar school en maakte er
zijn sommen mee.
Sommen over wandelaars, die
elkaar tegemoet lopen, en over
jongens, die knikkers moeten ver
delen. De vulpen maakte van de
wandelaai's Sinterklazen, van de
jongens Zwarte Pieten en van de
knikkers pepernoten. En toen de
jongen zijn Franse themaschrift
terug kreeg schrok hij: meneer had
er onder geschreven „Allemaal on
zin!" eneen grote nul.
's Middags zei meneer: „Sinter
klaas komt vanmiddag misschien
op bezoek. Gaan jullie maar een
opstel maken," en hij deelde de
schriften uit
De jongen dacht er over een op
stel t; maken over de Noorse
schaatsen, die zijn vader hem had
beloofd. En dus wou hij „Een paar
echte Noren" boven een nieuwe
bladzijde zetten, maar de vulpen
schreef:
Ik kreeg een mooie gouden pen.
Maar denk niet dat ik er blij
mee ben.
Mijn schoolwerk Is mijn. eigen
Maar die pen die kladt maar raak.
Het l\jkt, of ik er met de pet naar
Ik wil een andre pen. al is deze erg
mooi.
De politie zoekt hem, waarvoor
weet ik niet.
Maar hij is aangegeven door
Zwarte Piet.
Hij zit waarschijnlijk lelijk tn de
klem.
Maar ik verstop hem, anders vindt
men hem."
En toen kwam er niets meer.
R werd op de. deur
geklopt. en daar
kwam Sint Nicolaas
binnen, en achter hem
stapte Piet. Meneer
bood Sinterklaas zijn
stoel aan.
„En. zijn ze zoet
geweest?" vroeg Sint.
„Zeker Sinterklaas", zei meneer,
en de kinderen ademden een beetje
verlicht.
„Waar zijn ze nu aan bezig?",
vroeg Sinterklaas.
„Aan een opstel. Sinterklaas".
„Zo, zozei Sinterklaas. ;.Ik
zou er wel eens een willen lezen".
Hij keek de klas rond, en hij wees
naar cle jongen.
..Lees mij jouw opstel eens voor",
zei hij vriendelijk.
„Het is eigenlijk geen opstel", zei
de jongen zacht.
tegen de jongen: „Mag ik die pen
eens zien?"
De jongen gaf hem de gouden
vulpen.
„Hoe kom jij daaraan?", vroeg
Sinterklaas.
„Van mijn vader gekregen", zei
de jongen kleintjes.
„Om te houden?"
„Nee, Sinterklaas".
„Kijk eens", zei de Sint en wees
op de lettertjes „StN.". „Heb je
„Dat hindert niet", zei Sinterklaas, die gezien?"
En toen las de jongen het vers, „Nee Sinterklaas, anders had ik
dat Sints vulpen had gemaakt. geweten, dat het uw vulpen was",
„Sinterklaas", schreeuwde Piet, zei de jongen.
„hij heeftSinterklaas knikte vriendelijk.
„Stil Piet", zei Sinterklaas. En „Dan is het goed", zei hij. „Je vader
heeft het zeker ook niet gezien. Ik
ben blij, dat ik mijn pen terug heb.
Zonder hem kan ik geen versjes
maken".
Toen lachte de hele klas. Piet deed
een greep in de zak. en haalde een
mooie rode vulpen te voorschijn.
„Kijk", zei Sinterklaas, „daar kan
je beter mee werken dan met de
mijne. Die weet alleen maar van
suikergoed en marsepein en die van
jou. die kent tenminste Frans".
„We zullen die nul voor de thema
maar vergeten", zei meneer.
En de hoofdredacteur was zeker
de hele pen vergeten. In elk geval
heeft hij er zijn zoon nooit meer
naar gevraagd.
Tj E volgende morgen ging de hele
bemanning van „De Zwaluw"
zwemmen voor het ontbijt. De lan
dingsplaats met zijn kleine strand
was er een goed plekje voor. Er was
daar zand en ofschoon er ook ste
nen lagen, waren ze er niet zo
scherp als op andere plaatsen. Ook
werd het water er niet plotseling
diep en nadat Suze een heel eind
het water was ingelopen, zei zij, dat
Rutger ook mocht zwemmen.
Rutger, die op het strand had
staan wachten, rende plassend en
steigerend het water in.
„Je moet niet alleen plassen, maar
ook zwemmen", zei Suze.
„Jawel stuurman", zei Rutger.
Hij hurkte in het water, zodat alleen
zijn hoofd er bovenuit stak. Dat
voelde in ieder geval bijna net aan
als zwemmen. Jan en Suze hielden
een wedstrijd, eerst de ene kant uit
en toen de andere Tittie speelde in
haar eentje voor aalscholver.
Zij kon hier nog niet over praten
tegen Jan en Suze. totdat zij er
zeker van was. dat ze er succes
mee had. Daarom zei ze niets. Maar
zij had gezien dat er een massa
vorens zaten in het ondiepe water
dicht bij de kust. Misschien zpuden
er verderop grotere vissen zitten,
zoals die. welke de aalscholvers
gisteren hadden gevangen. Tittie had
ze zorgvuldig gadegeslagen. Zij
zwommen rustig voort en doken
dan plotseling onder water, waarbij
ze hun ruggen bogen en hun vleu
gels stevig tegen zich aandrukten.
Ze gingen voorover onder water. Zij
probeerde het. maar zij ontdekte dat
zij. als ze haar armen niet gebruik
te. helemaal niet onder water kwam.
Zelfs als ze haar armen gebruikte,
kon ze niet ondergaan zonder 'een
lanc gespartel aan de oppervlakte.
„Waarom zwaai je met je benen
in de lucht. Tittie?". vroeg Rutger
na een van deze duikpocingen. Het
was maar al te waar. Tittie wist
zelf dat zij. lang nadat ze haar hoofd
onder water had gestoken en naar
beneden zwom. nog met haar benen
boven water trapte.
Zij ging verder het water in om
dichter bij de vissen te zijn en ver
der van Rutger vandaan. Tenslotte
ontdekte zij het kunstje om haar
handen zo te draaien, dat haar arm
slagen haar omlaag trokken. Zij ont
dekte ook. dat zij gemakkelijk haar
ogen kon opendoen onder water,
maar dat het net was alsof je in
een groene mist was. Vissen kon je
er niet in zien. Met grote inspanning
schoot ze naar de bodem. Nog altijd
waren er geen vissen Ze kwam
proestend boven en dook toen weer.
Het had geen zin Zij raapte een
steen op van de bodem om zeker
te weten dat ze daar werkelijk ge
weest was en kwam toen haastig
weer boven, sputterend en bulten
adem. Er viel niet aan te twijfelen,
dat de vissen haar zagen aankomen
en dat ze vlugger konden zwemmen
dan zij Er zat niets anders op dan
hnngels te gebruiken. Zij zwom naar
het strand met de steen in haar
hand.
„Wat heb je daar''" vroeg Rutger.
„Een steen", zei Tittie. „Die heb
ik opgeraapt van de bodem".
Uit het Engels vertaald
door
Jac. v. d. Ster
M-
„Wat voor een steen?"
„Ik denk een parel. Laten we pa
relduikers zijn"
De aalscholvers waren vergeten
en in een ogenblik waren de ma
troos en de scheepsjongen veranderd
in parelduikers.
„Laat Rutger niet te ver gaan",
riep de stuurman. „Ik ga naar het
vuur kijken".
Ook Jan was uit het water ge
gaan en roeide kort daarop de pa
relduikers voorbij op weg om melk
te gaan halen.
„Wat doen jullie?", riep hij hen
toe.
„Parelduiken".
„Blijf er niet te lang in. Wie niet
droog en aangekleed is als ik te
rugkom met de melk. krijgt geen
ontbijt".
Jawel, kapitein", zei Tittie.
Rutger probeerde ook te zeggen:
„Jawel kapitein", met zijn mond
onder water. Het lukte hem niet.
Ook kon hij onder water niet ge
makkelijk zijn ogen open doen en
rondplassen In twee of drie voet
water raapte hij zijn parels op door
cr naar te voelen. Matroos Tittie
zwom langs de bodem met haar
ogen open en zocht naar de witste
stenen. Ze waren een beetje groot
voor parels, maar niemand vindt
het erg als parels groot zijn en al
spoedig hadden de parelduikers een
hele stapel natte en glinsterende
juwelen aan de kant Het ergste was
dat de stenen, zodra ze droog wa
ren en ze droogden vlug in de
zon niet meer glinsterden en dat
je ze dus niet meer voor parels
kon laten doorgaan.
(Wordt vervolgd)
door EDWARD HOPE
12
De machinerie van de universiteit
liep geolied. Met een kalme berus
ting probeerden de professoren de
wetenschap in de hersens van tegen
stribbelende studenten te gieten. En
even kalm. en even berustend, strib
belden de studenten slechts tegen
zolang hun toelage dat veroorloof
de En in de studeerkamer van
J Thorval Jones Jr. in Anderson
Hall....
Curly Flagg lag werkelijk bijna
d-cht als een jongen languit op de
sofa en keek de rook van haar si
garet na. Het is allemaal net zo
idioot als in een droom, dacht ze.
Zó aangekleed Dadelijk komt
Clark Gable hier nog binnen en
biedt me tienduizend dollar als ik
zijn tegenspeelster word in zijn vol
gende film En dan verandert hij in
eens in een grote 'grijze kat en
krabt me
Alles idioterie. Ik kan me niet
voorstellen dat er eon nachtclub
heeft bestaan of dat ik ooit in Phila
delphia ben geweest of pirouettes
heb gemaakt in schijnwerperlicht.
Ik heb maar één film gezien. Dat
met die benen onder de tafel van
daan on al die schreeuwende men
sen hoort daar natuurlijk ook in.
Dadelijk word ik nog wakker in
Stonebridge en dan zegt Pa. dat
ik op moet schieten met rekeningen
schrijven: En dan komt Stanley me
halen voor de bios
Die studentenDie Jones is
bazig: koud als een vis Paul
Lawtonhmmm. Aardig Serieus
en bezorgd Aardige ogen. Grappige
neusEn die lange. Janeway.
Dèt is een knappe jongen' En die
twee andere ventjes zijn bang. dat
ze worden gepakt. En bang voor
meisjesDie Broughton krijgt
vandaag of morgen een klap In zijn
gezichtdie wordt brutaal, als
hij de kans krijgtLaat hij het
maar eens proberen
Iemand klopte.
„Binnen", riep ze. zoals Paul had
voorgeschreven. Het was Buzz Jo
nes en hij zag er uit of hij haast
had.
„Morgen", zei hij.
„Morgen", zei Curly.
„Ik kreeg net een telegram Van
mijn vader Hij wil dat ik direct
naar New York kom om te praten.
Over jou. Hoe zou je het vinden om
voor de film te spelen?"
„Film9" zei ze vaag.
..Ja. Film Plaatjes od een doek.
Praten, zingen, dansen".
„Bedoel je dat jij iemand kent
die.
„O ja. dat vergat ik nog te vertel
len Mijn vader is president van de
Supersound".
Curly's mond zakte open. Het
was alsof hij achteloos gezegd had
dat hij een prins was en dat hij haar
ten huwelijk vroeg
„Ik heb mijn vader gisteren in
een telegram om een baan voor jou
gevraagd". Buzz trok een bruine
koffer onder de sofa vandaan. Hij
gooide hem open op do grond. „En
ik kreeg net antwoord Hij zegt dat
ik vanmiddag even moet komen om
over jou te praten".
Hij liep de slaapkamer binnen en
zij hoorde hemmet laden kleppe
ren. Meteen was hij weer terug zijn
armen vol overhemden sokken en
dassen Hij gooide alles tegelijk in
de koffer
„Denk je dat hij me wel eens een
bèèn zou kunnen geven?" vroeg Cur
ly schier ademloos.
„Als ik hem daartoe kan overhalen,
ja Laat eens kijken: sokken,
overhemden ah ja: zakdoeken
Hij verdween weer.
„Ongelooflijk!" zei Curly, toen hij
weer terug kwam.
„Ik heb haast", zei Buzz, „ik heb
om elf uur nog een college en de
trein gaat om 12.18. Kan ik zeggen
dat jij alles van zingen en tapdan
sen weet?"
„Zeg maar wat!"
„Goed Ik zal je laten weten hoe
het aflooptHij bracht een smoking
binnen en legde die voorzichtig
bovenin in de koffer. „Zeg tegen
Paul. dat ik zo gauw mogelijk te
rug kom. Wees in vredesnaam
voorzichtig met wat je doet Hij
ging op het deksel van de koffer
zitten en knipte de sloten dicht.
„Laat Je me wat weten?" vroeg
Curly.
„Je hoort natuurlijk wat van me.
Hou je goed!"
Op de verslaggeverij van een
avondblad in Philadelphia tikte een
kaal heer vlijtig op de toetsen van
een oude schrijfmachine: „Na 36
uur lang onafgebroken naar Curly
(Emma) Flagg gezocht te hebben,
zei de politie vanavond, dat zij nog
steeds in het duister tast över haar
verblijfplaats. Zoals men weet
wordt Curly Flagg gezocht om als
kroongetuige te worden gehoord in
de zaak van de koelbloedige moord
op Italo (.Gummy') Yutti. die deze
week in een bekende nachtclub
werd neergeschoten
En in Princeton, in de collegezaal
no 10 van de McCosh Hall.
Professor Charles Beauregard Ol-
ney. die moderne geschiedenis do
ceerde. gaf zijn beste college Het
ging over de evolutie van het Sov
jet-regime in Rusland. Professor
Olney had het een beetje uitge
breid tot twee artikelen voor
vierhonderd vijftig dollar verkocht
aan een deftig, doch vervelend tijd
schrift. Hij had dezelfde stof haast
woordelijk verwerkt In lezingen
voor vrouwenclubs, voor politieke
clubs, aan lunches Voor honderd
dollar per keer. Hij had het klaar
gespeeld om het in vijftien minu
ten ook nog eens voor de radio te
zeggen En nu was hij nog van plan
de stof een beetje uit te breiden tot
een boek
De jeugdige toehoorders moesten
eigenlijk luisteren, dacht hij. Een
paar luisterden ook. maar anderen
hielden zich op geheel eigen wijze
bezig. Negen lazen er tijdschriften
en kranten: zes (naren) speelden
tik-tak-tor: vier zaten er te slapen
zo goed en zo kwaad als dat ging
in de ongemakkelijke banken: drie
tekenden poppetje in hun blocnotes;
en anderen deden weer wat anders.
Halverwegen het oplopende am
phitheater zat Paul Lawton een
moeilijke brief te schrijven Hii was
daarin zo verdiept dat hij het to-
neel-gegalm van de prof niet meer
hoorde en zelfs vergat hi) on te let
ten of Manlev. die achter hem zat.
soms over zijn schouder meelas wat
hii schreef.
Nu was er eigenlijk niet veel te
lezen. Hij had vrijwel alleen op het
achtereind van zijn vulpen zitten
kluiven Wat er tot nu toe op pa
pier stond was dit- „Beste Fran
ces" hij had eerst ..Frances, lie
veling". neergeschreven maar dat
leek hem in dit geval niet zo ge
schikt „Het spijt me erg dat jij
en je moeder niet van die revue
hielden en ze jullie kwetste.
Ik had er echt niet aan gedacht dat
het wel eens niet helemaal comme-
il-faut kon zijn. Iedereen lacht te
genwoordig om zulk soort trrapjes
en ik had niet gedacht, dat jij en je
moeder er niet zo over dachten"
(Wordt vervolgd)
De volgende dag lag het schip aan de kade.
Een prachtig nieuw schip, gemeerd aan de whl,
Van allerlei werd in het ruim geladen:
Ook tante Mathilde. met zak en al!
De schimmel, doodmoe van het daken bestijgen,
Stond boven aan 't dek nog amechtig te hijgen,
De Sint wuifde vrolijk en liep heen en weer.
En schreeuwde: „Tot ziens, tot de volgende keer!"
En dit is 't verhaal van tante Mathilde,
Van tante Mathilde uit 's Hertogenbosch,
Die niet aan de Sint geloven wilde
En altijd beweerde: „Die baard, die zit los!
„Die tabberd, die mijter, hij heeft ze gehuurd!
,,'t Is zo maar een mannetje, hier uit de buurt."
De hele familie verbleekte en trilde.
Wanneer ze dat zeionze tante Mathilde!
..O. tante-tje. wees toch voorzichtig!" riep vader,
„Als Pieter het hoort, wordt-ie vreselijk kwaad,
,,'t Is kwart over achten, het uur komt al nader,
„Daar wordt al geklopt, zo meteen is 't te laat!"
En werkelijk, nu ging het feest al beginnen.
't Was frisjes en Pieterbaas blies in zijn wanten,
Hij vroeg: „Sinterklaas, nu even nog dit:
„Wat moeten we strakjes beginnen met tante?
..Met tante Mathilde, bij ons in Madrid?"
„Wat zeg je9" zei Sint. hij werd bleek om de neus,
Daar had hij nog niet aan gedacht, en heus
Zijn verdere leven met tante Mathilde?
Daarginds bij hem thuis in MadridHij rilde
Toen zei hij: „Laat tante Mathilde maar lopen,
Zij is nu voldoende gestraft. Laat 'r los!"
Ze maakten die zak-vol-tante open
En zij kon teruggaan naar 's Hertogenbosch.
De hele familie stond op haar te -wachten.
Ze haalden haar binnen: ze huilden en lachten
En weet jc wat tante meteen heeft gezegd?:
„Tóch weet ik het zeker: DIE BAARD IS NIET ECHT!"
We zullen 't er verder nou maar bij laten
Met tante Mathilde valt NIET te praten!
ANNIE M. G. SCHMIDT
J
Tik-tik aan de voordeur. Daar kwamen ze binnen:
Sint Nicolaas, statig en streng en rechtop.
En Picter, die strooide met koekjes en drop
De kinderen zongen en juichten en gilden,
Sint Nicolaas lachte en wenkte zijn knecht.
't Ging allemaal goed, totdat tante Mathilde.
Ineens hard ging roepen: ..DIE BAARD IS NIET ECHT!"
Ze deed een paar stappen naar voren helaas,
Ze trok aan de baard van Sint Nicolaas,
Het was of het hele gezelschap verkilde
Wat dom en brutaal van die tante Mathilde.'
Wat zou er nu komen9 Waf ging er gebeuren?
Sint Niklaas werd dodelijk bleek en sprak:
„Het spijt me. Hoe zeer ik het ook moet betreuren,
„Maar tante Mathilde moet mee in de zak!"
Je snapt, dat de kindertjes vreselijk schrokken,
Ze kropen meteen achter moeder's rokken.
En tante Mathilde? Ze beet en werd woest.
Ze schopte en trapte. Maar 't hielp niet, ze moést.