gVOOR ANTJES EN JANTJES^
'Jongens, organiseert zelf
Olympische Spelen
Er was 'n mannetje
PUZZELEN MET DOMINOSTENEN
Wij (De Spreeuwen)
wonnen in 1936
eens
HeT ONBEWOONDE EILAW
0
0
2
0
1
2
0
2
1
2
MOEILIJKHEDEN?
Huurschuld beschouwt
men als brengschuld
De ROOS—
SARON
Gabri de Wagt geeft goede raad:
Speel eens met
'n naald voor
insect
■Tmsmmssa
v__
v~
ARTHUR
RAMSOME
3
k
3
2
k
w
Z?/
i
k
k
3
1
k
0
3
van
IV
Zaterdag 21 Juni 19^2
en andere jonge klantjes) Y
J J UP Ariehup Ar ie", schreeuwden wij van
Jt de Spreeuwenplocg.
tlup Willem, vooruit Willem", gilden de jon
gens van de Mossen. Maar de twee wielrenners, dte
met een enorme vaart de bocht doorzwiepten, hoor
den waarschijnlijk mets. £e hadden maar één doel
voor ogen: winnen! Als eerste over de streep te
sjezen! En daarom trapten ze wat zc trappen kon
den. Ajwat ging dat er van langs
Alle auto's achter
elkaar: een rij
tot de maan!
Wil je naar de maan gaan. neem
dan de eerste automobiel en stap in
de laatste weer uit. Want als alle
auto s van de hele wereld in één rij
zouden worden
gezet, dan zou
die rij net zo
lang zijn als de
afstand van de
aarde naar de
maan. Er zijn
namelijk in 't -4r
geheel 68.695.000
auto's en wel
twee maal zo
veel als in 1931
Amerika be
zit in z'n eentje
méér auto's dan
de rest van de wereld. In Europa
spant Engeland de kroon, daarna
volgt Rusland, en dan Frankrijk.
JANINE
(Advertentie 1. M.)
Maar ho laat ik even voorstellen
wat voor sóórt wedstrijd het was.
waarin Arie, Willem en nog een
paar andere jongens, probeerden
hun fietsen harder te laten rijden
dan ze eigenlijk konden.
Het was in 1936. We hadden va-
cantie. We hingen zo maar wat rond
en hielden eindeloze nabeschouwin
gen over de Olympische wedstrijden
van Rie Mastenbroek en Arie van
Vliet. En op een gegeven ogenblik
hebben we met een heel stel de kop
pen bij eikaar gestoken en lang en
hard tegen elkaar geschreeuwd, maar
toen iedereen even naar adem hap
te, was er een slimneus. die haastig
zei: „We moeten samen ook een
Olympiade houden".
Nou, dat was hdt idee. dat snap
je. Iedereen was wild-enthousiast
en we begonnen direct te organise-
Bij korenbloemen kun je
aardig kunstje maken
Heb je wel eens opgemerkt, dat
korenbloem-en zo lang mooi blijven?
Tal van andere bloemen zijn na
enkele dagen al verdord, maar ko
renbloemen blijven langer dan een
week goed. Dat komt. omdat het
samengesteld-bloemigen zijn, net als
de zonnebloem, het majeliefje, de
goudsbloem en de margriet.
Als je een korenbloem goed be
kijkt zul je zien, dat aan de rand
bloempjes staan
dan in het hart. JÖ
Aan de rand
grote blauwe. 1
in het hart JA Ui
dunne, donkere. U
De randbloe- 'R w
men zijn er lou-
ter om insecten -ij
te lokken, meel-
draden en stam-
pers zitten al- >i q
leen in die on-
onaanzienlij
ke hartbloempjes. Die brengen ook
zaadjes voort.
Dc meeldraden zijn tot een ko
kertje aaneen gegroeid en de stam
per steekt in dat kokertje. Niet zo
heel diep. de top van de stamper
vormt de bodem van het kokertje.
Het eerst zijn de stampers rijp:
de helmknoppen gaan open aan de
binnenkant en het kokertje zit vol
stuifmeel. Aan de helmdraden zit
ten haren en als daaraan wordt
geraakt, trekken ze ineens samen en
worden een paar millimeter korter.
Het kokertje der helmknoppen
wordt mee naar omlaag getrokken,
langs de stamper. Deze duwt al het
stuifmeel uit het kokertje omhoog.
Net als een lampepoetser van vroe
ger borstelt hij de helmkoker netjes
schoon van stuifmeel.
Natuurlijk raken insecten die ge
voelige zintuigharen aan! Speel zelf
voor insect: peuter met een naald
tussen die middenbloempjes en plot
seling zie je een zuiver-wit klomp
je stuifmeel bovenop het bloempje
verschijnen.
Hoe gaat het nu verder? De in
secten halen met hun harige lijf
dat stuifmeel weg en brengen het
naar andere korenbloemen, die wat
verder in bloei zijn. Want na het
stuifmeeltijdperk. komt dat van de
stamper. Het uiteinde daarvan splijt
in tweeën en die lobben zijn boven
op kleverig. Wandelt er nu een in
sect op de korenbloem rond, en
heeft dat stuifmeel van een andere
korenbloem aan zijn body, dan
kleeft er allicht wat van op die
lobben. En dan gaat de korenbloem
zaad „maken".
HENK VAN LAAR
ren. In ons blok waren vier straten
en we spraken af. dat elke straat
een ploeg mocht afvaardigen naar
„onze" Olympische Spelen. Het
duurde twee dagen voor we het
eens waren over de lakken van
sport, die op het programma moes
ten. Het werd een hele discussie,
vooral omdat er een paar joggies bij
waren, die er allerlei flauwe dingen
bij wilden halen. Eén wou zelfs
zakkenlopen, kun je nagaan
Maar na twee dagen en ongeveer
200 ruzies stond alles piekfijn op
papier. Er waren vier „landen" en
elk land was genoemd naar de
straat, waar het vandaan kwam.
Dus: „De Spreeuwen" (mijn ploeg).
„De Mussen", „De Lijsters" en „De
Zwaluwen". En als ik me goed her
inner. hadden we het met ons der-
tien-veertienjarig verstand zó inge
pikt, dat er twaalf takken van sport
waren, en dat elke ploeg aan ieder
nummer acht deelnemers mocht Ia-
ten meedoen. Dan lieten we acht
keer een knaap van elke ploeg, to
taal dus vier tegen elkaar uitkomen
en dan kreeg je acht winnaars. Da:
moesten vier winnaars tegen elkaar,
dan de andere vier en de twee bes
ten van deze twee series mochten
in de finale. Jaja, ze moesten er
heel wat voor doen voor ze onze
„Vogelbuurt-Olympiade" wonnen
DENK nu alsjeblieft niet, dat dit
sportfeest louter en alleen een
„mannen-aangelegenheid" was. Om
de drommel niet! Er woonden in
die vier straten ook een heleboel
meisjes. Daar waren ook een heel
stel van die stijve trienen bij, maar
de sportieve stonden ook ingeschre
ven op de deelnemerslijst, onder een
aparte rubriek met „dames" er bo
ven. Want we wilden niet kinder
achtig zijn en daarom spraken we
van „Dames" en „Heren".
Er kwamen natuurlijk heel wat
moeilijkheden en soms moest er
uren worden gepraat voor iets kon
worden beslist. We hebben om
eens wat te noemen grote strub
belingen gehad bij dc 100 meter
loop. Die afstand hadden we hele
maal uitgemeten met een oude
duimstok van de smid. Kleine Ka-
reltje van de bakker (zo tóai als
wat!) lag tegen het einde van de
wedstrijd met een meter of vier
voor, dus „De Lusters" juichen! Op
de tweede plaats hijgde lange Jaap
uit volle borst.
En laat er op dat moment een
grote hond de wei opdraven en die
had reuze zin in de magere kuiten
van Jaap. Nou die begon me te
spurten zo hard had hij nog nóóit ge
lopen! Maar hij ging in zijn angst
een hele verkeerde kant uit. Dus
liep de heleboel in de soep. „De
Lusters" zeiden: „Kareltje had al
zowat gewonnen." Maar lange Jaap
beweerde dat hij zich had ge
spaard en dat hij net wou beginnen
aan de eindsprint (had-ie zeker er
gens gelezen). Enfin we hebben daar
nog uren over gebekvecht, maar
tenslotte hebben wij van de jury
(ja, ja ik zat heel duur in de jury,
dat had zijn voordelen!) maar ge
zegd dat het nummer moest worden
overgelopen. Een wijs besluit, zeg
nou zelf
NOU zijn er deze zomer weer
Olympische Spelen en ha
daar komt de aap uit de mouw. Na
tuurlijk, waarom zouden jullie ook
niet zo iets beginnen? Het is een
pracht van een avontuur, het is
spannend en leuk en je hebt wat te
doen. Dus organiseer zelf je Olym
pische Spelen. Je leent een trapje,
zodat je aan het eind van de wed
strijd de winnaar een beetje hoger
kunt zetten dan de tweede en de
derde en klaar is Kees. Maar waar
't vooral op aankomt is. dat er jon
gens én meisjes meedoen. Want
Coubertin dat is de man, die de
Olympische Spelen na vele honder
den jaren weer nieuw leven heeft
ingeblazen heeft gezegd: „Het
belangrijkste van de Olympische
Spelen is niet het winnen, maar het
deelnemen er aan." £n hij heeft ook
geschreven, dat het in het leven
niet gaat om het veroveren, maar
om de goede strijd.
O, wou iemand nog weten wie in
1936 in de Vogelbuurt-Olympiade op
de hoogste tree van de keukentrap
heeft gestaan? Wat dacht je? Al
licht, ónze straat natuurlijk.
Eerlijk wij wonnen, kon ik heus
niks aan doen
GABRI DE WAGT
hel verend bin
na"wyk\ ™"r15 IA AR
ook do deklaag
OMYERSLÜTBAAR:CiAm,Tl£
V A. A. J
Er was eens een mannetje dat was niet wijs,
Dat bouwde zijn huisje al op het ijs.
Toen het zijn huisje had gebouwd
Ging het verheugd zijn pijpje roken.
Toen het zijn pijpje had gerookt.
Dacht het: Wie moet mijn potje koken?"
Er was eens een mannetje dat was niet wijs,
Dat haalde een vfouwtje al op het \js.
Het vrouwtje kookte een pot met snert,
Ze namen tien volle borden elk.
Toen het op was zei het mannetje:
„Nu nog een beker met warme melk!"
Er was eens een mannetje dat was niet wijs,
Dat haalde een koebeest al op het ijs.
Het huisje gebouwd, het pijpje gerookt.
Koetje gemolken, potje gekookt.
„Kijk," zei het mannetje na een tijd
„Nu nog een eitje aan 't ontbijt!"
Er was eens een mannetje dat was niet wijs.
Dat haalde een kippenhok op het ijs.
Het huisje gebouwd, het piipje gerookt,
Koetje gemolken, potje gekookt.
Eitje gepeuzeld. Het mannetje zei:
„Nu nog een stukje spek erbij!"
Er was eens een mannetje dot was niet wijs,
Dat haalde een varken al op het ijs.
Het varken at zijn buikje rond.
Tenslotte woog het vijfhonderd pond
Huisje gebouwd, pijpje gerookt.
Koetje gemolken, potje gekookt.
Eitje gepeuzeld: krak-krak-krak!
Alles is door het ijs gezakt!!
HAN H. HOEKSTRA
„We zullen het moeten meene
men als deklading" zei kapitein Jan.
„De Zwaluw" was al zó diep gela
den, dat ze hem nauwelijks konden
afduwen. De stuurman gaf Tittie en
Rutger bevel aan boord te gaan cn
stuurde ze naar de achterplecht.
Toen trokken zij en de kapitein
schoenen en kousen uit en duwden
„De Zwaluw" van het strand, tot
hij dreef. Het was onpleizierig lopen
zonaer schoenen en kousen, maar
het was prettig om het water te
voelen.
„Ik wil ook mijn schoenen en
kousen uittrekken" zei Rutger.
„Dat kan nu met" zei de stuur
man.
„Wacht tot wij terug zijn op het
Wilde Katten Eiland", zei de kapi
tein. terwijl hij naar de wal plaste
om het boompje van Tittie te halen.
„Dan kun je je schoenen en kousen
uittrekken en helpen met het aau
wal brengen van de lading. En dan
gaan we allemaal zwemmen voor
het avondeten".
Ondertussen klauterden Tittie en
Rutger over de lading heen om een
plaatsje achterin te zoeken, Jan
kwam met het boompje en legde dit
met behulp van Suze in het midden
van de boot. zodat het aan weers
kanten uitstak. Toen kwamen hü
Suze aan boord. Roeien was onmo-
Uit het Engels vertaald
door
Jac. v. d. Ster
-
gelijk, in verband met de deklading.
Kapitein Jan haalde een riem be
hoedzaam onder het hout vandaan
en begon te wrikken.
„Het is maar goed, dat het zulk
rustig weer is" zei de stuurman,
terwijl zü naar het water keek. dat
niet ver onder de rand van de boot
stond. Wrikken gaat langzamer dan
roeien, maar in het kalme water
bewoog „De Zwaluw" zich gemak
kelijk. hoe zwaar beladen hij ook
was. Er kwam geen water over de
rand heen, ofschoon dit niet veel
scheelde, wanneer Rutger plotseling
van mening veranderde omtrent de
kant van de boot die hem het beste
beviel.
„We varen naar de oude landings
plaats" zei kapitein Jan. „Dat is een
goed plekje voor het lossen van het
schip en we moeten het hout bij de
hand hebben voor het kamp".
„Het zou een vreselijk karwei
zijn om het helemaal van de haven
vandaan te halen" zei de stuurman
(Wordt vervolgd.)
Ter afwisseling gaan we
deze maal eens puzzelen
met dominostenen. Zij die
een dominospel bezitten,
verzoeken wij de stenen
waarop een vijf of een zes
voortkomt, uit het spel te
willen verwijderen. Zij die
geen dominospel bezitten,
kunnen de nierbü afge
drukte 15 stenen uitknip
pen en op deze manier toch
aan deze puzzle meedoen.
In het afgebeelde vierkant
ziet U 25 vierkantjes waar
van er 24 een cijfer bevat
ten. De bedoeling is dat U
uit de gegeven 15 stenen
12 kiest en deze zó in het
gegeven vierkant plaatst,
dat de ogcntallen overeen
komen met de cijfers.
Zoudt U een oplossing
hebben gevonden als in het
gegeven voorbeeld, dan zou
deze oplossing fout zijn,
immers de steen 04 komt
tweemaal in deze oplossing
voor; dc steen 12 ook
tweemaal cn de steen 23
zelfs driemaal. Deze oplos
sing zou dus nooit ge
vormd kunnen worden met
de gegeven stenen daar er
nooit twee dezelfde stenen
in één dominospel voorko
men. Er is maar één goede
oplossing mogelijk. Aan U
de taak uit te vinden hoe
de stenen en welke stenen
gelegd moeten worden om
de gegeven figuur te vor
men.
Oplossing van kryptogram:
Horizontaal: 1. massage 4.
asperge 9 trouwhartig 11. stee 12.
roet 13 asemmer 15. Akron 17. adder
19. ovaal 21. nodig 22. dreg 23. ever
25. inrit 26. Oeral 28. aessa 30.
enorm 31. Maarten 34. meer 36.
lint 37. naargeestig 38. trapper 39.
snoever.
Verticaal: 1. meestal 2. sire
3. gruis 5 Spree 6. emir 7. eksters
8. thema 9. terroristen 10. goedge
lovig 13. anagram 14. raderen 16.
ovens 18. divan 20. lot 21. neo 24.
adamant 27. amateur 29 dreef 32.
aarde 33. etsen 35. ramp 36. Lire.
I
frWIIIIIIIWinn Wij seven raad
Grote hoeveelheid stro en
turfstrooisel ging in
vlammen op
VENRAY. Waarschijnlijk ten-
gevolge van storing in de diesel
motor, waarmee een stro-pers werd
aangedreven, is een hevige brand
uitgebroken in de opslagplaats van
de Boerenbond teSnolgen. De pers.
ongeveer 80.000 kg stro en 450 pak
ken turfstrooisel gingen in vlam
men op. De Meerlose brandweer
wist het gebouw grotendeels te
redden.
Wetsontwerp hulp aan
buitenland door
Truman getekend
WASHINGTON.. President
Truman heeft Vrijdag het wets
ontwerp inzake hulp aan het
buitenland ten bedrage van
6.447.730.750 dollar getekend. Het
bedrag is 18,6 procent minder dan
hetgeen hij zelf noodzakelijk had
geschat. Door deze handeling is het
ontwerp wet geworden.
Nieuwe commandant voor
N.-Europese NATO-sector
WASHINGTON. Dc Amerl-
kaanse luchtmacht heeft generaal-
majoor Carter benoemd tot bevel
hebber van de geallieerde lucht
strijdkrachten in de Noord-Euro-
pese sector van de NATO. HU volgt
in deze functie generaal-majoor
Taylor op. wienst nieuwe taak nog
niet bekend is gemaakt.
De op het eerste gezicht misschien wat eigenaardige slagzin: „Huur
schuld ls brengschuld", wordt door Juristen wel gebruikt om te kennen' te
geven, dat de huurder, die wordt aangesproken wegens wanbetaling, zich
er niet op kan beroepen, dat de verhuurder verzuimd heeft de huur op te
halen, zelfs niet wanneer het in een bepaalde plaats of streek gebruikelijk
ls, dat de verhuurder de huur laat ophalen. De wet legt op de huurder de
verplichting te zorgen dat de huur bü de verhuurder komt en zU legt niet
op de verhuurder de verplichting t« zorgen dat hü zijn huurpenningen
binnen krUgt.
Alleen wanneer bij de huurover
eenkomst nadrukkelijk zou zijn
overeengekomen, dat de verhuurder
de verplichting op zich neemt de
huur op te halen, zou op dit be
ginsel een uitzondering kunnen
worden gemaakt, maar een derge
lijke clausule wordt slechts zelden
in een huurovereenkomst opgeno
men.
J. P. schrijft: Ik ben een paar
weken ziek geweest. De eerste
week moest ik drie wachtdagen
doormaken cn daarna ontving ik
80% van mUn loon. U begrijpt, dat
Ik er slecht voorzat. Ik heb toen
aan de man. die de huur ophaalt,
gezegd, dat ik die eerste week geen
huur zou. betalen, maar dat ik de
achterstand zo gauw mogelijk zou
inhalen. Sindsdien is de huur niet
meer bij mij opgehaald Toen ik
zes weken achterstand had. kreeg
ik een dagvaarding voor het kan
tongerecht tot ontruiming wegens
huurschuld. Nu vraag ik U, is dat
nu rechtvaardig?
Antwoord: Volgens dc wet hebt
U verkeerd gehandeld. Hoe moei-
lUk de situatie voor U ook was.
ziekte kan niet worden beschouwd
als een reden de huur niet te be
talen. U had in ieder geval, toen
U bemerkte, dat de huur niet meer
werd opgehaald, deze per postwis
sel of giro moeten overmaken. Om
ontruiming te voorkomen dient U
onmiddellijk de gehele achterstalli
ge huur te betalen plus de kosten
van het proces. Als U de Rechter
de zaak uitlegt, wil die misschien
wel zo vriendelijk zijn U een ter
mijn te geven om de zaak af te
betalen. 0 moet dat vragen op de
terechtzitting, waarop de zaak vol
gens de dagvaarding behandèld
wordt. Kunt U het voor die datum
nog met Uw verhuurder eens wor
den. dan is dat des te beter.
W. K. schrijft: Ik heb met mijn ver
huurder een proces gevoerd over ont
ruiming. Dat proces heeft de verhuur
der verloren Gedurende het proces wil
de de verhuurder geen huur aannemen.
Toen ik dc huur per postwissel over
maakte. zond hU die terug. Nu wil hU
echter dat lk de achterstallige huur
voldoe, maar Ik redeneer: „hll heeft
zelf gezegd, dat hU de huur niet wilde
hebben cn dus heeft hU nu zUn recht
verspeeld".
Antwoord Het Is heel gewoon, dat
een verhuurder tijdens hol proces de
huur niet accepteert. HU doet dit om te
voorkomen, dat uit het aannemen van
dc huur zal worden afgeleid, dat hU
ermee accoord gaat. dat de huurder het
huls nog bewoont. Geen rechter zal
daarom uit het weigeren van dc huur
concluderen, dat de verhuurder van
plan is de huurder voor niets te laten
wonen De huurder moet in zo'n geval
de huur opzU leggen en na afloop van
het proces alles betalen. Wel doet do
huurder er goed aan te zorgen, dat hij
bewUzen heeft, dat de verhuurder do
huur geweigerd heeft, zodat de huur
der later niet kan worden aangewreven,
dat hij ln verzuim was. Per postwissel
of giro betalen dus, cn de strookjes
goed bewaren.
In Uw geval raden wij U aan met do
verhuurder een betalingsregeling to
treffen. Denkt U er aan. dat het voor
stel redelllk moet zijn-» Men kan niet
zeggen: „Kom iedere week maar twee
kwartjes halen Maar inhalen van -Je
achterstand, door een tijdlang 2 maal of
l'.a maal het huurbedrag te betalen,
wordt ln gevallen als de Uwe waarin de
schuld bU de huurder lag. door do
meeste rechters wel aanvaard
door
A. S. M. Hutchinson
62
III
Tegen half elf was dc heer Brun
ger bezig een „ongevraagde aanbe
veling" te dicteren, bestemd voor
de vrouw van een groentenman. die
zich de vorige dag bu de politie
rechter beklaagd had over mishan
deling door haar man.
„Ik verdacht mijn man van on
trouw, maar ik had geen bewijzen",
dicteerde de heer Brunger, „toen ik
er toe overging uw hulp m roepen.
Ik moet zeggen
Op dat ogenblik rinkelde dc te-
lefoonbel. De heer Brunger hield
op met dicteren en nam de hoorn
van de haak.
„Spreek ik met het detective
bureau Brunger?", vroeg een stem.
„Inderdaad", antwoordde de heer
Brunger met de hoge stem, waar-
mee hU elk gesprek placht te be
ginnen.
„Ik ben Christopher Marrapit, van
Heron's Holt. Paltley Hill, in Sur
rey. Ik..
„Een ogenblik", zei de heer Brun.
ger. „Is het vertrouwelijk?"
„Er is grote haast bij. Ik
„Een ogenblik alstublieft. In dat
geval moet de privé-secretans van
de heer Brunger de boodschap aan
nemen."
De heer Brunger legde de hoorn
neer, deed enkele passen door de
kamer, nam de hoorn weer op, en
zei met een diepe basstem: „Bent u
daar nog?"
Het zenuwachtige verhaal, dat hij
te horen kreeg, werd door de heer
Brunger verschillende malen onder
broken met opmerkingen als: „Ze
ker Inderdaad Juist, meneer
MarrapitIk begrijp u volko
men En toen: „Meneer Brunger
zelf? Die ls op het ogenblik moei
lijk te bereiken, meneer. Meneer
Brunger heeft iemand bij zich van
Scotland Yard „Goed, ik zal
het voor. u proberen. Blijft u even
aan dc lUn?"
In zijn functie van privé-secreta-
ris dronk de heer Brunger een teug
uit de karaf water, die op de
schoorsteenmantel stond om zijn ge
kwelde keel wat verlichting te ge
ven. In zUn kwaliteit van de grote
detective zelf schreed hij weer naar
de telefoon, en nadat hij een aantal
leugens ten beste gegeven had, die
zelfs de jonge Issy Jago met grote
bewondering vervulden, zei hij, dat
hU om drie uur ten huize van de
heer Marrapit zou zijn.
„Misschien is het werkelijk een
grote zaak, Issy", zei hij, nadat hij
de peuk weer aangestoken had,
„misschien is het maar een kleinig
heid. Maar wat je ook zegt en wat
je ook doet. je moet altijd zorgen,
dat je indruk maakt op je cliënt.
Indruk maken op de cliënt,
Issy. Neem dat van mij als een axio
ma aan. En als ik je weer snap, dat
je achter mijn rug een trekje aan
mijn sigaret doet, dan pak ik je bu
je lurven en ik smijt je die deur
uit. Pas dus op!"
Tegen twee uur begonnen de re
sultaten van de actie, die de heer
Marrapit op touw gezet had, binnen
te lopen.
De schoteltjes melk, die langs de
muur van Heron's Holt geplaatst
waren, hadden alle katten binnen
een straal van drie kilometer van
het landgoed aangetrokken. Fletcher
en Frederick lagen voortdurend op
de loer. aangevuurd door de heer
Marrapit.
Om half drie verschenen de
dorpsjongens, die namens de heer
Marrapit gemobiliseerd waren, aan
het hek. Elk van de jongens had
een kat onder zün arm, sommigen
droegen er twee. De heer Marrapit
begaf zich Ijlings naar het hek om
de in het gelid opgestelde jongens
te inspecteren.
..Verschyn één voor één voor mijn
aangezicht", commandeerde hy.
Ze passeerden de revue. Alle Jon
gens werden door de heer Marrapit
niet een grauw en een snauw afge
blaft. Elke snauw kwam hierop
neer, dat hij zich afvroeg hoe rnen
kon veronderstellen, dat het onge
lukkige creatuur, dat men hem on
der de neus hield, de Roos van
Saron kon zyn.
Ja. hoe kon het de Roos van Sa
ron zijn, want die deed zich op
hetzelfde ogenblik te goed aan de
melk, die George in een limonade-
fles naar de vervallen hut gebracht
had, terwUl hy zelf op de drempel
van de voordeur een sigaret stond
tê roken.
Om drie uur precies arriveerde de
heer David Brunger.
Hij werd naar de kamer gebracht,
waaruit de Roos verdwenen was en
had daar een onderhoud met de
heer Marrapit, dat een half uur
duurde. Na dit half uur verscheen
de heer Marrapit op het grasveld.
Hij zag bleek, en toen hy begon te
spreken klonk zun stem hol en
beverig.
„Stop! Stop! Haal de melk weg!
De Roos van Saron is niet ver
dwaald. Zij is gestolen!"
Fletcher zei niet, maar haalde
zijn slak te voorschijn en wierp zich
met het hoofd voorover in de strui
ken.
En Frederick riep: „Goddank! Ik
ben dat zoeken al lang zat!"
V
De Roos was gestolen. Dat had de
heer Brunger gezegd, nadat hij het
venster van de kattenkamer onder
zocht had en de sporen gezien,, die
de schoenen van George op de ven
sterbank hadden achtergelaten. Bui
ten zocht de grote detective naar
voetstappen, maar die waren uitge
wist door de hevige regenval tus
sen het ogenblik van de misdaad en
dat van de ontdekking. Maar om
indruk op zijn cliënt te maken
weerde de heer Brunger zich dapper
met een meetlint en een opschrijf
boekje, hij nam de maat van alle
schoenen, die zich in huis bevon
den, van het raam en van de ka
mer, in nette kleine pakjes verza
melde hy monsters grint en aarde
en haar van de Roos van Saron.
Om zes uur was hy klaar. Om
tien uur kwam George terug. In
de studeerkamer hield het drietal
krijgsraad. Met zijn potlood tikte
de heer Brunger op zUn notitie
boekje en op de kleine pakjes en
zei: „Weest u niet ongerust, meneer
Marrapit. Ik ben er zeker van, dat
wc de dader zullen vinden Ik ben
trouwens van mening, dat we hier
te doen hebben met een bende. Een
bende!"
„Piecies mijn idee!" zei George.
De heer Brunger accepteerde de
interruptie met de hoffeiykhcid
van iemand, Uie een klopje op de
schouder van een ondergeschikte
kr|igt.
„Een bende", herhaalde dc heer
Brunger, die zelf zichtbaar van
dit woord genoot. „Wij detectives
zeggen niet graag iets definitiefs
totdat we de hand op de dader
gelegd hebben, dat laten we aan de
amateurs over, de beunhazen, de
kwakzalvers in ons beroep." De
beroemde particuliere detective tik
te met zijn wijsvinger op de tafel
en ging verder: „Maar dit kan ik
wel zeggen. Niet alleen een bende,
maar een bende van desperado's,
die nergens voor staat."
(wordt vervolgd)