h„« new YOflKER. Een kwart eeuw Nederlandse postzegel viert 100-jarig jubileum Kruiswoordraadsel met h wens TUSSEN SCHA TER- EN GLIML A CH echte THE Nederland viert OUD en NIEUW 5 uur 38 m. 15 s. TE LAAT \r~ Op 1 Januari 1852 moest eerste brief gefrankeerd zijn rmfm mi2 Maandag 31 December 1951 HET, OUDE JAAR 1951 1< Toen ruim begin De cember de kranten het overlijden van Harold Wal lace Ross meldden had de Amerikaanse journalistiek een zeer oorspronkelijke geest verloren. Ross was namelijk oprichter en hoofdredacteur van „The New Yorker", een der beste weekbladen ter wereld, dat in zijn cartoons een nieuwe humoristische stijl creëerde. Ziin monument kreeg ..that fabulous editor" al kort voor zijn dood. want toen verscheen, ter ere van het jubileum van zijn blad. „The New Yorker 25th anniversary album" 18.90) dat de duizend beste getekende grappen uit al die jaargangen se lecteerde tot een sublieme collectie spirituele humor, waaraan wij vele, goede uren danken. Ross, over wiens jour nalistieke carrière Frits van der Molen in „Man dril" een interessant arti kel schreef, behoorde in de twintiger jaren tot de kring van Rover Benchley, Dorothy Parker en George S. Kaufman. In dit geavan ceerde milieu rijpte het plan een Amerikaanse ..Funch" op te richten. Met financiële steun van Raoul Fleischmann, de zoon van een rijke gistmagnaat werd gestart en in de eerste twee jaar vrat de onder neming alleen maar geld. „The New Yorker" ver loor 8000 dollar per week, zodat het niemand hoeft te verbazen dat er in 1927 al drie kwart millioen van Fleischmann inzat. Toen kwam echter het succes! Eind 1949 bedroeg de op laag volgens van der Mo len. 328.000. „The New Yorker" is een der in vloedrijkste bladen van Amerika geworden. DE humoristische stijl van de getekende grappen in het tijdschrift wordt door sommige men sen met het woord „waan zin" afgedaan. Zij kent echter vele nuancen, die men in het album allemaal voortreffelijk vertegen woordigd vindt. Het ab surde speelt inderdaad een belangrijke rol. Een zuiver voorbeeld van een alleen i?o de shock van het vol strekt onmogelijke geba seerde mop vindt men in een tekening van George Price die een lift voor stelt waarin één passagier niet op de vloer maar op de zolder loopt, een onef fenheid die de liftman dan ook doet opmerken: „wilt U alstublieft op de grond gaan staan?" Ook de geraffineerd-on beholpen tekeningetjes van James Thurber bewegen zich meestal in deze hoge sferen: een echtpaar ligt in bed, op de rand waar van een rob zit en de vrouw zegt nijdig tegen de man: „Goed, goed jij hoorde een rob blaffen. Een wonderlijke combina tie van het griezelige, het absurde en het klein men selijke bereikt Chas Adams, die zich bijvoorbeeld ijve rig bezighoudt met het huiselijk leven van enige vampiers in een spookhuis; een afgrijselijke juffrouw zit in een morbide vertrek te lezen en zegt tegen een monster van Frankenstein dat binnenkomt: „O. ben j ij het? Je liet me schrik ken Dat humor in één flits enorm veel openbaren kan, bewijst dit kostelijke al bum op welhaast elke pa gina. Wat denkt U van deze strip: Eerste plaatje: een man met een straat- stalletje waarop een bord je, dat luidt „warme kas tanjes". Tweede plaatje: een voorbijganger passeert en laat een boekje vallen. Derde plaatje: de man leest het boekje, dat over het nut van reclame gaat. Vierde plaatje: de man staat weer naast zijn stal letje, maar het bord meldt nu: „Zéér warme kastan jes". Is hier het begrip „publiciteit" niet precies in de kern geraakt? (^)OK historisch is dit al- bum een belangrijk document. De tekeningen zijn naar jaar van ver schijning gerangschikt. Het wezenlnke van de „New Yorker -stijl was 25 jaar geleden al aanwezig, al leen drukten de tekenaars zich toen nog wel eens wat koddig en daardoor min der raak uit dan nu In de crisisjaren draagt Reginald Marsh verscheidene zeer sombere, felle platen bij. Een daarvan stelt een gre tig kijkende menigte voor, waarin een moeder een klein meisje optilt en tot haar buurvrouw zegt: ,,'t Is haar eerste lynchpar tij". Die zwartgallige critiek heeft „The New Yorker" later een heel andere, be ter bij zijn karakter pas sende vorm gegeven. Min stens even wrang, maar meer op zijn plaats, was bijvoorbeeld nog kort ge leden het plaatje van Per ry Barlow: een man komt thuis en leest een papier dat zijn vrouw hem ver slagen overhandigt, terwijl op de voorgrond drie klei ne meisjes ronddansen en zingen: „Pappie is weer soldaat, pappie is weer soldaat". Dit album is voor ieder die over een niet al te stroef gevoel voor humor beschikt een heerlijk be zit. Zelfgenoegzame Euro peanen zullen, bij het doorbladeren er van moe ten bekennen, dat wij, aan deze kant van de Oceaan een zó voortreffelijke col lectie genuanceerde car toons niet zouden kunnen opbrengen. SIMON CARMIGGELT Wij vieren Oud en-Nieuw om twaalf uur des nachts. Maar de Londenaars heb ben het op dat ogenblik pas elf uur in de avond en in Praag heeft men middernacht al een uur achter de rug. In Florida zit men op het zelfde moment aan de avond maaltijd van de 31ste December, terwijl op Java de eerste Januari al zeven uren oud is Wie van al die Oud-en-Nieuw- vierders heeft nu eigenlijk gelijk? Bestaat er ter we reld zoiets als het absolute nulpunt in de tijd"? In het hierbij afgedrukte artikel vertelt een onzer redacteuren iets over het ge heimzinnige ver schijnsel „tijd". s Daar laten wy dus de tijd „ont springen". Hij snelt de aarde over in Westelijke richting, na 24 uur heeft hij de hale aarde omspannen De zon is punt van uitgang bij het noteren van de in het dagelijk se leven gebruikte tijd. Maar alle landen ter wereld zien niet tegelijk de zon, hebben niet dezelfde „tijd" en vieren dus Oud-en-Nieuw niet op hetzelfde moment. In Moskou is het eerder Nieuwjaar dan in Am sterdam. in Amsterdam eerder dan in Washington Sterker: stel u voor dat er twee schepen in de Stille Oceaan varen, het ene een kilo meter ten Oosten, het andere een kilometer ten Westen van de aatumgrens. Van het moment af dat de opvarenden van het eerste vaartuig hun collega's op het an dere Oud-en-Nieuw horen 'of zelfs zien) vieren, moeten zij zelf nog bijna 24 uur wachten alvorens el- ONHOORBAAR sluipt de tyd over de aarde. Met geen zintuig kunnen uy hem waarnemen en toch proberen wy hem te meten met klokken en horloges. En speciaal op Oudejaarsavond willen wy precies kunnen zeggen: nü is het nog 1951 en nu 1952. Waar komt zo'n jaar vandaan, waar begint zo'n dag eigenlijk? Omdat nergens op onze aardbol een bordje „Hier" staat hebben wij mensen maar ergens een lijn getrokken. Om practische redenen loopt die over water, namelijk over de Stille Oceaan, van Noord- tot Zuidpool. Het is een denkbeeldige lijn. maar toch zó reëel dat zelfs Amerikanen zeggen dat Japan in het Verre Oosten ligt, hoewel men van de Verenigde Staten naar Japan in Westelijke richting reist. Die lijn heet „datumgrens". Schepelingen kunnen U vertellen dat zy, varend over de Stille Oceaan, in hun logboeken óf tweemaal dezelfde datum no teren (nl. als zy in Oostelijke richting die grens passeren) óf een datum overslaan (als zij naar het Westen varen). kaar „Gelukkig Nieuwjaar'* te kun nen wensen. Maar èrgens hindert ons dat be- trekkelyke: wy zijn op Oudejaars avond immers universeler gestemd dan op andere dagen Het moest, vinden wij, zó zyn dat op heel deze planeet in één en dezelfde seconde alle mensen van hun stoelen rezen en konden zeggen: „Nu begint het Nieuwe Jaar. Welnu dat kan. Er is name lijk nog een ander soort tijd dan die. welke wij, georiënteerd op de zon, dagelijks gebruiken Sterren kundigen rekenen met de zgn. sterretijd en die is voor onze hele planeet dezelfde. Het verschil tussen zonne- en sterretijd bedraagt per etmaal drie minuten en 56 seconden. Zoveel is een „sterredag" korter dan een Hoe snel gaat de tijd Dat de tijd snel gaat is zo vaak opgemerkt dat de uit drukking een gemeenplaats is geworden. Maar hoe snel gaat de tijd eigenlijk? Het hangt er van af, waar op aarde men zich bevindt! Aan Noord- en Zuidpool staat de tijd stil: daar komen alle lengtegraden, die onze aardbol in tijdzones ver- I delen, bijeen en elk horloge, zelfs als het stil staat, wijst daar de juiste tijd aan. Maar aan de evenaar, waar de om trek van de aarde 40.000 kilo meter bedraagt, gaat de tijd eerbiedwekkend snel: nl. 1666 k.m. per uur. Op onze breedte (52 graden) is die snelheid al aanzienlijk minder, al ligt zij nog vrij dicht bij die van een supersonische straaljager, na melijk bijna 1100 kilometer per uur! S „middelbare zonnedag"; zij duurt 23 uur 56 minuten en 4 seconden. Nu wijzen op 31 December 1951 om 24 00 uur Westeuropese Zomer tijd de sterreklokken 5 uur 38 mi nuten en 15 seconden aan Zij zijn dus op dat ogenblik het tijdstip 0000 uur al meer dan vijf en een half uur voorbij. Willen wij dus „nul uur" volgens sterretijd vieren dan moet het ogenblik van het plechtige opstaan hier ongeveer vijf en een half uur vóór middernacht vallen. Voor ons land betekent dit dat wij het glas moeten heffen wan neer onze klok 18.22 uur wyst. Ergens op aarde moet de klok echter dan ongeveer twaalf uur 's nachts wijzen. Dit gebied ligt tussen 90 en 105 graden Oosterlengte, d w.z. West- Indonesië (Sumatra ca.) Birma, Westelijk China. Mongolië en Sibe rië. Daèr heeft men dus gelijk wanneer men Oud-en-Nieuw te middernacht viert! Nu vanavond iedereen aan ieder een zijn beste wensen aanbiedt wil onze puzzle-redactie niet achter blijven. Maar.zy zou géén puzzle-redactie zijn als zy zo maar zei: ,.Nou dan, het beste voor 1952, hè!" Natuurlijk heeft zy haar wens gecamoufleerd in een kruiswoord raadsel. dat U op deze laatste dag van het jaar nog wel enige hoofd brekens zal kosten. Maar. laat U niet kennen! Na een juiste oplos sing kunt U op de nummers 12. 22. 36 en 52 van links naar rechts die welgemeende wens lezen. Horizontaal: 1. grote bijl 4 reclamelicht 8 vaartuigje 15. zeer harde steensoort 16 schutsluis 17. loofboom 18. reeds 19. oude maat 23. ontwikkelingsvorm bij insecten en kikkers 29 lawaai 30. walkanten 31 bron 32 voorzetsel 33. nobel 35. deel van de mast 39. perceel grond 40. lijst (meervoud) 42. insect 44 rivier in Duitsland 46. walvisachtig dier 49 gedoofd 51 soort verpak king 56 steekspel 57. gast 58. eén enkele keer 59. spraak Verticaal: 2. weekdier 3. zangvogel 4. meisjesnaam 5. aan klampen 6. zoogdier 7. plaats op Ameland 8. liefkozing 9 ad exem- plum (afkort 10 ontkenning 11. gewicht 13. gebrek aan regel on geregelde toestand 14. iemands woorden nabootsen 15. dansfeest 20 aanhef van een circulaire 21 mondwater 22. afwas 23. blyven slapen, de nachl doorbrengen 24 poste restante 25. larve van de langpootmug 26 dat is (Lat. af korting» 27 gewas 28. maanstand 33. zoogdier 34. in parten scheiden 35. zangnoot 37 wild zwyn 38 het zelfde (Lat. afkort.) 41. in de buurt 1" 2 3 L 5 6 7 8 0 10 II 1? 13 16 15 16 17 18 19 20 2) 22 23 26 25 26 27 28 29 30 3» 32 33 36 35 3C- 37 ie 39 60 61 42 43" 46 45 46 67 48 69 50 5/ 52 53 54 55 56 w 58 59 42 hekwerken 43 dun 'van lucht) 44. ruw maken 45. melkklieren 47 losgeraakte draad 48 eenheid van electrische arbeid 50 bundel streng 52. gesloten 53. en omgekeerd 54. langs, over 55 gewicht 56 voor zetsel. Oplossing beroepen-raad sel: apotheker, rangeerder, boek binder. electricien. ingenieur, dia cones. aanspreker, directeur, expe diteur. landbouwer, tandarts De spreuk, gevormd door de be ginletters. luidt: Arbeid adelt. (Van onze verkeersredacteur) Het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, ons zo goed bekend onder de naam Post, gaat in 1952 het 100-jarig jubileum vieren van de Nederlandse postzegel. In een Konink lijk Besluit van 12 November 1851 leest men immers, dat de dag der invoering van het gebruik van de postzegel bepaald wordt op 1 Januari 1852. Honderd jaar geleden waren onze voorouders dus in de gelegenheid voor het eerst een postzegel op een brief te plakken. M VND Op 1 Janu ari 1852 ver schenen in ons land de eerste postzegels. De ze zomer zal in Utrecht een grote Interna tionale Ten toonstelling Eeuwfeest Postzegel, de ITEP worden gehouden. Er zal daar heel wat te zien zijn over de postzegelen er zal in het jubi leumjaar 1952 nog heel wat geschreven worden over de postzegel. In dit artikel geven wij reeds antwoord op een paar vra gen. Hoe zag de eerste post zegel eruit0 Wie ontwierp deze postzegel? Hoe moesten ze gebruikt worden? Tenslotte doen wij nog enkele mededelingen over de feeste lijkheden van deze zomer. Die postzegel, voor Nederland een byzondere primeur, was in het geheel geen nieuwtje meer. Inte gendeel. Vele landen waren ons in dit opzicht ver vooruit geweest. Het eerst Groot-Brittannië. waar de eerste postzegels van de we reld reeds uitkwamen in f840; daarna volgden in 1843 enkele kantons uit Zwitserland en toen Brazilië. Van de verdere grote landen noemen we dan achtereen volgens de Verenigde Staten (1847), België en Frankrijk (1849>. Oos tenrijk. Spanje en Zwitserland (1850), en Denemarken en Ca nada (1851). Vóór ons land had den Trinidad. Reunion en Hawaii zelfs al postzegels! Nederland stond hier dus zeker niet voorop. In 1849, negen jaar na het ver schijnen van de eerste Engelse postzegel, diende de toenmalige minister van Financiën, mr P. P van Bosse, een wetsontwerp in tot vaststelling van het briefport en tot regeling van de aangelegen heden bij de brievenposterij. Maar de minister nam in dit ontwerp géén postzegels op; het was een postwet zonder postzegels. Volgens het ontwerp was aan het Rijk voorbehouden de uit sluitende bevoegdheid „om brie ven of pakketten, papieren bevat tend. van de eene plaats naar de andere tegen het genot van vracht te doen overbrengen". Het brief port was verschuldigd naar mate afstand en „gewigt". Merkwaardig was de bepaling, dat inzake de frankering der brieven het publiek vrij was in dc keuze, d.w.z. zon der extra verhoging kon de vol doening der frankeerkosten wor den overgelaten aan de geadres seerde. De Memorie van Toelich ting zegt daar o.a. over: „Maar wat in het oog der Regeering aan veel meer bedenking onderhevig is. ja, wat zy schier acht onbestaanbaar te zijn met het belang, dc gewoonte en de wenschen van het grootste deel van ons publiek is de ver- pligting die elders wordt opgelegd, om alle brieven bij afzending te frankeeren." Men meende dat er dan een gro tere zekerheid zou zUn dat brie ven bezorgd werden omdat de be steller bij de geadresseerde port moest innen, en men vond het in die tyd bijzonder onbeleefd als een brief gefrankeerd werd. zoiets of de geadresseerde het niet kon betalen! Dat de postzegel er toch geko men is, is te danken aan de volks vertegenwoordiging. In het ver slag van de commissie van rap porteurs, wordt de regering name lijk voorzichtig in overweging ge geven „of de verbetering in de inrigting der brievenposterij niet eene wezeniyke uitbreiding zou er langen. indien het frankeeren van brieven door middel van postze gels of poststempels niet verplig- tend gesteld, maar toegelaten wierd". Daarmee zou toch het ge lief der ingezetenen worden bevor derd; „zy zouden ten allen tijde, onverschillig of het postkantoor al dan niet geopend is. den gefran- keerden brief in de bus kunnen werpen. Het publiek zou aan het gebruik van postzegels gewoon worden en de latere algemeene In voering daarvan zou dien ten ge volge gemakkelijker worden ge maakt". Wéér overleg De regering was tegemoetko mend, want zy vulde het wets ontwerp aan met een nader arti kel. waarbij het gebruik van post zegels op een nader te bepalen tijdstip zou worden ingevoerd Weer overleg, weer nieuwe be sprekingen. weer nieuwe mede delingen van de minister in de Kamer. Het gevolg was dat uit eindelijk in de Postwet van 1850 een artikel kwam. dat na 1 Janu ari1851 de vooruitbetaling van het port ook zou kunnen geschie den door het aanhechten van post zegels. Maar het lukte niet op die datum en tenslotte is dan op 1 Januari 1852 de eerste postzegel in Nederland verschenen. Niemand wist precies, hoe die postzegels gebruikt moesten wor den en daarom gaven de gebroe ders Giunta d'Albani in Den Haag op last van de minister van Finan ciën tegen de prijs van tien cents een beknopte handleiding uit om trent de bestemming en het ge bruik van postzegels. In de eerste paragraaf wordt meegedeeld, dat ae postzegels een middel zijn om brieven te frankeren. „ZU dienen inzonderheid voor de briefwisse ling. die naar plaatsen binnen 's lands is bestemd". Zoals uit de Postwet blykt. wij bespraken dit punt boven reeds, was het gebruik van de postzegels toen nog vrij En wij lezen dan ook in het oude boekje: „Het gebruik van "postzegels is in geen geval verpligtend. Men kan des verkiezende, zijne brieven met geld blijven frankeeren." Aan de kopers van het boekje werd ook precies verteld, hoe zU die postzegels moesten gebruiken Hier cd zijn de voorschriften: „De postze gels zijn op de keerzijde voorzien van eene klevende stof. waarmede zy door middel van een weinig vocht op de brieven worden vast gehecht Het is voor de afzenders van belang ze goed te bevestigen, om het afvallen voor te komen. Zy worden geplaatst in den bovensten hoek. aan de linkerzijde van het adres Die eerste postzegel is wel be kend. Het is de kop van koning Willem III. Hoe is die postzegel ontstaan'' Wie is de ontwerper? Laten we beginnen te vertellen, dat eerst betrekkeiyk kort gele den ontdekt is. dat een Hollander, J. W. Kalser. indertyd directeur van de gravoorschool der Konink lijke Academie cn later professor aan de Rijksacademie voor Beel dende kunsten cn directeur van het Rijksmuseum te Amsterdam deze eerste postzegels gegraveerd heeft. Voordien werd aangenomen dat het een Belg was. de heer Wiener, die ook in België de post zegels na 1349 en 1850 ontworpen had. Veel duisters Er is trouwens vrij veel duisters over het begin van de Nederlandse postzegels Het schynt in 1851 be gonnen te zyn met een nu ver dwenen ontwerp van een in vier kant omlyste Mercuriuskop met gevleugelde helm. maar daar is niets meer van overgebleven. Men wenste de beeltenis des Konings op de postzegels te hebben. De brief, waarby aan de Koning verzocht werd om zijn beeltenis op de post zegel te mogen plaatsen, is nog be waard: „Vermits de postzegels in sommige opzigten de plaats eener munt vervangen, heeft men op het voetspoor van Engeland in bijna alle landen het borstbeeld van den Souverein of in republie ken, zooals in Amerika en in Frankrijk, eene andere beeltenis tot type gekozen Het zU mij ge oorloofd mitsdien Uwer Majestcit's vergunning te vragen om ook hier te lande Hoogstderzelvrr beelte nis op de bedoelde zegels te mo gen doen plaatsen." Alles kwam in orde en op 2 Juli 1851 schreef de muntmeester de postzegels zouden immers aangemaakt worden aan 's Rijks Munt te Utrecht een brief aan de minister van Financiën waaruit bleek dat hy een tekening ont vangen had. die hij de minister nu toestuurde en in die brief wordt nu de naam verraden van de man die de postzegel ontwierp en van het voorbeeld dat hij navolgde, want de muntmeester schrijft: ..De heer Kaiser heeft voor de gelijke nis een boetseersel gevolgd, ver vaardigd door den heer N. Piene- man, waarmede Zijne Majesteit, naar' men verzekert zeer moet in genomen zijn". De muntmeester schrijft dan allerlei over het ontwerp en „op grond van dit een en ander meen ik Uwe Excellentie in bedenking te mogen geven, don heer Kaiser toe te staan, de ingevingen van zijn kunsttalent te volgen" De heer Kaiser heeft zijn kunsttalenten ge volgd en op 2 Januari 1855 konden de eerste Nederlanders dit kunst product in een postkantoor kopen en als zij het nodig vonden kon den zij het op een brief plakken. Deze zomer wordt nu dit jubileum herdacht met een grote Internatio nale Postzegel Tentoonstelling in Utrecht van 23 Juni tot 6 Juli. Er zullen daar vele zeldzame verzame lingen van postzegels te zien zijn, maar men zal ook een beeld krijgen van de postale ontwikkeling in het algemeen. Ter gelegenheid van deze 1TF.P wordt een medaille uitgegeven, waar aan een bijzondere geschiedenis is verbonden. Deze medaille werd na melijk in 1940 ontworpen als herin nering voor P TT.-personeel. dat ge wond of gedood was in de Mei-dagen. Toen Dirk Wolbcrs zijn ontwerp ge reed had. was dc leiding bij de P.TT reeds in zulke handen gekomen, daf. van een uitgave van een medaille niets meer kon komen. Dit ontwerp nu zal gebruikt worden voor de ITEP. De posteryen laten het niet bij deze ene tentoonstelling. In 1952 zal het ook 100 jaar geleden zijn. dat de Rijkstelegraaf werd geopend. In het Postmuseum in Den Haag zal nu een overzichtstentoonstelling worden in gericht van ,100 jaar Rijkstelegraaf", beginnend bij het oudste telegraaf toesfel in Nederland gebruik', en eindigend met de meest moderne ap paratuur. Met die tentoonstelling wordt dan het Postmuseum. dat een 'ndlang ge sloten is geweest, heropend.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1951 | | pagina 11