ET ONBEWOONDE EILAND Is VOOR ANTJES EN JANTJES Wonderlijke poppen vind je op grote Parijse tentoonstelling Juffrouw Van bye uit Hilligersberg Puzzelen met maar één woord Holland heet eigenlijk Houtland MOEILIJKHEDEN? Is boete mogelijk bij te late huurbetaling? De ROOS— SARON •••en andere jonge klantjes) v._. ARTHUR RAMSOME t r o p e n o s t r|o p e n| stropenost r o p e n van Zaterdag 28 Juni 1952 'ALU* h* De meester op school zal wel eens hebben verteld hoe ons land er héél vroeger uit zag. Stellig heeft hij verhaald, dat toen ons land was bedekt met bos. Van al dat oerbos is niets meer over! Al het bos, dat op de beste gron den groeide, is omgehakt. Waar vroeger bomen stonden wordt nu landbouw en veeteelt uitgeoefend. Het armst aan bos zijn de pro vincies Groningen en Zeeland, het rijkste natuurlijk Gelderland. Op de Veluwe alleen al liggen tien beroemde bossen (SpeulderLeu- venumseGortelseHoogsoerense, Ugchelsebos enz.), tezamen onge veer tien duizend hectare groot. Het Mast- en Liesbos bij Breda is nog geen 800 ha; om van het Asser en Haagse bos nu maar te zwijgen: beide zijn ongeveer 100 ha groot. Waar al die bomen zijn gebleven? Vroeger werden alle huizen en schepen van hout gemaakt; boven dien was hout de enige brandstof. Na de Middeleeuwen was Neder land eigenlijk ontbost. Alle veror deningen hebben daaraan niets kunnen tegenhouden. Ook het aan planten van bossen door onze voor ouders wilde niet lukken. Gaat het nu beter? Ja, gelukkig wel. De Nederlandse Heidemaat schappij heeft veel goeds gedaan en doet het nog en dan: Staatsbos beheer. Alle Nederlanders te zamen dat grote gezin noemen we de staat bezitten zo'n 50.000 ha bos, heide en duinen en steeds wordt dat bezit uitgebreid. Ook is er nog de Vereniging tot Behoud van Na tuurmonumenten in Nederland met ere te noemen; als je groot bent. word je daar lid van. Tot slot wilde ik je nog een aar dige vacantiebezigheid leren: Hol land heet eigenlijk Holtland, Hout- land. Bomenland dus. 's-Hertogen- bosch is het bos van de hertog, 's-Gravenhage, Den Haag houdt ook al verband met bos van de graaf. Weet je op de kaart van Nederland de Woldbergen woud- bergen) te vinden? Of Steenwijker- wold? En Westerwolde? En de Wouden dan? Denk eens aan het Loo, Almelo. Hengelo, Groenlo, enz. Dat lo(o) houdt alweer verband met bos. Net als laar (Laren). Rade en rode bete- r kent plek, waar bomen gerooid jongste zijn in zijn, dus bos was (Kerkrade! Boe kenrode boek beuk). Aerden- hout, alweer bos, Abcoude Ab- bekenswoude. Je moet een intercommunaal te lefoonboek zien te lenen en dat doorbladeren, dan kom je alleraar digste namen tegen. Meer dan 300 namen, die op oorspronkelijk bos wijzen, zijn er te vinden. HENK VAN LAAR. In Parijs zijn een heleboel pop- allemaal spelen of werken ze in mensen. Maar ik heb op die vrije kamers of keukens van die tijd. De Donderdag waarop in Frankrijk de pen van vroeger bijeengebracht, een zit aan een piano, en een an- scholen gesloten zijn haast nornt -J.*- der is bezig een kind te wassen, Prachtige poppen, die gespaard ZWi een derde speelt met een hoepel> enz. gebleven. Want je weet zelf wel En dan zijn er nog de automaten. Wat moet dat vroeger heerlijk zijn hoe moeilijk, dat is om ze met te geweest als de klok sloeg! Op som- breken of te verslonzen. En d,e er K.d^r.rSeTen, Ooi^" te zien zijn in een grote zaal zijr, zó je acrobaten toeren maken op een ladder. Er is een Pierrot aan een ta- prachtig, dat je denken moet dat feitje, die met een ganzenpen bezig is een brief te schrijven aan zijn Colombine. Dit is stellig een ern stig werkje, want zijn smalle wijsvinger steunde zijn hoofd. Ook is er een zanger, je ziet zijn borst hijgen. Maar natuurlijk schrijft Pierrot niet, en zucht de ze ergens, eeuwenlang op een zol der zorgvuldig opgeborgen waren. Er is een vrouw geweest, mada me Edmond de Galea heet zc, die een grote verzameling had en die zó veel kinderen bijeen gezien. De meesten droegen witte handschoen tjes. dat is hier de mode. En ze spraken heel zacht. Dat is hier ook de mode En ze zeiden „Pardon Ma dame", als ze langs je heenschoven om toch maar zo goed mogelijk te kunnen zien. En ze luisterden naar de mijn heer met de sleutel die vertelde: „Een groot Frans geleerde had zelf eens een automaat gebouwd, om zich een beetje te amuseren als hij genoeg kreeg van zijn boeken. La ter werd dié automaat door matro zen in een kist teruggevonden. Ze namen het ding mee aan land, w iiauiuii II^L uwi& JII^C aa li idiiu, ze nu voor die tentoonstelling heeft zanger niet, en strijkt een juffrouw schrokken verschrikkelijk toen het afgestaan. Het lijkt wel of je zo van de straat in een sprookjesland binnen treedt. De oudste zijn van het be gin van de zeventiende eeuw en de jqqq ^geboren". En niet. Als er geen man was geweest, die zonder ophouden met een grote sleutel heen en weer liep, om die oude automaten op te winden, zou den ze stil staan. De tentoonstelling is voor grote begon te spelen, en wierpen het vol afschuw weer in zee." Gelukkig maar. dat die knappe Franse meneer toen allang dood was! JANINE. r' Juffrouw Van Lije uit Hilligersberg. Dat was zo erg, o maar. dal was zo erg! Altijd maar breien, die juffrouw van Lije! Vind je dat niet zo verschrikkelijk, zei je? Ja maar, ze breide te veel in haar leven. 's Morgens begon ze om twintig voor zeven, Pas in de nacht, zo om even voor drieën Dutte ze in. met de knot op haar knieën. Slobbroekjes breide ze. Wel een millioen! En altijd groen, nooit iets anders dan groen. 't Was me een toestand, en dat was zó erg: Alle kindjes uit Hilligersberg Kregen een slobbroekje gratis cadeau, En 't kriebelde zo. Het kriebelde zo! Tot alle moeders begonnen te schreien: „Hou nou 's eindelijk op met dat breien. „Heus. lieve jutlrouw, het is niet zo leuk> „Al onze kinders vergaan van de jeuk." „Roetsfalderne sprak juffrouw Van Lije, „Dan zal ik iets voor de vaders gaan breien, „Eerst voor de dokter en voor de notaris, ,,'k Hoop dat het morgen om twaalf uur klaar is." Hoep. daar beqon ze. cn iedere man Kreeg van de juffrouw een slobbroekje an. Allemaal groen, kijk en dat was zo erg: De burgemeester van Hilligersberg, Kreeg ook een slobbroek gratis cadeau. En 't kriebelde zo. Het kriebelde zó! „Nu ivord ik gek." zei toen een van de mannen, „Zullen we juffrouw Van Lije verbannen? „Zal ik haar twee gulden dertig betalen „Om nog dc trein naar Zaltbommel te halen?" „Neen sprak de burgemeester toen. „Dat wordt te bar en dat mag u niet doen „Luister, we zullen die juffrouw Van Lije „Iets voor de varkentjes laten breien. „En voor de runderen en voor de schapen „Zo dat ze 's nachts lekker warm kunnen slapen." Dat werd besloten en nu, sindsdien Kun je daar vreemde dingen zien: Ieder varken en iedere koe Heeft er een slobbroek tot boven aan toe. 'k Wil er me heus niet mee bemoeien Maar als de varkentjes en de koeien Allemaal ook de kriebel krijgen Laten we daar maar over zwijgen. ANNIE M. G. SCHMIDT Dus werd „De Zwaluw" behoed zaam over het meer heen naar hei eiland gewrikt en landden zij bij de oude landingsplaats. Titlie en Rut- ger hadden hun schoenen en kousen uitgetrokken voor zij er aankwa men en twee paar schoenen en twee paar opgerolde kousen vlogen aan land, zodra de boot de wal raakte. Een ogenblik later was de hele be manning in het water om hét schip naar de kant te trekken en te lossen. Rutger begon een keurige stapel te maken van het hout, zoals de lange stapels, die zij hadden gezien bij de wigwam van de kolenbranders. De boom van Tittie werd opzij gelegd om later aan stukken te worden ge broken. Toen al het hout er uit was. ging kapitein Jan aan boord van de Zwaluw om de kleine spaanders en gebroken twijgen en dode blaren, die over de bodem verspreid lagen, op te rapen. Het is ongelooflijk hoe een schip er uitziet, nadat het een lading aan boord heeft gehad en brandhout is een erg smerige lading. Het duur de een hele tijd, eer de Zwaluw er even keurig uit zag als toen zij die morgen waren weggeroeid. Toen er ten slotte geen dood blaadje en geen twijgje ter grootte van een lucifer meer te vinden was, duwde Jan de boot weer af en peddelde er mee naar de haven. Hij haalde de mast van de plek, waar deze in de bosjes verstopt lag en zette hem weer op. Hij bracht de zeilen aan boord en probeerde de schoot, om te zien of de loopkat aan de mast nog behoor lijk werkte Het zou nooit mogen ge beuren. dat er wind opstak en dat de Zwaluw niet gereed was om onmid dellijk zee te kiezen. Toen liep hij tussen de bomen door naar de ande ren toe. Zij hadden het hout al opgestapeld en vlak naast de haard had Suze een aantal graszoden opgehoopt, „Waar is dat voor0" „Dat is om het vuur mee af te dek ken. zoals de kolenbranders doen", zei Suze. „Ik ga het vannacht probe ren Jan stapte naar zijn tent. Plotse ling bleef hij staan „Er is iemand hier geweest." Vlak voor de ingang van zijn tent was een stok in de grond gestoken en in een kerf aan de bovenkant zat een opgevouwen stuk wit papier. De anderen kwamen aangesneld. Jan vouwde het stuk papier open. Er stond met grote letters op geschre ven: Uit het Engels vertaald door v_. Jac. v. d. Ster „Ik ben hier geweest om jullie te zeggen, dat je er verstandig aan deed om mijn woonschip met rust te laten. Eenmaal is genoeg. Geen grapjes verder. Jacob Turner" „Maar we zijn nog nooit aan zijn woonschip geweest", zei Suze. „Natuurlijk niet", zei Jan. „Het is een naarling", zei Rutger. ,Dat is dan vast zijn boot geweest die we zagen", zei Jan, „toen ik dacht dat het een visser was. Eerst gaat hij aan de .inboorlingen vertellen, dat we het hem lastig hebben gemaakt en nu sluipt hij ons kamp binnen als we er niet zijn „We hadden onmiddellijk met de Amazones mee moeten gaan om hem tot zinken te brengen", zei Tittie. „Dat komt hem toe Je haalt de schat er uit en brengt de galei tot zinken of verbrandt hem. De papegaai had den we kunnen redden „We moeten beraadslagen met de Amazones", zei kapitein Jan. „Zij kennen hem Hij is even goed hun vijand als de onze „Wat doen we nu?" vroeg Suze. .Laten we er heen gaan en om zijn boot heen roeien en dan schreeuwen: Dood aan kapitein Flint", zei Tittie, „dan weet hij hoe we over hem den ken." .We hebben hem niets gedaan", zei Jan. „Wij hebben zelfs een boodschap voor hem meegebracht van de kolen branders... De boodschap die ze hebben meegegeven voor de Amazo nes. Ik wou dat er wind was Wij kunnen niet naar hen toe en zij kunnen niet hier komen. Ik weet nief wat we moeten doen." Hij las de brief nog eens over. Toen lazen Suze en Tittie hem. „Hij tekent niet eens met zijn ware naam", zei Tittie. „Dat bewijst, dat hij niets goeds in de zin heeft Zij rende naar de andere tent en kwam naar buiten met een potlood. „Laten we zijn ware naam er op zetten", zei hij Suze gaf haar de brief en Tittie schreef na de woorden „Jacob Turner" „Kapitein Flint" met nog grotere letters. „Wij kunnen nu verder niets doen", zei kapitein Jan somber. „La ten we gaan zwemmen." (Wordt vervolgd.) We zullen het U deze week niet te moeilijk maken. Onze opdracht draait ditmaal om het woord „stro pen". Van het woord „stropen" moet steeds één letter worden afgenomen. Van de overblijvende letters vormt u dan weer een nieuw woord. By het invullen van die woorden moeten de volgende voorwaarden in acht worden genomen: a. Het woord STROPEN moet tot de in de figuur aangegeven letters E, O of T worden teruggebracht; b. De letters van elk woord mo gen (dus niet: moeten) onderling worden verwisseld; c. Afkortingen mogen niet voor komen; d. Elk woord mag slechts één keer voorkomen. We wijzen er op. dat meer dan één oplossing mogelijk is. Tweehonderd Engelsen bezoeken graven bij Arnhem LONDEN Generaal-majoor Urquhart. die bij de luchtlanding in Arnhem in 1944 de „First Air borne Division" commandeerde, zal in September aan het hoofd van een groep oudstrijders en familie leden van gesneuvelden opnieuw Arnhem bezoeken. De tweehonderd bezoekers zullen vier dagen blijven als gasten van de Nederlandse be volking. Op 17 September zal de aanval herdacht worden met een kranslegging bij de brug en een stille ommegang. De volgende dag zal een tocht gemaakt worden naar het strijdtoneel bij Oosterbeek. Ook hier zal bij het monument een kranslegging plaats vinden. (Advertentie l.M.) S Het m...t fesiaaf*21:'. N Hier is de oplossing van de puzzle met de dominostenen. Wij kunnen ons voorstel len. dat U vorige week de hele avond met domino-ste nen hebt zitten schuiven. Wellicht zullen er doorge winterde puzzelaars zijn ge weest, die het kunstje zó door hadden. Hoe dan ook, een aardig spel was het ongetwij feld voor velen. Voor hen, die er helemaal niet konden uit komen, geven wij in naast- staande figuur de wijze aan, waarop de stenen moesten worden gerangschikt zó. dat hun ogentallen in overeen stemming waren met de op gegeven cijfers. i'.uinuiH.mn Wij geven raad BOETE bU te late huurbetaling Is alleen mogelijk wanneer de huur overeenkomst hierin voorziet. Een verhuurder kan echter niet, zonder daarover Iets overeengekomen te zyn, van zUn huurders boete heffen, wanneer zij met het betalen van de huur te laat zijn. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat de huurder maar ongestraft kan verzuimen de huur tijdig te betalen. W|j hebben vorige week reeds ervoor gewaarschuwd, dat wan betaling een grond Is voor het vorderen van ontruiming cn dat, ook indien de rechter de huurder nog toestaat zRn verzuim goed te maken, deze toch in ieder geval de proceskosten zal moeten betalen. Mevr. D. G. schrijft: De huur wordt bij mij altijd door een bode opgehaald. Laatst was ik niet thuis toen de bode kwam. De vol gende dag kwam hij weer, doch hij wilde de huur toen alleen aanne men. als ik een kwartje extra be taalde. Toen ik" dit weigerde wenste hij mij geen kwitantie te geven. Ik heb de huur toen niet betaald, doch enkele dagen daarna ontving ik al een brief van de huiseige naar, waarin hij met ontruiming dreigde, als ik niet alles direct betaalde. Mijn huurcontract bevat niets over boete bij te late beta ling. Wat moet ik doen? Antwoord: U bent helemaal niet verplicht de boete te betalen. Wij raden U aan de achterstallige huur onmiddellijk per postwissel of giro te voldoen. Zolang de huur niet wordt opgehaald dient U ervoor te zorgen, dat de verhuurder tijdig en regelmatig de huur per postwissel of giro ontvangt. L d. J. heeft dezelfde ervaringen als de 'hierboven genoemde vraagster. Hij is lid van een Woningbouwvereniging, die in haar reglement heeft bepaald, dat. indien de huurder niet thuis is als dc bode komt. de huur op een bepaalde tijd aan het kantoor moet worden vol daan. Betaling per postwissel of giro ls bij reglement verboden. Toen hU op dc voorgeschreven tijd de huur kwam betalen, weigerde men een qultontle te verstrekken, tenzij de huurder i 0.20 boct.e betaalde. Hoe moet deze huurder handelen? Antwoord: U moet beginnen met de reglementen eens goed na te lezen. Zou daarin bepaald zijn. dat bij te lale be taling boete verschuldigd is. dan bent U daaraan gebonden U hebt n.l. door Uw toetreden als lid der vereniging, de reglementen aanvaard Is omtrent boete niets bepaald, dan bent U deze niet verschuldigd. Nu betaling per postwis sel of giro verboden is, Is U het beta len eigenlijk onmogelijk gemaakt U zult dit echter moeten kunnen bewij zen. Wij raden U daarom aan met een getuige (niet de echtgenote of een bloedverwant) naar het kantoor te gaan en daar nogmaals betaling aan te bieden van de achterstallige huur, echter zonder de boete. Weigert men U wederom een quitantic tc \erstrckken. dan bevestigt U het onderhoud per aangetekende brief, waarin U tewns mededeelt dat. U nu genoodzaakt bent per postwissel (eventueel per giro») te betalen, tenzij U binnen drie drigcn be richt krijgt, dat men alsnog bereid is do huur tegen afgifte van een quitantie ln ontvangst to nemen. Hebt U na drie dagen niets vernomen, dan betaalt U per postwissel of giro. Bewaar vooral een afschrift van de aangetekende brief en verzend deze met bewijs van ont vangst U krijgt dan .behalve het bc- wljsje van een aangetekende verzen ding. van de PTT. bericht, dat de brief bij de geadresseerde Ls afgele verd Wij geven toe. dat dit een om slachtige weg Is die nog iets meer kost dan de boete. Dc verhuurder spe culeert er echter op. dat de huurder liever de boete betaalt, dan zich al de ze last op de hals te halen. Wanneer alle huurders een lijn zouden trekken, zou het met deze ongeoorloofde boete- heffing gauw uit zijn Advertentie l.M.) door A. S. M. Hutchinson Maar op de grote weg gekomen wist hij. dat de jongen hem niet meer kon zien, en hier zette hij het op een lopen. Toen hij de top van een heuvel bereikt had zag hij in de verte de lichtjes van het sta tion glinsteren. Hij hoorde de fluit van een locomotief en even later het gerommel van een aankomende trein. Hij ging nog harder lopen, hijgde, aan het station gekomen, om een kaartje, wierp zich in de trein cn viel uitgeput op een bank neer. Hij was gered. Hij was nog ongeveer een kwar tier van Temple Colney verwijderd, toen de roodharige Pinner, die al die tijd in gebed verzonken was ge weest, zich van de hooischelf liet zakken, met een doffe slag op de grond neerkwam en zo snel hij kon in de richting van Dippleford Ad miral en de herberg van zijn vader rende. Achtste Hoofdstuk Een catastrophe in Temple Colney I Drie dagen zijn voorbijgegaan. De bleke en ietwat verwaarloosd uitziende jongeman, die mot een mandje onder zyn arm in de dorps straat loopt, is George. De dorps bewoners staren hem na; grinniken, en knikken veelbetekenend tegen elkaar Hij loopt precies in het mid den van de straat, alsof hij de voorbijgangers zoveel mogelijk wil vermijden Komt er iemand uit te gengestelde richting, dan gaat hij er in een wijde boog om heen. Soms toont zijn gezicht een uit drukking van vrees en dan schudt hij heftig met het mandje, dat hij bij zich draagt. Altijd loopt hij met grote passen. Elke morgen verlaat hij de herberg, waar hij verblijf houdt, alsof hij door een wervel wind wordt voortgejaagd; 's avonds als hij terug kwam. ging hij schich tig weer naar binnen. De dorpsbewoners kennen hem al. Het is de jonge uitvinder van dat luchtschip, die een kamer gehuurd heeft in de Colney Arms. Enkele nieuwsgierigen zijn hem op een ochtend eens een keer gevolgd. Maar zij zijn niets te weten geko men. Tegen de avond bereikte de uit geputte expeditie de dorpsstraat weer. Het was een bleke, min of meer verwaarloosd uitziende jongeman, die de Colney Arms die avond bin nenvluchtte. II Drie dagen waren voorbijgegaan. Als George de „Daily" kon ver wijten er verantwoordelijk voor te zijn, dat hij zich als een van uur tot uur opgejaagd dier voelde, dan mocht hij er haar aan de andere kant dankbaar voor zijn. dat de epi sode met de roodharige Pinner niet tot haar kolommen was doorge drongen. Haar streven om zo veel mogelijk deining te veroorzaken had in zeker opzicht als een boemerang gewerkt De vader van de roodha rige Pinner had namelijk verklaard, dat hij wel gek zou zijn als hij die journalisten (we drukken het woord liever niet af!) ging vertel len wat zijn zoon te weten geko men was. want dan kon je er zeker van zijn. dat zij de beloning in de wacht sleepten en hij had nu een maal zelf zijn zinnen op die belo ning gezet Hij bewaarde dus een diep stilzwijgen, lette goed op wel ke andere tips er in de „Dailv" verschenen en vergeleek die met de hem al bekende feiten George wist hier niets van. Met het gevoel dat hij één van de meest verdorven misdadigers ter wereld was s'eente h«i zijn ellendig be«taan in Temple Colney voort. Elke morgen vouwde hij met be vende vingers de .Daily" open; el ke morgen werd hij geconfronteerd met koppen als: DE MISDAAD TE PALTLEY HILL NiFTTW SPOOR? KAT OF7TEN SENSATIE! Onder veel zuchten en steunen kwam hij dan tot de conclusie, dat het maar beter was om ook door deze zure appel heen te bijten cn als het moe^t ziin doodvonnis in dit artikel getekend te zien. HH begon dan te lezen wat de heer Bltt voor nieuwe onthullingen te doen had. om tenslotte opgelucht tot de ont dekking te komen, dat het „nieuwe spoor" helemaal geen spoor was. Maar de spanning werd ondraag lijk. Iedereen in Temple Colney las de „Daily", iedereen sprak over de verdwijning van de Roos. Toch kon George niet inzien, dat hij door opnieuw te vluchten ver betering in zijn toestand zou kun nen brengen. Als hij de „Daily" geloven moest ging het in heel En geland als in Temple Colney en sprak men over niets anders dan over de diefstal. Hij kwam tot de slotsom, dat het verstandiger was in Temple Colney te blijven, omdat het gevaar voor ontdekking elders misschien nog veel groter zou zijn. Tweemaal had hij op het punt gestaan de hele ongelukkige onder neming op te geven: in dc trein, toen hij Dippleford Admiral ont vluchtte en eens, toen hij buiten Temple Colney door de bijna vol tallige bevolking van dat dorp ach tervolgd werd. Bij die gelegenheden leek hem onvoorwaardelijke over gave nog de aantrekkelijkste oplos sing cn een volledige bekentenis zonder handboeien op Heron's Holt een nog veel aanlokkelijker voor uitzicht dan het verblijf in de een of andere gevangenis. Maar de gedachte aan zijn Mary weerhield hem van deze laffe ca pitulatie. „Ik hou vol!" had hij in de trein uitgeroepen, met zijn vuist op de zitting van de bank slaande. „Ik hou vol' Ik hou vol! Ik hou vol!" zwoer hij de volgende dag op zyn hotelkamer in Temple Colney, en ditmaal bewerkte zijn vuist het tafelblad. Er was een lichtpuntje. Toen de tweede ochtend in Temple Colney de „Daily" hem met haar koppen bijna tot razernij had gebracht vond hij onder het lezen toch troost in hetgeen dit blad aan feitelijk nieuws meende wereldkundig te kunnen maken. „Op advies van de voortreffelijke detective, de heer David Brunger, is het bedrag van de beloning tot 125 verhoogd". „Hoera'" riep George en zijn le venslust keerde terug. ni Drie dagen waren voorbijgegaan. Op een middag begon het hevig te regenen. Gewoonlijk ging George niet vóór 's avonds zeven uur terug naar de herberg. Hoe minder men sen er in zijn buurt waren hoe vei liger hij zich met zijn geheim voel de. Maar vandaag, nu de wolken hem voorspelden, dat het een regen voor de hele dag zou worden, ging hij al om drie uur in de middag op weg naar Temple Colney. Zijn stemming was uitstekend. Het suc ces maakte hem vrijmoedig. In Temple Colney bestond nog geen wantrouwen, op Heron's Holt liepen de zaken naar wens, die ochtend had de „Daily" melding gemaakt van het besluit de beloning tot 150 te verhogen Het is waar. dat dit ver gezeld ging van de mededeling, dat de heer Marrapit vast besloten was niet verder te gaan, maar daar kon George alleen maar om lachen. In vier dagen was er 50 pond bijge komen. Als het zo door ging zou het vurig begeerde bedrag van 500 pond spoedig bereikt zijn. En dan. en dan(wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 5