POLLEN'* DIAMANTE
in de bibliotheek
ACCENTUEER
Detective-
1
19'iterdag 12 April 1952
Advertentie (l.M.)
H0~"Y "1 1 Ti /A T^k T^V Hoe wist inspecteur Jansen, toen
I I |H V/I B IB I I I ',e' vouwbeen vond. dat juf-
LJ J1 1? XV/VyXI-J-^ /rouw Godard de dader teas.
beurd zijn op slag van vijven.
Wie waren er toen tussen de kas
ten, kunt U zich dat herinneren?
Een Weet ik zeker, zei juffrouw
Twink. Meneer Snier. Hij leest
altijd boeken over telepathie en
astrologie. Maar wacht 's. Ik kan
het natuurlijk meteen nakijken,
wie er waren! Ze hebben allemaal
een boek laten afstempelen voor
ze weggingen. Hier heb ik ze
de adressen kan ik straks nazien.
Het waren er een.twee.
vijf waren het er.
Een ogenblikje, zei inspecteur
Jansen. Is U niets opgevallen toen
ze hier aan het bureau kwamen?
Deden ze gewoon? En zegt U eens,
hadden ze tassen bij zich?
De tassen moeten ze bij Ploeg,
de concierge afgeven, zei juffrouw
Twink. Omdat er zo veel gestolen
wordt de laatste tijd. En onge
woon deden ze niet, voor zover
ik me herinner. Ik heb hier de
kaartjes van de boeken die ze
meenamen: Gods Geuzen, dat is
mevrouw Daniels. Ze komt altijd
met een tas vol boodschappen,
die ze niet wil afgeven en ik zag
nog dat ze Gods Geuzen op de
andijvie legde. Snier, dat zei ik al
kijk een bock over de sterren
beelden en onze toekomst. Meneer
Kculstra was er ook. Hij is zo'n
heel dun mannetje, die gek is op
kippen. Kijk, Onze hoenders en
hun verzorging' Dan was er nog
juffrouw Godard, die komt altijd
alleen voor breibockjes. Ze heeft
dat hocdenwinkeltje, weet U wel?
Maar ze is zelf niet modieus, zo'n
oudachtig dametje. En hier, een
boek van Agatha Christie, dat
heeft meneer Van der Linden
mee. Mr Van der Linden, hij
leest altijd detective verhalen. Ik
zag hem trouwens daar bij het
raam staan, voor de kast met de-
tectiveboeken.
Inspecteur Jansen nam de vijf
kaartjes en bekeek ze een voor
een met aandacht. Op iedere kaart
stond de titel van het bock en de
naam van de lener.
Waai- was uw vouwbeen? vroeg
hij. Wanneer hebt U het het laatst
gebruikt?
Ik zat een bock open te snij
den, zei juffrouw Twink. Ik her
inner me nog, dat Snier toen iets
vroeg. Ik gaf antwoord en hij
bleef staan voor het bureau. Ge
woon loeren. Toen kwam even
daarna mevrouw Daniels binnen
en vroeg naar Gods Geuzen. Ik
ging even naar de romankast kij
ken, of het thuis was, toen ik te
rug kwam stonden Snier en me
vrouw Daniels hier aan de toon
bank te bladeren in een bock.
Dat was kwart voor vijf, denk ik.
Daarna kwam de hoenderman....
hoe heet ieen vroeg ook iets.
Of ik ook boeken over clectrisch
lassen had, geloot ik. O, en juf
frouw Godard is ook nog iets ko
men vragen. Enfin, ze hebben al
lemaal dat vouwbeen weg kunnen
pakken. Ik weet alleen dat ik er
r.aar zocht, juist toen die tram
voorbij kwam en toen.... ze ril
de.
De inspecteur stond op. Nog
steeds zat daar tussen de kasten
de gehurkte gestalte met het ge
zicht geleund tegen de boeken
plank. Waar bleef de hoofdinspec
teur nou, die zou binnen een paar
minuten hier zijn?
DE dokter moest ook nog ko
men, hoewel, de aard van de
dood was duidelijk, een stoot tus
sen de schouderbladen. Waar was
het wapen gebleven, dat vouw
been. Meegenomen, waarschijn
lijk. Ofschoonzou een moor
denaar dat bebloede ding in zijn
zak steken. Vermoedelijk niet. Wat
dan? De inspecteur stond naast
het slachtoffer en dacht zich de
situatie in. De dader heeft zijn
slachtoffer voor die kast zien zit
ten, heeft het vouwbeen van de
tafel gepikt, heeft toegestoken op
het moment dat er lawaai was
de tram, En wat toen? Wat doet
men verder? Daar staat men dan
met het lange bloederige wapen
in de hand. Ieder ogenblik kan er
iemand in dit boekengangetje ko
men, de juffrouw heeft er zelfs
het oog op. Wel, men slentert
een boekeniijverder het volgen
de gangetje in, en men gaat daar
quasi geïnteresseerd naar de boe
ken staren, kijkt om zich heen of
er niemand is en steekt het mes
of dolk tussen de boeken. In een
boek kan ook. Dan pakt men een
willekeurig werk van dezelfde
plank of van de plank ernaast
Inspecteur Jansen deed» een pa^r
passen, tot hij het boekenpaadje
uit was en nam toen het volgende
zijpaadje. Daar bleef hij staan en
keek. Een kast waai- de boeken
nog vrij ordelijk stonden. Hier
was niet veel gegrasduind, het was
een plek, die niet te zien was van
uit de bureauplaats. Bovenin ston
den de kleinere boeken, onderin
lagen folio-formaten. Hij bukte
zich en bekeek de snede van die
grote platte boeken die daar la
gen. Een van die boeken gaapte
een beetje opzij, daar zat dus iets
inHij rukte het boek naar
voren, sloeg het open en daar lag
het vouwbeen, een vlijmscherp
bebloed vouwbeen, geplakt tussen
de bladen van de sterrenatlas!
Even nog keek inspecteur Jansen
peinzend voor zich uit.
Hij wist wie de dader was.
EVEN later was de hoofdinspec
teur in de bibliotheek. Het
onderzoek kwam in volle gang.
Alle vijf de bezoekers van die
middag werden thuis opgezocht en
ondervraagd, ook juffrouw Twink,
ook het boekenmeisje en de con
cierge Ploeg. Diezelfde avond werd
mejuffrouw Godard gearresteerd,
nadat gebleken was dat haar mo
tief heel sterk was: vijf jaar ge
leden was door het toedoen van
de heer de Laive haar zaak gerui-
ncerd. Ze legde een volledige be
kentenis af.
Maar hoe wist inspecteur
Jansen, toen hij het vouwbeen
vond, dat juffrouw Godard de
dader was?
LANG EN
TE PLAT
(Links)
Brede strakke cein
tuurs, wijde rokken
alles om een beetje
op te vullen.
I Modieuze oplossing
\rouuenfiguren UW STERKE PUNTEN
De silhouet moet
hoofdzaak
blijven
LANG EN
SLANK
(Links)
Pas op voor brede
ceintuurs, die de heu
pen zwaarder maken.
KLEIN EN
IETS TE DIK
(Midden)
Mijd het popperige
effect, en let vooral
op de juiste verhou
dingen.
HEEL KLEIN
EN TENGER
(Rechts)
Groter lijken-diLS geen
platte hakken, korte
rokken of strenge tail
leurs.
J GROOT EN
FORS
(Midden)
Slordigheid is fataal,
wees steeds correct,
eenvoudig, verzorgd.
SJ GEZET Er;
VRIJ KLEIN
(Rechts)
ic^ Klassieke kleren, die
niet uit de mode ra-
tv ken, geen excentrici-
teiten.
a
tf V'
t«
3ll 1
t«f. (Van onze moderedactrice).
"C* R is een behoorlijke dosis zelfkennis voor
nodig om te weten, wat de sterke punten zijn
van figuur en uiterlijk die geaccentueerd en de
nj, zwakke die verdoezeld moeten worden. En ook
vrouwen, die zelf weten wat zij moeten maskeren
et hebben vaak moeite met het vinden van de juiste
middelen. En aangezien er met de komst van het
voorjaar nog wel eens wat nieutos gekocht pleegt
te worden, geven wij U hier de oplossingen, die
een zestal vrouwen voor hun moeilijkheden von-
den. Het zijn Franse vrouwen, verbonden aan een
-> vrouwenblad, maar zij vertegenwoordigen types
die ook bij ons veel voorkomen, en hun goede
5 raad is ditmaal (het zijn vrouwen die met een
i beperkt inkomen rond moeten komen) niet duur.
Het gemakkelijkste heeft het de eerste. Zij is
lang en slank en heeft een dunne taille. Alleen
haar schouders zijn een beetje smal en daarom
schuwt zij een kleine schoudervulling niet. Haar
garderobe: een licht gedrapeerde middagjurk een
eenvoudige zwarte tailleur met laag ingezette
schouder en een cocktailjapon met wijde rok,
waarover een strak sluitende bolero wordt ge-
dragen.
De tweede is iets te klein en te dik. Voor haar
zijn alle strikjes, strookjes en kwikjes taboe.
IHaar uitgangsjurk is uiterst simpelstrak met een
ruime rok, met als garnering een lange witte
shawl. Een blauw leren vest met mouwen en
kraag van rode tricot is haar geliefde dracht voor
een flinke wandeling en op kantoor verschijnt zij
in een grijs flanellen rok met gestreepte over
hemdblouse.
Een kleintenger vrouwtje moet bij de keuze
van haar kleding erg voorzichtig zijn. Verticaal
geplaatste garneringen, en grote patronen dienen
te worden gemedenmaar een strakke ceintuur
die de taille verfijnt is aanbevelenswaardig. Haar
keus: een donkerblauwe japon met wit gegar
neerd, met hoog ingezette mouwen en toege-
knoopte zakken, een deux pieces met een kort
jasje zonder kraag, en een uitgaansjurk met een
lage hals en een wijde rok.
De vierde adviseuse beschouwt zich zelf als te
lang en te plat. Zij is gesteld op zeer strakke
ceintuurs en wijde rokken met zakken erop. Haar
accessoires zijn altijd fors van formaat. Zij draagt
een driekwart jas met korte mouwen, een mari-
nière met een plissé-rok en voor een fleurige
lentedag een wijde rok met een blouse van schot
se stof met een grote witte kraag en manchetten.
En dan komt de vrouw die groot is en fors
gebouwd. Zij zorgt ervoor dat zij er steeds ge
distingeerd en correct uitziet. Voor haar: een
kort streng jasje met een rechte rok, een klassiek
overhemd, jurk met kimono-mouwen en kraag en
manchetten van tricot, en een rechte wijde jas.
En tenslotte een dikkertje van middelbare
grote met een te kort bovenlijf. Zij let er vooral
op. dat dit laatste gebrek wordt gecamoufleerd,
b.v. door een v-hals. In het kille voorjaar draagt
zij een uiterst simpele jurk van een wit zwarte
pied de poule, of een zwarte rok met een recht
grijs jasje, waaronder allerlei blouses en jumpers
kunnen worden gedragen. En als onmisbaar on
derdeel van de garderobe, een klassiek zwart
mantelpak.
U ziet, iedere vrouw vond haar eigen oplossing.
Maar op één punt zijn zij het eens: zij beschou
wen de lijn, het silhouet als de hoofdzaak en laten
zich niet verleiden door drukke garneringen of
onrustige details, hoe grappig die ook mogen lijken.
Mijn vouwbeen siste juffrouw Twink. Zc graaide tussen de
papieren op haar bureau. In die typische fluisterstemming
van de voorstadsbibliothcek kon men het gesis van juffrouw Twink
altijd goed verstaan. Het boekenmeisje Toos kwam met een wiebelende
stapel boeken op de arm aanlopen. Ze Zag cr moc cn verpieterd uit na
een hele middag trapjes klimmen en opbergen. ,£ci u wat, juffrouw?"
vroeg zc.
MIJN vouwbeen, die papier
snijder, weet je wel, die lag
toch hier zoëven, siste juffrouw
Twink weer doordringend, maar
ditmaal ging het geluid totaal ver
loren door het gieren van de tram,
die de hoek omkwam en die zich
nimmer stoorde aan de grijze ge
dempte bibliotheeksfeer.
Juffrouw Twink wachtte even
tot het gieren was wegge-ebt,
maar toen keek ze op dc klok: O,
het is vijf uur, Toos, zeg tegen de
mensen dat ze hun boeken moe
ten laten inschrijven. Zeg tegen
Ploeg, dat ie de deur afsluit
het is tijd, dames cn heren!
Van haar bureau uit had juf
frouw Twink een mooi uitzicht op
de rijen stalen boekenkasten. Ze
kon de paadjes tussen de kasten
bijna volledig overzien en ze zag
nu de vier, vijf lezers staan, die
treuzelden, bladerden, nog eens 'n
boek tevoorschijn haalden en op
hun gemak gingen hurken.
Het was altijd zo moeilijk om
ze weg te krijgen. En dat hinder
de ook niets, maar juffrouw
Twink bedacht nu, dat ze beslist
nog plokworst moest halen en een
flesje room enwaarom bleven
altijd dezelfde mensen tot over
vijven hangen?
Daar kwamen ze, druppelsge
wijs hun boek laten afstempelen.
Juffrouw Twink liet haai' fluister
stem varen en sprak nu luid en
opgewekt, tot teken dat het slui
tingstijd was. „Hoe gaat het met
de kippetjes, meneer Keulstra?
Geen snot meer? Kijk, mevrouw
Daniels, hebt U het toch nog kun
nen vinden, dat is mooi! En juf
frouw Godard, U wilt eens iets
anders dan de breiboekjes? Hoe is
het in uw zaak? Astublieft: Oor
sprong der spiraalnevels. En dit is
cie Moord in de torenkamer, hebt
U dus toch nog een nieuwe detec
tive kunnen vinden, meneer Van
der Linden? Dat rijmt, ha, ha! En
meneer Snier, natuurlijk de ster
ren, die ons het lot voorspellen!
Astublieft, meneer Snier, U mag
het vier weken houden, niet lan
ger, denkt U er aan?
Terwijl zij zo keuvelde, dacht ze
aan de room en de plokworst, om
zes uur sloten de winkels.
Ze waren weg. Juffrouw Twink
zuchtte en begon haastig en ge
routineerd de boekkaartjes op
nummer te leggen, het dagelijks
gangetje. Bijna automatisch con
troleerde ze met haar brille-ogen
nog even de paden tussen de boe
kenkasten. Warempel daar zat er
nog een! „Wc sluiten, meneer",
riep ze opgewekt. Het was een
man. Hij zat gehurkt voor de psy-
chologie-kast, totaal verdiept blijk
baar. Hij hoorde niets. Juffrouw
Twink stond op, om hem even
goedgehumeurd op de schouder te
gaan kloppen. Vreemd, dat men
sen die boeken uitzoeken, zo als
blokken kunnen blijven zitten en
niets van hun omgeving merken.
Het is tijd, zei ze nog eens, toen
ze vlak bij hem was. Toen zag ze
het bloed op zijn rug, op zijn jas
je. Een beige geruit sportjasje, het
zat vol bloed
Nog voor ze schrok had juf
frouw Twink even de flitsende
gedachte: Nu komt er niets meer
van plokworst kopen. Toen schrok,
ze, vrij langzaam, met een opkrui
pende koude schrik ergens in haar
buik. Achter haar stond Toos, die
begon te gillen. Het is meneer de
Laive, bibberde Toós en gilde nog
eens.
I K heb hem precies zo laten lig-
gen, inspecteur, zei juffrouw
Twink. De inspecteur floot. Hij
borg zijn opschrijfboekje weg en
boog zich over de hurkende ge
stalte.
Juffrouw Twink wendde zich
af. Haar handen beefden erg,
maar haar geest was heel helder.
Werktuigelijk zocht ze uecr naar
het vouwbeen, zonder te weten
wat ze precies wou, en ondertus-
zijn in die allerlaatste minuut
voor vijven. Het moet gebeurd
zijn, toen dc tram voorbij kwam,
want vlak daarvoor heb ik nog
iets gezocht in de psychologiekast,
daar was toen niemand.
Wie waren er die laatste minu
ten? Meneer Snier kan ik me nog
herinneren, die met de scheve
ogen. Katte-ogen. Waarom moet
ik het eerst aan meneer Snier
denken? Hij loert altijd, als een
slang op vogeltjes. Ik heb hem
zien staan, daar voor de kast van
astrologieWie waren er nog
meerwie was die mevrouw
ook weer, die naar Gods Geuzen
vroeg? Ze wou met alle geweld
haar boodschappentas meenemen
tussen de boekenkasten. En dan
was er nog dat kleine mannetje,
kom, wie was het? Maar het is
absurd.... Absurd! Moet een van
Annie Schmidt
Voor de Paasdagen zetten
we U een detective-raadsel
voor.
Annie Schmidt schreef
een spannend verhaal over
de moord op mijnheer De
Laive in een bibliotheek er
gens in een kleine voorstad.
Het gaat er niet om dat U
ons aan het einde van dit ver
haal vertelt, wie mijnheer De
Laive vermoordde. De dader is
bekend. Maar wel om de vraag
hoe inspecteur Jansen wist, dat
dc gearresteerde bibliotheek-
bezoekster mej. G. dege
ne was, die de moord beging.
Onder hen. die op deze vraag
het juiste antwoord geven, ver
loten wij een bedrog van ƒ45.
en wel een eerste prijs van
25.tweede prijs 10.
en vier prijzen elk van 2.50.
Voorts zijn er nog tien troost
prijzen (Sport jaarboek).
Oplossingen in te zenden
vóór 21 April op een briefkaart
aan ons bureau. Gelieve op dc
briefkaart te vermelden: Dc-
tective-puzzle.
V.J
die mensen dat gedaan hebben?
Zo'n moord, precies als in van die
nare pocket-boekjes? Die brave
lezers, die geregeld hier hun lec
tuur halen?
Toen schoof inspecteur Jansen
een stoel naast de hare en zei:
Het is gebeurd met een soort dolk.
Geen mes. Een lange scherpe dolk.
Ja, mijn vouwbeen, zei juffrouw
Twink. Ze wist het ineens. Toen
ze het zei, schrok ze zelf. Hij zou
haar toch niet meteen verdenken?
Ik was het kwijt, zei ze, het lag
eerst hier op mijn bureau en het
was een lange vlijmscherpe dolk,
veel te scherp eigenlijk.
I NSPECTEUR Jansen stelde een
1 reeks vragen.
Kende zij het slachtoffer?
Natuurlijk, meneer de Laive,
vrijgezel, rentenier van villa Bui-
tcnlust!
Kon iedereen vrij' rondlopen
tussen de kasten? Was dat regel?
Zeker, dut was regel. Mensen
willen graag zelf zoeken. En het
is makkelijk voor hen, romans
staan bij elkaar, geschiedenis staat
bij geschiedenis, kunst bij kunst,
daar is de kast van de godsdienst
en daar in die hoek
Jawel, onderbrak inspecteur
moet ge-