Zakelijkheid en romantiek naderen elkaar op huize ..Scho venhorst VOORAL VOOR DE VROUW Muizen Huisvrouwen hebben ook recht op „ziekteverzekering 1.05 Frankrijk blijft: land van krotten en kastelen Tpen' Prijs per tube Deskundige helpsters moeten zorg voor gezin overnemen Mooie kamer: onwaardige pronkzegt Goed Wonen Je hebt mooi-wezersen horizon-hunkeraars „Onder invloed" op de fiets Vrijdag 27 Juni 1952 5 (Advertentie LM.) 1 eoU 1 1 vóór de IJ ET hotel naast ons zit opeens J vol anders-praters. De avond daarvoor stond de baas nog mieze rig op het natte terras temidden van de verregende vlaggen en nu doet iedereen daar of er een zil- vervlaot binnen is. De koks staan de ganse dag voor het fornuis en we ruiken de vreemdste dingen Onze werkster is door dat alles uit haar dommel ont waakt Ze zingt weer. en boent gre tiger dan ooit de plek van de stoep, van waar je in de hotelkeuken kunt kijken. Zoontje vindt als alt\jd al leen de autobussen belangrijk. „Deze ayn van plestik", roept-ie, „met van die frommels in het dak." Dikke zusje blijft Lexje ondanks ruzie en gepiep, trouw. De anders praters hebben een paar kinderen bij zichmaar die krijgen geen kans. ,lk vin' ze eng," zegt ze, „ik vin' ze heel erg eng." „Met Lexje is het anders ook niet alles," jammert de werkster, „die knul heeft er al heel wat traantjes gekost." Maar dat is dikke zusjes zaak, daar blijven we af. Op een middag echter zijn ze zó zoet en geruisloos, dat de kloek in me onraad vermoedt. Daar zitten ze op de stoep: ze staren zorgelijk in het gras. „Heb die van jou gezucht?" vraagt Lexje. „Daarnet," zegt dikke zusje, „daar net precies." „En heb-die gekekc?" „Ze oog zit vast," knikt zusje, „ze andere ook. Hij ts boos." „Hij slaapt", vindt Lexje. ,,'s Nietes," volhardt zusje. Meteen steekt ze d'er handjes uit en raapt wat op. Iets grijzigs met een staart, dat daarnet nog roerloos op z'n rug in het gras lag. Een muis, nu ligt er nog één. „De mijne is dik," praat ze tevre den. „de jouwe is dun." „Maar ik heb een step," brult Lexje gekwetst en hij peest naar de trap van het hotel. Zo'n ruzie is tenslotte zo voor mekaar. Op eigen terrein lucht hij z'n grieven in fer- (Van onze redactrice voor Sociale Zaken) „Een huisvrouw heeft geen tijd om ziek te zijn." Dat hebt u vast meer dan eens een vriendin horen zeggen. En als u zelf een gezin hebt met een paar kinderen zult u hartelijk met haar hebben ingestemd. De meeste huishoudingen lopen grondig in het honderd, wanneer de vrouw ziek op bed ligt. Een vaste hulp in de huishouding, die de taak van de huisvrouw kan vervullen, kunnen tegenwoordig nog slechts weinige gezinnen zich veroorloven. De zieke huisvrouw is aangewezen op een vriendin, een buur vrouw of een familielid, die een paar uurtjes komt helpen. Zijn de kin deren wat groter, dan proberen zij de taak van moeder zo goed en zo kwaad als het gaat te vervullen. Wanneer er helemaal niemand anders te vinden is. blijft de man een paar dagen van zijn werk thuis om voor de huishouding en de patiënt te zorgen. Erg bevorder lijk voor de rust van de zieke is dat meestal niet. Zij weet. dat haar vriendin ook haar eigen plichten heeft, dat haar kinderen nog te jong zijn om voor de huishouding te zorgen, en dat haar man zijn werk niet hoort te verzuimen. Het gevolg is dus. dat de meeste vrou wen zo lang blijven rondlopen, als het maar even gaat. en vaak eer der weer aan de slag gaan dan medisch verantwoord is. En daar om is het nodig, dat de taak van de huisvrouw tijdens haar ziekte waargenomen wordt door een des kundige gezinsverzorgster. Wij heb ben u daar vroeger al eens iets over verteld. Na de oorlog zijn een groot aantal verenigingen begonnen met meisjes voor deze taak op te leiden. Die gezinsverzorgsters zijn in dienst van verenigingen die zich bezig houden met maatschap pelijk werk, en worden ter be schikking gesteld van gezinnen waar de huisvrouw door ziekte niet in staat is haar taak te vervullen. Dat is voortreffelijk. Er zijn echter aan de bestaande toestand twee ernstige bezwaren verbonden: er zijn niet genoeg gezinsverzorgsters en de gezinsverzorging heeft geen gezonde financiële basis. Het ge volg van deze financiële moeilijk heden is weer. dat de gezinsver zorgsters voor hun in het algemeen vrij zware taak maar een betrek kelijk bescheiden salaris krijgen en dat de toeloop naar dit beroep dus niet zo groot is als hij hoorde te zijn. Het is dus nog lang niet zo ver, me termen van: „En nou nooit meer." Bij de kraan sop en schrob ik het beteuterd dikke zusje. Ze staat heel stil met ronde verbaasde ogen en laat al die zinnen met „Dat mag niet" en de rest, over zich heen gaan. Alleen als ik vraag hoe ze aan die muizen komt, zegt ze met dezelfde toegewijde bewondering: „Van Lèxje". BIBEB. Nu alle huizen, die er in ons land verrijzen, zo petieterig klein zijn, is natuurlijk bij de inrichting van die huisjes het belangrijkste, hoe men dat beetje ruimte zo goed en zo doel matig mogelijk inricht. Veel ge meenten en grote bedrijven rotipen de hulp van de stichting „Goed Wo nen" in om de aanstaande bewoners bij de oplossing van dit probleem te helpen. En „Goed Wonen" zet dan een binnenhuis-architect aan het werk, die dat vraagstuk op papier oplost, waarna de stichting zijn plan uitvoert en een modelhuis inricht, waar de mensen zich een idee kun nen vormen van de mogelijkheden. Een idee vormen van de moge lijkheden: verder kan „Goed Wo nen" niet gaan. Want behalve dat al die aanstaande bewoners hun eigen smaak meebrengen, heeft ook elk gezin eigen behoeften. Als er kleine kinderen zijn b.v.. dan moet er ergens een speelhoek kunnen worden ingericht; zijn er grote kin deren, dan moeten die ergens rustig hun huiswerk kunnen maken. De AKU heeft in Ede nieuwe ar beiderswoningen laten neerzetten en „Goed Wonen" gaf de binnen- huis-architecte. mevr. L. Licht Lankelema opdracht daar nu eens alles uit te halen wat er in zat. De huizen bevatten beneden een woon kamer en een keuken, boven drie slaapkamertjes en een badcel. Me vrouw Licht ging uit van een ge zin met een dochtertje van veertien jaar en twee kleine zoons. En u moest eens zien, hoe zij in de toch ver van grote woonkamer nog een prettige speelhoek voor de jonge tjes wist af te zonderen met een kast, waarin het speelgoed kan wor den geborgen en die tegen de muur kan worden geklapt, zodat als de kinderen naar bed zijn, de rommel letterlijk van de vloer is. En omdat zo'n kast, als je hem zou moeten kopen, duur zou komen. levert de AKU er voor een kwartje een werktekening van. zodat alle vaders die kast zeil kunnen timmeren. Een werktekening is er ook te krijgen van het bed in het meisjeskamertje, dat zo werd geplaatst, dat er wa rempel nog ruimte overbleef! De sociale werksters van de AKU, die eens bij „Goed Wonen" kwamen kijken, hadden er een hard hoofd in. „Wij vinden het maar vreemde meubels, dus zullen de bewo ners er helemaal niet aan willen", zeiden zy. En „Goed Wonen" zei: „Dat hoeft ook niet. U hoeft heus geen „Goed Wonen"-meubels te nemen. Trou wens, de meesten van de bewoners zullen wel meubels hebben. Maar wij willen alleen laten zien, dat door een doelmatige verdeling van de ruimte er zoveel kan worden be reikt." „En de mooie kamer", zeiden de sociale werksters. „De mensen wil len nu eenmaal een mooie kamer, ook al zitten ze er nooit." „En dat," zei Goed Wonen, „is nu onze en uw taak: de bewoners dui delijk maken, dat het onwaardig is er een kamer op na te houden, waarin men niet woont maar die al leen maar dient voor de pronk. Maar ons lijkt, dat de aanstaande bewo ners onmiddellijk zullen zien, dat de eettafel veel beter tegen de muur, vlak onder het doorgeefluik je naar de keuken staat, dan mid den in de kamer, zodat er geen ruimte meer overblijft. En dat een lamp, precies van het middelpunt van het plafond afhangend, heus geen onmisbaar attribuut is." dat iedere huisvrouw zich kan ver oorloven rustig ziek te zijn. En daarom is het denkbeeld geop perd een verplichte gezinsverzor gingsverzekering in te voeren. Het is nog niet zo lang geleden, zo re deneert men, dat een werknemer zich ook niet kon permitteren ziek te zijn. Maar in 1930 werd de Ziek- tewet ingevoerd, en sindsdien werd in geval van ziekte 30% van het loon uitbetaald. De huisvrouw heeft ook recht op een „ziekteverzeke ring". Het meest afdoende wordt zij geholpen wanneer een deskun dige kracht haar taak komt over nemen. Een dergelijke verplichte gezinsverzorgingverzekering zou alle gezinnen moeten omvatten. Als premie zou een bepaald percen tage (2-3%) van het inkomen moe ten worden betaald. Bij zeer lichte ziektegevallen, die korter dan een week duren is ver schaffing van hulp niet nodig. En wanneer de huisvrouw niet op bed ligt. acht men het ook beter geen gezinsverzorgster in te schakelen, aangezien men dan wrijving tus sen de huisvrouw en de gezinsver zorgster verwacht. De tijd gedu rende welke een hulp kan worden gegeven zou wel moeten worden beperkt, maar toch ruim dienen te worden gesteld: men denkt aan een termijn van een jaar. Gezinnen waar de huishoudelijke arbeid grotendeels door personeel wordt verricht, hebben natuurlijk geen behoefte aan een gezinsver zorgster wanneer de huisvrouw, maar wel wanneer de huishoudelij ke hulp ziek is. De uitzending van helpsters zou evenals thans moet. blijven geschie den door verenigingen op levens beschouwelijke grondslag. In Neder land vindt men het nu eenmaal prettig wanneer de gezinshulp be hoort tot dezelfde geestelijke sfeer als het gezin. Met de technische uit voering van de verzekering die zo eenvoudig mogelijk moet wor den gehouden zouden speciale or ganen. die in nauw contact staan met de uitzendverenigingen. moeten worden belast. Er zouden onder een verplichte gezinsverzorgingsverzekering 2% millioen gezinnen vallen, en er zou den 50 00060.000 gezinsverzorgsters nodig zijn. U ziet, dit plan waar van wij u slechts enkele hoofdlijnen hebben kunnen schetsen is dus van grote omvang En in ons be dachtzame landje zal er nog heel wat gepraat moeten worden voor het zover is. Een sociale verzekering voor de huisvrouw: voor velen zal het een begrip zijn waaraan zij moeten wen nen. Als men comforta bel wonen noemt: een huis of appartement met lucht, waterlei ding, gas, electriciteit, met een eigen w c. en een toilethokje, waarin douche of bad, dan kunnen in Frankrijk hieroo van duizend woningen gemiddeld slechts 12 aanspraak maken. De Alpes-Maritimes, in het Zuiden van 't land, zijn het beste bedeeld. Daar zijn 161 van de 1000 appartementen van moderne gemakken voorzien. Maar in Parijs is in dit op zicht nauwelijks 12 procent der bevolking bevoordeeld. Zo blijft Frankrijk het land van kastelen en het land der krot ten. En meer dan twee millioen fami lies leven in uiterst ongunstige hygiëni sche toestanden, vijf en dertig duizend Parijse families in een één-kamer- wo ning. Wie een behoorlijk appartement heeft, behoudt het. Zelfs als hij naar Amerika vertrekt of waar dan ook naar toe, ja zelfs als hij in de provincie is gezeteld, hij weet al tijd wel iets te vinden, opdat de autoriteiten hem met rust laten. En dit ongezonde egoïsme is de oorzaak dat gehele gezinnen met t.b.c. worden bedreigd, als ze het tenminste nog niet hebben. Parijs is overbevolkt. Parijs is oud. Twee en twintig duizend ne gen honderd twintig huizen (27.2 procent van het totaal) zijn vóór 1851 gebouwd. Het jongste arron dissement van Parijs is het zes tiende en in 1946 waren de huizen daar gemiddeld reeds 54 jaar oud! Tussen al de oude stenen leven vele oude mensen, die voor niets ter wereld naar de provincie zou den willen worden overgebracht. Dus moeten de jongeren maar wachten. De Fransman, vooral de Parijze- naar is gedurig ontevreden, al ziet men hem dat dan ook niet altijd aan. En het kan best zijn dat hun sombere bestaan in de povere woningen, hiervan de oorzaak is. MONIQUE. IMPRESSIES VAN EEN SIMPELE ZIEL 5V lp t zijn vele types van buitenland-reizigers; zodra men over de grens komt en des avonds op het hotelterras zit, kan men ze duidelijk van elkander onderscheiden. Het veelvuldigst komt voor het Mien-heb- jij-mijn-washandje"-type. Hiertoe behoren de busreizigers, 164, alles inbegrepen. Zij voe len zich veilig, in de bus met elkaar, hoeven geen buitenlands te praten dat wordt voor hen gedaan hebben geen geldzorgen, want de f164, alles inbegrepen, is al betaald. Ze zwaaien en juichen als ze een Nederlander zien. Ze presenteren zuurtjes en zingen I „MOOI-WEZERS". Ze willen alleen van „Hoe zachtjes glijdt ons bootje", maar mooi wezen. Het hele buiten- ze gieren om die éne grappenmaker land is alleen maar achtergrond in de bus, en ze zijn dairom zo voor hun zonnepak. De bergen zien sympathiek omdat ze niet geblas- ze in de spiegel van hun poeder- seerd zijn. niets snobbistisch hebben j doos. Maar op hun schoentjes kun- en omdat men het genot met grote nen ze niet klimmen, met dat bad- soeplepels van hen af kan scheppen. Moeilijker zijn de „HORIZON- HUNKERAARS". Dit zijn mannen. Zij zitten op een motor of In een auto en zouden het liefst tot de ster Sirius doorrijden, met één keer pauze voor een plasje. Zij hebben vrouwen bij zich. die ongelukkig kijken en uitsluitend uitroepen: „Wat Is het hier fijn. Jan, wat zou ik graag een paar dagen hier blij ven, Jan!" Maar de horizon-hunke raars bleven maar hunkeren en blijven maar racen. De plaats waar ze zijn is niet mooi. Honderd kilo meter verder zal het pas beginnen. En dan een vrouwelijk soort, de pak kunnen ze niet zwemmen en met die jurk kunnen ze niet in t gras zitten. Zij hebben mannen, die ongelukkig kijken. Vervolgens het „DAT-MOET-JE- GEZIEN-HEBBEN"-type. Ze willen nooit iets zien, maar ze willen al les hébben gezien Met de gids in de hand kruipen ze iedere grot in, en lezen hardop voor. hoe koud het er is. Een kathedraal, die niet in de gids staat, hoeven ze geluk kig niet te hebben gezien. MAAR nu de „TOURISTEN- HATERS". Weliswaar zijn ze zelf tourist, maar ze mijden alle anderen, alsof het brilslangen waren. Ze kijken naar prentbriefkaarten en souvenirs, of het iets vies van een zieke kat is. Ieder gebouw, wat al eens door een andere tourist is bekeken, lopen zij walgend voorbij, en ze hollen met een boogje om elk hotel waar voor een auto staat. Tenslotte logeren ze in een grauw logement tegenover een zwavel- zuurfabriek. „Hier zijn gelukkig geen toerlsten.,• zeggen ze. De allerongelukkigste reizigers zijn de „TOBBERS". Je hebt ze in soorten, meestal zijn het vrouwen. Behalve hun onderjurken hebben ze thuis hun zorgen ingepakt, tien ton zorgen, die ze vóór zich neer zetten in het buitenland; zachtjes en zeurderig beginnen ze dan te tobben En behalve de gewone tob- bers zijn er. de REKEN-TOBBERS", ook vrouwen, die bij elke maaltijd zeggen: „Dat zou ik thuis nou voor één gulden zeventig klaar maken. En „lekkerder!" Niet te vergeten de „WAT-ZOU-LINEKE-DOEN- TOBBERS. Vervolgens zijn de „PENSION- UITZITTERS", die al de eerste dag in de gaten hadden dat „het niks was", maar toch hun veertien dagen moeten uitzingen, mokkend tegen hun servetzakje En de „HONDSDRAF-en-TURE- LUURKENNERS". die overal waar ze komen, meteen het veld inschie ten om zeldzame snavelroetmoptor- ren te vangen. En de „EETREIZI- GERS", die van de ene poularde naar de andere sauce rijden- Ten slotte de „MENSENKIJ KERS". een bijzonder naar soort reizigers, die maar niet kunnen nalaten alle mensen in types in te delen. ANNIE M. G. SCHNUDT. IN den jare 1848 en nog vele jaren daarna konden bewo ners of wandelaars langs de weg UtrechtAmersfoort el ke Vrijdagavond een rijtuigje voorbij zien rijden, waarin een bekend Utrechts burger geze ten was. Hij sloot als advocaat en fabrikant zijn werkweek op Vrijdag af, schudde dan het Utrechtse stof van de voeten en reisde naar Putten. In Amersfoort werd even gepau zeerd voor het versterken van de inwendige mens de be scheiden maaltijd bestond uit beschuit met melk om dan de reis voort te zetten naar een heidegebied tussen Putten en Garderen, waar hij 's nachts om twee uur aankwam. In 1863 opende de N.C.S de lijn naar Zwolle, zodat hij van dat jaar af de reis per trein kon ma ken. Gastvrijheid WAS deze Utrechter een voor loper van de hedendaagse fo rens? In zekere zin ja. Men moet echter niet denken, dat hfj naar de Veluwe trok om in de natuur al leen te genieten van rust en schoon heid Neen. deze Utrechter, mr H. J Schober. die naast rijn rechts kundige praktijk nog deelnam aan de leiding van een industrieel be drijf (de voorloopster van de Ko renschoof!) zat ook tijdens het weekeind niet stil. 's Zondagsnachts reisde hij weer naar zyn stedelijke bezigheden terug. Hij deed aan ont ginning. een taak die in die dagen actueel werd, omdat er een kans in lag om de verarmde bevolking van ons land aan nieuwe economische mogelijkheden te helpen. In die tijd zat het ontginnen van heidegron den in de lucht; thans probeert men de heidegebieden, die er noe zijn zo veel mogelijk te behouden. Wel nooit ging hij zonder een aantal bijzondere zaden op stap: za den van coniferen uit andere we relddelen. In latere jaren, toen rijn landgoed „Schovenhorst" bebost was met naaldbomen van de meest di verse soorten, zij het alle uit een gematigd klimaat, kon hij schert send verklaren, dat hij al die trotse bomen in zijn vestzak naar Putten had gebracht.... Pionier PIONIERS zoals mr Schober, moeten ook een beetje geluk hebben; welnu hij had geluk. Niet alleen dat hij de grond, althans de eerste percelen van de gemeen te Putten en enkele andere eige naren kon kopen tegen de voor onze begrippen ongelooflijke prijs van 8 a 9 gulden per hectare het bleek, dat juist deze grond, wat lang niet met alle heidegrond het geval is. uitstekend geschikt was voor bosbouw. Volgens geologen bevond deze heide zich op z.g. ..ge stuwd prac-glaciaal". een bodem, waarop in vroeger eeuwen zeer waarschijnlijk reeds een bos heeft gestaan! Aan oorspronkelijke ideeën moet een goed pionier ook volharding paren. Ook deze is mr Schober in grote mate deelachtig geweest. Toen hij de weg van Putten naar Gar- deren, voor zover deze door zijn landgoed liep, wilde doen verharden en daarvoor de goedkeuring en me dewerking van ae gemeente Putten nodig had, werden zijn plannen om zuinigheidsreden afgewezen. Hij liet echter niet af en kwam telkens weer met nieuwe voorstellen. De raad van Putten heeft aan deze kwestie niet minder dan twintig vergaderingen gewijd en zelfs leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten moesten er aan te pas ko men. Over de vraag of aan mr Schober in het jaarlijks onderhoud van de weg een subsidie zou wor den toegewezen van 20 dan wel van 25 gulden moest, daar de stemmen in de gemeenteraad staakten, het lot beslissen!... Schovenhorst zou nooit het trotse berit geworden zijn wat het nu is, wanneer niet naast volharding en geduld ook soberheid en doorzicht eigenschappen van de stichter wa ren geweest. Soberheid ook. Zijn dochters boudeerden later wel eens. uat zij nooit anders dan in katoen gingen, terwijl Schovenhorst m flu weel werd gekleed Lupine-vader Hoewel geen bioloog of kwe ker van huis uit, doorzag mr Schober, die uiteraard een groot natuurliefhebber was. bepaalde za ken eerder dan menige vakman. Hij verzette zich met hand en tand. zoals later bleek volkomen terecht, tegen het gebruik van heideplag gen en strooisel uit de bossen als stalstrooisel onder het vee. met de bedoeling om dit later weer. ver mengd met mest, op het land te gebruiken. Naar meer dan één zh- de zag hij daarvan nadelige gevol gen. Zodra hij er de lucht van kreeg, dat in het buitenland met succes lupine voor verbetering van de grond werd gebruikt, was hü de eerste om lupine op Schoven- Niet lang geleden maakte de Rotary-club Utrecht een excursie naar Schovenhorst, het landgoed onder Putten, dal ruim een eeuw geleden door een ondenemend Utrechts natuur liefhebber als ontginningsobject op de Veluwse-heide is gesticht Deze imposante bossen leveren een schat aan ervaring op t a.v. de kwestie, welke naaldbossen hier beter dan' de grove den kunnen worden gekweekt en aangeplant. De excursie bracht ons in contact met een merk waardig „bedrijf", dat met grote liefde en kennis van zaken door de huidige beheerders wordt geleid. Wij hebben in neven- gaand artikel iets van de ge schiedenis en het doel verteld. ste aankoop van een groots bos door het Rijk) is hoofdzakelijk te danken aan zijn initiatief. Gastvrijheid Gastvrijheid, zowel tegenover wandelaars en gewone natuur liefhebbers als tegenover de verte genwoordigers der wetenschap uit binnen, en buitenland ter is zelfs een werkhuis voor studenten!) is steeds het devies geweest van Scho- ZOMEREIKEN, acacia, beuk en esdoorn omlijsten aan beide zijden dc fraaie oprijlaan, die voert naar Huize Schovenhorst. Zwerfstenen (erratica), afkom stig van gletcher-morenes, zowel van Noordelijke als Zuidelijke oorsprong, liggen links en rechts van de laan en zijn evenzovele bewijzen van de ouderdom en het bizondere karakter van deze bodem. Een oude familiegroep voor de veranda van Huize Schovenhorst. De enige foto, waarop de drie beheerders samen voorkomen. Geheel rechts mr. J H Schober, dc stichter, links zijn schoonzoon, dr. J. Th Oudcmans, aan zijn hand de huidige beheerder dr. Th. C. Oudemans. horst toe te passen en er propagan da voor te maken. Niet voor niets heette hij wel de „lupinevaaer". Hü deed ook aan de cultuur van eikenhakhout, speciaal voor het verkrijgen van run. later echter niet meer lonend, toen de leerlooie rijen rich van andere, sneller wer kende looistoffen gingen bedienen en ook toen de bakkers geen takkebus- sen meer stookten. Hij verzorgde een moestuin en boomgaard, kweek te orchideeën, anjelieren en ananas en begon met cultuur van hop. die echter in ons land niet rendabel bleek. Mr Schober gaf ook de stoot tot meer dan één landbouwkundige organisatie of nam in de werkzaam heden daarvan een stuwend aandeel Dat de Heidemaatschappij en het Staatsbosbeheer in het leven wer den geroepen is mede aan hem te danken. Nog tijdens zyn leven werd het landgoed van 85 hectare tot 300 hectare uitgebreid. Nog altijd is het in het bezit van de familie, zij het thans, sinds 1046, in de vorm van een N v De tweede dochter van mr Schober huwde met een bioloog, dr J. Th. Oudemans, die in 1901 het beheer van Scho venhorst op zich nam. Terwijl aan het eerste zg kleine „pinetum". een bos van allerhande naaldbomen, de naam van mr Schober verbonden blijft, is het zg- Groot Pinetum ge sticht door dr Oudemans, die ook het Josina Park en het Grandisbos bij de Kolk een klein vijvertje creëerde. Dat het Speulder- en Spriclderbos in 1918 door 't Staats bosbeheer werd aangekocht (de eer- venhorst en deze traditie wordt door dc kleinzoon, dr Th. C. Oude mans, voortgezet, die bij gelegen heid van het honderdjarig bestaan in 1948 een gedenkboek publiceer de, waarvan wij voor dit artikel dankbaar gebruik maakten. Zijn grote streven is er op ge richt het bezit, dat zich thans ook over Veluw Hul en Grindhorst uit strekt, te bewerxen in de trant van zijn voorgangers, maar ook om het Nederlandse publiek meer „bosmin- ded" te maken. Als voorzitter van de Bosbouwvereniging heeft hij daartoe het zijne bijgedragen en bij rondwandelingen en excursies is hij e?n onvermoeid verteller. Hü kent van elke boom de naam en de ge schiedenis, of het een machtige se quoia uit Californië. dan wel een den uit Corsica, Siberië, de Kauka- sus of waar dan ook vandaan is. Zijn zuster, mevr. J. J. Hacke- Oudemans. de medevennoot, tevens bekend archaeologe, werkt in ge- lijke richting mee. evenals zijn vrouw en zijn zwager. Terecht is hij trots op het kort voor de oorlog gestichte Arboretum, waarin naast de naaldbomen ook loofhout wordt gezaaid, terwijl het hier ook niet meer om éénlingen gaat. Wil men goed experimenteren, dan moet men van meerdere exemplaren Iegelijk ervaring kunnen opdoen. De aanleg waarvoor de medewerking is verkregen van de heer Doorenbos uit Den Haag en de landschaps-ar- chitecte mej. A. J. ter Pelkwijk uit Utrecht is zeer systematisch ge schied, waarbij elke sector een be paalde landstreek vertegenwoordigt. Zo kan men zich na enkele minuten verplaatsen van b.v. 't Atlantisch- loofhoutgebied naar Japen of de Himalaya. Ook de paden zijn zeer breed. Dat dc Douglas-den (vroeger zei men spar. maar de namen ver anderen schijnt het bij elk congres) is wel de lievelingsboom; begrijpe- lük, daar men hiermede in de loop der jaren het meeste succes heeft geboekt. Men behoeft dit alles niet te we ten, om tóch te kunnen genieten van deze unieke bossen met hun rijke afwisseling en hun long en geest verkwikkende atmosphecr. Econo mische doeleinden hebben aan deze stichting ten grondslag gelegen en nog altijd staat de economie voorop. De bedoeling is en blijft het zoeken naar coniferen, die in een kortere Eeriodc een grotere hoeveelheid out kunnen voortbrengen dan de grove den en liefst van betere kwa liteit. Maar by het streven naar dit doei is tegelükertijd de Veluwe, en wü mogen zeggen ons land, verrijkt met een bosgebied, dat in schoon heid en variatie zyn weerga niet vindt. Wegens het berijden van een fiets onder invloed van alcohol veroor deelde de Utrechtse Politierechter Woensdag een 34-jarlge koopman en een 23-jarige ryksarbeider res pectievelijk tot 30 boete, subs, tien dagen hechtenis en 20, even eens subs, tien dagen hechtenis. Examens RK kweekschool St. Agnes Aan de R. K. Kweekschool St. Agnes deden de volgende dames met goed gevolg eindexamen: Mary S. M. Mols, Hilversum, Helena S. Rikken. Gendt; Joh. G. Th. Stove- rinck, Winterswük; Lcisjc A. Ten- sen, Zwolle; Kee Terpstra, Leeu- warderadeel; Gerharda H. Tholen, Emmen. Alle candidaten slaagden.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 5