VOORAL VOOR DE VROUW
ZWIERIGE DAMES IN VONDTOILET,
IN DE VERTE KLINKT BALMUZIEK
Een 18e eeuws Engelsman
studeert in Utrecht
„Waarom geen gondels
in de grachten
Feestelijk visioen in Tweede Kamer zaal
De pit van uw aansteker
mag niet te lang zijn
Oude kranten zijn vrijwel
niets meer waard
Zeer interressaiit
boekwerk
Armando Gentile op zoek naar
klompen en stamboekvee
.Vrijdag 13 Juni 1952
HOEWEL we straks allemaal
onze stem gaan uitbren
gen op nummer zoveel van lijst
zoveel, hebben de meesten van
ons die geëerde afgevaardigden
nimmer écht zien zitten in die
Tweede Kamer. Want maar
betrekkelijk weinig mensen
wonen zittingen van een der
Kamers der Staten Generaal
bij
Toch houden èn Eerste èn Twee
de Kamer rekening met U. Als er
zitting is, wacht de publieke tri
bune op U. Nemen we aan, dat U
op een winteravond besluit de be
handeling van de begroting voor
Buitenlandse Zaken te willen vol
gen. U gaat door de poort van het
Haagse Binnenhof cn buigt rechts
af, dat is het gebouw van de Twee
de Kamer. Eigenlijk moet U de in
gang naar de publieke tribune heb
ben. langs de kamers voor jour
nalisten en de garderobe.
Maar laten wij een ogenblik doen
alsof U de schaduw van een afge
vaardigde was en dus de hoofdin
gang ingaan.
In de vestibule branden zes staan
de luchters, die het marmer op de
vloer een witte glans geven. Aan
de zijkanten weerkaatsen spiegels
rood-fluwelen banken. Uw Kamer
lid loopt langs de portiersloge en
kijkt of in een der honderd vakjes
aan de wand, waarop zijn naam
staat, post ligt. Dan gaat hij door
de glazen deur langs dc wit mar
meren trappen met de vergulde
leuningen over de dikke rode lo
pers naar de koffiekamer om de
presentielijst te tekenen.
Enorm schilderij
KTAAST de koffiekamer liggen nog
twee conversatiezalen, waar de
leden kunnen roken en van gedach
ten wisselen. In de grote foyer be
slaat een enorm schilderij van Van
der Hem, voorstellende het minis
terie Cort van der Linden, de wand
tegenover de ramen, die uitzien op
het Binnenhof. Tussen de ramen
bustes van grote Nederlandse par
lementariërs als Tróelstra, Nolens,
Schaepman.
De kleine foyer is bijzonder le
lijk. Van een smakeloosheid, die ons
doet vermoeden dat de leden bij
voorkeur in de grote foyer of in
dc koffiekamer hun gèsprekken af
doen. Hier is de restauratie, die
elders in het gebouw zoveel goed
werk heeft gedaan, nog niet door
gedrongen. Wat een verschil met
de lichte, eenvoudige fractiekamers.
In vele dezer kamers hangen schil
derijen en staan oude kasten.
Wij willen U nog even vertellen,
dat op de tweede étage het eigen
postkantoor van de Tweede Kamer
is, waar de poststukken der leden
van een eigen stempel worden voor
zien'. En daar vlak bij 'de geheel
gerestaureerde, prachtige biblio
theek. met dc lichte "eiken betim
mering cn de rustig moderne sfeer,
die bijzonder plezierig aandoet.
Wit, goud en groen
NU gaan we naar de publieke
tribune, van waaruit U bovenop
de vergaderzaal kijkL
Terwijl een der "afgevaardigden
het spreekgestoelte naast de
voorzitterstafel heeft beklommen
en „Mijnheer de voorzitter" zegt,
kijkt U rond. En U bent heel éan-
genaam verrast. Hier is het niet
..mannerig", rokerig en „vergader-
zalerig". Hier is hetzwierig,
feestelijk, net als in de glinsterende
hal. De zaal is wit, goud en groen.
De afgevaardigden zitten twee aan
twee aan met groen laken beklede
tafels, waarop tinnen inktpotten
staan.
Tussen de nissen en de ramen
branden luchters. Alleen op deze
avond, bij de behandeling van de
begroting voor „Buitenlandse Za
ken", zo wil het de traditie. Van
het gewelfde plafond schijnt elcc-
trisch licht door twaalf „patrijs
poorten". Boven de nissen met gor
dijnen zijn de diplomatenloges. Als
U daar naar kijkt en U ziet het
wit en goud, de luchters en het
licht, dan komt er iets feestelijks,
iets heel weinig Tweede Kamer
achtigs over U. U krijgt een vi
sioen van zwierige dames in avond
toilet en heel in de verte door
de stem van dc geachte afgevaar
digde heen klinkt balmuziek.
Die gevoelens zijn niet zo gek. Dit
was de balzaal van Willem V.
Fopbelletje
MAAR goed, de voorzitter zit nu
voor de wand der loges en re
gelt de vergadering. Hij zit recht te
genover de ministertafel en zijn ou-
reau is, evenals het spreekgestoelte
en de mirustersafdeling, voorzien
van een microfoon. Wij leven in
1952! Zijn telefoon heeft een licht
je, geen bel dit is minder storend
en aan zijn linker hand is een
schelknop. Die dient om vóór de
stemmingen alle aanwezige leden
naar de zaal te halen; de bel klinkt
door koffiekamer, fractiekamers en
gangen om hen te waarschuwen.
Soms worden er grapjes gemaakt
in de Tweede Kamer. Mr. Duys,
vroeger socialistisch afgevaardigde
had er een handje van naast de
voorzitter te gaan staan, een ver
trouwelijk gesprekje aan te knopen
en ondertussen met zijn elleboog op
die bel te leunenAlle Kamer
leden kwamen dan voor niets aan
snellen. Vandaar, dat er nü een
koperen boogdekseltje over die bel
zit
De ministers hebben hun eigen
fraaie vergaderkamer, zij hebben ook
een eigen „opgang" op het Binnen
hof. In de gewelven zijn de vertrek
ken der stenografen, die in de zaal
in het middenvak tussen ministers
en voorzitter het gesprokene opne
men en na vijf minuten elkaar aflos
sen.
Toen een dertig jaar geleden de
eerste vrouw haar intrede in de
Tweede Kamer deed dat was Suze
Groene weg (SDAP) werden er
enkele verbouwingen noodzakelijk.
Er was nl. geen dames-toilet; men
Franse manlijke Amy
Groskamp ten Have
geeft goede raad
„Ik heb dit boek over goede ma
nieren geschreven", aldus monsieur
André de Fouquières, de Franse
Amy Groskamp ten Have, „om mijn
protest te uiten tegen die bontge-
ruite overhemden en de lange ha
ren, afgrijslijk voortvloeisel van het
existentialisme. Het is volgens mij
de meest doeltreffende ontkenning
van hoe men behoort te leven."
Nu. monsieur André de Fouquiè
res kan het weten. Want hij was in
1931 Chef van het Protocol van
Maarschalk Lyauty. Zijn boek is ge
titeld „La Courtoisie Moderne" (He
dendaagse Hoffelijkheid).
Fouquières zegt: „Ik rangschik het
mensdom in twee categorieën: de
goed-opgevoeden en do slecht op-
gevoeden. Als een artist met slechte
manieren e-en kunstwerk maakt, zal
ik dit zeer zeker kunnen bewon
deren, maar voor niets ter wereld
zou ik kennis met hem willen ma
ken."
Intussen heeft de schrijver in zijn
boekje met alles rekening gehou
den. Wist U bijvoorbeeld, dat een
aansteker geen te lange pit of
hoe zo'n ding ook dan al mag he
ten behoort te hebben? Anders
kan het de oogharen van uw buur
man verbranden (als U hem ten
minste vuur geeft). En een gebak
ken ei moet niet op een bord, maar
op een speciaal daarvoor gefabri
ceerd schoteltje worden geser
veerd. Aan welke kant je een ge
kookt ei moet openmaken, heeft hij
vergeten erbij te vertellen.
Beleefdheid is nodig als brood.
Zij moet uit het hart komen. Hof
felijkheid is een over-belccfdheid,
de spiegel aer gevoelens. Zij is ge
lijk een welriekende bloem!
Overigens heeft De Fouquières
veel humor, en is zijn werkje go-
soekt met anecdotes. Hij ontraadt
ziin lezèrs het voorbeeld van Tal
leyrand die tijdens een diner aan
het Engelse hof zijn vingerkom
metje aan zijn lippen zette, een
slok nam, zijn mond gorgelde, en
het water daarna weer terug liet
komen in dat kommetje, zonder ook
maar één druppel te morsen. Zijn
tafeldame meende, dat zij hem met
deze handigheid moest feliciteren,
maar hij antwoordde: „Het was ge
weldig vies van mij.
Dat manieren overigens ook maar
aangeleerde normen zijn bewees wel
Koningin Alexandra, die door steen
puisten gepijnigd haar ellebogen
moest opheffen tot de hoogte van
haar schouder, wilde zij iemand de
hand drukken. Het hele hof imi
teerde haar. Toen zij genezen was.
gaf zij normale „shake-hands", maar
het duurde lang voor haar hofhou
ding deze gewoonte weer overnam.
Want over de steenpuisten was
waarschijnlijk niet anders gerept
dan door Alexandra en haar huis
arts!
Dit boekje brengt honderd en één
dingen, vele ervan zijn belachelijk,
andere aanvaardbaar. Maar die aan
vaardbaar zijn kennen we allemaal
reeds, al passen we ze dan ook niet
altijd toe. En daarom zijn de raad
gevingen van André de Fouquières
evenals die van Amy Groskamp ten
Have, slechts geschikt voor men
sendie meer willen schijnen
dan ze zijn. MONIQUE
bouwde in een gangkast een derge
lijk apparaat, waarnaar een smal
gangetje leidde, dat al spoedig
het „Groenewegje" werd genoemd.
Pottenkijker
DE Eerste Kamer ligt aan de
overzijde van het Binnenhof.
Het is dc Oude Zaal der Staten van
Holland in de zeventiende eeuw.
Groen en goud is de Eerste Kamer
met een beroemd plafond, beschil
derd door twee leerlingen van Ru
bens. Andries de Haen en Nicolaas
Wielingh, die daaraan vijf jaren, op
hun rug liggend, hebben gewerkt.
Vijftien vakken heeft dat plafond,
elk vak stelt een land voor. In het
midden een cirkel met Engeland:
een jonge man, die over de rand
naar de Staten van Holland kijkt
om te zien wat ze uitvoeren. U ziet.
er is altijd wel een grote mogend
heid geweest die zich met onze za
ken wilde bemoeienU kunt er
ook de vrede zien afgebeeld. Er
heeft destijds een eerzame Haagse
Joffer voor geposeerd, die er 1000
mee verdiende.
Langs de muren de portretten van
alle Raadpensionarissen, achter de
voorzitterszetel dat van stadhouder
Willem II.
Dc Eerste Kamer is altijd wat be
zadigder geweest dan de Tweede,
maar ook hier deden vrouwelijke
leden haar intrede. De oud-voor
zitter, baron Van Voorst tot Voorst,
had moeite daaraan te wennen. Hij
sprak de vergadering immer aan
met „Mijne heren". Toen hij 80
werd en van de leden een bloem
stuk kreeg, bedankte hij „de He
ren Kamerleden", hoewel mevrouw
Carry PothuisSmit reeds deel uit
maakte van de Eerste Kamer.
Geeft ze maar mee
aan de opkopers
(Van een onzer verslaggeefsters)
Onder de huisvrouwen heerst een
lichte wrevel over de merkwaardige
capriolen, die de oud-papierinzame
ling maakt. Werden zij vorig jaar
zelfs door de overheid opgewekt
geen stukje karton en geen krantje
weg te gooien, omdat het zoveel
waard was: inden zij toen soms
wel 25 cent per kilo van de ophaal
diensten, nü staan de zaken heel
anders. De huisvrouw bewaart nog
trouw haar papier maar zij zal
hebben gemerkt, dat öf haar voor
raadje niet eens meer wordt opge
haald, óf als dat wel het geval is,
zij er niets meer voor krijgt.
Een verontwaardige abonnée
schrijft ons, dat ze er niets van
snapt. ïn de winkels is het papier
niet goedkoper, integendeel, en zij
zit met haar oude papier en, roept
zij: „Wat moet ik daar nu mee?"
Aangezien ze zeker niet de enige
is die over dit probleem piekert,
geven wij hier het antwoord, dan
hebben anderen er ook wat aan.
Wat wij ondervinden is de terug
slag van een grote crisis in de
papierindustrie. Die is o.m. toe te
schrijven aan het feit. dat er na
de oorlog enorm is geproduceerd
en dat er na Korealaten we
het nu maar eerlijk zeggen, door
de handel gehamsterd is in ver
pakkingsmateriaal. En juist oud
papier wordt weer verwerkt tot
verpakkingsmateriaal. Gevolg: de
papierfabrieken zitten propvol oud-
papiervoorraad, en hun afnemers
propvol met verpakkingsmateriaal.
Gevolg: geen orders, geen nieuwe
productie, en geen behoefte
meer aan Uw oude kranten. Juist
door die nationale inzameling is de
situatie verscherpt. Toen U werd
aangespoord tot bewaren was daar
alle reden toe. Toen U een tijdje
lang had ingezameld, zakte de be
hoefte: men zat zonder productie
èn afname. Uw geweldige papier
verzameling maakte de waarde van
het papier nog minder. Ook onze
export van oud-papier is in het
gedrang gekomen. Engeland en
Frankrijk hebben hun grenzen ge
sloten, West-Duitsland is zelf met
papicrmzamelen begonnen, met
veel succes.
Wat moet intussen de huisvrouw
met haar papier? Wel, zij moet het
maar meegeven aan de opkopers,
cn niet verwachten dat zij er iets
voor krijgt. En begrip hebben voor
deze mensen, die nog moeite heb
ben een afnemer te vinden. En blij
zijn, dat wij nog niet zo ver zijn
als in Amerika, waar men per
week 1000 \on oud-papier ver
brandt en moet betalen om het
te laten weghalen.
Max Strübi ging aan
het uitvinden
}rNcc," zei Max Striibi, een 37-
jarige huisvader in Zurich, dal
gezwoeg van mijn vrouw kan ik
niet langer aanzien." En toen ging
hij aan het uitvinden.
En hij vond inderdaad van alles
uit om het zijn vrouw iets makke
lijk te maken. Hij bracht de snij-
o-mat aan de markt. Een brede
acht-tandige vork. Van boven glad
en van onderen gekarteld. Voor de
tomaten. Toen de schil-o-mat, een
ronde bak die U gewoon in de
gootsteen kunt zetten en die door
enkele draaibewegingen. welke U
met de daar aangebrachte handle
maakt, Uw aardappelen, wortelen
en uien schoonmaakt.
Daarna bedacht "hij een soort
hand-vlees-snij-machientje. Hij vond
dit zo uit, dat de vrouwen met een
enkel apparaatje daar alles èn al
les mee kunnen snijden. Zo als:
brood, worst, komkommer, kool, en
fin noemt U maar op.
En tot slot (zo ver) maakte hij
het handigste van wat wij zagen:
de wash-o-mat. Het is een goedko
pe wasmachine, die zonder enige
electrische aandrijving werkt. Het
is een trommel met gaatjes, die in
een ronde wasketel is aangebracht.
Het wasgoed gaat in de trommel en
als U tien minuten aan de slinger,
die weer aan de trommel vast zit,
draait dan is Uw wasgoed schoon,
door de voortdurende beweging.
Ais U geen zin in wassen nebt
of geen vuile was, dan hoeft U de
wash-o-mat met zo maar te laten
staan Want, als een echte man,
bedacht Max Strübi, dat U daar
best Uw spinazie of sla in kunt
wassen. En heeft U ook daar geen
behoefte aan, dan neemt U dc
trommel uit de wasketel en dan
vindt U in de gewone wasketel een
inrichting die het mogelijk maakt
dat U alle weck-flessen, die U in
huis heeft, kunt steriliseren. Zit U
te popelen om te beginnen? Wij
stellen U gerust en vertellen U dat
deze Zwitserse uitvinding in Ne
derland te koop is.
Op Zaterdagavond 13 Augustus
1763 arriveerde in Utrecht per trek
schuit van Leiden (een tocht van 9
uur!) een Schotse jongeman James
Boswcll 23 jaar. zoon van Alexan
der BosWcll, rechter in Schotland
die de naam kon voeren van Lord
Auchinlcck. Dc jonge man kreeg
een kamer op een der étages in
Kasteel van Antwerpen, was heel
alleen, vond Utrecht „a most
dismal place" (ccn naargeestige
stad) en vertrok na ccn aanval
van zwaarmoedigheid dc volgende
dag reeds spoorslags naar Rotter
dam, waar hy enkele weken gast
vrijheid genoot bij een landgenoot,
die in de handel werkte.
Dit vreemde gedrag van een jon
ge man. die in Utrecht zijn studie
zou gaan voortzetten, wordt enigs
zins verklaarbaar, wanneer men
weet, dat hij uit Londen kwam.
toen al een wereldstad, waar hij
enige jaren vrolijk had geleefd,
genietend van het onbezorgde ver
keer met intelligente vrienden, die
hem zeer toegenegen waren. o.a.
W. J. Templc, Erskinc, George
Dempster en John Johnston, de een
meer. de ander minder geniaal,
maar allen gefortuneerd en levens
lustig. om niet te zeggen lichtzin
nig. Boswell zelf was al op 19 ja
rige leeftijd vader geworden van
een natuurlijk kind. een jongen aan
wiens opvoeding hij grote aandacht
liet besteden en van wiens vroeg
tijdige dood hij heel veel heeft ge
weten.
Zijn vader, die zelf ook in Hol
land, met name in Leiden, had ge
studeerd vond het wenselijk, dat
zoonlief eveneens zijn studies in
Holland ging voltooien. Het feit.
dat James dan onder de invloed
van zijn vrienden uit was en niet
meer te maken had met de ver
leidingen van een wereldstad, zal
tot dit besluit wel ccn belangrijke
stoot hebben gegeven. Bovendien
was het Schotse recht, in dit op
zicht sterk afwijkend van het En
gelse. veel directer gebaseerd op
het Romeinse Recht cn juist de
Hollandse juristen stonden te bock
als grootmeesters in het Rom.
Recht.
Op 5 September keerde Boswell.
genezen van zijn abnormale bui van
zwaarmoedigheid; naar Utrecht te
rug. De goede raadgevingen van zijn
vrienden, zijn godsdienstig besef
en niet in het minst ook de lec
tuur van -de Rambler, een tijd
schrift met sterk moralistische in
slag, geredigeerd door Samuel John
son. hebben daartoe in niet gerin
ge mate bijgedragen. Hij overwon
zelfs zijn afkeer voor de „dread
ful bell" het klokkenspel van de
Domtoren, dat hem ontzettend had
geïrriteerd. Reeds in Londen had
Boswell kennis gemaakt met Sa
muel Johnson, die toen al be
roemd was vanwege zyn Engelse
„dictionnary" en hij had zelfs de
eer genoten, dat Johnson, aan wie
hij zoals men weet. zijn gehele ver
dere leven innig verknocht zal
blijven, hem naar Harwich had ge
bracht, waar de boot naar Holland
afvoer.
IJzeren wil
Van nu af heeft Boswcll. of
schoon hij nog wel door buien van
zwaarmoedigheid werd geplaagd,
met ijzeren wil zijn plan volvoerd,
dat reeds in Londen was gerijpt,
om een maatschappelijk nuttig mens
te worden, trouw aan zijn roeping
en zijn plicht. Met dc typische
eigenschappen van een philister,
die naast zijn genie ook in hem
schuilen, deelt hij zijn dagen nauw
keurig en stelselmatig in, vol
brengt, wat hij zich voorneemt cn
wordt als enige Engelse student
aan de Utrechtse universiteit van
die dagen al betrekkelijk gauw een
geziene figuur. Hij is vriend des
huizes van de Engelse reverend en
voelt zich gaandeweg behaaglijk
worden in de stad, die hij eerst
verfoeide. Vooral leeft hij op, als
in de wintermaanden dc vertegen
woordigers van de society hun zo
merverblijven verlaten cn zich
weer in hun stadswoningen vesti
gen. Zyn gevoel van eigenwaarde
is stevig gekoppeld aan een grote
behoefte aan conversatie met in
tellectuelen en mensen van goeden
huize. Hij vertelt van twee kaart
avonden in de week cn van kleine
gezellige partijtjes bijna elke avond
Overigens volgt hij een vrij
strenge leefwijze, staat zeer vroeg
op, wat hem soms uitermate veel
kost cn deelt zijn dagen van uur
tot uur in. Voordat hij zich kleedt,
schrijft hij elke ochtend een memo
randum waarbij hij zich zelf aan
spreekt in de tweede persoon. Elke
dag werkt hij aan een dagboek,
dat helaas verloren is gegaan en
verplicht zich 'een vers te schrijven
van 10 regels en een uur te beste
den aan een Frans opstel om de
taal machtig te worden.
De Keizerhof
Hij heeft zich in een logement,
de Keizerhof. gevestigd op het
Domplein met een achteruitgang
naar de Vismarkt, en heeft zich
een Franse huisknecht aangeschaft,
die hem trouw dient. Het is te be
grijpen. dat hij aanvankelijk over
de stad waaraan hij in den begin
ne zo'n fameuze hekel heeft, wei
nig in zijn dagelijks memorandum
heeft te vertellen. Eerst langzamer
hand komen de opmerkingen hier
over los. o.a. dat hij over de
paardenmarkt gewandeld heeft, die
een der grootste is ter wereld.
Vaak strekt hij zijn wandelingen
uit tot de ook door hem bewon
derde Maliebaan (Mali), waar het
Maliespel op het middengedeelte
beoefend wordt. Hij schijnt zich
ook met het biljartspel te hebben
geoccupeerd, ofschoon hij verder
weinig in cafés vertoeft. Elke
Zondag gaat hij. zonder uitgespro
ken gelovig te zijn, eenmaal naar
de Pieterskerk waar in die tyd al
de Franse diensten worden gehou
den. vervolgens naar de Engelse
dito, in die periode gevestigd in
de Kerk van St. Marie, het mooie
Romaanse gebouw, dat helaas in
1840 is afgebroken (de plaats, waar
thans het gebouw voor K. en W.
staat).
Als hij bericht krijgt, dat zijn
zoontje is overleden, zoekt hij
troost in de Jczuitenkerk (verdere
aanduiding ontbreekt), wat voor
hem niet zo helemaal onbegrijpe
lijk is, daar hy al in Londen nei
ging vertoonde zich in de R K.
Kerk te laten dopen. Perioden van
bepaalde vroomheid wisselen af
met tijden van twijfel en al voelt
hij zich een goed Christen hij
steekt Z'jn afkeer van de predesti
natieleer der Calvinisten niet on
der stoelen of banken.
Belle van Zuylen
Als hij in Februari 1764 over de
stad Utrecht schrijft zegt hij o.m.:
„De stad Utrecht is een tamelijk
grote stad, niet zeer uitgestrekt,
maar lang. Zij is omgeven door
bolwerken en ik geloof, dat deze
versterkingen dateren van het
Spaanse bewind. Het is een hele
goede plaats om in te studeren. Er
zijn verschillende uitnemende
„Hooglcermeestcren". Ik weet wel
dat zij hier meestal ..professor"
worden genoemd, maar dat is een
woord ontlenen aan de Franse taal,
wat ik nooit doen zal." Hij be
roemt er zich op Hollands bloed in
de aderen te hebben en keurt het
af dat de Hollanders zoveel Fran
se woorden door hun taal mengen.
Het spreekt wel haast vanzelf dat
Boswell. ofschoon hij niet zeer
amoureus is aangelegd, zijn hart
verliest aan een der „Stichtse Scho
nen". In het algemeen hebben dc
Hollandse vrouwen, die hij in ccn
van zijn verzen „shapeless, pale and
fat" noemt (vormloos, bleek en
dik) hem niet bepaald aangetrok
ken, cn hij beijvert zich dan ook
als hij tegenover Belle van Zuylen
van zijn stuk raakt, te schrijven,
dat zij niets Hollands heeft, behal
ve haar naam. Zyn bewondering
gaat waarschijnlijk meer uit naar
haar geest, dan naar haar hart,
zodat wannaar hij een jonge we
duwe ontmoet, die èn geestig èn
charmant is, Mevr. Geelvinck hij
noemt haar „la belle Veuve"
zijn „Zélide" op de achtergrond
raakt Met Mevr. Geelvinck heeft
hy openhartig over zijn liefde ge
sproken, daar deze echter voor een
tweede liefdesavontuur terugschrikt,
is dit niets geworden. Zijn gevoe
lens plaatsten zich opnieuw op Bel
le van Zuylen, met wie Boswell na
zijn vertrek uit Utrecht in vrij uit
voerige correspondentie is getre
den.
Deze briefwisseling, welke op bei
der persoonlijkheid een helder licht
werpt is ook in dit boek opgeno
men. dat verder, zoals men begrij
pen zal. is samengesteld uit de
memoranda cn de talrijke brieven,
die hij van zijn vrienden en vader
ontvangt. De correspondentie tussen
hem cn haar is uiteraard een der
aantrekkelijkste delen. Het feit. dat
zij beide zulke sterke persoonlijk
heden waren is misschien wel de
diepste oorzaak van hun verwijde
ring. Na enkele jaren is de brief
wisseling hervat, maar ook dan
zonder tot een positief resultaat te
leiden.
Ofschoon do Utrechtse lezer zijn
nieuwsgierigheid niet geheel be
vredigd ziet, zal juist hij zich tot
dit bock, waaruit een bepaalde
tyd en een zeer bijzondere per
soonlijkheid opryzen, zich extra
voelen aangetrokken.
UIT HET GASTENBOEK
(Van een onzer verslaggevers)
Per toeval Hepen wy gisteren tegen hem op. Voor ccn kleintje koffio
traden wy een restaurant binnen en namen zonder het tc weten plaats
aan het tafeltje van Armando Gentile uit Milaan. Wy verwonderden ons
er over dat Amersfoort zelfs uit het verre Italië touristcn trekt, maar
Armando verklaarde ons niet langer dan een uur in onze stad te blijven.
Hy was op zakenreis en op weg naar Friesland, voor het inkopen van
Stamboekvee.
„Verkiezingen een
lamme boel"
Vijf dagen was Gentile onderweg.
Ook in Zwitserland en Frankrijk
had hij enige zakenrelaties ontmoet.
Trouwens hij maakte er meteen
maar een kleine vacantietrip van,
aldus het aangename met het on
aangename verenigend. Nee, in
Amersfoort bleef hij niet. Zo vlug
mogelijk door naar Friesland. Dc
transacties afsluiten en dan terug.
Op de terugreis zou hij dan enige
dagen in Frankrijk blijven. Een
broer van hem woont daar name
lijk. Een grote boerderij heeft hij
vier jaar geleden gekocht en Ar
mando wilde hem graag eens op
zoeken. Per slot van rekening ga je
niet iedere dag naar het buitenland.
Of Nederland hem beviel? Wel dat
was moeilijk te zeggen. Ik heb er
nog weinig van gezien, zei hij
lachend. V/el heb ik al begrepen
dat al die molens verzonnen zijn
In Italië had hij eens een film ge
zien, over Holland, waar je mensen
met klompen zag. Molens en tulpen
velden. Een aardige stunt, ongetwij
feld. maar ook niet meer dan dat.
volgens Gentile. Zijn indrukken van
Amersfoort? Och. ik ben er amper.
Lastige journalisten, dat is zeker,
zei hij. alweer zijn spierwitte tan
den blootlachend. De koffie is er
goedkoop! Cigarctten zijn hier ove
rigens ook te geef. Een gulden voor
een pakje! In Italië betaal je voor
een pakje Nationale al een twee
honderd lires. En vergelijk dan de
kwaliteit eens. Nee, het leven leek
hem zo op het eerste gezicht niet
slecht in Holland. En dnn die ver
kiezingen Hier en daar een bord
met wat aanplakbiljetten. Moest je
dat eens in Italië zien Ja, tempe
rament hebben wij! Wij geloofden
dat graag. Natuurlijk moesten wij
foto's van zijn vrouw en drie jaar
oude zoontje zien. Ik zal een mo
lentje voor hem kopen, verzekerde
hij ons. Wij durfden niet aan te ra
den, een ander, smaakvoller souve
nir mee te brengen. Wij kopen in
Frankrijk toch ook een Eiffeltorcn
en in Venetië een koperen gon-
deltje? Over dc grachten gesproken,
waarom laat U hier geen gondels
varen, vroeg Gentile nog. Een ant
woord zijn wij hem schuldig ge
bleven. Hij stapte op. Met jaloers#
blikken keken wij zijn Fiat na. Voor
zaken in Holland en en passant nog
even Frankrijk doen.
Prijs per tube
(Advertentie LM.)
Jeugd in een tube!
Uw huid jong, gaaf en
mooi met Boldoot mat-crème-
voor overdag. Boldoot cold-
crème vóór de nacht.