gVOOR ANTJES EN JANTJES^ 'Jongens, organiseert zelf Olympische Spelen Er was 'n mannetje PUZZELEN MET DOMINOSTENEN Wij (De Spreeuwen) wonnen in 1936 eens HeT ONBEWOONDE EILAW 0 0 2 0 1 2 0 2 1 2 MOEILIJKHEDEN? Huurschuld beschouwt men als brengschuld De ROOS— SARON Gabri de Wagt geeft goede raad: Speel eens met 'n naald voor insect ■Tmsmmssa v__ v~ ARTHUR RAMSOME 3 k 3 2 k w Z?/ i k k 3 1 k 0 3 van IV Zaterdag 21 Juni 19^2 en andere jonge klantjes) Y J J UP Ariehup Ar ie", schreeuwden wij van Jt de Spreeuwenplocg. tlup Willem, vooruit Willem", gilden de jon gens van de Mossen. Maar de twee wielrenners, dte met een enorme vaart de bocht doorzwiepten, hoor den waarschijnlijk mets. £e hadden maar één doel voor ogen: winnen! Als eerste over de streep te sjezen! En daarom trapten ze wat zc trappen kon den. Ajwat ging dat er van langs Alle auto's achter elkaar: een rij tot de maan! Wil je naar de maan gaan. neem dan de eerste automobiel en stap in de laatste weer uit. Want als alle auto s van de hele wereld in één rij zouden worden gezet, dan zou die rij net zo lang zijn als de afstand van de aarde naar de maan. Er zijn namelijk in 't -4r geheel 68.695.000 auto's en wel twee maal zo veel als in 1931 Amerika be zit in z'n eentje méér auto's dan de rest van de wereld. In Europa spant Engeland de kroon, daarna volgt Rusland, en dan Frankrijk. JANINE (Advertentie 1. M.) Maar ho laat ik even voorstellen wat voor sóórt wedstrijd het was. waarin Arie, Willem en nog een paar andere jongens, probeerden hun fietsen harder te laten rijden dan ze eigenlijk konden. Het was in 1936. We hadden va- cantie. We hingen zo maar wat rond en hielden eindeloze nabeschouwin gen over de Olympische wedstrijden van Rie Mastenbroek en Arie van Vliet. En op een gegeven ogenblik hebben we met een heel stel de kop pen bij eikaar gestoken en lang en hard tegen elkaar geschreeuwd, maar toen iedereen even naar adem hap te, was er een slimneus. die haastig zei: „We moeten samen ook een Olympiade houden". Nou, dat was hdt idee. dat snap je. Iedereen was wild-enthousiast en we begonnen direct te organise- Bij korenbloemen kun je aardig kunstje maken Heb je wel eens opgemerkt, dat korenbloem-en zo lang mooi blijven? Tal van andere bloemen zijn na enkele dagen al verdord, maar ko renbloemen blijven langer dan een week goed. Dat komt. omdat het samengesteld-bloemigen zijn, net als de zonnebloem, het majeliefje, de goudsbloem en de margriet. Als je een korenbloem goed be kijkt zul je zien, dat aan de rand bloempjes staan dan in het hart. JÖ Aan de rand grote blauwe. 1 in het hart JA Ui dunne, donkere. U De randbloe- 'R w men zijn er lou- ter om insecten -ij te lokken, meel- draden en stam- pers zitten al- >i q leen in die on- onaanzienlij ke hartbloempjes. Die brengen ook zaadjes voort. Dc meeldraden zijn tot een ko kertje aaneen gegroeid en de stam per steekt in dat kokertje. Niet zo heel diep. de top van de stamper vormt de bodem van het kokertje. Het eerst zijn de stampers rijp: de helmknoppen gaan open aan de binnenkant en het kokertje zit vol stuifmeel. Aan de helmdraden zit ten haren en als daaraan wordt geraakt, trekken ze ineens samen en worden een paar millimeter korter. Het kokertje der helmknoppen wordt mee naar omlaag getrokken, langs de stamper. Deze duwt al het stuifmeel uit het kokertje omhoog. Net als een lampepoetser van vroe ger borstelt hij de helmkoker netjes schoon van stuifmeel. Natuurlijk raken insecten die ge voelige zintuigharen aan! Speel zelf voor insect: peuter met een naald tussen die middenbloempjes en plot seling zie je een zuiver-wit klomp je stuifmeel bovenop het bloempje verschijnen. Hoe gaat het nu verder? De in secten halen met hun harige lijf dat stuifmeel weg en brengen het naar andere korenbloemen, die wat verder in bloei zijn. Want na het stuifmeeltijdperk. komt dat van de stamper. Het uiteinde daarvan splijt in tweeën en die lobben zijn boven op kleverig. Wandelt er nu een in sect op de korenbloem rond, en heeft dat stuifmeel van een andere korenbloem aan zijn body, dan kleeft er allicht wat van op die lobben. En dan gaat de korenbloem zaad „maken". HENK VAN LAAR ren. In ons blok waren vier straten en we spraken af. dat elke straat een ploeg mocht afvaardigen naar „onze" Olympische Spelen. Het duurde twee dagen voor we het eens waren over de lakken van sport, die op het programma moes ten. Het werd een hele discussie, vooral omdat er een paar joggies bij waren, die er allerlei flauwe dingen bij wilden halen. Eén wou zelfs zakkenlopen, kun je nagaan Maar na twee dagen en ongeveer 200 ruzies stond alles piekfijn op papier. Er waren vier „landen" en elk land was genoemd naar de straat, waar het vandaan kwam. Dus: „De Spreeuwen" (mijn ploeg). „De Mussen", „De Lijsters" en „De Zwaluwen". En als ik me goed her inner. hadden we het met ons der- tien-veertienjarig verstand zó inge pikt, dat er twaalf takken van sport waren, en dat elke ploeg aan ieder nummer acht deelnemers mocht Ia- ten meedoen. Dan lieten we acht keer een knaap van elke ploeg, to taal dus vier tegen elkaar uitkomen en dan kreeg je acht winnaars. Da: moesten vier winnaars tegen elkaar, dan de andere vier en de twee bes ten van deze twee series mochten in de finale. Jaja, ze moesten er heel wat voor doen voor ze onze „Vogelbuurt-Olympiade" wonnen DENK nu alsjeblieft niet, dat dit sportfeest louter en alleen een „mannen-aangelegenheid" was. Om de drommel niet! Er woonden in die vier straten ook een heleboel meisjes. Daar waren ook een heel stel van die stijve trienen bij, maar de sportieve stonden ook ingeschre ven op de deelnemerslijst, onder een aparte rubriek met „dames" er bo ven. Want we wilden niet kinder achtig zijn en daarom spraken we van „Dames" en „Heren". Er kwamen natuurlijk heel wat moeilijkheden en soms moest er uren worden gepraat voor iets kon worden beslist. We hebben om eens wat te noemen grote strub belingen gehad bij dc 100 meter loop. Die afstand hadden we hele maal uitgemeten met een oude duimstok van de smid. Kleine Ka- reltje van de bakker (zo tóai als wat!) lag tegen het einde van de wedstrijd met een meter of vier voor, dus „De Lusters" juichen! Op de tweede plaats hijgde lange Jaap uit volle borst. En laat er op dat moment een grote hond de wei opdraven en die had reuze zin in de magere kuiten van Jaap. Nou die begon me te spurten zo hard had hij nog nóóit ge lopen! Maar hij ging in zijn angst een hele verkeerde kant uit. Dus liep de heleboel in de soep. „De Lusters" zeiden: „Kareltje had al zowat gewonnen." Maar lange Jaap beweerde dat hij zich had ge spaard en dat hij net wou beginnen aan de eindsprint (had-ie zeker er gens gelezen). Enfin we hebben daar nog uren over gebekvecht, maar tenslotte hebben wij van de jury (ja, ja ik zat heel duur in de jury, dat had zijn voordelen!) maar ge zegd dat het nummer moest worden overgelopen. Een wijs besluit, zeg nou zelf NOU zijn er deze zomer weer Olympische Spelen en ha daar komt de aap uit de mouw. Na tuurlijk, waarom zouden jullie ook niet zo iets beginnen? Het is een pracht van een avontuur, het is spannend en leuk en je hebt wat te doen. Dus organiseer zelf je Olym pische Spelen. Je leent een trapje, zodat je aan het eind van de wed strijd de winnaar een beetje hoger kunt zetten dan de tweede en de derde en klaar is Kees. Maar waar 't vooral op aankomt is. dat er jon gens én meisjes meedoen. Want Coubertin dat is de man, die de Olympische Spelen na vele honder den jaren weer nieuw leven heeft ingeblazen heeft gezegd: „Het belangrijkste van de Olympische Spelen is niet het winnen, maar het deelnemen er aan." £n hij heeft ook geschreven, dat het in het leven niet gaat om het veroveren, maar om de goede strijd. O, wou iemand nog weten wie in 1936 in de Vogelbuurt-Olympiade op de hoogste tree van de keukentrap heeft gestaan? Wat dacht je? Al licht, ónze straat natuurlijk. Eerlijk wij wonnen, kon ik heus niks aan doen GABRI DE WAGT hel verend bin na"wyk\ ™"r15 IA AR ook do deklaag OMYERSLÜTBAAR:CiAm,Tl£ V A. A. J Er was eens een mannetje dat was niet wijs, Dat bouwde zijn huisje al op het ijs. Toen het zijn huisje had gebouwd Ging het verheugd zijn pijpje roken. Toen het zijn pijpje had gerookt. Dacht het: Wie moet mijn potje koken?" Er was eens een mannetje dat was niet wijs, Dat haalde een vfouwtje al op het \js. Het vrouwtje kookte een pot met snert, Ze namen tien volle borden elk. Toen het op was zei het mannetje: „Nu nog een beker met warme melk!" Er was eens een mannetje dat was niet wijs, Dat haalde een koebeest al op het ijs. Het huisje gebouwd, het pijpje gerookt. Koetje gemolken, potje gekookt. „Kijk," zei het mannetje na een tijd „Nu nog een eitje aan 't ontbijt!" Er was eens een mannetje dat was niet wijs. Dat haalde een kippenhok op het ijs. Het huisje gebouwd, het piipje gerookt, Koetje gemolken, potje gekookt. Eitje gepeuzeld. Het mannetje zei: „Nu nog een stukje spek erbij!" Er was eens een mannetje dot was niet wijs, Dat haalde een varken al op het ijs. Het varken at zijn buikje rond. Tenslotte woog het vijfhonderd pond Huisje gebouwd, pijpje gerookt. Koetje gemolken, potje gekookt. Eitje gepeuzeld: krak-krak-krak! Alles is door het ijs gezakt!! HAN H. HOEKSTRA „We zullen het moeten meene men als deklading" zei kapitein Jan. „De Zwaluw" was al zó diep gela den, dat ze hem nauwelijks konden afduwen. De stuurman gaf Tittie en Rutger bevel aan boord te gaan cn stuurde ze naar de achterplecht. Toen trokken zij en de kapitein schoenen en kousen uit en duwden „De Zwaluw" van het strand, tot hij dreef. Het was onpleizierig lopen zonaer schoenen en kousen, maar het was prettig om het water te voelen. „Ik wil ook mijn schoenen en kousen uittrekken" zei Rutger. „Dat kan nu met" zei de stuur man. „Wacht tot wij terug zijn op het Wilde Katten Eiland", zei de kapi tein. terwijl hij naar de wal plaste om het boompje van Tittie te halen. „Dan kun je je schoenen en kousen uittrekken en helpen met het aau wal brengen van de lading. En dan gaan we allemaal zwemmen voor het avondeten". Ondertussen klauterden Tittie en Rutger over de lading heen om een plaatsje achterin te zoeken, Jan kwam met het boompje en legde dit met behulp van Suze in het midden van de boot. zodat het aan weers kanten uitstak. Toen kwamen hü Suze aan boord. Roeien was onmo- Uit het Engels vertaald door Jac. v. d. Ster - gelijk, in verband met de deklading. Kapitein Jan haalde een riem be hoedzaam onder het hout vandaan en begon te wrikken. „Het is maar goed, dat het zulk rustig weer is" zei de stuurman, terwijl zü naar het water keek. dat niet ver onder de rand van de boot stond. Wrikken gaat langzamer dan roeien, maar in het kalme water bewoog „De Zwaluw" zich gemak kelijk. hoe zwaar beladen hij ook was. Er kwam geen water over de rand heen, ofschoon dit niet veel scheelde, wanneer Rutger plotseling van mening veranderde omtrent de kant van de boot die hem het beste beviel. „We varen naar de oude landings plaats" zei kapitein Jan. „Dat is een goed plekje voor het lossen van het schip en we moeten het hout bij de hand hebben voor het kamp". „Het zou een vreselijk karwei zijn om het helemaal van de haven vandaan te halen" zei de stuurman (Wordt vervolgd.) Ter afwisseling gaan we deze maal eens puzzelen met dominostenen. Zij die een dominospel bezitten, verzoeken wij de stenen waarop een vijf of een zes voortkomt, uit het spel te willen verwijderen. Zij die geen dominospel bezitten, kunnen de nierbü afge drukte 15 stenen uitknip pen en op deze manier toch aan deze puzzle meedoen. In het afgebeelde vierkant ziet U 25 vierkantjes waar van er 24 een cijfer bevat ten. De bedoeling is dat U uit de gegeven 15 stenen 12 kiest en deze zó in het gegeven vierkant plaatst, dat de ogcntallen overeen komen met de cijfers. Zoudt U een oplossing hebben gevonden als in het gegeven voorbeeld, dan zou deze oplossing fout zijn, immers de steen 04 komt tweemaal in deze oplossing voor; dc steen 12 ook tweemaal cn de steen 23 zelfs driemaal. Deze oplos sing zou dus nooit ge vormd kunnen worden met de gegeven stenen daar er nooit twee dezelfde stenen in één dominospel voorko men. Er is maar één goede oplossing mogelijk. Aan U de taak uit te vinden hoe de stenen en welke stenen gelegd moeten worden om de gegeven figuur te vor men. Oplossing van kryptogram: Horizontaal: 1. massage 4. asperge 9 trouwhartig 11. stee 12. roet 13 asemmer 15. Akron 17. adder 19. ovaal 21. nodig 22. dreg 23. ever 25. inrit 26. Oeral 28. aessa 30. enorm 31. Maarten 34. meer 36. lint 37. naargeestig 38. trapper 39. snoever. Verticaal: 1. meestal 2. sire 3. gruis 5 Spree 6. emir 7. eksters 8. thema 9. terroristen 10. goedge lovig 13. anagram 14. raderen 16. ovens 18. divan 20. lot 21. neo 24. adamant 27. amateur 29 dreef 32. aarde 33. etsen 35. ramp 36. Lire. I frWIIIIIIIWinn Wij seven raad Grote hoeveelheid stro en turfstrooisel ging in vlammen op VENRAY. Waarschijnlijk ten- gevolge van storing in de diesel motor, waarmee een stro-pers werd aangedreven, is een hevige brand uitgebroken in de opslagplaats van de Boerenbond teSnolgen. De pers. ongeveer 80.000 kg stro en 450 pak ken turfstrooisel gingen in vlam men op. De Meerlose brandweer wist het gebouw grotendeels te redden. Wetsontwerp hulp aan buitenland door Truman getekend WASHINGTON.. President Truman heeft Vrijdag het wets ontwerp inzake hulp aan het buitenland ten bedrage van 6.447.730.750 dollar getekend. Het bedrag is 18,6 procent minder dan hetgeen hij zelf noodzakelijk had geschat. Door deze handeling is het ontwerp wet geworden. Nieuwe commandant voor N.-Europese NATO-sector WASHINGTON. Dc Amerl- kaanse luchtmacht heeft generaal- majoor Carter benoemd tot bevel hebber van de geallieerde lucht strijdkrachten in de Noord-Euro- pese sector van de NATO. HU volgt in deze functie generaal-majoor Taylor op. wienst nieuwe taak nog niet bekend is gemaakt. De op het eerste gezicht misschien wat eigenaardige slagzin: „Huur schuld ls brengschuld", wordt door Juristen wel gebruikt om te kennen' te geven, dat de huurder, die wordt aangesproken wegens wanbetaling, zich er niet op kan beroepen, dat de verhuurder verzuimd heeft de huur op te halen, zelfs niet wanneer het in een bepaalde plaats of streek gebruikelijk ls, dat de verhuurder de huur laat ophalen. De wet legt op de huurder de verplichting te zorgen dat de huur bü de verhuurder komt en zU legt niet op de verhuurder de verplichting t« zorgen dat hü zijn huurpenningen binnen krUgt. Alleen wanneer bij de huurover eenkomst nadrukkelijk zou zijn overeengekomen, dat de verhuurder de verplichting op zich neemt de huur op te halen, zou op dit be ginsel een uitzondering kunnen worden gemaakt, maar een derge lijke clausule wordt slechts zelden in een huurovereenkomst opgeno men. J. P. schrijft: Ik ben een paar weken ziek geweest. De eerste week moest ik drie wachtdagen doormaken cn daarna ontving ik 80% van mUn loon. U begrijpt, dat Ik er slecht voorzat. Ik heb toen aan de man. die de huur ophaalt, gezegd, dat ik die eerste week geen huur zou. betalen, maar dat ik de achterstand zo gauw mogelijk zou inhalen. Sindsdien is de huur niet meer bij mij opgehaald Toen ik zes weken achterstand had. kreeg ik een dagvaarding voor het kan tongerecht tot ontruiming wegens huurschuld. Nu vraag ik U, is dat nu rechtvaardig? Antwoord: Volgens dc wet hebt U verkeerd gehandeld. Hoe moei- lUk de situatie voor U ook was. ziekte kan niet worden beschouwd als een reden de huur niet te be talen. U had in ieder geval, toen U bemerkte, dat de huur niet meer werd opgehaald, deze per postwis sel of giro moeten overmaken. Om ontruiming te voorkomen dient U onmiddellijk de gehele achterstalli ge huur te betalen plus de kosten van het proces. Als U de Rechter de zaak uitlegt, wil die misschien wel zo vriendelijk zijn U een ter mijn te geven om de zaak af te betalen. 0 moet dat vragen op de terechtzitting, waarop de zaak vol gens de dagvaarding behandèld wordt. Kunt U het voor die datum nog met Uw verhuurder eens wor den. dan is dat des te beter. W. K. schrijft: Ik heb met mijn ver huurder een proces gevoerd over ont ruiming. Dat proces heeft de verhuur der verloren Gedurende het proces wil de de verhuurder geen huur aannemen. Toen ik dc huur per postwissel over maakte. zond hU die terug. Nu wil hU echter dat lk de achterstallige huur voldoe, maar Ik redeneer: „hll heeft zelf gezegd, dat hU de huur niet wilde hebben cn dus heeft hU nu zUn recht verspeeld". Antwoord Het Is heel gewoon, dat een verhuurder tijdens hol proces de huur niet accepteert. HU doet dit om te voorkomen, dat uit het aannemen van dc huur zal worden afgeleid, dat hU ermee accoord gaat. dat de huurder het huls nog bewoont. Geen rechter zal daarom uit het weigeren van dc huur concluderen, dat de verhuurder van plan is de huurder voor niets te laten wonen De huurder moet in zo'n geval de huur opzU leggen en na afloop van het proces alles betalen. Wel doet do huurder er goed aan te zorgen, dat hij bewUzen heeft, dat de verhuurder do huur geweigerd heeft, zodat de huur der later niet kan worden aangewreven, dat hij ln verzuim was. Per postwissel of giro betalen dus, cn de strookjes goed bewaren. In Uw geval raden wij U aan met do verhuurder een betalingsregeling to treffen. Denkt U er aan. dat het voor stel redelllk moet zijn-» Men kan niet zeggen: „Kom iedere week maar twee kwartjes halen Maar inhalen van -Je achterstand, door een tijdlang 2 maal of l'.a maal het huurbedrag te betalen, wordt ln gevallen als de Uwe waarin de schuld bU de huurder lag. door do meeste rechters wel aanvaard door A. S. M. Hutchinson 62 III Tegen half elf was dc heer Brun ger bezig een „ongevraagde aanbe veling" te dicteren, bestemd voor de vrouw van een groentenman. die zich de vorige dag bu de politie rechter beklaagd had over mishan deling door haar man. „Ik verdacht mijn man van on trouw, maar ik had geen bewijzen", dicteerde de heer Brunger, „toen ik er toe overging uw hulp m roepen. Ik moet zeggen Op dat ogenblik rinkelde dc te- lefoonbel. De heer Brunger hield op met dicteren en nam de hoorn van de haak. „Spreek ik met het detective bureau Brunger?", vroeg een stem. „Inderdaad", antwoordde de heer Brunger met de hoge stem, waar- mee hU elk gesprek placht te be ginnen. „Ik ben Christopher Marrapit, van Heron's Holt. Paltley Hill, in Sur rey. Ik.. „Een ogenblik", zei de heer Brun. ger. „Is het vertrouwelijk?" „Er is grote haast bij. Ik „Een ogenblik alstublieft. In dat geval moet de privé-secretans van de heer Brunger de boodschap aan nemen." De heer Brunger legde de hoorn neer, deed enkele passen door de kamer, nam de hoorn weer op, en zei met een diepe basstem: „Bent u daar nog?" Het zenuwachtige verhaal, dat hij te horen kreeg, werd door de heer Brunger verschillende malen onder broken met opmerkingen als: „Ze ker Inderdaad Juist, meneer MarrapitIk begrijp u volko men En toen: „Meneer Brunger zelf? Die ls op het ogenblik moei lijk te bereiken, meneer. Meneer Brunger heeft iemand bij zich van Scotland Yard „Goed, ik zal het voor. u proberen. Blijft u even aan dc lUn?" In zijn functie van privé-secreta- ris dronk de heer Brunger een teug uit de karaf water, die op de schoorsteenmantel stond om zijn ge kwelde keel wat verlichting te ge ven. In zUn kwaliteit van de grote detective zelf schreed hij weer naar de telefoon, en nadat hij een aantal leugens ten beste gegeven had, die zelfs de jonge Issy Jago met grote bewondering vervulden, zei hij, dat hU om drie uur ten huize van de heer Marrapit zou zijn. „Misschien is het werkelijk een grote zaak, Issy", zei hij, nadat hij de peuk weer aangestoken had, „misschien is het maar een kleinig heid. Maar wat je ook zegt en wat je ook doet. je moet altijd zorgen, dat je indruk maakt op je cliënt. Indruk maken op de cliënt, Issy. Neem dat van mij als een axio ma aan. En als ik je weer snap, dat je achter mijn rug een trekje aan mijn sigaret doet, dan pak ik je bu je lurven en ik smijt je die deur uit. Pas dus op!" Tegen twee uur begonnen de re sultaten van de actie, die de heer Marrapit op touw gezet had, binnen te lopen. De schoteltjes melk, die langs de muur van Heron's Holt geplaatst waren, hadden alle katten binnen een straal van drie kilometer van het landgoed aangetrokken. Fletcher en Frederick lagen voortdurend op de loer. aangevuurd door de heer Marrapit. Om half drie verschenen de dorpsjongens, die namens de heer Marrapit gemobiliseerd waren, aan het hek. Elk van de jongens had een kat onder zün arm, sommigen droegen er twee. De heer Marrapit begaf zich Ijlings naar het hek om de in het gelid opgestelde jongens te inspecteren. ..Verschyn één voor één voor mijn aangezicht", commandeerde hy. Ze passeerden de revue. Alle Jon gens werden door de heer Marrapit niet een grauw en een snauw afge blaft. Elke snauw kwam hierop neer, dat hij zich afvroeg hoe rnen kon veronderstellen, dat het onge lukkige creatuur, dat men hem on der de neus hield, de Roos van Saron kon zyn. Ja. hoe kon het de Roos van Sa ron zijn, want die deed zich op hetzelfde ogenblik te goed aan de melk, die George in een limonade- fles naar de vervallen hut gebracht had, terwUl hy zelf op de drempel van de voordeur een sigaret stond tê roken. Om drie uur precies arriveerde de heer David Brunger. Hij werd naar de kamer gebracht, waaruit de Roos verdwenen was en had daar een onderhoud met de heer Marrapit, dat een half uur duurde. Na dit half uur verscheen de heer Marrapit op het grasveld. Hij zag bleek, en toen hy begon te spreken klonk zun stem hol en beverig. „Stop! Stop! Haal de melk weg! De Roos van Saron is niet ver dwaald. Zij is gestolen!" Fletcher zei niet, maar haalde zijn slak te voorschijn en wierp zich met het hoofd voorover in de strui ken. En Frederick riep: „Goddank! Ik ben dat zoeken al lang zat!" V De Roos was gestolen. Dat had de heer Brunger gezegd, nadat hij het venster van de kattenkamer onder zocht had en de sporen gezien,, die de schoenen van George op de ven sterbank hadden achtergelaten. Bui ten zocht de grote detective naar voetstappen, maar die waren uitge wist door de hevige regenval tus sen het ogenblik van de misdaad en dat van de ontdekking. Maar om indruk op zijn cliënt te maken weerde de heer Brunger zich dapper met een meetlint en een opschrijf boekje, hij nam de maat van alle schoenen, die zich in huis bevon den, van het raam en van de ka mer, in nette kleine pakjes verza melde hy monsters grint en aarde en haar van de Roos van Saron. Om zes uur was hy klaar. Om tien uur kwam George terug. In de studeerkamer hield het drietal krijgsraad. Met zijn potlood tikte de heer Brunger op zUn notitie boekje en op de kleine pakjes en zei: „Weest u niet ongerust, meneer Marrapit. Ik ben er zeker van, dat wc de dader zullen vinden Ik ben trouwens van mening, dat we hier te doen hebben met een bende. Een bende!" „Piecies mijn idee!" zei George. De heer Brunger accepteerde de interruptie met de hoffeiykhcid van iemand, Uie een klopje op de schouder van een ondergeschikte kr|igt. „Een bende", herhaalde dc heer Brunger, die zelf zichtbaar van dit woord genoot. „Wij detectives zeggen niet graag iets definitiefs totdat we de hand op de dader gelegd hebben, dat laten we aan de amateurs over, de beunhazen, de kwakzalvers in ons beroep." De beroemde particuliere detective tik te met zijn wijsvinger op de tafel en ging verder: „Maar dit kan ik wel zeggen. Niet alleen een bende, maar een bende van desperado's, die nergens voor staat." (wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 7