Amersfoortse Friezen dertig
jaar verenigd in „Ut en Thus
W. Droog schakelt van waterpolo
over naar de hockeysport
FILMS IN AMERSFOORT
„THE AFRICAN QUEEN":
Jan Grefe is acteur, geen
voordrachtskunstenaar
Massale vaccinatie tegen de
influenza start 15 Nov.
In de loop der jaren is
hechte band ontstaan
„Friezendei
„Ik begon me te eenzijdig te
voelen en wilde iets anders
Zaterdag 8 November 1952
(Van een onzer verslaggevers)
Vandaag, Zaterdag 8 November, is een belangrijke dag voor
de Amersfoortse Friezen of Friese Amersfoorters, het is maar
zo U ze noemen wil. Immers precies dertig jaar geleden, in 1922
dus, werd opgericht de vereniging „Ut en Thus" op initiatief
van wijlen de heren Rollema en Boersma en de heren J. Eppen-
ga en J. Dijk. Op zichzelf is het geen ongewoon verschijnsel,
dat bewoners van een bepaalde streek, die elkander later „vin
den" in een stad, waar ze door allerlei toevallige omstandig
heden hun home hebben gevonden, elkaar opzoeken, omdat zij
zich met elkander verbonden voelen. Zij hebben veelal dezelf-
de verre voorvaderen gehad; hun spraak, gewoonten en ge
aardheid maakt hun verbondenheid nog sterker en zonder in
klein verband een „staatje in een staat" te willen vormen, de
onderlinge band willen zij bewaren. Zo zijn er vele streekclubs
en -verenigingen ontstaan in ons land. En dat er zovele Friezen-
clubs zijn, die een bloeiend verenigingsleven kennen, zal nie
mand, die Friesland en de Friezen kent, verwqnderen, want
„Fryslan" blijft voor hen onvergetelijk.
Tijdens een „Friezendei" voor de
oorlog in het openluchttheater te
„Bïrkhoven". De dumes haalden
veelal voor deze gelegenheid het
oud Friese costuum weer voor de
dag. De middelste van de drie is
de Amersfoortse mevrv. Goor.
VERANDERI.XG VAN SPIJS
(Van een onzer verslaggevers)
Wim Droog, een van Amersfoorts bekendste waterpolo-spelcrs en gezien
lid van de Amersfoortse Zwem en Polo Club. (A.Z. en P.C.) gaat zgn „polo-
costuum" aan de wilgen hangen. Hij wil echter in geen geval zijn spieren
laten verstijven en is voornemens z(jn nog betrekkelijk jonge kracht aan
een andere sport te gaan wijden. Van waterrot wordt hU landrot en de
polobal wordt vervangen door hockeystick en -bal. Met deze sympathieke
A.Z. en P.C.-er maakten wij een babbeltje, want wjj wilden graag eens
iets meer aan de weet komen over deze niet-alledaagse overschakeling.
Wordt „Friezendei"
in ere hersteld?
Ook in onze stad hebben de Frie
zen altijd behoefte gevoeld om de
onderlinge band te verstevigen,
want reeds in het begin van de
twintigste eeuw werd een vereni
ging opgericht, die tot vrij grote
bloei kwam. Van deze beginperiode
en van de pioniers van toen is
echter weinig of niets bekend. Reeds
even voor de eerste Wereldoorlog
hield de vereniging op te bestaan.
In de oorlogsjaren ging het contact
wel niet geheel en al verloren, maar
van verenigingsleven kon toch met
gesproken worden Doch toen een
maal de rust weerkeerde in het
wereldgebeuren, de mensheid her
ademde en tot bezinning kwam. kon
men weer eens aan andere dingen
gaan denken. Was het dan ook een
wonder, dat enkele in Amersfoort
woonachtige Friezen de hoofden
bij elkaar staken en plannen gingen
smeden om te komen tot de oprich
ting van een vereniging voor telgen
van het Friese geslacht? De heren
Eppenga en Rollema spanden zich
voor dat karretje en hun bemoeiin
gen zijn niet zonder resultaat ge
bleven. Zij gingen op pad. bezoch
ten hun streekgenoten, belegden bij
eenkomsten en slaagden erin, dank
zij geldelijke steun, die zij ontvin
gen, een Friezenavond te beleggen.
Die heeft destijds in „De Arend"
bij alle oud-Amersfoorters welbe
kend plaats gevonden en werd
zonder meer een succes. Mensen, die
meer dan dertig jaar geleden deze
bijeenkomst hebben bijgewoond,
spreken er nog over. Wel een be
wijs, dat er bij de Friezen behoefte
bestond om onderling nauw in con
tact te blijven. Tot de officiële op
richting van de vereniging hebben
de heren Boersma. Rollema, Dijk en
Eppenga het initiatief genomen.
Friezen naar Amersfoort
Voor de vele Friezenclubs in an
dere delen van Nederland was het
prettig, dat in het centraal gelegen
Amersfoort een actieve vereniging
bestond. Het zal de Amersfoorters
dan ook niet onbekend zijn. dat on
ze stad voor de oorlog meerdere
malen in het middelpunt der be
langstelling van de Friezen uit ge
heel Nederland heeft bestaan. Want
de vereniging bestond nog' maar
goed vier jaar, of de landelijke or
ganisatie „It Fryske boun om
Utens" liet haar oog op de Keistad
vallen om er de landdagen te hou
den. Zo werd om het andere jaar
een „Friezendei" gehouden, waar
voor altijd grote belangstelling be
stond. Het aantal Friezen, dat
in het openluchttheater te „Bïrk
hoven" bijeenkwam, bedroeg soms
een kleine tweeduizend. Het waren
immers hoogtijdagen voor de Frie
zen, die zich dan in Amersfoort
meer dan ooit verbonden voelden.
Hoogtepunten van het gezellig sa
menzijn in de openlucht waren de
uitvoeringen in het fraaie bosthea-
ter. Niet alleen de buiten Amers
foort woonachtige vroegere bewo
ners van onze Noordelijke provin
cie kwamen voor het „voetlicht",
maar de Friese keistedelingen spra
ken op dit gebied ook een flink
woordje mee. Niet alleen, dat zij
een opvoering op uitnemende wijze
wisten te verzorgen, meer dan dat,
Op 4 Juli 1926 werd deze prent
„geschoten" tijdens een Friezen
dei in het openluchttheater ..Bïrk
hoven". Leden van het hoofdbe
stuur van de landelijke organisa
tie Bonn fan Fryske Selskippen
om Utens" en bestuursleden van
de Amersfoortse afdeling poseer
den. Staand v.l.n.r. voorzitter Rol
lema, secretaris J. Eppenga, W.
Winkelman (voorzitter van het
bondsbestuur) en K. Zondervan
(penningmeester afd. Amersfoort).
Zittend v.l.n.r. de heer Goud (pen
ningmeester van de Bond), mevr.
v. Dam (bestuurslid Amersfoort)
en de heer H. Uden Masman va
der van Theo Uden Masman), se
cretaris van de Bond.
er waren leden, die zelf het stuk
schreven. Onze stadgenoten, de he
ren Geertsma en Eppenga zijn de
auteurs van „Wat jimmer bliuwt",
dat, naar onze zegsman meende, in
het jaar 1934 werd opgevoerd.
Zoals bij alle verenigingen het ge
val is geweest, moest ook „Ut en
Thus" haar activiteiten in de jaren
1940—1945 steeds meer beperken.
Men bleef nog wel bij elkaar ko
men en de band bleef in ieder ge
val bewaard. Na de bevrijding
kwam er weer een opleving, maar
een „Friezendei" werd nog niet ge
houden. Wel wordt er en dat is
niet van vandaag of gisteren naar
gestreefd om deze landdag in ere te
herstellen. Er zijn echter nog enke
le moeilijkheden te overwinnen,
waarvan die op financieel terrein
wel het zwaarste wegen Men hoopt
echter hiervoor een oplossing te
kunnen vinden.
Veelzijdige ontspanning
Gezien de talenten in de vereni
ging op toneel-gebied was het geen
wonder, dat de Friezen met „thea-
terbloed" een eigen groepje vorm
den, dat meerdere malen met suc
ces op de planken kwam. De jaar
lijkse uitvoeringen trokken immers
flinke belangstelling. Na tot 1940
de leiding te hebben gehad, droeg
de heer Vaatstra deze in dat jaar
over aan de heer Eppenga, die zich
een bekwaam regisseur toonde.
„Ut en Thus" heeft echter nog
meer pijlen op haar boog. Naar bui
ten uit blijkt daar niet zo veel van.
hetgeen overigens vrij logisch
want als niet-Fries „duik" je niet
zo licht in een Friezenvereniging.
Maar het is wel interessant te ver
nemen hoe de Noordelingen trach
ten de liefde en belangstelling voor
eigen land en taal levendig te hou
den De met zo lang geleden tot
stand gekomen taalclub mag over
belangstelling zeker niet klagen.
Een goede bibliotheek staat de
Friezen eveneens ter beschikking.
Ook voor de zangkunst bestond in
teresse. Het Amersfoortse koor dat
heel vaak op de landdagen te be
luisteren was. genoot een goede re
putatie. De laatste jaren bleken de
leden niet meer zo zanglustig, wat
echter door velen wordt betreurd.
Er zijn dan ook plannen om weer
tot het peil van vroeger te komen.
Zo wordt op alle mogelijke manie
ren getracht het contact levend te
houden. Vaak komt men op kleine
bijeenkomsten om zo maar eens ge
zellig samen te zijn of om er te luis
teren naar zang- of muziekvoor-
drachten. lezingen, enz. En het be
hoeft wel niet gezegd te worden,
dat de kaatssport de Friezen nog
steeds in het bloed zit en dat voor
deze afdeling ook een club bestaat.
Contact met zusterver
enigingen
De samenwerking met zusterver
enigingen uit omliggende plaatsen
'is uiteraard van zeer prettige aard.
Men wil zelfs trachten de banden
nog nauwer aan te halen en daar
voor is het aangewezen middel een
verenigingsorgaan. Er is contact ge
zocht en gevonden met Frie-
zenverenigingen te Utrecht, Hilver
sum. Bussum, Soest en Zeist om te
komen tot de uitgave van een maan
delijks te verschijnen blad Het hui
dige bestuur gaat deze zaak zeer ter
harte. Nu de oude kern zo langza
merhand verdwijnen gaat uit het
bestuur en jongeren de plaatsen
gaan innemen, komen er ook nieu
were ideeën. Dit betekent geen mis
prijzing voor de „oudjes" integen
deel. Juist aan hen is zeer veel
jdank verschuldigd. Om maar eens
een voorbeeld te noemen, wie kent
niet de heer Eppenga. als Fries zo
wel als Amersfoorter geniet hij in
brede kring bekendheid en waarde
ring. Ook buitenstaanders weten
hoeveel hij voor „Ut en Thus" heeft
gedaan en hoewel niet meer in
die mate als vroeger ook nu be
tekent hij nog een belangrijke steun
voor de vereniging. En zo zijn er
meerderen, die een hechte basis
hebben gelegd, waarop de nieuwe
bestuursleden kunnen voortbouwen
Het „verjongde" bestuur is als volgt
samengesteld:
Ir K. Bos. voorzitter, P. J. v d.
Glas, secretaris, A. Haima. penning
meester en leden mevr. v d. Scheer,
mevr. v. d Spaa en de heren E J.
v. d. Werff en S. Tuinstra. Natuur
lijk is dit „college" voornemens het
dertigjarig jubileum fêestelijk te
vieren. Dit zal echter niet nu ge
beuren. maar volgend voorjaar. Men
is in contact getreden met het ge
zelschap „Friezen buiten Friesland",
dat dan in Amersfoort een jubi
leumavond zal verzorgen. Dat geen
Amersfoortse Fries die avond mis
sen wil spreekt wel vanzelf Het
gaat nu al het (Friese) gesprek van
de dag vormen. Het zal een „faest-
je" worden!
.Hardheid' uitvinding
van 01. Spelen
„Dus Wim, waterpolo is er voor
lopig niet meer bij?"
„Inderdaad, het is mijn bedoeling
zo niet voor „eeuwig", dan toch
voor zeer geruime tijd deze sport
er aan te geven en de hockey-sport
te gaan beoefenen."
„Dat besluit heb je zeker niet
zomaar genomen, daar zal wel een
reden voor zijn."
„Moeilijk te zeggen. Er is eigen
lijk een heel complex van redenen.
O.a. telt mee, dat ik mezelf een
beetje eenzijdig begon te voelen.
De laatste negen jaren heb ik
eigenlijk alleen waterpolo als sport
beoefend en als ik er tussen door
eens een partijtje voetbal speelde,
was ik drie dagen lang een pie
pend wrak". Als je één sport als je
voornaamste gaat beschouwen, kom
je er gauw toe andere sporten te
mijden, omdat je bang bent de
conditie van je spieren in gevaar
te brengen. En dat is -natuurlijk
wel heel aardig voor je prestaties
in die éne richting, maar het leidt
niet bepaald tot een harmonische
lichaamsontwikkeling Verder vind
ik het ontzettend leuk bij de
hockeyers vele oude schoolvrienden
weer te zien en nieuwe mensen te
leren kennen. Ik kreeg zo langza
merhand het gevoel in een soort
sleur te geraken. Het lijkt mij wer
kelijk erg prettig om ineens iets
heel anders te gaan doen
..Dus het is niet omdat je iets
tegen waterpolo hebt gekregen?"
„Neen, zeker niet. Ik vond en
vind het een heerlijke sport. die
ik iedereen van harte kan aanbe
velen. Dat lichte vrije gevoel, dat
je in het water krijgt, vind je bij
de landsporten toch niet terug."
Goede training no. I
„Vind je het niet een erg zware
sport?"
„Ja, ik geloof wel. dat je water
polo zwaar kunt noemen. Het ver
eist betrekkelijk veel training,
maar één die. mits goed gegeven,
op zichzelf al heel prettig is.
Maar. een goede training geven
is heel moeilijk, dus zijn ér maar
weinig goede trainers. Wat dat be
treft moet je dus geluk hebben. Dat
heb ik zeker gehad, want mijn
jeugdopleiding kreeg ik van de
heer Van As. een van de beste
verenigingstrainers. die ik ken. Hij
zag kans rekening te houden met
ieders eigenaardigheden. De resul
taten zijn dan ook niet uitgebleven,
want we hebben ons in 1944 met
het jeugdzevental in de finale voor
het kampioenschap van Nederland
gespeeld. Die ging toen niet door.
maar ik ben ervan overtuigd dat
we gewonnen zouden hebben."
Wim vertelde vervolgens de in
druk te hebben, dat tegenwoordig
bij de training door te veel de na
druk te leggen op de prestaties de
sportiviteit op het tweede plan
dreigt te geraken Over de veelge
noemde „hardheid" waaraan bij
Nederlandse sportmensen een ge
brek bestaat (naar „men" beweert)
heeft hij een eigen mening, die hij
Verrassend knap spel van Humpherey Bogart
onder bekwame regie van John Huston
A/1 ET DOORGAANS SLECHTS TWEE steeds dezelfde mensen
op 't filmdoek en een enkele maal nog 'n bijfiguur of wat figu
ratie biedt City u een kleurige avonturenfilm van opmerkelijk for-
muat: „The African Queen". De koningin van Afrika", waaraan deze
film haar titel ontleent, is niet meer dan een amechtig roestig motor
schuitje. maar een paar meters lang. dat bemand met een onbehouwen
Canadees avonturier en een preutse Engelse zendelinge een rivier af
zakt ergens in Duits-Oost-Afrika. Hun verhaal speelt tijdens de eerste
wereldoorlog; met de Duitsers op de hielen zijn deze twee zo heel ver
schillende mensen midden in de rimboe op elkaar aangewezen ge
raakt. En ze hebben zichzelf tot taak gesteld daar de Duitsers te gaan
bevechten en voor de Engelsen de xgeg in Afrika vrij te maken door
een Duits oorlogsschip, dat ergens op een meer diep in het binnenland
patrouilleert, de grond in te boren.
Op C.S. Forester's roman, die gro
tendeels historisch schijnt te zijn, is
deze film gebaseerd. Een bijzonder
knappe en boeiende rolprent is het.
door niemand minder gemaakt dan
de bekwame John Huston, regisseur
o.a, van de voortreffelijke films
„Asfalt-Jungle" en „De schat van de
Sierra Madre". Voor de bemanning
van zijn „African Queen" koos hij
Kathenne Hepburn en Humphrey
Bogart, die hier een paar verbijste
rend rake vertolkingen leveren.
Vooral Bogart. die we eigenlijk
niet anders kennen dan als louche
revolverheld in niet al te beste
misdaadfilms, verrast onder Hus
ton's regie als een acteur met een
Anita Pierangcli als Mirella in
de film Morgen is te laat", die
in het Grand Thé&tre wordt ver
toond.
„Morgen is te laat"
in Grand Thèatre
In het Grand Théatre is thans
te zien de bekende Italiaanse film
„Morgen is te laat", waarin ern
stige problemen die de puberteits
jaren van de middelbare school
jeugd kunnen beheersen, op
uiterst delicate wijze worden be
licht.
In ons blad van Dinsdag 4 No
vember j.l. hebben wij deze be
langwekkende film reeds uitvoe
rig besproken naar aanleiding van
een voor-vertoning.
„Piratenkoningin" in
Rembrandt
Jean Peters speelt in „De piraten-
komngin" de rol van Anne Provi
dence, een beruchte vrouwelijke pi
raat uit de 17e eeuw wier naam 'n
gevreesde klank had op de wereld
zeeën. Uiteindelijk loopt ze echtei
tegen een vrijbuiter op, die zich als
een sjieke Fransman ontpopt en
haar het minnekozen leert. Voor
een piraten-koningin schuilen er in
deze bezigheid, blijkens de film,
nogal wat gevaren, gepaard gaande
met schietpartijen en duels op de
degen. Liefhebbers van piraten-ro-
mantiek kunnen terecht.
formidabele geladenheid en door
dringend uitbeeldingsvermogen.
Huston gaf dit avonturenverhaal
een dramatische spanning doordat
hij de natuur zelf als medespeel
ster erbij betrok: het verstikkende
oerwoud en de rivier met haar
stroomversnellingen en klippen In
deze beklemmende werkelijkheids-
atmosfeer mengde hij van het be
gin af aan een ironische humor, die
langzamerhand de boventoon ging
voeren. En zo halverwege het ver
haal, wanneer het tot een romance
tussen de twee figuren gekomen is,
blijkt er met het hele geval al da
nig een (overigens heel plezierig)
loopje genomen te worden.
Al is dan ook het evenwicht tus
sen avontuur en humor, tussen wer-
Humphrey Bogart en Katharine
Hepburn in ,The African Queen'.
kelijkheidsatmosfeer en parodie wel
eens heel erg zoek. met dat al
heeft Huston toch 'n uitermate geniet
bare rolprent geleverd, die ver uit
steekt boven het gemiddelde peil
der avonturenfilms. Jammer is
slechts, dat hij op de duur in plaats
van de zo suggestieve natuurgelui
den te veel gebruik maakte van een
symphonie-orkest De muzikale il
lustratie is overbodig: de vertel
kracht van de vaak ongelooflik
virtuoos gemaakte filmbeelden is
sterk genoeg.
W. DROOG
Van waterpolo naar hockey, ver
andering van spijs doet eten...,
als volgt formuleert:
„Men heeft het veel over de
„hardheid"; voor het „grote"
sportpubliek eigenlijk een uitvin
ding van de Olympische Spelen.
Ik geloof wel, dat iedereen toen
een beetje teleurgesteld was over
de prestaties en zich afvroeg hoe
dat dan wel kwam. Gelukkig heeft
toen iemand een gebrek aan hard
heid ontdekt, zodat je nu allerlei
mensen met verheerlijkte gezichten
over hardheid hoort spreken. Na
tuurlijk staan hier ook de hardste
stuurlui aan wal Naar mijn
mening moet men hier wel erg
voorzichtig mee zijn. anders kon de
hardheid zich wel eens naar een
verkeerde kant keren."
„Heb je veel internationale er
varingen?"
„Niet zo heel veel. Het spit me
nu nog, dat ik niet ben doorge
gaan met de training van het Ne
derlands zevental, die ik begon in
1945 tot '46 Met het Nederlandse
Militaire zevental hebben we in '47
in Aussie Tsjecho-Slowakije het
polo-tournooi gewonnen bi de
Intcrgeallicerde zwemkampioen-
schappen. Verder heb ik bizonder
prettig in Indië gespeeld."
De nieuwe regel
Tot besluit van ons vraaggesprek
vertelde Wim ons iets over de
nieuwe spelregels, waardoor vol
gens hem het spel „armer" ls ge
worden, omdat het minder „her
sens" vereist „Bi de oude regels
kon iemand, die niet zo snel zwom
een veel snellere speler de baas
blijven. Nu wijst de praktijk uit,
dat de nadruk meer wordt gelegd
op hard en veel zwemmen en
schieten De een bewondert dit, ik
niet zozeer. Volgens mi komt men
tot minder begrip voor „finesse" in
de tactiek. Men verdedigt deze
regels met de opmerking, dat het
spel zoveel aantrekkelijker is ge
worden voor de toeschouwers Een
argument, wat naar min mening
niet opgaat, omdat je het spel niet
voor het publiek, maar voor jezelf
en je medespelers speelt. Wat dit
betreft heb ik dan ook mijn pret
tigste wedstrid gespeeld met als
enig publiek scheidsrechter, tijd-
waarnemer en twee grensrechters,"
Dat zin zo de meningen van
Wim Droog, die we binnenkort op
het hockeyveld in actie kunnen
zien. Wim. veel succes als hockeyer,
we zullen vast nog wel eens van
je horen'
Overwogen mimieken
juist gebaar
Twee jaar geleden was Jan Gre
fe hier met het Volkstoneel in „Ik
ben hier meer geweest". Voor ons
was het langer geleden, dat wij hem
lioorden, en wat meer is: zagen,
want het grootste deel van zijn
kunst schuilt nog altijd, zal dat ook
altijd blijven doen, in zijn juist toe
gepast gebaar, zijn wel overwogen
mimiek. In wezen is Grefe dan ook
meer acteur dan voordrachtskunste
naar. zich meer op de planken
thuisvoelend dan in de kleine zaal.
Onze eerste indruk toen wij Jan
Grefe gisteravond op uitnodiging
van de „Maatschappij tot Nut van
't Algemeen" in het A.G -hius za
gen, was dat hij jaren ouder was
geworden. De tweede prettiger
ervaring was, dat zijn kunst nog
even jong en stralend is als wel
eer. Het door Grefe samengestelde
programma bestond voornameliik
uit wgrk van moderne letterkundi
gen en had tén doel dit wat meer
bekendheid te geven. Duidelijk wa
ren drie onderling sterk verschillen
de delen te onderscheiden. Het pro
gramma voor de pauze was typisch
verticaal opgebouwd; Grefe werkte
met enkele korte gedichten van
Bertus Aafjes, H. Marsman en de
sublieme „ballade van de boer" door
Werumeus Buning bewust naar het
hoogtepunt, zijnde „de oude Trofi-
me" van Louis Couperus, eertijds ge
publiceerd in 't mede door hem gere
digeerde „Groot-Nederland". „De
oude Trofime" is 'n typisch voort»
brengsel van Couperus' kunst, die zich
in hoofdzaak beweegt in de wereld
van verslappende weelde en deca
dentie. Ontstaan in de tweede pe
riode van Couperus' leven, tijdens
zijn verblijf aan de Rivièra, is het
tegelijkertijd speels en fijn gete
kend. luchtig en ironisch, een ju
weeltje van de bellettrie benaderen
de journalistiek Jan Grefe heeft
deze stijl in wezen aan zijn kunst
aangepast. Zijn stemmogelijkheden
laten toe. dat hij zowel het sonore
van de bittere, gebroken Trofime als
het blanke, geurige van albasten
bloemkelken; de intense verveling,
én de diepe vreugd over de herbo
ren Faun, weer kan geven. Toch en
juist hier viel het des te sterker op.
bestaat zijn kunst bij de gratie van
zijn mimiek het knipoogje bij
„de toch wel een beetje belachelijke
magnoliaboom". Van de door Grefe
gezegde gedichten noemen wij spe
ciaal „Zonder weerklank" van
Marsman, dat verreweg de meeste
weerklank vond. De werkjes van
Aafjes ontkwamen niet aan een ze
kere beklemming. Evenals het „Ik
groet U" van Greshof kwam het
„Waarom menn lief" er te gespan
nen van binnen uit. De ruimte werd
eng. het licht te donker.
Na de pauze werd voornamelijk
„luchtiger" werk als gedichtjes van
Annie M. G Schmidt voorgedragen.
In ons blad van gisteren hebben
wij abusievelijk een verkeerd on
derschrift geplaatst bij een foto,
behorende bij het artikel over
het Amersfoortse stadhuis. Het on
derschrift had betrekking op de
foto, die wij nu plaatsen. Dit is
namelijk de plek, waar eertijds
het nieuwe stadhuis zal verrijzen.
Van resultaten valt voorlopig nog geen
enkele voorspelling te geven
DEN HAAG. Twee ton Marshall-geld zullen, zoals wU reeds meldden,
voor een deel worden besteed voor een proefcampagne tegen influenza ln
een aantal grote Nederlandse bedrijven. Onder leiding van prof. dr J. D.
Verlinden, hoofd van de afdeling bacteriologie en experimentele pathologie
van het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde in Leiden, zullen be
drijfsartsen bij tienduizenden vrijwilligers vaccinaties verrichten.
Van 15 November af zal men aan
de slag gaan, zodat gehele of ge
deeltelijke immuniteit tegen de
griep bij de proefpersonen kan zijn
verwerkt vóór het hoogtepunt van
een mogelijke influenza-vloedgolf
zich kan voordoen (JanuariFebru
ari). Nauwkeurig zal men nagaan,
hoe de resultaten zullen zijn.
Nederland is het enige West-
Europese land, waar een dergelijke
proefneming op grote schaal zal
worden gedaan. De vaccins worden
hier te lande bereid.
Prof Verlinden vertelde tijdens
een persbespreking, dat vaccineren
tegen influenza een niet eenvoudig
vraagstuk is. Men onderkent twee
verschillende influenza-virussen. die
men de stammen A en B noemt.
Deze stammen hebben echter weer
diverse „onderafdelingen", zodat het
verrassende element van influenza
altijd vrij groot blijft. Gelukkig
kan men een kansberekening maken
welk type virus in een reeks van
jaren het meeste zal kunnen voor
komen en op grond van deze ietwat
wankele kansberekening bereidt
men de vaccins.
Besloten is thans een aantal
proefpersonen met A-vaccin in te
spuiten, een zelfde aantal met B-
vaccin, een derde groep proefper
sonen met een mengsel van A. en
B. en varianten en een vierde groep
niet. Zo zal men studie-materiaal
krijgen omtrent de werking en de
mate van immuniteit, die door de
vaccins wordt opgewekt. Dit ver
gelijkende studiemateriaal zal ook
ter beschikking komen van de We
reld-Gezondheids-Organisatie van de
Verenigde Naties, welke een spe
ciaal* strijdprogramma tegen influ
enza en in ons land een informatie
centrum met laboratorium hiertoe
heeft.
De tot dusverre met het influen-
za-vaccin in Nederland verkregen
resultaten hebben tot wisselende
beoordelingen geleid Er zijn vurige
aanhangers, doch ook sceptici onder
de artsen, die het vaccin toepasten.
Dit komt, omdat in de afgelopen ja
ren niet steeds tegen de meest vi
rulente influenzastam is ingeënt.
Vaccineert men tegen A. dan is de
proefpersoon niet immuun voor
stam B en omgekeerd. Voorts is het
tijdstip van vaccineren van belang.
Vaccinatie bij iemand, die reeds met
influenza is besmet, is ongewenst en
oovendien niet.