I
Jaapje maakte een wonderlijke
de Bibelebonse berg
reis naar
Hein sloopt de trein
LEG-PUZZLE
r
Beer kreeg een
rode neus
R
T
M
R
M
C
H
T
O
E
T
5
D
E
G
U
N
O
N
M
V
u
E
1
G
1
A
R
N
Z
N
T
'J
U eens
Hes a Hilversum
LX IIHIIIIIIilllllllllN|llllllll,im
1 BRIDGE
AGATHA CHRISTIE 1
Zaterdag 15 November 1952
JULLIE schrijven natuurlijk op
school met potlood of met pen
en inkt op papier, maar het is al
een hele tijd geleden dat Jaapje
zijn wonderlijke reis maakte en
toen schreven de kinderen nog met
griffels op een lei. Jaapje's moeder
zei vaak tegen de buurvrouw. „Och,
och, die Jaap, dat is me d'r een.
Nou heeft hij weer En dan
kwam, wat Jaap nou weer gedaan
had.
„Wacht maar," zei buurvrouw
dan, „op school zullen ze hem wel
mores leren."
Jaap hield met erg van buur
vrouw. Ze had van die boze zwar
te ogen. En hij moest er erg over
denken wat „mores" toch zou zijn.
Zeker iets heel akeligs. Nee, Jaap
vond het helemaal niet prettig, dal
hij gauw naar school zou gaan.
Het was moeilijk om niet ondeu
gend te zijn. Je deed het nooit ex
pres. Je speelde gewoon en ineens
gebeurde er iets en de grote men
sen waren boos op je. Laatst nog.
toen zijn nieuwe klomp was weg
gevaren. Hij had zijn klomp in de
sloot gezet bij het trapje Het was
een schip, en een schipper en een
knecht stonden er in. Eigenlijk wa
ren het twee kastanjes op een stok
je. maar Jaap had het een mooie
schipper en knecht gevonden. Bij
het volgende trapje wou hij zijn
klomp er weer uithalen en toen was
die klomp naar het midden van de
sloot gedreven en hij had er niet
meer bij gekund. Dat had hij toch
met vooruit kunnen weten?
Nou ja. hij mocht eigenlijk hele
maal niet bij de sloot spelen; dus
een beetje ondeugend was het toch
wel geweest. Maar gisteren, toen
hij zijn bord met soep had omge
keerd, was het toch echt helemaal
bij ongeluk gegaan. Hij had alleen
even willen kijken of er een leeuw
tje onder op zijn bord stond. Jaap
wou altijd graag van een leeuwtjes
bord eten. Toen had hij het bord
een beetje te ver omgekeerd en de
soep was op de tafel gemorst. Moe
der boos natuurlijk en Vader ook.
Zo gmg het nu altijd. En als het
op school nu ook zo ging? Als hij
nu helemaal bij ongeluk ondeu
gend was? De meester droeg een
bril en zag er uit of hij heel erg
boos kon worden En wat „mores"
toch wel zou zijn?
~J\/T \AR toen de dag dat* hij voor
het eerst naar school moest ge
komen was, stapte Jaapje zoet mee
aan Moeders hand. Je moest nu
eenmaal naar school. Alle kinderen
moesten naar school. Er was toch
niets aan te doen Jaap had een
prachtige nieuwe griffeldoos met
bloemetjes er op en een sponsdoos
met Roodkapje en de wolf. Dat was
fijn natuurlijk en hij zou heel zoet
zijn.
Het viel erg mee. De meester met
de bril zag hij maar even. Hu kwam
bij een aardige juffrouw met blond
krulhaar en ze deden allemaal pret
tige dingen. De juffrouw vroeg ook
wie een versje kon opzeggen. Een
heleboel kinderen kenden er een
Jaapje ook. Hij had pas een erg
leuk versje van Grootmoe geleerd.
En toen het zijn beurt was, zei hij:
Op de Bibelebonse berg
Wonen Bibelebonse mensen
En die Bibelebonse mensen
Hebben Bibelebonse kinderen
En die Bibelebonse kinderen
Eten Bibelebonse pap
Met een Bibelebonse lepel
Uit een Bibelebonse nap.
„Dat is een leuk versje. Jaap."
sei de juffrouw en de kinderen
moesten er allemaal om lachen.
Toen kregen ze een lei en een
prachtige nieuwe griffel Om Jaap
je's griffel zat een wit papiertje
met blauwe sterretjes. Erg mooi!
Ze mochten tekenen en Jaapje
tekende een schip. Een heel lang
schip, zoals er soms door de vaart
kwamen. Eerst moest je water ma
ken en daarop kwam het schip. En
er moest een klein huisje op met
raampjes en een schoorsteen. Daar
woonde de schipper in met zijn
vrouw en zijn kinderen. De vrouw
was aan het eten koken Wat rook
te die schoorsteen! Grote witte
wolken! Rook kon je prachtig ma
ken met een griffel. En het schip
moest vol turf. En een hond was er
ook op. Een hond piet witte krul
len. Nu kwam er een zwarte hond
langs de vaart gelopen. „Woef. woef,
woef!", kefte de witte krulletjes
hond. Jaap schrok er zelf van en
de juffrouw en alle kinderen ke
ken naar hem.
„Wat doe je nou, Jaap?" vroeg de
juffrouw.
„De hond op het schip blafte," zei
Jaap met een vuurrode kleur.
Gelukkig lachte de juffrouw en
ze vond zijn schip erg mooi. Het
was een aardige juffrouw.
EN nu," zei de juffrouw, „gaan
we vlug de leien in de kast
jes bergen. Eén
Jaap wou het heel vlug doen en
opeens rrrrr!. daar rolde zijn mooie,
nieuwe griffel. Hij hoorde hem op
de grond vallen.
„Twee drie'" zei de juffrouw.
Weg waren alle leien Jaap keek
meteen naar zijn griffel Die was in
drie stukken gebroken. O, o, nu
was hij toch weer bij ongeluk on
deugend geweest Straks zou de
juffrouw het zeker merken. En zou
den ze hem dan „mores" leren?
De kinderen mochten naar bui
ten. Het was speelkwartier. Maar
Jaap kroop weg in het verste hoek
je van de speelplaats. Wat moest
hij doen? „Weet je wat." dacht hij.
„ik loop weg."
Niemand lette op hem Gauw on
der het hek door gekropen en het
smalle straatje in. dat langs de
school liep. Nu konden ze hem niet
meer zien(
Ziezo, hij was weg. Wat nu? Naar
huis kon niet. Moeder zou hem
weer naar school terugbrengen.
Neen, hij ging de andere kant op.
En zo stapte Jaapje voort, het dorp
uit en toen langs een paadje door
de roggevelden.
Hij kwam op de hei. Hier zou hij
wachten Als de torenklok begon te
luiden, ging de school uit. Dan was
het twaalf uur en dan zou hij ook
naar huis gaan. Misschien gaf Va
der hem wel geld voor een nieuwe
griffel met net zo'n papiertje. De
juffrouw zou wel niet merken dat
hij weggelopen was. Er waren zó
veel kinderen.
Zo dacht Jaapje. Hij was achter
een struik in de hei gaan liggen.
Het was warm en hij had hard ge
lopen. Het was lekker om even je
ogen dicht te doen.
TOEN beleefde Jaapje vreemde
dingen. Een grote, witte Vogel,
veel groter dan een ooievaar kwam
op hem af gevlogen en streek vlak
bij hem neer.
„Ga je mee?" vroeg hij.
„Waar naar toe?" zei Jaapje.
„Naar de Bibelebonse berg."
O, dat wou Jaap graag. De Bibe
lebonse berg wou hij wel eens zien.
Hij klom op de mg van de vogel
en daar zweefden ze heen, heel
hoog de lucht in. Eindelijk waren
ze er.
„Nu moet je eerst naai" school,"
zei de vogel en hij wees Jaapje de
weg. Maar wat een rare school was
dat! De juffrouw zat in het mid
den op een stoel en in een kring
om haar heen zaten de kinderen,
allemaal op stoven. En wat vreemd
zagen ze er uit. Jaapje keek wel
eens in de onderkant van zijn le
pel. Dan kreeg je zo'n raar breed
gezicht met een heel grote mond.
Zulke gezichten hadden de kinde
ren van de Bibelebonse berg en de
juffrouw ook.
Jaapje ging ook maar op een
sloof zitten „Kom kinderen." zei
de juffrouw, „we gaan het versje
van de Bibelebonse berg leren." En
ze zei voor:
„Op de Bibelebonse berg,"
„Op de Bibelebonse berg."
schreeuwden de kinderen haar na.
„Wonen Bibelebonse mensen." zei
de juffrouw.
„Wonen Bibelebonse mensen,"
schreeuwden de kinderen.
Zo ging het maar door. Eindelijk
zei de juffrouw: „We zullen eens
zien wie hei nu alleen kan. Pro
beer jij eens."
„Op de Babelebonse berg," begon
het kind.
„Fout. fout. wie volgt!"
„Op de Bobelebinse berg,"
„Fout' Die volgt."
„Op de Bibelebanse berg."
„Ook al fout'"
Wat waren die kinderen dom! Ze
kenden er niets van. Een zei zélfs
van „de Babeleboense berg."
„Is er nu niemand, die het alleen
kan"" vroeg de juffrouw.
Toen stak Jaap zijn vinger op en
hij zei het hele versje zonder fou-«
ten op.
„Heel knap!" vond de juffrouw.
„En nu gaan we pap eten" Ieder
kind kreeg een grote houten pot
lepel en een houten schaal vol met
pap..
„Wie het eerste klaar is." zei de
juffrouw. „Eén twee drie!"
T-T N daar begonnen me die kin-
deren te eten. Nee. zulk eten
had Jaapje nog nooit gezien. Ze
sperden hun grote monden open
en volle lepels pap verdwenen er
in. Dat kon Jaapje niet zo vlug.
Die ronde lepel was ook veel te
groot. Hij kon hem niet eens in
zijn mond steken In een wip waren
de Bibelebonse kinderen klaar en
hij had zijn schaal nog meer dan
half vol.
„O foei," zei de juffrouw, „wat
ben je nu dom!"
„Die lepel is ook veel te groot.
Ik kan hem niet eens in mijn
mond krijgen."
De juffrouw keek Jaapje eens
aan. „Ja, dat is waar." zei ze. „Je
mond is te klein Ik zal hem even
groter maken
Ze nam een schaar en kwam op
Jaapje af.
„Nee. nee," gilde die, „Niet knip
pen! Ga weg!"
En toen? Toen hoorde Jaapje in
eens zeggen: „Hé jongetje,
word eens wakker!"
Hij keek op en zagniet de
juffrouw van de* Bibelebonse berg,
maar een oud boerenvrouwtje met
een witte muts op, „Was je aan net
dromen?" vroeg ze „Je gilde zo.'
„Nee." zei Jaapje. „de juffrouw
van de Bibelebonse berg wou met
een schaar mijn mond groter knip
pen. Maar nu is ze weg
„Je hebt het gedroomd," zei het
vrouwtje.
Dat kon Jaapje niet geloven.
1—' Hij zag wel dat hij weer op de
hei bij de bremstruik was Zou hij
van de Bibelebonse berg afgevallen
zijn?
„Hoe kom je hier zo alleen?"
vroeg het vrouwtje. En Jaapje ver
telde alles. Van de school en de ge-
Jip en Janneke
In de slaapkamer staat een
tafeltje. Dat tafeltje is van
Janneke's moeder. En op dat
tafeltje staat een flesje. Dat
flesje is ook van Janneke's
moeder. Er zit iets in en het is
rood.
„Wat is dat?" vraagt Jip.
„Dat is nagellak," zegt Jan
neke, „Als moeder uitgaat doet
ze dat op haar nagels. Dat is
erg mooi."
„Kan het open," vraagt Jip.
„Ja, het kan open, kijk maar.
En er zit een klein kwastje in.
Kijk zo." En Janneke laat het
zien. Ze doet een beetje lak op
haar nageltje.
„Mooi," zegt Jip. „Ik ook. En
deze vinger ook. En de pink
ook. En nu de duim nog."
„Nou ik weer," zegt Janneke.
Het is een leuk spelletje en na
een poosje hebben Jip en Jan
neke allebei rode nageltjes.
Allebei tien rode nageltjes.
„Er zit nog meer in," zegt
Jip.
„Maar onze nagels zijn op,"
zegt Janneke.
„Zullen we Beer zijn nagels
ook rood maken?" Maar Beer
heeft geen nagels. Hij heeft wel
een neus. Een zwarte neus.
„Wil jij een rode neus hebben,
Beer?"
Beer zegt niets. Hij vindt het
dus goed. En Jip maakt de
neus van Beer rood. Helemaal
rood. Het staat gek. En het
glimt zo.
„Kan het er nooit meer af?"
vraagt Jip.
„Nooit meer." zegt Janneke.
Maar dan komt Moeder. En ze
lacht en ze is boos tegelijk.
„Jullie booswichten," zegt ze.
En ze neemt een ander flesje
en een stukje watten. En ze
veegt al het rood eraf. Al het
rood van alle twintig nageltjes.
En van Beer's neus.
„Ziezo," zegt Moeder. „En
nooit meer aan dat flesje ko
men."
„Nooit meer," zeggen Jip en
Janneke.
broken griffel en dat hu weggelo
pen was.
..Och. och." zei het vrouwtje, „En
het is nu al één uur. Wat zullen ze
ongerust over je zijn. Ik zal je
gauw naar huis brengen."
Zo gingen ze weer terug door de
roggevelden en daarna over de
straatweg. En toen? Toen kwam er
een man aanfietsen, die naar alie
kanten rondkeek.
..Vader!" schreeuwde Jaapje.
En voorop Vaders fiets werd
Jaapje vlug naar huis gebracht. Ge
lukkig was iedereen te blij dat hij
terug was om boos op hem te r.jn.
Zelfs de juffrouw bromde niet. toen
ze alles hoorde.
Ze zei alleen: „Je bent toch een
echte kleine domoor geweest om
zo bang te zijn. Jaap. Ik word al
leen maar boos als de kinderen
expres ondeugend zijn."
CLARE LENNABT
De trein staat klaarde trein staat klaar
De boemeltrein naar Zwolle.
De mensen lopen door mekaar
En hollen, hollen, hollen.
„Tot ziens, t.ot ziens, dan gaan we maar
We zitten voor het ruitje.
De conducteur roept: „Achter klaar
De chef blaast op zijn fluitje.
Is iedereen er in? We gaan!
Maar nee, de trein blijft stokstijf staan.
Wat is er mis? Wat is er loos?
Het is al tien voor vieren
De conducteur wordt vreeslijk boos
En slaat met de portieren.
De chef komt met een bleek gezicht
en kijkt, zo bang. verbazend!
Weet hij misschien waaraan het ligt?
De machinist is razend.
Hoe komt het nou dat we niet gaan?
En dat de trein maar stil blijft staan?
De machinist roept: „Asjeblief!"
Hij is toch zo geschrokken.
Jawel, de grote locomotief
Ligt helemaal in brokken.
Kijk, hier een stuk en daar een stuk,
Zo'n gloednieuwe machine
Hoe kan dat nou? Een ongeluk?
Het is om bii te grienen.
Hoe zou dat toch gekomen zijn?
Maar kijk, wie zit daar? Dat is Hein!
K..
Hij kijkt heel zoet en braaf en lief
Maar toch wel wat beteuterd,
Hij heeft de hele locomotief
Al uit mekaar gepeuterd.
De machinist zegt kwaad: „Wel Ja,
„Dat heb jij goed bekeken!
,.Ga liever bij je eigen Pa
„De boel aan stukken breken."
„Dat kan ik niet," zegt Heintje vloz,
„Want thuis is alles al kapot."
Dan plakt de chef van het station
Een heel qroot bord op het perron:
„NAAR ZWOLLE GAAT VANDAAG
GEEN TREIN."
„WIJ WILLEN WEL. MAAR 'T LIGT
AAN HEIN".
Hoogachtend.
Chef
ANNIE M. G. SCHMIDT
.J
Wanneer U de tien figuurtjes die wij hier heb
ben afgedrukt, hebt uitgeknipt, moet U eens pro
beren deze tot een vierkant te vormen en wel zó,
dat de letters een spreuk vormen, afkomstig van
Rousseau.
oplossing:
kruiswoordraadsel met een spreuk
Horizontaal: 1. el, 3. stro, 7. uier, 11. as, 17.
eland, 13. ets. 19. serie, 20. NT, 21. trots. 23. pa. 24.
id. 25. do. 26. Po. 28 Mr, 30. de. 31. tent, 33. galm.
35. OK. 37. Orion, 39 ave, 41. meter, 43. er, 44. spons,
45. Li. 46. appel. 49. Ido. 50 uilen, 52. re, 53. naar.
55. teug, 57. V.S., 58. eb. 60. Kr., 62. gr., 63. ga, 65. Ie,
67. adato, 70. Dr, 72 kwart, 75. ULO. 76. poort, 81. en,
82. olie, 83. gans, 84. na.
Verticaal: 1. edel. 2. lel, 3. Sont, 4. tod, 5. RG,
6. oker, 7. Unst, 8. in, 9. eis, 10. reep,
11, aai, 12. slee. 14 band, 15. atol, 16.
tram. 21. ton, 22. Spa. 24. Ier. 25. den,
27. olm. 29. roe. 30. Donar, 31. toren,
32. tapir, 33. genot, 34. melig 36.
krans. 38. iep, 40. vod, 42. til, 47. pee,
43. lak. 50 uur, 51. Eva. 54 ara. 56,
ego. 59. blad, 61. gala, 63 zorg. 64.
akte, 66. ergo. 68. dupe. 69. tong,
70. dons, 71 Etna. 73. wijn, 74. tel,
76. pen, 77. Rijn, 79. si, 80. na.
De spreuk luidt: De boog kan niet
altijd gespannen zijn.
i-zin f
Friese avond van de KRO
Waarom moest de Friese avond
van de KRO vorige Zondag zo ha
telijk zijn? Grapjes, dat de Friese
boeren niat bang zijn voor „zwaar
kantoorwerk" en „afbeulend gesjouw
in dienstwagens" komen toch eigen
lijk niet te pas. Evenmin als die on
vriendelijke woorden over Nijmege-
naren die niet kunnen zeilen. Weten
de Friezen wel, dat ook buiten hun
provincie plassen zijn? Hun gewroet
leidt tot onenigheid. Laat Nederland
aan zijn eenheid denken, dat is meer
waard dan het onzinnig doorzetten
van een enkele Fries A K
(Grapjes in de radio ten koste
van anderen zxjn nooit fijn, maar
men hoort die heus niet uitsluitend
op Friese avonden. Dat Nederland
aan zijn eenheid moet denken, is
juist Deze eenheid zal groter zijn,
naarmate de landsdelen zich beter
naar eigen aard kunnen ontplooien.
Een ruimdenkende overheid bevor
dert het regnalisme en daarmee de
dankbaarheid en de trouiu van de
ingezetenen. Schept de Nederlandse
overheid de voorwaarden voor het
ontplooien van de Friese cultuur,
dan zullen er geen betere Nederlan
ders zijn dan de Friezen Red.)
Ramcke en Co.
U hebt liever te maken met bak
kers en slagers en werklozen, die
onder Hitier hoge functies hadden,
dan met zwaargewapende „vrede
stichters" in Oost-Duitsland. Ik lust
ze geen van allen. Meent U wer
kelijk dat Duitsland trouw zal blij
ven aan de E D G Het hele Duitse
bestuursapparaat zit nu al vol oud
nazi's. U vraagt: wie weet een be
tere oplossing? Ik zeg: neem het
China van Mao Tse Toëng op in de
V.N.; laat men het rassenprobleem
fors aanpakken. Nieuw Guinea moet
aan Indonesië; Engeland. Portugal.
Frankrijk en alle andere landen
dienen afstand te doen van hun ko
loniën, die. wanneer ze nog niet rijp
zijn voor zelfbestuur, onder toezicht
van de VN. kunnen komen, welke
organisatie met raad en daad de
ontplooiing kan bevorderen. Niet
bang zijn. ons aan koud water te
branden. Hierdoor kan het vertrou
wen terugkeren: niet door bewape
ning. die al zoveel ellende heeft
gebracht. J. WOLFSDORFF
Verlichte naamborden op
spoorwegstations
Waarom brengen de Spoorwegen
geen verlichte plaatsnaamborden
aan op de perrons? Als je nu *s
avonds in de trein zit en de regen
belemmert het uitzicht, dan weet
ZONDAG 16 NOVEMBER
HILVERSUM I. 402 ra.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerberichten.
8 15 Orgelconcert. 8.30 Morgenwijding.
9 15 Koorconceri KRO: 9-30 Nieuws en
waterstanden 9.45 Gram.muzick. 9 55
Hoogmis 11-30 Gram muziek 11.45 Piano
trio." 12 10 Gram.muzick. 12 15 Apologie
12 35 Gram.muzick 12.40 Lichte muziek.
12.50 „100 Jaar Kromstaf - 13.00 Nieuws
en katholiek nieuws. 13.10 Populair con
cert. 13.40 Boekbespreking 13 55 Gram -
muziek. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Pro
menade-orkest en solist. 15 10 „Eeuw
feest Kerkelijke Hiërarchie", vraagge
sprek. 15.40 Cembalogezelschap. 16 05
Gram muziek 16 10 „Katholiek Thuis
front overal!". 16.15 Sport 16.30 Vespers.
IKOR 17.00 Oecumenische Jeugddienst.
18 00 Zanidienst 18.45 Pastorale rubriek.
NCRV: ly00 Gemeentezangavond. 19.30
..Gelooft U dat?", causerie. KRO. 19 45
Nieuws. 20 00 „Madame Butterfly" ope
ra (21.15—21.35 Wedstrijd) 22 35 Gram.-
je dikwijls niet welke plaats het is,
waar de trein stopt, temeer, daar
de naam lang niet altijd wordt af
geroepen. Dit" is toch een groot on
gerief voor de reizigers. Verlichte
naamborden zouden een belangrijke
service zijn van onze Spoorwegen.
A. SINNEMA
Worden wachtmeesters
niet gestraft?
Met gemengde gevoelens las ik in
uw blad. dat voor het Amsterdamse
Hof een arrestant tot één maand is
veroordeeld, omdat hij tijdens de
treinreis Maastricht-Amsterdam een
wachtmeester zou hebben beledigd
Ik kon echter geen bericht vinden
dat meldde, of de wochtmeesters
die het nodig vonden de arrestant
met gummiknuppels voor deze be
lediging een pak ransel te geven
hiervoor ook zijn gestraft. Het wordt
tijd. dat er met deze methoden eens
voorgoed wordt afgerekend
Het is mij al meer opgevallen
ook tijdens straatrelletjes ed.
dat tegenwoordig de gummiknuppel
wat al te gauw wordt gehanteerd
Ik geloof niet. dat voorvallen als
met bovengenoemde arrestant is ge- i A^ondovcrdenlKinjL
schied. er toe bijdragen de verhou
ding van volk tot politie te verbe
teren. Mevr. L.-V
Nog één keer: vreemde
taalinvloeden
Inderdaad is het gemakkelijker
een vreemde taal te leren, als men
de nodige aanknopingspunten heeft
in de eigen taal. Men zal ook ge
makkelijker Italiaans leren wanneer
men al Latijn kent, terwijl Rus
sisch voor ons geen aanknopings
punten biedt. We spreken echter
onze eigen taal. die zeker geen
woorden en schakeringen tekort
komt. In vele gevallen is het vreem
de woord overbodig, maar wordt
het gebruikt uit een zekere denk-
luiheid. Ik behoor geenszins tot de
taalzuiveraars, die b.v. film door
„vlim" of „rolprent" willen vervan
gen, maar acht het van het groot
ste belang, onze taal te vrijwaren
van verbastering. Was het' maar
waar. dat al die vreemde woorden
althans juist werden uitgesproken
en gebruikt. In die „wil tot ont
wikkeling". die mej. v. d. St aan
de Nederlandse (geen Hollandse')
jeugd toeschrijft in deze aangele
genheid. geloof ik niet. Het is de
oude zucht naar het buitenlandse, j j
klakkeloos overgenomen en met
handen vol over Nederland uitge- i
strooid. H. M.
muziek. 22.40 De reis van Z.K.H. Prins
Bernard naar Midden- en Zuid-Ajneriks,
22 45 Avondgebed en liturgische kalen,
der. 23.00 Nieuws. 23 15—24.00 Gram muz.
HILVERSUM II. 298 m.
VARA: 8.00 Nieuws en weerberichten.
8.18 Gram.muziek 8 30 Voor het platte,
land. 8 40 Orgel, harp, viool en zang.
8.58 Sportmededelingen 9.00 Gram.mui
9 45 „Geestelijk leven" causerie. VPRO
10.00 „Geef het door" 10.05 Voor de
jeugd. IKOR: 10 30 Morgenkerkdienst.
AVRO- 12.00 Amusementsmuziek. 12.30
„Even afrekenen. Heren!". 12.40 Ham-
mondorgelspel. 13.00 Nieuws cn weerber,
13 05 Mededelingen en gramjnuz. 13.20
Amusementsmuziek. 14.00 Boekbespre-
king 14.20 Radio Philharmonisch orkest
cn solist 15.30 Toneelbeschouwing. 15 45
Gram.muz. 16 00 Dansmuziek. 16 30
Sportrcvue. VPRO: 17 00 Dr Schweitzer,
programma. VARA. 17.30 Voor de jeugd.
17.50 Gram muziek. 18.15 Nieuws en
sportuitslagen 18 30 Pianospel. 18.45
Volkszang cn woordenspel 19.30 Radio-
lympus AVRO- 20.00 Nieuws. 20.05 Ge
varieerde muziek 21 05 „Londen en Pa
rijs". hoorspel. 21.45 Gram.muzick 2200
Reportage 22.05 Cabaret. 22.30 Strijk
orkest. 23 00 Nieuws. 23.15 Reportages of
gram.muziek. 23.25—24 00 Gram.muziek.
MAANDAG 17 NOVEMBER
HILVERSUM I 402 M NCRV 7.0B
Nieuws; 7.13 Gewijde muziek. 7.45 Een
woord voor de dag. 8 00 Nieuws cn
weerberichten, 8.10 Sportuitslagen820
Gramofoonmuziek: 9 00 Voor de zie
ken; 9.30 Voor de vrouw; 9.35 Water
standen; 9.40 Gramofoonmuziek: 1000
Klarinet en piano. 10 30 Morgendienst;
11.00 Gramoioonmuziek; 11.15 Geva
rieerd programma; 12 25 Voor boer en
tuinder. 12.30 Land- en tuinbouwme-
dedelingen; 12 33 Orgelconcert; 1259
Klokgelui; 13.00 Nieuws. 13.15 Grame-
foonmuzjek; 13 45 Idem; 14.00 School
radio. 14.35 Gramofoonmuziek: 14 43
Voor de vrouw; 15-15 Bas en piano; 15 59
Gramofoonmuziek; 16.00 Bijbellezing.
16.30 Celli. 17.00 Voor de kleuters; 17.15
Gramofoonmuziek. 17.30 Voor de jeugd;
17.45 Regeringsuitzcndingdr. J I. S.
Zonneveld. „Met de luchtcamera boven
Suriname". 18 00 Orkestconcert; 18.20
Sportpraatjc; 18 30 Gevarieerde muziek;
18.45 Engelse les. 19.00 Nieuws en weer-
berichten; 19.li) Clavecimbelrecital; 1950
„Volk en Staat", causerie. 19.45 Koor
zang: 20 00 Radiokrant. 20.20 Gramo
foonmuziek; 20.50 „Het leven op het
land", hoorspel. 21 45 Gramofoonmu
ziek; 22 00 „Rijkdom onder de grond
vraaggesprek. 22.10 Strijkorkest; 22.45
Avondoverdenking; 23 00 Nieuws
S O S.-berichten; 23.15 Wereldkampioen
schappen Dammen. 23 2024.00 Gramo
foonmuziek
HILVERSUM II. 293 M AVRO: 7.00
Nieuws; 7.10 Gramofoonmuziek: 715
Ochtendgymnastiek. 7.30 Gramofoon
muziek. 8 00 Nieuws; 8 15 Gramofoon
muziek; 9.00 Morgenwijding; 9.15 Gra
mofoonmuziek. 9.25 Voor de huisvrouw;
9.30 Gramofoonmuziek, 11.00 Herden
king Nationale Feestdag van de Letten;
11 15 Kamerorkest; 1200 Gramofoonmu
ziek; 12 30 Land- en tuinbouwmedede-
lingcn. 12.33 In 't spionnetje; 12.38 Amu.
sementmuziek. 13-00 Nieuws; 13.15 Me
dedelingen erf gramofoonmuziek; 13.30
Zigeunermuzick; 14.00 „Wat gaat er om
in de wereld0", causerie. 14.20 Gramo
foonmuziek: 14 30 Voordracht; 14 45 Pi3.
norecital; 15.15 Voor de vrouw; 1615
Gramofoonmuziek. 17 30 Voor de pao-
vinders; 17 45 Gramofoonmuziek; 17 59
Militaire causerie; 18.00 Nieuws; 18.15
Rhythmischc muziek; 18.30 Accordeon-
muziek; 19 00 Muzikale causerie. 19 15
Cabaret; 19.45 Regeringsuitzcnding.
Landboüwrubriek. 20 00 Nieuws 20.05
Promenade-orkest en solist; 20 50 Disco-
causcrie; 21 30 De reis van Z.K.H. Prins
Bernhard naar Midden- en Zuid-Ame-
rika; 21.35 Chansons: 22.15 Gramofoon-
muziek met toelichting en pianospel;
23.00 Nieuws; 2315 Filmprogramma;
23.45—24 00 Gramofoonmuziek.
(Advertentie LM.)
-Geslaagd dank zij...
(Bekende "Schrjltfilijke Cursus)-
Onderwijzersakte M.B.A.
door
Tniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiü?
41
Dan vroeg Anne opeens: „Is Mrs.
Oliver ook bij u geweest?"
Mrs. Lommer schudde het hoofd.
„Nee, er is niemand bij me ge
weest. behalve monsieur Poi-
rot-
.,0. het was niet rn'n bedoeling.."
begon Anne.
„Nee? Ik geloof van wel," zei
Mrs. Lorrimer.
Anne keek opverschrikt.
schuw. Maai de uitdrukking van
het gezicht van Mrs. Lorrimer stel
de haar blijkbaar gerust.
„Monsieur Poirot is niet bij mij
geweest", zei ze dan langzaam.
Op die woorden volgden ogenblik
ken van stilte.
„En hoofdinspecteur Battleis
die ook niet bij u geweest?", vroeg
Anne dan.
„Ja. die natuurlijk wel," was Mrs.
Lorrimer's antwoord.
Anne zei aarzelend: „Wat heeft
hu u gevraagd ik bedoel, waar
over gingen de vragen, die hij u
hoeft gedaan?"
Mrs. Lorrimer zuchtte verveeld.
„O. over niets bijzonders. Het wa
ren de gewone routinevragen
zoals de politie die moet doen. Maar
hij was buitengewoon voorkomend
en vriendelijk.dat moet ik hem
nageven.'1
„Hij zal.... alle vier wel op de
zelfde manier ondervraagd hebben,
denk ik."
„Ja. dat denk ik ook."
Weer bleef het een paar seconden
stil.
Dan begon Anne weer te spreken.
„Wat denkt u, Mrs. Lorrimer....
zouden ze er ooit achter komen, wie
het gedaan heeft?"
Ze zat met haar theelepeltje te
spelen en daardoor zag ze niet de
eigenaardige blik. waarmee Mrs.
Lorrimer bij het horen van die
vraag naar haar keek.
Mrs. Lorrimer zei, of ze nadacht:
„Dat weet ik niet.....'1
Anne mompelde: „Een afschuwe
lijke geschiedeniserg onaange
naam!"
Met dezelfde eigenaardige blik
van zojuist, peilend en toch niet
onwelwillend of afkeurend, vroeg
Mrs. Lorrimer: „Hoe oud ben je,
Anne Meredith?"
„Ik., ik?" stamelde het meisje.
„Ik ben vijf en twintig
„En ik drie en zestig", zei Mrs.
Lorrimer.
Na even zwijgen, ging ze lang
zaam voort: „Het grootste deel van
je leven ligt nog voor je...."
Anne huiverde. „Ik kan straks op
weg naar huis, wel overreden wor
den." zei ze.
„Ja. dat is waar. En ik zou de
dans kunnen ontspringen."
Die laatste woorden zei ze op zo'n
eigenaardige toon. dat Anne haar
verbaasd aankeek
„Het leven is dikwijls heel moei
lijk," zei Mrs Lorrimer. „Als je zo
oud bent als ik, zul je die woorden
misschien beter begrijpen dan nu
Je hebt er moed voor nodig, steeds
weer opnieuw moed en veel geduld
en uithoudingsvermogen. En aan het
einde vraag je je af: is het de moei
te waard geweest0"
„O schei uit alsjeblieft!" zei
Anne.
Mrs. Lorrimer begon te lachen
op haar gewone, enigszins zelfver
zekerde manier: ,,'t Is gemakkelijk
om kleinerende dingen over het le
ven te zeggen," zei ze.
Ze riep de bedienende juffrouw
en betaalde.
Toen ze naar buiten kwamen,
reed juist langzaam, zoekend naar
een „vrachtje", een taxi voorbij.
Mrs. Lorrimer riep haar aan.
„Kan ik je misschien ergens heen
brengen?" vroeg ze. „Ik moet aan
de Zuidkant van het park zijn."
Anne's gezicht helderde opeens
op.
„Nee. dank u.Daar zie ik mijn
vriendin juist de hoek omkomen.
Wel bedankt voor uw vriendelijk
heid. Mrs. Lorrimer. Goedenmid-
dag!"
„Veel succes!" zei de oudere
vrouw met haar rustige, lage stem.
Ze reed weg en Anne liep vlug
het trottoir langs.
Bij het zien van haar vriendin
glansde Rhoda'r gezicht op maar
dan mengde zich onder de blijd
schap een licht gevoel van schuld.
„Ben jij bij Mrs Oliver geweest.
Rhoda"'" wilde Anne ongeduldig
weten.
„Ja.
„Daar heb ik je netjes op be
trapt."
„Betrapt? Er is niets te betrappen.
Ga mee, dajj nemen we de bus. Jij
wilde me kwijt. je vond een
tête a tête leuker Ik dacht, dat
hij je op zijn minst een zalige thee
aangeboden zou hebben."
Anne zweeg. Ze hóórde nog de
stem van Despard die vroeg: „Kun
nen we je vriendin niet ergens op
pikken Dan gaan we met ons
drieën thee drinken."
En haar eigen antwoord.... haas
tig, zonder zich de tijd te gunnen
behoorlijk na te denken: ,,'t Spijt
me geweldig, maar we hebben be
loofd. ergens te komen thee drin
ken bij kennissen van ons."
Een leugenDe domme ma
nier. waarop je bij zo'n gelegenheid
maar het eerste zei. wat je voor de
mond kwam. zonder even een paar
ogenblikken maar. rustig na te den
ken. Wat had ze niet makkelijk kun
nen zeggen: ..'n Enig idee. Maar
Rhoda heeft beloofd, ergens te ko
men thee drinken!" Dat wil zeggen,
als je Rhoda.wat in dit geval
de waarheid was, er liever niet
bij had!
Eigenaardig, dat ze Rhoda er op
eens niet bij had willen hebben. Ze
had Despard voor zich willen hou
den. Ze was jaloers geweest. Jaloers
op Rhoda. Rhoda was zo vrolijk, zo
levenslustig, zo natuurlijk en altijd
bereid op een gesprek in te gaan.
Die avond had Despard ook geke
ken, of hi| Rhoda wel leuk vond.
Maar ten slotte was hij haar, Anne
Meredith komen opzoekenen
niet Rhoda. Rhoda was zo. Ze deed
het niet met opzet, maar ze duwde
je altijd naar de achtergrond Nee.,
ze had Rhoda er beslist niet bij wil
len hebben. Dan liever geen thee.
Maar ze had de zaak buitenge
woon dom aangepaktdat impul
sief antwoorden moest ze afleren.
Met wat meer handigheid en over
leg had ze nu met Despard ergens
gezellig kunnen zitten, op zijn club
of in een andere gelegenheid.
Ze voelde zich prikkelbaar Af en
toe was Rhoda een last. een blok
aan het been. En wat had ze ge
daan bij die onmogelijke Mrs. Oli
ver?
Hardop vroeg ze. „Wat had je bij
Mrs. Oliver te maken?"
„Wel, ze had ons toch gevraagd,
haar te komen opzoeken, als we In
de stad waren?"
(Wordt vervolgt?)