Pinksteren dankt zijn
P aan het Grieks
Devotie
Josef
jegens „De geliefde
V issariono witsj
Van „9 heit de klok
naar de reclame
Moet U eens
hóren!
Iedereen wil graag
goed gekleed gaan
MOEILIJKHEDEN?
Verzorgt nauwkeurig uw
ziekmelding
■m-
maar eens ims
het nog een Cinxendag
Maar koop niet te veel!
Kerkelijke
vredesconferentie in Moskou
t-'.umuin.'H'i!! Wij geven raad
IN KERK EN WERELD
Taalkwestie in het
Indiase parlement
Jan de Cler: „Ik wil weer eens op
'n terrasje kunnen zitten*'
.4
Zaterdag 31 Mei 1952
'Aanpappen met Duitsers
Met verwondering las ik de vo
rige week het ingezonden stukje
van de man in het reisbureau, die
zoveel walging gevoelde, omdat tal
rijke Nederlanders met vacantie
naar Duitsland gaan. Is het niet
dieptreurig. dat men er zeven jaar
na het einde van de oorlog nog
zulke kleinzielige ideeën op na
houdt, Het is toch volkomen be
grijpelijk, dat er veel trek is naar
een der mooiste landen van Europa,
temeer waar de reizen daarheen
dikwijls zo goedkoop zijn?
LEZER
Geen haat zaaien
De mening, die de vorige week
in deze rubriek werd uitgesproken
in het stukje „Walging of aan
pappen" deel ik niet. Waarom koopt
deze meneer geen woordenboek met
de woorden „opbouw" en „naasten
liefde" er in? Haat zaaien is uit
den boze en onder alle mensen en
onder alle rassen treft men goeden
en slechten aan.
Mevr. H.H.
Strijdig met Evangelie
Vorige week verklaarde een in
zender in deze rubriek, dat het
hem moeilijk viel om vriendelijk
te zijn tegenover vacantiegangers,
die naar Duitsland willen gaan. Een
dergelijke instelling is geheel in
strijd met het Evangelie van Chris
tus, die zelf voor zijn moordenaars
bad en zijn discipelen het gebed
leerde, waarin voorkomt: „Vergeef
ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven onze schuldenaren." Het
bewuste stukje lezend, moest ik
plotseling denken aan een jonge
man in een gevangenkamp een
zekere R. Dijkstra uit Putten die
stervend nog naar huis wilde om
zijn familie en dorpsgenoten de
boodschap over te brengen: „Haat
de Duitsers niet. Bidt voor ze,
want zij zijn ongelukkiger dan wij".
Geldt het gebod van naastenliefde
niet voor alle mensen ter wereld?
H. VAN SPRONSEN
Vermoeide chauffeurs
Met veel belangstelling las ik het
artikel over het Rijtijdenbesluit.
Dit wordt inderdaad vaak overtre
den. Hieraan wordt voor een groot
deel het aantal verkeersongevallen
geweten. Misschien echter moet de
oorzaak daarvan ook nog in iets
anders worden gezocht. In de taak
namelijk, die de chauffeur naast
zijn beroep ook nog heeft te ver
vullen. Deze taak is: het lossen van
de vracht. In Duitsland is dit wet
telijk verboden. In Nederland is het
toegestaan, behalve in Amsterdam
voor zover het vrachten steen be
treft. Chauffeurs van wagens, die
stenen vervoeren, moeten deze ge
heel zelf, zonder hulp van anderen
lossen. Het gebeurt vaak, dat deze
mensen 20.000 stenen per dag moe
ten lossen. Men kan zich voorstel
len, dat dit een vermoeiend werk
is en dat het niet verantwoord is,
dat iemand, die een dergelijk werk
heeft verricht, weer achter het
stuur plaats neemt. Zoals het met
stenen is, zo is het ook met andere
vrachten. Indien men de veiligheid
van het verkeer wil verhogen, laat
men dan ook eens het probleem
„lossen" in het oog vatten en het
goede voorbeeld van Amsterdam
navolgen.
BEROEPSVERVOERDER
Rijtijden en lonen
Ik ben 25 jaar beroepschauffeur
en heb het tot stand komen van de
Rijtijdenwet van harte toegejuicht.
Achteraf beschouwd is er in deze
wet iets vergeten: namelijk de vast
stelling van een behoorlijk loon.
want dat laat nog altijd veel te
wensen over. Als vrachtautochauf
feur verdien je 49.72 voor 51 uur.
Vier uren overwerk k 1.10 maakt
samen 54.12 voor 55 uur. Daar
gaat dan af loonbelasting, zieken
geld, ziekenfonds. Blijft over 48.-.
En daarvoor loop je het risico van
bekeuringen van 15 of 30, ge
vangenisstraf of ziekenhuis. Ik heb
zelf nog nooit in m\jn werkboekje
geknoeid. Dat het echter gebeurt,
verbaast mij niet.
BEROEPSCHAUFFEUR
Niet rechtvaardig
Met verbazing zag ik, dat het ar
tikel betreffende de aanslag op de
heer Harjono een groot deel van
de voorpagina van uw blad in be
slag nam. Aan de vele Nederlan
ders. die op de meest gruwelijke
wijze om het lezen zijn gebracht in
Indonesische gevangenschap en de
moorden, waarvan nog geregeld
blanken het slachtoffer zijn, wor
den slechts spaarzame berichtjes
gewijd. Dat lijkt mij niet rechtvaar
dig. G. F. L. DIETZEL
Drankbestrijding
Zij die het alcoholisme bestrijden
kunnen er niet mee volstaan het
alcoholgebruik tot een minimum te
rug te brengen en de slachtoffers
ervan te helpen. Dat is niet effi-
cliënt genoeg. Een probaat middel
zou zijn: te trachten gedaan te krij
gen. dat accijns en in- en uitvoer
rechten op sterke drank telkenjare
met zo'n kleine lOO^o worden ver
hoogd, zodat tenslotte een borreltje
niet meer te betalen is. De gif
bronnen zullen dan langzaam maar
zeker opdrogen en het daarin ge-
investeerde kapitaal krijgt voldoen
de gelegenheid naar ander en be
ter emplooi om te zien.
WAR
(Advertentie LM.)
Slank zijn
Is de wens von elke
moderne vrouw. Duizen
den vrouwen, die een
neiging hebben io>
zwoorll|vighefd, moken
In he» buitenlond sedert
loren gebruik von
SveltPills
«Burchard»
d* krodihg «rirtindt,
tllisrta tltnkhKdsdrogiev
Zuiver pionioordio en
volkomen onschodolijk,
ook bl| longdurig gebruik l|
llians ouk io Holland verknutbaarl
In ApolStWn «nOrogliFf'i|tn
Otpoli ALPHAA'domJoa ImiktnilraalfOO
/N de niet geringe hoeveelheid bewaarde geschrif
ten uit de beginperiode van de vaderlandse letter
kunde èn in talloze niet-lit er aire documenten komt
het woord Cinxcn voor Pinksteren veelvuldig voor.
In die tijd immers, waarin kerk en staat nog een on
deelbare eenheid vormden, stadsklerken monniken
waren en bisschoppen tevens landheren, werden in dc
religieuse sfeer van het Pinksterfeest, dat bovendien
nog de herboren natuur symboliseerde, als vanzelf
sprekend de staatszaken betrokken en sprak de oor
spronkelijke zin en inhoud van het Pinkstergebeuren
op een veel intenser en universelermanier tot de
verbeelding der mensen dan tegenwoordig het geval
kan zijn. Vorsten en „groten van het rijk" hielden op
Pinksteren hun landdagen en luidden, liefst in de
openlucht, met de vertegenwoordigers van hun volk
als het ware een nieuw jaar in.
Kerkelijke en dichterlijke regels gewaagden, afhanke
lijk van elkaar of ten nauwste op elkaar betrokken, van
de cinxendag. Nergens misschien vinden we de atmos
feer van bij voorbeeld zulke vorstelijke zittingen, in zo
weinig regels zo volmaakt weergegeven als, in geper
sifleerde vorm, aan het begin van de geschiedenis van
de vos Reinaerde:
Het was in eenen cinxendaghe
Dat beede bosth ende haghe
Met groenen loveren waren bevaen.
Nobel die coninc hadde ghedaen
Sijn hof craieren over al
(„Craieren" betekent „samenroe
pen" Red.).
Maar ook in de roman „Ferguut"
afkomstig uit die volkomen andere
geesteswereld der koning Arthur-
sagen, treft men al op de eerste
bladzijde de mededeling:
„Die coninc Artuer hadde hof ge
houden eens cinxendages
De rekeningen der steden, die de
eer hadden genoten van een hofdag
binnen of even buiten hun muren,
spraken er van, maar ook. zij het
terloops, het abele spel van „Lance-
loet van Denemarken", en de kro
niek van de borchgravinne van Ver-
gi vermeldt: „Te Cinxen zouden
houden hof die hertoge vri". Overal
kan men de dag genoemd vinden,
maar het blijft een Cinxendag en
van Pinksteren is nog geen spoor.
Waarom werd Cinxen via Pinxen
het Pinksteren, dat wij kennen?
Waarom schreef de vervaardiger
van het in proza navertelde Rei-
naertverhaal dat in 1479 als volks
boek verscheen, niet meer „Het
was in eenen cinxendaghe", maar
„Het was omtrent Pinxteren"?
IN het Oude Verbond der Joden
was voorgeschreven dat op de
vijftigste dag na Pasen aan Jahwe
dank gebracht zou worden voor de
binnengehaalde oogst, en lang voor
het Christendom zijn intrede deed.
hadden de Joden van deze dag een
bijzondere gemaakt, waarop later
ook de vestiging van de Wet op de
Sinai herdacht werd.
Eigenlijk niet anders dan bij toe
val werd deze dag in de Christelijke
kalender geinaugureerd, omdat op
de Joodse herdenkingsdag de twaalf
apostelen in Jeruzalem getuigen
waren van wat voor de Christenheid
de essentie van het Pinksterfeest is
geworden: de uitstorting van de
Heilige Geest.
Deze vijftigste dag, de pentekostè
hèmera in het Grieks, werd het
Franse Pentecóte en ons Pinksteren
en daarmee heeft de P zijn rede
lijke verklaring gekregen.
Maar tegenover het Griekse pen
tekostè voor vijftig stond het La
tijnse quinbuaginta en uit de q van
het Latijn ontwikkelde zich in dit
woord bij de Fransen de c (cinq!).
die verantwoordelijk is voor het
Middelnederlandse Cinxen.
Grillig en zonder enig systeem
schijnen de wegen der woordvor
ming en -ontwikkeling. Want ter
wijl in Frankrijk het beeld van de
taal werd geromaniseerd en vijf de
Het feest van Pinksteren is nagenoeg zo
oud als het Christendom en van het ogen
blik af dat de geschiedenis de blikken van
de fanatieke Christenkoning Clovis op de
lage landen by de zee deed vallen, hebben
onze voorvaderen deze hoogtijdag in de oude
liturgie gekend en, op passende wijze, ge
vierd. Zonder evenwel tegen elkaar te zeg
gen: „Morgen is het Pinksteren", want in te
genstelling tot de namen van de meeste an
dere kerkelijke feestdagen heeft het woord
Pinksteren behalve de minder belangrijke
spellingswijzigingen, sinds de vroege mid
deleeuwen een essentiëlere verandering on
dergaan, die daarom zo ingrijpend lijkt, om
dat zij de eerste letter betreft: ten tijde van
Clovis, van de grote keizer Karei, van de
Bourgondiërs en de vorsten van het Beierse
huis, werd uitgekeken naar een Tsinxen-
ofwel Cinxendag.
Latijnse c kreeg, bleef Pinksteren
daar zijn rechtstreeks aan het Grieks
ontleende vorm Pentecóte behou
den, die bij ons pas na veel moeite
doordrong als een posthume zege
van het oude Hellas over de barba-
rie der Romeinen.
De brave Balthazar Huydecoper
die in 1772 de 14de eeuwse rijmkro
niek van Melis Stoke, met eigen
philologische commentaren voor
zien, uitgaf, noteerde daarin bij het
woord Pinksteren het volgende be
scheiden oordeel:
„Nu schrijft men gemeenlijk niet
anders dan Pinxster. Doch alle die
woorden schynen my, by verloop
van zo veele Eeuwen, verbasterd te
zijn uit het Latijnsche Pentecoste,
't welk zuiver Grieksch is. en bete
kent den Vijftigsten, te weeten. Dag
na Paaschcn, als bekend is. Dat is
ook de betekenis van Cincksen;
maar dit schijnt gesprooten uit Cin-
quiesme, gelijk die Dag in Walsch
Vlaanderen, even als in Spanje, Cin-
quesma genoemd wordt: welke twee
woorden wederom grootelij ks ver
basterd zijn uit het Latijnsche Quin
quagesima; omtrent langs den zelf
den weg als 't Fransch Caresme ge
komen is van Quardragesima".
Inderdaad, gemeenlijk schrijven
én zeggen wij Pinksteren. Maar
compleet is de zege der Grieken
niet geweest, want heden ten dage
spreekt men in Zeeland nog van
Cinxendag en ook in Vlaanderen is
men, in het spraakgebruik, nog niet
aan de P toe; hij zal er. naar alle
waarschijnlijkheid, ook niet komen.
J. A. BLOKKER
JAZIE wil niet graag goed gekleed
gaan? Iedereen ziet er graag
goed uit, en als iedere vrouw zich
wat moeite zou getroosten, zou dat
ook heel goed mogelijk zijn. Maar
toch zijn er heel veel vrouwen, die
hun best doen er zo mooi mogelijk
uit te zien. er grote bedragen voor
besteden, en toch een minder dan
middelmatig resultaat bereiken.
„Dat komt alleen omdat zij de
Het nieuwsbulletin van de
Wereldraad van Kerken te Ge-
nève geeft thans een overzicht
van hetgeen uit verschillende
bronnen bekend is geworden
omtrent de conferentie van al
le Russische kerken en reli
gieuze gemeenschappen (dus
behalve de Christelij
ke, ook de Mohamme
daanse, Hindoese
enz.), die begin Mei
te Zagorsk bij Mos
kou werd gehouden en die zich
vredes-conferentie noemde.
In totaal namen 27 Russische ker
ken en religieuze gemeenschappen
aan deze conferentie deeL Verder
de volgende niet-Russen: de Ned.
Hervormde predikant Hugo van Da
len, een vertegenwoordiger van de
patriarch van Antiochië, prof. F.
Bareiska van de Oud-katholieke
kerk in Oostenrijk, archimandriet
Maximos van de orthodoxe kerk van
Bulgarije, ds Ervin Rok uit Oosten-
TELKENS bereiken ons klachten van mensen, die enige dagen ziekengeld
moeten missen, doordat hun ziekmelding te laat door het verzekerings
orgaan werd ontvangen. Zfj die verzekerd zijn bfj de Raad van Arbeid,
moeten zich zelf rechtstreeks bfj die Raad ziekmelden. Laten zfj dit aan
hun werkgever over en verzorgt deze de melding niet onmiddellijk, dan
zijn de gevolgen voor rekening van de werknemer, die In zo'n geval ner
gens verhaal heeft. Bü andere verzekeringsorganen kan de ziekmelding
soms wel over de werkgever lopen. Stelt U hiervan op de hoogte voordat
U ziek wordt.
A. P. deelt mede, dat hij, toen
hij door ziekte verhinderd was te
werken, een collega heeft verzocht,
dit even aan zijn werkgever mede
te delen. Na een week kreeg vra
ger een ontslagbrief thuis, waarbij
hij wegens onrechtmatig werkver
zuim op staande voet werd ontsla
gen. Bij onderzoek bleek dat de
collega de ziekmelding vergeten
had. Vraag: wat is hiertegen te
doen?
Antwoord: U bent helaas de eni
ge niet, wie zoiets is overkomen.-
De enige mogelijkheid weUe U nog
rest is, dat uw collega zo ruiter
lijk is persoonlijk aan uw werkge
ver te verklaren hoe de vork in de
steel rit. Misschien dat Uw weik-
gever op zijn besluit wil terugko
men. De kans dat U deze zaak voor
de rechter zult winnen lijkt ons
gering.
De rechter ls bij het beoordelen van
de grondigheid van eep ontslag om
dringende reden, op staande voet ge
geven. echter geheel vrij, zodat nooit
met volledige zekerheid iets over de
afloop van het proces valt te voorspel
len. Uw geval toont weer aan hoe ge
wenst het is een ziekmelding zoveel
mogelijk persoonlijk te verzorgen of in
leder geval schriftelijk te bevestigen.
Mej. W. L. Personeel werkzaam
in loondienst van een privaat per
soon voor het verrichten van huis
lijke of persoonlijke diensten in
diens huishouding, is voor de Ziek
tewet verzekerd, indien het óf in
wonend óf ten minste 5 dagen per
week in dienst van dezelfde werk
gever pleegt tc zijn.
De werkster, die bij geen enkele
mevrouw meer dan twee dagen per
week werkt, is dus niet verzekerd
krachtens de Ziektewet. Wanneer
zij een enkele keer b.v. tijdens de
schoonmaak, wèl een hele week
bij één mevrouw werkt, valt zij nog
niet onder de Ziektewet, omdat
daarvoor nodig is, dat zij vijf da
gen per week in dienst van de
zelfde werkgeefster pleegt te
zijn. Een zekere regelmaat is dus
vereist.
Mevr. G. S.-D. De verzekerings
plicht krachtens het Ziekenfondsen-
besluit loopt gelijk met de verzeke
ring krachtens de Ziektewet. Al
hetgeen hierboven werd opgemerkt
over de toepasselijkheid van de
Ziektewet op huispersoneel geldt
dus ook t.a.v. het Ziekenfondsenbe-
sluit. De Kinderbijslagwet is niet
van toepassing op het huispersoneel
in dienst van private personen. De
Invaliditeitswet echter wél. zelfs
op de werkster die maar één dag
per week bij u werkt. U moet dan
dagzegels plakken, tenzij een an
dere werkgeefster reeds voor de
hele week geplakt heeft.
K. d. B. schrijft: Bii ons op de
fabriek doet het gerucht de ronde,
dat tegelijk met de inwerkingtre
ding van de Werkloosheidwet de
loongrens voor de Ziektewet ver
hoogd zal worden tot 6000. Is dit
juist?
Antwoord: Dit is niet juist. Men
is waarschijnlijk in de war ge
bracht door de opmerking welke
minister Joekes onlangs in de Eer
ste Kamer maakte, n.l. dat hij die
minder dan 6000 doch meer dan
4925 verdient en werkloosheids
uitkering krijgt, toch onder de Ziek
tewet valt. De Ziektewet is n.l. van
toepassing op allen, die uitkering
krachtens de Werkloosheidwet ont
vangen.
ryk en ds Alf Johansen uit Dene
marken, (die zich intussen gehaast
heeft aan de Deense pers te ver
klaren. dat hij geen communist is
en dat hij. die in de geschiedenis
der Russische kerken is geïnteres
seerd, alleen maar de hem geschon
ken gelegenheid om een studiereis
te ondernemen had aangegrepen).
De voorzitter van de conferentie
was patriarch Alexis, die haar ook
Deze iveek
bijeen had geroepen. Metropoliet
Nicolaas hield de openingsrede. Tot
de Russische deelnemers rekende
men ook de aartsbisschop van de
Lutherse kerk in Estland. Jan Kil-
vit, en zijn Litause collega.
De conferentie heeft een oproep
,aan alle kerken, religieuze ge
meenschappen, geestelijken cn ge
lovigen van alle godsdienstige rich
tingen over heel de wereld" doen
uitgaan, waarin deze werden opge
wekt de vrede te verdedigen. In die
oproep staat verder te lezen, dat
de vertegenwoordigers van de in de
Sowjet-Unie bestaande godsdien
sten het hun plicht achten aan hun
overtuiging uitdrukking te geven,
dat de bronnen van de oorlog niet
in de Unie van Sowjetrepublieken
zijn gelegen. Daar immers werkt
men onvermoeid aan het scheppen
van de voorwaarden voor algemene
voorspoed en geluk. Ginds echter
zijn die bronnen te vinden: déar
waar de maatschappelijke tegen
stellingen mede door overbevolking
worden verklaard; daar waar men
de meest effectieve middelen tot
massale vernietiging der mensen tot
ontwikkeling brengt; daór waar men
de oorlog voorbereidt en tegelijker
tijd droomt van wereldbeheersing.
Aan deze oproep werd er een toe
gevoegd om steun te verlenen aan
de actie van de Wereldvredesraad
tegen de bacteriologische oorlogsvoe
ring. En vervolgens: „Wij doen ook
een vurig beroep op dc geestelijk
heid en de massa's van Moslims en
Boeddhisten in de kapitalistische,
koloniale en afhankelijke landen.
De harde ervaringen van het verle
den en de niet minder moeilijke po
sitie waarin uw volken thans ver
keren, bevestigen nog eens welk
een grote zegen een duurzame en
stabiele vrede voor hen zou bete
kenen. Vrede binnen het raam van
de Verenigde Naties zou uw volken
in staat stellen hun nationale zelf
beschikkingsrecht op vreedzame
wijze te veroveren en met spoed de
ernstige gevolgen van het koloniale
beleid der imperialistische machten
te boven te komen."
Ook de Joden over de gehele we
reld werden opgeroepen voor de
vrede te strijden. De oproep eindig
de op dichterlijke wijze aldus: „Dan
zullen de onweerswolken, die nu de
hemel bedekken, zich boven de aar
de openen, maar zij zullen geen
brandend teer noch een heilloze
hagel van atoombommen noch my
riaden ziekte-brengende insecten
omlaag doen regenen, maar wel de
frisse dauw van goede wil, die het
zaad des vredes, dat wij in de har
ten der volken plantten, tot voedsel
strekken zal. Leve de wereldvrede!"
De conferentie zond Stalin een
boodschap: „Met geweldig geestdrif
tige eenstemmigheid schrijven wij,
vertegenwoordigers van verschillen
de geloven, u, geliefde Josef Vissa-
rionowitsj deze brief, waarin wij
met onze groet uitdrukking geven
aan onze devotie te uwen opzichte
en aan onze wensen, dat u een lang.
lang leven zal zijn beschoren, tot
heil van het geluk van ons volk
cn van geheel de vredelievende en
vooruitstrevende mensheid
Waarom zou ook deze godsdien
stige bijeenkomst niet, op deze wijze
met een gebed eindigen?
Gebrek aan predikanten
Zweden krijgt gebrek aan predikanten:
het aantal theologische studenten wordt
steeds kleiner. Studeerden er in 1927
aan de universiteit te Lund 153 theolo
gen, thans slechts 37. In Uppsala de
andere Zweedse universiteitsstad
daalde het aantal theologische studenten
van 132 lrr 1927 tot 34 thans. Er ls sprake
van. dat de Zweedse Lutherse kerk pre
dikanten uit Noorwegen gaat „impor
teren".
Niet te veel eenheid
In zijn jongste preken
waarschuwde de Anglicaan
se aartsbisschop van Can-
tenbury tegen t e veel
eenheid op kerkelijk ge-
bied. Zeker, hij was er
dankbaar voor, dat ln de laatste eeuw
allerlei tot nu toe gescheiden kerken
naar elkaar toe waren gegroeid, maar:
.Als de kerken morgen een grote or
ganische eenheid zouden gaan vormen,
zou daarvan slechts één gevolg zeker
zijn - dat zij aldus wel eens een bepaalde
waarheidskant van Christus en diens
kerk konden verraden. terwijl zo'n
waarheid zolang wij gescheiden blijven,
allicht ergens zou mogen en kunnen
voortleven en vrucht dragen."
Voor beter salaris
De Anglicaanse kerk in Wales heeft
een oproep tot de gemeenten gericht om
anderhalf millioen pond sterling bijeen
te brongen ten behoeve van de verbete
ring der predikantensalarissen. Het ge
middelde salaris bedraagt 1000 pond olus
vrij wonen. De kerk in Wales is sinds
1920 geen staatskerk meer: het kerke
lijke leven werd opmerkelijk krachtiger
nadat de banden met de staat geslaakt
waren. De oproep tot verbetering der
predikaptensalarissen bleek o.a nodig,
omdat de kerk sinds de nationalisatie
der Engelse spoorwegen, waarvan zij
aandeclhoudster was. per laar een inko
men van 40.000 pond derft.
LONDEN In het Indiase par
lement heeft zich enige beweging
voorgedaan naar aanleiding van
het feit dat de minister van Spoor
wegen. dc pas benoemde Lai Baha-
doer Sjastri, bij de beantwoording
van het debat over de spoorweg
begroting in het Hindi sprak met
achteraf een samenvatting in het
Engels. Verscheidene leden van de
oppositie drongen er bij de minis
ter op aan dat hij het Engels zou
gebruiken, doch de voorzitter wees
er op. dat volgens de grondwet het
Hindi de officiële taal in India is.
Een aantal afgevaardigden verliet
de zaal toen de minister zijn toe
spraak in het Hindi begon. „Waar
om zouden we blijven als we toch
niets kunnen verstaan,'' zei een
dergenen, die zich verwijderden.
methode niet kennen," zei mijn
vriendin Paulette, die secretaresse is
op een groot Parijs kantoor. „Komt
il maar eens naar mijn garderobe
kijken."
Zij woont in een modern flatge
bouw en heeft een kamertje met
een ingebouwde keuken, en een bad
kamer, waarin je je nauwelijks kon
keren. Er stond een kleine kast, en
daarin hingen zeven hangertjes met
kleren. „Dat is alles," zei ze, „daar
kom ik mijn zomer glansrijk mee
door. Er hingen een mantel, een
kort jasje, een avondjurk, een blouse
en een zomerjurk. Twee hangertjes
waren leeg. „Wat daarop hoort,
draag ik," zei Paulette. Dat was een
zwart-wit gestreepte tailleur van
fijne wollen stof, gemaakt naar een
model van Hermès, die er de naam
„Passe-Partout" aan gaf. Passe-Par-
tout, dat betekent dat je er even
goed mee naar je werk, als naar een
theater of concert kunt gaan. Het
pak is geschikt voor Zondag en
voor door de week, voor zonnig
weer en grijze luchten. Een heerlijk
gemakkelijk pakje, dat nauw om. de
taille sluit, en waarbij een eenvou-
Advertentie (I. M.)
di ge overhemdblouse of een ge
kleder exemplaar kan worden ge
dragen. Met zwarte, witte of hel
gekleurde handschoenen, een zwarte
baret of een wit strooien hoedje.
Alles liet Paulette mij zien. Tel
kens verdween zij even in haar mi
nuscule badkamer en kwam er dan
weer helemaal anders uit. „Het is
goede stof. die nooit kreukt," zei zij
nog. Maar dat moet wel als je maar
zo weinig kledingstukken bezit. Het
volgend seizoen is het op. dan draag
ik het niet meer. En zo blijf ik al
tijd in de mode."
Toen haalde zij haar zomerjapon
uit de kast. Hij Was van crème
shantung, met een donkere ceintuur
gemaakt van stro. Een eenvoudig
model, gemaakt naar een creatie
van Valentine Bourgade. Een zak
doek van steenrode voile vormde
de garnering. Paulette zette er een
gekleed hoedje bij op en trok. haar
zwarte handschoenen aan.
Naar kantoor draag ik dit na
tuurlijk niet," zei zij.
„Zelfs niet als het heel heet is?"
„Nee," ivas haar antwoord, „een
mantelpak is correcter. Als het
warm is draag ik geen blouse maar
alleen een vestje."
„En verveelt het nooit, zo weinig
kleren? Altijd hetzelfde aan te moe
ten trekken?"
„Integendeel! Je gaat er van hou
den. En dan leef je in het Vooruit
zicht op iets anders. Ik ben nu al
nieuwsgierig naar de nieuwe win
tercollecties, die in Augustus ver
toond zullen worden."
Er was helaas geen tijd meer om
mij de rest te laten zien. Onderweg
naar huis dacht ik: Wat knap is
zo'n Paulette. En ik zag m\jn vrien
din Erica voor me in Amsterdam,
die haar kast boordevol heeft han
gen en toch nooit iets heeft om
aan te trekken, als ze plotseling
uit moet. Te veel keuze, en te vlug
gekocht of te onachtzaam laten ma
ken. Hier zat een knoop niet op zijn
plaats en daar lung de rok wat
scheef. „Al het geld dat het heeft
gekost," zuchtte ze dan.
Paulette heeft misschien de helft
of nog minder uitgegeven. En daar
om vertelden wij u van ons bezoek
aan haar. MONIQUE.
(Van een onzer verslaggeefsters)
„Ik woerd weer lekker anoniem Als iedereen je op straat aan
staart, dat is het ergste wat er is. U bent toch Jan dc Clerzie je wel
ik zei het al, hij is het en dan alle mensen om je heen naar je
kijken verschrikkelijk."
De (geestelijke) vader van de familie Van Tutte, freule Rad van Tonge,
haar tuinmansknecht Pepijn, Pietje Pit (de jongen waar zo'n pit in zit) en
tal van geliefde hoofdpersonen uit de liedjes, die hij schreef en zong voor
de K.R.O., rilt zachtjes na als hij aan de tastbare populariteit denkt, die
hij daardoor kreeg. Dat is overigens bepaald niet de reden waarom hij. na
ongeveer zeven jaar radio en tekstschrijven, er per 1 Juni mee uitscheidt
(31 Mei hoort u hem voor het laatst in „Negen heit de klok"). Hij gaat
terug naar zijn eigenlijke oude beroep, dat van schilder en reclametekenaar.
„Ik ga weer lekker tekenen en 'es tijd hebben om op een ten-asje te zit
ten zegt hij genietend.
Dag microfoon!
...weef lekker anoniem...
De Cler is dus een man met twee
aanzienlijke talenten, beeldend en
uitbeeldend. Dat uitbeeldende
bleek al op de HBS in Den Haag
toen hij in de schoolrevue speelde
met teksten van de tekenleraar.
Het jaar daarop „bracht" hij zijn
eigen liedjes. Hij ploeterde met 'n
mandoline en kocht van zijn op
gespaarde zakcenten een guitaar.
Zijn vak was tekenen, maar in
huis- en vriendenkring zong hij tot
vermaak van een iegelijk zijn
eigen versjes met zijn eigen muziek
en in de oorlog „op de feesten, die
wij ondanks alles onder mekaar
hadden" hield hij hele voordrach
ten, Hij maakte liedjes op de mof
fen en het onderduiken, op de ver
duistering en op het werken aan
de IJssellinie. Van dat laatste lied
kan hij zich nog twee regels her
inneren. Van een jongen, die zijn
vader gaat halen aan de IJssel:
„Vader o vader, keer huiswaarts
met mii
De klok slaat al tien op de kerk."
126 in één adem
Toen de bevrijding kwam, sloeg
de klok al gauw negen. Natuurlijk
kent u zijn gekke, eigenaardig snel
in-één-adem gezongen dreunlied-
jes.
Zijn record zit in het lied „De
Bariton", waarin hy 126 lettergre
pen in-één-ademteug voortbrengt.
De familie Van Tutte heeft 96 let
tergrepen in-één-zucht. Die familie
heeft hem een brief opgeleverd
van de buren van een échte me
neer Van Tutte uit Brabant, die
(volgens die buren) zijn radio te
gen de muur kapot heeft gegooid
toen hij een der afleveringen up
Zaterdagavond via zijn ontvanger
tot zich nam
Z(jn productie van die zeven ja
ren kan hij bij benadering niet
meer schatten, maar 100 maal „Buf
falo Bill", 250 maal een „Negen
heit de klok", 65 maal „Van Tut
te", 130 maal „Pietje Pit" en dan
zo het losse werktelt u maar
op.
Wij vroegen hem, met de stop
watch in de hand, vier regels spe
ciaal voor u ten afscheid te schrij
ven. Hij nam een enveloppe uit
zijn vak, een potlood, staarde even
en schreef:
„Mijn microfoon vroeg me
vannacht
Zeg, waarom ben je niet
gebleven?
Kijk in de krant, zei ik toen
zacht
Ik ga STIL LEVEN."
Dertig seconden zei de stop
watch.