N0RMAC0L ET ONBEWOONDE E11AK0 Sint verloor zijn ouden vulpen Tante Mathilde gelooft niet aan Sinterklaas Geheim van de tegel-tableaux Twee kardinale fouten ARTHUR RAMSOME Eén meisje en vele mannen Zaterdag 1 December 1931 9 Er wordt ons wel eens de vraag gesteld, waar wij altijd weeronze puzzles vandaan halen, hoe wij tel kens weer nieuwe proble men hebben om de vele puzzelaars voor tc leggen Het antwoord op deze vraag is niet zo eenvoudig te ge ven. Want zij, die niet het ware verzamelaars- en snuffelaarsbloed in zich hebben, zullen niet een, twee, drie van ons willen aannemen, dat stof voor puzzles overal te vinden is. Overal waar met cijfers en letters, met getallen en woorden wordt gegoocheld. Wij zitten dan ook altijd in tijdschriften te snuffelen en vinden altijd wel iets. dat zich in de vorm van een puzzle laat' gieten. Zo hebben wij ons onlangs verdiept in het „American Journal of Modern Ar chaeology" en wij vonden daarin een zeer interessant verhaal over de opgraving van een woning van vóór onze jaartelling. Vooral wat werd medegedeeld over de tegelvloeren had onze bij zondere interesse. Er waren daar gevonden negen tegeltableaux, die al le vierkant waren en be stonden uit een, voor alle tableaux verschillend aan tal tegels. Het grootste ta bleau bestond uit 324 tegels want er waren er 18 in de lengte en 18 in de breedte. Verder waren er tableaux van 225, 196, 100, 81, 64. 49 en 16 tegels en tenslotte nog één losse tegel. De zijden van de negen tableaux waren dus 18. 15. 14. 10. 9. 8. 7. 4 en 1 tegel lang. Uit inscripties was verder af te leiden, dat deze negen tegelta bleaux tezamen de vloer hadden gevormd van een rechthoekige ka mer. In de hierbij afgedrukte figuur geven wij een tekening van de ne gen tableaux. En nu is het voor U een aardige puzzle te trachten deze negen tableaux zó samen te voegen dat een rechthoek ontstaat. Ziet U cr kans toe? Oplossing twintig spiegclwoorden: 1. deel, leed. 2. eens. snee, 3. sol. los. 4 regel, leger, 5. stap, pats. 6. star. rats. 7. knip, pink, 8 door, rood. 9. stort. rots. 10. slop. pols. 11. droom, moord, 12. trof. fort, 13 egel. lege. 14. sim. mis, 15. knik, kink, 16. koop. pook 17. kruk. kurk, 18. maan. naam. 19. mijl, lijm, 20. nevel, leven. Kras baasje... SANTIAGO DE CHILE. De 103-jarige Juan Guzam is er van beschuldigd eon 28-jarige man in een gevecht knock out geslagen en zwaar gewond te hebben. De politie was stomverbaasd uit de papieren van Juan te moeten constateren, dat hij in November 1848 het levenslicht aanschouwde. (Advertentie 1. M.) sterk elastisch Voor onze bridgers SOMS blijkt een ogenschijnlijk gunstig zitsel averechts te wer ken. en soms is een ongunstige ver deling juist uiterst prettig, een en kele maal zelfs, hoe paradoxaal het ook moge klinken, de enige winst kans. Van het eerste is dit spel een sprekend voorbeeld: Noord 10 9 x x Q h x x x x x •fb V X X West Oost A x x x b x C? x x O a b 10 9 ahvbxxx 10 x x 4. h «f» x x x x Zuid a h v x O V X X O x A a b 10 9 x Beiden niet kwetsbaar. Z gever. Z opende met 1 KI.. W bood 1 R N paste en O bood enigszins lucht hartig 2 R zulks om Z het bieden wat moeilijker te maken. Z liet zich niet afhouden, en kwam met 2 Sch. op de proppen W bood (met zijn vaste wegloop in R.) 2 SA. even eens om N-Z dwars te zitten. N. die zowel in Sch. als in KI. steun had, gaf de derde Sch. O paste. Z, die niet precies wist. wat N zou hebbeii. aarzelde of hij moest door- bieden, maar hij besloot te passen. W bood nu 4 R. N en O pasten, maar nu bood Z 4 Sch En daar Z eerst op 3 Sch. had gepast, hoopte W maar dat Z down zou gaan, zo dat hij niet met 5 R. redde (dit gaat slechts 2 down). Uitkomst R. h. O speelde de 10 bij (als signaal om H. te spelen be doeld) en W volgde gehoorzaam met zijn hoogste H (de 6 geloof ik). Kleine H. in N. De 9 bij O. Z neemt met de v. Nu volgt troef aas en heer. Zou nu de boer niet vallen, dan slaat Z de Sch v. en trekt daarop KI. a. Immers heeft Z dan geen andere speelwijze. Bovendien is het niet erg, alfc O aan slag komt. daar het spel dan toch wordt ge wonnen, ter ijl. als W de KI. h. heeft, snijden toch niet lukt. Evenwel viel de Sch. b. Zonder lang nadenken, trok Z (die nu een rentrée in N zag opdoemen) kleine troef naar N. en speelde KI. v. na. En sneed. W nam. trok H. en O maakte H. 10 en H a. (Speelt O na de H. 10 R. na, dan wint Z het spel nog, maar O maakte geen fout). Z maakte in dit spel twee kardi nale fouten, althans in aanmerking nemend, dat deze Z een speler van reputatie was. In de eerste plaats had Z, ondanks het vallen van die Sch. b. even langer moeten naden ken. en niet op KI. h. snijden. Zit de h. slecht, dan baat het niet. en zit de h. bij O. dan is het spel altijd gewonnen, daar altijd tijdig twee H.'s van N weg kunnen op Z's Kl.'s. Het spelen van Kl a is dus een safety-play met het oog op een mogelijke h. sec bij W. Het geen toevallig ook zo zat. Maar in de tweede slag had Z reeds een fout gemaakt. Op W's H. 6 moet hij in N de h. leggen. Im mers. als hij de kaait goed leest, dan heeft W een doubleton H Door H. h. te leggen, wordt O gedwon gen H a. te leggen. Als O H. na trekt. neemt Z. maar W heeft nu geen H. meer. Als Z nu het geluk heeft, dat Sch. b. de tweede maal valt, dan snijdt hij Kldaar W nu ongevaarlijk is. Maar als de Sch. b derde zit. wint hij het spel. als W de Kl. h heeft. Omdat W aan slag gekomen geen H meer kan trekken. Zoals Z heeft gespeeld, wint hij het spel alleen als de Kl. h. goed zit (bij O). Als hij H h. legt in de tweede slag, dan wint hij het spel, als de Kl. h bij W zit, maar ook als de Sch. b tweede zit en de Kl h. bij O (a fortiori als deze Kl. h. bU W zit ook). Mr. E. C. GOUDSMIT DJAKARTA Het Indonesische parlement heeft het wetsontwerp inzake de nationalisatie van de Ja- vasche Bank zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. (Advertentie 1. M.) s u bejrouï^sre Schimmel naar andere kant van straat sprong, ver loor Sinterklaas zijn gouden vulpen. Er stond St. N. in ge graveerd. De hoofd redacteur. die de x mooie pen vond. zag die letters niet. Hij stopte de pen in zijn zak, want hij had geen tijd hem naar het politiebureau te brengen. Toen hij zijn hoofdartikel wou beginnen, dacht hij ..Proberen, of hij lekker schrijft", en hij nam de gouden pen. Maar toen gebeurde er iets vreemds. Hij had willen schrijven, dat het zo 'n akelige tijd (vas en dat al die feesten in December zonde van het geld en de tijd wa ren. Maar toen hij de pen op papier zette, kwam er te slaan, dat de re gering die dag alle mensen vrij moest geven om cadeautjes en lek kers te kopen. En toen hij dat had geschreven schroefde hij de pen dicht en ging Sinterklaascadcautjes voor zijn vrouw en kinderen kopen. Maar toen hij 's avonds het arti kel nog eens las. vond hij het maar een vreemd verhaal. „Het moet aan die pen hebben gelegen," dacht hij. En hij ging achter zijn bureau zitten om een nieuw artikel te schrijven. Toen kwam zijn zoontje binnen, en vroeg: „Vader, mag ik jouw vulpen om mijn Franse the ma te maken?" De hoofdredacteur gaf hem de gouden pen en zei: „Die mag je gebruiken, maar ik moet hem terug hebben vóór je naar bed gaat." Het zoontje ging naar zijn ka mertje en bewonderde de pen. Hij verlangde al lang naar een vulpen en dacht: „Ik zal hem maar hou den." en begon toen aan zijn thema. „Moeder eet een appel," was de eerste zin. Hij wilde schrijven „Maman mange une pomme," maar toen hij klaar was stond er „Maman mange du chocolat" ..Wat gek." dacht hij. maar hij besloot het maar tc laten staan. „Mijn broer heeft een pijp," was de volgende zin; cr kwam te staan „Mon frère a un train électrique". Dat was heel erg vreemd, want ztjn broer had helemaal geen elec- trische trein, hij wou cr alleen graag een hebben. „Het ligt aan de pen." dacht de jongen. Hij werd er een beetje op gewonden van en dat was misschien de reden, dat hij die nacht verward droomde. Hij zag Zwarte Piet gebukt door een straat lopen alsof hij iets zocht. Hij keek in alle portieken en voelde met zijn handen achter de brievenbus. Toen liep hij het park in en scheen met een zak lantaren tje in het gras. Opeens was Zwarte Piet weg en stond de gou den vulpen aan het voeteneind van zijn bed. Hij zei: „Waarom breng je me niet naar het politie bureau? Zwarte Piet heeft me al aangegeven." en hij prikte zo venij nig naar de jongen, dat die wak ker schrok. E volgende morgen herinnerde de jongen zich zijn droom en I hij dacht, dat de pen 1 zeker iets ergs had gedaan, dat hij naar het politiebureau moest worden ge bracht. „Wees maar niet bang." zei hij tegen de pen. „Ik zal wel zorgen, dat ze je niet te pakken krijgen." En hij nam de pen mee naar school en maakte er zijn sommen mee. Sommen over wandelaars, die elkaar tegemoet lopen, en over jongens, die knikkers moeten ver delen. De vulpen maakte van de wandelaai's Sinterklazen, van de jongens Zwarte Pieten en van de knikkers pepernoten. En toen de jongen zijn Franse themaschrift terug kreeg schrok hij: meneer had er onder geschreven „Allemaal on zin!" eneen grote nul. 's Middags zei meneer: „Sinter klaas komt vanmiddag misschien op bezoek. Gaan jullie maar een opstel maken," en hij deelde de schriften uit De jongen dacht er over een op stel t; maken over de Noorse schaatsen, die zijn vader hem had beloofd. En dus wou hij „Een paar echte Noren" boven een nieuwe bladzijde zetten, maar de vulpen schreef: Ik kreeg een mooie gouden pen. Maar denk niet dat ik er blij mee ben. Mijn schoolwerk Is mijn. eigen Maar die pen die kladt maar raak. Het l\jkt, of ik er met de pet naar Ik wil een andre pen. al is deze erg mooi. De politie zoekt hem, waarvoor weet ik niet. Maar hij is aangegeven door Zwarte Piet. Hij zit waarschijnlijk lelijk tn de klem. Maar ik verstop hem, anders vindt men hem." En toen kwam er niets meer. R werd op de. deur geklopt. en daar kwam Sint Nicolaas binnen, en achter hem stapte Piet. Meneer bood Sinterklaas zijn stoel aan. „En. zijn ze zoet geweest?" vroeg Sint. „Zeker Sinterklaas", zei meneer, en de kinderen ademden een beetje verlicht. „Waar zijn ze nu aan bezig?", vroeg Sinterklaas. „Aan een opstel. Sinterklaas". „Zo, zozei Sinterklaas. ;.Ik zou er wel eens een willen lezen". Hij keek de klas rond, en hij wees naar cle jongen. ..Lees mij jouw opstel eens voor", zei hij vriendelijk. „Het is eigenlijk geen opstel", zei de jongen zacht. tegen de jongen: „Mag ik die pen eens zien?" De jongen gaf hem de gouden vulpen. „Hoe kom jij daaraan?", vroeg Sinterklaas. „Van mijn vader gekregen", zei de jongen kleintjes. „Om te houden?" „Nee, Sinterklaas". „Kijk eens", zei de Sint en wees op de lettertjes „StN.". „Heb je „Dat hindert niet", zei Sinterklaas, die gezien?" En toen las de jongen het vers, „Nee Sinterklaas, anders had ik dat Sints vulpen had gemaakt. geweten, dat het uw vulpen was", „Sinterklaas", schreeuwde Piet, zei de jongen. „hij heeftSinterklaas knikte vriendelijk. „Stil Piet", zei Sinterklaas. En „Dan is het goed", zei hij. „Je vader heeft het zeker ook niet gezien. Ik ben blij, dat ik mijn pen terug heb. Zonder hem kan ik geen versjes maken". Toen lachte de hele klas. Piet deed een greep in de zak. en haalde een mooie rode vulpen te voorschijn. „Kijk", zei Sinterklaas, „daar kan je beter mee werken dan met de mijne. Die weet alleen maar van suikergoed en marsepein en die van jou. die kent tenminste Frans". „We zullen die nul voor de thema maar vergeten", zei meneer. En de hoofdredacteur was zeker de hele pen vergeten. In elk geval heeft hij er zijn zoon nooit meer naar gevraagd. Tj E volgende morgen ging de hele bemanning van „De Zwaluw" zwemmen voor het ontbijt. De lan dingsplaats met zijn kleine strand was er een goed plekje voor. Er was daar zand en ofschoon er ook ste nen lagen, waren ze er niet zo scherp als op andere plaatsen. Ook werd het water er niet plotseling diep en nadat Suze een heel eind het water was ingelopen, zei zij, dat Rutger ook mocht zwemmen. Rutger, die op het strand had staan wachten, rende plassend en steigerend het water in. „Je moet niet alleen plassen, maar ook zwemmen", zei Suze. „Jawel stuurman", zei Rutger. Hij hurkte in het water, zodat alleen zijn hoofd er bovenuit stak. Dat voelde in ieder geval bijna net aan als zwemmen. Jan en Suze hielden een wedstrijd, eerst de ene kant uit en toen de andere Tittie speelde in haar eentje voor aalscholver. Zij kon hier nog niet over praten tegen Jan en Suze. totdat zij er zeker van was. dat ze er succes mee had. Daarom zei ze niets. Maar zij had gezien dat er een massa vorens zaten in het ondiepe water dicht bij de kust. Misschien zpuden er verderop grotere vissen zitten, zoals die. welke de aalscholvers gisteren hadden gevangen. Tittie had ze zorgvuldig gadegeslagen. Zij zwommen rustig voort en doken dan plotseling onder water, waarbij ze hun ruggen bogen en hun vleu gels stevig tegen zich aandrukten. Ze gingen voorover onder water. Zij probeerde het. maar zij ontdekte dat zij. als ze haar armen niet gebruik te. helemaal niet onder water kwam. Zelfs als ze haar armen gebruikte, kon ze niet ondergaan zonder 'een lanc gespartel aan de oppervlakte. „Waarom zwaai je met je benen in de lucht. Tittie?". vroeg Rutger na een van deze duikpocingen. Het was maar al te waar. Tittie wist zelf dat zij. lang nadat ze haar hoofd onder water had gestoken en naar beneden zwom. nog met haar benen boven water trapte. Zij ging verder het water in om dichter bij de vissen te zijn en ver der van Rutger vandaan. Tenslotte ontdekte zij het kunstje om haar handen zo te draaien, dat haar arm slagen haar omlaag trokken. Zij ont dekte ook. dat zij gemakkelijk haar ogen kon opendoen onder water, maar dat het net was alsof je in een groene mist was. Vissen kon je er niet in zien. Met grote inspanning schoot ze naar de bodem. Nog altijd waren er geen vissen Ze kwam proestend boven en dook toen weer. Het had geen zin Zij raapte een steen op van de bodem om zeker te weten dat ze daar werkelijk ge weest was en kwam toen haastig weer boven, sputterend en bulten adem. Er viel niet aan te twijfelen, dat de vissen haar zagen aankomen en dat ze vlugger konden zwemmen dan zij Er zat niets anders op dan hnngels te gebruiken. Zij zwom naar het strand met de steen in haar hand. „Wat heb je daar''" vroeg Rutger. „Een steen", zei Tittie. „Die heb ik opgeraapt van de bodem". Uit het Engels vertaald door Jac. v. d. Ster M- „Wat voor een steen?" „Ik denk een parel. Laten we pa relduikers zijn" De aalscholvers waren vergeten en in een ogenblik waren de ma troos en de scheepsjongen veranderd in parelduikers. „Laat Rutger niet te ver gaan", riep de stuurman. „Ik ga naar het vuur kijken". Ook Jan was uit het water ge gaan en roeide kort daarop de pa relduikers voorbij op weg om melk te gaan halen. „Wat doen jullie?", riep hij hen toe. „Parelduiken". „Blijf er niet te lang in. Wie niet droog en aangekleed is als ik te rugkom met de melk. krijgt geen ontbijt". Jawel, kapitein", zei Tittie. Rutger probeerde ook te zeggen: „Jawel kapitein", met zijn mond onder water. Het lukte hem niet. Ook kon hij onder water niet ge makkelijk zijn ogen open doen en rondplassen In twee of drie voet water raapte hij zijn parels op door cr naar te voelen. Matroos Tittie zwom langs de bodem met haar ogen open en zocht naar de witste stenen. Ze waren een beetje groot voor parels, maar niemand vindt het erg als parels groot zijn en al spoedig hadden de parelduikers een hele stapel natte en glinsterende juwelen aan de kant Het ergste was dat de stenen, zodra ze droog wa ren en ze droogden vlug in de zon niet meer glinsterden en dat je ze dus niet meer voor parels kon laten doorgaan. (Wordt vervolgd) door EDWARD HOPE 12 De machinerie van de universiteit liep geolied. Met een kalme berus ting probeerden de professoren de wetenschap in de hersens van tegen stribbelende studenten te gieten. En even kalm. en even berustend, strib belden de studenten slechts tegen zolang hun toelage dat veroorloof de En in de studeerkamer van J Thorval Jones Jr. in Anderson Hall.... Curly Flagg lag werkelijk bijna d-cht als een jongen languit op de sofa en keek de rook van haar si garet na. Het is allemaal net zo idioot als in een droom, dacht ze. Zó aangekleed Dadelijk komt Clark Gable hier nog binnen en biedt me tienduizend dollar als ik zijn tegenspeelster word in zijn vol gende film En dan verandert hij in eens in een grote 'grijze kat en krabt me Alles idioterie. Ik kan me niet voorstellen dat er eon nachtclub heeft bestaan of dat ik ooit in Phila delphia ben geweest of pirouettes heb gemaakt in schijnwerperlicht. Ik heb maar één film gezien. Dat met die benen onder de tafel van daan on al die schreeuwende men sen hoort daar natuurlijk ook in. Dadelijk word ik nog wakker in Stonebridge en dan zegt Pa. dat ik op moet schieten met rekeningen schrijven: En dan komt Stanley me halen voor de bios Die studentenDie Jones is bazig: koud als een vis Paul Lawtonhmmm. Aardig Serieus en bezorgd Aardige ogen. Grappige neusEn die lange. Janeway. Dèt is een knappe jongen' En die twee andere ventjes zijn bang. dat ze worden gepakt. En bang voor meisjesDie Broughton krijgt vandaag of morgen een klap In zijn gezichtdie wordt brutaal, als hij de kans krijgtLaat hij het maar eens proberen Iemand klopte. „Binnen", riep ze. zoals Paul had voorgeschreven. Het was Buzz Jo nes en hij zag er uit of hij haast had. „Morgen", zei hij. „Morgen", zei Curly. „Ik kreeg net een telegram Van mijn vader Hij wil dat ik direct naar New York kom om te praten. Over jou. Hoe zou je het vinden om voor de film te spelen?" „Film9" zei ze vaag. ..Ja. Film Plaatjes od een doek. Praten, zingen, dansen". „Bedoel je dat jij iemand kent die. „O ja. dat vergat ik nog te vertel len Mijn vader is president van de Supersound". Curly's mond zakte open. Het was alsof hij achteloos gezegd had dat hij een prins was en dat hij haar ten huwelijk vroeg „Ik heb mijn vader gisteren in een telegram om een baan voor jou gevraagd". Buzz trok een bruine koffer onder de sofa vandaan. Hij gooide hem open op do grond. „En ik kreeg net antwoord Hij zegt dat ik vanmiddag even moet komen om over jou te praten". Hij liep de slaapkamer binnen en zij hoorde hemmet laden kleppe ren. Meteen was hij weer terug zijn armen vol overhemden sokken en dassen Hij gooide alles tegelijk in de koffer „Denk je dat hij me wel eens een bèèn zou kunnen geven?" vroeg Cur ly schier ademloos. „Als ik hem daartoe kan overhalen, ja Laat eens kijken: sokken, overhemden ah ja: zakdoeken Hij verdween weer. „Ongelooflijk!" zei Curly, toen hij weer terug kwam. „Ik heb haast", zei Buzz, „ik heb om elf uur nog een college en de trein gaat om 12.18. Kan ik zeggen dat jij alles van zingen en tapdan sen weet?" „Zeg maar wat!" „Goed Ik zal je laten weten hoe het aflooptHij bracht een smoking binnen en legde die voorzichtig bovenin in de koffer. „Zeg tegen Paul. dat ik zo gauw mogelijk te rug kom. Wees in vredesnaam voorzichtig met wat je doet Hij ging op het deksel van de koffer zitten en knipte de sloten dicht. „Laat Je me wat weten?" vroeg Curly. „Je hoort natuurlijk wat van me. Hou je goed!" Op de verslaggeverij van een avondblad in Philadelphia tikte een kaal heer vlijtig op de toetsen van een oude schrijfmachine: „Na 36 uur lang onafgebroken naar Curly (Emma) Flagg gezocht te hebben, zei de politie vanavond, dat zij nog steeds in het duister tast över haar verblijfplaats. Zoals men weet wordt Curly Flagg gezocht om als kroongetuige te worden gehoord in de zaak van de koelbloedige moord op Italo (.Gummy') Yutti. die deze week in een bekende nachtclub werd neergeschoten En in Princeton, in de collegezaal no 10 van de McCosh Hall. Professor Charles Beauregard Ol- ney. die moderne geschiedenis do ceerde. gaf zijn beste college Het ging over de evolutie van het Sov jet-regime in Rusland. Professor Olney had het een beetje uitge breid tot twee artikelen voor vierhonderd vijftig dollar verkocht aan een deftig, doch vervelend tijd schrift. Hij had dezelfde stof haast woordelijk verwerkt In lezingen voor vrouwenclubs, voor politieke clubs, aan lunches Voor honderd dollar per keer. Hij had het klaar gespeeld om het in vijftien minu ten ook nog eens voor de radio te zeggen En nu was hij nog van plan de stof een beetje uit te breiden tot een boek De jeugdige toehoorders moesten eigenlijk luisteren, dacht hij. Een paar luisterden ook. maar anderen hielden zich op geheel eigen wijze bezig. Negen lazen er tijdschriften en kranten: zes (naren) speelden tik-tak-tor: vier zaten er te slapen zo goed en zo kwaad als dat ging in de ongemakkelijke banken: drie tekenden poppetje in hun blocnotes; en anderen deden weer wat anders. Halverwegen het oplopende am phitheater zat Paul Lawton een moeilijke brief te schrijven Hii was daarin zo verdiept dat hij het to- neel-gegalm van de prof niet meer hoorde en zelfs vergat hi) on te let ten of Manlev. die achter hem zat. soms over zijn schouder meelas wat hii schreef. Nu was er eigenlijk niet veel te lezen. Hij had vrijwel alleen op het achtereind van zijn vulpen zitten kluiven Wat er tot nu toe op pa pier stond was dit- „Beste Fran ces" hij had eerst ..Frances, lie veling". neergeschreven maar dat leek hem in dit geval niet zo ge schikt „Het spijt me erg dat jij en je moeder niet van die revue hielden en ze jullie kwetste. Ik had er echt niet aan gedacht dat het wel eens niet helemaal comme- il-faut kon zijn. Iedereen lacht te genwoordig om zulk soort trrapjes en ik had niet gedacht, dat jij en je moeder er niet zo over dachten" (Wordt vervolgd) De volgende dag lag het schip aan de kade. Een prachtig nieuw schip, gemeerd aan de whl, Van allerlei werd in het ruim geladen: Ook tante Mathilde. met zak en al! De schimmel, doodmoe van het daken bestijgen, Stond boven aan 't dek nog amechtig te hijgen, De Sint wuifde vrolijk en liep heen en weer. En schreeuwde: „Tot ziens, tot de volgende keer!" En dit is 't verhaal van tante Mathilde, Van tante Mathilde uit 's Hertogenbosch, Die niet aan de Sint geloven wilde En altijd beweerde: „Die baard, die zit los! „Die tabberd, die mijter, hij heeft ze gehuurd! ,,'t Is zo maar een mannetje, hier uit de buurt." De hele familie verbleekte en trilde. Wanneer ze dat zeionze tante Mathilde! ..O. tante-tje. wees toch voorzichtig!" riep vader, „Als Pieter het hoort, wordt-ie vreselijk kwaad, ,,'t Is kwart over achten, het uur komt al nader, „Daar wordt al geklopt, zo meteen is 't te laat!" En werkelijk, nu ging het feest al beginnen. 't Was frisjes en Pieterbaas blies in zijn wanten, Hij vroeg: „Sinterklaas, nu even nog dit: „Wat moeten we strakjes beginnen met tante? ..Met tante Mathilde, bij ons in Madrid?" „Wat zeg je9" zei Sint. hij werd bleek om de neus, Daar had hij nog niet aan gedacht, en heus Zijn verdere leven met tante Mathilde? Daarginds bij hem thuis in MadridHij rilde Toen zei hij: „Laat tante Mathilde maar lopen, Zij is nu voldoende gestraft. Laat 'r los!" Ze maakten die zak-vol-tante open En zij kon teruggaan naar 's Hertogenbosch. De hele familie stond op haar te -wachten. Ze haalden haar binnen: ze huilden en lachten En weet jc wat tante meteen heeft gezegd?: „Tóch weet ik het zeker: DIE BAARD IS NIET ECHT!" We zullen 't er verder nou maar bij laten Met tante Mathilde valt NIET te praten! ANNIE M. G. SCHMIDT J Tik-tik aan de voordeur. Daar kwamen ze binnen: Sint Nicolaas, statig en streng en rechtop. En Picter, die strooide met koekjes en drop De kinderen zongen en juichten en gilden, Sint Nicolaas lachte en wenkte zijn knecht. 't Ging allemaal goed, totdat tante Mathilde. Ineens hard ging roepen: ..DIE BAARD IS NIET ECHT!" Ze deed een paar stappen naar voren helaas, Ze trok aan de baard van Sint Nicolaas, Het was of het hele gezelschap verkilde Wat dom en brutaal van die tante Mathilde.' Wat zou er nu komen9 Waf ging er gebeuren? Sint Niklaas werd dodelijk bleek en sprak: „Het spijt me. Hoe zeer ik het ook moet betreuren, „Maar tante Mathilde moet mee in de zak!" Je snapt, dat de kindertjes vreselijk schrokken, Ze kropen meteen achter moeder's rokken. En tante Mathilde? Ze beet en werd woest. Ze schopte en trapte. Maar 't hielp niet, ze moést.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 9