Zakelijkheid en romantiek
naderen elkaar op huize
..Scho venhorst
VOORAL VOOR DE VROUW
Muizen
Huisvrouwen hebben ook recht
op „ziekteverzekering
1.05
Frankrijk blijft: land van
krotten en kastelen
Tpen'
Prijs
per tube
Deskundige helpsters moeten
zorg voor gezin overnemen
Mooie kamer: onwaardige
pronkzegt Goed Wonen
Je hebt mooi-wezersen
horizon-hunkeraars
„Onder invloed" op
de fiets
Vrijdag 27 Juni 1952
5
(Advertentie LM.)
1 eoU 1
1 vóór de
IJ ET hotel naast ons zit opeens
J vol anders-praters. De avond
daarvoor stond de baas nog mieze
rig op het natte terras temidden
van de verregende vlaggen en nu
doet iedereen daar of er een zil-
vervlaot binnen is.
De koks staan de ganse dag voor
het fornuis en we ruiken de
vreemdste dingen Onze werkster is
door dat alles uit haar dommel ont
waakt Ze zingt weer. en boent gre
tiger dan ooit de plek van de stoep,
van waar je in de hotelkeuken kunt
kijken. Zoontje vindt als alt\jd al
leen de autobussen belangrijk.
„Deze ayn van plestik", roept-ie,
„met van die frommels in het dak."
Dikke zusje blijft Lexje ondanks
ruzie en gepiep, trouw. De anders
praters hebben een paar kinderen
bij zichmaar die krijgen geen
kans. ,lk vin' ze eng," zegt ze, „ik
vin' ze heel erg eng."
„Met Lexje is het anders ook niet
alles," jammert de werkster, „die
knul heeft er al heel wat traantjes
gekost." Maar dat is dikke zusjes
zaak, daar blijven we af.
Op een middag echter zijn ze zó
zoet en geruisloos, dat de kloek in
me onraad vermoedt. Daar zitten
ze op de stoep: ze staren zorgelijk
in het gras.
„Heb die van jou gezucht?" vraagt
Lexje.
„Daarnet," zegt dikke zusje, „daar
net precies."
„En heb-die gekekc?"
„Ze oog zit vast," knikt zusje, „ze
andere ook. Hij ts boos."
„Hij slaapt", vindt Lexje.
,,'s Nietes," volhardt zusje. Meteen
steekt ze d'er handjes uit en raapt
wat op. Iets grijzigs met een staart,
dat daarnet nog roerloos op z'n rug
in het gras lag. Een muis, nu ligt
er nog één.
„De mijne is dik," praat ze tevre
den. „de jouwe is dun."
„Maar ik heb een step," brult
Lexje gekwetst en hij peest naar
de trap van het hotel. Zo'n ruzie
is tenslotte zo voor mekaar. Op eigen
terrein lucht hij z'n grieven in fer-
(Van onze redactrice voor Sociale Zaken)
„Een huisvrouw heeft geen tijd om ziek te zijn." Dat hebt u vast meer
dan eens een vriendin horen zeggen. En als u zelf een gezin hebt met een
paar kinderen zult u hartelijk met haar hebben ingestemd. De meeste
huishoudingen lopen grondig in het honderd, wanneer de vrouw ziek op
bed ligt. Een vaste hulp in de huishouding, die de taak van de huisvrouw
kan vervullen, kunnen tegenwoordig nog slechts weinige gezinnen zich
veroorloven. De zieke huisvrouw is aangewezen op een vriendin, een buur
vrouw of een familielid, die een paar uurtjes komt helpen. Zijn de kin
deren wat groter, dan proberen zij de taak van moeder zo goed en zo
kwaad als het gaat te vervullen.
Wanneer er helemaal niemand
anders te vinden is. blijft de man
een paar dagen van zijn werk
thuis om voor de huishouding en
de patiënt te zorgen. Erg bevorder
lijk voor de rust van de zieke is
dat meestal niet. Zij weet. dat haar
vriendin ook haar eigen plichten
heeft, dat haar kinderen nog te
jong zijn om voor de huishouding
te zorgen, en dat haar man zijn
werk niet hoort te verzuimen. Het
gevolg is dus. dat de meeste vrou
wen zo lang blijven rondlopen, als
het maar even gaat. en vaak eer
der weer aan de slag gaan dan
medisch verantwoord is. En daar
om is het nodig, dat de taak van
de huisvrouw tijdens haar ziekte
waargenomen wordt door een des
kundige gezinsverzorgster. Wij heb
ben u daar vroeger al eens iets
over verteld. Na de oorlog zijn een
groot aantal verenigingen begonnen
met meisjes voor deze taak op te
leiden. Die gezinsverzorgsters zijn
in dienst van verenigingen die
zich bezig houden met maatschap
pelijk werk, en worden ter be
schikking gesteld van gezinnen
waar de huisvrouw door ziekte niet
in staat is haar taak te vervullen.
Dat is voortreffelijk. Er zijn echter
aan de bestaande toestand twee
ernstige bezwaren verbonden: er
zijn niet genoeg gezinsverzorgsters
en de gezinsverzorging heeft geen
gezonde financiële basis. Het ge
volg van deze financiële moeilijk
heden is weer. dat de gezinsver
zorgsters voor hun in het algemeen
vrij zware taak maar een betrek
kelijk bescheiden salaris krijgen en
dat de toeloop naar dit beroep dus
niet zo groot is als hij hoorde te
zijn.
Het is dus nog lang niet zo ver,
me termen van: „En nou nooit
meer."
Bij de kraan sop en schrob ik het
beteuterd dikke zusje. Ze staat heel
stil met ronde verbaasde ogen en
laat al die zinnen met „Dat mag
niet" en de rest, over zich heen
gaan. Alleen als ik vraag hoe ze
aan die muizen komt, zegt ze met
dezelfde toegewijde bewondering:
„Van Lèxje". BIBEB.
Nu alle huizen, die er in ons land
verrijzen, zo petieterig klein zijn, is
natuurlijk bij de inrichting van die
huisjes het belangrijkste, hoe men
dat beetje ruimte zo goed en zo doel
matig mogelijk inricht. Veel ge
meenten en grote bedrijven rotipen
de hulp van de stichting „Goed Wo
nen" in om de aanstaande bewoners
bij de oplossing van dit probleem te
helpen. En „Goed Wonen" zet dan
een binnenhuis-architect aan het
werk, die dat vraagstuk op papier
oplost, waarna de stichting zijn plan
uitvoert en een modelhuis inricht,
waar de mensen zich een idee kun
nen vormen van de mogelijkheden.
Een idee vormen van de moge
lijkheden: verder kan „Goed Wo
nen" niet gaan. Want behalve dat
al die aanstaande bewoners hun
eigen smaak meebrengen, heeft ook
elk gezin eigen behoeften. Als er
kleine kinderen zijn b.v.. dan moet
er ergens een speelhoek kunnen
worden ingericht; zijn er grote kin
deren, dan moeten die ergens rustig
hun huiswerk kunnen maken.
De AKU heeft in Ede nieuwe ar
beiderswoningen laten neerzetten
en „Goed Wonen" gaf de binnen-
huis-architecte. mevr. L. Licht
Lankelema opdracht daar nu eens
alles uit te halen wat er in zat. De
huizen bevatten beneden een woon
kamer en een keuken, boven drie
slaapkamertjes en een badcel. Me
vrouw Licht ging uit van een ge
zin met een dochtertje van veertien
jaar en twee kleine zoons. En u
moest eens zien, hoe zij in de toch
ver van grote woonkamer nog een
prettige speelhoek voor de jonge
tjes wist af te zonderen met een
kast, waarin het speelgoed kan wor
den geborgen en die tegen de muur
kan worden geklapt, zodat als de
kinderen naar bed zijn, de rommel
letterlijk van de vloer is. En omdat
zo'n kast, als je hem zou moeten
kopen, duur zou komen. levert de
AKU er voor een kwartje een
werktekening van. zodat alle vaders
die kast zeil kunnen timmeren. Een
werktekening is er ook te krijgen
van het bed in het meisjeskamertje,
dat zo werd geplaatst, dat er wa
rempel nog ruimte overbleef!
De sociale werksters van de AKU,
die eens bij „Goed Wonen" kwamen
kijken, hadden er een hard hoofd
in. „Wij vinden het maar vreemde
meubels, dus zullen de bewo
ners er helemaal niet aan willen",
zeiden zy.
En „Goed Wonen" zei: „Dat hoeft
ook niet. U hoeft heus geen „Goed
Wonen"-meubels te nemen. Trou
wens, de meesten van de bewoners
zullen wel meubels hebben. Maar
wij willen alleen laten zien, dat
door een doelmatige verdeling van
de ruimte er zoveel kan worden be
reikt."
„En de mooie kamer", zeiden de
sociale werksters. „De mensen wil
len nu eenmaal een mooie kamer,
ook al zitten ze er nooit."
„En dat," zei Goed Wonen, „is nu
onze en uw taak: de bewoners dui
delijk maken, dat het onwaardig is
er een kamer op na te houden,
waarin men niet woont maar die al
leen maar dient voor de pronk. Maar
ons lijkt, dat de aanstaande bewo
ners onmiddellijk zullen zien, dat
de eettafel veel beter tegen de
muur, vlak onder het doorgeefluik
je naar de keuken staat, dan mid
den in de kamer, zodat er geen
ruimte meer overblijft. En dat een
lamp, precies van het middelpunt
van het plafond afhangend, heus
geen onmisbaar attribuut is."
dat iedere huisvrouw zich kan ver
oorloven rustig ziek te zijn. En
daarom is het denkbeeld geop
perd een verplichte gezinsverzor
gingsverzekering in te voeren. Het
is nog niet zo lang geleden, zo re
deneert men, dat een werknemer
zich ook niet kon permitteren ziek
te zijn. Maar in 1930 werd de Ziek-
tewet ingevoerd, en sindsdien werd
in geval van ziekte 30% van het
loon uitbetaald. De huisvrouw heeft
ook recht op een „ziekteverzeke
ring". Het meest afdoende wordt
zij geholpen wanneer een deskun
dige kracht haar taak komt over
nemen. Een dergelijke verplichte
gezinsverzorgingverzekering zou
alle gezinnen moeten omvatten. Als
premie zou een bepaald percen
tage (2-3%) van het inkomen moe
ten worden betaald.
Bij zeer lichte ziektegevallen, die
korter dan een week duren is ver
schaffing van hulp niet nodig. En
wanneer de huisvrouw niet op bed
ligt. acht men het ook beter geen
gezinsverzorgster in te schakelen,
aangezien men dan wrijving tus
sen de huisvrouw en de gezinsver
zorgster verwacht. De tijd gedu
rende welke een hulp kan worden
gegeven zou wel moeten worden
beperkt, maar toch ruim dienen te
worden gesteld: men denkt aan
een termijn van een jaar.
Gezinnen waar de huishoudelijke
arbeid grotendeels door personeel
wordt verricht, hebben natuurlijk
geen behoefte aan een gezinsver
zorgster wanneer de huisvrouw,
maar wel wanneer de huishoudelij
ke hulp ziek is.
De uitzending van helpsters zou
evenals thans moet. blijven geschie
den door verenigingen op levens
beschouwelijke grondslag. In Neder
land vindt men het nu eenmaal
prettig wanneer de gezinshulp be
hoort tot dezelfde geestelijke sfeer
als het gezin. Met de technische uit
voering van de verzekering die
zo eenvoudig mogelijk moet wor
den gehouden zouden speciale or
ganen. die in nauw contact staan
met de uitzendverenigingen. moeten
worden belast.
Er zouden onder een verplichte
gezinsverzorgingsverzekering 2%
millioen gezinnen vallen, en er zou
den 50 00060.000 gezinsverzorgsters
nodig zijn. U ziet, dit plan waar
van wij u slechts enkele hoofdlijnen
hebben kunnen schetsen is dus
van grote omvang En in ons be
dachtzame landje zal er nog heel
wat gepraat moeten worden voor
het zover is.
Een sociale verzekering voor de
huisvrouw: voor velen zal het een
begrip zijn waaraan zij moeten wen
nen.
Als men comforta
bel wonen noemt: een
huis of appartement
met lucht, waterlei
ding, gas, electriciteit,
met een eigen w c.
en een toilethokje,
waarin douche of
bad, dan kunnen in
Frankrijk hieroo van
duizend woningen
gemiddeld slechts 12
aanspraak maken.
De Alpes-Maritimes,
in het Zuiden van 't
land, zijn het beste
bedeeld. Daar zijn
161 van de 1000
appartementen van
moderne gemakken
voorzien. Maar in
Parijs is in dit op
zicht nauwelijks 12
procent der bevolking
bevoordeeld.
Zo blijft Frankrijk
het land van kastelen
en het land der krot
ten. En meer dan
twee millioen fami
lies leven in uiterst
ongunstige hygiëni
sche toestanden,
vijf en dertig duizend
Parijse families in
een één-kamer- wo
ning.
Wie een behoorlijk
appartement heeft,
behoudt het. Zelfs als hij naar
Amerika vertrekt of waar dan ook
naar toe, ja zelfs als hij in de
provincie is gezeteld, hij weet al
tijd wel iets te vinden, opdat de
autoriteiten hem met rust laten.
En dit ongezonde egoïsme is de
oorzaak dat gehele gezinnen met
t.b.c. worden bedreigd, als ze het
tenminste nog niet hebben.
Parijs is overbevolkt. Parijs is
oud. Twee en twintig duizend ne
gen honderd twintig huizen (27.2
procent van het totaal) zijn vóór
1851 gebouwd. Het jongste arron
dissement van Parijs is het zes
tiende en in 1946 waren de huizen
daar gemiddeld reeds 54 jaar oud!
Tussen al de oude stenen leven
vele oude mensen, die voor niets
ter wereld naar de provincie zou
den willen worden overgebracht.
Dus moeten de jongeren maar
wachten.
De Fransman, vooral de Parijze-
naar is gedurig ontevreden, al ziet
men hem dat dan ook niet altijd
aan. En het kan best zijn dat hun
sombere bestaan in de povere
woningen, hiervan de oorzaak is.
MONIQUE.
IMPRESSIES VAN EEN SIMPELE ZIEL
5V
lp t zijn vele types van buitenland-reizigers;
zodra men over de grens komt en des
avonds op het hotelterras zit, kan men ze
duidelijk van elkander onderscheiden.
Het veelvuldigst komt voor het Mien-heb-
jij-mijn-washandje"-type. Hiertoe behoren de
busreizigers, 164, alles inbegrepen. Zij voe
len zich veilig, in de bus met elkaar, hoeven
geen buitenlands te praten dat wordt voor
hen gedaan hebben geen geldzorgen, want
de f164, alles inbegrepen, is al betaald. Ze
zwaaien en juichen als ze een Nederlander
zien.
Ze presenteren zuurtjes en zingen I „MOOI-WEZERS". Ze willen alleen
van „Hoe zachtjes glijdt ons bootje", maar mooi wezen. Het hele buiten-
ze gieren om die éne grappenmaker land is alleen maar achtergrond
in de bus, en ze zijn dairom zo voor hun zonnepak. De bergen zien
sympathiek omdat ze niet geblas- ze in de spiegel van hun poeder-
seerd zijn. niets snobbistisch hebben j doos. Maar op hun schoentjes kun-
en omdat men het genot met grote nen ze niet klimmen, met dat bad-
soeplepels van hen af kan scheppen.
Moeilijker zijn de „HORIZON-
HUNKERAARS". Dit zijn mannen.
Zij zitten op een motor of In een
auto en zouden het liefst tot de
ster Sirius doorrijden, met één keer
pauze voor een plasje. Zij hebben
vrouwen bij zich. die ongelukkig
kijken en uitsluitend uitroepen:
„Wat Is het hier fijn. Jan, wat zou
ik graag een paar dagen hier blij
ven, Jan!" Maar de horizon-hunke
raars bleven maar hunkeren en
blijven maar racen. De plaats waar
ze zijn is niet mooi. Honderd kilo
meter verder zal het pas beginnen.
En dan een vrouwelijk soort, de
pak kunnen ze niet zwemmen en
met die jurk kunnen ze niet in t
gras zitten. Zij hebben mannen,
die ongelukkig kijken.
Vervolgens het „DAT-MOET-JE-
GEZIEN-HEBBEN"-type. Ze willen
nooit iets zien, maar ze willen al
les hébben gezien Met de gids in
de hand kruipen ze iedere grot in,
en lezen hardop voor. hoe koud
het er is. Een kathedraal, die niet
in de gids staat, hoeven ze geluk
kig niet te hebben gezien.
MAAR nu de „TOURISTEN-
HATERS". Weliswaar zijn ze
zelf tourist, maar ze mijden alle
anderen, alsof het brilslangen waren.
Ze kijken naar prentbriefkaarten en
souvenirs, of het iets vies van een
zieke kat is. Ieder gebouw, wat al
eens door een andere tourist is
bekeken, lopen zij walgend voorbij,
en ze hollen met een boogje om
elk hotel waar voor een auto staat.
Tenslotte logeren ze in een grauw
logement tegenover een zwavel-
zuurfabriek. „Hier zijn gelukkig
geen toerlsten.,• zeggen ze.
De allerongelukkigste reizigers
zijn de „TOBBERS". Je hebt ze in
soorten, meestal zijn het vrouwen.
Behalve hun onderjurken hebben
ze thuis hun zorgen ingepakt, tien
ton zorgen, die ze vóór zich neer
zetten in het buitenland; zachtjes
en zeurderig beginnen ze dan te
tobben En behalve de gewone tob-
bers zijn er. de REKEN-TOBBERS",
ook vrouwen, die bij elke maaltijd
zeggen: „Dat zou ik thuis nou voor
één gulden zeventig klaar maken.
En „lekkerder!" Niet te vergeten
de „WAT-ZOU-LINEKE-DOEN-
TOBBERS.
Vervolgens zijn de „PENSION-
UITZITTERS", die al de eerste dag
in de gaten hadden dat „het niks
was", maar toch hun veertien
dagen moeten uitzingen, mokkend
tegen hun servetzakje
En de „HONDSDRAF-en-TURE-
LUURKENNERS". die overal waar
ze komen, meteen het veld inschie
ten om zeldzame snavelroetmoptor-
ren te vangen. En de „EETREIZI-
GERS", die van de ene poularde
naar de andere sauce rijden-
Ten slotte de „MENSENKIJ
KERS". een bijzonder naar soort
reizigers, die maar niet kunnen
nalaten alle mensen in types in te
delen.
ANNIE M. G. SCHNUDT.
IN den jare 1848 en nog vele
jaren daarna konden bewo
ners of wandelaars langs de
weg UtrechtAmersfoort el
ke Vrijdagavond een rijtuigje
voorbij zien rijden, waarin een
bekend Utrechts burger geze
ten was. Hij sloot als advocaat
en fabrikant zijn werkweek op
Vrijdag af, schudde dan het
Utrechtse stof van de voeten
en reisde naar Putten. In
Amersfoort werd even gepau
zeerd voor het versterken van
de inwendige mens de be
scheiden maaltijd bestond uit
beschuit met melk om dan
de reis voort te zetten naar een
heidegebied tussen Putten en
Garderen, waar hij 's nachts
om twee uur aankwam. In 1863
opende de N.C.S de lijn naar
Zwolle, zodat hij van dat jaar
af de reis per trein kon ma
ken.
Gastvrijheid
WAS deze Utrechter een voor
loper van de hedendaagse fo
rens? In zekere zin ja. Men moet
echter niet denken, dat hfj naar de
Veluwe trok om in de natuur al
leen te genieten van rust en schoon
heid Neen. deze Utrechter, mr
H. J Schober. die naast rijn rechts
kundige praktijk nog deelnam aan
de leiding van een industrieel be
drijf (de voorloopster van de Ko
renschoof!) zat ook tijdens het
weekeind niet stil. 's Zondagsnachts
reisde hij weer naar zyn stedelijke
bezigheden terug. Hij deed aan ont
ginning. een taak die in die dagen
actueel werd, omdat er een kans in
lag om de verarmde bevolking van
ons land aan nieuwe economische
mogelijkheden te helpen. In die tijd
zat het ontginnen van heidegron
den in de lucht; thans probeert men
de heidegebieden, die er noe zijn zo
veel mogelijk te behouden.
Wel nooit ging hij zonder een
aantal bijzondere zaden op stap: za
den van coniferen uit andere we
relddelen. In latere jaren, toen rijn
landgoed „Schovenhorst" bebost was
met naaldbomen van de meest di
verse soorten, zij het alle uit een
gematigd klimaat, kon hij schert
send verklaren, dat hij al die trotse
bomen in zijn vestzak naar Putten
had gebracht....
Pionier
PIONIERS zoals mr Schober,
moeten ook een beetje geluk
hebben; welnu hij had geluk.
Niet alleen dat hij de grond, althans
de eerste percelen van de gemeen
te Putten en enkele andere eige
naren kon kopen tegen de voor onze
begrippen ongelooflijke prijs van
8 a 9 gulden per hectare het
bleek, dat juist deze grond, wat
lang niet met alle heidegrond het
geval is. uitstekend geschikt was
voor bosbouw. Volgens geologen
bevond deze heide zich op z.g. ..ge
stuwd prac-glaciaal". een bodem,
waarop in vroeger eeuwen zeer
waarschijnlijk reeds een bos heeft
gestaan!
Aan oorspronkelijke ideeën moet
een goed pionier ook volharding
paren. Ook deze is mr Schober in
grote mate deelachtig geweest. Toen
hij de weg van Putten naar Gar-
deren, voor zover deze door zijn
landgoed liep, wilde doen verharden
en daarvoor de goedkeuring en me
dewerking van ae gemeente Putten
nodig had, werden zijn plannen om
zuinigheidsreden afgewezen. Hij liet
echter niet af en kwam telkens
weer met nieuwe voorstellen. De
raad van Putten heeft aan deze
kwestie niet minder dan twintig
vergaderingen gewijd en zelfs leden
van Gedeputeerde en Provinciale
Staten moesten er aan te pas ko
men. Over de vraag of aan mr
Schober in het jaarlijks onderhoud
van de weg een subsidie zou wor
den toegewezen van 20 dan wel van
25 gulden moest, daar de stemmen
in de gemeenteraad staakten, het
lot beslissen!...
Schovenhorst zou nooit het trotse
berit geworden zijn wat het nu is,
wanneer niet naast volharding en
geduld ook soberheid en doorzicht
eigenschappen van de stichter wa
ren geweest. Soberheid ook. Zijn
dochters boudeerden later wel eens.
uat zij nooit anders dan in katoen
gingen, terwijl Schovenhorst m flu
weel werd gekleed
Lupine-vader
Hoewel geen bioloog of kwe
ker van huis uit, doorzag mr
Schober, die uiteraard een groot
natuurliefhebber was. bepaalde za
ken eerder dan menige vakman.
Hij verzette zich met hand en tand.
zoals later bleek volkomen terecht,
tegen het gebruik van heideplag
gen en strooisel uit de bossen als
stalstrooisel onder het vee. met de
bedoeling om dit later weer. ver
mengd met mest, op het land te
gebruiken. Naar meer dan één zh-
de zag hij daarvan nadelige gevol
gen. Zodra hij er de lucht van
kreeg, dat in het buitenland met
succes lupine voor verbetering van
de grond werd gebruikt, was hü
de eerste om lupine op Schoven-
Niet lang geleden maakte de
Rotary-club Utrecht een
excursie naar Schovenhorst, het
landgoed onder Putten, dal
ruim een eeuw geleden door een
ondenemend Utrechts natuur
liefhebber als ontginningsobject
op de Veluwse-heide is gesticht
Deze imposante bossen leveren
een schat aan ervaring op t a.v.
de kwestie, welke naaldbossen
hier beter dan' de grove den
kunnen worden gekweekt en
aangeplant. De excursie bracht
ons in contact met een merk
waardig „bedrijf", dat met grote
liefde en kennis van zaken door
de huidige beheerders wordt
geleid. Wij hebben in neven-
gaand artikel iets van de ge
schiedenis en het doel verteld.
ste aankoop van een groots bos
door het Rijk) is hoofdzakelijk te
danken aan zijn initiatief.
Gastvrijheid
Gastvrijheid, zowel tegenover
wandelaars en gewone natuur
liefhebbers als tegenover de verte
genwoordigers der wetenschap uit
binnen, en buitenland ter is zelfs
een werkhuis voor studenten!) is
steeds het devies geweest van Scho-
ZOMEREIKEN, acacia, beuk
en esdoorn omlijsten aan beide
zijden dc fraaie oprijlaan, die
voert naar Huize Schovenhorst.
Zwerfstenen (erratica), afkom
stig van gletcher-morenes, zowel
van Noordelijke als Zuidelijke
oorsprong, liggen links en rechts
van de laan en zijn evenzovele
bewijzen van de ouderdom en
het bizondere karakter van deze
bodem.
Een oude familiegroep voor de
veranda van Huize Schovenhorst.
De enige foto, waarop de drie
beheerders samen voorkomen.
Geheel rechts mr. J H Schober,
dc stichter, links zijn schoonzoon,
dr. J. Th Oudcmans, aan zijn
hand de huidige beheerder dr.
Th. C. Oudemans.
horst toe te passen en er propagan
da voor te maken. Niet voor niets
heette hij wel de „lupinevaaer".
Hü deed ook aan de cultuur van
eikenhakhout, speciaal voor het
verkrijgen van run. later echter
niet meer lonend, toen de leerlooie
rijen rich van andere, sneller wer
kende looistoffen gingen bedienen en
ook toen de bakkers geen takkebus-
sen meer stookten. Hij verzorgde
een moestuin en boomgaard, kweek
te orchideeën, anjelieren en ananas
en begon met cultuur van hop. die
echter in ons land niet rendabel
bleek. Mr Schober gaf ook de stoot
tot meer dan één landbouwkundige
organisatie of nam in de werkzaam
heden daarvan een stuwend aandeel
Dat de Heidemaatschappij en het
Staatsbosbeheer in het leven wer
den geroepen is mede aan hem te
danken. Nog tijdens zyn leven werd
het landgoed van 85 hectare tot 300
hectare uitgebreid.
Nog altijd is het in het bezit van
de familie, zij het thans, sinds 1046,
in de vorm van een N v De tweede
dochter van mr Schober huwde met
een bioloog, dr J. Th. Oudemans,
die in 1901 het beheer van Scho
venhorst op zich nam. Terwijl aan
het eerste zg kleine „pinetum". een
bos van allerhande naaldbomen, de
naam van mr Schober verbonden
blijft, is het zg- Groot Pinetum ge
sticht door dr Oudemans, die ook
het Josina Park en het Grandisbos
bij de Kolk een klein vijvertje
creëerde. Dat het Speulder- en
Spriclderbos in 1918 door 't Staats
bosbeheer werd aangekocht (de eer-
venhorst en deze traditie wordt
door dc kleinzoon, dr Th. C. Oude
mans, voortgezet, die bij gelegen
heid van het honderdjarig bestaan
in 1948 een gedenkboek publiceer
de, waarvan wij voor dit artikel
dankbaar gebruik maakten.
Zijn grote streven is er op ge
richt het bezit, dat zich thans ook
over Veluw Hul en Grindhorst uit
strekt, te bewerxen in de trant van
zijn voorgangers, maar ook om het
Nederlandse publiek meer „bosmin-
ded" te maken. Als voorzitter van
de Bosbouwvereniging heeft hij
daartoe het zijne bijgedragen en bij
rondwandelingen en excursies is hij
e?n onvermoeid verteller. Hü kent
van elke boom de naam en de ge
schiedenis, of het een machtige se
quoia uit Californië. dan wel een
den uit Corsica, Siberië, de Kauka-
sus of waar dan ook vandaan is.
Zijn zuster, mevr. J. J. Hacke-
Oudemans. de medevennoot, tevens
bekend archaeologe, werkt in ge-
lijke richting mee. evenals zijn
vrouw en zijn zwager.
Terecht is hij trots op het kort
voor de oorlog gestichte Arboretum,
waarin naast de naaldbomen ook
loofhout wordt gezaaid, terwijl het
hier ook niet meer om éénlingen
gaat.
Wil men goed experimenteren, dan
moet men van meerdere exemplaren
Iegelijk ervaring kunnen opdoen. De
aanleg waarvoor de medewerking is
verkregen van de heer Doorenbos
uit Den Haag en de landschaps-ar-
chitecte mej. A. J. ter Pelkwijk uit
Utrecht is zeer systematisch ge
schied, waarbij elke sector een be
paalde landstreek vertegenwoordigt.
Zo kan men zich na enkele minuten
verplaatsen van b.v. 't Atlantisch-
loofhoutgebied naar Japen of de
Himalaya. Ook de paden zijn zeer
breed. Dat dc Douglas-den (vroeger
zei men spar. maar de namen ver
anderen schijnt het bij elk congres)
is wel de lievelingsboom; begrijpe-
lük, daar men hiermede in de loop
der jaren het meeste succes heeft
geboekt.
Men behoeft dit alles niet te we
ten, om tóch te kunnen genieten van
deze unieke bossen met hun rijke
afwisseling en hun long en geest
verkwikkende atmosphecr. Econo
mische doeleinden hebben aan deze
stichting ten grondslag gelegen en
nog altijd staat de economie voorop.
De bedoeling is en blijft het zoeken
naar coniferen, die in een kortere
Eeriodc een grotere hoeveelheid
out kunnen voortbrengen dan de
grove den en liefst van betere kwa
liteit. Maar by het streven naar dit
doei is tegelükertijd de Veluwe, en
wü mogen zeggen ons land, verrijkt
met een bosgebied, dat in schoon
heid en variatie zyn weerga niet
vindt.
Wegens het berijden van een fiets
onder invloed van alcohol veroor
deelde de Utrechtse Politierechter
Woensdag een 34-jarlge koopman
en een 23-jarige ryksarbeider res
pectievelijk tot 30 boete, subs,
tien dagen hechtenis en 20, even
eens subs, tien dagen hechtenis.
Examens RK kweekschool
St. Agnes
Aan de R. K. Kweekschool St.
Agnes deden de volgende dames
met goed gevolg eindexamen: Mary
S. M. Mols, Hilversum, Helena S.
Rikken. Gendt; Joh. G. Th. Stove-
rinck, Winterswük; Lcisjc A. Ten-
sen, Zwolle; Kee Terpstra, Leeu-
warderadeel; Gerharda H. Tholen,
Emmen.
Alle candidaten slaagden.