Waarom de ekster witte en zwarte veren heeft Schaap Veronica naar de bioscoop ET 0NBEWOOWE EILAND Weer een klassiek kruiswoordraadsel r ARTHUR RAMSOME Puzzelaars zijn er nog altijd verzot Strijd om de tempi Geen armoede na 10 uur DUNLOPIU0 l Eén meisje en vele mannen! Zaterdag 8 December 1951 Kabouters zijn zo eerlijk als goud, moet je weten. Je kunt hun best een volle portemonnaie met centen en dubbeltjes, of een zak met ongetelde toffees geven, en ze zullen er niets uitnemen. Maar nu leek het wel, of er in Lutjeputje een dief was, die stilletjes hier en daar de boel wegnam, en niemand kon hem vinden. Het was begonnen bij het huisje van Witbaard. Die was jarig ge weest. en hij had een grote visite g had. Allemaal kabouters, dat snap je. en die hadden er beuke- nootjesthee gedronken uit kopjes, die uit eikelnapjes waren gemaakt, en ze hadden er de suiker doorge roerd met kleine, zilveren lepeltjes. Toen de visite naar huis was ge gaan. had Witbaard de lepeltjes af gewassen. Witbaard hield nu een maal van schoon. En. omdat zijn theedoek nog nat was van de natte kopjes, had hij de lepeltjes buiten zijn huisje in de zon te drogen ge legd. Ze schitterden als kleine ster ren. Toen Witbaard later zijn lepel tjes in het kistje wilde opbergen, kwam hij tot de ontdekking, dat er liefst twee weg waren. Wie had dat gedaan? Witbaard dacht er zo lang over na. dat hij er pijn in het hoofd van kreeg, maar hij kon het raadsel niet oplossen. Toen gebeurde er net zoiets met Plakmaar. de brievenbesteller. Die had een zilveren lantarentje, waar mee hij zich bijlichtte, als hij met zijn tas vol ansichten en brieven het bos inging, en het was wat laat geworden Die lantaren had hij overdag niet nodig, en daarom had hij hem aan een haak boven zijn huisje opgehangen, en hij hing daar veilig. Wie zou er nu ook die lantaren van Plakmaar wegnemen? Maar op een goede dag was die toch verdwenen. Wie had dat ge daan? Plakmaar dacht er zo diep over na. dat hij met zijn bestellin gen helemaal in de war kwam. en de brieven naast de brievenbusjes van de kabouters stopte inplaats van erin. Maar het zou nog erger worden. O ja. nog veel, véél erger! Het was een warme zomerdag, en Koning Wimpicslimpie had in zijn paleis hoofdpijn gekregen door de be nauwde lucht van de zware gordij nen, die voor de vensters hingen. HU was naar buiten gegaan, na tuurlijk met de kroon op zijn hoofd. Hij had zich in het frisse gras neer gelegd, en doordat de bomen zulke .:achte muziek maakten, en de zon hem in de ogen kietelde, was hij in slaap gevallen, vóór hU het wist. En toen hij wakker werd was de kroon gestolen! Wie had dat gedaan? Alle kabouters prakkizeer- den erover. Ze werden cr zwaar van in het hoofd, en moesten al door ijsjes eten, om fris te worden. de koning daar hebt liggen." zei Scherpoog. En zei de ekster: ..Kom maar ge rust binnen, want ik ben een eer lijke vogel?" Het mócht wat. Neen. hij pikte met zijn kromme, harde snavel naar Scherpoog, en hij sloeg met zijn zwarte vleugels. Scherpoog had toen natuurlijk met een in de gaten, dat het daarbin nen niet pluis was. En daarom drong hij het nest in. envond daar de lepeltjes, het lantarentje, en óók de kroon van de koning! Je begrijpt, dat Scherpoog de ekster meteen meenam naar het paleis van Wimpicslimpie. „Hier hebben we de dief," zei de politie-kabouter. Wat zullen we met hem doen. Majesteit?" De ekster was bang. dat hU een vreselijke straf zou krijgen, en dat hij misschien wel tweeduizend beukenootjes of eikels boete zou moeten betalen, en daar kon hij dan dagen en dagen voor vliegen om ze bU elkaar te krijgen. De Koning was heel knap in het be denken van straffen, die niet zo heel, heel streng waren, maar die toch bést hielpen. En zo gebeurde het ook nu. Wimpieslimpie legde de vinger langs zijn neus. en dacht, en dachtEindelijk zei hij: „Krom- bek heeft zo'n donkere kleur, dat je hem van verre door de zwarte takken en het diepe groen van de bladeren bijna niet ziet aankomen. Het is nodig, dat we hem heel bont schilderen, dan merkt iedereen da delijk. dat Krombek in dc buurt is. en men kan zijn glinsterende dingen veilig opbergen, vóór het te laat is. En het is een grote schande ook. Daarom veroordeel ik Krombe': tot de volgende straf: hij zal door de opperhofschilder, ka bouter Verfkwast, met witte stre pen worden geverfd. Dan is hU al héél uit de verte zichtbaar." En zo gebeurde het. Kabouter Verfkwast kwam met zun schilder- kist en penselen aanlopen, en schil derde de vogel precies zo op. als de Koning bevolen had. De kleine mannetjes waren nu gerust, en de ekster durfde bij hen niets meer stelen. Het had dus goed geholpen. Maar. maarJammer genoeg. dat Krombek van zijn gebrek nog niet helemaal genezen is. Nu pro beert hij het bij de mensen, en daar neemt hij nog wel eens glin sterende dingen weg. als hij ze kan krijgen, en bergt ze dan in zijn nest. Kinderen, past maar op je lepel tjes. als je de zwart-witte vogel door de bomen ziet sluipen! Kroon tjes zullen er bij jullie wel niet te halen zijn! C. WILKESHUIS. (Overgenomen uit „Avonturen In Lutjeputje". Illustraties van Plet Broos. Uitgave ,.De Tijdstroom", Lochem). Prijs f 3 50. „Hè nee." zei 't schaap Veronica„ik wil niet ganzebordeu „Wat dan?" riepen de dames Groen, „wie heeft cr een idc ..Of zal het voor vanavond eens een bioscoopje worden?" „Gaat u maar!" zei de dominee, „ik ga beslist niet mee!" „Toe." zei het schaap Veronica, „toe, luister nou 's. luister! „Er is een film van cowboys en dan komt er nog veel meer! En even later zaten zij gezellig in het duister; ,,'k Moet zeggen," sprak de dominee, ,,'t is aardig voor een keer Er kwam een schurk op 't witte doek. heel bleek en ongeschoren. Hij ging uit wandelen met een juffrouw in een witte jurk. De dominee stond haastig op en deed een stap naar voren „Juffrouw toch," riep hij angstig uit. „Pas op, dat is een schurk! „Kom," zeiden toen de dames Groen, „kom, 't is toch maar een film „Dat zal wel," riep de dominee, „maar zo iets neem ik niet! "Als ik die man te pakken krijg zo dadelijk, ik vil 'm!" „Oei!" huilde 't schaap Veronica, „o, kijk toch eens, hu schiet'. Maar 't liep gelukkig heel goed af; de schurk werd opgegeten door acht-en-tachtig zwarte beren, buiten 111 het woud. ,Hè, hè," zo sprak de dominee, „ik heb in angst gezeten. '„Ik ook'," zei 't schaap Veronica, „mijn voetjes zijn ijskoud. Wel," zeiden toen de dames Groen, „het licht gaat op, 't is uit. ",Nu op de hoek van t straatje nog een usje, tot besluit ANNIE M. G. SCHMIDT J heeft, gekleurd linnen voor de lam pen te hangen Eén druk op een knop. cn drie borden gaan vanzelf werken om de gevraagde kleur aau te brengen. Om nog iets van de Parijse Opera te vertellen: er is een bibliotheek, waarin de muziek van alle opera's, die de laatste 275 jaar zijn opge voerd, is opgeborgen. Alle boeken vanaf 1669 zijn er ook, evenals de tekeningen van de gebruikte décors, van costuums enz. Ja. zelfs alle lijs ten van de mensen die door de eeuwen heen lid van de Opera zijn geweest en nóg zijn. kan je er vin den. Het is dus heus niet moeilijk de oude tijden te weten te komen. JANINE. In de Parijse Opera hangt grootste lamp ter wereld De grootste lamp ter wereld hangt in de Parijse Opera Hij weegt 6000 kilogram, heeft 242 gloeilam pjes. en is vier meter hoog. Er is ook een grote lamp, die het toneel moet belichten. Die heeft er nu een „cyclorama" bij gekregen. Dat is de naam voor een enorme cylinder van een inhoud van dui- zend vierkante meter: hij weegt daar wat over het muziekleven van 20.000 kilogram. Nu is het niet meer nodig iedere keer, wanneer het to neel een andere belichting nodig Nu moet je weten, dat Scherp oog, de politie-agent van Lutje putje. al een hele tijd ijverig naar die zilveren lepeltjes en dat zilve ren lantarentje had gezocht, maar dat hij niets gevonden had. En nu nog de kroon van de koning! Hij begon zich ervoor te schamen, dat er zulke dingen gebeurden. ter wijl hij toezicht hield Hij vroeg aan de schildwacht, die bij het paleis van Win.pieslimpie had ge staan. of die ook iemand in de tuin had gezien. „Niemand," zei de schildwacht, en hij ging in de houding staan, zodat het leek, of hij een stok had ingeslikt. „Bedenk je eens goed," drong Scherpoog aan. „Alleen is "rombek. de ekster, hier geweest." antwoordde de schildwacht. „Maar die zou het kroontje toch stellig niet gestolen hebben." ..Dan zullen we daar eens gaan kijken," zei Scherpoog. Uit het Engels vertaald Hij klom in de boom. waar Krombek zijn nest had. Het was een heel kunstig nest met een dak er boven voor de regen. Hij klopte aan. en riep: „Doe eens open!" „Wat kom je hier doen?" vroeg de ekster, en hij stak zijn kop met de brutale ogen uit het nest. „Ik wou wel eens binnen kijken, of jij misschien het kroontje van Er kwam een einde aan het parel duiken. zodra de duikers kapitein Jan over het veld van de boerderij vandaan zagen komen. Er was een hevig geplas en zij renden naar het strand, droogden zich af en lang voordat kapitein Jan in „De Zwa luw" kwam aangeroeid, stond zijn bemanning, droog en aangekleed, hem op het strand op te wachten. Hii had heel wat te dragen: twee broden, een paar grote kroppen sla, een mandje eieren, de melkkan en dan nog een klein tabaksdoosje. „Wat zit daarin?", vroeg Rutger. „Wormen", zei kapitein Jan. „Gaan we vissen?", vroeg Rutger. „Ja", zei kapitein Jan. „Mijnheer Dixon heeft me dc wormen gege ven. Hij zegt dat er een massa baars zit tussen hier en zijn steiger. Hij zegt dat we beter met vorentjes kun nen vissen dan met wormen cn dat we de vorentjes vinden overal waar waterplanten zijn". Het ontbijt was spoedig afgelo pen en terwijl stuurman Suze op ruimde. namen de anderen de saus pan mee en deden die half vol met p O water om de aasvisjes in te doen. Toen visten zij naar vorentjes in het ondiepe water en vingen er een heleboel. Toen maakten zij de mast van „De Zwaluw" los en lieten die met de gaffel en het zeil aan de kant, zodat er meer plaats in de boot was. Suze voegde zich bij hen en maakte ook haar hengel klaar. Vervolgens roeiden zij regelrecht van het eiland naar dc baai bij de boerderij van Dixon. De scheeps jongen zat voorop om uit te kijken naar waterplanten. „Waterplanten!", riep hij al gauw, nadat zij in de baai gekomen waren. „Massa's". Aan weerskanten van „De Zwaluw" konden zij de lange groe ne stengels van de planten onder water zien. ..We moeten aan de rand er van blijven op een plek waar het niet al te diep is. Ben je klaar om voor anker te gaan?" Stuurman Suze gaf de scheepsjon gen het bevel: „Laat het anker over de voorsteven zakken en laat het vallen als ik zeg: vieren!" Jan deed telkens een slag. „Kan een van jullie de bodem zien?" „Ik nu wel", zei Rutger. „Mooi. Ik ook. Er groeit gras op. Er is dus zand. En het is dicht bij de waterplanten. We hadden geen beter plekje kun nen vinden". „Vieren!", riep de stuurman. Rutger liet het anker zakken. „De Zwaluw" draaide langzaam rond. Een ogenblik later lagen cr vier rode dobbers in het water, twee aan elke kant van de boot. „Hoe diep vis jij, Suze?" vroeg Tittie. „Bijna zo diep als mijn snoer komt." zei Suze. „Het mijne zit maar zowat een meter onder water. Ik kan gemak kelijk het vorentje zien." Daar heb je niets aan." zei Jan. dertig vanda, Geef hier, dan zal ik de dobber ho ger schuiven." door Jac. v. d. Ster „Het moet ongeveer dertig centime ter van de bodem vandaan zijn. De dobber van Suze ging het eerst onder. Ze haalde onmiddellijk op en zag dat er niets aan haar haak hing. „Hij is er vandoor gegaan met mijn vorentje," zei ze. „Je hebt te gauw opgehaald," zei Jan. „Ik wou dat de boot niet zo heen en weer zwaaide." riep Tittie „Kijk uit. Rutger. jouw dobber ligt bijna tegen de mijne aan. Nu til je de mijne ook op. We zitten in de knoop." Jan haalde de snoeren uit de war, maar toen hij het had gedaan ont dekte hij dat de boot weer de an dere kant was uitgezwaaid en dat zijn eigen snoer verward zat met dat van Suze. „Zo gaat het niet." zei hij. „We moeten een anker aan elke kant hebben, zodat de boot niet kan draaien. Alle hengels bin nen halen! Licht het anker. Rutger. We gaan een grote steen halen. We hebben genoeg ankertouw over." Zij roeiden dus naar de kant en bonden een grote steen aan het an dere eind van het ankertouw. Toen roeiden zij terug naar een andere plek. niet ver van de eerste van daan. Rutger liet het anker zakken en Suze de steen over de achterste ven van de boot. Nu draaide „Dc Zwaluw" niet meer. maar zij ont dekten dat je niet kon vissen aan de kant van de boot. waar de wind vandaan kwam. omdat de wind. al was die nog zo zwak. de dobbers onder de boot dreef. Daarom visten zij alle vier aan dezelfde kant. Om dat de boot niet meer ronddraaide gaf dat niet en ieder probeerde op alle vier de dobbers tegelijk te let ten. „Wiens dobber zal het eerst onder gaan?" vroeg Rutger. „De mijne," zei Tittie. „Hij be weegt al." „Kijk uit. Jan," zei Suze. „Je dob ber is weg." Jan keek om. Zijn dobber was werkelijk verdwenen. Hij trok. De J top van zijn hengel boog en schok- te en er kwam een dikke kleine i baars naar boven met helderrode 1 vinnen en donkergroene strepen. (Wordt vervolgd Deze week weer een klas siek" kruiswoordraadsel, waar op, de ervaring heeft dat geleerd, de meeste puz zelaars nog altijd verzot zijn. Horizontaal: 1. Kleding stuk; 3 rondreis; 8. vaartuig; 10 vlaktemaat; 12 eilandbe woner, 13. soort priem: 15 genot, gemak: 18. geluid van een schaap; 20. lastig vallen: 22. slijpen, aanzetten: 23. ver maak; 24. schouwburgplaat sen; 26. dus; 28. onderricht; 30. nattig koud; 31. gewicht; 32. zangnoot; 34. kroesje. 36. zangstem: 37. bijwoordje: 38. lyrisch lofdicht; 39 tam; 40. horizon; 41. slaapplaats; 42. rivier in Italië; 43. tafel gerei; 45. belemmering; 47 hdwoordje; 48. keukengerei; 49 getal; 51. muurholte; 53. schaakstuk: 55.sluier; 57. paar; 59.brede landwegen; 61. werk; 63 deel van de dag; 65. hals juk; 67. getal; 68. onfris rui kend; 70. Aziatische munt; 71. smart; 72. handlanger; 73. zangnoot Verticaal: 1. kraakbeenvis; 2 combinatie van industrië len. 3 pek; ajuin; 5. zoog dier; 6. nummer (afkort 7. verharde huid; 8. herfst bloemen; 9. vaatwerk. 11. af voerbuizen; 14. verborgen; 16. loofboom; 17. hevig; 18 vrucht; 19. nauw; 21. opper- lijn van het dak; 22. bron; 23. vogelverschrikker; 25. zwart agaatsteen; 27. vonnis; 29. met elkaar; 31. loofbomen; 33. jongensnaam; 35. berg weg; 36. trotse houding: 37. plechtige gelofte: 43. paardrijschool; 44. maand; 46. nood. ellende; 48. wekken; 49. hemellichaam; 50. groente; 52. plaats Oplossing van „Het geheim van de tegel-tableaux De samenstelling van de vloer is in de figuur aange geven. De lengte en breedte van de kamer zijn resp. 33 en 32 tegels lang. in Friesland; 54. wereldtaal: 55. hei- demeer; 56. bedenkelijk; 58. plaats op de Veluwe; 60 kerel; 62. schil, schors; 63 brievenomslag; 64 grof; 66. pret; 68. gezinslid; 69. zangnoot. Voor onze dammers IN de hoofdklasse-competitie werd aan het eerste bord ln de ontmoeting OostcrkwarUer—IJmuiden een partij gespeeld tussen de pioen Roozenburg en de Laros. Voorzien van een volgt de partij hier: Wit: P. Roozenburg. Zwart: H. Laros. 1. .TA—28 17—21. 2 39—33 21—28; 3 44—39 11—17; 4 50—44 6—11: 5. 31—27 1—6 6. 3430 2025. Na ongewoon kalme, overzichtelijke openingszetten, waarin het tcmpo-initiatlef aan zwart blijft, wit moet zleh „verklaren" ligt wits voortzetting, gezien zijn repu tatie, in de Hfn der verwachtingen. 7. 4034 17—22; 8 28x 17 11 x31; 9. 36x27 1520. Het moet nu zwarts opzet zijn om het centrum onbezet te laten, om daardoor wit enigzins geforceerd spel te geven. Als zwart de strijd om dc tempi wint. moet wit vroeg of laat veld 40 bezetten, waardoor de opslui ting voltooid is. 10 33—28 Een Roozcn- burg-partlj zonder Roozenburg-variant l 10—15; 11. 41—36 5—10; 12. 39—33 7—11; 13. 37—31 26 x37: 14. 42x31 20—24: 15. 17—42 15—20: 16. 46—41 11—17; 17 41—37 17—22; 18. 28x17 12x21. Natuurlijk mag wit nu niet 31—26 wegens 18—23 en 23—29 Zwarts 17e zet leidt dan ook in. dat wit aan twee vleugels wordt op gesloten: zelf voor Roozenburg een ge vaarlijke tactiek! 10. 440. EindelijkI 8—12; 20. 33-28 21—28; 21. 38—33 10-15. 22. 43—38 24—29. Verbreekt zelf even de opsluiting om die alleen maar effec tlever te maken. 23. 34 x 23 18 x 29 24. 33x24 20x29 25 4034 29x40 26. 45x 34 38. Hier ligt het zwaartepunt van partij. De stand is: Zwart 13 st. op 2 4 6 8 0 12/16—19 2526. Wit 13 st op 2723—303132—34/38 4248—49. Zwart heeft tot nu toe krachtig ver weer geboden en heeft het initiaUef in handen. Wit speelt als 27ste zet 3833. Was thans niet als antwoord van zwart 12—17. daarna gevolgd door 17—21. op zijn plaats geweest"1 Ik geef zwart in dit geval verreweg do beste kansen. De dan ontstane klaverbladstelUng 16-21-26 Is heel sterk, vooral ln verband met de verdere opstelling van wits stukken. Zwart antwoordde echter met: 27.. 14—20 cn er volgde- 28 42—38 6—11; 29. 4843 1318 Nóg speelt zwart tac tisch genoeg Hij faalt echter op een detail! 30. 27—22 18x27; 31. 31x23 913? Dit ls natuurlijk een blunder 32 34—29 25 X 23; 33. 22—18 13 X 22 34. 28 X 6 2024. Er zit nu weinig muziek meer ln. 35. 38—31 2—7; 38. 6—1 8—13; 37. 33—29. Er dreigde 12—18. cn op 1—6 volgt 12 17. 37... 23 x 34; 38. 1—6 19—23 39. 6—50 12—18; 40. 31—27 7-12; 41 50-28 13—19. 42. 28—50 en na enige zetten ging het pleit voor zwart verloren. PHILIP DE SCHAAP. PARIJS. Een originele can- didaatsstelling is gedaan bij de Academie Frangaise. Namelijk die van Ferdinand Lop Lop, die een „eeuwige" candi- daat voor het presidentschap van de Republiek en voor de functie van eerste minister is, geniet een grote populariteit bij de studen ten van de Quartier Latin. Op zijn programma komen de volgende punten voor: Het doen verdwijnen van de ar moede van 's avonds 10 uur af. 2. De installatie van een rollend trottoir op de Boulevard St Mi chel, dat in rechte lijn naar de zee wordt doorgetrokken. 3. Het maken van een glijslee ln de grote toren van de Sorbon- ne. Advertentie (l M.J KWARTIER IN EEN UUR OP UW The original English Latex Foam Mattress door EDWARD HOPE 18 Paul nam nog een sigaret en dacht er over na. „Laat ik nog eens opnieuw begin nen". zei hij. „Mijn beste vriend hier op de universiteit is Buzz Jones. Hij cn ik waren onlangs in Trenton en „Waarom?" „We gingen daar naar de blos." „Fout. Probeer eens wat anders." „We hadden daar bij vrienden ge geten „Lijkt nergens naar." „We hadden daar een fuif „Dat is boter. Nou kan ik je gelo ven." Ze knikte. Ze merkte, dat ze elkaar tutoyeerden, maar dat scheen niet belangrijk. „Nou. we liepen naar de bus. Het was al laat. Toen kwam er een jong meisje uit het donker, dat om geld vroeg." .Hoe vroeg ze om geld?" zei ze in eens. „Geeft u me asjeblieft geld?" „Nnncc Hij likte zijn lippen; hu dacht na. „Nee., ze mompelde wat. zoals bedelaars dat altijd doen Zoiets van dat wij rijk waren. En toen vroeg ze om een dollar om er gens te kunnen slapen." „En omdat jullie studenten waren leenden jullie een kwartje aan haar en jullie vervolgden zingend je weg „Nee Weweehwe za gen dat ze goed was gekleed" „Tjonge, wat een opmerkingsver mogen op de late avond!" „We praatten met haar. We vroe gen hoe het kwam dat ze zonder geld zat. We vroegen wat er aan de hand was. Nu. en toen vertelde ze dat." „Prachtig détail: confidenties bij lamplicht „Nu moet je me niet met dat soort dingen in dc rede vallen." „O. dacht je soms dat vader dat niet zou doen"'" „Ja. dat welHij stond op en stak zijn handen in zijn zakken. Midge maakte hem zenuwachtig. Hij keek haar niet aan toen hij verder ging. „We hadden medelijden met haar. Ze zei dat ze danste ln een show. Dat was in een nachtclub in Phila delphia. En.en.toen gebeurde er wat in die club. Een gangster werd op haar verliefd. En zij was een fatsoenlijk. „Wéér fatsoenlijk. Hup op!" „Ik kan het niet helpen. Dat ver klaart waarom ze niets van die gang ster wilde weten." „Nu begrijp ik het. Ga maar ver der. Dus ze moest niets van die gang ster hebben." „Hij dreigde haar. Hij zei dat hU haar zou doodschieten. Als ze niet eheh. „Goed. Doodschieten als ze dus nietGa maar door." „Dus liep ze weg. En hij zocht overal naar haar. Ze was naar Tren ton gekomen, omdat ze net genoeg geld had voor de bus om daar heen te gaan. Ze wist dat hij haar zou vin den als ze weer in een nachtclub ging werken. Dus zo'n baan kon ze niet meer nemen Dus was ze zonder werk." „Je stijl is vreselijk. Hou op met al dat ,dus\" „Oké. Dus ze was zonder werk en kon geen ander baantje krijgen, dus „Dus moest ze geld hebben. Kreeg ze het?'' „Wc hadden iets meer dan vijf dol lar samen We gaven haar de vijf dollar." Hij hield op en keek naar Midge. Haar mondhoeken trilden verdacht. „Éérlijk waar," zei hij verontwaar digd. „Nou goed dan. Laat ik dat maar eens aannemen En toen?" „Toen begrepen we dat die vijf dol lar haar maar weinig zouden helpen. We zeiden dat we ons best zouden doen voor een baantje. We schreven haar adres op. zodat we haar konden berichten als we wat vonden." „Ooooh ja. Ze kon niet eens er gens slapen, maar ze had wél een adres. Per adres meneer Rockefeller zeker Paul voelde dat hij weer een kleur kreeg. Hij had eigenlijk al doorlopend een kleur gehad sinds hij deze Madge Mercer zag. „Zij wist waar ze een kamer kon krijgen," zei hij waardig. „O. Natuurlijk, natuurlijk „En toen we in Princeton terug waren. telegrafeerden we om baantjes voor haar. Buzz stuurde een telegram naar zijn vader en ik naar mijn oom, omdat mijn ouders in Europa zijn „Wil jij zeggen dat zijn vader en jouw oom doorgaans hele troepen danseresjes in hun huis hebben?" „Nee natuurlijk niet. Zijn vader ls directeur van een filmmaat schappij. En mijn oom bezit een heleboel hotels waar ze variété hebben in de bar." „Goed. ga maar door." Hij hield even op. Hij voelde zich als iemand die tien trappen opgerend is om een dringende boodschap tc brengen en dan niet kan spreken omdat hij geen adem meer over heeft. „Nou, kom op," zei ze „we zijn nu zeker haast bij het slot?" „Ja. Ik kreeg zoeven een ant woord van mijn oom. Hij zei dat er geen fatsoenlijke danseresjes bestaan die baantjes verdienen. Endat hij ook je vader een telegram had gestuurd met ver zoek om opheldering." Madge probeerde niet te gieche len. maar dat lukte niet „Het spijt me als ik je verveel de met dat verhaal." zei hij scherp. „O nee helemaal niet. Ik vind het een pracht verhaal. Er zijn zelfs stukken die ik geloof Hij keek alsof hij een emmer water in zijn gezicht had gekregen. „Wat zeg je me nou?" „Ja!", zei ze, „grote stukken zelfs Ik geloof dat jc dat meisje ontmoette. Ik geloof dat ze jong Is en., eh.. wat zei je ook weer fatsoenlijk Ik geloof ook dat je dat telegram naar je oom stuurde en dat antwoord kreeg." „Nou dan!", zei Paul gerustge steld. „Maar Ik geloof er niets van, dat ze jullie op straat aansprak In Trenton Ik geloof er niets van, dat jullie haar vijf dollar gaven. Ik geloof ook niet. dat jullie al leen maar haar adres opschreven en haar toen verlieten. Ik zou Je een vraag willen stellen, maar dan moet Je me beloven, dat Je daar naar waarheid Ja of nee op ant woordt." „Ga je gang maar." „Zal je de waarheid spreken?" „Ja." Zij keek hem aan; hij voel de kippenvel in zijn nek komen. „Is zij," vroeg Madge kalm, „dat meisje waar dc politie naar zoekt in verband met die schietpartij ln die nachtclub in Philadelphia?" „Wwwwaé.Paul werd spier wit „Ja of nee?" „Hoor eens." zei hU. toen hU weer wat zeggen kon, „hoe kom je aan dat Idee?" „Ja of nee." Madge dwong hem haar weer ln de ogen te kijken. „Hoor nou eens." .Wat je hier zegt Is vertrouwe lijk. Ik beloof, dat ik het niet aan vader zal vertellen. Is het dat meisje?" „Natuurlijk." zei hij en viel naast haar op de sofa neer. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 7