Pinksteren dankt zijn P aan het Grieks Devotie Josef jegens „De geliefde V issariono witsj Van „9 heit de klok naar de reclame Moet U eens hóren! Iedereen wil graag goed gekleed gaan MOEILIJKHEDEN? Verzorgt nauwkeurig uw ziekmelding ■m- maar eens ims het nog een Cinxendag Maar koop niet te veel! Kerkelijke vredesconferentie in Moskou t-'.umuin.'H'i!! Wij geven raad IN KERK EN WERELD Taalkwestie in het Indiase parlement Jan de Cler: „Ik wil weer eens op 'n terrasje kunnen zitten*' .4 Zaterdag 31 Mei 1952 'Aanpappen met Duitsers Met verwondering las ik de vo rige week het ingezonden stukje van de man in het reisbureau, die zoveel walging gevoelde, omdat tal rijke Nederlanders met vacantie naar Duitsland gaan. Is het niet dieptreurig. dat men er zeven jaar na het einde van de oorlog nog zulke kleinzielige ideeën op na houdt, Het is toch volkomen be grijpelijk, dat er veel trek is naar een der mooiste landen van Europa, temeer waar de reizen daarheen dikwijls zo goedkoop zijn? LEZER Geen haat zaaien De mening, die de vorige week in deze rubriek werd uitgesproken in het stukje „Walging of aan pappen" deel ik niet. Waarom koopt deze meneer geen woordenboek met de woorden „opbouw" en „naasten liefde" er in? Haat zaaien is uit den boze en onder alle mensen en onder alle rassen treft men goeden en slechten aan. Mevr. H.H. Strijdig met Evangelie Vorige week verklaarde een in zender in deze rubriek, dat het hem moeilijk viel om vriendelijk te zijn tegenover vacantiegangers, die naar Duitsland willen gaan. Een dergelijke instelling is geheel in strijd met het Evangelie van Chris tus, die zelf voor zijn moordenaars bad en zijn discipelen het gebed leerde, waarin voorkomt: „Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Het bewuste stukje lezend, moest ik plotseling denken aan een jonge man in een gevangenkamp een zekere R. Dijkstra uit Putten die stervend nog naar huis wilde om zijn familie en dorpsgenoten de boodschap over te brengen: „Haat de Duitsers niet. Bidt voor ze, want zij zijn ongelukkiger dan wij". Geldt het gebod van naastenliefde niet voor alle mensen ter wereld? H. VAN SPRONSEN Vermoeide chauffeurs Met veel belangstelling las ik het artikel over het Rijtijdenbesluit. Dit wordt inderdaad vaak overtre den. Hieraan wordt voor een groot deel het aantal verkeersongevallen geweten. Misschien echter moet de oorzaak daarvan ook nog in iets anders worden gezocht. In de taak namelijk, die de chauffeur naast zijn beroep ook nog heeft te ver vullen. Deze taak is: het lossen van de vracht. In Duitsland is dit wet telijk verboden. In Nederland is het toegestaan, behalve in Amsterdam voor zover het vrachten steen be treft. Chauffeurs van wagens, die stenen vervoeren, moeten deze ge heel zelf, zonder hulp van anderen lossen. Het gebeurt vaak, dat deze mensen 20.000 stenen per dag moe ten lossen. Men kan zich voorstel len, dat dit een vermoeiend werk is en dat het niet verantwoord is, dat iemand, die een dergelijk werk heeft verricht, weer achter het stuur plaats neemt. Zoals het met stenen is, zo is het ook met andere vrachten. Indien men de veiligheid van het verkeer wil verhogen, laat men dan ook eens het probleem „lossen" in het oog vatten en het goede voorbeeld van Amsterdam navolgen. BEROEPSVERVOERDER Rijtijden en lonen Ik ben 25 jaar beroepschauffeur en heb het tot stand komen van de Rijtijdenwet van harte toegejuicht. Achteraf beschouwd is er in deze wet iets vergeten: namelijk de vast stelling van een behoorlijk loon. want dat laat nog altijd veel te wensen over. Als vrachtautochauf feur verdien je 49.72 voor 51 uur. Vier uren overwerk k 1.10 maakt samen 54.12 voor 55 uur. Daar gaat dan af loonbelasting, zieken geld, ziekenfonds. Blijft over 48.-. En daarvoor loop je het risico van bekeuringen van 15 of 30, ge vangenisstraf of ziekenhuis. Ik heb zelf nog nooit in m\jn werkboekje geknoeid. Dat het echter gebeurt, verbaast mij niet. BEROEPSCHAUFFEUR Niet rechtvaardig Met verbazing zag ik, dat het ar tikel betreffende de aanslag op de heer Harjono een groot deel van de voorpagina van uw blad in be slag nam. Aan de vele Nederlan ders. die op de meest gruwelijke wijze om het lezen zijn gebracht in Indonesische gevangenschap en de moorden, waarvan nog geregeld blanken het slachtoffer zijn, wor den slechts spaarzame berichtjes gewijd. Dat lijkt mij niet rechtvaar dig. G. F. L. DIETZEL Drankbestrijding Zij die het alcoholisme bestrijden kunnen er niet mee volstaan het alcoholgebruik tot een minimum te rug te brengen en de slachtoffers ervan te helpen. Dat is niet effi- cliënt genoeg. Een probaat middel zou zijn: te trachten gedaan te krij gen. dat accijns en in- en uitvoer rechten op sterke drank telkenjare met zo'n kleine lOO^o worden ver hoogd, zodat tenslotte een borreltje niet meer te betalen is. De gif bronnen zullen dan langzaam maar zeker opdrogen en het daarin ge- investeerde kapitaal krijgt voldoen de gelegenheid naar ander en be ter emplooi om te zien. WAR (Advertentie LM.) Slank zijn Is de wens von elke moderne vrouw. Duizen den vrouwen, die een neiging hebben io> zwoorll|vighefd, moken In he» buitenlond sedert loren gebruik von SveltPills «Burchard» d* krodihg «rirtindt, tllisrta tltnkhKdsdrogiev Zuiver pionioordio en volkomen onschodolijk, ook bl| longdurig gebruik l| llians ouk io Holland verknutbaarl In ApolStWn «nOrogliFf'i|tn Otpoli ALPHAA'domJoa ImiktnilraalfOO /N de niet geringe hoeveelheid bewaarde geschrif ten uit de beginperiode van de vaderlandse letter kunde èn in talloze niet-lit er aire documenten komt het woord Cinxcn voor Pinksteren veelvuldig voor. In die tijd immers, waarin kerk en staat nog een on deelbare eenheid vormden, stadsklerken monniken waren en bisschoppen tevens landheren, werden in dc religieuse sfeer van het Pinksterfeest, dat bovendien nog de herboren natuur symboliseerde, als vanzelf sprekend de staatszaken betrokken en sprak de oor spronkelijke zin en inhoud van het Pinkstergebeuren op een veel intenser en universelermanier tot de verbeelding der mensen dan tegenwoordig het geval kan zijn. Vorsten en „groten van het rijk" hielden op Pinksteren hun landdagen en luidden, liefst in de openlucht, met de vertegenwoordigers van hun volk als het ware een nieuw jaar in. Kerkelijke en dichterlijke regels gewaagden, afhanke lijk van elkaar of ten nauwste op elkaar betrokken, van de cinxendag. Nergens misschien vinden we de atmos feer van bij voorbeeld zulke vorstelijke zittingen, in zo weinig regels zo volmaakt weergegeven als, in geper sifleerde vorm, aan het begin van de geschiedenis van de vos Reinaerde: Het was in eenen cinxendaghe Dat beede bosth ende haghe Met groenen loveren waren bevaen. Nobel die coninc hadde ghedaen Sijn hof craieren over al („Craieren" betekent „samenroe pen" Red.). Maar ook in de roman „Ferguut" afkomstig uit die volkomen andere geesteswereld der koning Arthur- sagen, treft men al op de eerste bladzijde de mededeling: „Die coninc Artuer hadde hof ge houden eens cinxendages De rekeningen der steden, die de eer hadden genoten van een hofdag binnen of even buiten hun muren, spraken er van, maar ook. zij het terloops, het abele spel van „Lance- loet van Denemarken", en de kro niek van de borchgravinne van Ver- gi vermeldt: „Te Cinxen zouden houden hof die hertoge vri". Overal kan men de dag genoemd vinden, maar het blijft een Cinxendag en van Pinksteren is nog geen spoor. Waarom werd Cinxen via Pinxen het Pinksteren, dat wij kennen? Waarom schreef de vervaardiger van het in proza navertelde Rei- naertverhaal dat in 1479 als volks boek verscheen, niet meer „Het was in eenen cinxendaghe", maar „Het was omtrent Pinxteren"? IN het Oude Verbond der Joden was voorgeschreven dat op de vijftigste dag na Pasen aan Jahwe dank gebracht zou worden voor de binnengehaalde oogst, en lang voor het Christendom zijn intrede deed. hadden de Joden van deze dag een bijzondere gemaakt, waarop later ook de vestiging van de Wet op de Sinai herdacht werd. Eigenlijk niet anders dan bij toe val werd deze dag in de Christelijke kalender geinaugureerd, omdat op de Joodse herdenkingsdag de twaalf apostelen in Jeruzalem getuigen waren van wat voor de Christenheid de essentie van het Pinksterfeest is geworden: de uitstorting van de Heilige Geest. Deze vijftigste dag, de pentekostè hèmera in het Grieks, werd het Franse Pentecóte en ons Pinksteren en daarmee heeft de P zijn rede lijke verklaring gekregen. Maar tegenover het Griekse pen tekostè voor vijftig stond het La tijnse quinbuaginta en uit de q van het Latijn ontwikkelde zich in dit woord bij de Fransen de c (cinq!). die verantwoordelijk is voor het Middelnederlandse Cinxen. Grillig en zonder enig systeem schijnen de wegen der woordvor ming en -ontwikkeling. Want ter wijl in Frankrijk het beeld van de taal werd geromaniseerd en vijf de Het feest van Pinksteren is nagenoeg zo oud als het Christendom en van het ogen blik af dat de geschiedenis de blikken van de fanatieke Christenkoning Clovis op de lage landen by de zee deed vallen, hebben onze voorvaderen deze hoogtijdag in de oude liturgie gekend en, op passende wijze, ge vierd. Zonder evenwel tegen elkaar te zeg gen: „Morgen is het Pinksteren", want in te genstelling tot de namen van de meeste an dere kerkelijke feestdagen heeft het woord Pinksteren behalve de minder belangrijke spellingswijzigingen, sinds de vroege mid deleeuwen een essentiëlere verandering on dergaan, die daarom zo ingrijpend lijkt, om dat zij de eerste letter betreft: ten tijde van Clovis, van de grote keizer Karei, van de Bourgondiërs en de vorsten van het Beierse huis, werd uitgekeken naar een Tsinxen- ofwel Cinxendag. Latijnse c kreeg, bleef Pinksteren daar zijn rechtstreeks aan het Grieks ontleende vorm Pentecóte behou den, die bij ons pas na veel moeite doordrong als een posthume zege van het oude Hellas over de barba- rie der Romeinen. De brave Balthazar Huydecoper die in 1772 de 14de eeuwse rijmkro niek van Melis Stoke, met eigen philologische commentaren voor zien, uitgaf, noteerde daarin bij het woord Pinksteren het volgende be scheiden oordeel: „Nu schrijft men gemeenlijk niet anders dan Pinxster. Doch alle die woorden schynen my, by verloop van zo veele Eeuwen, verbasterd te zijn uit het Latijnsche Pentecoste, 't welk zuiver Grieksch is. en bete kent den Vijftigsten, te weeten. Dag na Paaschcn, als bekend is. Dat is ook de betekenis van Cincksen; maar dit schijnt gesprooten uit Cin- quiesme, gelijk die Dag in Walsch Vlaanderen, even als in Spanje, Cin- quesma genoemd wordt: welke twee woorden wederom grootelij ks ver basterd zijn uit het Latijnsche Quin quagesima; omtrent langs den zelf den weg als 't Fransch Caresme ge komen is van Quardragesima". Inderdaad, gemeenlijk schrijven én zeggen wij Pinksteren. Maar compleet is de zege der Grieken niet geweest, want heden ten dage spreekt men in Zeeland nog van Cinxendag en ook in Vlaanderen is men, in het spraakgebruik, nog niet aan de P toe; hij zal er. naar alle waarschijnlijkheid, ook niet komen. J. A. BLOKKER JAZIE wil niet graag goed gekleed gaan? Iedereen ziet er graag goed uit, en als iedere vrouw zich wat moeite zou getroosten, zou dat ook heel goed mogelijk zijn. Maar toch zijn er heel veel vrouwen, die hun best doen er zo mooi mogelijk uit te zien. er grote bedragen voor besteden, en toch een minder dan middelmatig resultaat bereiken. „Dat komt alleen omdat zij de Het nieuwsbulletin van de Wereldraad van Kerken te Ge- nève geeft thans een overzicht van hetgeen uit verschillende bronnen bekend is geworden omtrent de conferentie van al le Russische kerken en reli gieuze gemeenschappen (dus behalve de Christelij ke, ook de Mohamme daanse, Hindoese enz.), die begin Mei te Zagorsk bij Mos kou werd gehouden en die zich vredes-conferentie noemde. In totaal namen 27 Russische ker ken en religieuze gemeenschappen aan deze conferentie deeL Verder de volgende niet-Russen: de Ned. Hervormde predikant Hugo van Da len, een vertegenwoordiger van de patriarch van Antiochië, prof. F. Bareiska van de Oud-katholieke kerk in Oostenrijk, archimandriet Maximos van de orthodoxe kerk van Bulgarije, ds Ervin Rok uit Oosten- TELKENS bereiken ons klachten van mensen, die enige dagen ziekengeld moeten missen, doordat hun ziekmelding te laat door het verzekerings orgaan werd ontvangen. Zfj die verzekerd zijn bfj de Raad van Arbeid, moeten zich zelf rechtstreeks bfj die Raad ziekmelden. Laten zfj dit aan hun werkgever over en verzorgt deze de melding niet onmiddellijk, dan zijn de gevolgen voor rekening van de werknemer, die In zo'n geval ner gens verhaal heeft. Bü andere verzekeringsorganen kan de ziekmelding soms wel over de werkgever lopen. Stelt U hiervan op de hoogte voordat U ziek wordt. A. P. deelt mede, dat hij, toen hij door ziekte verhinderd was te werken, een collega heeft verzocht, dit even aan zijn werkgever mede te delen. Na een week kreeg vra ger een ontslagbrief thuis, waarbij hij wegens onrechtmatig werkver zuim op staande voet werd ontsla gen. Bij onderzoek bleek dat de collega de ziekmelding vergeten had. Vraag: wat is hiertegen te doen? Antwoord: U bent helaas de eni ge niet, wie zoiets is overkomen.- De enige mogelijkheid weUe U nog rest is, dat uw collega zo ruiter lijk is persoonlijk aan uw werkge ver te verklaren hoe de vork in de steel rit. Misschien dat Uw weik- gever op zijn besluit wil terugko men. De kans dat U deze zaak voor de rechter zult winnen lijkt ons gering. De rechter ls bij het beoordelen van de grondigheid van eep ontslag om dringende reden, op staande voet ge geven. echter geheel vrij, zodat nooit met volledige zekerheid iets over de afloop van het proces valt te voorspel len. Uw geval toont weer aan hoe ge wenst het is een ziekmelding zoveel mogelijk persoonlijk te verzorgen of in leder geval schriftelijk te bevestigen. Mej. W. L. Personeel werkzaam in loondienst van een privaat per soon voor het verrichten van huis lijke of persoonlijke diensten in diens huishouding, is voor de Ziek tewet verzekerd, indien het óf in wonend óf ten minste 5 dagen per week in dienst van dezelfde werk gever pleegt tc zijn. De werkster, die bij geen enkele mevrouw meer dan twee dagen per week werkt, is dus niet verzekerd krachtens de Ziektewet. Wanneer zij een enkele keer b.v. tijdens de schoonmaak, wèl een hele week bij één mevrouw werkt, valt zij nog niet onder de Ziektewet, omdat daarvoor nodig is, dat zij vijf da gen per week in dienst van de zelfde werkgeefster pleegt te zijn. Een zekere regelmaat is dus vereist. Mevr. G. S.-D. De verzekerings plicht krachtens het Ziekenfondsen- besluit loopt gelijk met de verzeke ring krachtens de Ziektewet. Al hetgeen hierboven werd opgemerkt over de toepasselijkheid van de Ziektewet op huispersoneel geldt dus ook t.a.v. het Ziekenfondsenbe- sluit. De Kinderbijslagwet is niet van toepassing op het huispersoneel in dienst van private personen. De Invaliditeitswet echter wél. zelfs op de werkster die maar één dag per week bij u werkt. U moet dan dagzegels plakken, tenzij een an dere werkgeefster reeds voor de hele week geplakt heeft. K. d. B. schrijft: Bii ons op de fabriek doet het gerucht de ronde, dat tegelijk met de inwerkingtre ding van de Werkloosheidwet de loongrens voor de Ziektewet ver hoogd zal worden tot 6000. Is dit juist? Antwoord: Dit is niet juist. Men is waarschijnlijk in de war ge bracht door de opmerking welke minister Joekes onlangs in de Eer ste Kamer maakte, n.l. dat hij die minder dan 6000 doch meer dan 4925 verdient en werkloosheids uitkering krijgt, toch onder de Ziek tewet valt. De Ziektewet is n.l. van toepassing op allen, die uitkering krachtens de Werkloosheidwet ont vangen. ryk en ds Alf Johansen uit Dene marken, (die zich intussen gehaast heeft aan de Deense pers te ver klaren. dat hij geen communist is en dat hij. die in de geschiedenis der Russische kerken is geïnteres seerd, alleen maar de hem geschon ken gelegenheid om een studiereis te ondernemen had aangegrepen). De voorzitter van de conferentie was patriarch Alexis, die haar ook Deze iveek bijeen had geroepen. Metropoliet Nicolaas hield de openingsrede. Tot de Russische deelnemers rekende men ook de aartsbisschop van de Lutherse kerk in Estland. Jan Kil- vit, en zijn Litause collega. De conferentie heeft een oproep ,aan alle kerken, religieuze ge meenschappen, geestelijken cn ge lovigen van alle godsdienstige rich tingen over heel de wereld" doen uitgaan, waarin deze werden opge wekt de vrede te verdedigen. In die oproep staat verder te lezen, dat de vertegenwoordigers van de in de Sowjet-Unie bestaande godsdien sten het hun plicht achten aan hun overtuiging uitdrukking te geven, dat de bronnen van de oorlog niet in de Unie van Sowjetrepublieken zijn gelegen. Daar immers werkt men onvermoeid aan het scheppen van de voorwaarden voor algemene voorspoed en geluk. Ginds echter zijn die bronnen te vinden: déar waar de maatschappelijke tegen stellingen mede door overbevolking worden verklaard; daar waar men de meest effectieve middelen tot massale vernietiging der mensen tot ontwikkeling brengt; daór waar men de oorlog voorbereidt en tegelijker tijd droomt van wereldbeheersing. Aan deze oproep werd er een toe gevoegd om steun te verlenen aan de actie van de Wereldvredesraad tegen de bacteriologische oorlogsvoe ring. En vervolgens: „Wij doen ook een vurig beroep op dc geestelijk heid en de massa's van Moslims en Boeddhisten in de kapitalistische, koloniale en afhankelijke landen. De harde ervaringen van het verle den en de niet minder moeilijke po sitie waarin uw volken thans ver keren, bevestigen nog eens welk een grote zegen een duurzame en stabiele vrede voor hen zou bete kenen. Vrede binnen het raam van de Verenigde Naties zou uw volken in staat stellen hun nationale zelf beschikkingsrecht op vreedzame wijze te veroveren en met spoed de ernstige gevolgen van het koloniale beleid der imperialistische machten te boven te komen." Ook de Joden over de gehele we reld werden opgeroepen voor de vrede te strijden. De oproep eindig de op dichterlijke wijze aldus: „Dan zullen de onweerswolken, die nu de hemel bedekken, zich boven de aar de openen, maar zij zullen geen brandend teer noch een heilloze hagel van atoombommen noch my riaden ziekte-brengende insecten omlaag doen regenen, maar wel de frisse dauw van goede wil, die het zaad des vredes, dat wij in de har ten der volken plantten, tot voedsel strekken zal. Leve de wereldvrede!" De conferentie zond Stalin een boodschap: „Met geweldig geestdrif tige eenstemmigheid schrijven wij, vertegenwoordigers van verschillen de geloven, u, geliefde Josef Vissa- rionowitsj deze brief, waarin wij met onze groet uitdrukking geven aan onze devotie te uwen opzichte en aan onze wensen, dat u een lang. lang leven zal zijn beschoren, tot heil van het geluk van ons volk cn van geheel de vredelievende en vooruitstrevende mensheid Waarom zou ook deze godsdien stige bijeenkomst niet, op deze wijze met een gebed eindigen? Gebrek aan predikanten Zweden krijgt gebrek aan predikanten: het aantal theologische studenten wordt steeds kleiner. Studeerden er in 1927 aan de universiteit te Lund 153 theolo gen, thans slechts 37. In Uppsala de andere Zweedse universiteitsstad daalde het aantal theologische studenten van 132 lrr 1927 tot 34 thans. Er ls sprake van. dat de Zweedse Lutherse kerk pre dikanten uit Noorwegen gaat „impor teren". Niet te veel eenheid In zijn jongste preken waarschuwde de Anglicaan se aartsbisschop van Can- tenbury tegen t e veel eenheid op kerkelijk ge- bied. Zeker, hij was er dankbaar voor, dat ln de laatste eeuw allerlei tot nu toe gescheiden kerken naar elkaar toe waren gegroeid, maar: .Als de kerken morgen een grote or ganische eenheid zouden gaan vormen, zou daarvan slechts één gevolg zeker zijn - dat zij aldus wel eens een bepaalde waarheidskant van Christus en diens kerk konden verraden. terwijl zo'n waarheid zolang wij gescheiden blijven, allicht ergens zou mogen en kunnen voortleven en vrucht dragen." Voor beter salaris De Anglicaanse kerk in Wales heeft een oproep tot de gemeenten gericht om anderhalf millioen pond sterling bijeen te brongen ten behoeve van de verbete ring der predikantensalarissen. Het ge middelde salaris bedraagt 1000 pond olus vrij wonen. De kerk in Wales is sinds 1920 geen staatskerk meer: het kerke lijke leven werd opmerkelijk krachtiger nadat de banden met de staat geslaakt waren. De oproep tot verbetering der predikaptensalarissen bleek o.a nodig, omdat de kerk sinds de nationalisatie der Engelse spoorwegen, waarvan zij aandeclhoudster was. per laar een inko men van 40.000 pond derft. LONDEN In het Indiase par lement heeft zich enige beweging voorgedaan naar aanleiding van het feit dat de minister van Spoor wegen. dc pas benoemde Lai Baha- doer Sjastri, bij de beantwoording van het debat over de spoorweg begroting in het Hindi sprak met achteraf een samenvatting in het Engels. Verscheidene leden van de oppositie drongen er bij de minis ter op aan dat hij het Engels zou gebruiken, doch de voorzitter wees er op. dat volgens de grondwet het Hindi de officiële taal in India is. Een aantal afgevaardigden verliet de zaal toen de minister zijn toe spraak in het Hindi begon. „Waar om zouden we blijven als we toch niets kunnen verstaan,'' zei een dergenen, die zich verwijderden. methode niet kennen," zei mijn vriendin Paulette, die secretaresse is op een groot Parijs kantoor. „Komt il maar eens naar mijn garderobe kijken." Zij woont in een modern flatge bouw en heeft een kamertje met een ingebouwde keuken, en een bad kamer, waarin je je nauwelijks kon keren. Er stond een kleine kast, en daarin hingen zeven hangertjes met kleren. „Dat is alles," zei ze, „daar kom ik mijn zomer glansrijk mee door. Er hingen een mantel, een kort jasje, een avondjurk, een blouse en een zomerjurk. Twee hangertjes waren leeg. „Wat daarop hoort, draag ik," zei Paulette. Dat was een zwart-wit gestreepte tailleur van fijne wollen stof, gemaakt naar een model van Hermès, die er de naam „Passe-Partout" aan gaf. Passe-Par- tout, dat betekent dat je er even goed mee naar je werk, als naar een theater of concert kunt gaan. Het pak is geschikt voor Zondag en voor door de week, voor zonnig weer en grijze luchten. Een heerlijk gemakkelijk pakje, dat nauw om. de taille sluit, en waarbij een eenvou- Advertentie (I. M.) di ge overhemdblouse of een ge kleder exemplaar kan worden ge dragen. Met zwarte, witte of hel gekleurde handschoenen, een zwarte baret of een wit strooien hoedje. Alles liet Paulette mij zien. Tel kens verdween zij even in haar mi nuscule badkamer en kwam er dan weer helemaal anders uit. „Het is goede stof. die nooit kreukt," zei zij nog. Maar dat moet wel als je maar zo weinig kledingstukken bezit. Het volgend seizoen is het op. dan draag ik het niet meer. En zo blijf ik al tijd in de mode." Toen haalde zij haar zomerjapon uit de kast. Hij Was van crème shantung, met een donkere ceintuur gemaakt van stro. Een eenvoudig model, gemaakt naar een creatie van Valentine Bourgade. Een zak doek van steenrode voile vormde de garnering. Paulette zette er een gekleed hoedje bij op en trok. haar zwarte handschoenen aan. Naar kantoor draag ik dit na tuurlijk niet," zei zij. „Zelfs niet als het heel heet is?" „Nee," ivas haar antwoord, „een mantelpak is correcter. Als het warm is draag ik geen blouse maar alleen een vestje." „En verveelt het nooit, zo weinig kleren? Altijd hetzelfde aan te moe ten trekken?" „Integendeel! Je gaat er van hou den. En dan leef je in het Vooruit zicht op iets anders. Ik ben nu al nieuwsgierig naar de nieuwe win tercollecties, die in Augustus ver toond zullen worden." Er was helaas geen tijd meer om mij de rest te laten zien. Onderweg naar huis dacht ik: Wat knap is zo'n Paulette. En ik zag m\jn vrien din Erica voor me in Amsterdam, die haar kast boordevol heeft han gen en toch nooit iets heeft om aan te trekken, als ze plotseling uit moet. Te veel keuze, en te vlug gekocht of te onachtzaam laten ma ken. Hier zat een knoop niet op zijn plaats en daar lung de rok wat scheef. „Al het geld dat het heeft gekost," zuchtte ze dan. Paulette heeft misschien de helft of nog minder uitgegeven. En daar om vertelden wij u van ons bezoek aan haar. MONIQUE. (Van een onzer verslaggeefsters) „Ik woerd weer lekker anoniem Als iedereen je op straat aan staart, dat is het ergste wat er is. U bent toch Jan dc Clerzie je wel ik zei het al, hij is het en dan alle mensen om je heen naar je kijken verschrikkelijk." De (geestelijke) vader van de familie Van Tutte, freule Rad van Tonge, haar tuinmansknecht Pepijn, Pietje Pit (de jongen waar zo'n pit in zit) en tal van geliefde hoofdpersonen uit de liedjes, die hij schreef en zong voor de K.R.O., rilt zachtjes na als hij aan de tastbare populariteit denkt, die hij daardoor kreeg. Dat is overigens bepaald niet de reden waarom hij. na ongeveer zeven jaar radio en tekstschrijven, er per 1 Juni mee uitscheidt (31 Mei hoort u hem voor het laatst in „Negen heit de klok"). Hij gaat terug naar zijn eigenlijke oude beroep, dat van schilder en reclametekenaar. „Ik ga weer lekker tekenen en 'es tijd hebben om op een ten-asje te zit ten zegt hij genietend. Dag microfoon! ...weef lekker anoniem... De Cler is dus een man met twee aanzienlijke talenten, beeldend en uitbeeldend. Dat uitbeeldende bleek al op de HBS in Den Haag toen hij in de schoolrevue speelde met teksten van de tekenleraar. Het jaar daarop „bracht" hij zijn eigen liedjes. Hij ploeterde met 'n mandoline en kocht van zijn op gespaarde zakcenten een guitaar. Zijn vak was tekenen, maar in huis- en vriendenkring zong hij tot vermaak van een iegelijk zijn eigen versjes met zijn eigen muziek en in de oorlog „op de feesten, die wij ondanks alles onder mekaar hadden" hield hij hele voordrach ten, Hij maakte liedjes op de mof fen en het onderduiken, op de ver duistering en op het werken aan de IJssellinie. Van dat laatste lied kan hij zich nog twee regels her inneren. Van een jongen, die zijn vader gaat halen aan de IJssel: „Vader o vader, keer huiswaarts met mii De klok slaat al tien op de kerk." 126 in één adem Toen de bevrijding kwam, sloeg de klok al gauw negen. Natuurlijk kent u zijn gekke, eigenaardig snel in-één-adem gezongen dreunlied- jes. Zijn record zit in het lied „De Bariton", waarin hy 126 lettergre pen in-één-ademteug voortbrengt. De familie Van Tutte heeft 96 let tergrepen in-één-zucht. Die familie heeft hem een brief opgeleverd van de buren van een échte me neer Van Tutte uit Brabant, die (volgens die buren) zijn radio te gen de muur kapot heeft gegooid toen hij een der afleveringen up Zaterdagavond via zijn ontvanger tot zich nam Z(jn productie van die zeven ja ren kan hij bij benadering niet meer schatten, maar 100 maal „Buf falo Bill", 250 maal een „Negen heit de klok", 65 maal „Van Tut te", 130 maal „Pietje Pit" en dan zo het losse werktelt u maar op. Wij vroegen hem, met de stop watch in de hand, vier regels spe ciaal voor u ten afscheid te schrij ven. Hij nam een enveloppe uit zijn vak, een potlood, staarde even en schreef: „Mijn microfoon vroeg me vannacht Zeg, waarom ben je niet gebleven? Kijk in de krant, zei ik toen zacht Ik ga STIL LEVEN." Dertig seconden zei de stop watch.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 4