IN HET LAND DER
KI,F,INF, DORPJES
Sint Pietersberg maakte van
Ir D. C. VAN SCHAIK
een rusteloos MENS
.V.S. bestaan niet uitsluitend
uit grote steden
Binnenscheepvaart
ook in 51 no één
Slavante: een mysterieus
gangenstelsel
Oogziekte wijkt
voor moderne
behandeling
Vrijdag 31 October 1952
(Van onze correspondent te
New York)
TA/ANNEER de Europeaan
aan Amerika denkt, stelt
hij zich gewoonlijk alleen maar
monsterlijk grote steden voor
met een bevolking die zo goed
als uitsluitend moet leven tus
sen massa's steen en staal.
Amerika kent de trek naar de
steden als elk ander land. Maar
een der merkwaardigheden van
de V.S. is nog altijd het enorme
aantal dorpjes, kleine gemeen
ten die de 2000 inwoners niet
overschrijden. Er zijn zes ste
den boven de millioen inwo
ners; twaalf boven de half
millioen. Maar er zijn elf staten
zonder enige stad van 100.000
inwoners en daaronder vijf die
zelfs geen stad boven de 50.000
inwoners bezitten. Men leeft op
het platteland doorgaans wijd
uit elkaar in kleine gemeen
schappen.
In het Midden-Westen reizend
viel het mij opnieuw op dat men
niet tot het wezen van Amerika
kan doordringen zolang men ver
gelijkingen maakt met de toestan
den in zijn eigen land en uit die
vergelijkingen conclusies wil trek
ken. Het boerenland kan als voor
beeld dienen. Bij ons is land
schaars en daarom dus duur, ter
wijl er eerder te veel dan te wei
nig arbeidskrachten zijn. zodat de
arbeid betrekkelijk goedkoop is.
Onze boeren moeten zuinig om
springen met de grond, 'er uit
halen wat er uit gehaald kan wor
den, maar tegelijkertijd voorzichtig
te werk gaan
om de grond
niet uit te
putten.
De Ameri
kaanse boer
zoekt het niet
in de eerste
plaats in een
intensieve be-
werking van
de grond. De
grond is niet wat hem het meest
kost. maar de arbeidskracht is
schaars en duur. Hij heeft dus
machines nodig om met minder
hulp van mensenhanden dezelfde
arbeid te verrichten; machines die
pas lonend zijn bij de bewerking
van een flinke lap grond Terwijl
de Hollandse boer er op uit is de
grond zo productief mogelijk te
maken, zoekt de Amerikaanse het
in de grootst mogelijke productivi
teit van de arbeid. Hij springt dus
niet zuinig om met zijn „grond,
maar met de tijd die hij in de be
werking steekt.
De boerderijen zijn dienovereen
komstig gemiddeld genomen groot.
Wanneer men dan ook door het
Midden-Westen reist, ziet men
mijlen achtereen niets dan be
bouwde velden. Van de hoofd
wegen buigen weggetjes en paden
af naar de wijd verspreid staande
boerderijen. Voor de statistiek kan
geen boer aanspraak maken op die
naam, wanneer zijn grond kleiner
is dan drie acres leen bunder is
2Vz acre) en in productie minder
opbrengt dan 250 dollar per jaar.
In Illinois is de gemiddelde grootte
van een boerderij 159 acres met
een waarde aan land en gebouwen
van ruim 28.000 dollar.
Veel geld gaat zitten in de ma
chines. Een kleine boer heeft al
gauw een paar duizend dollar
nodig voor de aanschaffing van
machines en moet, om een boer
derijtje te beginnen, over een ka
pitaaltje beschikken van minstens
5000 dollar. De bank is de geld
schieter, maar de boer leent liever
bij familie of vrienden. Iets anders
is het wanneer hij voor zijn dag
gelden een voorschot behoeft op
de producten die hij niet zelf naar
de markt brengt en dus niet direct
betaald krijgt, maar volgens con
tract levert aan een bepaalde af
nemer. Voor dergelijke voorschot
ten richt hij zich in de regel tot
de bank.
DE boer die zich arbeidershulp
voor het gehele jaar kan ver
oorloven, betaalt een loon dat va
rieert van ongeveer 155 tot 200
dollar per maand, al naar gelang
de knecht ongehuwd of gehuwd is.
De gehuwden krijgen vaak vrij
wonen, licht, eieren en melk en
een stuk grond voor de moestuin.
De werktijden zijn lang. wat in
het boerenbedrijf niet anders kan.
Maar veelal nemen boer en knecht
afwisselend een weekend het werk
waar. zodat ieder per maand even
veel vrij heeft. Een bonus ver
hoogt de ambitie van de knecht
Die bestaat bijv. uit een dollar per
varken, dat tot marktgewicht is
opgefokt; drie dollar per big voor
J~yEN typisch voorbeeld van
X-/ de wijze waarop in Illinois
en andere delen van het Mid
den-Westen wordt gezaaid om
erosie (het wegspoelen van de
vruchtbare grond ten gevolge
van de hevige regens) tegen te
gaan. Sojabonen en haver wor
den aan de buitenkant gezaaid,
om de binnen de bogen ge
plante gewassen de nodige be
scherming te bicden.
elke big die de zeug boven een
vastgesteld gemiddelde ter wereld
brengt: 3 tot 6 cent van de op
brengst der melk; een bedrag per
bushel graan of per honderd pond
verkocht vlees.
Voor het werk op een boerderij
van 150 acres, waarop 15000 kip
pen, 300 varkens en 200 schapen
gehouden werden, beschikte de
boer over één vaste knecht en
twee jongens in losse dienst. Maar
het voederen geschiedde machi
naal. evenals het vullen der drink
bakken. Op een andere boerderij
werd het voer voor 150 a 200
stuks vee machinaal gemengd en
naar de troggen vervoerd. Ook op
de groentekwekerijen speelt de
machine een rol, zij het ook on
dergeschikt.
De Amerikaanse vrouw werkt
beslist harder dan bij ons.
Zelfs op de grootste boerderij
heeft zij geen andere hulp dan
die van haar dochters. Vrouwe
lijk dienstpersoneel op het land
bestaat niet. De huizen zien er
overal even keurig uit. Alleen,
ze missen de intimiteit, de per-
DE Amerikaanse boer is door
het gebrek aan arbeids
krachten gedwongen veel ma
chines aan te schaffen. Maar
het gebruik van machines is
pas lonend, wanneer hij over een
flinke lap grond kan beschik
ken. Hij springt dan ook niet
zuinig om met zijn grond. Ge
lukkig voor hem is er ruimte
genoeg.
DE wegen, waarlangs het
leven ieder mens naar
zijn groter of kleiner suc
ces in deze wereld leidt,
zijn vaafc grillig en soms
ogenschijnlijk andere dan
waartoe zijn talent hem
voorbeschikte. Deze ge
dachte drong zich op aan
de voet van de St. Pieters
berg toen wij tegenover
een man gezeten waren,
die sprak met een leven
digheid. welke een harts
tocht verraadde over dat
gene wat zijn leven tot de
laatste dag volledig zal be
heersen: de zich in eeuwen
verliezende geschiedenis
van de Sint Pietersberg.
Bijna een kwart eeuw
geleden heeft de berg hèm,
ïr D C van Schalk, in zijn
ban gevangen, de man. die
door zijn talent en oplei
ding voorbestemd scheen
een leven te vullen met
koele berekeningen. Maar
het lot had andere plannen
met ir Van Schaik. die
ruim veertig jaar terug in
Leiden op zijn schriftelijk
eindexamen zijn kennis
van geschiedenis met een
povere 2 zag beloond Het
heeft van de wetenschap
pelijke technische Van
Schaik. die eens. bijna een
kwart eeuw geleden de
Sint Pietersberg voor het
eerst met ingenieurs-ogen
zag en er een tunnel door
groef. een militair- en cul
tuurhistoricus. een geo
graaf, een geoloog, een bio
loog en botanicus gemaakt.
Een man, die de geheimen
van de merkwaardigste
berg, die niet alleen ons
land maar geheel Europa
heeft, kent als geen ander
in Nederland. En een man
bovendien, die er boeiend
over vertelt en in staat is
iéts van hetgeen hem zo
volkomen in de greep
houdt over te brengen op
een ander.
Wie naar hem luistert be
merkt spoedig, dat de Sint
Pietersberg van ir Van
Schaik óók een rusteloos
mens heeft gemaakt. Har
de feiten, waarover het
hiér weinig zin meer heeft
na te kaarten, hebben
naast de rusteloosheid ook
de haast in het leven van
deze opvallende ingenieur
gebracht De jongste ge
schiedenis van de berg
dwong hem hiertoe, sinds
de Eerste Nederlandse Ce
ment Industrie zich door
aankoop van de berg in
het midden der twintiger
jaren de mogelijkheid cre-
eerde de mergel af te gra
ven en via een bedrijf,
waarin millioenen werden
geïnvesteerd, Nederland te
voorzien van cement. Gul
zige grijpers hebben de
berg sedertdien jaar in
jaar uit afgetast en zullen
dit. nog vijftig, zestig jaar
doen om een naar huizen
en gebouwen hunkerend
Nederland de grondstof
voor beton te leveren. Nu
komt de E.N.C.I. tot een
jaarproductie van 600.000
ton, maar ons land zal
steeds om méér blijven
vragen. Tot de Sint Pie
tersberg voor een zeer be
langrijk deel over geheel
Nederland is uitgesmeerd
en er van zijn geschiede
nis weinig meer is over
gebleven. dan wat er op
papier is vastgelegd.
soonlijke noot die men in Euro
pa zozeer op prijs stelt. Men
geeft meer om het practische
sfeer, waardoor de interieurs
een zekere eenvormigheid ver
tonen, zoals de dorpjes en
van een inrichting dan om stadjes dat ook doen.
VERVOER VIA, RAIL, WEG, WATER
(Van onze verkeersredacteur)
De Nederlandse binnenscheep
vaart heeft nog steeds een zeer be
langrijke, ja overheersende, positie
in het totale Nederlandse goederen
vervoer. Dat bljjkt duidelijk uit de
vervoerscijfers over 1951, welke on
langs gepubliceerd zijn in de
Maandstatistiek van verkeer en ver
voer, een uitgave van het Centraal
Bureau voor de Statistiek.
Van de drie vervoerstakken in het
binnenlands goederenvervoer
rail, water en weg, heeft, als
men alleen let op het vervoerde ge
wicht, ?n het afgelopen jaar, de weg
het grootste deel voor zijn rekening
genomen. Volgens grove schattingen,
die een afwijkingspercentage kun
nen hebben van 20 c."c. beliep het
interlocale wegvervoer 49.9 millioen
ton, terwijl het locale wegvervoer
nog 99,8 millioen ton vervoerde, te
zamen dus bijna 150 millioen ton.
De binnenscheepvaart vervoerde in
het binnenland in 1951, inclusief het
eigen vervoer, 39,9 millioen, en de
spoorwegen 16,1 millioen, cijfers,
welke beide zeer precies zijn.
Tegenover de vooroorlogse gege
vens is er één sterke verandering.
We zien. dat het totale vervoer in
de binnenscheepvaart in 1938 ruim
25 millioen ton bedroeg en nu bij
na 40 millioen. hetgeen een stijging
inhoudt van 56 voor het railver.
keer zijn deze cijfers resp. bijna 10
millioen ton en ruim 16 millioen
ton. een stijging dus van bijna 70
en voor het interlocale wegvervoer
20 millioen en bijna 50 millioen ton,
of wel een stijging van 150
Bij het grensoverschrijdend ver
voer liggen de cijfers geheel anders.
Daar heeft de binnenscheepvaart een
alles overheersende plaats Die ver
voerstak neemt hier niet minder
dan 45,4 millioen ton voor zijn re
kening. terwijl het railvervoer
slechts 6.4 millioen ton vervoerde
en het wegvervoer 1,7 millioen ton.
Ook afstand
Ook in een derde categorie wordt
de binnenscheepvaart winnares; en
daardoor nummer één in de eind-
klassificatie. Men moet nl. niet al
leen letten op het vervoerde ge
wicht, maar ook op de afstand,
waarover vervoerd wordt. Dan
blijkt, dat de binnenlandse vaart
(dus zonder de internationale bin
nenvaart) niet minder dan 3933
millioen tonkilometers voor haar
rekening nam; de spoorwegen haal.
den in het binnenlands vervoer
2460 millioen tonkilometer. terwijl
het interlocale wegvervoer „slechts"
1247 millioen tonkilometers haalde.
Uit deze laatste cijferreeks blijkt
vooral de belangrijke positie van
de binnenscheepvaart.
Het samenvattend overzicht, dat
voorkomt in de Maandstatistiek van
verkeer en vervoer, deelt verder
mede. dat het goederenvervoer in
de zeescheepvaart in 1951 48.3 mil
lioen ton haalde. Na de oorlog
startte Nederland in 1946 met 11
millioen ton; er is dus wel regelma
tige vooruitgang te zien.
Bijzonder triest z(jn de cijfers
over de verkeersongevallen, waar
in 1951 ruim 1000 doden vielen. In
1951 telde men in totaal 73.523 ver
keersongevallen tegenover 46-655
in 1938 en 26.501 in' 1946. ook
hier dus een voortdurend? stijging.
Er is voor deze stijging één verkla
ring te vinden in dit overzicht, na
melijk de toeneming van het weg
verkeer: als we aannemen, dat de
verkeersdrukte op de rijkswegen In
1938: 100 beliep, dan was die in het
afgelopen jaar 205 geworden, dat
betekent dus, dat het verkeer op de
wegen ruim verdubbeld is.
Van ir Van Schaik kan bepaald l
niet worden gezegd, dat hij de rijke
en veelzijdige geschiedenis van de
berg niet onder de aandacht van vele
tot beslissingen geroepen instanties
heeft gebracht Tientallen publica
ties van zijn hand getuigen van die I
grote, onvoorwaardelijke liefde voor J
de Sint Pietersberg
Toen in 1949 de Provinciale Com-
missie voor het Wetenschappelijk
Onderzoek van de Sint Pietersberg
ir Van Schaik verzocht om, vóórdat
het te laat was, nog het Zuidelijkst
stelsel en het even mysterieuze gan
genstelsel „Slavante" met al hun bij
zonderheden voor de geschiedenis
vast te leggen, heeft de E.N.C.I. het I
voor een belangrijk deel aan deze
commissie financieel mogelijk ge
maakt, dat ir Van Schaik en zijn as
sistent J. A Th Dielis hun explora
ties konden ondernemen.
Achter de petroleumvergassende
lamp van de man voor wie de zwart
ste duisternis in 't gangenlabyrinth,
dat gemeten naar de lengte der gan
gen een uitgestrektheid van ongeveer
250 kilometer heeft, geen geheimen
meer kent. sedert hij er een kwart
eeuw geleden zijn eerste voetstappen
zette, zijn wij de berg ingegaan. Uren
hebben wij er gedwaald door een
wirwar van wegen, waarvan het ont
staan zich verliest m de eeuwen.
Van het waarom van ir Van
Schaik's hevige passie is ons iets dui
delijk geworden. Van zijn ontzaglijk
omvangrijke arbeid in het tot dus
verre minst bekende gangenstelsel.
Slavante. dat via het zogenaamde
smokkelgat verbinding heeft met
het Zuidelijke stelsel, doorlopend tot
in België, ook.
Hier hebben Van Schaik en de j
heer Dielis in drie jaren bij het
schijnsel van hun lampen meter voor j
meter de in vroeger eeuwen al om
zijn zachte bouwsteen uitgegraven
Sint Pietersberg verkend, in kaart
gebracht en de wandopschriiten
overgenomen
Het werk van de beide onderzoe-
kers. die nog vele maanden zullen
nodig hebben, voor dat hun stellig
honderden pagina's omvattende rap
port gereed zal zijn, was niet steeds
zonder gevaar Hun weg voerde vaak
door instortingsgebieden, waar de
altijd meegenomen hamer de wanden
beklopte en het oor scherp luisterde
of het „pitste" (kraakte).
Ir Van Schaik, soms fotograferend,
dan weer metingen verrichtend, dik
wijls op de grond liggend, in de
vochtige mergel om bij het suizende
lamplicht het resultaat voorlopig in
kaart te brengen, de heer Dielis. al
les copiërend wat wanden en pla
fonds der gangen aan opschriften en
tekeningen uit een ver verleden
droegen.
De jaren van ir Van Schaik en de
Sint Pietersberg zijn, naar de eeuwig
heid gemeten, geteld. De grijpers
van de ENCI graven gestadig hun
weg naar het einde van de berg. Oók
naar het einde van een uniek stuk
levende Nederlandse geschiedenis,
waarvoor de ogen van velen zich
te laat openden. Nóg kan een huidige
generatie iets er van in de herinne
ring vasthouden door een bezoek aan
de Sint Pietersberg. Van zijn helling
j neerziende in het Maasdal, stonden
wij naast ir D C. van Schaik. die
zwijgend de vlam van zijn lamp
doofde, zoals hij dit in een kwart
eeuw al ontelbare keren heeft ge
daan wanneer hij uit de duisternis
het daglicht tegemoet trad.
Maar die andere vlam, die van
zijn grote passie voor berg, waarin
de historie zo fascinerend tot hem
sprak, zal niet eerder doven dan op
de laatste dag van een grillig ver
lopen ingenieursleven.
Talloze inscripties
op de wanden
OVERAL in de gangen van de
Sint Pietersberg zijn de wanden
bedekt met inscripties in de
weke mergel. Vaak komt men er
de naam Dorlo tegen, een van de
gidsenfamilies van wie de leden
van geslacht op geslacht door de
gangen hebben gedoold. Dc sig
natuur van de Masse is bijzon
der interessant omdat het deze
Franse genie-officier was. die in
17S4 voor het eerst een groot
gedeelte van het onderaardse
gangenstelsel in kaart bracht.
IN de loop van vele eeuwen
werden de gangen steeds hoger
en breder doordat blokken mer
gel werden afgestoken. Over
vijftig, zestig jaar zal er van
deze gangen nog maar weinig
overgebleven zijn.
IN een kwart eeuw heeft ir D.
C. van Schaik de Sint Pieters
berg leren kennen als geen an
der. Ontelbare keren verdween
hij in het doolhof van gangen
om er altijd weer nieuwe ont
dekkingen te doen, die hem de
kele afgegraven gangen.
geheimen van vele eeuwen dui
delijker maakten. Hier staat hij
voor zijn grote passiewaar
aan de grijpers van de E.N.C.I.
rusteloos verder knagen voor de
winning van het cement. Rechts
van ir Van Schaik ziet men en-
Proeven met terramycine
Tachtig procent der
patiënten bleek
geheel genezen
NEW YORK. Trachoom is een
oogziekte, waaraan millioenen men-'
sen over de gehele wereld lijden ec
die dikwijls volledige blindheid tot
gevolg heeft. In dc laatste tijd heb
ben geneeskundigen uit verschei
dene landen medegedeeld, dat terra
mycine een z.g. anti-biolicum,
bacteriën dodende stof in do
meeste gevallen genezing kan bren
gen.
Dr Izzet Bilger. die verbonden is
aan het ziekenhuis en de polikli
niek voor trachoom van ae stad
Aöana in Turkije, deelt mede, dat
hij 700 slachtoffers van deze uiterst
besmettelijke, ontsteking der oogle
den met „zeer goed gevolg" met
terramycine heeft behandeld. Onder
zijn patiënten waren 640 leerlingen
van een speciale school voor tracho-
mateuze kinderen. Tachtig pet, van
hen genas binnen twaalf weken,
slechts vijf kinderen vonden geen
baat bij de behandeling. Enkele
chronische, gecompliceerde gevallen,
vergen vele maanden tot volledig
herstel, doch bij zulke patiënten
kan oa. chirurgisch ingrijpen de
kuurperiode veelal verkorten.
Japanse onderzoekers hadden
reeds tevoren bericht, dat terramy
cine van grote waarde is bij de be
handeling van trachoom. Dr Yuki-
hiko Mitsui en zijn collegae, allen
verbonden aan de oogheelkundige
afdeling van de medische faculteit
der universiteit van Kumamoto,
hebben bij de behandeling van 700
patiënten geconstateerd, dat acute
trachoom in het beginstadium snel
en zonder uitzondering met terra
mycine kan worden genezen Ook
een gevorderd stadium reageert de
ziekte merkwaardigerwijze gewoon
lijk snel op terramycine, deelde dr
Mitsui mede. Kleine doses brengen
„in weinige dagen" genezing.
Trachoom wordt thans in Japan
op grote schaal met terramycine be
handeld, voornamelijk als gevolg
van 't werk van dr Mitsui's groepen
van dr Kanata Ito en anderen. Naar
een schatting van het Japanse mi
nisterie van Volksgezondheid kun
nen van de honderdduizenden Ja
panners, die deze ziekte jaarlijks
opdoen, tachtig pet met antibiotische
therapie worden genezen.