RIELTJE KERKMUIS ging op de Grote Grijze Vlakte op zoek naar eten Een nieuw soort kruiswoordpuzzle VOOR KERSTMIS r? 10 Woensdag 24 December 1952 kat wel zijn of een uil of misschien wel een vleermuis Hij deed zijn ogen maar weer dicht, want als het erg was zag hij het nog altijd vroeg genoeg, maar ineens hoorde hij een piepstem zeggen: „Rieltje van de Preekstoel, wat doe jij hier zo al leen? Weten je vader en moeder dat wel?" Hij keek op en wat zag hij? Een muis. o lieve hemeltje, een grote sterke muis. niemand minder dan Zebedeüs, de oudste zoon van de ta- milie Kostermuis, e^n stugge muis. die zelden vriendelijk was. maar dan toch een muis Nu ook weer keek hij ontzettend streng toen 'nij vroeg: „Nou? Wat mot dat?" Ja, toen moest Pieltje wel ver tellen dat hij zijn huis kwijt was en verdwaald wasen daarbij weende hij zo bitter, dat het zelfs de stugge Zebedeüs vermurwde „Blèr niet", snauwde hij bijna, „ik zal je wel thuis brengen, je bent een heel eind van huis." ja, alsjeblieft, dat wjf/is fijn, dank U Jmt~kXw\ we*Rieltje iBlz iu\ wist niet hoe hij de grote mu»s moest bedanken „Gooi het maar in mijn pet'' die, hoewel nij helemaal pet droeg, nam het kleine muisje bij poot staken ze heel stilletjes en voorzichtig de Grote waar die kaarsen stonden en veel geen meer dan twee stompjes per muis Hij konden ze toch niet dragen. En toen Kreeg Rieltje het idee ae van zijn leven. Hu zag een stoof, en^ samen waann de k00i Van het testje al lang tot as was verbrand. Een 4 - vrachtauto voor muizen! Als ze al- Gnjze Vlakte over. Maar ze varen les nu eens dat leg lestje laad. net halverwege, toen Rieltje voor den.... stelde hij Zebedeüs voor. de tweede maal inleen ontzettend dle er wcl wat ln zag En zo sta. E familie Kerk- muis uit de An- nakerk was lo arm, dat de kinderen uit bedelen moes ten. Dat was wel hard voor vader en moe der Kerkmuis, want zij waren zeer oppassend, maar als je tien kinderen hebt en geen eten. wat doe je dan? Om eten gaan vragen bij de rijke muizenfamilies, die in de huizen der mensen woonden, waar altijd volop voedsel was. Nu moet je niet den ken. dat de Kerkmuizen een treuri ge familie waren, omdat ze zo arm waren en vaak lege magen hadden. Niets ervan hoor, ze hadden altijd plezier. Misschien kwam het omdat vader Kerkmuis zo'n uitzonderlijke grap jas was, die zijn kinderen iedere morgen na een karig ontbijt van wat broodkruimels of een kaas korstje op een rijtje zette en zei: „Zo. m'n fijne kerkmuisje. dat was weer een maaltijd, die we in onze holle kiesjes konden stoppen, niet? Laten we proberen er van avond wat beters in te stoppen, niet wat, hè?" En dan ging hij er heel gek bijstaan en sloeg zijn staart om zijn oren of het een lasso was. En die kinderen schateren in hüh dunne velletjes, waar doorheen je de ribbetjes duidelijk zien kon Dan kusten vader en moeder hun kroost goedendag, wensten ze veel succes en maanden ze toch vooral voor zichtig te zijn want aan alle kanten loerden gevaren De kat van de do minee en de akelig krassende to renuilenhuuu, dat was me wat. hoor! Rieltje wuifde ze altijd na. hij was de jongste en nog te klein om uit bedelen te gaan Hij was nog nooit weggeweest uit het hol. dat onder de preekstoel lag Dat hin derde hem wel. want hij *had ook altijd honger en soms dacht hij, dat hij zelf best eten bij elkaar zou kunnen scharrelen. Hij had zich al duizend maal voorgesteld hoe hij over de Grote Grijze Vlakte zou gaan. dat was de enorme stenen kerkvloer, waarboven de koude lege kerk troonde en de uilen af schuwelijk riepen Hij stelde zich dan voor, hoe hij in één ren de Grijze Vlakte zou oversteken en bij de rijke muizenfamilies zou aan kloppen en een liedje voor ze zin gen zou. Dit liedje: Ik ben Rieltje het schlemieltje met de lege maag. Zie me rillen zie me trillen. Nóg een hapje? GRAAG!! En dan zou hij net als vader op zijn kop gaan staan en gek gaan buitelen en piepen en de rijke fa milies zouden lachen en zeggen: „Prachtig, mooi gedaan, hier is een hele hamOf zo iets. Zouden z© thuis even blij zijn als hij daar mee aankwam Die avond kwamen de broertjes vroeger terug dan anders. Ze veeg den wat triest hun pootjes en op vaders vraag hoe het was geweest haalden ze maar een heel klein stukje zwoerd te voorschijn, dat was alles, ja Het was nl. zo roe zig geweest in de kerk en op de Grote Grijze Vlakte liepen veel mannen met ladders. Ze hadden zich niet ver van huis gewaagd. Dat was treurig natuurlijk, maar Kerstmannetje zit op zwart zaad J-fET Kerstmannetje, datopGroen- i J land. woont, heeft dit jaar zui nig aan moeten cloen. want de Deense regering heeft zijn subsidie meer dan gehalveerd. Uit heel de wereld sturen tienduizenden kinde ren het Kerstmannetje jaarlijks een briefje. Tot nu toe heeft de Deense Vereniging voor Vreemdelingenver keer hem geholpen die brieven te beantwoorden door de kinderen een foto van Groenland en een sprookje van Hans Andersen te sturen Vo rig jaar kreeg de Vereniging daar voor een extra subsidie van 55000 kronen. Dit jaar was de toelage 20.000 kronen. En volgend jaar wordt er helemaal geen extra subsidie ge geven. De Kerstman heeft er nog een paar rimpels bu gekregen. Van de zorg'. „Kom kom", zei vader opgeruimd „een ander keertje beter" en ze aten met zijn dertienen van het zwoerd- je. Zo kwam het dat ze die avond hongerig tegen elkaar aan in slaap vielen. Alleen Rieltje sliep niet. Hij lag in het donkere hol met open ogen te staren en toen hij vader en moeder en de broertjes allemaal tegelijk hoorde snurken, stond hij heel stilletjes op en sloop naar de deur van het hol. Hij ging eten halen, nü! Rieltje kneep zijn ogen stijf dicht om de Grote Grijze Vlakte niet te zien, en nam zo blindelings een ge weldige schuiverd de kerk in. Zijn hart bonsde tegen zijn ribbenkastje en pas toen hij een heel eind had gerend, stond hij hijgend stil en deed z'n oogjes open Maar wat was dat? Waar was hij? De Grote Grijze Vlakte was er helemaal niet, maar wel een ruimte waarboven een zee van licht was en het ver rukkelijk naar dennengroen rook. Rieltje stond doodstil. Een heel klein muisje in een geweldige grote kerk, die lag te wachten op Kerst avond. waar duizend lichtjes brand den en een grote boom in de hoek bij de preekstoel stond. IELTJES mui zenbekje viel wijd open van verbazing. Zó iets prachtigs had hij nog nooit gezien! Hij vergat hele maal, dat hij bang was ge weest en trip pelde voorzich tig door het gouden kaars licht verder. Zijn neusje snufte de dennengeur op en zijn oogjes straalden. Met een hipje sprong hij de preekstoel op, naar de lessenaar, waar een grote kaars stond om de dominee straks bij te lichten. Het ding rook verrukkelijk, het water kwam in Rieltjes bek. Voorzichtig begon hij aan de kaars te kluiven. Oooo, wat smaakte dat lekker vet. hij nam nog een hapje en nog een Kijk daar op die richel nog meer van die dingen, hij er heen om weer een stukje op te eten en nog een stukje en nog een en nóg één. Zoveel en zo lekker had hij nog nooit gegeten en toen hij tien kaarsen had aangevreten met kleine kartelrandjes kon hij niet meer Hijgend keek hij de stille kerk in. zijn buikje was zo rond of hij een voetbal had ingeslikt en hij waggel de naar beneden, naar de vloer Nu wist hij, wat hij doen zou. hij ging zo n kaars meenemen naar huis, nee drie kaarsen, daar zouden ze alle maal van smullen Waggelend kroop hij langs een grote lange stok, die tegen de muur stond naar boven, omdat hij daar een hele dikke kaars in de buurt had gezien. Boven aan de stok bungelde een klein zwart zakje. Hij werd vrese lijk nieuwsgierig wat daar nu wel in zou zitten en dook er in. Er zat niks in. Maar daar binnen was het lekker warm en donker en omdat hij zoveel gegeten had en vooral omdat hij anders op dit uur allang in zijn bed lag in het muizenhol, kreeg hij toch zo'n verschrikkelijke slaap, dat zijn oogjes pardoes dicht vielen en hij zomaar insliep. Zo kwam het. dat hij er niets van merkte, toen de mensen de kerk binnenkwamen om de Kerst dienst bij te wonen Zij schuifelden in hun banken en knikten elkander toe. De organist klom achter zijn orgel en liet de orgelklanken vast van toonladdertjes de kerk intui melen. waar ze tussen de pratende mensen uiteenspatten. De dominee beklom de preekstoel boven het hol van de familie Kerkmuis en de diakenen zaten al in hun bank. Maar Rieltje merkte helemaal niets, zo diep sliep hij in het zwarte kerkezakje tegen de muur aan het eind van de lange dunne stok. OE lang hij .1 t precies had ge slapen, weet ik niet. maar hij deed net knip perend zijn ogen open op het ogenblik, dat diaken Broersma de stok met bet kerkezakje met Rieltje opnam en er mee rond ging om geld in te zamelen voor de arme mensen Het orgel liet zijn tonen langs de hoge gewelven rollen en de mensen zongen „Ere zij God in den Hoge", de lichten brandden nog goudener en de kerstboom geurde nog sterker. En RieltjeOch, hij zweefde daar in zijn zakje door de lucht, kroop over de rand en keek om zich heen. „Ach", dacht hij, „ach kijk. ik zweef, ik zweef door de lucht, hoor dat gezang en die prachtige muziek en kijk toch eens naar al die licht jes. Ik ben in de hemel, o ik ben vast in de hemel Hij zwaaide door de lucht en wil de net mee gaan zingen, toen me- gehuil uitbarstte. Tranen met tui ten huilde hij. Zebedeüs bleef er van stilstaan „Wat is er nou weer", vroeg hij pelden ze een hééééleboel kaarsen stompjes in het bakje tot er niets meer bij kon. Rieltje ging er voor trekken bij het oor en Zebedeüs verbaasd, „we zijn bijna bij je duwde aan de achterkant en zo huis." Maar in het kleine hoofdje schoven ze over de Grote Grijze van Rieltje was ineens de herinne- Vlakte met hun voorraad, ring teruggekomen aan de heer lijke kaarsen, die hij had gegeten en de honger- die ze thuis hadden, en nu kwam hij weer in het hol zonder het eten. waarvoor hij nu juist weg was gegaan' En dat vertelde hij Zebedeüs en tijd doorgeslapen die was op zijn manier toch wer- niet eenr. gemist kelijk geroerd en Rieltje wou hem neer Broersma de stok liet dalen de prachtige lange kaarsen aan- en er iets kouds en hards op Riel- wijzen. Maar die waren weg. Of tjes kop terecht kwam. Pèng!' Hij tenminste bijna, want ze waren op trok zijn kopje onmiddellijk terug, gebrand tot korte stompjes Deze maar een regen van centen en aanblik was niet geschikt om Riel- dubbeltjes kwam naar binnen, zo- tjes tranenstroom te laten ophou- dat hij met zijn pootjes moest pro- den, maar de stugge muis wist er beren die harde munten van zich raad op en sprak: „Stompjes kan ie af te houden. Die arme Rieltje begreep er niets van. hij werd helemaal onder het geld bedolven en of hij nu „au au" riep, het hielp niets, ze gingen beter vervoeren dan die lange kaarsen, die zijn te zwaar voor ons. vooruit we nemen stompjes kaars mee naar je huis. ..-j, r -- Maar ja. ze moesten nog een heel maar door. Zo werd hij per kerke- eind klimmen naar de plaatsen zakje door de kerk gedragen naar de consistoriekamer, waar het geld van de collecte wordt geteld. Het werd op een grote schotel midden op tafel uitgeschud en achter een heleboel kwartjes en dubbeltjes aan kwam de kleine kerkmuis Rieltje. die een ogenblik versteend bleef zitten in het lamplicht. Eén ogenblik maar. want hij ver oorzaakte een ontzaglijke tumult De vrouw van de koster gaf een gil en sprong op een stoel en de vrouw van de dominee riep: „Een muis". Alleen de dominee schaterde van het lachen, want hu hield van muizen en hield er thuis drie in een glazen aquarium. Ze probeerden Rieltje van de tafel te slaan, maar dat hoefde niet, want hij wist niet hoe gauw hij weg moest komen. Bibberend sprong "hij op de grond en zo vlug als zijn dunne pootjes hem dragen konden, rende hij de deur uit. de kerk in en hij hoorde de koster nog net zeggen: „De collecte heeft 23.74 opgebracht en een muis" In het hol onder de preekstoel. Ja. nu denk ie misschien, dat ze daar allemaal vreselijk ongerust waren, en misschien al de muizen- politie hadden gewaarschuwd. Maar dat is niet zo Ze hadden al die en.Rieltje Ze waren dus knap verbaasd, dat er luid op de deur werd gebonsd en toen vader half slapend ging opendoen, stond daar zijn jongste kind met een wa gentje hoog opgetast met de heer lijkste kaarsen voor zijn neus. „Wel alle muizen", riep vader. „Wat. hoe. wie''" Maar Rieltje was nu weer het heertje en riep: „Ik heb eten. voor een hele week, heer lijk eten. wakker wordén alle maal hoera, hoera Nou, ze werden allemaal wakker en ze duwden het eten naar binnen en begonnen er eerst eens omheen te dansen Maar voor ze aanvielen op de stompjes, zei Rieltje: .Eén ogenblikje", en hij nam een steen tje en sloeg een vonk uit de vloer en daarmee stak hij de grootste kaarsenstomp aan. werd vervuld van een gulden licht en alle maal riepen ze „Ahhh'" En toen, voor het eerst van hun hele leven, aten alle Kerk muizen net zo veel als ze lust ten, zodat ze een echt geluk kig Kerstfeest hadden. En Ze bedeüs bleef eten. Het hele MARIAN SMEETS want man. de koster was een secuur IELTJE had nog maar één gedachte, hij wilde naar huis, zo gauw moge lijk naar vader en moeder. Voor hem zag TOEN vadertje Kerstmis op reis wou gaan met dubbele dikke wanten aan en dubbele bonte mouwen, toen kwam hij des avonds in de staU o gruttemenik! Daar had je 't al: de rendieren waren verkouwen! Hij gaf ze nog een dekentje en sinaasappelsap, en toen ging vadertje Kerstmis zitten huilen op de trap. U*EN enkele opmerking willen wij laten voorafgaan aan deze Kerst- I-y puzzle. Zoals u ziet, is het een kruiswoordpuzzle, maar de om schrijvingen die wij hieronder geven, wijken enigszins af van hetgeen u in deze rubriek tot nu toe gewend bent geweest. De omschrijvingen missen nl. de toevoeging Horizontaal en Verticaal en wel om de een voudige reden, dat elk getal op slechts één woord betrekking kan heb ben, zodat misverstand uitgesloten is. Verder zijn de omschrijvingen elk voor zich soms in een ietwat raadselachtige vorm gegoten, zodat u de oplossing niet zo maar een, twee, drie zult vinden. Een puzzle moet nu eenmaal wat raadselachtigs bevatten, niet waar? Nu kunt u dus aan de slag, hier volgen de omschrijvingen: I Elke goede daad wordt dit: 2 veel onenigheid; 43 Kort beeldver- Zangnoot; 3 Wat de Etna is voor haal; 44 Bloem; 45 Tweelingbroer Sicilië, is deze voor IJsland; 4 50 van wee; 46 Huidziekte; 47 Een stad (Romeins); 5 Wanneer U iets doms in Yorkshire levert een winteryoer- hebt gedaan, wordt U vergeleken tuig; 48 Tien maatjes; 49 Hij hieuw met deze vogel; 6 Elke dag dienst tiDe Denker"; 50 Schud een munt doend; 7 Op die plaats; 8 Volgt op uit India dooreen en ge krijgt een „77"; 9 In de war geraakte verbin- fjjn gewreven gerecht; 51 Wel een3 ding die 's zomers veel op tafel in omgekeerde Engelse gereed komt; 10 Dooreen geschudde Itali- schappen gevallen'» Ge zoudt er nat aanse mama die zeer gevat is; 11 Van worden. 52 Ge verplaatst er U Na de maaltijd genuttigde verwarde snei in; 53 Een soort man die veel muizenknip; 12 Italianen noemen de gelezen wordt; 54 Dit wordt U als Etsch zo- 13 Bovenmatig grote, ge- men U te veel plaagt; 55 Hartstoch- mengdc bewoners van Spanje in de telijk; 56 Pui; 57 Ge wordt er door Middeleeuwen; 14 Straatjongen on- gesticht, dan m de war gebracht, dor de vogels; 15 Volgt op „2"; 16 ^unt ge er iets op beschouwen; 58 Wat doen we met de bewoners van Blazersgroep; 59 De vriend van dit eiland''; 17 Het laatste deel van Lamme Goedzak; 60 Wordt vaak een lichaamsdeel voorop geplakt en door vaak gevolgd; 61 Vlieghaven teleurstelling is Uw deel; 18 Breed- jn Nederland; 62 Een boom en nog voerig dooreen geschudde haas uit gg cm zje daar zun vrucht; 63 Schud Reinaert de Vos; 19 Groot stuk een godin door elkaar en het wordt schoeisel; 20 Volgt op „15". 21 En- volstrekt vereist; 64 Hebt ge daar gelse duim: 22 U laat 's winters de dit jaar ook weer de stoomboot zien groente er wel uithalen; 23 Stop- komen? 65 Tien maal ,.L" (Ro- plaat.s tussen Utrecht en Arnhem; rneins); 66 Draai Uw nek om en ge 24 Rijkaard; 25 Op catechisatie leert ZÏJt geen deskundige; 67 Een schip U er zo tien ;26 Eenzaam en veria- loopt er veel van deze; 68 Het eer- ten; 27 Wedstrijd; 28 Dit ontbreekt ste is meestal het tweede en het ge- aan twee maal hiep; 29 In Oslo heel zit m het eerste; 69 U kunt er spreekt men het; 30 Een appel zit mCp hijsen; 70 Niets; 71 Tijdelijk er in: 31 Stop; 32 Opstoot; 33 Hei- afstaan; 72 Lichaamsdeel; 73 Soe- lige bloem; 34 Vis; 35 Een schrijf- pPl; 74 Ieder mens heeft er twin- lijn van rechts naar links levert een t,g; 75 Schoenmakerswerktuig; 76 strijdmacht op; 36 Wanneer U zo De bron van alle kwaad; 77 Volgt geeft, bent U goedgeefs: 37 Zee- 0p „20"- 78 Lokspijs; 79 Begin; 80 mansgids; 38 Tot lus omgewerkte Schoenmakersmateriaal; 81 Draai- laddertrede: 39 Als deze vol is. zijt end machinedeel; 82 Als onze Mi- ge niet arm. 40 Woordje door ver- nister-President wat in de war is, loofden vaak gewisseld; 41 Majeur; js hu er al; 83 Duw; 84 Langzaam 42 Maak dit toch niet. er is al zo wordt een langzaam dier met z'n kop achter z'n staart: 85 Vroegere halte tussen Amersfoort en Apel doorn; 86 Geestdrift; 87 Prijzen; 88 Een aantal op z'n kop uitgesproken, geeft nog geen prijs; 89 U kunt er huiten op lopen, spreek het omge draaid uit en ge kunt 'm bakken; 90 Republiek: 91 Plaats in Noord Bra bant: 92 Eenheid van druk; 93 Met deze Amerikaanse luchtvaartmij. kunt ge de hele wereld over vlie gen; 94 Reisdeken; 95 Vlug; 96 Wilt U in het voorjaar bloembollen zien? Daarheen!; 97 Requisitoir; 98 't Heeft twee vleugels maar het kan toch niet vliegen; 99 25 Te', 100 Hierheen om ingenieur te worden; 101 Van flinke afmetingen; 102 Elk Engels werkwoord heeft dit bij zich; 103 Menigeen gaat daar wintersporten: 104 Frans lidwoord; 105 Van „58" is dit 8.9; 106 Soldaat uit „107"; 107 Een der Grote Drie; 108 Nu; 109 Weg; 110 Weerom. verlieten, pilaren als geweldige rot sen doemden voor hem op. hij ren de maar schichtig door Maar hoe hij ook uitkeek, hij kon nergens, nergens het gaatje van het hol van de familie Kerkmuis vinden Iedere keer dacht hij zijn huis ge vonden te hebben, maar als h.j dichterbij kwam was het een scheur in de muur of een schaduw of zo iets. De lichten werden één voor één gedoofd en het werd weer leeg en donker in de kerk Rieltje huilde nu en riep piepend om zijn moeder, maar niemand, niemand antwoord de hem. alleen de krassende krijs- uilen uit de toren en dat maakte hem nog eenzamer en banger. Snikkend leunde hij tegen de voet van een pilaar waaromheen geen gouden ruimte meer lag. maar de Grote Grijze Vlakte weer was teruggekomen En over die Gro te Vlakte kwam een schaduw aan wandelen Rieltje drukte zich rillend tegen de pilaar, dat zou de Hij kon toch die avond met goed fatsoen niet zomaar alleen die reis gaan doen hij kon al die pakjes niet dragen! Hij hobbelde over de wolken heen verschrikkelijk treurig en heel alleen en niemand om iets aan te vragen. hij een woud 'f was pikke pikke donker en daarboven scheen de van stoelen en mensenbenen, die de kerk maan. Toen zag hij aan de wolkenweg een zilveren huisje staan. Wat schitterde daar in de maneschijn? Daar zaten twee paardjes in 't raamkozijn zo zoet met hun hoefjes te spelen. Het waren twee paardjes met vleugeltjes en gouden en zilveren teugeltjes ze zaten zich echt te vervelen. Ze zagen vader Kerstmis en ze riepen: Luister 's! „Wij zijn de kleine paardjes Pegabroer en Pegazus!" En vadertje Kerstmis zei: „Aangenaam!" en ging wat staan leunen aan 't wolkenraam om even zijn nood te klagen. Toen zeiden de paardjes: Kom op met die slee! „Wij vliegen wel effetjes mee naar benee „wij zullen die pakjes wel dragen Ze bonden al het speelgoed vast en vader Kerstmis vloog met allebei de paardjes langs de grote regenboog. Vertel het maar verder aan ieder kind: Wie suikertjes onder de kerstboom vindt, of knikkers of beesten of blokken. Dat hebben de paardjes in huis gebracht! Ze hebben gevlogen tot laat in de nacht, en nu zijn ze pas weer vertrokken Twee lieve kleine paardjes met hun witte vleugeltjes Ze hefen? Kom, ze heten? Pbroer en P...zus. ANNIE M. G. SCHMIDT. Geen Tweede Kerstdag meer in Hongarije De Tweede Kerstdag is in Hon garije tot een gewone werkdag verklaard. Dit is gebeurd, omdat de arbeiders 2 Mei als vrije dag hebben gekregen na de 1 Mei viering en zij „ter voorkoming van productieverlies" een andere vrije dag daarvoor moesten afstaan. Voortaan zullen, in afwijking van de traditie, in Hongarije aan de vooravond van Kerstmis alle bioscopen, schouwburgen en res taurants open zijn. Vroeger waren die gesloten en reden zelfs de bus sen en trams niet. Wendy mag het zeggen De grootste Britse speelgoedfabri kant laat zich elk jaar tegen Kerst mis adviseren door Wendy Miles, een vierjarig Londens meisje. Wen dy mag elk stukje speelgoed, dat met Kerstmis op de markt komt, proberen. Experts 'slaan haar reac ties nauwkeurig gade om te zien of het speelgoed bruikbaar is.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1952 | | pagina 10