mi onbewoonde eiland Herv. Kerk breekt met oude opvattingen over huwelijk VOOR ANTJES EN JANTJES Kruistalpuzzle als afwisseling r 'sKonings renvarken was verdwenen Synode ging niet zo ver als rapport soms wilde ARTHUR RAMSOME Als twee druppels water Zaterdag 26 Juli 19; sJ&ÊriS - en andere jonge klantjes) De koning van Beloetsjiestan zit in een gouden koets Die iedre dag gewreven wordt met Glanzo Koperpoets; Er staan geen paarden voor de koets, dat is nou weer zo gek Maar zeven kleine varkentjes, met bellen om hun nek. En als je vraagtWaarom dan toch?", dan zegt de koning: „Kind, „Die varkentjes van my, die lopen sneller dan de wind." Wie past er op die varkentjes, wie moet er voor ze zorgen? La la. dat is een heel verhaal, 'k vertel het liever morgen Wat? Moet ik het vandaag vertellen? Nou, daar gaat ie dan: Er woonde ook een jongetje, daar in Beloetsjiestan, Die was zó lui, zó lui! Eerst was hij knechtje bij een slager. Toen was hij conducteurtje en toen was hij pakjesdrager. Toen kwam hij in een dassenzaak, toen bij een scharesliep Maar telkens werd hij weggejaagd, omdat hij altijd sliep. „Wel Simon," zei z'n moeder, „luie Simon," zei z'n moeder, „Ga nu maar naar de koning toe en word daar varkenshoeder!" Zo kwam hy in 't paleis, om op de varkentjes te passen, Hij moest ze iedre morgen vroeg met odeklonje wassen. Hij moest hun teentjes lakken en hun staartjes onduleren, En als ze sliepen moest hij ook hun kussentjes omkeren. De koning zei: „Wees Hef voor ze. en als ik ooit gekrijs hoor. „Dan word jij opgesloten in de toren pan 't paleis hoor!" Maar eens ging Simon met ze wandelen, in de zonneschijn Hy hield de zeven varkens ieder aan een lange lijn. En ja, natuurlijk kreeg hij slaap, en midden in het. 0os. Daar viel hij bots in slaap, en o, hij liet het lijntje los! Pas toen de zon al onderging, deed hij z'n ogen open. Daar had je 't al. Een varkentje was stiekem weggelopen. Hij vroeg aan iedereen: „Hebt u een varkentje gezien? ,Met roodgelakte teentjes en een belletje, misschien?" Maar niemand had het beest gezien; hij zocht en zocht en zocht En eindelijk heeft hij op de markt een varkentje GEKOCHT. Hij waste 't netjes af, en lakte al zijn teentjes rood. Toen kreeg het nog een belletje om, maar verder bleef het bloot. „Dat merkt geen mens," dacht Simon vrolijk „Niemand merkt hetkom!" En met zijn zeven varkentjes kwam Simon dus weerom. Maar 's morgens vroeg, daar wou de koning, net als andre dagen Een beetje rijden in zijn mooie gouden varkenswagen. Daar op de bok zat de koetsier, die trok de teugels aan: Zes varkens gingen lopen, maar het zevende bleef staan. 't Zei: „Knor," en zette al zijn roodgelakte teentjes schrap En wou geen stap verzetten, maar dan ook geen stap! Géén stap! De koning stapte uit de koets. Hij keek heel boos en zei: Geen wonder ook! Dat varkentje! Dat is niet eens van mij!" Nou, Simon moest bekennen. Hij werd rood tot aan zijn oren. Toen werd hij opgesloten in de allerhoogste toren! Hij kreeg alleen een kroesje melk met dikke vette vellen. En ook een stukje kauwgum, en daar moest hij het mee stellen. Er ging een dag voorbij, en nog een dag. Daar zat te nou. Hij kreeg zo'n honger en zo'n dorst, en bovendien berouw. Maar daar opeens, vlak voor het raam, hoorde hij stemmen klinken, De stemmen van twee vogeltjes, twee babbelzieke vinken. „Zeg!" kwetterde de ene vink, „In 't bos, daar bij de berk, „Heb ik een belletje gehoord, precies als in de kerk, „Wat denk je, zou het spoken in die oude berkeboom?" „Och, zeur niet." zei de andre vink, „het was beslist een droom!" En toen vlogen de vinken weg, maar Simon dacht meteen: „Dat moet het varken zijn geweest, ik wil er daadlijk heen." Maar ja, ze hadden immers toch zijn deur op slot gedaan? En uit het raam? Dat was te hoog, dat zou bepaald niet gaan. Toen voelde hij ineens de kauwgum in zijn rechterwang. Hij pakte 't met zijn vingers beet, het werd ontzettend lang. Toen plakte hy het ene eindje aan het raamkozijn En zakte met het andre eind het raam uit, dat ging fijn! Het kauwgum rekte uit. Hij gleed heel langzaam naar beneden Zo kwam hij onder aan de toren, moe maar erg tevreden. En toen naar 't bos. Hij zag een beuk. hij zag een grote linde, Maar waar was toch die berkeboom, die kon hij nergens vinden Toch, eindelijk een fijn geluidje bellebellebel Daar was de oude berkeboom. en in de top, jawel. Daar zat het'kleine varkentje, heel zielig en alleentjes Daar zat het, midden tussen 't groen, met al zijn rode teentjes! Een uurtje later werd er hevig aan 't paleis gebeld. De koning deed de deur zelf open, en hy stond versteld: 't Was Simon, met het varkentje. Hij smeekte om erbarmen De koning huilde van geluk en sloot hen in zijn armen. Nu gaat de koning iedere dag weer rijden, spik en span. Met zeven varkens voor de koets, door heel Beloetsjiestan. En hoe is 't met dat varkentje, dat aldoor stil bleef staan? Dat hele vreemde varkentje, hoe is 't daarmee gegaan? Daar komt het. Kijk, daar komt het! Met een héêéle lange snuit. Nu staat het vlak voor jouw gezichten blaast 't verhaaltje VIT. ANNIE M. G. SCHMIDT J 10 ij 52 56 Al In plaats van letters die nen cijfers in de vakjes ge plaatst te worden, met dien verstande, dat in elk vakje slechts één cijfer mag ko men. De uit deze cijfers sa mengestelde getallen kunt u van de hierna volgende om schrijvingen afleiden. Ver melding verdient, dat wan neer b.v. gevraagd wordt: „soortelijk gewicht van pe troleum 0.84), komma weglaten", u moet invullen 084. Zoals u wel zult begrij pen. sluiten de te vinden getallen horizontaal en ver ticaal op elkaar aan. HORIZONTAAL: 1 Twaalf ambachtenongelukken. 3. Slag bij Nieuwpoort; daar van de wortel. 5. Som der kwadraten van 1. 6, 9. 11. 13, 17 en 21. 8. MallengetaJ; 10. Periode, waarin Konin gin Emma Regentes was: 11. Aantal weken in een jaar; 13. Aantal vlakken van twee kubussen: 14. Twee maatjes in liters uitgedrukt (komma weglaten); 15. Aantal mi nuten van 7 tot en met 29 Juni; 16. Aantal graden in een cirkel; 18. 7/25 kg -f- 1/4 pond -f 2 1/4 lood 1 1/2 gram gram. 20. Een scheepslast in kg; 22. Hoog ste getal van drie cijfers; 26. Totaalbedrag van 4100 plus 1 jaar rente a 4en; f 4236,19 plus 1 jaar rente ci 5%; 29. 5 3/4 ton m kg; 32. Totaal aantal poten van: 1000 spinnen. 70 meikevers. 4 schoenmakerskrukjes en 1 stratenmakersstoeltje; 35 Aantal dagen in een schrikkeljaar -f- Fe bruari 1948 -f September; 36. Getal, gevormd door 4 lussen. 37. Geboor tejaar van Koningin Juliana; 39. Twee dozijn; 41. Aantal zetels, bij de jongste verkiezingen door de PvdA behaald; 42. Jaar vóór het einde van de eerste wereldoorlog; 43. Meterafstand, die het geluid normaal (dus in de lucht bij 0° C.) aflegt in 2 minuten en 2 seconden; 45. Getal, dat op de kop gezet, 333 groter wordt; 46. Een gros; 47. Som der cyfers is 8. terwijl de uiterste cijfers aan elkaar gelijk zijn; 49. Jaar vóór Chr. waarin Hannibal door Scipio verslagen werd; 50. Aantal maanden in 11 jaar: 51. Eerste cijfer is het dubbele van het tweede; de som is 9; 52. Eén mille, mm pensioengerechtigde leeftijd, min een el (naar boven afgerond In hele centimeters), mm heiligen- getal; 54. Som der kwadraten van: 9, 8, 7, en 3, min som der kwadra ten van: 2 en 4; 56. Kookpunt van water in graden Celsius; 57. Aan tal meters in 7 decimeter, (komma weglaten); 58. Amsterdamse voet in millimeters (mag 1 mm. verschil len); 59. Oplopende reeks. VERTICAAL: 1. Getal, dat onder steboven of achterstevoren gelezen, hetzelfde blijft: 2. Telefoonnummer van bekend dagblad; 3. Omtrek van de aarde in kilometers; 4. Oplopen de reeks; 5. Getal, dat u dit jaar 16 20 57 33 45 42 52 26 53 58 35 38 50 27 28 46 54 22 43 55 59 23 39 40 30 44 47 56 24 vele malen schrijft; 6. De eeuw van 1701—1800; 7. Het Romeinse getal: DCCCLIII; 9. Huwelijksvol trekking van Koningin Wilhelmina en Prms Hendrik; 12. Aantal gra den van 7/12 cirkel; 17. Getal, deel baar door: 2, 3, 4, 5. 6; 19. Eerste 2 cijfers van dit getal vormen een efi-voud, terwijl laatste 2 cijfers het kwadraat vormen van het laat ste cijfer 21. Soortelijk gewicht van eikenhout (komma weglaten); 23. Verhoudingsgetallen van Fahrenheit en Celsius achter elkaar geplaatst; 24. Een kwadraat; 25. Jaar, waarna een nieuwe stroming de Nieuwe- Gidsbeweging ontstond in onze letterkunde; 27. Geografische mijl in meters, (breuk achter komma weglaten); 28. Som der kwadraten van 4. 7 en 8; 30. Aantal shillingen in 3 1/2; 31. Totaal in honderd sten van: 2/3 x 2/3 x 1 4/5 (komma weglaten); 33. Een gros min 8 do zijn; 34. Som der cijfers is 19: eer ste cijfer is de helft van laatste en derde deel van derde cijfer. Tweede cijfer is het derde deel van eerste; 38. Grootste en kleinste cijfer tus sen 0 en 10; 39. Aantal centen van het door Het Parool in totaal uit geloofde bedrag aan prijzen voor de „Wie is dat?"-prijsvraag, onder af trek van: 15 gouden tientjes. 1 rijks daalder. 1 gulden, 3 stuivers, 4 cen ten; 40. Getal, deelbaar door 2. maar niet door: 3, 4. 5, 6. 7. 8 en 9; 41. Aantal dagen in een schrikkel- v.. De anderen kwamen naar de landingsplaats toe om hem te zien vertrekken. Hij zwom eerst met de Bijslag, snel en plassend. Het was gemakkelijk genoeg om naar de rotsen toe te zwemmen aan de lage kant van het eiland. Tittie en Rut- ger renden naar de haven en klom men op een hoge rots om hem bui ten de rotsen die voor de ingang lagen, te zien zwemmen. „Hoera"! schreeuwden zij, toen zij hem voor bij zagen gaan. Toen snelden zij naar de Westkant van het eiland, waar de rotsen steil als een muur uit het water opkropen. Jan zwom er langs, nu met de borstslag, rustig en zonder overijling. Hij begon te voelen, dat het een heel stuk was langs die Westkant „Houd vol!" riep Tittie. „Hup!" schreeuwde Rutger. Suze kwam van het kamp naar de hoge Den aan de noordzijde van het eiland en keek omlaag. Jan had bijna de uitkijkpost bereikt. Hij I vorderde heel langzaam. „Je kunt hier aan land komen, als je te moe bent", riep zij, „dan kun je uitrusten en dan weer ver der gaan." Jan probeerde met zijn hand te wuiven en kreeg daardoor een he leboel water binnen. Hy keerde zich op zijn rug en dreef, spuitend als een walvis. „Je bent er bijna", riep Tittie, die naar de uitkijkpost was toege komen en zich bij Suze had ge voegd. Jan begon te trappen en ge bruikte zyn armen bijna niet. Hij was nu om de punt van het eiland heen. Hij bleef op zijn rug zwem men. Hij keerde zich om en tilde zijn hoofd op. Een ogenblik zag hij de landingsplaats en de Zwaluw, die daar op het land getrokken lag. Zijn hoofd ging omlaag en weer kreeg hij water in zijn mond. Hij blies en sputterde. Maar de lan dingsplaats was werkelijk niet zo ver meer bij hem vandaan. Hy keerde zich op zijn zij en zwom door. Maar zijn armslag bracht hem niet verder en hij kon zijn benen niet meer zo snel optrekken en spreiden als eigenlijk moest. „Je hebt het hem gelapt!" riep Tittie. „Schiet op" riep Rutger. Weer zag Jan even de landings plaats. Hij moest het klaarspelen. Plotseling voelde hij zich weer sterker. Hy zwom naar het strand. Hij was vertrokken vanaf de Zwa luw en hij wou de bodem niet aan raken, tot hij weer aan de andere kant van de Zwaluw was. Nog twee slagen en hij greep de rand van de Zwaluw, raakte de bodem en krabbelde aan land, kuchend, spuwend, huiverend, maar triom fantelijk, Tittie en Rutger riepen hoera. Jan was te zeer buiten adem om te spreken. „Hier heb je een handdoek" zei Suze. „Ik heb hem warm gemaakt bij het vuur." Hij legde de handdoek om zijn schouders. Eerst wreef hij zyn ene arm en toen de andere. Hij voelde zich veel beter. „Ik dacht wel dat ik het kon," zei hij ten slotte. Het was toch een goede dag, ondanks kapitein Flint. Suze begon er juist over te den ken om het eten te gaan klaarma ken, toen Tittie. die met de verre kijker naar de uitkijkpost was ge gaan voor het geval er aalscholvers, zeerovers, of iets anders was. dat zij de moeite waard vond om naar te kijken, een schreeuw gaf. „Een inboorlingenboot" riep zij, „Het is moeder. Het is de inboor lingenvrouw. Zij heeft de kleine in boorling bij zich en ook de juffrouw die er voor zorgt." Haastig kwamen alle Zwaluwen naar de uitkijkpost. De inboorlin genvrouw roeide zelf. Zij was de woonschipbaai al voorbij. Vicky en juf zaten achter in de roeiboot. Even keken de Zwaluwen en toen reden zij terug om hun tenten op te ruimen en het kamp in orde te brengen. Zij spreidden hun dekens netjes over de strozakken en sloe gen de bovenrand om. Suze gooide nieuw hout op het vuur. Veel meer was er niet te doen. Toen snelden zij terug naar de uitkijkpost. De in- Uit het Engels vertaald door Jac. v. d. Ster boorlingenvrouw was al vlak bij. Zij wuifden. Juf en Vicky wuifden terug. De inboorlingenvrouw kon niet wuiven, omdat zij roeide. Zy passeerde de punt van het eiland en had een ogenblik later de lan dingsplaats bereikt. De Zwaluwen waren daar nog eerder dan zij. (Wordt vervolgd.) Het aantal vraagstukken waarover de Ned. Hervormde Kerk zich zo langzamerhand heeft uitgesproken en bezig is uit te spreken, is enorm. Men kan daarover spotten omdat de vroeger „zwijgende" kerk, nu zij „sprekende" kerk werd, blijkbaar met spreken niet op kan houden; anderzijds echter door Samuel W. Taylor Zij toonde haar allerliefste glim lach. die alle gouden strepen doet smelten „Zou iku een ogenblikje kunnen spreken, luitenant?" „Natuurlijk", zei ik. Haar wagen stond buiten, een Packard Roadster, waarvan de kap naar beneden was. Ze ging zitten, waarbij ze uitvoerig haar nylons demonstreerde en glimlachte op nieuw. „Ik kom u bedanken voor wat u voor mijn broer hebt gedaan, luite nant. Ik ben Cora Cox. Buster is een broer van mij Buster. de sol daat eerste klas." „Maar dat is helemaal niet no dig", zei ik. „al vind ik het erg prettig dat u hier gekomen bent." „Hij had bijzonder veel last kun nen krijgen door die nare vergis sing. Buster is heel erg dankbaar. En ik ook. Wij zouden het erg op pry's stellen, als u vanavond bij ons kwam eten." Zo leerde ik Cora kennen. Zij woonde in een flatje in de stad, sa men met Ethelene Crancall, het meisje waar Buster mee verloofd was. Natuurlijk had ik, vóór Cora, al eens een ander meisje gehad Ik was toen verloofd met Mary en Cora betekende niets voor mij Ten minste niet in het begin Buster wilde graag in mijn qua- dron ingedeeld worden. Ik zorgde voor zijn overplaatsing en hij kreeg een baantje van facteur. Dat Mary ophield met schrijven toen hij facteur werd; nooit is het bij mij opgekomen daar enig ver band tussen te zien. Mary hield natuurlijk niet plotseling op met schrijven. Zo slim waren ze wel Maar in plaats van dagelyks werd het tweemaal per week. Daarna eens per week En toen kwam er helemaal niets meer Je kon niet zeggen dat ik nu be paald met Cora ging Zij was Bus ters zuster en haar flatje was bij zonder gezellig vergeleken met de officiersverblyven Dikwijls gingen wy toet ons vie ren naar de bioscoop en aten met ons vieren Cora deed al die tijd buitenge woon lief tegen mij en toen Mary's brieven niet meer kwamen, was ze werkelijk hartveroverend en uiterst charmant. En ten slotte ben ik ook maar een mens. Er gingen geruchten dat wij spoe dig ingescheept zouden worden. Ik vond dat ik tijdens mijn verlof Mary toch eens moest opzoeken, want ik wilde wel tens weten wat er aan de hand was. Toen kreeg ik die kaart van Mary. Een doodgewone verhuis kaart. Ze was uit Fresno vertrok ken, maar de plaats waar het nieuwe adres moest worden inge vuld. zag er uit alsof er een co lonne auto's overheen gereden was. ,.'t Is verduiveld vervelend. Chick", zei Buster. „Ik zag het al op het A P.O. Ik heb die knaap daar al uitgevloekt, maar tja, wat zal je er verder aan doen? Weet je wat. Chick? Stuur een expressebrief per luchtpost. Die wordt dan doorge stuurd naar haar nieuwe adres en zij schrijft dan natuurlijk dadelijk terug Je hebt er nog wel de tijd voor Geef mij even een briefje dan ga ik niet eens naar het veld postkantoor. Ik rijd even de stad in en breng de brief naar het gewone postkantoor." Buster was zo hulpvaardig. Hij wilde van alles doen om er voor te zorgen dat mijn post vlug op haar bestemming kwam. Dat wil zeggen op de bestemming die hij op h oog had. Hij was mijn beste vriend Dat ronde gezicht van hem was nog eerlijker dan goud. Het was een gezicht als van een baby open en vol vertrouwen. Je zou hem je por tefeuille te bewaren geven. Ik kreeg geen antwoord op mijn expresse-luchtpostbrief en bracht mijn verlof door met Cora. Buster en Ethelene Wij gingen met de Packard naar het Yellowstone Park Ik moest naar Engeland en bleef daar drie jaar Cora schreef mij steeds, stuurde mij foto's en gaf mij in haar brieven allerlei lieve- linesnaampjes Toen Buster en ik terugkwamen, trouwden wij met Ethelene en Cora in een dubbele huwelijksplechtig heid. Al heel gauw werd het mij duide- delijk dat ik een fout had begaan door met Cora te trouwen. Dat kwam niet omdat ik haar bleef ver gelijken met Mary. Ik had haar gekozen en ik was ten slotte vol wassen. Het kwam niet alleen maar om dat ik ontdekte dat ze een meisje was dat vond dat ze maar raak kon uitgeven, omdat ik haar mooi vond Ik kon het niet hebben dat ze in één nacht dertig dollar verdobbel de, terwijl w^j pas een zaak waren (Advertentie LM.) Geslaagd dank Bekend schriftelijke cursus HILVERSUM H.B.S. - Onderwijzersakte begonnen en zo zuinig mogelijk moesten doen. Het kwam ook niet omdat ze de gewoonte had, kleinigheden weg te kapen asbakjes, zoutvaatjes en dergelijke en dat ik er achter kwam dat het niet bij kleinigheden bleef. Haar houding, daar zat de fout. Ze hield niet van my, ze duldde mij alleen maar. Waarom was ze eigenlijk met mij getrouwd? Een beeld van een vrouw, die mannen te kust en te keur kon"krygen. Ik heb het mij nooit afgevraagd, maar er is ook nooit reden geweest om wantrouwig te worden. Ik had wel eens zo het een en ander opge merkt, maar dat had nooit in een bepaalde richting gewezen. Zelfs nu vandaag, de laatste dag, nu de jaren van voorbereiding met deze gebeui- tenis werden afgesloten, had ik niets vreemds opgemerkt. Alleen wanneer ik nu achteraf op het ver leden terugkeek, werden een hele boel dingen mij duidelijk. Cora was vanmorgen wat prikkelbaar ge weest, maar dat zegt niets. Op het station had ze mij een afscheidskus gegeven toen mijn trein kwam. Een echte kus, niet zomaar eentje die een vrouw aan haar man geeft, wanneer hy met de trein naar zijn werk gaat. Neen, een echte af scheidskus. Maar moest ik daar nu iets achter zoeken? Toen ik in de stad ons kleine kan toortje binnenkwam, dat maar uit twee kamers bestaat, waren Buster en Ethelene kennelijk blij. dat ze mij zagen. Moest ik hier een be paalde betekenis aan hechten? Toen ik ging lunchen waren er extra-edities op straat. 2.000.000 obligaties gestolen! Een gewone krantensensatie. De naam van de man die dat karweitje opgeknapt had, Albert Rand, zei me volstrekt niets. Het was al jaren geleden dat Buster me voor iemand anders had gehouden. Hij noch Ethelene nocr Cora hadden sinds die tijd ooit ge sproken over die vent op wie ik leek. De foto van die knaap in de kranten leek niet bepaald op mij of op wie dan ook; het was een ra diografisch overgebrachte foto, die van een heel slecht kiekje genomen was en iedereen kon het zijn. (Wordt vervolgd). zal men dankbaar moeten zijn voor velerlei bezinning binnen de Nederlandse volkskerk, die men nu toch waarlijk niet meer verwijten lean, dat zij in wereldvreemde isolatie leeft. De jongste bezinning strekt zich uit naar de~kwesties om het huwe lijk. De Synode, en straks de Ned. Hervormde kerk in haar geheel, beschikt thans over een indrukwek kend rapport vanwege de Hervorm de Raad voor de zaken van kerk en gezin. De leden daarvan heb ben het huwe- lijksprobleem van tal van kanten benaderd. Zij hielden zich niet slechts theolo gisch bezig met bijvoorbeeld de betekenis van het huwelijk naar reformatorische opvat ting. maar ook medische met bij voor beeld de zin der sexualiteit en het vraagstuk der geboorteregeling, ter wijl ook juridische problemen (hu welijks- en echtscheidingswetgeving) onder de loupe werden genomen Vergelllkt men dit rapport met aller lei 19e eeuwse opvattingen dan is het alsof ge een duffe onder spinrag bedol ven kamer niet meer herkent, zó'n grote schoonmaak is er gehouden Men "waagt het Paulüs' opvattingen omtrent de plaats der vrouw relatief tc stellen, door op te merken dat de apostel zich nu éénmaal aansloot bt) de opvattingen zijner dagen. Men her innert er aan. dat de Bijbel geen ver achting voor het sexuele kent. Men keert zich tegen degenen die de sexua liteit uitsluitend betrekken op de voortplanting. Zo zegt een der rap porteurs ronduit- ..Ook in de beleving der sexualiteit gaat'het niet allereerst om de functie der voortplanting welke aan de sexualiteit toevertrouwd is. maar om de sexualiteit zelve als ver rijking der schepping". Men rukt zich resoluut los uit de sfeer der verderfelijke bangmakerij als men eerlijk stelt dat ..het volkomen onjuist is alsof lichamelijke zelfbevrediging de ergste gevolgen zou hebben." Men staat niet afwijzend tegenover geboortebe perking- ..Wij zijn ten opzichte van de wording van het gezin mede verant woordelijk en deze verantwoordelijk heid kan ook geboortebeperking in sluiten." Een der rapporteurs gaat zelfs verder door geboortebeperking plicht te noemen. Ook verklaart men zich vóór de po gingen tot herziening van de verouder de wettelijke bepalingen Inzake de z g. handelingsonbekwaamheid der ge huwde vrouw. Men stelde zelfs: „Het is een opmerkelijk feit. dat ln een goed huwelijk de kwestie van het „hoofd zijn" en „leiding geven" tot een theo retisch ge\al wordt." Zó ver heeft de Synode niet willen gaan: zij heeft zich niet kunnen verenigen met de visie alsof alle onderdanigheid van de vrouw aan de man in bijbels licht verwor pen dient te worden. De rapporteurs blijven binnen het raam der geijkte ethiek waar zij „ge slachtelijke gemeenschap vóór het hu- weiyk. al$ ingaande tegen de orde die God voor het huwelijk gesteld heeft, ten sterkste afwijzen." Tot weigering van de kerkelijke inzegening van hu welijken waaraan dergelijke gemeen schap voorafging wordt uiteraard niet geconcludeerd; het percentage zou te groot zijn. Over de echtscheiding. Enerzijds (volgens Mattheüs 19 6) is het huwelijk blijvend en onontbindbaar, anderzijds „moet worden gezegd dat er huwelijken zijn waarvan de misluk- king zulk een ellende voor de echtge noten of voor één van hen meebrengt, dat de toestand ondraaglijk wordt en dat een voortzetting van he: huwelijk geen zin heeft." Het rapport verzet rich tegen de hui dige echtscheidingswetgeving, die im mers (zij het via het orocêdé van oe „grote leugen") volledige ontbinding van het huwelijk door onderlinge toe stemming practisch zonder enige belem mering toelaat., Men acht een nieuwe regeling wenselijk, waarbij echtschei- Deze iceek ding slechts met toestemming der over heid zal mogen plaats hebben ln die gevallen waarin de overheid gebleken zal zijn van een grondige ontwrichting van het huwelijk. Zover wij kunnen nagaan, neemt slechts een rapporteur een minder strikt standpunt in cn waagt deze het w e 1 met de wederzijdse toestemming „Het Is denkbaar dat de kerk zou plei ten voor echtscheiding met onderling goedvinden, al was het alleen maar om aan onwaardige vertoningen een eind te maken." Het onderdeel over (tweede) hu welijksinzegeningen van gescheide- nen is niet het sterkste. Toch het is al weer een stuk verder dan voorheen, wanneer worat eest e ld: „De kerk zou. in haar opdracht te kort schieten wanneer zy zonder meer elke aanvrage tot huwelijks inzegening, waar het een huwelijk na scheiding betreft, weigerde". Maar de mogelijkheid van ker kelijk niet-erkennen van een door de burgerlijke overheid wèl gesloten huwelijk blijft bestaan. Een der rap porteurs heeft o.i. gelijk, als hij het in dit verband kras en eer lijk zegt: „Als de kerk een huwelijk door de staat voltrokken niet erkent, dan is dat een zeer ernstige zaak; zy moet dan zeggen, dat dit hu welijk hoererij is, dat de kinderen onecht zijn." Men kan zich voorstellen, dat her trouwende gescheidenen dit risico vanwege de kerk maar liever niet lopen. Dat zy dus maar niet eens een kerkelijke huwelijksbevestiging aanvragen. En dat zij aldus het leger der buiten-kerkelijken vergro ten. (Advertentie l. M.) N0RMAC0L jaar; 42. Jaar, waarin Piet Heir Zilvervloot buit maakte; 43 T~ï| gelijke cijfers; 44. Leeftijd, waarJ men meerderjarig wordt; 45 Gc'oL deelbaar door: 2, 3. 4. 5. 6; 46 Syrl metrisch getal, waarvan het middïJ ste cijfer de som van de naar^-l gende cijfers vormt; 48 Eerste ]>i-| tal in de 20ste eeuw; 49. Aantal opl pervlakten van 2x3 meter, die -M 12 are gaan; 50. Elf-voud; 53 Zeï| de als 11 horizontaal; 55. Aar-T kubussen van 4x4x4 centime'.sl dat uit 5,12 dm3 gaat; 56. Ongelübf getal. OPLOSSING „HET RAD VAN I AVONTUUR" Beeldhouwer, onderwijzer, tra^l conducteur, expediteur, redactez| bottelaar, ijzergieter, decorateur. 1 saieur. verzekeraar, ingeniezl schaaoherder. Het gezegde luidt. B>| ter 33 de Vis. (Advertentie LM.) vloeibaar Sruit! Erfenis Onlangs hebt u melding gemaakt van een erfenis, die de famiLe Boogaert te wachten zou staan. Ter informatie van uw lezers verzoek ik u. hét volgende in uw krant op te nemen. Wie meent, aanspraak te kunnen maken op een deel van deze erfe nis. kan zich met mij in verbinding stellen. Zij moeten mij meedelen. wie hun ouders en grootouden j zijn, waar en wanneer aie zijn ge boren. De naam Boogaert word: vaak anders gespeld (Eoogerd. Van den Boogaard etc.) maar dit doet niet ter zake. Het heeft geen zit officiële instanties om inlichtingen te verzoeken want die zenden a"e vragen aan mij door. Alle gege vens zijn in mijn bezit. Daar de kinderen van de erflater aan ver schillende families verwant zijn ge raakt. noem ik hier de namen van families, die mogelijk ook als ge gadigde in aanmerking komen: Den Braber, Noordijk, Zeedijk, Rood- zant. Kasteel. Everwijn, Van Schou wen, Overweel. Van den Roovaarj, Van Putten. Hudepool, Morazj. Snijders. De Kogel of Kovei Francke. Niet iedereen zal voor een deel van de erfenis in aan merking komen maar het is moeite van het schrijven wd waard. En wil men vooral nuja adres zorgvuldig op de enveloppe vermelden? Mrs. Boogaert—R)d 2840 Porter Ave Ogden Utah. U.SA, Overhemdenwee Sinds lang heb ik het gevoel, dat de fabrikanten van overhemden wat al tè zuinig zijn met de knoopjes, die zij aan dit kledingstuk zetten- Van de boord naar beneden gaan de, houden de knoopjes dikwijls op. op een plaats, die boven de riem ligt, waardoor de hemden vaak vlas boven de riem plegen te wijken. Voor de drager een vervelende si tuatie. De fabriek, die één of twee knoopjes meer zou gebruiken, zeju zich naar mijn overtuiging de dank van vele mannen verwerven. D. S. Bromfietsen en fietsen Herhaaldelijk ziet men langs on ze grote wegen bromfietsen rijden, in wier „kielzog" zich één of meer wielrijders bevinden, die zich laten „voortzuigen". Wordt het met tijd. dat hieraan door de overheid een einde wordt gemaakt? Onze wegen en fietspaden zyn nu eenmaal geen wielerbaan, waar stay er-wedstrijden kunnen worden getolereerd. Er be hoeft maar plotseling iets te ge beuren waardoor de bromfietser on verwacht vaart moet minderen, of de fietser botst boven op hem. He* gesignaleerde spelletje kan niet anders dan gevaarlijk worden ge* noemd. Q W. J. G. B.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 6