Amersfoortse Friezen dertig jaar verenigd in „Ut en Thus W. Droog schakelt van waterpolo over naar de hockeysport FILMS IN AMERSFOORT „THE AFRICAN QUEEN": Jan Grefe is acteur, geen voordrachtskunstenaar Massale vaccinatie tegen de influenza start 15 Nov. In de loop der jaren is hechte band ontstaan „Friezendei „Ik begon me te eenzijdig te voelen en wilde iets anders Zaterdag 8 November 1952 (Van een onzer verslaggevers) Vandaag, Zaterdag 8 November, is een belangrijke dag voor de Amersfoortse Friezen of Friese Amersfoorters, het is maar zo U ze noemen wil. Immers precies dertig jaar geleden, in 1922 dus, werd opgericht de vereniging „Ut en Thus" op initiatief van wijlen de heren Rollema en Boersma en de heren J. Eppen- ga en J. Dijk. Op zichzelf is het geen ongewoon verschijnsel, dat bewoners van een bepaalde streek, die elkander later „vin den" in een stad, waar ze door allerlei toevallige omstandig heden hun home hebben gevonden, elkaar opzoeken, omdat zij zich met elkander verbonden voelen. Zij hebben veelal dezelf- de verre voorvaderen gehad; hun spraak, gewoonten en ge aardheid maakt hun verbondenheid nog sterker en zonder in klein verband een „staatje in een staat" te willen vormen, de onderlinge band willen zij bewaren. Zo zijn er vele streekclubs en -verenigingen ontstaan in ons land. En dat er zovele Friezen- clubs zijn, die een bloeiend verenigingsleven kennen, zal nie mand, die Friesland en de Friezen kent, verwqnderen, want „Fryslan" blijft voor hen onvergetelijk. Tijdens een „Friezendei" voor de oorlog in het openluchttheater te „Bïrkhoven". De dumes haalden veelal voor deze gelegenheid het oud Friese costuum weer voor de dag. De middelste van de drie is de Amersfoortse mevrv. Goor. VERANDERI.XG VAN SPIJS (Van een onzer verslaggevers) Wim Droog, een van Amersfoorts bekendste waterpolo-spelcrs en gezien lid van de Amersfoortse Zwem en Polo Club. (A.Z. en P.C.) gaat zgn „polo- costuum" aan de wilgen hangen. Hij wil echter in geen geval zijn spieren laten verstijven en is voornemens z(jn nog betrekkelijk jonge kracht aan een andere sport te gaan wijden. Van waterrot wordt hU landrot en de polobal wordt vervangen door hockeystick en -bal. Met deze sympathieke A.Z. en P.C.-er maakten wij een babbeltje, want wjj wilden graag eens iets meer aan de weet komen over deze niet-alledaagse overschakeling. Wordt „Friezendei" in ere hersteld? Ook in onze stad hebben de Frie zen altijd behoefte gevoeld om de onderlinge band te verstevigen, want reeds in het begin van de twintigste eeuw werd een vereni ging opgericht, die tot vrij grote bloei kwam. Van deze beginperiode en van de pioniers van toen is echter weinig of niets bekend. Reeds even voor de eerste Wereldoorlog hield de vereniging op te bestaan. In de oorlogsjaren ging het contact wel niet geheel en al verloren, maar van verenigingsleven kon toch met gesproken worden Doch toen een maal de rust weerkeerde in het wereldgebeuren, de mensheid her ademde en tot bezinning kwam. kon men weer eens aan andere dingen gaan denken. Was het dan ook een wonder, dat enkele in Amersfoort woonachtige Friezen de hoofden bij elkaar staken en plannen gingen smeden om te komen tot de oprich ting van een vereniging voor telgen van het Friese geslacht? De heren Eppenga en Rollema spanden zich voor dat karretje en hun bemoeiin gen zijn niet zonder resultaat ge bleven. Zij gingen op pad. bezoch ten hun streekgenoten, belegden bij eenkomsten en slaagden erin, dank zij geldelijke steun, die zij ontvin gen, een Friezenavond te beleggen. Die heeft destijds in „De Arend" bij alle oud-Amersfoorters welbe kend plaats gevonden en werd zonder meer een succes. Mensen, die meer dan dertig jaar geleden deze bijeenkomst hebben bijgewoond, spreken er nog over. Wel een be wijs, dat er bij de Friezen behoefte bestond om onderling nauw in con tact te blijven. Tot de officiële op richting van de vereniging hebben de heren Boersma. Rollema, Dijk en Eppenga het initiatief genomen. Friezen naar Amersfoort Voor de vele Friezenclubs in an dere delen van Nederland was het prettig, dat in het centraal gelegen Amersfoort een actieve vereniging bestond. Het zal de Amersfoorters dan ook niet onbekend zijn. dat on ze stad voor de oorlog meerdere malen in het middelpunt der be langstelling van de Friezen uit ge heel Nederland heeft bestaan. Want de vereniging bestond nog' maar goed vier jaar, of de landelijke or ganisatie „It Fryske boun om Utens" liet haar oog op de Keistad vallen om er de landdagen te hou den. Zo werd om het andere jaar een „Friezendei" gehouden, waar voor altijd grote belangstelling be stond. Het aantal Friezen, dat in het openluchttheater te „Bïrk hoven" bijeenkwam, bedroeg soms een kleine tweeduizend. Het waren immers hoogtijdagen voor de Frie zen, die zich dan in Amersfoort meer dan ooit verbonden voelden. Hoogtepunten van het gezellig sa menzijn in de openlucht waren de uitvoeringen in het fraaie bosthea- ter. Niet alleen de buiten Amers foort woonachtige vroegere bewo ners van onze Noordelijke provin cie kwamen voor het „voetlicht", maar de Friese keistedelingen spra ken op dit gebied ook een flink woordje mee. Niet alleen, dat zij een opvoering op uitnemende wijze wisten te verzorgen, meer dan dat, Op 4 Juli 1926 werd deze prent „geschoten" tijdens een Friezen dei in het openluchttheater ..Bïrk hoven". Leden van het hoofdbe stuur van de landelijke organisa tie Bonn fan Fryske Selskippen om Utens" en bestuursleden van de Amersfoortse afdeling poseer den. Staand v.l.n.r. voorzitter Rol lema, secretaris J. Eppenga, W. Winkelman (voorzitter van het bondsbestuur) en K. Zondervan (penningmeester afd. Amersfoort). Zittend v.l.n.r. de heer Goud (pen ningmeester van de Bond), mevr. v. Dam (bestuurslid Amersfoort) en de heer H. Uden Masman va der van Theo Uden Masman), se cretaris van de Bond. er waren leden, die zelf het stuk schreven. Onze stadgenoten, de he ren Geertsma en Eppenga zijn de auteurs van „Wat jimmer bliuwt", dat, naar onze zegsman meende, in het jaar 1934 werd opgevoerd. Zoals bij alle verenigingen het ge val is geweest, moest ook „Ut en Thus" haar activiteiten in de jaren 1940—1945 steeds meer beperken. Men bleef nog wel bij elkaar ko men en de band bleef in ieder ge val bewaard. Na de bevrijding kwam er weer een opleving, maar een „Friezendei" werd nog niet ge houden. Wel wordt er en dat is niet van vandaag of gisteren naar gestreefd om deze landdag in ere te herstellen. Er zijn echter nog enke le moeilijkheden te overwinnen, waarvan die op financieel terrein wel het zwaarste wegen Men hoopt echter hiervoor een oplossing te kunnen vinden. Veelzijdige ontspanning Gezien de talenten in de vereni ging op toneel-gebied was het geen wonder, dat de Friezen met „thea- terbloed" een eigen groepje vorm den, dat meerdere malen met suc ces op de planken kwam. De jaar lijkse uitvoeringen trokken immers flinke belangstelling. Na tot 1940 de leiding te hebben gehad, droeg de heer Vaatstra deze in dat jaar over aan de heer Eppenga, die zich een bekwaam regisseur toonde. „Ut en Thus" heeft echter nog meer pijlen op haar boog. Naar bui ten uit blijkt daar niet zo veel van. hetgeen overigens vrij logisch want als niet-Fries „duik" je niet zo licht in een Friezenvereniging. Maar het is wel interessant te ver nemen hoe de Noordelingen trach ten de liefde en belangstelling voor eigen land en taal levendig te hou den De met zo lang geleden tot stand gekomen taalclub mag over belangstelling zeker niet klagen. Een goede bibliotheek staat de Friezen eveneens ter beschikking. Ook voor de zangkunst bestond in teresse. Het Amersfoortse koor dat heel vaak op de landdagen te be luisteren was. genoot een goede re putatie. De laatste jaren bleken de leden niet meer zo zanglustig, wat echter door velen wordt betreurd. Er zijn dan ook plannen om weer tot het peil van vroeger te komen. Zo wordt op alle mogelijke manie ren getracht het contact levend te houden. Vaak komt men op kleine bijeenkomsten om zo maar eens ge zellig samen te zijn of om er te luis teren naar zang- of muziekvoor- drachten. lezingen, enz. En het be hoeft wel niet gezegd te worden, dat de kaatssport de Friezen nog steeds in het bloed zit en dat voor deze afdeling ook een club bestaat. Contact met zusterver enigingen De samenwerking met zusterver enigingen uit omliggende plaatsen 'is uiteraard van zeer prettige aard. Men wil zelfs trachten de banden nog nauwer aan te halen en daar voor is het aangewezen middel een verenigingsorgaan. Er is contact ge zocht en gevonden met Frie- zenverenigingen te Utrecht, Hilver sum. Bussum, Soest en Zeist om te komen tot de uitgave van een maan delijks te verschijnen blad Het hui dige bestuur gaat deze zaak zeer ter harte. Nu de oude kern zo langza merhand verdwijnen gaat uit het bestuur en jongeren de plaatsen gaan innemen, komen er ook nieu were ideeën. Dit betekent geen mis prijzing voor de „oudjes" integen deel. Juist aan hen is zeer veel jdank verschuldigd. Om maar eens een voorbeeld te noemen, wie kent niet de heer Eppenga. als Fries zo wel als Amersfoorter geniet hij in brede kring bekendheid en waarde ring. Ook buitenstaanders weten hoeveel hij voor „Ut en Thus" heeft gedaan en hoewel niet meer in die mate als vroeger ook nu be tekent hij nog een belangrijke steun voor de vereniging. En zo zijn er meerderen, die een hechte basis hebben gelegd, waarop de nieuwe bestuursleden kunnen voortbouwen Het „verjongde" bestuur is als volgt samengesteld: Ir K. Bos. voorzitter, P. J. v d. Glas, secretaris, A. Haima. penning meester en leden mevr. v d. Scheer, mevr. v. d Spaa en de heren E J. v. d. Werff en S. Tuinstra. Natuur lijk is dit „college" voornemens het dertigjarig jubileum fêestelijk te vieren. Dit zal echter niet nu ge beuren. maar volgend voorjaar. Men is in contact getreden met het ge zelschap „Friezen buiten Friesland", dat dan in Amersfoort een jubi leumavond zal verzorgen. Dat geen Amersfoortse Fries die avond mis sen wil spreekt wel vanzelf Het gaat nu al het (Friese) gesprek van de dag vormen. Het zal een „faest- je" worden! .Hardheid' uitvinding van 01. Spelen „Dus Wim, waterpolo is er voor lopig niet meer bij?" „Inderdaad, het is mijn bedoeling zo niet voor „eeuwig", dan toch voor zeer geruime tijd deze sport er aan te geven en de hockey-sport te gaan beoefenen." „Dat besluit heb je zeker niet zomaar genomen, daar zal wel een reden voor zijn." „Moeilijk te zeggen. Er is eigen lijk een heel complex van redenen. O.a. telt mee, dat ik mezelf een beetje eenzijdig begon te voelen. De laatste negen jaren heb ik eigenlijk alleen waterpolo als sport beoefend en als ik er tussen door eens een partijtje voetbal speelde, was ik drie dagen lang een pie pend wrak". Als je één sport als je voornaamste gaat beschouwen, kom je er gauw toe andere sporten te mijden, omdat je bang bent de conditie van je spieren in gevaar te brengen. En dat is -natuurlijk wel heel aardig voor je prestaties in die éne richting, maar het leidt niet bepaald tot een harmonische lichaamsontwikkeling Verder vind ik het ontzettend leuk bij de hockeyers vele oude schoolvrienden weer te zien en nieuwe mensen te leren kennen. Ik kreeg zo langza merhand het gevoel in een soort sleur te geraken. Het lijkt mij wer kelijk erg prettig om ineens iets heel anders te gaan doen ..Dus het is niet omdat je iets tegen waterpolo hebt gekregen?" „Neen, zeker niet. Ik vond en vind het een heerlijke sport. die ik iedereen van harte kan aanbe velen. Dat lichte vrije gevoel, dat je in het water krijgt, vind je bij de landsporten toch niet terug." Goede training no. I „Vind je het niet een erg zware sport?" „Ja, ik geloof wel. dat je water polo zwaar kunt noemen. Het ver eist betrekkelijk veel training, maar één die. mits goed gegeven, op zichzelf al heel prettig is. Maar. een goede training geven is heel moeilijk, dus zijn ér maar weinig goede trainers. Wat dat be treft moet je dus geluk hebben. Dat heb ik zeker gehad, want mijn jeugdopleiding kreeg ik van de heer Van As. een van de beste verenigingstrainers. die ik ken. Hij zag kans rekening te houden met ieders eigenaardigheden. De resul taten zijn dan ook niet uitgebleven, want we hebben ons in 1944 met het jeugdzevental in de finale voor het kampioenschap van Nederland gespeeld. Die ging toen niet door. maar ik ben ervan overtuigd dat we gewonnen zouden hebben." Wim vertelde vervolgens de in druk te hebben, dat tegenwoordig bij de training door te veel de na druk te leggen op de prestaties de sportiviteit op het tweede plan dreigt te geraken Over de veelge noemde „hardheid" waaraan bij Nederlandse sportmensen een ge brek bestaat (naar „men" beweert) heeft hij een eigen mening, die hij Verrassend knap spel van Humpherey Bogart onder bekwame regie van John Huston A/1 ET DOORGAANS SLECHTS TWEE steeds dezelfde mensen op 't filmdoek en een enkele maal nog 'n bijfiguur of wat figu ratie biedt City u een kleurige avonturenfilm van opmerkelijk for- muat: „The African Queen". De koningin van Afrika", waaraan deze film haar titel ontleent, is niet meer dan een amechtig roestig motor schuitje. maar een paar meters lang. dat bemand met een onbehouwen Canadees avonturier en een preutse Engelse zendelinge een rivier af zakt ergens in Duits-Oost-Afrika. Hun verhaal speelt tijdens de eerste wereldoorlog; met de Duitsers op de hielen zijn deze twee zo heel ver schillende mensen midden in de rimboe op elkaar aangewezen ge raakt. En ze hebben zichzelf tot taak gesteld daar de Duitsers te gaan bevechten en voor de Engelsen de xgeg in Afrika vrij te maken door een Duits oorlogsschip, dat ergens op een meer diep in het binnenland patrouilleert, de grond in te boren. Op C.S. Forester's roman, die gro tendeels historisch schijnt te zijn, is deze film gebaseerd. Een bijzonder knappe en boeiende rolprent is het. door niemand minder gemaakt dan de bekwame John Huston, regisseur o.a, van de voortreffelijke films „Asfalt-Jungle" en „De schat van de Sierra Madre". Voor de bemanning van zijn „African Queen" koos hij Kathenne Hepburn en Humphrey Bogart, die hier een paar verbijste rend rake vertolkingen leveren. Vooral Bogart. die we eigenlijk niet anders kennen dan als louche revolverheld in niet al te beste misdaadfilms, verrast onder Hus ton's regie als een acteur met een Anita Pierangcli als Mirella in de film Morgen is te laat", die in het Grand Thé&tre wordt ver toond. „Morgen is te laat" in Grand Thèatre In het Grand Théatre is thans te zien de bekende Italiaanse film „Morgen is te laat", waarin ern stige problemen die de puberteits jaren van de middelbare school jeugd kunnen beheersen, op uiterst delicate wijze worden be licht. In ons blad van Dinsdag 4 No vember j.l. hebben wij deze be langwekkende film reeds uitvoe rig besproken naar aanleiding van een voor-vertoning. „Piratenkoningin" in Rembrandt Jean Peters speelt in „De piraten- komngin" de rol van Anne Provi dence, een beruchte vrouwelijke pi raat uit de 17e eeuw wier naam 'n gevreesde klank had op de wereld zeeën. Uiteindelijk loopt ze echtei tegen een vrijbuiter op, die zich als een sjieke Fransman ontpopt en haar het minnekozen leert. Voor een piraten-koningin schuilen er in deze bezigheid, blijkens de film, nogal wat gevaren, gepaard gaande met schietpartijen en duels op de degen. Liefhebbers van piraten-ro- mantiek kunnen terecht. formidabele geladenheid en door dringend uitbeeldingsvermogen. Huston gaf dit avonturenverhaal een dramatische spanning doordat hij de natuur zelf als medespeel ster erbij betrok: het verstikkende oerwoud en de rivier met haar stroomversnellingen en klippen In deze beklemmende werkelijkheids- atmosfeer mengde hij van het be gin af aan een ironische humor, die langzamerhand de boventoon ging voeren. En zo halverwege het ver haal, wanneer het tot een romance tussen de twee figuren gekomen is, blijkt er met het hele geval al da nig een (overigens heel plezierig) loopje genomen te worden. Al is dan ook het evenwicht tus sen avontuur en humor, tussen wer- Humphrey Bogart en Katharine Hepburn in ,The African Queen'. kelijkheidsatmosfeer en parodie wel eens heel erg zoek. met dat al heeft Huston toch 'n uitermate geniet bare rolprent geleverd, die ver uit steekt boven het gemiddelde peil der avonturenfilms. Jammer is slechts, dat hij op de duur in plaats van de zo suggestieve natuurgelui den te veel gebruik maakte van een symphonie-orkest De muzikale il lustratie is overbodig: de vertel kracht van de vaak ongelooflik virtuoos gemaakte filmbeelden is sterk genoeg. W. DROOG Van waterpolo naar hockey, ver andering van spijs doet eten..., als volgt formuleert: „Men heeft het veel over de „hardheid"; voor het „grote" sportpubliek eigenlijk een uitvin ding van de Olympische Spelen. Ik geloof wel, dat iedereen toen een beetje teleurgesteld was over de prestaties en zich afvroeg hoe dat dan wel kwam. Gelukkig heeft toen iemand een gebrek aan hard heid ontdekt, zodat je nu allerlei mensen met verheerlijkte gezichten over hardheid hoort spreken. Na tuurlijk staan hier ook de hardste stuurlui aan wal Naar mijn mening moet men hier wel erg voorzichtig mee zijn. anders kon de hardheid zich wel eens naar een verkeerde kant keren." „Heb je veel internationale er varingen?" „Niet zo heel veel. Het spit me nu nog, dat ik niet ben doorge gaan met de training van het Ne derlands zevental, die ik begon in 1945 tot '46 Met het Nederlandse Militaire zevental hebben we in '47 in Aussie Tsjecho-Slowakije het polo-tournooi gewonnen bi de Intcrgeallicerde zwemkampioen- schappen. Verder heb ik bizonder prettig in Indië gespeeld." De nieuwe regel Tot besluit van ons vraaggesprek vertelde Wim ons iets over de nieuwe spelregels, waardoor vol gens hem het spel „armer" ls ge worden, omdat het minder „her sens" vereist „Bi de oude regels kon iemand, die niet zo snel zwom een veel snellere speler de baas blijven. Nu wijst de praktijk uit, dat de nadruk meer wordt gelegd op hard en veel zwemmen en schieten De een bewondert dit, ik niet zozeer. Volgens mi komt men tot minder begrip voor „finesse" in de tactiek. Men verdedigt deze regels met de opmerking, dat het spel zoveel aantrekkelijker is ge worden voor de toeschouwers Een argument, wat naar min mening niet opgaat, omdat je het spel niet voor het publiek, maar voor jezelf en je medespelers speelt. Wat dit betreft heb ik dan ook mijn pret tigste wedstrid gespeeld met als enig publiek scheidsrechter, tijd- waarnemer en twee grensrechters," Dat zin zo de meningen van Wim Droog, die we binnenkort op het hockeyveld in actie kunnen zien. Wim. veel succes als hockeyer, we zullen vast nog wel eens van je horen' Overwogen mimieken juist gebaar Twee jaar geleden was Jan Gre fe hier met het Volkstoneel in „Ik ben hier meer geweest". Voor ons was het langer geleden, dat wij hem lioorden, en wat meer is: zagen, want het grootste deel van zijn kunst schuilt nog altijd, zal dat ook altijd blijven doen, in zijn juist toe gepast gebaar, zijn wel overwogen mimiek. In wezen is Grefe dan ook meer acteur dan voordrachtskunste naar. zich meer op de planken thuisvoelend dan in de kleine zaal. Onze eerste indruk toen wij Jan Grefe gisteravond op uitnodiging van de „Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" in het A.G -hius za gen, was dat hij jaren ouder was geworden. De tweede prettiger ervaring was, dat zijn kunst nog even jong en stralend is als wel eer. Het door Grefe samengestelde programma bestond voornameliik uit wgrk van moderne letterkundi gen en had tén doel dit wat meer bekendheid te geven. Duidelijk wa ren drie onderling sterk verschillen de delen te onderscheiden. Het pro gramma voor de pauze was typisch verticaal opgebouwd; Grefe werkte met enkele korte gedichten van Bertus Aafjes, H. Marsman en de sublieme „ballade van de boer" door Werumeus Buning bewust naar het hoogtepunt, zijnde „de oude Trofi- me" van Louis Couperus, eertijds ge publiceerd in 't mede door hem gere digeerde „Groot-Nederland". „De oude Trofime" is 'n typisch voort» brengsel van Couperus' kunst, die zich in hoofdzaak beweegt in de wereld van verslappende weelde en deca dentie. Ontstaan in de tweede pe riode van Couperus' leven, tijdens zijn verblijf aan de Rivièra, is het tegelijkertijd speels en fijn gete kend. luchtig en ironisch, een ju weeltje van de bellettrie benaderen de journalistiek Jan Grefe heeft deze stijl in wezen aan zijn kunst aangepast. Zijn stemmogelijkheden laten toe. dat hij zowel het sonore van de bittere, gebroken Trofime als het blanke, geurige van albasten bloemkelken; de intense verveling, én de diepe vreugd over de herbo ren Faun, weer kan geven. Toch en juist hier viel het des te sterker op. bestaat zijn kunst bij de gratie van zijn mimiek het knipoogje bij „de toch wel een beetje belachelijke magnoliaboom". Van de door Grefe gezegde gedichten noemen wij spe ciaal „Zonder weerklank" van Marsman, dat verreweg de meeste weerklank vond. De werkjes van Aafjes ontkwamen niet aan een ze kere beklemming. Evenals het „Ik groet U" van Greshof kwam het „Waarom menn lief" er te gespan nen van binnen uit. De ruimte werd eng. het licht te donker. Na de pauze werd voornamelijk „luchtiger" werk als gedichtjes van Annie M. G Schmidt voorgedragen. In ons blad van gisteren hebben wij abusievelijk een verkeerd on derschrift geplaatst bij een foto, behorende bij het artikel over het Amersfoortse stadhuis. Het on derschrift had betrekking op de foto, die wij nu plaatsen. Dit is namelijk de plek, waar eertijds het nieuwe stadhuis zal verrijzen. Van resultaten valt voorlopig nog geen enkele voorspelling te geven DEN HAAG. Twee ton Marshall-geld zullen, zoals wU reeds meldden, voor een deel worden besteed voor een proefcampagne tegen influenza ln een aantal grote Nederlandse bedrijven. Onder leiding van prof. dr J. D. Verlinden, hoofd van de afdeling bacteriologie en experimentele pathologie van het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde in Leiden, zullen be drijfsartsen bij tienduizenden vrijwilligers vaccinaties verrichten. Van 15 November af zal men aan de slag gaan, zodat gehele of ge deeltelijke immuniteit tegen de griep bij de proefpersonen kan zijn verwerkt vóór het hoogtepunt van een mogelijke influenza-vloedgolf zich kan voordoen (JanuariFebru ari). Nauwkeurig zal men nagaan, hoe de resultaten zullen zijn. Nederland is het enige West- Europese land, waar een dergelijke proefneming op grote schaal zal worden gedaan. De vaccins worden hier te lande bereid. Prof Verlinden vertelde tijdens een persbespreking, dat vaccineren tegen influenza een niet eenvoudig vraagstuk is. Men onderkent twee verschillende influenza-virussen. die men de stammen A en B noemt. Deze stammen hebben echter weer diverse „onderafdelingen", zodat het verrassende element van influenza altijd vrij groot blijft. Gelukkig kan men een kansberekening maken welk type virus in een reeks van jaren het meeste zal kunnen voor komen en op grond van deze ietwat wankele kansberekening bereidt men de vaccins. Besloten is thans een aantal proefpersonen met A-vaccin in te spuiten, een zelfde aantal met B- vaccin, een derde groep proefper sonen met een mengsel van A. en B. en varianten en een vierde groep niet. Zo zal men studie-materiaal krijgen omtrent de werking en de mate van immuniteit, die door de vaccins wordt opgewekt. Dit ver gelijkende studiemateriaal zal ook ter beschikking komen van de We reld-Gezondheids-Organisatie van de Verenigde Naties, welke een spe ciaal* strijdprogramma tegen influ enza en in ons land een informatie centrum met laboratorium hiertoe heeft. De tot dusverre met het influen- za-vaccin in Nederland verkregen resultaten hebben tot wisselende beoordelingen geleid Er zijn vurige aanhangers, doch ook sceptici onder de artsen, die het vaccin toepasten. Dit komt, omdat in de afgelopen ja ren niet steeds tegen de meest vi rulente influenzastam is ingeënt. Vaccineert men tegen A. dan is de proefpersoon niet immuun voor stam B en omgekeerd. Voorts is het tijdstip van vaccineren van belang. Vaccinatie bij iemand, die reeds met influenza is besmet, is ongewenst en oovendien niet.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 5