ET ONBEWOONDE EILAND
Is
VOOR ANTJES EN JANTJES
Wonderlijke poppen vind je op
grote Parijse tentoonstelling
Juffrouw Van bye uit
Hilligersberg
Puzzelen met maar één woord
Holland heet
eigenlijk
Houtland
MOEILIJKHEDEN?
Is boete mogelijk bij te
late huurbetaling?
De ROOS—
SARON
•••en andere jonge klantjes)
v._.
ARTHUR
RAMSOME
t
r
o
p
e
n
o
s
t
r|o
p
e
n|
stropenost
r o p e n
van
Zaterdag 28 Juni 1952
'ALU* h*
De meester op school zal wel
eens hebben verteld hoe ons land
er héél vroeger uit zag. Stellig
heeft hij verhaald, dat toen ons
land was bedekt met bos. Van al
dat oerbos is niets meer over!
Al het bos, dat op de beste gron
den groeide, is omgehakt. Waar
vroeger bomen stonden wordt nu
landbouw en veeteelt uitgeoefend.
Het armst aan bos zijn de pro
vincies Groningen en Zeeland, het
rijkste natuurlijk Gelderland. Op
de Veluwe alleen al liggen tien
beroemde bossen (SpeulderLeu-
venumseGortelseHoogsoerense,
Ugchelsebos enz.), tezamen onge
veer tien duizend hectare groot.
Het Mast- en Liesbos bij Breda is
nog geen 800 ha; om van het Asser
en Haagse bos nu maar te zwijgen:
beide zijn ongeveer 100 ha groot.
Waar al die bomen zijn gebleven?
Vroeger werden alle huizen en
schepen van hout gemaakt; boven
dien was hout de enige brandstof.
Na de Middeleeuwen was Neder
land eigenlijk ontbost. Alle veror
deningen hebben daaraan niets
kunnen tegenhouden. Ook het aan
planten van bossen door onze voor
ouders wilde niet lukken.
Gaat het nu beter? Ja, gelukkig
wel. De Nederlandse Heidemaat
schappij heeft veel goeds gedaan
en doet het nog en dan: Staatsbos
beheer. Alle Nederlanders te zamen
dat grote gezin noemen we de
staat bezitten zo'n 50.000 ha bos,
heide en duinen en steeds wordt
dat bezit uitgebreid. Ook is er nog
de Vereniging tot Behoud van Na
tuurmonumenten in Nederland met
ere te noemen; als je groot bent.
word je daar lid van.
Tot slot wilde ik je nog een aar
dige vacantiebezigheid leren: Hol
land heet eigenlijk Holtland, Hout-
land. Bomenland dus. 's-Hertogen-
bosch is het bos van de hertog,
's-Gravenhage, Den Haag houdt
ook al verband met bos van de
graaf. Weet je op de kaart van
Nederland de Woldbergen woud-
bergen) te vinden? Of Steenwijker-
wold? En Westerwolde?
En de Wouden dan? Denk eens
aan het Loo, Almelo. Hengelo,
Groenlo, enz. Dat lo(o) houdt
alweer verband met bos. Net als
laar (Laren). Rade en rode bete- r
kent plek, waar bomen gerooid jongste zijn in
zijn, dus bos was (Kerkrade! Boe
kenrode boek beuk). Aerden-
hout, alweer bos, Abcoude Ab-
bekenswoude.
Je moet een intercommunaal te
lefoonboek zien te lenen en dat
doorbladeren, dan kom je alleraar
digste namen tegen. Meer dan 300
namen, die op oorspronkelijk bos
wijzen, zijn er te vinden.
HENK VAN LAAR.
In Parijs zijn een heleboel pop- allemaal spelen of werken ze in mensen. Maar ik heb op die vrije
kamers of keukens van die tijd. De Donderdag waarop in Frankrijk de
pen van vroeger bijeengebracht, een zit aan een piano, en een an- scholen gesloten zijn haast nornt
-J.*- der is bezig een kind te wassen,
Prachtige poppen, die gespaard ZWi een derde speelt met een hoepel> enz.
gebleven. Want je weet zelf wel En dan zijn er nog de automaten.
Wat moet dat vroeger heerlijk zijn
hoe moeilijk, dat is om ze met te geweest als de klok sloeg! Op som-
breken of te verslonzen. En d,e er K.d^r.rSeTen, Ooi^"
te zien zijn in een grote zaal zijr, zó je acrobaten toeren maken op een
ladder. Er is een Pierrot aan een ta-
prachtig, dat je denken moet dat feitje, die met een ganzenpen bezig
is een brief te schrijven aan zijn
Colombine. Dit is stellig een ern
stig werkje, want zijn smalle
wijsvinger steunde zijn hoofd.
Ook is er een zanger, je ziet zijn
borst hijgen. Maar natuurlijk
schrijft Pierrot niet, en zucht de
ze ergens, eeuwenlang op een zol
der zorgvuldig opgeborgen waren.
Er is een vrouw geweest, mada
me Edmond de Galea heet zc, die
een grote verzameling had en die
zó veel kinderen bijeen gezien. De
meesten droegen witte handschoen
tjes. dat is hier de mode. En ze
spraken heel zacht. Dat is hier ook
de mode En ze zeiden „Pardon Ma
dame", als ze langs je heenschoven
om toch maar zo goed mogelijk te
kunnen zien.
En ze luisterden naar de mijn
heer met de sleutel die vertelde:
„Een groot Frans geleerde had zelf
eens een automaat gebouwd, om
zich een beetje te amuseren als hij
genoeg kreeg van zijn boeken. La
ter werd dié automaat door matro
zen in een kist teruggevonden. Ze
namen het ding mee aan land,
w iiauiuii II^L uwi& JII^C aa li idiiu,
ze nu voor die tentoonstelling heeft zanger niet, en strijkt een juffrouw schrokken verschrikkelijk toen het
afgestaan.
Het lijkt wel of je zo van de
straat in een sprookjesland binnen
treedt. De oudste zijn van het be
gin van de zeventiende eeuw en de
jqqq ^geboren". En
niet. Als er geen man was geweest,
die zonder ophouden met een grote
sleutel heen en weer liep, om die
oude automaten op te winden, zou
den ze stil staan.
De tentoonstelling is voor grote
begon te spelen, en wierpen het vol
afschuw weer in zee."
Gelukkig maar. dat die knappe
Franse meneer toen allang dood
was! JANINE.
r'
Juffrouw Van Lije uit Hilligersberg.
Dat was zo erg, o maar. dal was zo erg!
Altijd maar breien, die juffrouw van Lije!
Vind je dat niet zo verschrikkelijk, zei je?
Ja maar, ze breide te veel in haar leven.
's Morgens begon ze om twintig voor zeven,
Pas in de nacht, zo om even voor drieën
Dutte ze in. met de knot op haar knieën.
Slobbroekjes breide ze. Wel een millioen!
En altijd groen, nooit iets anders dan groen.
't Was me een toestand, en dat was zó erg:
Alle kindjes uit Hilligersberg
Kregen een slobbroekje gratis cadeau,
En 't kriebelde zo. Het kriebelde zo!
Tot alle moeders begonnen te schreien:
„Hou nou 's eindelijk op met dat breien.
„Heus. lieve jutlrouw, het is niet zo leuk>
„Al onze kinders vergaan van de jeuk."
„Roetsfalderne sprak juffrouw Van Lije,
„Dan zal ik iets voor de vaders gaan breien,
„Eerst voor de dokter en voor de notaris,
,,'k Hoop dat het morgen om twaalf uur klaar is."
Hoep. daar beqon ze. cn iedere man
Kreeg van de juffrouw een slobbroekje an.
Allemaal groen, kijk en dat was zo erg:
De burgemeester van Hilligersberg,
Kreeg ook een slobbroek gratis cadeau.
En 't kriebelde zo. Het kriebelde zó!
„Nu ivord ik gek." zei toen een van de mannen,
„Zullen we juffrouw Van Lije verbannen?
„Zal ik haar twee gulden dertig betalen
„Om nog dc trein naar Zaltbommel te halen?"
„Neen sprak de burgemeester toen.
„Dat wordt te bar en dat mag u niet doen
„Luister, we zullen die juffrouw Van Lije
„Iets voor de varkentjes laten breien.
„En voor de runderen en voor de schapen
„Zo dat ze 's nachts lekker warm kunnen slapen."
Dat werd besloten en nu, sindsdien
Kun je daar vreemde dingen zien:
Ieder varken en iedere koe
Heeft er een slobbroek tot boven aan toe.
'k Wil er me heus niet mee bemoeien
Maar als de varkentjes en de koeien
Allemaal ook de kriebel krijgen
Laten we daar maar over zwijgen.
ANNIE M. G. SCHMIDT
Dus werd „De Zwaluw" behoed
zaam over het meer heen naar hei
eiland gewrikt en landden zij bij de
oude landingsplaats. Titlie en Rut-
ger hadden hun schoenen en kousen
uitgetrokken voor zij er aankwa
men en twee paar schoenen en twee
paar opgerolde kousen vlogen aan
land, zodra de boot de wal raakte.
Een ogenblik later was de hele be
manning in het water om hét schip
naar de kant te trekken en te
lossen.
Rutger begon een keurige stapel te
maken van het hout, zoals de lange
stapels, die zij hadden gezien bij de
wigwam van de kolenbranders. De
boom van Tittie werd opzij gelegd
om later aan stukken te worden ge
broken. Toen al het hout er uit was.
ging kapitein Jan aan boord van de
Zwaluw om de kleine spaanders en
gebroken twijgen en dode blaren, die
over de bodem verspreid lagen, op te
rapen. Het is ongelooflijk hoe een
schip er uitziet, nadat het een lading
aan boord heeft gehad en brandhout
is een erg smerige lading. Het duur
de een hele tijd, eer de Zwaluw er
even keurig uit zag als toen zij die
morgen waren weggeroeid. Toen er
ten slotte geen dood blaadje en geen
twijgje ter grootte van een lucifer
meer te vinden was, duwde Jan de
boot weer af en peddelde er mee
naar de haven. Hij haalde de mast
van de plek, waar deze in de bosjes
verstopt lag en zette hem weer op.
Hij bracht de zeilen aan boord en
probeerde de schoot, om te zien of
de loopkat aan de mast nog behoor
lijk werkte Het zou nooit mogen ge
beuren. dat er wind opstak en dat de
Zwaluw niet gereed was om onmid
dellijk zee te kiezen. Toen liep hij
tussen de bomen door naar de ande
ren toe.
Zij hadden het hout al opgestapeld
en vlak naast de haard had Suze een
aantal graszoden opgehoopt,
„Waar is dat voor0"
„Dat is om het vuur mee af te dek
ken. zoals de kolenbranders doen",
zei Suze. „Ik ga het vannacht probe
ren
Jan stapte naar zijn tent. Plotse
ling bleef hij staan
„Er is iemand hier geweest."
Vlak voor de ingang van zijn tent
was een stok in de grond gestoken
en in een kerf aan de bovenkant zat
een opgevouwen stuk wit papier.
De anderen kwamen aangesneld.
Jan vouwde het stuk papier open. Er
stond met grote letters op geschre
ven:
Uit het Engels vertaald
door
v_.
Jac. v. d. Ster
„Ik ben hier geweest om jullie te
zeggen, dat je er verstandig aan deed
om mijn woonschip met rust te laten.
Eenmaal is genoeg. Geen grapjes
verder.
Jacob Turner"
„Maar we zijn nog nooit aan zijn
woonschip geweest", zei Suze.
„Natuurlijk niet", zei Jan.
„Het is een naarling", zei Rutger.
,Dat is dan vast zijn boot geweest
die we zagen", zei Jan, „toen ik dacht
dat het een visser was. Eerst gaat hij
aan de .inboorlingen vertellen, dat
we het hem lastig hebben gemaakt
en nu sluipt hij ons kamp binnen als
we er niet zijn
„We hadden onmiddellijk met de
Amazones mee moeten gaan om hem
tot zinken te brengen", zei Tittie.
„Dat komt hem toe Je haalt de schat
er uit en brengt de galei tot zinken
of verbrandt hem. De papegaai had
den we kunnen redden
„We moeten beraadslagen met de
Amazones", zei kapitein Jan. „Zij
kennen hem Hij is even goed hun
vijand als de onze
„Wat doen we nu?" vroeg Suze.
.Laten we er heen gaan en om zijn
boot heen roeien en dan schreeuwen:
Dood aan kapitein Flint", zei Tittie,
„dan weet hij hoe we over hem den
ken."
.We hebben hem niets gedaan", zei
Jan. „Wij hebben zelfs een boodschap
voor hem meegebracht van de kolen
branders... De boodschap die ze
hebben meegegeven voor de Amazo
nes. Ik wou dat er wind was Wij
kunnen niet naar hen toe en zij
kunnen niet hier komen. Ik weet
nief wat we moeten doen."
Hij las de brief nog eens over. Toen
lazen Suze en Tittie hem.
„Hij tekent niet eens met zijn ware
naam", zei Tittie. „Dat bewijst, dat
hij niets goeds in de zin heeft Zij
rende naar de andere tent en kwam
naar buiten met een potlood.
„Laten we zijn ware naam er op
zetten", zei hij Suze gaf haar de
brief en Tittie schreef na de woorden
„Jacob Turner" „Kapitein Flint" met
nog grotere letters.
„Wij kunnen nu verder niets
doen", zei kapitein Jan somber. „La
ten we gaan zwemmen."
(Wordt vervolgd.)
We zullen het U deze week niet
te moeilijk maken. Onze opdracht
draait ditmaal om het woord „stro
pen".
Van het woord „stropen" moet
steeds één letter worden afgenomen.
Van de overblijvende letters vormt
u dan weer een nieuw woord.
By het invullen van die woorden
moeten de volgende voorwaarden in
acht worden genomen:
a. Het woord STROPEN moet tot
de in de figuur aangegeven letters
E, O of T worden teruggebracht;
b. De letters van elk woord mo
gen (dus niet: moeten) onderling
worden verwisseld;
c. Afkortingen mogen niet voor
komen;
d. Elk woord mag slechts één
keer voorkomen.
We wijzen er op. dat meer dan
één oplossing mogelijk is.
Tweehonderd Engelsen
bezoeken graven bij
Arnhem
LONDEN Generaal-majoor
Urquhart. die bij de luchtlanding
in Arnhem in 1944 de „First Air
borne Division" commandeerde, zal
in September aan het hoofd van
een groep oudstrijders en familie
leden van gesneuvelden opnieuw
Arnhem bezoeken. De tweehonderd
bezoekers zullen vier dagen blijven
als gasten van de Nederlandse be
volking. Op 17 September zal de
aanval herdacht worden met een
kranslegging bij de brug en een
stille ommegang. De volgende dag
zal een tocht gemaakt worden naar
het strijdtoneel bij Oosterbeek. Ook
hier zal bij het monument een
kranslegging plaats vinden.
(Advertentie l.M.)
S Het m...t fesiaaf*21:'.
N
Hier is de oplossing van de
puzzle met de dominostenen.
Wij kunnen ons voorstel
len. dat U vorige week de
hele avond met domino-ste
nen hebt zitten schuiven.
Wellicht zullen er doorge
winterde puzzelaars zijn ge
weest, die het kunstje zó door
hadden. Hoe dan ook, een
aardig spel was het ongetwij
feld voor velen. Voor hen, die
er helemaal niet konden uit
komen, geven wij in naast-
staande figuur de wijze aan,
waarop de stenen moesten
worden gerangschikt zó. dat
hun ogentallen in overeen
stemming waren met de op
gegeven cijfers.
i'.uinuiH.mn Wij geven raad
BOETE bU te late huurbetaling Is alleen mogelijk wanneer de huur
overeenkomst hierin voorziet. Een verhuurder kan echter niet, zonder
daarover Iets overeengekomen te zyn, van zUn huurders boete heffen,
wanneer zij met het betalen van de huur te laat zijn. Dit wil natuurlijk
niet zeggen, dat de huurder maar ongestraft kan verzuimen de huur tijdig
te betalen. W|j hebben vorige week reeds ervoor gewaarschuwd, dat wan
betaling een grond Is voor het vorderen van ontruiming cn dat, ook indien
de rechter de huurder nog toestaat zRn verzuim goed te maken, deze toch
in ieder geval de proceskosten zal moeten betalen.
Mevr. D. G. schrijft: De huur
wordt bij mij altijd door een bode
opgehaald. Laatst was ik niet
thuis toen de bode kwam. De vol
gende dag kwam hij weer, doch hij
wilde de huur toen alleen aanne
men. als ik een kwartje extra be
taalde. Toen ik" dit weigerde wenste
hij mij geen kwitantie te geven. Ik
heb de huur toen niet betaald,
doch enkele dagen daarna ontving
ik al een brief van de huiseige
naar, waarin hij met ontruiming
dreigde, als ik niet alles direct
betaalde. Mijn huurcontract bevat
niets over boete bij te late beta
ling. Wat moet ik doen?
Antwoord: U bent helemaal niet
verplicht de boete te betalen. Wij
raden U aan de achterstallige huur
onmiddellijk per postwissel of giro
te voldoen. Zolang de huur niet
wordt opgehaald dient U ervoor te
zorgen, dat de verhuurder tijdig en
regelmatig de huur per postwissel
of giro ontvangt.
L d. J. heeft dezelfde ervaringen als
de 'hierboven genoemde vraagster. Hij
is lid van een Woningbouwvereniging,
die in haar reglement heeft bepaald,
dat. indien de huurder niet thuis is als
dc bode komt. de huur op een bepaalde
tijd aan het kantoor moet worden vol
daan. Betaling per postwissel of giro
ls bij reglement verboden.
Toen hU op dc voorgeschreven tijd
de huur kwam betalen, weigerde men
een qultontle te verstrekken, tenzij de
huurder i 0.20 boct.e betaalde. Hoe
moet deze huurder handelen?
Antwoord: U moet beginnen met de
reglementen eens goed na te lezen. Zou
daarin bepaald zijn. dat bij te lale be
taling boete verschuldigd is. dan bent
U daaraan gebonden U hebt n.l. door
Uw toetreden als lid der vereniging, de
reglementen aanvaard Is omtrent boete
niets bepaald, dan bent U deze niet
verschuldigd. Nu betaling per postwis
sel of giro verboden is, Is U het beta
len eigenlijk onmogelijk gemaakt U
zult dit echter moeten kunnen bewij
zen. Wij raden U daarom aan met een
getuige (niet de echtgenote of een
bloedverwant) naar het kantoor te
gaan en daar nogmaals betaling aan te
bieden van de achterstallige huur,
echter zonder de boete. Weigert men U
wederom een quitantic tc \erstrckken.
dan bevestigt U het onderhoud per
aangetekende brief, waarin U tewns
mededeelt dat. U nu genoodzaakt bent
per postwissel (eventueel per giro») te
betalen, tenzij U binnen drie drigcn be
richt krijgt, dat men alsnog bereid is do
huur tegen afgifte van een quitantie ln
ontvangst to nemen. Hebt U na drie
dagen niets vernomen, dan betaalt U
per postwissel of giro. Bewaar vooral
een afschrift van de aangetekende brief
en verzend deze met bewijs van ont
vangst U krijgt dan .behalve het bc-
wljsje van een aangetekende verzen
ding. van de PTT. bericht, dat de
brief bij de geadresseerde Ls afgele
verd Wij geven toe. dat dit een om
slachtige weg Is die nog iets meer
kost dan de boete. Dc verhuurder spe
culeert er echter op. dat de huurder
liever de boete betaalt, dan zich al de
ze last op de hals te halen. Wanneer
alle huurders een lijn zouden trekken,
zou het met deze ongeoorloofde boete-
heffing gauw uit zijn
Advertentie l.M.)
door
A. S. M. Hutchinson
Maar op de grote weg gekomen
wist hij. dat de jongen hem niet
meer kon zien, en hier zette hij
het op een lopen. Toen hij de top
van een heuvel bereikt had zag hij
in de verte de lichtjes van het sta
tion glinsteren. Hij hoorde de fluit
van een locomotief en even later
het gerommel van een aankomende
trein. Hij ging nog harder lopen,
hijgde, aan het station gekomen, om
een kaartje, wierp zich in de trein
cn viel uitgeput op een bank neer.
Hij was gered.
Hij was nog ongeveer een kwar
tier van Temple Colney verwijderd,
toen de roodharige Pinner, die al
die tijd in gebed verzonken was ge
weest, zich van de hooischelf liet
zakken, met een doffe slag op de
grond neerkwam en zo snel hij kon
in de richting van Dippleford Ad
miral en de herberg van zijn vader
rende.
Achtste Hoofdstuk
Een catastrophe in Temple Colney
I
Drie dagen zijn voorbijgegaan.
De bleke en ietwat verwaarloosd
uitziende jongeman, die mot een
mandje onder zyn arm in de dorps
straat loopt, is George. De dorps
bewoners staren hem na; grinniken,
en knikken veelbetekenend tegen
elkaar Hij loopt precies in het mid
den van de straat, alsof hij de
voorbijgangers zoveel mogelijk wil
vermijden Komt er iemand uit te
gengestelde richting, dan gaat hij
er in een wijde boog om heen.
Soms toont zijn gezicht een uit
drukking van vrees en dan schudt
hij heftig met het mandje, dat hij
bij zich draagt. Altijd loopt hij met
grote passen. Elke morgen verlaat
hij de herberg, waar hij verblijf
houdt, alsof hij door een wervel
wind wordt voortgejaagd; 's avonds
als hij terug kwam. ging hij schich
tig weer naar binnen.
De dorpsbewoners kennen hem al.
Het is de jonge uitvinder van dat
luchtschip, die een kamer gehuurd
heeft in de Colney Arms. Enkele
nieuwsgierigen zijn hem op een
ochtend eens een keer gevolgd.
Maar zij zijn niets te weten geko
men.
Tegen de avond bereikte de uit
geputte expeditie de dorpsstraat
weer.
Het was een bleke, min of meer
verwaarloosd uitziende jongeman,
die de Colney Arms die avond bin
nenvluchtte.
II
Drie dagen waren voorbijgegaan.
Als George de „Daily" kon ver
wijten er verantwoordelijk voor te
zijn, dat hij zich als een van uur
tot uur opgejaagd dier voelde, dan
mocht hij er haar aan de andere
kant dankbaar voor zijn. dat de epi
sode met de roodharige Pinner niet
tot haar kolommen was doorge
drongen. Haar streven om zo veel
mogelijk deining te veroorzaken had
in zeker opzicht als een boemerang
gewerkt De vader van de roodha
rige Pinner had namelijk verklaard,
dat hij wel gek zou zijn als hij die
journalisten (we drukken het
woord liever niet af!) ging vertel
len wat zijn zoon te weten geko
men was. want dan kon je er zeker
van zijn. dat zij de beloning in de
wacht sleepten en hij had nu een
maal zelf zijn zinnen op die belo
ning gezet Hij bewaarde dus een
diep stilzwijgen, lette goed op wel
ke andere tips er in de „Dailv"
verschenen en vergeleek die met de
hem al bekende feiten
George wist hier niets van.
Met het gevoel dat hij één van
de meest verdorven misdadigers ter
wereld was s'eente h«i zijn ellendig
be«taan in Temple Colney voort.
Elke morgen vouwde hij met be
vende vingers de .Daily" open; el
ke morgen werd hij geconfronteerd
met koppen als:
DE MISDAAD TE PALTLEY HILL
NiFTTW SPOOR?
KAT OF7TEN
SENSATIE!
Onder veel zuchten en steunen
kwam hij dan tot de conclusie, dat
het maar beter was om ook door
deze zure appel heen te bijten cn
als het moe^t ziin doodvonnis in dit
artikel getekend te zien. HH begon
dan te lezen wat de heer Bltt voor
nieuwe onthullingen te doen had.
om tenslotte opgelucht tot de ont
dekking te komen, dat het „nieuwe
spoor" helemaal geen spoor was.
Maar de spanning werd ondraag
lijk. Iedereen in Temple Colney
las de „Daily", iedereen sprak
over de verdwijning van de Roos.
Toch kon George niet inzien, dat
hij door opnieuw te vluchten ver
betering in zijn toestand zou kun
nen brengen. Als hij de „Daily"
geloven moest ging het in heel En
geland als in Temple Colney en
sprak men over niets anders dan
over de diefstal.
Hij kwam tot de slotsom, dat het
verstandiger was in Temple Colney
te blijven, omdat het gevaar voor
ontdekking elders misschien nog
veel groter zou zijn.
Tweemaal had hij op het punt
gestaan de hele ongelukkige onder
neming op te geven: in dc trein,
toen hij Dippleford Admiral ont
vluchtte en eens, toen hij buiten
Temple Colney door de bijna vol
tallige bevolking van dat dorp ach
tervolgd werd. Bij die gelegenheden
leek hem onvoorwaardelijke over
gave nog de aantrekkelijkste oplos
sing cn een volledige bekentenis
zonder handboeien op Heron's Holt
een nog veel aanlokkelijker voor
uitzicht dan het verblijf in de een
of andere gevangenis.
Maar de gedachte aan zijn Mary
weerhield hem van deze laffe ca
pitulatie. „Ik hou vol!" had hij in
de trein uitgeroepen, met zijn vuist
op de zitting van de bank slaande.
„Ik hou vol' Ik hou vol! Ik hou
vol!" zwoer hij de volgende dag op
zyn hotelkamer in Temple Colney,
en ditmaal bewerkte zijn vuist het
tafelblad.
Er was een lichtpuntje. Toen de
tweede ochtend in Temple Colney
de „Daily" hem met haar koppen
bijna tot razernij had gebracht vond
hij onder het lezen toch troost in
hetgeen dit blad aan feitelijk
nieuws meende wereldkundig te
kunnen maken. „Op advies van de
voortreffelijke detective, de heer
David Brunger, is het bedrag van
de beloning tot 125 verhoogd".
„Hoera'" riep George en zijn le
venslust keerde terug.
ni
Drie dagen waren voorbijgegaan.
Op een middag begon het hevig
te regenen. Gewoonlijk ging George
niet vóór 's avonds zeven uur terug
naar de herberg. Hoe minder men
sen er in zijn buurt waren hoe vei
liger hij zich met zijn geheim voel
de. Maar vandaag, nu de wolken
hem voorspelden, dat het een regen
voor de hele dag zou worden, ging
hij al om drie uur in de middag op
weg naar Temple Colney. Zijn
stemming was uitstekend. Het suc
ces maakte hem vrijmoedig. In
Temple Colney bestond nog geen
wantrouwen, op Heron's Holt liepen
de zaken naar wens, die ochtend had
de „Daily" melding gemaakt van het
besluit de beloning tot 150 te
verhogen Het is waar. dat dit ver
gezeld ging van de mededeling, dat
de heer Marrapit vast besloten was
niet verder te gaan, maar daar kon
George alleen maar om lachen. In
vier dagen was er 50 pond bijge
komen. Als het zo door ging zou het
vurig begeerde bedrag van 500 pond
spoedig bereikt zijn. En dan. en
dan(wordt vervolgd)