VALS OF ECHT? Publiek
mag het zeggen
'nikje uit Rijksprentenkabinet
bijeen in Rijksmuseum
FILMS IN AMERSFOORT
Langs „Dr Mabuse" na
twintig jaar terug
Schilder van de vierde
dimensie in St Lucas
Francis, verkwikkende film
over sprekende ezel
Amersfoortse schilders in
het A.G.-huis
lxpositie om
lyrisch bij
te worden
Bijzondere tentoonstelling
te Amsterdam
Als de rode lamp
aangaat
ZOMERTENTOONSTELLING
Vals en echtin Stedelijk Museum
indse
i op
HU-
nooi
noen
5 en
zich
noen
deze
resp.
)erts
ïden
ndat
trijd
Bei-
va n
elijk
en
Iterdag 26 Juli 1932
Fffr dan vroeger heeft het
^prentenkabinet thans, dankzij
[inwendige verschuivingen in
Rijksmuseum, de gelegenheid
Wen om de kostelijke kunst
tallen, waarover het beschikt, op
|tte tijden toegankelijk te stcl-
[voor een groter publiek. Van
gelegenheid is deze week
üs gebruik gemaakt door het
Ejen van een tentoonstelling
feerste na dertien jaar! in
galerijen en een paar hoek-
Jnetten. welke onmiddellijk van
[de Westelijke entree van het
jeum bereikbaar zijn, en waar-
(speciaal ook met het oog op
k bezoek van intcmatiouale
taalhistorici een verzameling pren-
Fén tekeningen is ondergebracht,
k met het woord subliem zeker
J overschattend is aangeduid,
fje conservator, de K. Boon
de prenten (gravures, etsen,
Itsneden( bijeengezocht, terwijl
L. Freriks, adjunct-wetenschap-
Jjk ambtenares, de tekeningen
Bft gekozen: beiden onder auepi-
\an de Directeur van het Ka
kt, Prof. Dr. J. Q. van Regteren
Kna.
De prenten hangen bijeen in een
alle lange galerij, gehuld in
ftemerdonker, waar elke vitrine
-•\
Prachtig zelfportret van Rem-
Brandt, een ets die op 't ogen-
Blik in het Rijksmuseum is ge
boetseerd.
iiks en rechts verlicht wordt door
|n nieuw type buizen, boven in
vitrines zelf aangebracht. Deze
[ferlichting, waarbij Philips de
lirectie ter zijde heeft gestaan,
pmt het daglicht zeer nabij en
g?eft de hinderlijke spiegeling, die
het tentoonstellen achter glas
ïvermijdelijk is. tot een minimum
fereduceerd. Schadelijke gevolgen
pin daarbij uitgesloten, zij het, dat
Ben de atmospherische invloeden,
[die het papier gemakkelijker aan-
~p>1en dan schilderijen, altijd moet
Kijven vrezen, zodat een tentoon
stelling als deze niet te lang kan
(men denkt i.e. aan twee
feaanden). De Directie houdt het
Jog op wisselende exposities, zij
get dat de ruimten zo nu en dan
Jok voor andere doeleinden wor
gen afgestaan. De tweede galerij,
Janzienlijk hoger en breder, waar
de tekeningen zijn opgesteld,
[ontvangt ook daglicht.
Bijzondere selectie
|Het spreekt wel bijna vanzelf,
[cat men, om het populair te zeg-
len. voor deze bijzondere gelegen
heid, gezien het internationaal des
kundig bezoek op bijzondere wijze
leeft „uitgehaald": het puik van
tóe verzameling. Zoals men wei-
Echt weet is de eigenlijke pren-
penvei zameling in het begin van
tóe 19e eeuw ontstaan uit de Stad
houderlijke collecties en een aan-
kabinetten, later aangevuld
fret schenkingen. De tekeningen-
fferzameling echter dateert pas van
B3S6. toen bij een grote veiling vele
ickeningen van Nederlandse Mees
ters. in de loop der jaren door
verzamelende Amsterdamse koop
lieden bijeengebracht, dreigde af
vloeien naar het buitenland.
Pelukkig gaf de Minister toen ge-
Djoor aan een verzoek van deskun
dige zjjde en de laatste jaren is er
[een streven, hoewel door de stij-
fpnde marktprijzen zeer bemoei-
JNW, om ook het bezit aan buiten-
ikfldse meesters, Italianen, Fransen
jen Duitsers, uit te breiden.
Om te beginnen een aantal droge
waldgravures van de z.g. Meester
Jfan het Amsterdamse Kabinet,
look wel genoemd de meester van
|h« .Hausbuch") een graveur uit
eerste helft van de 15e eeuw.
Frans Hals de vruchtbare schil-
hêe/t slechts een paar teke-
nuigen nagelaten, waarvan één,
de afbeelding van een officier, in
het bezit van het Rijksprenten
kabinet, hierbij is gereproduceerd.
Albrecht Diirer tekende deze jon
geman. een fraai werk dat deel
uitmaakt van de expositie van
het Rijksprentenkabinet in het
Rijksmuseum. Moet men niet even
denken aan onze Lucas van
Leyden?
die zeker in Duitsland gewerkt
heeft, misschien van Duitse origine
is, misschien ook van Nederlandse
afkomst. Van de droge naald-etsen
van zijn hand, waarmede deze ex
positie opent, trof ons een uiterst
fijn prentje „De Jongeling en de
Dood", een typisch Middeleeuwse
voorstelling, waarin echter de in
dividuele trekken van de jonge
man. die door de Dood wordt
achterhaald markant zijn uitge
werkt. Dat deze meester oog had
voor de eenvoudige realiteit blijkt
wel uit de pittige prent van een
krabbende hond.
Hercules Seghers
De tweede top is het etswerk
van Hercules Seghers, waarvan het
prentenkabinet (nergens elders kan
men op zo'n aantal bogen!) een 60
a 70-tal bladen bezit, iets dat te
meer spreekt, daar deze kunstenaar
zelden meer dan 3 tot 4 afdrukken
van een ets placht te maken. Wij
mogen de collectionneur Hinloo-
pen wel eeuwig dankbaar blijven,
dat hij de onsterfelijke waarde van
deze in de 18e eeuw geheel ver
zwegen figuur heeft begrepen. De
zeer persoonlijke etstechnieken,
die Seghers toepaste, waarbij hij
vaak zijn papier prepareerde en
mét olieverf werkte, komen in de
hier geëxposeerde bladen duide
lijk voor de dag. Zijn Bomen, waar
in hij een exotische, Japanse ver
fijning bereikt, zijn lava-achtige
berglandschappen wisselen af met
een typisch Hollands thema als het
Poortgewelf, dat. alle exactheid
ten spijt, toch een stuk muziek is
geworden en met een penetrant
stilleven als de Drie Boeken. Het
wonder van deze etsen wordt al
leen geëvenaard door het wonder
van de subtiele olievcrfschets
Boerenhofstede bij Geboomte, wel
ke men ontmoet onder de teke
ningen. een grijze wazige voorstel
ling, die zoals Thijs Maris dat kon.
de realiteit volkomen doet ver
vluchtigen in ijle onwerkelijkheid
en droom.
Weinig minder trots kan het
Kabinet zijn op de bladen van
Dürer, Lucas van Leyden en Rem
brandt. Van Dürer is er o.a. een
Kruisiging, waarvan men lange tijd
een copie verward heeft met de
oorspronkelijke prent die nimmer
geheel werd voltooid. Het curieuze
is, dat men oo de achtergrond j
rechts een burcht aan de Rijn ziet, j
en links een gezicht opBergen 1
op Zoom. Het is bij de serie Ita
liaanse prenten waar te nemen,
hoe Dürer's techniek ook in het
Zuiden heeft doorgewerkt.
Lucas v. Leynden
Anderhalf jaar heeft het Prenten
kabinet zijn aankopen moeten stop
zetten, omdat de middelen waren
uitgeput, nadat men zich verzekerd
had van het hooggeprijsde bezit van
de belangrijke prent van Lucas van
Leyden met het portret van Maxi-
miliaan I. Daar het onwaarschijnlijk
is dat Lucas de keizer zelf heeft ge
kend, neemt men aan, dat hij naar
een ander portret heeft gewerkt,
door Dürer gemaakt: maar hoe is
het mogelijk, vraagt men zich af,
om dan een dergelijke onbevangen
uitdrukkingskracht te bereiken en
zoiets zwierigs tevens. Een nieuw
zijlichtje op het ingewikkelde pro
bleem „Vals of Echt?"
Meent men soms de etsen van
Rembrandt dankzij de vele afbeel
dingen wel te kennen men ver-
getc niet, dat de beste fotografische
reproductie bij lange niet de leven
dige kracht van het origineel
evenaart en bovendien: zaagt ge
ooit, dat donkere geheimzinnige ets
je, Negerin geheten, een rugnaakt.
dat waarlijk vandaag de dag kon
zijn ontstaan?....
Als aardige tegenhanger van Rem-
brandts vermaarde ..Schelp" heeft
men in de vitrine aan de overzijde
een even klem werkje van Wences-
laus Hollar geëxposeerd, een koste
lijk „petit rien", gemaakt door een
Tsjech, die veel in Engeland werkte.
Ik wed. dat menigeen, die in Tie-
polo's schilderijen weinig verras
sends meer ontmoet, hier verbaasd
zal staan over zijn etsen, (deel van
een complete serie uit de collectie
Vorst von Lichtenstein) en wellicht
nóg verraster bij het zien van de
etsjes van Canaletto, die men eerder
verwant acht aan Van Ostade of een
modern kunstenaar, dan aan dë be
roemde man, die de geweldig knap
pe. maar haast al te topografisch
behandelde schilderijen maakte van
Venetië en Wenen.
De tekeningen
De ruimte ontbreekt, maar ik heb
de neiging nog lyrischer te worden
bij de tekeningen, die ik hier heb
gezien: immers nog directer komt
men door middel van de tekening
met het geheimzinnig fluidum, dat
van de maker uitgaat, in aanraking.
Helaas ik moet slechts aanstippend
te werk gaan. maar kan niet nalaten
enkele toppen te vermelden, zoals
de Negerjongen van Annibal Carac-
ci (tijdgenoot en tegenvoeter van
Caravaggio), het hoge geboomte van
Le Lorrain, het portret door Dürer
van een jongeman, de pentekening
Kostelijke tekening van Watteau:
een jonge vrouw van twee kanten
gezien.
Twintig jaar nadat Fritz Lang in 1932 „Het testament van dr Mabuse"
vervaardigde is deze film opnieuw in roulatie gebracht. Het zien ervan is
voor de bioscoopbezoeker van 1952 bijzonder interessant. Twintig jaar is in
qc geschiedenis van de film een lange t(jd en sinds de in het waanzinrug
j brein van dr Mabuse uitgedachte misdaden voor het eerst op het witte
doek verschenen heeft de filmkunst een uitgebreide ontwikkelingsgang
doorlopen. In technisch opzicht is er ongetwijfeld veel verbeterd. Maar of
hetzelfde opgaat voor de artistieke kwaliteiten? We betwijfelen het.
Het wonderlijke feit doet zich i tclijke vertolking geven van de rol
„Francis", de ezel
met zijn „baas" in de gelijknamige film.
(City Theater)
Francis, het verhaal van ren puikje van de Amerikaanse jour-
sprekende ezel. dat deze weck in nalisten. Het verloop van het ver-
het Citv-thcater draait, is voor ons haal willen wij U niet verder ont-
cen verkwikkend bad in een onge- j hullen. U zult bij een bezoek aan
kend mengsel van daverende onzin het City onvoorbereid tegenover
en humor gew orden. Onzin, die dc Francis moeten staan, om voor
zaal deed daveren van het lachen:
humor die „slechts" voor een voort
durende glimlach zorgde. Het ge
geven is verbluffend van eenvoud,
maar van een dermate geraffineer
de uitwerking dat het geheel bo
venmate weet te boeien.
Een tweede luitenant (Donald
O'Connor) ontmoet in Birma een
ezel. Een oude muilezel, vergrijsd
in zijn vele dienstjaren. Een ezel
die spreken kan. en O'Conner van
allerlei waardevolle inlichtingen
voorziet Natuurlijk brengt dat
voor de luitenant moeilijkheden
mee. Van de Intelligence Service,
komt hij in een psycho-neurotische
inrichting. Hij blijft daar manden
vlechten tot hij een generaal met
het verhaal van zijn sprekende ezel
weet te overtuigen. Het scheelt
maar een haar of ook de generaal
komt in een inrichting, maar dat
kan Francis toch .niet over zijn
(of is het haar. zegt de generaal)
hart krijgen. Tijdens een perscon
ferentie spreekt Francis tot het
honderd procent van de film te ge
nieten. Maar dat zult U dan ook
zeker doen. Francis is een film van
fijne geestigheden, die men tot het
doek sluit weet vol te houden Het
is een bespotting van het relatieve
normale, een voortreffelijke persi
flage van het leger en van de ge
nerale staf in het bijzonder. Francis
is een overtuigende film.
namelijk voor. dat wij. die gewend
zijn aan de meest verfijnde „thril
lers' bij het zien van Langs „klas
sieke" misdaadfilm niet kunnen
ontkomen aan een gevoel van grote
bewondering. Met welk een geniali
van de politiecommissaris Lohmann.
Interessant is „Het testament van
di- Mabuse" in 1952 in nog een an
der opzicht. Fritz Lang heeft m
deze film namelijk het misdadige
nazidom gehekeld: reden waarom
tcit is hiei gebruik gemaakt van ..Dr Mabuse" in 1933 onmiddellijk
het in 1932 nog pas enkele jaren na dc machtsovername in Duitsland
toegepaste geluid! Hoe werken werd verboden. De film wordt ver-
bceldcompositie cn camera-instel- toond in het Grand Theater.
ling mee tot scheppen van sfeer!
Wat een spanning weet Lang te be-
reiken met zijn montage! Slechts
zelden is dit alles door de naar
Amerika uitgeweken filmer zijn i
latere scheppingen of door anderen
Niet voor alle facetten van „Dr
Mabuse" kan echter ons enthou-
siasme gelden. We zouden ons kun-
nen stoten aan dc onwaarschijnlijk- ■y&JË' «H
heid van het verhaal, ware onze j .^1
eerbied voor de manier waarop het j Ew
verfilmd is niet zo groot. Ook het j Bn ifrv'ir
spel van de acteurs is onwerkelij-
ker dan we het nu gewend zijn.
Dat dc film echter nergens begra-
ven is onder het enkele tientallen 1
jaren geleden gebruikelijke pathos
bewijst, dat Lang zijn tijd vooruit awJL.
is geweest en spelersmatenaal
volkomen m de hand had. Zo kon
bijvoorbeeld Otto Wernicke een kos- bUbM||»
AANVULLINGSAGENDA RA\D
Aanvullingsagenda voor de openbare
vergadering van de raad van Amersfoort
op Dinsdag 29 Juli 1952 te 19 00 uur:
27. Voordracht ter benoeming van een
hoofd van dc Dr. M. van der Hoeveschool.
28 Voorstel om machtiging tot het uit
lenen van tijdelijk overtollige kasmidde
len.
v - f' -.v r i
met een wemeling van figuren door
Pieter Brueghel, het gave portret
van Cornells Saftleven door Antho-
nie van Dijck, die ook de hartstoch
telijk geladen koppen van drav.mde
paarden schetste, (prachtige studie
voor zijn St. Joris), de studiebladen
van Rubens en Watteau, de vertede
rende Page met Schotel van Bou
cher, en het verrukkelijk staand
meisje van Fragonard.
Betekent dit, dat ik de Hollan
ders minder waardeer? Geen spra
ke van. Zostraks heb ik Hercules
Seghers al genoemd en ik zou
Rembrandt niet graag voorbijgaan,
noch Frans Hals. van wiens supe
rieure hand maar een heel enkele
tekening bekend is, noch ook, in
wilde volgorde, Saenredam. Cuyp
en Jan Lievens, maar moet beken
nen wel het moeilijkst afscheid te
hebben kunnen nemen van een
allerbekoorlijkst meisjesportretje
door Jan de Bray, alsook heel
anders van sfeer van twee figu
ren op een sterfbed. Met hoeveel
nobele piëteit en gespannen con
centratie tekende Jacob de Gheyn
zijn vrouw op haar doodsbed en
met welk een vaderlijke tederheid
deed Bernard Picart hetzelfde ten
aanzien van Etienne. zijn pasgebo
ren zoontje, na drie dagen gestor
ven. Hier lijkt het raadsel van de
dood tot een geheimzinnig leven
verheven. C-A.S.
Vals of echt? De tentoonstelling van die naam in het Sted. Museum te
Amsterdam heeft een wel zó instructief karakter, dat sommige bezoekers
geneigd zullen zijn te zeggen als zij de laatste zaal betreden: „Zie' zo, ik
weet het; mij verkopen ze voortaan geen knollen meer voor citroenen."
Maar dan, o wee, stelt de museumdirectie hen op de proef: „zeg eens van
de tien schilderijen, die wü in dit kabinet hebben opgehangen, zijn ze echt
of vals?" En de bezoekers kunnen hun krachten proberen op enige Corots,
een paar Breitners, een Pascin en enkele primitieven. Zie ze. potlood in de
mond, staan turen, keuren, proeven, wegen het is werkelijk een lust te
ervaren, hoe groot de animo voor deze delicate leken-inquisitie is
bedrogen onbegrijpelijk genoeg,
zoals later werd vastgesteld".
Dc tentoonstelling zelf is uitste
kend ingericht. Alle lof' De ver
schillende vormen van en redenen
tót vervalsing of copie. niet alleen
bij schilderij of prent, komen goed
voor de dag. Alleen heb ik bij
bepaalde commentaren sterk het ge
voel. dat ze nu wel heel mooi en
sluitend zijn opgesteld, maar werken
als pleidooien achteraf. Men mist
wel eens de erkenning, die toch te
genover leken wel nodig* was, dat
men zich op het eerste gezicht wel
moet vergissen. Zoals Friedlander
het weer zo fijntjes en onweerleg
baar zegt: „Het oog slaapt, tot het
door de geest met een vraag wordt
wakker geschud". C. A. S.
De tentoonstel
ling in St. Lucas
van de nog jonge
Amsterdamse kun
stenaar Jos. van
Dijk (hij onderte
kent vaak alleen
„Jos.") is een op
merkelijk debuut,
wat men ook tegen
zijn gedachtengang
en tegen zijn
werkwijze moge
aanvoeren. Dat de
ze tentoonstelling,
vooral door jonge
ren. druk bezocht
wordt, is een ver
heugend teken.
Zijn bedoeling
om tot invoering
van wat hij de
.vierde dimensie"
noemt te komen, is
m.i. te zien als een
symptomatisch
verschijnsel, een
bewijs, dat het ex
pressionisme nog
niet heeft afgedaan,
dat telkens weer
nieuwe loten groei
en aan de Derde
Stam. Dat hier
geen sprake is van
reclame-zucht, van
lust om te epate
ren, daarvan ben
ik. na cie kunste
naar zelf ontmoet
te hebben, over
tuigd. In zekere
zin voegt v. Dijk
aan het expressionisme een nieuw
facet toe. al kan men niet zeggen
dat zijn visie in alle opzichten oor
spronkelijk is. Van Dijk kruist nu
en dan het pad van Picasso, zij 't
dat hij zich met deze mester ze
ker niet wil meten, ook denkt men
een enkele maal aan hc-t streven
van Janus de Winter in diens gro
te periode en aan sommige moder
ne Waalse schilders. Maar van di
recte beïnvloeding is, meen ik, geen
sprake.
Abstract is Jos. van Dijk niet.
althans maar heel zelden, 't Meest
neigt hij daartoe in de Jaargetij
den, waarvan ik Lente en Zomer 't
best kan appreciëren. Van Lente
vooral met een kleuraspect dat her
innert aan de neo-impressionistcn,
gaat inderdaad de bekoring uit van
iets prils en blijs. Zo nu en dan
verwijst dit werk ook naar de fu
turisten; speciaal is dit het geval
met „En Voyage", dat ik een van
Van Dijk's pittigste werkjes vind,
ook vanwege de heldere open kleu
ren en dynamische tekening. Met
zijn kleuren kan ik het in 't alge
meen niet vinden, ze zijn me te
troebel en week. Hoe hij er toe
komt een bepaalde compositie „Ita
lië" te noemen, waar alles mij even
gesloten en weinig riant aandoet,
begrijp ik niet. Het grote romanti
sche doek „Walküre" heeft althans
vaart en elementair geweld, al kan
ik ook hier de kleur niet volledig
aanvaarden.
Wanneer hij mensen weergeeft,
Scène uit Het Testament van
dr Mabuse".
I Zondagavond kwamen wil in een
van de Hilversumse radiostudio's
I terecht en wij smaakten het genoe
gen nu eens niet alleen te horen
maar ook te zien hoe zo'n radio
orkest met koor en solisten een
uitvoering geeft. Ach, u weet wel,
dat men bij een studio-uitvoering
geen heren in deftig zwart en da
mes in avondtoilet ziet. U hebt wel
eens gehoord van musici in hemds
mouwen en dames in een luchtige
zomerjurk. Maar als u het ziet,
doet het u toch wel wat wonder
lijk aan.
Wij hadden het genoegen Bene
dict Silberman aan het werk te
zien met zijn Promenade-orkest.
Zelden zagen wij een dirigent, die
I zo met zijn hele lichaam dirigecr-
I de ,hoe\vel hij het toch zeker niet
„op het publiek" deed, want er
waren met ons maar een paar
mensen om naar zijn verrichtingen
te kijken. Hij stond in zijn over
hemd voor een orkest „in over-
I hemd". Hij maakte diepe kniebui
gingen en veerde omhoog of hij
I het plafond wilde pakken, al naar
I het in de partituur uitkwam en hij
i ziviepte als het ware zijn ensemble
op in de jagende gang van de mu
ziek.
Het Omroepkoorook al bijzon
der huiselijk gekleed, zong perfect
en de opera-zanger Chris Scheffer
liet zijii heldere tenor met de so
praan van Wilmy de Zwaan samen
smelten in een smachtend duet.
Onze opera-ster, die eerst zijn jasje
netjes had aangehouden, hing het
u 'ia eerst enummer ook maar
hij figuren gebruikt om bepaalde i over een J( T on,telle-
stemmin.en on sensaties uit te druk- nij iedeT strmXelie htJ cen
stemmingen en sensaties uit te druk
ken, ziet hij niet alleen van de kle
ding af (die komt in zijn visie
eenvoudig niet te pas) maar het is
of hij met röntgenstralen door het
vlees heeft heengekeken Toch weet
hij ook een plastisch modelé te ge
ven (zoals in Vrouw), terwijl hij in
een enkel landschap en in Molen
het realisme nadert, zij 't op een
ge-heel eigen wijze.
Het beste van dit werk, dat ik
als geheel nog te weinig krachtig
en doelbewust vind, wekt dc ver
keer bijna over de (lieftallige) om-
roepster, toen hij op zijn tenen van
de microfoon weg sloop.
Een wonderlijke zaak is dat,
zo'n radio-studio, met zijn rode
lampen en zijn verraderlijke mi
crofoons. waar de artisten grimas
sen tegen elkaar zitten te maken,
omdat toch niemand het ziet, maar
zij alleen op eerbiedige afstand
van de micro heel zachtjes durven
fluisteren. Zodra de rode lampen
uitgaan is het meteen weer een le-
vachting, dat men van deze ern- i>en als een oordeel Maar dan
slige en fantasierijke kunstenaar heeft de omroeper in de andere
nog veel goeds mag tegemoet zien. studio al weer een nieuw program-
C. A. S. I ma aangekondigd.
A G.-Huis gaat van de Gemeenschap
zelf uit cn biedt het werk van kun
stenaars, ongeacht tot welke groep
ze behoren, mits aangesloten bij de
Gemeenschap. Eclatante nieuwighe
den moet men er niet verwachten,
meermalen komt men werk tegen,
dat ook elders reeds werd vertoond;
geen nood het geheel is toch een
zoals in Désir" Ballet, Garde, waar 1 interessante oogst geworden, die een
Sommige bezoekers worden al,
wanneer zij de tentoonstelling nau
welijks hebben betreden, door een
student(e) bij de jas gepakt: is U
bereid beneden Uw oordeel te ge
ven? Ge laat U verleiden, ergens
gaat een geheimzinnige, haast „val
se" deur open en daar staat ge in
een groot vertrek, waar opnieuw
schilderijen en tekeningen aan de
wand hangen. Ge moet invullen;
vals of echt, zes maal en er liefst
een toelichting bij geven, vertellen,
wat ge het mooist of lelijkst vindt
en uit welke periode de werken
stammen. En ook dan is U er nog
niet. Ge moet U omdraaien en van
twee doeken aangeven, hoe lang en
hoe breed ze zijn. Als ge eindelijk
deze „operatie" hebt doorstaan,
dient ge na afloop van de bezich
tiging der expositie terug te keren
en wordt een nieuwe test op U
ondernomen met een ander zestal.
In die tussentijd hebt ge dan ook
waarschijnlijk de film Vermeer-Van
Meegeren kunnen zien.. -
Ik verzeker U. dat ge dan op de
tram door Amsterdam rijdend plot
seling een visluchtje ruikend on
middellijk tot U zelf zegt: vals of
echt?
Thuis slaat ge de catalogus open.
wéér „Vals of Echt". Na het woord
vooraf leest ge met diep genoegen
de rake. intelligente inleiding van
M. J. Friedlander, als ge die ten
minste nog niet uit zijn boek „Kunst
en Kennerschap" kent, waarop een
langademig stuk volgt, eigenlijk
wéér een inleiding, lang niet zo
raak. waarin het gerecht opnieuw
wordt herkauwd.
Het Stedelijk Museüm is de laat
ste jaren beroemd om zijn catalogi,
maar \vat ge hier voor Uw goede
geld ki-ijgt. is toch wel een taaie
schotel. En komt men bovendien
niet met zich zelf in tegenspraak?
„Evenals Molières Monsieur Jour-
dain nooit een edelman zal worden,
wordt een vervalser nooit een kun
stenaar, en zijn werk nooit een
kunstwerk". Dat klinkt heel mooi.
Bij de explicatie echter van de film
verneemt ge. dat Van Meegeren
een succesvol kunstenaar was en
zijn valse Vermeer een meester
werk.
Bovendien, niemand kan betwis
ten dat de „aristocraat onder de
vervalsers" als een Bastianini, en de
Russische goudsmid, Roechomovski,
die de prachtige tiara van Sai-
taphernes maakte, belangrijke kun
stenaars waren. Neen, zo komt het
goedgelovige publiek er toch ook
niet. Liever houd ik mij aan de
wfjze en bescheiden Friedlander. die
schrijft: „Ik zou niet graag willen,
dat mijn uiteenzettingen de indruk
zouden wekken, dat ik mij zeker
voel. Dat is helemaal niet het ge
val. Niet alleen ik, maar ook mijn
leermeesters die ik zeer vereer zijn
.vals....
„Vals en Echt" heet de
leerzame, soms amusante,
soms spannende tentoonstel
ling in het Amsterdamse
Stedelijk Museum. Aan de
muren der zalen hangen de
echte kunstwerken, op de
grond staan de valse.
Vals: dat kan zijn de re
pliek of het werk van de
leerling of de kopie - alle
drie uitingen van een dubi
euze of helemaal géén oor
spronkelijkheid. Vals kan tot
stand gekomen zijn door
overschildering. Door 'n val
se handtekening. Maar wel
ke graad of soort vervalsing
men neemt, steeds lijkt de
vervalsing meer op werk van
tijdgenoten dan op het oor
spronkelijke kunstwerk, om
dat de vervalsing bedoeld
is om aan de tijdgenoten
met hun opvattingen van
kunst verkocht te worden.
Hierbij ziet u rechts Ma
donna en Kind" van Lippo
Vanni (1341-1375), en links
ie namaak ervan, die in 1937
lan Londense kunstkopers
werd aangeboden en met en
kele andere vervalsingen
werd verkocht.
De zomertentoonstelhng in Jict i beeld geelt van wat in Amersfoort
u - J" als gemiddeld niveau pleegt te wor
den geproduceerd.
Ik mag misschien beginnen met
enkele schilderijen of tekeningen te
noemen, die mij hebben verrast.
Dan denk ik aan Nieweg's lentelijk
landschap, dat ik misschien wel eens
eerder zag. maar dat hier toch
al hangt het niet eens op de mooiste
plaats een verkwikkende sensatie
geeft. Ik noem ook het geslaagde
tonalistische stilleven van Frits Rie-
ke en de molen van A. Kurvers.
die mij verwant leek aan Jacob
Smits, de vermaarde Rotterdammer,
die zijn artistieke carrière in Vlaan
deren maakte. Niet 't minst denk ik
aan Henk Mceuwissen, wiens Cir-
cuspaarden en Soesterduin wel tot
het meest geslaagde van zijn inzen
ding behoren, al vlak ik het Matis-
se-achtig Atelice niet uit. Zijn pen
tekeningen hebben een vrijheid er»
raakheid, die menigeen hem kan
benijden.
Deze persoonlijke voorkeur, die
ik direct als relatief erken, sluit
niet uit, dat ik door de andere in
zendingen vroegere indrukken zag
bevestigd of verdiept Ik denk daar
bij aan het mystiek verdroomde
werk van J. H. Pennings, aan de
boomgaard van S. van Heukelom,
wier landschappen men slechts zel
den ziet. het meisjesportret van
Alex Luigjes. het Utrechtse brug
getje van Joh. v Bijsterveld. en
aan de bekende, ik zou haast zeg
gen klassieke namen, die ik dit
maal nu eens niet vermeld; met uit
zondering echter van Jo Kruyder-
Bouman, wier sfeer rijke bosland
schap ik niet graag onvermeld zou
laten. C A. S.
.echt....
AMSTERDAM. In het museum
„Fodor" wordt tot 22 Augustus een
tentoonstelling gehouden van de col
lectie tekeningen uit de eigen ver
zameling, onder de naam „Tekenin
gen van meesters uit de 16de—13de
eeuw".