VOORAL VOOR DE VROUW ZWIERIGE DAMES IN VONDTOILET, IN DE VERTE KLINKT BALMUZIEK Een 18e eeuws Engelsman studeert in Utrecht „Waarom geen gondels in de grachten Feestelijk visioen in Tweede Kamer zaal De pit van uw aansteker mag niet te lang zijn Oude kranten zijn vrijwel niets meer waard Zeer interressaiit boekwerk Armando Gentile op zoek naar klompen en stamboekvee .Vrijdag 13 Juni 1952 HOEWEL we straks allemaal onze stem gaan uitbren gen op nummer zoveel van lijst zoveel, hebben de meesten van ons die geëerde afgevaardigden nimmer écht zien zitten in die Tweede Kamer. Want maar betrekkelijk weinig mensen wonen zittingen van een der Kamers der Staten Generaal bij Toch houden èn Eerste èn Twee de Kamer rekening met U. Als er zitting is, wacht de publieke tri bune op U. Nemen we aan, dat U op een winteravond besluit de be handeling van de begroting voor Buitenlandse Zaken te willen vol gen. U gaat door de poort van het Haagse Binnenhof cn buigt rechts af, dat is het gebouw van de Twee de Kamer. Eigenlijk moet U de in gang naar de publieke tribune heb ben. langs de kamers voor jour nalisten en de garderobe. Maar laten wij een ogenblik doen alsof U de schaduw van een afge vaardigde was en dus de hoofdin gang ingaan. In de vestibule branden zes staan de luchters, die het marmer op de vloer een witte glans geven. Aan de zijkanten weerkaatsen spiegels rood-fluwelen banken. Uw Kamer lid loopt langs de portiersloge en kijkt of in een der honderd vakjes aan de wand, waarop zijn naam staat, post ligt. Dan gaat hij door de glazen deur langs dc wit mar meren trappen met de vergulde leuningen over de dikke rode lo pers naar de koffiekamer om de presentielijst te tekenen. Enorm schilderij KTAAST de koffiekamer liggen nog twee conversatiezalen, waar de leden kunnen roken en van gedach ten wisselen. In de grote foyer be slaat een enorm schilderij van Van der Hem, voorstellende het minis terie Cort van der Linden, de wand tegenover de ramen, die uitzien op het Binnenhof. Tussen de ramen bustes van grote Nederlandse par lementariërs als Tróelstra, Nolens, Schaepman. De kleine foyer is bijzonder le lijk. Van een smakeloosheid, die ons doet vermoeden dat de leden bij voorkeur in de grote foyer of in dc koffiekamer hun gèsprekken af doen. Hier is de restauratie, die elders in het gebouw zoveel goed werk heeft gedaan, nog niet door gedrongen. Wat een verschil met de lichte, eenvoudige fractiekamers. In vele dezer kamers hangen schil derijen en staan oude kasten. Wij willen U nog even vertellen, dat op de tweede étage het eigen postkantoor van de Tweede Kamer is, waar de poststukken der leden van een eigen stempel worden voor zien'. En daar vlak bij 'de geheel gerestaureerde, prachtige biblio theek. met dc lichte "eiken betim mering cn de rustig moderne sfeer, die bijzonder plezierig aandoet. Wit, goud en groen NU gaan we naar de publieke tribune, van waaruit U bovenop de vergaderzaal kijkL Terwijl een der "afgevaardigden het spreekgestoelte naast de voorzitterstafel heeft beklommen en „Mijnheer de voorzitter" zegt, kijkt U rond. En U bent heel éan- genaam verrast. Hier is het niet ..mannerig", rokerig en „vergader- zalerig". Hier is hetzwierig, feestelijk, net als in de glinsterende hal. De zaal is wit, goud en groen. De afgevaardigden zitten twee aan twee aan met groen laken beklede tafels, waarop tinnen inktpotten staan. Tussen de nissen en de ramen branden luchters. Alleen op deze avond, bij de behandeling van de begroting voor „Buitenlandse Za ken", zo wil het de traditie. Van het gewelfde plafond schijnt elcc- trisch licht door twaalf „patrijs poorten". Boven de nissen met gor dijnen zijn de diplomatenloges. Als U daar naar kijkt en U ziet het wit en goud, de luchters en het licht, dan komt er iets feestelijks, iets heel weinig Tweede Kamer achtigs over U. U krijgt een vi sioen van zwierige dames in avond toilet en heel in de verte door de stem van dc geachte afgevaar digde heen klinkt balmuziek. Die gevoelens zijn niet zo gek. Dit was de balzaal van Willem V. Fopbelletje MAAR goed, de voorzitter zit nu voor de wand der loges en re gelt de vergadering. Hij zit recht te genover de ministertafel en zijn ou- reau is, evenals het spreekgestoelte en de mirustersafdeling, voorzien van een microfoon. Wij leven in 1952! Zijn telefoon heeft een licht je, geen bel dit is minder storend en aan zijn linker hand is een schelknop. Die dient om vóór de stemmingen alle aanwezige leden naar de zaal te halen; de bel klinkt door koffiekamer, fractiekamers en gangen om hen te waarschuwen. Soms worden er grapjes gemaakt in de Tweede Kamer. Mr. Duys, vroeger socialistisch afgevaardigde had er een handje van naast de voorzitter te gaan staan, een ver trouwelijk gesprekje aan te knopen en ondertussen met zijn elleboog op die bel te leunenAlle Kamer leden kwamen dan voor niets aan snellen. Vandaar, dat er nü een koperen boogdekseltje over die bel zit De ministers hebben hun eigen fraaie vergaderkamer, zij hebben ook een eigen „opgang" op het Binnen hof. In de gewelven zijn de vertrek ken der stenografen, die in de zaal in het middenvak tussen ministers en voorzitter het gesprokene opne men en na vijf minuten elkaar aflos sen. Toen een dertig jaar geleden de eerste vrouw haar intrede in de Tweede Kamer deed dat was Suze Groene weg (SDAP) werden er enkele verbouwingen noodzakelijk. Er was nl. geen dames-toilet; men Franse manlijke Amy Groskamp ten Have geeft goede raad „Ik heb dit boek over goede ma nieren geschreven", aldus monsieur André de Fouquières, de Franse Amy Groskamp ten Have, „om mijn protest te uiten tegen die bontge- ruite overhemden en de lange ha ren, afgrijslijk voortvloeisel van het existentialisme. Het is volgens mij de meest doeltreffende ontkenning van hoe men behoort te leven." Nu. monsieur André de Fouquiè res kan het weten. Want hij was in 1931 Chef van het Protocol van Maarschalk Lyauty. Zijn boek is ge titeld „La Courtoisie Moderne" (He dendaagse Hoffelijkheid). Fouquières zegt: „Ik rangschik het mensdom in twee categorieën: de goed-opgevoeden en do slecht op- gevoeden. Als een artist met slechte manieren e-en kunstwerk maakt, zal ik dit zeer zeker kunnen bewon deren, maar voor niets ter wereld zou ik kennis met hem willen ma ken." Intussen heeft de schrijver in zijn boekje met alles rekening gehou den. Wist U bijvoorbeeld, dat een aansteker geen te lange pit of hoe zo'n ding ook dan al mag he ten behoort te hebben? Anders kan het de oogharen van uw buur man verbranden (als U hem ten minste vuur geeft). En een gebak ken ei moet niet op een bord, maar op een speciaal daarvoor gefabri ceerd schoteltje worden geser veerd. Aan welke kant je een ge kookt ei moet openmaken, heeft hij vergeten erbij te vertellen. Beleefdheid is nodig als brood. Zij moet uit het hart komen. Hof felijkheid is een over-belccfdheid, de spiegel aer gevoelens. Zij is ge lijk een welriekende bloem! Overigens heeft De Fouquières veel humor, en is zijn werkje go- soekt met anecdotes. Hij ontraadt ziin lezèrs het voorbeeld van Tal leyrand die tijdens een diner aan het Engelse hof zijn vingerkom metje aan zijn lippen zette, een slok nam, zijn mond gorgelde, en het water daarna weer terug liet komen in dat kommetje, zonder ook maar één druppel te morsen. Zijn tafeldame meende, dat zij hem met deze handigheid moest feliciteren, maar hij antwoordde: „Het was ge weldig vies van mij. Dat manieren overigens ook maar aangeleerde normen zijn bewees wel Koningin Alexandra, die door steen puisten gepijnigd haar ellebogen moest opheffen tot de hoogte van haar schouder, wilde zij iemand de hand drukken. Het hele hof imi teerde haar. Toen zij genezen was. gaf zij normale „shake-hands", maar het duurde lang voor haar hofhou ding deze gewoonte weer overnam. Want over de steenpuisten was waarschijnlijk niet anders gerept dan door Alexandra en haar huis arts! Dit boekje brengt honderd en één dingen, vele ervan zijn belachelijk, andere aanvaardbaar. Maar die aan vaardbaar zijn kennen we allemaal reeds, al passen we ze dan ook niet altijd toe. En daarom zijn de raad gevingen van André de Fouquières evenals die van Amy Groskamp ten Have, slechts geschikt voor men sendie meer willen schijnen dan ze zijn. MONIQUE bouwde in een gangkast een derge lijk apparaat, waarnaar een smal gangetje leidde, dat al spoedig het „Groenewegje" werd genoemd. Pottenkijker DE Eerste Kamer ligt aan de overzijde van het Binnenhof. Het is dc Oude Zaal der Staten van Holland in de zeventiende eeuw. Groen en goud is de Eerste Kamer met een beroemd plafond, beschil derd door twee leerlingen van Ru bens. Andries de Haen en Nicolaas Wielingh, die daaraan vijf jaren, op hun rug liggend, hebben gewerkt. Vijftien vakken heeft dat plafond, elk vak stelt een land voor. In het midden een cirkel met Engeland: een jonge man, die over de rand naar de Staten van Holland kijkt om te zien wat ze uitvoeren. U ziet. er is altijd wel een grote mogend heid geweest die zich met onze za ken wilde bemoeienU kunt er ook de vrede zien afgebeeld. Er heeft destijds een eerzame Haagse Joffer voor geposeerd, die er 1000 mee verdiende. Langs de muren de portretten van alle Raadpensionarissen, achter de voorzitterszetel dat van stadhouder Willem II. Dc Eerste Kamer is altijd wat be zadigder geweest dan de Tweede, maar ook hier deden vrouwelijke leden haar intrede. De oud-voor zitter, baron Van Voorst tot Voorst, had moeite daaraan te wennen. Hij sprak de vergadering immer aan met „Mijne heren". Toen hij 80 werd en van de leden een bloem stuk kreeg, bedankte hij „de He ren Kamerleden", hoewel mevrouw Carry PothuisSmit reeds deel uit maakte van de Eerste Kamer. Geeft ze maar mee aan de opkopers (Van een onzer verslaggeefsters) Onder de huisvrouwen heerst een lichte wrevel over de merkwaardige capriolen, die de oud-papierinzame ling maakt. Werden zij vorig jaar zelfs door de overheid opgewekt geen stukje karton en geen krantje weg te gooien, omdat het zoveel waard was: inden zij toen soms wel 25 cent per kilo van de ophaal diensten, nü staan de zaken heel anders. De huisvrouw bewaart nog trouw haar papier maar zij zal hebben gemerkt, dat öf haar voor raadje niet eens meer wordt opge haald, óf als dat wel het geval is, zij er niets meer voor krijgt. Een verontwaardige abonnée schrijft ons, dat ze er niets van snapt. ïn de winkels is het papier niet goedkoper, integendeel, en zij zit met haar oude papier en, roept zij: „Wat moet ik daar nu mee?" Aangezien ze zeker niet de enige is die over dit probleem piekert, geven wij hier het antwoord, dan hebben anderen er ook wat aan. Wat wij ondervinden is de terug slag van een grote crisis in de papierindustrie. Die is o.m. toe te schrijven aan het feit. dat er na de oorlog enorm is geproduceerd en dat er na Korealaten we het nu maar eerlijk zeggen, door de handel gehamsterd is in ver pakkingsmateriaal. En juist oud papier wordt weer verwerkt tot verpakkingsmateriaal. Gevolg: de papierfabrieken zitten propvol oud- papiervoorraad, en hun afnemers propvol met verpakkingsmateriaal. Gevolg: geen orders, geen nieuwe productie, en geen behoefte meer aan Uw oude kranten. Juist door die nationale inzameling is de situatie verscherpt. Toen U werd aangespoord tot bewaren was daar alle reden toe. Toen U een tijdje lang had ingezameld, zakte de be hoefte: men zat zonder productie èn afname. Uw geweldige papier verzameling maakte de waarde van het papier nog minder. Ook onze export van oud-papier is in het gedrang gekomen. Engeland en Frankrijk hebben hun grenzen ge sloten, West-Duitsland is zelf met papicrmzamelen begonnen, met veel succes. Wat moet intussen de huisvrouw met haar papier? Wel, zij moet het maar meegeven aan de opkopers, cn niet verwachten dat zij er iets voor krijgt. En begrip hebben voor deze mensen, die nog moeite heb ben een afnemer te vinden. En blij zijn, dat wij nog niet zo ver zijn als in Amerika, waar men per week 1000 \on oud-papier ver brandt en moet betalen om het te laten weghalen. Max Strübi ging aan het uitvinden }rNcc," zei Max Striibi, een 37- jarige huisvader in Zurich, dal gezwoeg van mijn vrouw kan ik niet langer aanzien." En toen ging hij aan het uitvinden. En hij vond inderdaad van alles uit om het zijn vrouw iets makke lijk te maken. Hij bracht de snij- o-mat aan de markt. Een brede acht-tandige vork. Van boven glad en van onderen gekarteld. Voor de tomaten. Toen de schil-o-mat, een ronde bak die U gewoon in de gootsteen kunt zetten en die door enkele draaibewegingen. welke U met de daar aangebrachte handle maakt, Uw aardappelen, wortelen en uien schoonmaakt. Daarna bedacht "hij een soort hand-vlees-snij-machientje. Hij vond dit zo uit, dat de vrouwen met een enkel apparaatje daar alles èn al les mee kunnen snijden. Zo als: brood, worst, komkommer, kool, en fin noemt U maar op. En tot slot (zo ver) maakte hij het handigste van wat wij zagen: de wash-o-mat. Het is een goedko pe wasmachine, die zonder enige electrische aandrijving werkt. Het is een trommel met gaatjes, die in een ronde wasketel is aangebracht. Het wasgoed gaat in de trommel en als U tien minuten aan de slinger, die weer aan de trommel vast zit, draait dan is Uw wasgoed schoon, door de voortdurende beweging. Ais U geen zin in wassen nebt of geen vuile was, dan hoeft U de wash-o-mat met zo maar te laten staan Want, als een echte man, bedacht Max Strübi, dat U daar best Uw spinazie of sla in kunt wassen. En heeft U ook daar geen behoefte aan, dan neemt U dc trommel uit de wasketel en dan vindt U in de gewone wasketel een inrichting die het mogelijk maakt dat U alle weck-flessen, die U in huis heeft, kunt steriliseren. Zit U te popelen om te beginnen? Wij stellen U gerust en vertellen U dat deze Zwitserse uitvinding in Ne derland te koop is. Op Zaterdagavond 13 Augustus 1763 arriveerde in Utrecht per trek schuit van Leiden (een tocht van 9 uur!) een Schotse jongeman James Boswcll 23 jaar. zoon van Alexan der BosWcll, rechter in Schotland die de naam kon voeren van Lord Auchinlcck. Dc jonge man kreeg een kamer op een der étages in Kasteel van Antwerpen, was heel alleen, vond Utrecht „a most dismal place" (ccn naargeestige stad) en vertrok na ccn aanval van zwaarmoedigheid dc volgende dag reeds spoorslags naar Rotter dam, waar hy enkele weken gast vrijheid genoot bij een landgenoot, die in de handel werkte. Dit vreemde gedrag van een jon ge man. die in Utrecht zijn studie zou gaan voortzetten, wordt enigs zins verklaarbaar, wanneer men weet, dat hij uit Londen kwam. toen al een wereldstad, waar hij enige jaren vrolijk had geleefd, genietend van het onbezorgde ver keer met intelligente vrienden, die hem zeer toegenegen waren. o.a. W. J. Templc, Erskinc, George Dempster en John Johnston, de een meer. de ander minder geniaal, maar allen gefortuneerd en levens lustig. om niet te zeggen lichtzin nig. Boswell zelf was al op 19 ja rige leeftijd vader geworden van een natuurlijk kind. een jongen aan wiens opvoeding hij grote aandacht liet besteden en van wiens vroeg tijdige dood hij heel veel heeft ge weten. Zijn vader, die zelf ook in Hol land, met name in Leiden, had ge studeerd vond het wenselijk, dat zoonlief eveneens zijn studies in Holland ging voltooien. Het feit. dat James dan onder de invloed van zijn vrienden uit was en niet meer te maken had met de ver leidingen van een wereldstad, zal tot dit besluit wel ccn belangrijke stoot hebben gegeven. Bovendien was het Schotse recht, in dit op zicht sterk afwijkend van het En gelse. veel directer gebaseerd op het Romeinse Recht cn juist de Hollandse juristen stonden te bock als grootmeesters in het Rom. Recht. Op 5 September keerde Boswell. genezen van zijn abnormale bui van zwaarmoedigheid; naar Utrecht te rug. De goede raadgevingen van zijn vrienden, zijn godsdienstig besef en niet in het minst ook de lec tuur van -de Rambler, een tijd schrift met sterk moralistische in slag, geredigeerd door Samuel John son. hebben daartoe in niet gerin ge mate bijgedragen. Hij overwon zelfs zijn afkeer voor de „dread ful bell" het klokkenspel van de Domtoren, dat hem ontzettend had geïrriteerd. Reeds in Londen had Boswell kennis gemaakt met Sa muel Johnson, die toen al be roemd was vanwege zyn Engelse „dictionnary" en hij had zelfs de eer genoten, dat Johnson, aan wie hij zoals men weet. zijn gehele ver dere leven innig verknocht zal blijven, hem naar Harwich had ge bracht, waar de boot naar Holland afvoer. IJzeren wil Van nu af heeft Boswcll. of schoon hij nog wel door buien van zwaarmoedigheid werd geplaagd, met ijzeren wil zijn plan volvoerd, dat reeds in Londen was gerijpt, om een maatschappelijk nuttig mens te worden, trouw aan zijn roeping en zijn plicht. Met dc typische eigenschappen van een philister, die naast zijn genie ook in hem schuilen, deelt hij zijn dagen nauw keurig en stelselmatig in, vol brengt, wat hij zich voorneemt cn wordt als enige Engelse student aan de Utrechtse universiteit van die dagen al betrekkelijk gauw een geziene figuur. Hij is vriend des huizes van de Engelse reverend en voelt zich gaandeweg behaaglijk worden in de stad, die hij eerst verfoeide. Vooral leeft hij op, als in de wintermaanden dc vertegen woordigers van de society hun zo merverblijven verlaten cn zich weer in hun stadswoningen vesti gen. Zyn gevoel van eigenwaarde is stevig gekoppeld aan een grote behoefte aan conversatie met in tellectuelen en mensen van goeden huize. Hij vertelt van twee kaart avonden in de week cn van kleine gezellige partijtjes bijna elke avond Overigens volgt hij een vrij strenge leefwijze, staat zeer vroeg op, wat hem soms uitermate veel kost cn deelt zijn dagen van uur tot uur in. Voordat hij zich kleedt, schrijft hij elke ochtend een memo randum waarbij hij zich zelf aan spreekt in de tweede persoon. Elke dag werkt hij aan een dagboek, dat helaas verloren is gegaan en verplicht zich 'een vers te schrijven van 10 regels en een uur te beste den aan een Frans opstel om de taal machtig te worden. De Keizerhof Hij heeft zich in een logement, de Keizerhof. gevestigd op het Domplein met een achteruitgang naar de Vismarkt, en heeft zich een Franse huisknecht aangeschaft, die hem trouw dient. Het is te be grijpen. dat hij aanvankelijk over de stad waaraan hij in den begin ne zo'n fameuze hekel heeft, wei nig in zijn dagelijks memorandum heeft te vertellen. Eerst langzamer hand komen de opmerkingen hier over los. o.a. dat hij over de paardenmarkt gewandeld heeft, die een der grootste is ter wereld. Vaak strekt hij zijn wandelingen uit tot de ook door hem bewon derde Maliebaan (Mali), waar het Maliespel op het middengedeelte beoefend wordt. Hij schijnt zich ook met het biljartspel te hebben geoccupeerd, ofschoon hij verder weinig in cafés vertoeft. Elke Zondag gaat hij. zonder uitgespro ken gelovig te zijn, eenmaal naar de Pieterskerk waar in die tyd al de Franse diensten worden gehou den. vervolgens naar de Engelse dito, in die periode gevestigd in de Kerk van St. Marie, het mooie Romaanse gebouw, dat helaas in 1840 is afgebroken (de plaats, waar thans het gebouw voor K. en W. staat). Als hij bericht krijgt, dat zijn zoontje is overleden, zoekt hij troost in de Jczuitenkerk (verdere aanduiding ontbreekt), wat voor hem niet zo helemaal onbegrijpe lijk is, daar hy al in Londen nei ging vertoonde zich in de R K. Kerk te laten dopen. Perioden van bepaalde vroomheid wisselen af met tijden van twijfel en al voelt hij zich een goed Christen hij steekt Z'jn afkeer van de predesti natieleer der Calvinisten niet on der stoelen of banken. Belle van Zuylen Als hij in Februari 1764 over de stad Utrecht schrijft zegt hij o.m.: „De stad Utrecht is een tamelijk grote stad, niet zeer uitgestrekt, maar lang. Zij is omgeven door bolwerken en ik geloof, dat deze versterkingen dateren van het Spaanse bewind. Het is een hele goede plaats om in te studeren. Er zijn verschillende uitnemende „Hooglcermeestcren". Ik weet wel dat zij hier meestal ..professor" worden genoemd, maar dat is een woord ontlenen aan de Franse taal, wat ik nooit doen zal." Hij be roemt er zich op Hollands bloed in de aderen te hebben en keurt het af dat de Hollanders zoveel Fran se woorden door hun taal mengen. Het spreekt wel haast vanzelf dat Boswell. ofschoon hij niet zeer amoureus is aangelegd, zijn hart verliest aan een der „Stichtse Scho nen". In het algemeen hebben dc Hollandse vrouwen, die hij in ccn van zijn verzen „shapeless, pale and fat" noemt (vormloos, bleek en dik) hem niet bepaald aangetrok ken, cn hij beijvert zich dan ook als hij tegenover Belle van Zuylen van zijn stuk raakt, te schrijven, dat zij niets Hollands heeft, behal ve haar naam. Zyn bewondering gaat waarschijnlijk meer uit naar haar geest, dan naar haar hart, zodat wannaar hij een jonge we duwe ontmoet, die èn geestig èn charmant is, Mevr. Geelvinck hij noemt haar „la belle Veuve" zijn „Zélide" op de achtergrond raakt Met Mevr. Geelvinck heeft hy openhartig over zijn liefde ge sproken, daar deze echter voor een tweede liefdesavontuur terugschrikt, is dit niets geworden. Zijn gevoe lens plaatsten zich opnieuw op Bel le van Zuylen, met wie Boswell na zijn vertrek uit Utrecht in vrij uit voerige correspondentie is getre den. Deze briefwisseling, welke op bei der persoonlijkheid een helder licht werpt is ook in dit boek opgeno men. dat verder, zoals men begrij pen zal. is samengesteld uit de memoranda cn de talrijke brieven, die hij van zijn vrienden en vader ontvangt. De correspondentie tussen hem cn haar is uiteraard een der aantrekkelijkste delen. Het feit. dat zij beide zulke sterke persoonlijk heden waren is misschien wel de diepste oorzaak van hun verwijde ring. Na enkele jaren is de brief wisseling hervat, maar ook dan zonder tot een positief resultaat te leiden. Ofschoon do Utrechtse lezer zijn nieuwsgierigheid niet geheel be vredigd ziet, zal juist hij zich tot dit bock, waaruit een bepaalde tyd en een zeer bijzondere per soonlijkheid opryzen, zich extra voelen aangetrokken. UIT HET GASTENBOEK (Van een onzer verslaggevers) Per toeval Hepen wy gisteren tegen hem op. Voor ccn kleintje koffio traden wy een restaurant binnen en namen zonder het tc weten plaats aan het tafeltje van Armando Gentile uit Milaan. Wy verwonderden ons er over dat Amersfoort zelfs uit het verre Italië touristcn trekt, maar Armando verklaarde ons niet langer dan een uur in onze stad te blijven. Hy was op zakenreis en op weg naar Friesland, voor het inkopen van Stamboekvee. „Verkiezingen een lamme boel" Vijf dagen was Gentile onderweg. Ook in Zwitserland en Frankrijk had hij enige zakenrelaties ontmoet. Trouwens hij maakte er meteen maar een kleine vacantietrip van, aldus het aangename met het on aangename verenigend. Nee, in Amersfoort bleef hij niet. Zo vlug mogelijk door naar Friesland. Dc transacties afsluiten en dan terug. Op de terugreis zou hij dan enige dagen in Frankrijk blijven. Een broer van hem woont daar name lijk. Een grote boerderij heeft hij vier jaar geleden gekocht en Ar mando wilde hem graag eens op zoeken. Per slot van rekening ga je niet iedere dag naar het buitenland. Of Nederland hem beviel? Wel dat was moeilijk te zeggen. Ik heb er nog weinig van gezien, zei hij lachend. V/el heb ik al begrepen dat al die molens verzonnen zijn In Italië had hij eens een film ge zien, over Holland, waar je mensen met klompen zag. Molens en tulpen velden. Een aardige stunt, ongetwij feld. maar ook niet meer dan dat. volgens Gentile. Zijn indrukken van Amersfoort? Och. ik ben er amper. Lastige journalisten, dat is zeker, zei hij. alweer zijn spierwitte tan den blootlachend. De koffie is er goedkoop! Cigarctten zijn hier ove rigens ook te geef. Een gulden voor een pakje! In Italië betaal je voor een pakje Nationale al een twee honderd lires. En vergelijk dan de kwaliteit eens. Nee, het leven leek hem zo op het eerste gezicht niet slecht in Holland. En dnn die ver kiezingen Hier en daar een bord met wat aanplakbiljetten. Moest je dat eens in Italië zien Ja, tempe rament hebben wij! Wij geloofden dat graag. Natuurlijk moesten wij foto's van zijn vrouw en drie jaar oude zoontje zien. Ik zal een mo lentje voor hem kopen, verzekerde hij ons. Wij durfden niet aan te ra den, een ander, smaakvoller souve nir mee te brengen. Wij kopen in Frankrijk toch ook een Eiffeltorcn en in Venetië een koperen gon- deltje? Over dc grachten gesproken, waarom laat U hier geen gondels varen, vroeg Gentile nog. Een ant woord zijn wij hem schuldig ge bleven. Hij stapte op. Met jaloers# blikken keken wij zijn Fiat na. Voor zaken in Holland en en passant nog even Frankrijk doen. Prijs per tube (Advertentie LM.) Jeugd in een tube! Uw huid jong, gaaf en mooi met Boldoot mat-crème- voor overdag. Boldoot cold- crème vóór de nacht.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 5