De vrouw in het bedrijf heeft haar eigen problemen Beren vangen is niet ieders werk SEN VOORAL VOOR Dl: VROUW Bette Nesmitli maakte een Hollandse muurschildering Zingen Het was er zo heerlijk stil Je/. 6253 Prima popeline „DENO" shirt Deurkleedjes en foyers ZONSOPGANG De Kerstman op Hawaii komt in badpak Indrukken van een congres Impressies van een Simpele Ziel Vier sterke mannen houden een dier van anderhalf jaar nauwelijks in bedwang Van het dierenpark naar 't, circus Sp&clals aanbidding TïlaiAon Kahisd INLICHTINGEN BIJ HET KERSTFEEST Fa. WILLEM GROENHUIZEN Feathercord 5.75 p. meter Corduroy 6.25 p. meter .Vrijdag 21 December 1951 5 (Van onze correspondent te New York) ]N de „Christian Science Monitor" vertelde Bette Nesmith. een jonge dame uit Dallas in Texas, hoe zij er toe kwam een „Hollandse" muur schildering te maken. Het was een vlot en niet zonder humor geschreven verhaal en ik vroeg haar of ik het voor onze krant zou mogen vertalen. Ik kreeg die toestemming, maar helaas de bijbehorende foto's bleken zoek geraakt te zijn, zodat ik de lezer geen indruk er van kan geven hoe een schilderes uit Texas zich Holland voorstelt Ik kan u alleen vertellen dat molens, lage huisjes, tulpen, een zeilboot en ook iets dat veel gelijkenis vertoont met een Venetiaanse gondel, de hoofdmotieven vormen. ZIEHIER hoe het gebeurde. Ik I werkte te Houston in Texas voor een aannemer voor wie ik ont werpen en perspectief-tekeningen maakte. Op een morgen kwam hij op kantoor, de wanhoop op zyn gelaat „Goede morgen", sjilpte ik. in de hoop hem tot een glimlach te kunnen inspireren. „Goede morgen", mom pelde hij binnensmonds. Ik aarzelde. „Is er iets gebeurd?" Hij vertelde, dat hij ten gevolge van slecht weer weer geld verloren had op het theater, dat hij bezig was te bouwen en er over dacht dat ver lies te dekken met het bedrag, dat gereserveerd was voor de inwendige versiering van de zaal. Maar dan bleef er zelfs nog geen geld over voor de verf; nodig om de zaal een gezellige kleur te geven. Ik moes toegeven, dat het een on plezierige situatie was. Terwijl ik er over piekerde, kreeg ik een lumi neuze inval. Ik stelde hem voor de onderste helft van de bepleisterde muur een vrolijke kleur te geven en de rest gewoon in pleisterkleur te laten; „en", voegde ik daaraan toe, „waarom zou u mij niet een muur schildering daarop laten maken?" Mijn eerste suggestie vond hij pa tent. Maar de gedachte, om een ama teur te laten experimenteren met een project als een muurschildering voor een theaterzaal, dat leek hem niet erg. Nadat ik evenwel vele da gen achtereen over mijn bijzondere talenten als muurschilderes had uit geweid en ten slotte met een indruk wekkende schets kwam aandragen, werd hij week en gaf hij me toe stemming eens te tonen wat ik kon. De eerstvolgende Maandag startte ik. Ervaren muurschilders gebruiken een soort patroon, of projecteren een uitgewerkt ontwerp op de muur. Dat ontdekte ik echter pas later. Ik be gon mijn schets met pijnlijke nauw keurigheid in het groot na te schil deren op de wand. De wand was van een soort acous- tisch materiaal, korrelig als grint. Ik begon met een waterverf-deklaag. De tekening van drie tulpen vereiste een omvang van ongeveer drie bij zeven meter. Een enkele tulp was dus heel wat groter dan ik zelf en besloeg een breedte, die ik met beide armen niet kon omvatten. Ik zette de kwast op de muur en een catastrophe was het gevolg! De verf kwam terecht op het meest uit stekende gedeelte van de pleister en stroomde in een uitbundige rode straal langs de muur naar beneden. Mijn kwast was te dik. mijn verf te dun, alles leek verkeerd te gaan Maar vastbesloten de op me geno men taak tot een goed einde te bren gen, begon ik mijn verf te mengen en nam ik een dunnere kwast ter I hand. Ik durfde nauwelijks adem te halen, toen ik een tweede poging waagde om de verf op de muur te brengen. Maar ditmaal lukte het. Van nu af ging alles gesmeerd. Ik had er reuze plezier in en in twee weken kwamen beide zijwanden ge reed, benevens nog een kleine muur schildering bij 3 in de hal. O ja. die Hollandse geruchten Dat zat zo: iemand schijnt toevallig opgevangen te hebben dat mijn baas aan de eigenaar van het theater ver telde dat, „hoewel de voorstelling Hollands is. de schilderes beslist geen Hollandse was." Ze haastte zich daarop aan haar vriendin te vertel len dat ik kersvers uit Holland was gekomen om een authentieke Hol landse muurschildering te maken A/f ORGEN is er wat van alle 11-L scholen," vertelt zoontje, ter wijl we boterhammen eten. „Mor gen is er een feest." En als zelfs dikke zusje luistert: „Onze klas is 't er ook bij, we moe ten zingen." „Jij ook?" zeg Ik En hij, met ferme stem: „Tuurhjk, Mam. We moeten van de witte vlok ken, maar dat is niks. En van slaap nou en dat Is ook niks. Maar dan komt „Ere zij God" en die is mooi. Niet omdat die „Ere zij God" heet, maar dat gaat zo fijn hard en zacht, hè. Dat is nou zln- g e n." Hij kijkt zo zuinig als een kunst kenner. Meester kon 't eerst ook hard, maar nou moet-ie oppassen. Dat komt door een vlies, daar krijgt-ie buikpijn van." „Slaap nou" i$ geen Kerstlied." zeg Ik. „Ken je de woorden wel?" En hij: „Ach mam, jij altijd. Dat hoeft geeneens. Zo is dat niet met zingen. Als ze 't allemaal doen, dan doe je mee. Dat komt vanzelf." „Je moet je haar laten knippen," knik ik, „ga straks maar meteen." In tegenstelling tot anders, is er geen spoor van protest. Voldaan in casseert hij de dubbeltjes. „Denk er om. ?iiet te okrt," zeg ik, „precies als altijd." 's Middags, dikke zusje heeft de beer willen wassen en kleeft van de groene zeep, komt hij terug met een hoofd, zo glad en plat, zo kaal, dat ik begin te tieren van de schrik Maar wat ik ook roep, de stille te vredenheid wijkt niet van z'n ge zicht. „Der zit vet in," knikt hij, „en 't is speciaal met zo'n ding gedaan, zo'n hele korte knipper." Tenslotte de vflf centen, die over zijn, op tafel leggend: „Je moet den ken, dat zingen is 's avonds. Mam. Dat is in een café...." BIBEB DE Amerikaanse Santa Claus is een heel wat wereldser personage dan onze Sinterklaas. Hij is 'n goedmoedige dikkerd, die jaar op jaar joelend met een sleeën-convooi vol pakjes uit het hoge Noorden arriveert. Toch heeft hij door zijn tradi tionele staat, door zijn onveranderlijk beminnelijke uiterlijk een zekere bolstralende plechtigheid, die dan ook onafscheidelijk verbonden lijkt aan zijn requisieten. Maar op Hawaii, het eiland, dat zon-overgoten en weelderig in de Polynesische archipel ligt te stralen, zou een Santa Claus bezwijken in wollen, rode, met bont bezette pakken. En daar ziet hij er dus van af. „Hij", dat is hier dus een polynesische Santa Claus. Want wat moet een bevolking, die een mengsel is van inboorlingen voor zover men zo mag noemen Chinezen, blanken en Japanners met een noordelijke, rendieren mennende, goede gever? Santa Claus is er dan ook een enorme, oude neger, en bij zijn be zoeken op het eiland vertoont hij zich in een speciale dracht: een rode muts. een rode lendendoek, en een rode bloemenkrans. Meer niet. En zijn intocht is nog specialer. Die kan men jaar op jaar gadeslaan, zittend in de schaduw van een kolossale bunyan-tree, op het erf van het grootste hotel van Honolulu Hier komt Santa Claus, net als zijn collega uit Nederland, over zee aan. Maar niet in een stoomboot. Wan neer het verwachte tijdstip is aangebroken, dan verschijnt daar op de lange golven van de Stille Oceaan een „outrigger canoe" (een cano die. tegen het omslaan, aan weerszijden versterkt is met uitstekende latten, die door een bootvormig bouwsel verbonden zijn). Daarin zit de Santa Claus, gekleed in een antiek grijs en rood gestreept badpak. Luid schreeuwend en wild peddelend bereikt hij het strand en deelt daar uit een bontgekleurde zak lekkers uit Zo gaat het in Hawaii, en waarom ook niet? (Van eon medewerkster) ARBEID van de vrouw wor<J' tegenwoordig ir. het bedrijfsleven erkend als een positieve en zelfs als een onmisbare factor". Dat is een van de vele indrukken, die ik meenam van het Congres over de Vrouw in het Bedrijf, dat de Ned. Ver. voor Maat schappelijk werk organiseerde in samenwerking met de Ned. Ver. voor Bedrijfspsychologie. Die erkenning is van het al lergrootst belang. Sinds de opkomst van het industrialls- me heeft de vrouw altijd een plaats in het bedrijfsleven in genomen. Maar terwijl men vroeger de vrouwenarbeid in het bedriifsleven meer zag als een noodzakelijk kwaad, een verschijnsel, dat zo gauw mo gelijk diende te verdwijnen, erkent men tegenwoordig, dat de vrouw eenvoudig onmisbaar is en dat vele industrieën zonder haar niet zouden kunnen bestaan. Deze meer positief gerichte be langstelling maakt het mogelijk, dat men er aan <*aat beginnen aan de speciale problemen van de vrouw in het bedrijf tegemoet te komen. Heeft de vrouw in het bedrijf (op het Congres werd hoofdzakelijk gesproken over de fabriek) nu zul ke speciale problemen? De prae- adviseurs prof. Banning, prof. Wa- TV/T IJN laatste pijnlijke conclusie is, dat een J-Vl schrijver het makkelijker heeft dan een schrijfster. Een mannetjes-auteur heeft door gaans een vrouw, die de wereld van hem èf- houdt, die als een Cerberus waakt, opdat hij ongestoord blljve, die de melkboer opvangt, de man van de personele belasting van de deur praat, de quitanties afwijst, de kinderen van papa afsleurt, de telefoon aanpakt en 's avonds de visite ontvangt. Een vrouwtjes-schrijver heeft dat niet. De hele dag wordt ze uit haar ivoren toren gerinkeld; zij kan niet van haar man verwachten, dat hij aldoor thuisblijft met een schort voor om groente te nemen. Als ze welgesteld is. kan ze misschien een eigen werkkamer hebben en een huishoudster. Maar dan nóg en dat is nu weer het vrouwelijke dan nog kan ze het niet laten, zich met de bel te bemoeien. Midden in haar sterf-scène (want Leendert, haar hoofdfiguur, gaat dood), midden in die sterf-scène wordt er gebeld. Met één oor blijft ze luisteren naar Leenderts roche lende adem, met het andere oor hoort ze toch duidelijk, dat het de visboer is en ze kan het niet laten om te roepen: „Mina, zeg 'm dat de bot niet vers was Dinsdag!" Nee. een vrouw die schrijft, moet het huis uit, er is niets aan te doen. Wil die sterf scène werkelijk goed uitbotten, dan moet ze in een café gaan zitten, in een hoekje. Er is daar geroezemoes, maar het is een geroe zemoes dat haar niet aangaat; het hindert haar niet. Leendert kan in vrede sterven tussen het gepraat van zakenlieden en het geschreeuw van obers. Bij mij gaat Leendert nooit dood. maar toch kun je ook korte stukjes niet zomaar schrijven tussen de man- van-de muntjesmeter en de bakker in Het is mijn noodlot dan ook, om altijd de hort op te moeten En nu deze week mef dat Kerst verhaal Ik zou een Kerstverhaal schrijven en ging er voor naar een lunchroom, want al dat Kerstgebak kan zo lekker inspireren. Maar toen aan een tafeltje naast me een heer aan zijn dame vroeg: „Wollen Sie eine Suppe?" toen was ineens de in spiratie weg. „Mot Ie soep"'" had nog gekund, maar „Wollen Sie eine Sup pe?"de hele vrede op aarde trok uit mijn bloed weg. Waarheen thans? Dan maar naar de Kroon. Ze waren er echter een Kerstboom aan het opslaan, met veel getimmer en geroep In de wacht kamer van het Station, die anders ook nog wel eens een toevlucht wil wezen, toeterden ze met luidsprekers nummers om. Nummers van treinen, denk ik. Het werd een trieste gang van de ene kroeg naar de andere en einde lijk was het avond, en ik belde mijn vriend Jan op, die op een zolder kamer woont. „Ben je vanavond thuis. Jan?" „Nee. 'k ben weg." ..Mag ik op je kamer zitten schrij ven? 't Is bij jou zo stil. Daar kwam ik dan. Het was heel hoog, langs een rare wenteltrap in een leeg huis. Beneden waren uitge storven kantoren; de rest van de zolder lag vol papier, en daartussen twee bleke etalagepoppen. En toen Jan wegging, roepend: ..Zet maar thee uit 't blauwe busje", ging ik in de oude fauteuil zitten en dacht: Een spookverhaal zal het wor den. Een spook-Kerstverhaal, spe lend in een huis als dit Maar geen spook met z'n hoofd onder de arm en met rammelende ketenen met kerk hofroestvlekken.Nee. het moet de allersubstielste. onzegbare, onde finieerbare Invloed zijn. maar een duistere, een boosaardige Invloed. Eerst alleen een geluid het zachte ritselen van een gesteven ja pon, dan een kille tocht, die de kaar sen doet wapperenhet even op bollen van een gordijn Ik schreef al, ik was er helemaal in, ik staarde voor me uit en zag het* de eenzame vrouw op Kerstavond iii een leeg huis. met om haar heen die geluiden, haast onhoorbaar, maar on miskenbaar en gruwelijk boosaardig. Toen liep de wekker af. ..Ha, ha," zei ik hardop, „Jan z'n wekker loopt af!" Met dat al was mijn ruggegraat opeens ijskoud, ik wou liever geen thee gaan zetten uit het blauwe bus je, daar ergens in het keukentje. Kom nou. zei ik stoer tegen me zelf. Verder! Het wordt goed! Een voor een waaien de kaarsen uit. Zij hoort achter zich een flauw zuch tenze draait zich om. het is lang stil. dan hoort ze weer achter zich het wanhopig zuchten Tjassesik draaide me om Wat had daar bewogen achter me? Niets, maar er was iets op de zolder er liep iets over de zolder. Daar liep iemand! Ik deed de kamerdeur met een ruk open, zag in 't donker de bleke ge zichten van de etalagepoppen. De rest van de avond zat ik stof stijf bij 't bureau, alle haren rechtop en prikkend, luisterend naar ieder geluid. Ik durfde niets spokigs meer te verzinnen en om weer gewoon te worden schreef ik op het blote vel papier: Prei Tuinboontjes. Kaas sausje voor prei en tuinboontjes. „Ben je opgeschoten?" vroeg Jan, die na drie eeuwen thuiskwam. „Ja." zei ik dankbaar. „Ja! Ja! O, 't was heerlijk stil hier!" ANNIE M. G. SCHMIDT terink, mevr. dra. Dresen-Coenders en mej. Berden, meenden van wel, evenals de debaters. De vrouw heeft meer dan de man behoefte haar hart aan haar werk te geven. De fabriek biedt echter weinig kans deze „hartsinstelling" op het werk tot haar recht te doen komen. De arbeid en meer nog de omstandigheden waaronder deze wordt verricht, leiden niet tot lief de voor de opgedragen taak. Het fabrieksmeisje komt op haar 14de of 15de jaar in een voor haar vreemde omgeving, waar het tempo in de eerste plaats door de machine wordt bepaald en pas in de laatste nlaats door haar psychische behoef ten. Zij werkt dikwijls samen met ouderen, die slechts naar jaren, doch geenszins naar de geest vol wassen zijn en die geen of weinig vr—>ntwoordelijkheid voor haar voe len. Is het wonder, dat dit meisje weinig zorg voor het haar toever trouwde materiaal toont en alleen maar snakt naar het einde van de werktijd? Is het zo onbegrijpelijk, dat deze kinderen in haar vrije tijd niet meer tot het volgen van ont wikkelingscursussen komen? Op welke manier kan hulp wor den geboden? Het was verblijdend van ondernemerszijde op het Con gres te horen verklaren; dat de 48- urige werkweek voor dc jongsten beslist te lang is en dat b.v. 44 uur aangevuld met 4 uur algemeen vor mend onderwijs wel zeer gewenst is. Een kwartier pauze 's ochtends en 's middags is bovendien noodza kelijk. Die pauzes kunnen worden besteed aan zang en gymnastiek. De prae-adviseuse mej. Berden wees op de noodzaak van eon wet telijke regeling op het punt van onderwijs in werktijd. ER zijn nog andere oorzaken waardoor het jonge meisje wei nig binding met haar arbeid voelt. Zij ziet deze als iets tijdelijks. Een phase tussen school en huwelijk. Ge deeltelijk komt deze houding voort uit de instelling van de meeste vrou wen. die als haar uiteindelijke be stemming toch het huwelijk zien maar voor een niet onbelangrijk gedeelte wordt, deze houding door het bedriifsleven zelf in de hand gewerkt. Het biedt n 1. wpinig toe komstmogelijkheden voor de vrouw. Daarom werd on het Coneres meer aandacht gevraagd voor He oudere vrouw in het bedrijf. Wij moe'en voorkomen, dat de oudere vrouw uit het bedrijf vlucht in het huwe lijk' riep één der snreeksters uit. Bijzondere aandacht verdient m i de opmerking van de Tae-adviseuse mej. Hiimans, die s'elde. dat de ou dere eetrouwde vrouw dikwijls een uitstekend leidster is voor de jonge ren. De getrouwde vrouw heeft reeds door haar gehuwde staat een zeker gezag en. als ze zelf kinderen heeft, vaak ook voldoende begrip. Opmerkelijk was wel de, vraag van één der debaters: hoe wij tege moet moeten komen aan het gevoel van onbevredigd zijn en niet meer aan zich zelf toe te komen, dat vele huisvrouwen bliiken te hebben. Jammer, dat het antwoord op dit Congres in nevels bleef gehuld! Ten slotte nog dit: Men was una niem van oordeel, dat de 14-jarigen en eigenliik ook de 15-jarigen in de fabriek niet thuis horen en dat te dien aanzien een wettelijk verbod behoorde te worden ingevoerd. De mogelijkheden om deze groepen bij een verbod op te vangen, zijn ech ter niet diepgaand besproken En toch ligt hier een groot probleem. Een arbeidsverbod voor de fabriek dient samen te gaan met verplichte vormings- of leertijd. (Van een onzer verslaggevers) Het stond erg indrukwekkend in de uitnodiging, die we kregen: of we zin hadden om mee te gaan op de berenvangst. Berenvangst In Nederland, stel je voor... Het bleek echter waar te zUn, al kwamen aan deze vangst geen vallen, klemmen of wapenen te p3s. De bruine beren, waarom het ging bevonden zich In Ouwehands Dierenpark. Het waren drie dieren van anderhalf Jaar, die in het komende programma van het Nederlandse circus Boltini zullen gaan optreden. Toch was het woord „vangst" allerminst overdreven, want het heeft heel wat moeite gekost om de beren in de kool-wagen, waarin ze vervoerd werden, te krUgen. Toni Boltini had er maar een leren pak voor aangetrokken, want hij verwachtte terecht, dat de kennis making met zijn nieuwe „pupillen" van hun kant niet bijzonder vriende lijk zou zijn. Een beer van anderhalf jaar is heus geen speelgoed meer Die wordt dan langzamerhand zo sterk als een ...ja als een beer. en degene, die een „aai" van een van zijn klauwen krijgt is niet goed af. Oppasser G. Lubout van het Die renpark voedde de dieren echter van jongs af aan op, en hij kende hun streken. „Met die kleine zullen we geen moeite hebbenzei hij. en het bleek precies zo te zijn. De beer liet zich gemoedelijk aanhalen, en ter- wijl hij op de duim van de oppasser sabbelde kon hem gemakkelijk een j ketting om de hals worden vastge maakt Gewillig wandelde hij mee. het rotsterras uit. Het deurtje van de wagen stond al open. Ziezo, dat was dat. Het grote karwei moest echter nog komen, want Bruun's broertje en zusje heten zich niet zo gemakkelijk verschalken. Vooral dat broertje ging danig te keer, toen de oppasser hem In een hoek probeerde te drijven, om hem daar te kunnen grijpen. Het duurde wel een kwartier voor het zover was, en toen móesten er vier sterke mannen aan te pas komen om I het beest in bedwang te houden. Het spartelde en sloeg om zich heen. ter wijl een angstig gebrul over het ter ras klonk. Maar tenslotte had ook deze beer een ketting om de hals. waaraan hij naar de wagen werd ge leid. .Het was echter geraden om uit de buurt te blijven! Nummer drie verging het net zo. Wijziging statuten volkserediet Het bestuur der ..Amersfoortse stich ting voor volkserediet' 'heeft B. en W. verzocht te willen bevorderen, dat de door de raad vastgestelde statuten op enkele punten worden gewjjztgd en aan gevuld. Het betreft in de eerste plaats een artikel, handelende over de aflos singen. Dc volgende door het bestuur wense lijk geachte wijzigingen betreffen een artikel, hnndelcnde over het tarief. Op verzoek van Gedcp. Staten wordt nog een derde wijziging in de statuten voor gesteld. op reis gingen. De heer Ouwchand kwam voor het vertrek nog even af scheid nemen van z'n vroegere pleeg kinderen. In het Dierenpark zijn echter al weer nieuwe jonge beren op komst. In Amersfoort begint nu de dres suur van de dne bruine beren. Toni Boltini. die met hen gaat optreden, zal ze elke dag op de zelfde tijd hun eten brengen; brood, boerenkool en ander plantaardig voedsel, en als toe spijs af en toe een klein stukje vlees. De dieren wennen dan aan hem, en hij kan hen observeren. Pas als mens en dier volkomen met elkaar ver trouwd zijn. kan worden begonnen met de kunstjes, die de beren in de .«»--? - - j mei ue Kuuaijc>. uit ut ucn ii ui uc Weer een langdurige jacht tot de pjste zullen uitvoeren, Beren zijn ,-^rt*- hal fliAr i r* 'im nal/rAi L*nn I oppasser het dier in zijn nekvel kon grijpen, en het met vier man be dwongen kon worden. AFSCHEID De berenrots lag verlaten. Slechts een biscuitje in het water herinnerde aan de levenslustige bewoners, die voor de eerste maal in hun leven echter schrander, daarom heeft de dompteur alle hoop, dat hij op 14 April, wanneer hel circus zijn ope ningsvoorstelling geeft in Zeist, zijn berennummer kan brengen. Amers foort komt pas later aan de beurt. Het circus zal hier ongeveer midden Juli een aantal voorstellingen geven. Oppasser Lubout van Ouwehands Dierenpark (2e van rechts) heeft Bruintje Beer eindelijk in zijn nekvel kunnen grijpen, en acht handen houden het dier nu in be dwang. Dit is een van de drie beren, die vorig jaar in het dieren park werden geboren Toni Bol tini (2e van links) brengt er in het komende seizoen een circusnummer Japonnen, zuiver wol 29.75 Deux pièces, zuiver wol 32 75 Maten 38 t.e.m. 46 Zie étalage Amersfoort, naast Grand Théótre OVER DEZE RUBRIEK passen fijne cadeaux. Cadeaux, zoals U ze vindt in de Kunst handel. Onze Kerstetalages overtuigen U daar van. En onze collectie binnen is nog vele malen groter. W<* juist,, bril maakt juist dat charmante, dat wat U doet opvallen te midden van anderen. DF. JUISTE BRIL VINDT U ZEKER bii Juwelier-Horloger Opticiën Leverancier van alle Ziekenfondsen. LANGESTRAAT 43 AMERSFOORT. UtfMNMODIS 2 losse trubenijs boorden 2 paar afknoop- bare manchetten Gevoerde borst Effen kleuren EEN HEER DRAAGT TOCH EEN HOED! Wollen moquette KLEEDJES 40 x 70 c.m. 3.95 50X100 c.m. 5.35 HOLTAP KLEEDJES 40 x 70 c.m. 3.95 50 x 100 c.m. 9.75 Diverse soorten SLAAPKAMERKLEEDJES Uw leverancier voor al Uw woningtextiel. LANGESTRAAT 22 - TELEF. 6166 Wij brengen een uitgebreide sortering B I B F L L' W EEL LANGESTRAAT 29 AMERSFOORT TEL. 4879 Vederlichte, fjjne ribflu weel voor blouses en ja ponnen 70 c m. breed 70 c.m. brede, zware rib fluweel voor sportjasjes, rokken, pantalons enz.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 5