Als Chiel de Boer niet naar Hilversum komt HARDENBERG: Weinig privé-leven voor de Indische Nederlanders (II) legt Hilversum in zijn eetkamer een doolhof een teken aan de wand (jepka Voor onze bridgers Uw f ietslampje alweer kapot? Voor onze schakers In Aerdenhoutse villa wordt woonruimte soms toneelzaal Moet U eens hóren vj Radio-opname voor gen odigd .pu bliek TE KLEINE RUIMTE VOOR TEVEEL MENSEN Pressie overwogen voor aannemen bepaald werk J Zaterdag 8 November 1952 (Van een onzer verslaggevers) „Attentie! Opname vijf tellen van vu!" Een voor één strekken zich vijf vingers van een hand, dan maakt die hand een gebiedend gebaar, klinkt er geroezemoes, applaus, piano- f muziek en zingen en als dat laatste is overgegaan in zacht geneurie, leest een omroeper van een foliovel: „Gaat u even mee met Chiel de Boer? Een programma getiteld Jagen en Jachten. Teksten van Chiel de Boer met bijdragen vanOver de herkomst van deze stipte opeenvolging van bewegingen en geluiden lijkt nu geen twijfel meer mogelijk; vanwaar zouden ze anders komen dan van een radiostudio? Toch hebben we ze niet opgevangen in Hilversum, maar in een. tussen vele andere, nauwelijks opvallende Aerdenhoutse villa, het huis van Chiel de Boer, de eerste Nederlandse tandarts die het plomberen er aan gaf terwille van de cabarettekst. OP DEZE MANIER kijken Cluel de Boer en de zijnen tijdens de opname van hun radio-uitzen ding de „zaal" in, die door het aanbrengen van een paar banken en wat extra stoelen is geboren uit een gezellig ingerichte woon kamer. Pleegkinderen en hun pleegouders Over het gehele land verspreid zijn er vele pleegouders, die zich het lot hebben aangetrokken van een of meer talrijke kinderen, die zo node de zorg. warme liefde en toewijding van hun eigen ouders moeten missen. Door hun pleeg ouders worden deze kinderen ver zorgd en opgevoed als waren het hun eigen kinderen. Het pleeg kind leeft, woont en speelt in een normaal gezinsverband en noemt zijn pleegvader en pleegmoeder pappa en mamma. Pleegkinderen en pleegouders zijn overgelukkig met elkaar. En toch hangt er van ogenblik tot ogenblik een zware en donkere schaduw over deze kinderen en hun ploegouders. Elke minuut van de dag kan een scherp zwaard een wrede en onherroepe lijke scheiding tussen het kind en zijn pleegouders teweeg brengen. Immers in Nederland kennen wij nog geen adoptie. De mogelijkheid pleegkinderen te adopteren be staat in alle landen, behalve in Nederland en Portugal. Een wet, waarbij de adoptie wordt geregeld zou door alle pleegouders met enthousiasme worden begroet, speciaal door diegenen onder hen, boven wier hoofd altijd de drei ging hangt, dat het pleegkind (soms na vele jaren) door de na tuurlijke ouders wordt opgeëist. Mag ik, zelf pleegouder, in dit stukje de aandacht vragen voor de Nederlandse Vereniging van Pleegouders, wier voornaamste doel de totstandkoming van een adoptiewet is? Een ander doel: het geven van voorlichting en bij stand bij juridische problemen, die het pleegouderschap met zich kan brengen. Het lidmaatschap staat open voor alle pleegouders. Het secretariaat is gevestigd Laan van Meerdervoort 658, Den Haag. D. SCHIPPER DEZER dagen heeft het Over- ijselse plaatsje Hardenberg de aandacht op zich gevestigd, doordat jongelieden cr zich schuldig maakten aan zeer ern stige straatschenderijen en ze denmisdrijven. De rechtbank heeft hen deswege straffen op gelegd en bovendien is aan deze Hardenbergse jeugd een uitgaansverbod voor de late avonduren opgelegd. Daarbij is het niet gebleven. De katholie ke geestelijkheid heeft dezer dagen zowel tot ouders en op voeders als tot de jongeren zelf een kanselboodschap gericht en ieder ander in Hardenberg, die ook maar in enig opzicht ver antwoordelijkheid draagt heeft zich het hoofd gebrokenwat er gedaan kan worden op het gebied van ontspanning en vrije tijdsbesteding om langs die weg de jeugd in goede ba nen te leiden. Maar wat onder de gegeven omstandigheden vóór alles nodig is. dat is een antwoord op de vraag, wat de oorzaken zijn van het aan de dag getreden kwaad. In bij gaand artikel tracht prof. Sj. Groenman, hoogleraar in de so ciologie aan de Rijksuniversi teit te Utrecht, daar een bij drage toe te leveren. ALS het kalf verdronken is. dempt men de put. Het is niet eens zeker, dat men dit doet. Mis schien waagt men er nog een paar kalveren aan. Een dergelijke beeldspraak, ont leend aan een tijd, dat kalveren zomaar in putten konden lopen, dringt zich op, als men wordt op geschrikt door wat men zacht ge zegd afwijkende morele of crimi nele verschijnselen kan noemen, zoals zich blijkbaar hebben kunnen ontwikkelen in een bepaalde streek of in een bepaalde groep van ons volk. Vandaag is het een dorp in het Noord-Oosten van Overijssel, morgen een buurtschap in een an dere provincie, ofwel een oud stad je, dat men als een toonbeeld van deugdelijke levenswandel had be schouwd. Of een oord, dat als een lichtende kaars leek van godvruch tigheid. Criminaliteit en immoreel gedrag komen overal en in alle tij den voor, maar als hele groepen wet en moraal met de voeten tre den, en op het oog zo geheel on verwachts, dan is er iets aan de hand met het groepsleven. Dan moeten er sociale factoren in het spel zijn. En natuurlijk dat kan de maatschappij niet afdoen met wat vonnissen. Dan moet de put worden gedempt, de put, die men nu opeens ontwaart. Maar hoeveel putten zijn er niet, waarvan men geen vermoeden heeft? Waar zijn de kalveren, die men voor verdrinken moet behoe den? Men zal trachten in het ene Advertentie I.M.) mmijn hardt De echte Chlorophyll mijn ha rd t tandpasta Tube 120-9S-70 ct. bij Apothekers co Drogisten (V[ AANDAG j.l. werden in Du- -LVX blin de laatste wedstrijden in poule A om het Europees Bridge- kampioenschap gespeeld. Nederland kwam uit tegen Zweden in de op stellingen Kramex-— Cats en Goud smit—Kater in de eerste helft en GoudsmitCats en Van Tuin Kaiser na de pauze. Deze wedstrijd had een sensationeel verloop. In de eerste helft namen onze landgenoten een voorsprong van negentien matchpunten. Na de pauze liep Zweden wel iets in, maar toch ze ker niet voldoende om winst of een gelijk spel te behalen. Bij het opmaken van de eind stand bleek Nederland in deze helft negen matchpunten verloren te heb ben, zodat in totaal deze wedstrijd met tien matchpunten door de on zen was gewonnen. Grote vreugde bij de Nederlanders, hoewel voor het verdere verloop de behaalde VP tegen de landen, die zich voor de demi-finale hebben geplaatst, niet meetellen. De Zweden protes teerden echter tegen deze uitslag, daar bleek, dat van een spel de Zuid- en West-kaarten waren ver wisseld. Het geval werd voorge legd aan de Tournament-director en deze besliste, dat het spel moest worden overgespeeld. De voorsprong van Nederland na 47 spellen was nu negen matchpunten en de Zwe den dienden dus minstens drie matchpunten te winnen om nog een gelijk spel te behalen. Het spel, dat moest worden overgespeeld, zag er als volgt uit: V x 9 A V 10 xxx A xx A xx A H x x 9 8 x x O H B 9 xx 0 H B x x x V 10 x B10 «f» H V xx B 10 x O x x x XX •f* A xx x x West gever. N—Z kwetsbaar. Het bied-verloop in de open kamer was: W N O Z 1 R 2 H pas pas 2 S pas 3 S pas pas pas Noord kwam uit met K 9, waarna West slechts acht slagen kon maken; resultaat 50 punten voor Zweden. In de gesloten kamer ging het bie den: W N O Z IR 1 H 2 R pas pas pas Uitkomst Schoppen, resultaat West maakte acht slagen; 90 punten voor Zweden. In totaal won Zweden dus 140 punten of drie matchpunten op dit spel. zodat het nog juist een gelijk spel uit het vuur sleepte. In de open kamer komt de Oost- speler in moeilijkheden na het 2 S bod van West. Het is op zijn spel nog zeer goed mogelijk, dat OW een manche kunnen spelen, terwijl, als West past, na 3 S de kans om dit contract te maken, zeer groot is. In de gesloten kamer durfde Noord met een voorsprong van drie matchpunten het risico van een dubbel op 2 H niet te nemen en trachtte de score zo laag mogelijk te houden, 2 H wordt in de NZ kaarten gemaakt Ondanks dit fatale spel blijft een gelijk spel met een voorsprong van zes matchpunten te gen de sterke Zweden een fraai re sultaat. E. C. GOUDSMIT De woonkamer van dit huis ver andert eens in de drie weken in een theaterzaaltje dat plaats biedt aan een vijftig, zestig bezoekers. Die betalen geen entree, integendeel: wanneer ze een uurtje hebben zit ten kijken en luisteren naar het nieuwste programma dat hun gast heer met zijn gezelschap heeft uit gevoerd. wacht hun in de gang een geïmproviseerde bar waar, nog steeds gratis, een glaasje wordt vol geschonken en een koekje geser veerd. De tegenprestatie die zij er voor leveren bestaat uit hun aan wezigheid en die is voor Chiel de Boer van onschatbare waarde: „Ik heb publiek nodig," heeft hij ons tijdens zijn laatste „matinee" verteld, „voor ons cabaret is een studio te kil. te mechanisch. Daar om gaan wij niet meer naar Hilver sum. maar komt Hilversum bij ons; hiernaast, in de eetkamer, zitten Frans Muriloff, de productieleider, en twee technici. Zij nemen ons programma op (ja. altijd op Zater dagmiddag) en daarbij nodig ik een gehoor uit, dat zijn kennissen, vrienden en vrienden van vrienden. Daarmee heb ik dan meteen nog een beetje de sfeer terug die vroe ger in de stal in Maarssen heerste, waar ik uitsluitend voor vrienden optrad." Terwijl de genodigden binnen druppelden en fluisterend in de hal wachtten, werd in beide kamers nog onder hoogspanning gewerkt aan de laatste voorbereiding voor de officiële opname De techniek die, haar gewoonte getrouw, ook hier al flink gevor derd is, maakte van versprekingen, aarzelingen of al te lange stilten tussen twee nummers, op den duur snel te verhelpen futiliteiten: want met hetzelfde gemak waarmee wij een schrijf- of tikfout uitvlakken, kan meestal een onregelmatigheid in de opname uit de geluidsband worden geknipt of zelfs „geveegd" Kijken en luisteren Wij hebben de opname van het programma dat Zondagavond over de radio wordt uitgezonden, in twee etappen gevolgd. De eerste in de huiskamer, die Chiel de Boer heeft verrijkt met een podium, waarop we zijn gezelschap hebben kunnen zien spelen: hemzelf, de altijd wat nerveuze en bekommerde „oude-rot- in-het-vak" die nooit een routinier zal worden; zijn trouwste medewer ker Mustafa, die al meer dan twin tig jaar als Willem het zijne van de wereld zingt; Diny (opoe Mum mel) van Amstel; de charmante Rény Boone, die nog maar kort bij Chiel de Boer werkt en stellig een van zijn beste krachten zou kunnen worden; Max van Santen Jr.. in an dere omgevingen bekend als Syl- vain Poons. en de meest uitgespro ken kleinkunstenaar van de groep: Jan Oradi. de enige mens ter we reld die een boom kan imiteren; en de onmisbare musici Peter Kellen- bach (aan de vleugel) en Koos Tig- ges (op de guitaar). „Veegje op de band" Het monteren begint, wanneer de gasten met een glaasje in de hand gezellig over het genotene nakaar ten. In schrille pieptonen passeert dan in de eetkamer het liedje van Mustafa nog eens huiveringwekkend snel de revue van achteren naar voren: dan wordt de opname in haar geheel „getimed" en elke se conde die zij langer is dan dertig minuten door middel van een on belangrijke coupure (een „veegje" op de band!) weggewerkt, zodat men er Zondag de klok op gelijk kan zetten. „Het is altijd weer een hele zorg," zei Chiel de Boer na afloop ver moeid, „nu zijn we klaar, maar Weinig gelegenheid voor privé- leven. Dat is het gevolg van de omstandigheden, waaronder de Indische Nederlanders zijn gehuisvest, dicht b\j elkaar in grote huizen en kampen. Maar het gaat wel. zo en het zou ook moeilijk anders kun nen. Zeker niet, waar er nog 20.000 Indische Nederlanders in ons land worden verwacht. SOMS, in een paar verloren ogenblikjes tijdens de repetitie, wordt in Chiel de Boer de ver waarloosde tandarts wakker en hanteert hij even de boor, om het niet te verleren... morgen moet ik weer beginnen aan de volgende uitzending, voor over drie weken." We konden ons nu voorstellen, waarom de voorstelling, die wij zo juist hadden bijgewoond, opende met de verzuchting: „Soms als er. een nieuw programma geschreven moet worden, vraag je je af: Waar over nu weer?" En toch heeft Chiel de Boer al zoveel jaren lang elke drie weken zijn teksten, liedjes en sketches weer voor elkaar ge kregen. Maar ongetwijfeld heeft hij onder het werken wel eens opgekeken naar de woor den van Montesquieu die hij, versierd met eigengemaakte schimmen, boven zijn podium heeft aangebracht: „Quand on (Van een onzer verslaggevers) DE Indische Nederlanders hebben het natuurlijk allemaal vrij moeilijk in dit voor hen nieuwe land. Maar wie werkt blijkt zich beter door de telkens opkomende moeilijkheden van het begin heen te slaan. Daarom ook is de stemming in de te huizen en kampen voor Indische Nederlanders in het dicht bevolkte Westen aanzienlijk beter dan in de verafgelegen delen van het land. In het Westen is de mogelijkheid aan het werk te komen voor hen die willen, veel beter dan elders en daar werkt ook inderdaad wel bijna de helft van de Indisch-Neder- landse mannen. Inmiddels is het arbeidsprobleem onder de 80.000 gerepatrieerde In dische Nederlanders echter zo groot geworden, dat nu op verzoek van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg zeven enquêteurs van het Rijksarbeidsbureau hen allen be zoeken en de werkkansen met hen bespreken. Aan de hand van de resultaten wil men een systeem opstellen vol gens hetwelk vele mensen kunnen worden gedwongen bepaald werk te nemen. Ook in de normale Ne court anrès l'osorit on attranp derlandse maatschappij is het zo, apres 1 espni, on au rape dat werklozen siechts overheids- i» e«tf,e0 ole steun Jjryge,^ als Z1J inderdaad geer» passend werk kunnen vinden. Kun nen zij dat wél, maar ontbreekt de wil, dan wordt de steun ingehou- la sottise", als je jacht maakt op de geest, vang je de dwaas heid. den. Op dezelfde wijze, zo stelt men zich voor in Den Haag, kun nen de Indische Nederlanders, die boven hun eigen inkomentje een steun van overheidswege ontvan gen. aan het werk worden gezet. Er zijn nu 80 000 Indische Neder landers in Nederland Het onder brengen daarvan heeft uiteraard heel wat voeten in aarde gehad In het begin met kunst en vlieg werk en later met wat meer zeker heid en routine heeft de Dienst voor Maatschappelijke Zorg. die zich speciaal het lot van al deze mensen heeft aangetrokken, het toch alle maal voor elkaar kunnen brengen Niet. dat zij nu allen zo prettig en naar hun zin en comfortabel zijn ondergebracht. Maar aan de ele- e maanden met de korte dagen zijn er weer en dat wil dus zeg gen dat duizenden fiet sers 's morgens en 's avonds weer hun verlichting moeten ontsteken willen zij geen bonnetje op hun dak krijgen. Blijkt het. dat één van de lampjes het begeven heeft, wees dan zo verstandig niet op de bonnefooi een nieuw exemplaar te kopen en er in te draaien, want dan loopt men een prachtige kans te gaan behoren tot de grote groep van wiel rijders, die of tobben met te zwak licht of wier lampjes om de haverklap doorbranden. Al dat getob en ook het gevaar lopen op de weg is beslist niet nodig als men maar bedenkt, ten eerste, dat er een groot verschil in stroomsterkte tussen verschillende soor ten dynamo's bestaat en ten tweede, dat het lamp je in de koplamp sterker moet zijn dan dat in het achterlicht. Dat aan die stroomvariaties niet altijd wordt gedacht, moge wel blijken uit het feit, dat bij een steekproef in meer dan de helft van het aan tal onderzochte rijwielen verkeerde lampjes zaten gemonteerd! Soort I Dynamo-vermo gen 6 volt en 0.35 amp., waarbij hoort voorlamp 6 volt 0.3 amp. en achter lamp 6 volt 0.05 amp. Soort II Dynamo-ver mogen 6 volt en 0.5 amp. met voorlamp 6 volt en 0.45 amp. en achterlamp 6 volt en 005 amp. Soort III Dynamo-ver mogen 8 volt en 0.5 amp. met voorlamp van 8 volt en 045 amp. en achter lamp van 8 tot 10 volt en 0.05 amp. Soort IV Dynamo-ver mogen 10 volt en 045 amp. met voorlicht van 10 volt en 0 4 amp. en achterlicht 8 tot 10 volt en 05 amp. Wanneer men zich aan deze verhouding tussen Dynamo-vermogen en lampsterkte houdt is de kans op storing van de verlichting vrijwel uilge sloten. Het komt echter ook dikwijls voor, dat op de dynamo geen vermogen staat aangegeven. Dat maakt de zaak natuurlijk wat ingewikkelder. Het zal in dat geval nodig zijn enkele soorten lamp jes te proberen tot men het juiste gevonden heeft. Aan de hand van boven staand lijstje zal dit zeker spoedig lukken Het is altijd beter zonder extra- sterkten in de handel en kosten direct wat moeite Op veel soorten dyna- Ier of winkelier een koud mo's is de fabrikant zo kunstje het passende voor- voor het gemak van onze te doen om de juiste com- behulpzaam geweest het en/of achterlampje te le- fietsende lezers zullen we vermogen aan te geven veren. Er zijn in het al- hiernaast een lijstje ge en dan is het voor een gemeen genomen dyna- ven van de daarbij beho- vakkundig rijwielherstel- mo's van vier stroom- rende lampjes. binatie te vinden, dan la ter het risico te lopen van veel ergernis, onge mak of zelfs schade. mentaire eisen is voldaan. Zolang zu nog geen eigen huis hebben, hebben de Indische Nederlanders in de opvangcentra en contract pensions heel weinig gclegenhe'd tot privé-leven. Zij zitten allemaal dicht bij elkaar in grote huizen en kampen en zij zien veel van elkaar en daarom misschien in dat ba- langrijke eerste stadium te weinig van de Nederlanders in wier mid den zij verder zullen moeten wo nen. Maar iedere Nederlander en ook de „slachtoffers" zelf zullen toegeven, dat er onder do moei lijke en wat gedwongen omstandig heden weinig beters had kunnen worden georganiseerd. De meeste gezinnen moeten met teveel mensen in een eigenlijk te kleine ruimte leven en de kin deren, die gewend waren aan het buitenleven in Indonesië kunnen zich moeilijk aanpassen aan de beperkingen die een Nederlandse regendag hen oplegt. Daarom gaat er veel kapot. Maar wie on der de Indische Nederlanders het geluk heeft een goede beheerder of directrice te treffen kan re kenen op begrip voor dergelijke problemen. Nog niet zo lang geleden ls er een Nederlandse commissie naar Indonesië geweest om contact op te nemen met de Indische Neder landers vóór zij naar Nederland zouden vertrekken. Er is hun ver teld hoe dc zaken in ons land staa.i wat betreft de arbeidsmarkt, de bevolkingsdichtheid, de huisvesting en alle andere problemen, waarmee zij hier te kampen hebben. Het heeft weinig resultaat gehad. Nog steeds stromen de Indische Neder landers ons land binnen. En nog steeds zijn velen dag aan dag bezig om hen te helpen en te adviseren Nederland komt op voor zijn eigen landgenoten. Het werkt er ook hard voor en doet oprecht zijn best. Al leen zucht het af en toe eens even achter de hand. want bet is alle maal erg moeilijk. En niemand vindt dit een ideale oplossing. Ook de Indische Nederlanders niet, die onder andere omstandigheden lie ver in hun geboorteland waren ge bleven. Hetgeen begrijpelijk is. Probleem nr. 1 van Josef Pospisil (Besedy Lidu 1902) gesignaleerde geval wat te doen, maar aanstonds is er nieuwe op schudding. héél ergens anders en weer in strijd met de uiterlijke schijn. "P OEN Nagel een intensieve studie wijdde aan de crimina liteit van Oss, bleek hem, dat een belangrijke invloed moest worden toegekend aan de plotseling over gang van de bevolking naar de in dustrie. Men stond vreemd tegen over de orde en het strenge regiem van de fabriek; dacht, dat het haar niet menens was met haar strakke werktijden, met haar strak beheer van eigendommen, die je zo maar niet zonder te vragen even kon lenen voor gebruik thuis. Er vie len ontslagen onder de nieuwe fa brieksarbeiders. Tegenover deze industrie geraakte men de kluts kwijt. Men kon dit alles niet ver werken en rebelleerde. Op de ver warring volgde de agressie. Een re bellerende agressie van een ge vaarlijker soort dan van de boeren bevolking, die in de vorige eeuw hier en daar al evenzeer geremd en verward de landbouwmachi nes van een enkele nieuwlichter vernielde. T-T ET gebeurde in Oss is één van de alarmsignalen voor de te genwoordige industrialisatie van het platteland. Men is in Den Haag en bij de stichtingen voor maat schappelijk werk in de provincie bedacht op ongewenste gevolgen van de komst van de industrie op het platteland. Maar hoe scha mel is onze kennis van het volks leven in ons land en hoe willen we dan tijdig optreden, als zich tekenen van ontbinding voordoen in het geval, dat dit volksleven wordt geconfronteerd met indus trie niet alleen, maar ook met an dere verkeersmogelijkheden, snel toenemende contacten met andere levenssferen daardoor, met nieuwe mogelijkheden van vrije tijdsbeste ding, van behoeftenbevrediging, met ongekende sociale voorzienin gen? Wat overkomt ons in moreel opzicht bij de nieuwe werkloos heidsvoorziening? Wat voor morele verslapping staat ons te wachten bij de invoering van dc Engelse Zondag? Kent men de gevolgen van dc vrije Zaterdagmiddag voor landarbeiders? Is men er voldoen de van doordrongen, welk een achterstand er is in te halen op het punt van het leren gebruiken van vrije tijd? Er is „sociaal" toe risme gelukkig. Maar het leren verkeren in de vrije natuur moet worden geleerd, zodat wij eigen lijk een sociaal toerisme hebben ontketend. Wij kennen onze maatschappij niet, we weten niet, wat er elke dag wordt ontketend door de snelle veranderingen in die maatschappij, en wij zijn niet ingeschoten op op vangen van die veranderingen. ÏTr liggen op mijn schrijftafel twee gloednieuwe boeken. Het ene is het ontwikkelingsplan voor Zeeland van het Economisch Tech nologisch Instituut in die provin cie. het andere is het proefschrift van Haveman over de onge schoolde arbeider. Het Zeeuwse boekt lijkt een degelijk stuk werk, zoals een goed E.T I dat kan op leveren. Als ik in dit boek blader door- Wit: Kb2. Dfl, Tc4. Ld7. Pe4. pion e3 (totaal 6 stukken). Zwart: Kd5. Dh7, jLc2 en cl. pion nen b4. c5, d6 en e5 (totaal 8 stuk ken). Wit begint en geeft in twee- zetten mat. De oplossing zullen wij in de vol gende rubriek geven H KRAMER. Prof. dr Sj. Groenman buitengewoon hoogleraar in de sociologie te Utrecht en direc teur-secretaris van het Instituut voor sociaal onderzoek van het Nederlandse volk. naar de mens, doe ik dat tever geefs. Hier is nu kennis verzameld van dc maatschappij, degelijk en deskundig, kennis zoals nu geluk kig al jarenlang in alle provincies is vergaard. Maar hier geldt het „dankbaar, maar niet voldaan", want mens en maatschappij zijn in het halfduister gebleven. Straks wordt er gehandeld in de lijn van ontwikkelingsplannen, in Brabant, in Overijssel, in Friesland of waar ook en we weten eigenlijk niet goed wat er gaat gebeuren, als deze plannen aan mensen worden aangedaan. Volgt er verwarring en agressie? Het zal meestal wel los lopen. Dan het boek van Haveman. Ook een goed stuk werk. Een met „cum laude" bekroond proefschrift. Hier is dan een eerste studie over een belangrijke categorie arbeiders. Maar is het niet erg, dat wij de arbeiders nog moeten leren ken nen. de groep, waarop zich onze gehele sociale wetgeving richt? Hebben wij wel het recht om ons te verbazen over gebeurtenissen in Lutten of Oss of over verkiezings uitslagen in Zuid-Oost-Friesland of Noord-Oost-Groningen? Wie Hofstee's boek leest over het Oldambt verwondert zich niet over Finsterwolde, maar hoeveel studies bezitten wij van een dergelijke so ciologische diepgang? Wat in de gemeente Hardenberg is voorgevallen, en waarvoor na derhand (vooral naderhand) wel de sociale oorzaken zullen worden aangegeven misschien wel het verlies aan invloed van de kerk, maar als dit zou zijn. hoe kvnm dit? misschien wel het geen raad weten met vrije tijd is weer eens een bewijs van de grote leemte aan kennis van onze sa menleving in al haar geledingen. Wl AAR geen kennis is, kan Vgeen beleid worden ge voerd. Het is typisch voor 'onze tijd, dat wij spreken van „fronten". Die fronten gaan we versterken of verdedigen. Om even hierop door te borduren: de goede veld heer kent de zwakke en de sterke plekken in zijn front. Men kan evenwel moeilijk zeggen, dat de zwakke en de sterke plekken in het front van de samenleving be kend zijn, ondanks een verheugen de kentering die valt te coi tate ren. Overheid, kerken, univërsitei- I ten, maatschappelijke werkers, be drijven, zij zijn bcr.onnen niet bot verzamelen van kennis omtrent de maatschappij. Hardenberg is een teken aan de wand om deze arbeid sterk uit de breiden en te ver- I snellen.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 7