Scheveningers: Als je teer
ruikt zit je te springen!
Schippers hebben geen zwerversnatuur
en houden van huiselijkheid
VOORAL VOOR DB VROUW
Van het oude beroep blijft een
grote bekoring uitgaan
Ontrouw
Die kikker had er niets
mee te maken
In dertig werkweken van
100 uur f2700.- verdienste
Impressies van een Simpele Ziel
.Vrijdag 23 Mei 1952
j—J IT begin was tamelijk luguber. In het holst van de nacht opstaan
is op zichzelf al een melancholieke bezigheid en als een taxi je
dan om vier uur in de morgen heeft afgezet bij de Bcatrix-sluigcn in
Vreeswijk en je daar verlaten in het donker staat, vraag je je af wat
jc eigenlijk bent begonnen.
Gelukkig branden er lantaarns bij de sluiskolkcn en ergens, midden
in het hele complex, is een hoog verlicht raam. Ik steven daar op af,
ga een gebouwtje binnen, klim een trap op, klop op een deur en sta
tegenover, een kennelijk uit zijn slaap opgeschrikte sluiswachter.
„Schipper Van Zanten van het motorschip Cornelia?" Ja, die is hier
gisteravond aangekomen, heeft zelfs een boodschap voor me achterge
laten.
Dat troost me. In deze eenzaamheid en duisternis was ik gaan twij
felen aan de realiteit van mijn afspraak met schipper Van Zanten.
Maar hij is er en weet van mijn bestaan.
..Ginds ligt zijn schip." zegt de
sluiswachter. Ik zie in de verte een
lichtje. Eerst het bruggetje over de
sluisdeuren, dan de pier maar vol
gen
Gelukkig, er zijn hekken langs
bruggetje en pier. maar de afstand
valt tegen. En als ik eindelijk dat
lichtje heb bereikt, is alles nog in
rust op het schip, dat daar heel in
ZODRA Lexje, van het hotel,
naar buiten mag, zet-ie z'n in
dianenveren op en rent naar ons.
Dikke zusje wacht hem op, want
het is opeens bijzonder rozengeurig
tussen die twee.
De mevrouw van drie huizen ver
der echter heeft haar kamers te
huur gezet, „want." zegt ze „ze wil
d'er ook wel es uit met d'cr man."
En nu woont er een blikvangend
dametje met geel p oederhaar en
rinkelend van de armbanden. Ze
heeft een beetjp pieterig kindje dat
hardnekkig touwtje springt op de
stoep. Ze springt met trage hipjes,
en kijkt dan uitnodigend naar ons.
Dikke zusje heeft het al es begerig
bekeken van een afstand, maar
Lexje, voelt er niet voor, dus blijft
ze hem trouw. Met moeite, want het
springtouw is blinkend wit met rode
klossen en je moet een meisje zijn
om te weten hoe verleidelijk zo
iets is.
Op een middag, ze zijn aan het
slepen met stukken steen, want
Le.xie wil een hol, staat het kind
verderop in de tuin. Ze heeft hel
springtouw in d'r hand en ze vraagt,
alsof het iets gewoons is: „Zeg. ga
je mee?"
Ze vraagt het aan dikke zusje en
die is meteen bereid. Ze smijt de
steen in de kuil. wrijft d'r handjes
schoon aan d'r jurk en laat Lexje
staan.
Maar als ze bij het hek zijn, holt
hij ze na. „Ik heb een doos met
verf," praat hij, „die mag jij." Maar
dikke zusje aarzelt niet eens.
„En je mag me bal," belooft Lex
je haastig, „en de trein en me
muts." Hij pakt de veren op z'n
hoofd; dikke zusje loopt door.
Alles heeft een grens, het geduld
van een ventje van vijf evengoed
Het is een soepel jochie, waaruit
een zachtaardig echtgenoot zal
groeien, maar nu is t-ie kwaad. Hij
zet z'n handen aan z'n mond en
krijst een woedend woord, waarmee
die kleine ontrouwe vrouw het kan
doen.
Grietc-manierenhoont zoontje.
En achter die hoon zit zijn eigen
bittere ervaring.
B1BEB.
de diepte ligt. In de eerste grauwe
schemer kan ik. de naam „Cornelia"
lezen.
Na wat roepen gaat er een licht
op in de kajuit en even later ver
schijnt een donkere gestalte aan
dek. Ja, we zijn het wederzijds, wij,
die gisteren telefonisch afgesproken
hebben, dat ik de tocht met de
..Cornelia" van Vreeswijk tot Lo-
bith zal meemaken.
Schipper Van Zanten dat blijkt
al dadelijk is een menselijk man
met begrip voor menselijke en spe
ciaal vrouwelijke zwakheden. Ik
hoef niet die metershoge, loodrechte
trap of ladder af te dalen. Ook zijn
vrouw durft dat niet. Hij zal me
met een bootje van de wal komen
afhalen.
Van dat ogenblik af werd het
een verrukkelijke tocht. Die schip
per stond, stevig geplant op zijn
kousenvoeten, achter het stuurwiel
Of eigenlijk, hij stond niet. want
zo'n stuurwiel is zo groot, dat je
steeds heen en weer moet lopen
om het te kunnen hanteren.
Schipper Van Zanten bleek een
middelgrote, stevig gebouwde man
met een vriendelijk gezicht. Als zijn
brede glimlach doorbrak, gaf hem
dat plotseling iets jongensachtigs.
Hij bezat de grote waardigheid van
mensen, die niet proberen iets te
schijnen dat ze niet zijn, maar die
zichzelf durven blijven in welk ge
zelschap ze zich ook bevinden.
Het leek eerst of het een som
bere dag zou worden en ik dacht
dat de schipper maar uit vriende
lijkheid zei dat het wel mee zou
vallen met het weer. Maar hij kreeg
gelijk. Nog voor Wijk bij Duur
stede brak de zon door en het
landschap kreeg plotseling kleur
en glans. Het leek of het gedom
peld was in een feeërieke dauw. die
alle kleuren een onaardse stralen
de diepte en vochtige frisheid gaf.
De oevers aan weerszijden leken
paradijselijke dreven. De weiden
waren bespikkeld met gouden bo
terbloemen, er was nog wat na
bloei van vruchtbomen en het loof
hout had de tere kleurschakeringen
van de lente nog niet verloren.
Bijna gelijk met de zon was de
vrouw van de schipper de stuurhut
binnen gekomen, een nog jonge
blonde vrouw met jn haar grijze
ogen dat even dromerige van men
sen, wier blik vaak op verre din
gen is gericht. Ze was niet gelijk
met haar man om 4 uur opgestaan.
Zelf had hij al handig voor thee
met beschuiten gezorgd. Ook Kcn-
kie, de blonde zoon van bijna vijf
jaar, kwam nu kennis maken en
we gingen ontbijten in de kajuit.
De knecht nam zo lang het stuur
wiel over.
U moet zich het leven van een
schippersgezin op een flink schip
in de tegenwoordige tijd vooral niet
te primitief voorstellen. Zo'n kajuit
is eigenlijk een heel gewone kamer.
De ruimte valt erg mee. Er staan
old-finish meubelen als in zoveel
huizen op de wal. een haard, lage
kasten of dressoirs langs beide zij
wanden. Met bergruimte moet wor
den gewoekerd. De vier ramen,
twee aan weerszij, met keurige gor
dijntjes, zijn flink groot. Eigenlijk
merk je alleen dat je op een schip
bent aan het stampen van de mo
tor en als je naar "buiten kiikt.
doordat je het landschap voorbij
ziet glijden. Het keukentje is klein,
maar geriefelijk met zoveel rfioge-
lijk kastjes. Er wordt gekookt op
butagas 'en het water wordt opge
pompt uit een grote tank in het
ruim, die wel voor een weck wa
ter kan bevatten. Er is zelfs een
closet met waterspoeling. De motor
zorgt voor electrisch licht en bijna
iedere schipper heeft radio.
Op de „Cornelia" zijn twee slaap
kamertjes, een met een tweeper
soonsbed en een met twee smalle
bedden boven elkaar. De knecht
slaapt in het vooronder.
Zowel schipper Van Zanten als
zijn vrouw houden van het leven
op een schip. Ze komen beiden uit
een schippersfamilie en zouden zich
eigenlijk aan wal. in een onbeweeg
lijk huis. niet helemaal gelukkig
voelen. Het grootste bezwaar van
het schippersleven is voor beiden
de moeilijkheid om de kinderen
goed onderwijs te geven. Vroeger
gingen veel schipperskinderen niet
of heel ongeregeld naar school en
er zijn nog vrij veel oudere schip
pers, die niet behoorlijk kunnen le
zen en schrijven. Maar de schippers
van nu zijn er zich van bewust dat
ze hun kinderen een groot onrecht
zouden aandoen door ze niet naar
school te sturen. De ouders staan
daardoor voor de harde noodzaak
hun kinderen al heel jong van huis
te laten gj.an naar een schippers-
school.
„Toch missen kinderen veel op
een schip." zegt Henkie's moeder.
„Je durft ze nooit vrij rond te la
ten lopen. Meestal zitten ze opge
sloten in de kleine ruimte van
stuurhut of kajuit. Als ik met Hen-
kie op bezoek ga bij familie aan
wal. is hij dan ook door het dolle
heen. Hij rent en draaft maar."
Het leven van een schipper is
niet zonder materiële- zorgen. -Voor
al de kleine schippers leiden tegen
woordig een kommervol bestaan
Weken achtereen liggen ze te wach
ten op een vracht en leven onder
wijl van overbruggingssteun. Als
leek zeg je dan, wanneer je al die
schepen langs een kade ziet-liggen:
„Wat leuk. zoveel schepen," en be
seft niet dat zich hier een tragedie
afspeelt. In onze, op snelheid en
efficiency gerichte wereld is nau
welijks nog plaats voor het kleine
en intieme en veel schippers, die
levenslang hebben gespaard voor
een schip, kunnen, nu ze het ein
delijk hebben, er hun brood niet
mee verdienen.
Voor een middelgroot schip met
een sterke motor als de „Cornelia"
is nog wel werk te vinden. Op het
ogenblik brengt het een lading co
pra naar Mannheim. Het is eigen
dom van een kleine rederij, de Ne
derlandse Particuliere Rijnvaart
Centrale, maar Van Zanten vaart
al lang op dit schip en is er aan
gehecht of het van hem zelf was.
Zijn eigen schip is in de oorlogs
jaren door de Duitsers gevorderd
en hij heeft nooit kans gezien er
een terug te kopen.
De lading van de Rijnschepen
bestaat uit alle mogelijke grond
stoffen voor de wapenindustrie, zo
als tinerts. ijzererts. Ook wel eens
Chinese klei en nog vele andere
zaken. Terug vooral kolen, hout,
machine-onderdelen, vuurvaste ste
nen, stukgoederen.
„We zouden er niet op tegen zijn
als onze zoon geen schipper wou
worden," zegt Van Zanten en zijn
vrouw is het er mee eens. „Als hij
leren wil en kan, wij vinden het
best. Maar of hij zal willen
Er blijft grote bekoring uitgaan
van het oude beroep. Het langzame
tempo, dat de menselijke aard geen
geweld aandoet, geeft een gevoel
van vreugde en evenwicht, van
thuis horen in het leven en juist
de filosofische inslag van een man
als Van Zanten doet hem dat heel
goed beseffen.
„Geld is niet alles. Snelheid is
niet alles. Hij moet het zelf maar
weten als het zover is."
Onbegrijpelijk gauw zijn de uren
voorbij gevlogen. We hebben voor
Wijk bij Duurstede het nieuwe Am
sterdamRijnkanaal gezien, dat
daar de Lek kruist. Bij Beusichem
heeft de schipper een gesprek ge
voerd met zijn broer, die daar het
veer bedient. Talloze schippers heb
ben ons toegewuifd, een heeft te
gen Van Zanten geroepen, de han
den als een bazuin aan de mond:
„Je schoonvader ligt op de-Ruhr."
Misschien zullen ze elkaar straks
ontmoeten.
Voorbij Westervoort en Panner-
den wordt de rivier heel breed,
een machtige stroom, omzoomd door
vlakke, groene landen, rechts Duits,
land, links Nederland. En nu komt
alle soesah van het douane-onder
zoek en straks in Emmerich nog
eens weer. Uit angst Voor smokke
larij gaat alles heel secuur. De
schipper trekt zijn nette pak aan
en gaat naar het douanekantoor en
met Henkie, die een flesje „groen
bier" krijgt limonade in een
groen flesje naar het schippers-
café. De schippersvrouw gaat bood
schappen doen in de winkel of bij
een van de parlevinkers.
Het legendarische Lobith uit de
schoolboekjes wordt werkelijkheid
Hier komt de Rijn in ons land. We
zien het voor onze ogen gebeuren.
De heerlijke dag van varen door
Nederland op zijn schoonst is voor
bij en ik neem afscheid met het ge
voel dat ik het helemaal niet naar
zou vinden een schippersvrouw te
zijn.
CLARE LENNART
(Advertentie l.M.)
Opent deze tube
en U opent een eigen
schoonheidssalon I
Boldoot mat-crème voor
overdag Boldoot cold-
crème vóór de nacht.
Zo merkwaardig zijn die sprook
jes van Grimm, als ik ze met mijn
volwassen ogen lees. Bijvoorbeeld
„Doornroosje", de schone slaapster.
Een mooi verhaal, maar lees het
eens en zie het vóór U.
Er was eens een koningin die zo
graag een dochtertje wilde hebben
maar ze kreeg er geen. Op zekere
dag ging zij baden in de vijver.
Daar heb je het al. Wie gaat er nou
in de vijver baden? 't Idee! Toen
kwam er een kikker naar haar toe.
Tja, dat krijg je, als je in de vij
ver gaat zitten: op zichzeif lijkt
die kikker me voldoende om gil
lend aan de wal te krabbelen.
Maar verder. De kikker zei: „Bin
nen het jaar zult gij het leven aan
een dochter schenken."
Wat deed de koningin toen? Ik
zou zo graag weten wat ze thuis
vertelde, na dat baden. Hoe zou het
gesprek aan tafel met haar man
gegaan zijn? Zoiets als dit?
„Zeg George!"
„Ja, lieve."
„Zeg. ik zwom vandaag inde
vijver, en
„Zwom jij in de vijver?"
„Ja, 't was zo warm, ik dacht
kom. dacht ik, even in de vijver."
„Maar dat kun je toch niet doen:
wat moet het personeel daarvan
denken?"
„Hè, zeur toch niet zo. Ala ik
nou zo graag in de vijver wil. Nou.
en binnen het jaar krijgen we een
dochter, de kikker heeft het zelf
gezegd."
„Wie heeft het gezegd?"
„De kikker in de vijver."
Heeft toen de koning zijn servet
neergelegd en de lijf-psychiater op
gebeld? Dat meldt de historie al
lemaal niet. Enfin, er kwam een
dochtertje aan het eind van 't jaar.
maar persoonlijk blijf ik volhouden
dat die kikker er hoegenaamd niets
mee tc maken had.
Ze hielden een groot doopfeest
Twaalf feeën werden geïnviteerd,
maar de dertiende niet. omdat ze
maar twaalf gouden borden hadden.
Kijk, dat is nou weer zo dom. Als
je de een vraagt, moet je de ander
ook vragen, anders moet je er he
lemaal niet aan beginnen, dat is
toch met verjaardagen ook altijd
7.0. Had ze dan allemaal een émail-
le bord gegeven.
Alle twaalf feeën kwamen met
een wens en een truitje uit de
Libelle. En de boze tante Fie. die
niet was uitgenodigd, kwam toch.
zonder cadeau en met een Vloek.
Dat iemand zich zo laat kennen!
„Zijn jullie aan de tomatensoep?",
vToeg ze lief. „Geneer je niet. hoor,
ik ben zo weg. Ik wou alleen maar
zeggen, dat dat kind op haar vijf
tiende jaar dood gaat. Door toe
doen van <x?n spinnewiel. Eet sma
kelijk verder. Daag!"
De twaalfde fee. tante Adeline,
zei troostend tot de koningin: „Kom,
kom. doodgaan zal ze niet hoor. Ze
zal honderd jaar slapen!"
Op dit punt van het Sprookje
aangekomen, moet ik even mijme
ren. Honderd jaar slapen. Is dat een
vloek? Het lijkt me helemaal geen
vloek, het lijkt me verrukkelijk. Ik
wil best.
Om mijn huis zal dan een doorn
haag groeien, waar niemand door
heen kan, ook niet de deurwaarder.
De verkiezingen zou ik mislopen,
op zichzelf een belangrijk voordeel.
Over honderd jaar word ik wakker
gekust door een pr'ns. Nou, een
prins... 't mag gerust wat minder.
Een aardige goed gesitueerde man
uit het verzekeringswezen bijvoor
beeld. ..Word wakker' 't Is al 2052!"
roept hij al kussend.
Ik zou slaperig de ogen open
doen en zeggen: .Zijn de Russen
er al?s'
„Ga nou gauw!", zegt hij. „Die
zijn al tachtig jaar weg. Je kunt
al lang weer naar Moskou voor
vijf dagen met een bus voor zeven
tig gulden, 't Ziin nu de Eskimo's
Hun agressieve houding wordt met
de dag onduldbaarder."
„O", zeg ik dan. „dus de belas
ting weer hoog, hè?"
„Hoger", zegt hij, ..maar er zijn
wel wat woningen bijgekomen. Een
goeie veertig."
„Weet je wat", zeg ik. ,jk pik
er honderd jaartjes bij. Welterus
ten!"
Gelukkig, dat kinderen de sprook
jes van Grimm anders lezen
ANNIE M. G. SCHMIDT
-r -t 9 -m j Katwijkse Huibertjes: de sc
(Van een onzer verslaggevers)
In de Scholstraat, de Palingstraat, de Schelvisstraat en al die
andere straatjes rondom de Scheveningse haven, die getooid zijn
met de namen van al wat de zee maar aan vis heeft te bieden,
wonen de vissers. Het oude dorp, komt er in zijn straatnamen
royaal voor uit dat het maar een eenvoudige vissersplaats is.
Al was er dan een „haringconflict" nodig, om het Kurhaus en
Seinpost en Trocadero, de exponenten van het „andere" Sche-
veningen, in de ogen van het publiek te doen overschaduwen,
door die monotone blokjes van lage, onaanzienlijke huisjes. De
huur van die huisjes is zo tussen de 4.50 en 5.per week.
Ze hebben allemaal een kamer, en een keuken beneden, een
binnenplaatsje en boven drie slaapkamertjes.
De namen van de bewoners
merendeels éénlettergrepig zou
den bijna kunnen toebehoren aan
romanf guren van Bordewijk. Ze
zijn alleen minder opzettelijk: Taal.
Pronk, Den Duik, Ros, Keus en dat
in eindeloze herhaling, want de fa
miliebanden in Scheveningen zijn
vele en velerlei.
Die Taais en die Pronken en de
rest, hangen in deze dagen, waarin
ook hun conflict met de reders
„hangende" is, wat onwennig rond
bij moeder en kinderen.
Voor zover ze tenminste niet in
groepjes aan de haven staan te kij
ken naar de loggers, of te praten
over de loggers, of onrustig de geur
snuiven van de verse teer van die
loggers, 'n lucht, die hen doet sprin
gen van verlangen om weg tc va
ren en de vleet te schieten. Maar
ze springen niet en ze varen niet.
laconiek en vastberaden beiden zij
hun tijd. De Keizerstraat de
winkelstraat van Schevcningen
mag vlaggen alsof er niets aan dc
hand is. de vloot. die. dicht op
eengepakt. de haven vult, maakt
het tegendeel duidelijk en de vlag
getjes in die ene straat worden er
wat belachelijk bij.
„Erg ruim is het niet", zegt Leen
en in zijn kastje aan boord kan
jc nu niet zo heel veel bergen. Een
enkele min of meer legendari
sche logger is met de weelde
van een douche uitgerust, 'maar
op de „Jo", wast iedereen zich
aan dit ene kraantje.
Als je met vissers en met hun
vrouwen, die er het grootste deel
van het jaar thuis alleen voor
staan, in gesprek komt, willen ze
best wat over het leven aan boord
en aan de wal vertellen. Maar wie
jeremiades verwacht komt bedro
gen uit. Ze hebben een hard le
ven, ja, maar hun verdiensten
waren het afgelopen seizoen rede
lijk, hun eisen zijn niet hoog en
het zijn merendeels gelovige, zoal
niet godsdienstige mensen, met een
sterke hang naar huiselijkheid. De
mannen zit het bijzonder hoog, dat
zij bijna allen van ongeveer half
December tot de tweede helft van
Maart werkeloos rondlopen en
leven van overbruggingsuitkering
en sociale zorg.
Maar die toestand is ..historisch
gegroeid", wat in Schevcningen
zoveel wil zeggen als „niks an te
doen".
Hoe zij leven.?
Leen de Best is matroos op de
logger „Jo". de Sch 262. Een ster
ke vent van veertig jaar Hij is
acht jaar getrouwd met Huibertje
de Rode (a propos een nichtje van
Giel, de bokser), zii is 28 en de
kinderen Irene. Helena, Cornclis,
Simon en Hulberta-Baardina, zijn
zeven, zes, vier. drie en anderhalf
jaar oud. Zij wonen niet in het
buurtje rond de haven maar aan
de Pluvierhof, daar is het iets
duurder en een beetje ruimer.
Voor f 5.35 per week hebben ze
een gemeentewoning met twee ka
mers beneden, twee boven, een
keuken, wc. en een plaatsje, waar
de box van Huiberta-Baardina in
het zonnetje kan staan. Irene en
Heleentje zijn op school en dus ge
lukkig van de vloer overdag, maar
met de drie andere kinderen in en
om het huis heeft Huibertje de
handen meer dan vol.
Ons bezoek kwam helemaal on
verwacht, maar beslist niet onge
legen, want alles was er aan kant.
Vader De Rode (hij is 68 en zegt:
„Mijn baas is Drees") was net klaar
met het schillen van de aardappels
voor zijn dochter. En als wij Leen
de Best waren, zouden wij ons meer
dan best hebben gevoeld, bij dc
fiere toon waarop Huibertje zei:
„Mijn man werkt om zeven monden
open te houden."
Al heeft hij dc afgelopen winter
nog het buitenkansje gehad van zes
weken grondwerk bij nieuwbouw in
Den Haag, toch kunnen zijn vrouw
en kinderen als hij vaart maar één
keer in de week vlees eten. Van
dat Zondags-vlees duurt de jus tot
Donderdag, op Vrijdag eten ze spek
en Zaterdag wordt er een voor
schotje jus van het vlees voor dc
volgende Zondag over de groente
en de piepers gegoten.
Meestal is er ook geen broodbeleg
en de afgelopen winter heeft Hui
bertje voor de vijf kinderen een
fles levertraan gekocht. Aan de
tweede kon ze niet toekomen. Ze
haar Leen wel liever in een
baantje aan de wal gehad en hij
heeft ook een poosje gewerkt als
huisknecht in een ziekenhuis, maar
daar konden ze niet mee rond, zegt
Huibertje.. Maar wij geloven, dat
toch ook een rol speelt, dat Leens
grootvader schipper is geweest op
een logger., dat zijn vader en drie
van zijn ooms ter koopvaardij va
ren en dat zijn vierde oom een
haringstal in Den Haag heeft. (Hij
spreekt op zijn Schevcnings van
„m'opa" en „m'omes"). Het was Leen
de Best, die tegen ons zei: „Als jc
de teer ruikt, zit je al tc springen."
Toen hij die woorden sprak, stond
hij voor zijn kooi op de Sch. 262.
taxeren op hoogstens negen kubie-
taxcren op hoogstens negen kublie-
ke meter, was een van de twaalf
in dit matrozenlogies, waar ook
wordt gegeten, gewassen, het olie
goed gedroogd bij een potkacheltje,
kortom: geleefd.
Het was er schoon en het zat goed
in de verf, maar wij kunnen ons
met alle fantasie, die je als landrot
kunt opbrengen, niet voorstellen
hoe het daar zijn zal, als er twaalf
mannen en jongens eten en slapen,
die enige weken doortrokken zijn
van haring en zeewater. En hoe het
er dan zal ruiken. „Dat is het werk",
zegt De Best. Maar ze moeten niet
zeggen, dat wij zoveel verdienen.
Want als je het uitrekent is ons
loon minder dan een gulden per
uur".
En dan komt zijn rekensommetje.
Vorig jaar voer hij ook op de 262
en ze hadden een goede „teelt".
Doordat er een man minder aan
boord was dan de voorgeschreven
16 viel er bovendien een matrozen-
deel extra te verdelen. Zo kwam
hij aan 2700,verdienste.
Maar dat was in dertig werkwe
ken van honderd uur elk. Met
overbrugging f 55 por weck
en steun f 40.96 .per week
beide inclusief kinderbijslag, kwam
hij aan een jaarinkomen over de
afgelopen „teelt" van tegen de
f 4000. Van dat geld heeft hij aan
het eind van het seizoen f 900 in
eens gebeurd.
„En nou heeft mijn vrouw een
wringer voor de was en wij heb
ben een nieuw schildcrstukkie an
dc muur", zegt Leen. „Dat is nou
onze gezelligheid, want een kroeg
j of een biscoop zien we nooit en
dat zou ook niet kunnen".
En dat is er nog, afgunst over
die wringer. Dit laatste vertelden
Leen cn Huibertje zeer veront
waardigd, onafhankelijk van el
kaar. Want haar spraken wij thuis,
terwijl hij op het schip „graaide"
hetgeen betekent, dat hij de boel
aan het gereedmaken was om uit
te varen. En als de zaak met de
reders snel in orde komt en als dc
vloot dan spoedig uitvaart, hopen
ze allemaal, dat de voorwaarden
zo zullen zijn, dat het afgelopen is
met het nijpendste probleem van
alle Scheveningse, Vlaardingsc cn
Katwijkse Huibertjes: dc schuld
aan het begin, die eerste weken
van leven „op de scharrel". Onge
veer ieder jaar heeft een visser
nieuw oliegoed en nieuwe laarzen
nodig tezamen voor ongevoer 60
bovendien minstens twee stel mol
ton ondergoed voor 1"4 per' stel.
Daarbij komt nog, dat door de pe
kel bij het kaken cn kuipen van
de haring, zoals Leen het uitdrukt,
„je broek van je derrière af
rot".
Verder zorgt de vissersvrouw er
voor, dat de mannen wat tabak,
snoep en een slokje meekrijgen,
dat bij de voorgeschreven rantsoe
nen ook al geen weelde is. want
die zijn echt niet om over naar
huis tc schrijven (tussen haakjes:
600 gr. vlees per weck. waarin 70
tot 100 uren wordt gewerkt, tegen
1700 gr. by de koopvaardij mot
normale werkweken).
Deze uitrustingskostcn maken,
dat dc meeste vissersvrouwen de
eerste weken het garantieloon van
f 41 niet krijgen. De leveranciers
„poffen" wel. maar die schuld
drukt maanden cn maanden.
Dit is een van de voornaamste
redenen, waarom de vissers nu
eindelijk eraf willen, in zo sterke
mate betrokken te zijn bij het ri
sico van de vangst. Want het af
gelopen jaar was het lang niet
slecht, maar in 1949 heeft Leen de
Best f 1500 thuis gebracht over de
hele „teelt".
Daarvoor heeft hij dan „maar"
60 a 70 uur per weck gewerkt,
want dc arbeidstijd aan boord
hangt natuurlijk ten nauwste sa
men met de grootte van dc vangst.
Al het bovenstaande zijn feiten.
Matroos De Best heeft ze ons ver
teld en vele anderen hebben ze
bevestigd. Leen „kankert" niet en
eigenlijk hebben wij geen enkele
Scheveninger horen klagen. Het is
hun werk. ze doen het graag, het
zit ze in het bloed.
Als U in dit relaas een klaag
toon zou bespeuren, dan heb
ben wij, stedeling en hoofdar
beider, die erin gebracht. On
danks ons zelf. Want het enige,
dat ons van dit verhaal vol
doening kan geven, is, dat ma
troos Leen de Best, op onze
vraag: „Is het zo goed en eer
lijk weergegeven Leen? met:
„Ja" zou kunnen antwoorden.
De oudjes doen het nog best. al
is het maar dat zij de schuiten,
die in verdere of minder verre
staat van gereedheid om uit te
varen zijn bewaken. Met dit weer
is het geen onplezierig baantje, dat
de mogelijkheid voor een rustig
gesprek met uitsluit.
Advertentie (l.M.)
De meeste Vrouwen
zijn te goed
van vertrouwen
en daarom komen zij soms
met dingen thuis, die zij
helemaal niet bedoelden.
Honderdduizenden huis
vrouwen geven de voorkeur
aan MAÏZENA DURYEA.
Allemaal vragen zij hun
winkelier dit toercldmerk,
maar niet allemaal letten
op wat ze krijgen. En toch
is dat nodig. Er op toezien
dat de naam DURYEA op 't
pak staat. Want dat is dc
garantie van het originele
product cn voor een volledig
slagen bij het bereiden en
binden van groenten, van
saus en soep. Met die naam
DURYEA valt of staat het
hele resultaat
Ook als er niets te doen Is zit de
trek naar de haven er in. Daarbij
komt, dat er deze dagen heel wat
is te bepraten.