VALS OF ECHT? Publiek mag het zeggen 'nikje uit Rijksprentenkabinet bijeen in Rijksmuseum FILMS IN AMERSFOORT Langs „Dr Mabuse" na twintig jaar terug Schilder van de vierde dimensie in St Lucas Francis, verkwikkende film over sprekende ezel Amersfoortse schilders in het A.G.-huis lxpositie om lyrisch bij te worden Bijzondere tentoonstelling te Amsterdam Als de rode lamp aangaat ZOMERTENTOONSTELLING Vals en echtin Stedelijk Museum indse i op HU- nooi noen 5 en zich noen deze resp. )erts ïden ndat trijd Bei- va n elijk en Iterdag 26 Juli 1932 Fffr dan vroeger heeft het ^prentenkabinet thans, dankzij [inwendige verschuivingen in Rijksmuseum, de gelegenheid Wen om de kostelijke kunst tallen, waarover het beschikt, op |tte tijden toegankelijk te stcl- [voor een groter publiek. Van gelegenheid is deze week üs gebruik gemaakt door het Ejen van een tentoonstelling feerste na dertien jaar! in galerijen en een paar hoek- Jnetten. welke onmiddellijk van [de Westelijke entree van het jeum bereikbaar zijn, en waar- (speciaal ook met het oog op k bezoek van intcmatiouale taalhistorici een verzameling pren- Fén tekeningen is ondergebracht, k met het woord subliem zeker J overschattend is aangeduid, fje conservator, de K. Boon de prenten (gravures, etsen, Itsneden( bijeengezocht, terwijl L. Freriks, adjunct-wetenschap- Jjk ambtenares, de tekeningen Bft gekozen: beiden onder auepi- \an de Directeur van het Ka kt, Prof. Dr. J. Q. van Regteren Kna. De prenten hangen bijeen in een alle lange galerij, gehuld in ftemerdonker, waar elke vitrine -•\ Prachtig zelfportret van Rem- Brandt, een ets die op 't ogen- Blik in het Rijksmuseum is ge boetseerd. iiks en rechts verlicht wordt door |n nieuw type buizen, boven in vitrines zelf aangebracht. Deze [ferlichting, waarbij Philips de lirectie ter zijde heeft gestaan, pmt het daglicht zeer nabij en g?eft de hinderlijke spiegeling, die het tentoonstellen achter glas ïvermijdelijk is. tot een minimum fereduceerd. Schadelijke gevolgen pin daarbij uitgesloten, zij het, dat Ben de atmospherische invloeden, [die het papier gemakkelijker aan- ~p>1en dan schilderijen, altijd moet Kijven vrezen, zodat een tentoon stelling als deze niet te lang kan (men denkt i.e. aan twee feaanden). De Directie houdt het Jog op wisselende exposities, zij get dat de ruimten zo nu en dan Jok voor andere doeleinden wor gen afgestaan. De tweede galerij, Janzienlijk hoger en breder, waar de tekeningen zijn opgesteld, [ontvangt ook daglicht. Bijzondere selectie |Het spreekt wel bijna vanzelf, [cat men, om het populair te zeg- len. voor deze bijzondere gelegen heid, gezien het internationaal des kundig bezoek op bijzondere wijze leeft „uitgehaald": het puik van tóe verzameling. Zoals men wei- Echt weet is de eigenlijke pren- penvei zameling in het begin van tóe 19e eeuw ontstaan uit de Stad houderlijke collecties en een aan- kabinetten, later aangevuld fret schenkingen. De tekeningen- fferzameling echter dateert pas van B3S6. toen bij een grote veiling vele ickeningen van Nederlandse Mees ters. in de loop der jaren door verzamelende Amsterdamse koop lieden bijeengebracht, dreigde af vloeien naar het buitenland. Pelukkig gaf de Minister toen ge- Djoor aan een verzoek van deskun dige zjjde en de laatste jaren is er [een streven, hoewel door de stij- fpnde marktprijzen zeer bemoei- JNW, om ook het bezit aan buiten- ikfldse meesters, Italianen, Fransen jen Duitsers, uit te breiden. Om te beginnen een aantal droge waldgravures van de z.g. Meester Jfan het Amsterdamse Kabinet, look wel genoemd de meester van |h« .Hausbuch") een graveur uit eerste helft van de 15e eeuw. Frans Hals de vruchtbare schil- hêe/t slechts een paar teke- nuigen nagelaten, waarvan één, de afbeelding van een officier, in het bezit van het Rijksprenten kabinet, hierbij is gereproduceerd. Albrecht Diirer tekende deze jon geman. een fraai werk dat deel uitmaakt van de expositie van het Rijksprentenkabinet in het Rijksmuseum. Moet men niet even denken aan onze Lucas van Leyden? die zeker in Duitsland gewerkt heeft, misschien van Duitse origine is, misschien ook van Nederlandse afkomst. Van de droge naald-etsen van zijn hand, waarmede deze ex positie opent, trof ons een uiterst fijn prentje „De Jongeling en de Dood", een typisch Middeleeuwse voorstelling, waarin echter de in dividuele trekken van de jonge man. die door de Dood wordt achterhaald markant zijn uitge werkt. Dat deze meester oog had voor de eenvoudige realiteit blijkt wel uit de pittige prent van een krabbende hond. Hercules Seghers De tweede top is het etswerk van Hercules Seghers, waarvan het prentenkabinet (nergens elders kan men op zo'n aantal bogen!) een 60 a 70-tal bladen bezit, iets dat te meer spreekt, daar deze kunstenaar zelden meer dan 3 tot 4 afdrukken van een ets placht te maken. Wij mogen de collectionneur Hinloo- pen wel eeuwig dankbaar blijven, dat hij de onsterfelijke waarde van deze in de 18e eeuw geheel ver zwegen figuur heeft begrepen. De zeer persoonlijke etstechnieken, die Seghers toepaste, waarbij hij vaak zijn papier prepareerde en mét olieverf werkte, komen in de hier geëxposeerde bladen duide lijk voor de dag. Zijn Bomen, waar in hij een exotische, Japanse ver fijning bereikt, zijn lava-achtige berglandschappen wisselen af met een typisch Hollands thema als het Poortgewelf, dat. alle exactheid ten spijt, toch een stuk muziek is geworden en met een penetrant stilleven als de Drie Boeken. Het wonder van deze etsen wordt al leen geëvenaard door het wonder van de subtiele olievcrfschets Boerenhofstede bij Geboomte, wel ke men ontmoet onder de teke ningen. een grijze wazige voorstel ling, die zoals Thijs Maris dat kon. de realiteit volkomen doet ver vluchtigen in ijle onwerkelijkheid en droom. Weinig minder trots kan het Kabinet zijn op de bladen van Dürer, Lucas van Leyden en Rem brandt. Van Dürer is er o.a. een Kruisiging, waarvan men lange tijd een copie verward heeft met de oorspronkelijke prent die nimmer geheel werd voltooid. Het curieuze is, dat men oo de achtergrond j rechts een burcht aan de Rijn ziet, j en links een gezicht opBergen 1 op Zoom. Het is bij de serie Ita liaanse prenten waar te nemen, hoe Dürer's techniek ook in het Zuiden heeft doorgewerkt. Lucas v. Leynden Anderhalf jaar heeft het Prenten kabinet zijn aankopen moeten stop zetten, omdat de middelen waren uitgeput, nadat men zich verzekerd had van het hooggeprijsde bezit van de belangrijke prent van Lucas van Leyden met het portret van Maxi- miliaan I. Daar het onwaarschijnlijk is dat Lucas de keizer zelf heeft ge kend, neemt men aan, dat hij naar een ander portret heeft gewerkt, door Dürer gemaakt: maar hoe is het mogelijk, vraagt men zich af, om dan een dergelijke onbevangen uitdrukkingskracht te bereiken en zoiets zwierigs tevens. Een nieuw zijlichtje op het ingewikkelde pro bleem „Vals of Echt?" Meent men soms de etsen van Rembrandt dankzij de vele afbeel dingen wel te kennen men ver- getc niet, dat de beste fotografische reproductie bij lange niet de leven dige kracht van het origineel evenaart en bovendien: zaagt ge ooit, dat donkere geheimzinnige ets je, Negerin geheten, een rugnaakt. dat waarlijk vandaag de dag kon zijn ontstaan?.... Als aardige tegenhanger van Rem- brandts vermaarde ..Schelp" heeft men in de vitrine aan de overzijde een even klem werkje van Wences- laus Hollar geëxposeerd, een koste lijk „petit rien", gemaakt door een Tsjech, die veel in Engeland werkte. Ik wed. dat menigeen, die in Tie- polo's schilderijen weinig verras sends meer ontmoet, hier verbaasd zal staan over zijn etsen, (deel van een complete serie uit de collectie Vorst von Lichtenstein) en wellicht nóg verraster bij het zien van de etsjes van Canaletto, die men eerder verwant acht aan Van Ostade of een modern kunstenaar, dan aan dë be roemde man, die de geweldig knap pe. maar haast al te topografisch behandelde schilderijen maakte van Venetië en Wenen. De tekeningen De ruimte ontbreekt, maar ik heb de neiging nog lyrischer te worden bij de tekeningen, die ik hier heb gezien: immers nog directer komt men door middel van de tekening met het geheimzinnig fluidum, dat van de maker uitgaat, in aanraking. Helaas ik moet slechts aanstippend te werk gaan. maar kan niet nalaten enkele toppen te vermelden, zoals de Negerjongen van Annibal Carac- ci (tijdgenoot en tegenvoeter van Caravaggio), het hoge geboomte van Le Lorrain, het portret door Dürer van een jongeman, de pentekening Kostelijke tekening van Watteau: een jonge vrouw van twee kanten gezien. Twintig jaar nadat Fritz Lang in 1932 „Het testament van dr Mabuse" vervaardigde is deze film opnieuw in roulatie gebracht. Het zien ervan is voor de bioscoopbezoeker van 1952 bijzonder interessant. Twintig jaar is in qc geschiedenis van de film een lange t(jd en sinds de in het waanzinrug j brein van dr Mabuse uitgedachte misdaden voor het eerst op het witte doek verschenen heeft de filmkunst een uitgebreide ontwikkelingsgang doorlopen. In technisch opzicht is er ongetwijfeld veel verbeterd. Maar of hetzelfde opgaat voor de artistieke kwaliteiten? We betwijfelen het. Het wonderlijke feit doet zich i tclijke vertolking geven van de rol „Francis", de ezel met zijn „baas" in de gelijknamige film. (City Theater) Francis, het verhaal van ren puikje van de Amerikaanse jour- sprekende ezel. dat deze weck in nalisten. Het verloop van het ver- het Citv-thcater draait, is voor ons haal willen wij U niet verder ont- cen verkwikkend bad in een onge- j hullen. U zult bij een bezoek aan kend mengsel van daverende onzin het City onvoorbereid tegenover en humor gew orden. Onzin, die dc Francis moeten staan, om voor zaal deed daveren van het lachen: humor die „slechts" voor een voort durende glimlach zorgde. Het ge geven is verbluffend van eenvoud, maar van een dermate geraffineer de uitwerking dat het geheel bo venmate weet te boeien. Een tweede luitenant (Donald O'Connor) ontmoet in Birma een ezel. Een oude muilezel, vergrijsd in zijn vele dienstjaren. Een ezel die spreken kan. en O'Conner van allerlei waardevolle inlichtingen voorziet Natuurlijk brengt dat voor de luitenant moeilijkheden mee. Van de Intelligence Service, komt hij in een psycho-neurotische inrichting. Hij blijft daar manden vlechten tot hij een generaal met het verhaal van zijn sprekende ezel weet te overtuigen. Het scheelt maar een haar of ook de generaal komt in een inrichting, maar dat kan Francis toch .niet over zijn (of is het haar. zegt de generaal) hart krijgen. Tijdens een perscon ferentie spreekt Francis tot het honderd procent van de film te ge nieten. Maar dat zult U dan ook zeker doen. Francis is een film van fijne geestigheden, die men tot het doek sluit weet vol te houden Het is een bespotting van het relatieve normale, een voortreffelijke persi flage van het leger en van de ge nerale staf in het bijzonder. Francis is een overtuigende film. namelijk voor. dat wij. die gewend zijn aan de meest verfijnde „thril lers' bij het zien van Langs „klas sieke" misdaadfilm niet kunnen ontkomen aan een gevoel van grote bewondering. Met welk een geniali van de politiecommissaris Lohmann. Interessant is „Het testament van di- Mabuse" in 1952 in nog een an der opzicht. Fritz Lang heeft m deze film namelijk het misdadige nazidom gehekeld: reden waarom tcit is hiei gebruik gemaakt van ..Dr Mabuse" in 1933 onmiddellijk het in 1932 nog pas enkele jaren na dc machtsovername in Duitsland toegepaste geluid! Hoe werken werd verboden. De film wordt ver- bceldcompositie cn camera-instel- toond in het Grand Theater. ling mee tot scheppen van sfeer! Wat een spanning weet Lang te be- reiken met zijn montage! Slechts zelden is dit alles door de naar Amerika uitgeweken filmer zijn i latere scheppingen of door anderen Niet voor alle facetten van „Dr Mabuse" kan echter ons enthou- siasme gelden. We zouden ons kun- nen stoten aan dc onwaarschijnlijk- ■y&JË' «H heid van het verhaal, ware onze j .^1 eerbied voor de manier waarop het j Ew verfilmd is niet zo groot. Ook het j Bn ifrv'ir spel van de acteurs is onwerkelij- ker dan we het nu gewend zijn. Dat dc film echter nergens begra- ven is onder het enkele tientallen 1 jaren geleden gebruikelijke pathos bewijst, dat Lang zijn tijd vooruit awJL. is geweest en spelersmatenaal volkomen m de hand had. Zo kon bijvoorbeeld Otto Wernicke een kos- bUbM||» AANVULLINGSAGENDA RA\D Aanvullingsagenda voor de openbare vergadering van de raad van Amersfoort op Dinsdag 29 Juli 1952 te 19 00 uur: 27. Voordracht ter benoeming van een hoofd van dc Dr. M. van der Hoeveschool. 28 Voorstel om machtiging tot het uit lenen van tijdelijk overtollige kasmidde len. v - f' -.v r i met een wemeling van figuren door Pieter Brueghel, het gave portret van Cornells Saftleven door Antho- nie van Dijck, die ook de hartstoch telijk geladen koppen van drav.mde paarden schetste, (prachtige studie voor zijn St. Joris), de studiebladen van Rubens en Watteau, de vertede rende Page met Schotel van Bou cher, en het verrukkelijk staand meisje van Fragonard. Betekent dit, dat ik de Hollan ders minder waardeer? Geen spra ke van. Zostraks heb ik Hercules Seghers al genoemd en ik zou Rembrandt niet graag voorbijgaan, noch Frans Hals. van wiens supe rieure hand maar een heel enkele tekening bekend is, noch ook, in wilde volgorde, Saenredam. Cuyp en Jan Lievens, maar moet beken nen wel het moeilijkst afscheid te hebben kunnen nemen van een allerbekoorlijkst meisjesportretje door Jan de Bray, alsook heel anders van sfeer van twee figu ren op een sterfbed. Met hoeveel nobele piëteit en gespannen con centratie tekende Jacob de Gheyn zijn vrouw op haar doodsbed en met welk een vaderlijke tederheid deed Bernard Picart hetzelfde ten aanzien van Etienne. zijn pasgebo ren zoontje, na drie dagen gestor ven. Hier lijkt het raadsel van de dood tot een geheimzinnig leven verheven. C-A.S. Vals of echt? De tentoonstelling van die naam in het Sted. Museum te Amsterdam heeft een wel zó instructief karakter, dat sommige bezoekers geneigd zullen zijn te zeggen als zij de laatste zaal betreden: „Zie' zo, ik weet het; mij verkopen ze voortaan geen knollen meer voor citroenen." Maar dan, o wee, stelt de museumdirectie hen op de proef: „zeg eens van de tien schilderijen, die wü in dit kabinet hebben opgehangen, zijn ze echt of vals?" En de bezoekers kunnen hun krachten proberen op enige Corots, een paar Breitners, een Pascin en enkele primitieven. Zie ze. potlood in de mond, staan turen, keuren, proeven, wegen het is werkelijk een lust te ervaren, hoe groot de animo voor deze delicate leken-inquisitie is bedrogen onbegrijpelijk genoeg, zoals later werd vastgesteld". Dc tentoonstelling zelf is uitste kend ingericht. Alle lof' De ver schillende vormen van en redenen tót vervalsing of copie. niet alleen bij schilderij of prent, komen goed voor de dag. Alleen heb ik bij bepaalde commentaren sterk het ge voel. dat ze nu wel heel mooi en sluitend zijn opgesteld, maar werken als pleidooien achteraf. Men mist wel eens de erkenning, die toch te genover leken wel nodig* was, dat men zich op het eerste gezicht wel moet vergissen. Zoals Friedlander het weer zo fijntjes en onweerleg baar zegt: „Het oog slaapt, tot het door de geest met een vraag wordt wakker geschud". C. A. S. De tentoonstel ling in St. Lucas van de nog jonge Amsterdamse kun stenaar Jos. van Dijk (hij onderte kent vaak alleen „Jos.") is een op merkelijk debuut, wat men ook tegen zijn gedachtengang en tegen zijn werkwijze moge aanvoeren. Dat de ze tentoonstelling, vooral door jonge ren. druk bezocht wordt, is een ver heugend teken. Zijn bedoeling om tot invoering van wat hij de .vierde dimensie" noemt te komen, is m.i. te zien als een symptomatisch verschijnsel, een bewijs, dat het ex pressionisme nog niet heeft afgedaan, dat telkens weer nieuwe loten groei en aan de Derde Stam. Dat hier geen sprake is van reclame-zucht, van lust om te epate ren, daarvan ben ik. na cie kunste naar zelf ontmoet te hebben, over tuigd. In zekere zin voegt v. Dijk aan het expressionisme een nieuw facet toe. al kan men niet zeggen dat zijn visie in alle opzichten oor spronkelijk is. Van Dijk kruist nu en dan het pad van Picasso, zij 't dat hij zich met deze mester ze ker niet wil meten, ook denkt men een enkele maal aan hc-t streven van Janus de Winter in diens gro te periode en aan sommige moder ne Waalse schilders. Maar van di recte beïnvloeding is, meen ik, geen sprake. Abstract is Jos. van Dijk niet. althans maar heel zelden, 't Meest neigt hij daartoe in de Jaargetij den, waarvan ik Lente en Zomer 't best kan appreciëren. Van Lente vooral met een kleuraspect dat her innert aan de neo-impressionistcn, gaat inderdaad de bekoring uit van iets prils en blijs. Zo nu en dan verwijst dit werk ook naar de fu turisten; speciaal is dit het geval met „En Voyage", dat ik een van Van Dijk's pittigste werkjes vind, ook vanwege de heldere open kleu ren en dynamische tekening. Met zijn kleuren kan ik het in 't alge meen niet vinden, ze zijn me te troebel en week. Hoe hij er toe komt een bepaalde compositie „Ita lië" te noemen, waar alles mij even gesloten en weinig riant aandoet, begrijp ik niet. Het grote romanti sche doek „Walküre" heeft althans vaart en elementair geweld, al kan ik ook hier de kleur niet volledig aanvaarden. Wanneer hij mensen weergeeft, Scène uit Het Testament van dr Mabuse". I Zondagavond kwamen wil in een van de Hilversumse radiostudio's I terecht en wij smaakten het genoe gen nu eens niet alleen te horen maar ook te zien hoe zo'n radio orkest met koor en solisten een uitvoering geeft. Ach, u weet wel, dat men bij een studio-uitvoering geen heren in deftig zwart en da mes in avondtoilet ziet. U hebt wel eens gehoord van musici in hemds mouwen en dames in een luchtige zomerjurk. Maar als u het ziet, doet het u toch wel wat wonder lijk aan. Wij hadden het genoegen Bene dict Silberman aan het werk te zien met zijn Promenade-orkest. Zelden zagen wij een dirigent, die I zo met zijn hele lichaam dirigecr- I de ,hoe\vel hij het toch zeker niet „op het publiek" deed, want er waren met ons maar een paar mensen om naar zijn verrichtingen te kijken. Hij stond in zijn over hemd voor een orkest „in over- I hemd". Hij maakte diepe kniebui gingen en veerde omhoog of hij I het plafond wilde pakken, al naar I het in de partituur uitkwam en hij i ziviepte als het ware zijn ensemble op in de jagende gang van de mu ziek. Het Omroepkoorook al bijzon der huiselijk gekleed, zong perfect en de opera-zanger Chris Scheffer liet zijii heldere tenor met de so praan van Wilmy de Zwaan samen smelten in een smachtend duet. Onze opera-ster, die eerst zijn jasje netjes had aangehouden, hing het u 'ia eerst enummer ook maar hij figuren gebruikt om bepaalde i over een J( T on,telle- stemmin.en on sensaties uit te druk- nij iedeT strmXelie htJ cen stemmingen en sensaties uit te druk ken, ziet hij niet alleen van de kle ding af (die komt in zijn visie eenvoudig niet te pas) maar het is of hij met röntgenstralen door het vlees heeft heengekeken Toch weet hij ook een plastisch modelé te ge ven (zoals in Vrouw), terwijl hij in een enkel landschap en in Molen het realisme nadert, zij 't op een ge-heel eigen wijze. Het beste van dit werk, dat ik als geheel nog te weinig krachtig en doelbewust vind, wekt dc ver keer bijna over de (lieftallige) om- roepster, toen hij op zijn tenen van de microfoon weg sloop. Een wonderlijke zaak is dat, zo'n radio-studio, met zijn rode lampen en zijn verraderlijke mi crofoons. waar de artisten grimas sen tegen elkaar zitten te maken, omdat toch niemand het ziet, maar zij alleen op eerbiedige afstand van de micro heel zachtjes durven fluisteren. Zodra de rode lampen uitgaan is het meteen weer een le- vachting, dat men van deze ern- i>en als een oordeel Maar dan slige en fantasierijke kunstenaar heeft de omroeper in de andere nog veel goeds mag tegemoet zien. studio al weer een nieuw program- C. A. S. I ma aangekondigd. A G.-Huis gaat van de Gemeenschap zelf uit cn biedt het werk van kun stenaars, ongeacht tot welke groep ze behoren, mits aangesloten bij de Gemeenschap. Eclatante nieuwighe den moet men er niet verwachten, meermalen komt men werk tegen, dat ook elders reeds werd vertoond; geen nood het geheel is toch een zoals in Désir" Ballet, Garde, waar 1 interessante oogst geworden, die een Sommige bezoekers worden al, wanneer zij de tentoonstelling nau welijks hebben betreden, door een student(e) bij de jas gepakt: is U bereid beneden Uw oordeel te ge ven? Ge laat U verleiden, ergens gaat een geheimzinnige, haast „val se" deur open en daar staat ge in een groot vertrek, waar opnieuw schilderijen en tekeningen aan de wand hangen. Ge moet invullen; vals of echt, zes maal en er liefst een toelichting bij geven, vertellen, wat ge het mooist of lelijkst vindt en uit welke periode de werken stammen. En ook dan is U er nog niet. Ge moet U omdraaien en van twee doeken aangeven, hoe lang en hoe breed ze zijn. Als ge eindelijk deze „operatie" hebt doorstaan, dient ge na afloop van de bezich tiging der expositie terug te keren en wordt een nieuwe test op U ondernomen met een ander zestal. In die tussentijd hebt ge dan ook waarschijnlijk de film Vermeer-Van Meegeren kunnen zien.. - Ik verzeker U. dat ge dan op de tram door Amsterdam rijdend plot seling een visluchtje ruikend on middellijk tot U zelf zegt: vals of echt? Thuis slaat ge de catalogus open. wéér „Vals of Echt". Na het woord vooraf leest ge met diep genoegen de rake. intelligente inleiding van M. J. Friedlander, als ge die ten minste nog niet uit zijn boek „Kunst en Kennerschap" kent, waarop een langademig stuk volgt, eigenlijk wéér een inleiding, lang niet zo raak. waarin het gerecht opnieuw wordt herkauwd. Het Stedelijk Museüm is de laat ste jaren beroemd om zijn catalogi, maar \vat ge hier voor Uw goede geld ki-ijgt. is toch wel een taaie schotel. En komt men bovendien niet met zich zelf in tegenspraak? „Evenals Molières Monsieur Jour- dain nooit een edelman zal worden, wordt een vervalser nooit een kun stenaar, en zijn werk nooit een kunstwerk". Dat klinkt heel mooi. Bij de explicatie echter van de film verneemt ge. dat Van Meegeren een succesvol kunstenaar was en zijn valse Vermeer een meester werk. Bovendien, niemand kan betwis ten dat de „aristocraat onder de vervalsers" als een Bastianini, en de Russische goudsmid, Roechomovski, die de prachtige tiara van Sai- taphernes maakte, belangrijke kun stenaars waren. Neen, zo komt het goedgelovige publiek er toch ook niet. Liever houd ik mij aan de wfjze en bescheiden Friedlander. die schrijft: „Ik zou niet graag willen, dat mijn uiteenzettingen de indruk zouden wekken, dat ik mij zeker voel. Dat is helemaal niet het ge val. Niet alleen ik, maar ook mijn leermeesters die ik zeer vereer zijn .vals.... „Vals en Echt" heet de leerzame, soms amusante, soms spannende tentoonstel ling in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Aan de muren der zalen hangen de echte kunstwerken, op de grond staan de valse. Vals: dat kan zijn de re pliek of het werk van de leerling of de kopie - alle drie uitingen van een dubi euze of helemaal géén oor spronkelijkheid. Vals kan tot stand gekomen zijn door overschildering. Door 'n val se handtekening. Maar wel ke graad of soort vervalsing men neemt, steeds lijkt de vervalsing meer op werk van tijdgenoten dan op het oor spronkelijke kunstwerk, om dat de vervalsing bedoeld is om aan de tijdgenoten met hun opvattingen van kunst verkocht te worden. Hierbij ziet u rechts Ma donna en Kind" van Lippo Vanni (1341-1375), en links ie namaak ervan, die in 1937 lan Londense kunstkopers werd aangeboden en met en kele andere vervalsingen werd verkocht. De zomertentoonstelhng in Jict i beeld geelt van wat in Amersfoort u - J" als gemiddeld niveau pleegt te wor den geproduceerd. Ik mag misschien beginnen met enkele schilderijen of tekeningen te noemen, die mij hebben verrast. Dan denk ik aan Nieweg's lentelijk landschap, dat ik misschien wel eens eerder zag. maar dat hier toch al hangt het niet eens op de mooiste plaats een verkwikkende sensatie geeft. Ik noem ook het geslaagde tonalistische stilleven van Frits Rie- ke en de molen van A. Kurvers. die mij verwant leek aan Jacob Smits, de vermaarde Rotterdammer, die zijn artistieke carrière in Vlaan deren maakte. Niet 't minst denk ik aan Henk Mceuwissen, wiens Cir- cuspaarden en Soesterduin wel tot het meest geslaagde van zijn inzen ding behoren, al vlak ik het Matis- se-achtig Atelice niet uit. Zijn pen tekeningen hebben een vrijheid er» raakheid, die menigeen hem kan benijden. Deze persoonlijke voorkeur, die ik direct als relatief erken, sluit niet uit, dat ik door de andere in zendingen vroegere indrukken zag bevestigd of verdiept Ik denk daar bij aan het mystiek verdroomde werk van J. H. Pennings, aan de boomgaard van S. van Heukelom, wier landschappen men slechts zel den ziet. het meisjesportret van Alex Luigjes. het Utrechtse brug getje van Joh. v Bijsterveld. en aan de bekende, ik zou haast zeg gen klassieke namen, die ik dit maal nu eens niet vermeld; met uit zondering echter van Jo Kruyder- Bouman, wier sfeer rijke bosland schap ik niet graag onvermeld zou laten. C A. S. .echt.... AMSTERDAM. In het museum „Fodor" wordt tot 22 Augustus een tentoonstelling gehouden van de col lectie tekeningen uit de eigen ver zameling, onder de naam „Tekenin gen van meesters uit de 16de—13de eeuw".

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 5