RIELTJE KERKMUIS ging op de Grote
Grijze Vlakte op zoek naar eten
Een nieuw soort
kruiswoordpuzzle
VOOR KERSTMIS
r?
10
Woensdag 24 December 1952
kat wel zijn of een uil of misschien
wel een vleermuis Hij deed zijn
ogen maar weer dicht, want als het
erg was zag hij het nog altijd vroeg
genoeg, maar ineens hoorde hij een
piepstem zeggen: „Rieltje van de
Preekstoel, wat doe jij hier zo al
leen? Weten je vader en moeder
dat wel?"
Hij keek op en wat zag hij? Een
muis. o lieve hemeltje, een grote
sterke muis. niemand minder dan
Zebedeüs, de oudste zoon van de ta-
milie Kostermuis, e^n stugge muis.
die zelden vriendelijk was. maar
dan toch een muis Nu ook weer
keek hij ontzettend streng toen 'nij
vroeg: „Nou? Wat mot dat?"
Ja, toen moest Pieltje wel ver
tellen dat hij zijn huis kwijt was
en verdwaald wasen daarbij
weende hij zo bitter, dat het zelfs
de stugge Zebedeüs vermurwde
„Blèr niet", snauwde hij bijna, „ik
zal je wel thuis brengen, je bent
een heel eind van huis."
ja, alsjeblieft, dat
wjf/is fijn, dank U
Jmt~kXw\ we*Rieltje
iBlz iu\ wist niet hoe hij
de grote mu»s
moest bedanken
„Gooi het maar
in mijn pet''
die, hoewel nij
helemaal
pet droeg,
nam het kleine
muisje bij
poot
staken ze heel
stilletjes en voorzichtig de Grote
waar die kaarsen stonden en veel
geen meer dan twee stompjes per muis
Hij konden ze toch niet dragen.
En toen Kreeg Rieltje het idee
ae van zijn leven. Hu zag een stoof,
en^ samen waann de k00i Van het testje al
lang tot as was verbrand. Een
4 - vrachtauto voor muizen! Als ze al-
Gnjze Vlakte over. Maar ze varen les nu eens dat leg lestje laad.
net halverwege, toen Rieltje voor den.... stelde hij Zebedeüs voor.
de tweede maal inleen ontzettend dle er wcl wat ln zag En zo sta.
E familie Kerk-
muis uit de An-
nakerk was lo
arm, dat de
kinderen uit
bedelen moes
ten. Dat was
wel hard voor
vader en moe
der Kerkmuis,
want zij waren
zeer oppassend,
maar als je tien
kinderen hebt
en geen eten.
wat doe je dan?
Om eten gaan vragen bij de rijke
muizenfamilies, die in de huizen der
mensen woonden, waar altijd volop
voedsel was. Nu moet je niet den
ken. dat de Kerkmuizen een treuri
ge familie waren, omdat ze zo arm
waren en vaak lege magen hadden.
Niets ervan hoor, ze hadden altijd
plezier.
Misschien kwam het omdat vader
Kerkmuis zo'n uitzonderlijke grap
jas was, die zijn kinderen iedere
morgen na een karig ontbijt van
wat broodkruimels of een kaas
korstje op een rijtje zette en zei:
„Zo. m'n fijne kerkmuisje. dat
was weer een maaltijd, die we in
onze holle kiesjes konden stoppen,
niet? Laten we proberen er van
avond wat beters in te stoppen,
niet wat, hè?" En dan ging hij er
heel gek bijstaan en sloeg zijn staart
om zijn oren of het een lasso was.
En die kinderen schateren in hüh
dunne velletjes, waar doorheen je
de ribbetjes duidelijk zien kon Dan
kusten vader en moeder hun kroost
goedendag, wensten ze veel succes
en maanden ze toch vooral voor
zichtig te zijn want aan alle kanten
loerden gevaren De kat van de do
minee en de akelig krassende to
renuilenhuuu, dat was me wat.
hoor!
Rieltje wuifde ze altijd na. hij
was de jongste en nog te klein om
uit bedelen te gaan Hij was nog
nooit weggeweest uit het hol. dat
onder de preekstoel lag Dat hin
derde hem wel. want hij *had ook
altijd honger en soms dacht hij, dat
hij zelf best eten bij elkaar zou
kunnen scharrelen. Hij had zich al
duizend maal voorgesteld hoe hij
over de Grote Grijze Vlakte zou
gaan. dat was de enorme stenen
kerkvloer, waarboven de koude
lege kerk troonde en de uilen af
schuwelijk riepen Hij stelde zich
dan voor, hoe hij in één ren de
Grijze Vlakte zou oversteken en bij
de rijke muizenfamilies zou aan
kloppen en een liedje voor ze zin
gen zou. Dit liedje:
Ik ben Rieltje
het schlemieltje
met de lege maag.
Zie me rillen
zie me trillen.
Nóg een hapje?
GRAAG!!
En dan zou hij net als vader op
zijn kop gaan staan en gek gaan
buitelen en piepen en de rijke fa
milies zouden lachen en zeggen:
„Prachtig, mooi gedaan, hier is een
hele hamOf zo iets. Zouden
z© thuis even blij zijn als hij daar
mee aankwam
Die avond kwamen de broertjes
vroeger terug dan anders. Ze veeg
den wat triest hun pootjes en op
vaders vraag hoe het was geweest
haalden ze maar een heel klein
stukje zwoerd te voorschijn, dat
was alles, ja Het was nl. zo roe
zig geweest in de kerk en op de
Grote Grijze Vlakte liepen veel
mannen met ladders. Ze hadden
zich niet ver van huis gewaagd.
Dat was treurig natuurlijk, maar
Kerstmannetje zit
op zwart zaad
J-fET Kerstmannetje, datopGroen-
i J land. woont, heeft dit jaar zui
nig aan moeten cloen. want de
Deense regering heeft zijn subsidie
meer dan gehalveerd. Uit heel de
wereld sturen tienduizenden kinde
ren het Kerstmannetje jaarlijks een
briefje. Tot nu toe heeft de Deense
Vereniging voor Vreemdelingenver
keer hem geholpen die brieven te
beantwoorden door de kinderen een
foto van Groenland en een sprookje
van Hans Andersen te sturen Vo
rig jaar kreeg de Vereniging daar
voor een extra subsidie van 55000
kronen. Dit jaar was de toelage
20.000 kronen. En volgend jaar wordt
er helemaal geen extra subsidie ge
geven. De Kerstman heeft er nog
een paar rimpels bu gekregen. Van
de zorg'.
„Kom kom", zei vader opgeruimd
„een ander keertje beter" en ze aten
met zijn dertienen van het zwoerd-
je. Zo kwam het dat ze die avond
hongerig tegen elkaar aan in slaap
vielen. Alleen Rieltje sliep niet. Hij
lag in het donkere hol met open
ogen te staren en toen hij vader en
moeder en de broertjes allemaal
tegelijk hoorde snurken, stond hij
heel stilletjes op en sloop naar de
deur van het hol. Hij ging eten
halen, nü!
Rieltje kneep zijn ogen stijf dicht
om de Grote Grijze Vlakte niet te
zien, en nam zo blindelings een ge
weldige schuiverd de kerk in. Zijn
hart bonsde tegen zijn ribbenkastje
en pas toen hij een heel eind had
gerend, stond hij hijgend stil en
deed z'n oogjes open Maar wat
was dat? Waar was hij? De Grote
Grijze Vlakte was er helemaal niet,
maar wel een ruimte waarboven
een zee van licht was en het ver
rukkelijk naar dennengroen rook.
Rieltje stond doodstil. Een heel
klein muisje in een geweldige grote
kerk, die lag te wachten op Kerst
avond. waar duizend lichtjes brand
den en een grote boom in de hoek
bij de preekstoel stond.
IELTJES mui
zenbekje viel
wijd open van
verbazing. Zó
iets prachtigs
had hij nog
nooit gezien!
Hij vergat hele
maal, dat hij
bang was ge
weest en trip
pelde voorzich
tig door het
gouden kaars
licht verder.
Zijn neusje
snufte de dennengeur op en zijn
oogjes straalden. Met een hipje
sprong hij de preekstoel op, naar
de lessenaar, waar een grote kaars
stond om de dominee straks bij te
lichten. Het ding rook verrukkelijk,
het water kwam in Rieltjes bek.
Voorzichtig begon hij aan de kaars
te kluiven.
Oooo, wat smaakte dat lekker
vet. hij nam nog een hapje en nog
een Kijk daar op die richel nog
meer van die dingen, hij er heen
om weer een stukje op te eten en
nog een stukje en nog een en nóg
één. Zoveel en zo lekker had hij
nog nooit gegeten en toen hij tien
kaarsen had aangevreten met kleine
kartelrandjes kon hij niet meer
Hijgend keek hij de stille kerk in.
zijn buikje was zo rond of hij een
voetbal had ingeslikt en hij waggel
de naar beneden, naar de vloer Nu
wist hij, wat hij doen zou. hij ging
zo n kaars meenemen naar huis, nee
drie kaarsen, daar zouden ze alle
maal van smullen
Waggelend kroop hij langs een
grote lange stok, die tegen de muur
stond naar boven, omdat hij daar
een hele dikke kaars in de buurt
had gezien.
Boven aan de stok bungelde een
klein zwart zakje. Hij werd vrese
lijk nieuwsgierig wat daar nu wel
in zou zitten en dook er in. Er zat
niks in. Maar daar binnen was het
lekker warm en donker en omdat
hij zoveel gegeten had en vooral
omdat hij anders op dit uur allang
in zijn bed lag in het muizenhol,
kreeg hij toch zo'n verschrikkelijke
slaap, dat zijn oogjes pardoes dicht
vielen en hij zomaar insliep.
Zo kwam het. dat hij er niets
van merkte, toen de mensen de
kerk binnenkwamen om de Kerst
dienst bij te wonen Zij schuifelden
in hun banken en knikten elkander
toe. De organist klom achter zijn
orgel en liet de orgelklanken vast
van toonladdertjes de kerk intui
melen. waar ze tussen de pratende
mensen uiteenspatten. De dominee
beklom de preekstoel boven het hol
van de familie Kerkmuis en de
diakenen zaten al in hun bank.
Maar Rieltje merkte helemaal niets,
zo diep sliep hij in het zwarte
kerkezakje tegen de muur aan het
eind van de lange dunne stok.
OE lang hij
.1 t precies had ge
slapen, weet ik
niet. maar hij
deed net knip
perend zijn
ogen open op
het ogenblik,
dat diaken
Broersma de
stok met bet
kerkezakje met
Rieltje opnam
en er mee rond
ging om geld in te zamelen voor de
arme mensen Het orgel liet zijn
tonen langs de hoge gewelven rollen
en de mensen zongen „Ere zij God
in den Hoge", de lichten brandden
nog goudener en de kerstboom
geurde nog sterker.
En RieltjeOch, hij zweefde
daar in zijn zakje door de lucht,
kroop over de rand en keek om
zich heen.
„Ach", dacht hij, „ach kijk. ik
zweef, ik zweef door de lucht, hoor
dat gezang en die prachtige muziek
en kijk toch eens naar al die licht
jes. Ik ben in de hemel, o ik ben
vast in de hemel
Hij zwaaide door de lucht en wil
de net mee gaan zingen, toen me-
gehuil uitbarstte. Tranen met tui
ten huilde hij.
Zebedeüs bleef er van stilstaan
„Wat is er nou weer", vroeg hij
pelden ze een hééééleboel kaarsen
stompjes in het bakje tot er niets
meer bij kon. Rieltje ging er voor
trekken bij het oor en Zebedeüs
verbaasd, „we zijn bijna bij je duwde aan de achterkant en zo
huis." Maar in het kleine hoofdje schoven ze over de Grote Grijze
van Rieltje was ineens de herinne- Vlakte met hun voorraad,
ring teruggekomen aan de heer
lijke kaarsen, die hij had gegeten
en de honger- die ze thuis hadden,
en nu kwam hij weer in het hol
zonder het eten. waarvoor hij nu
juist weg was gegaan'
En dat vertelde hij Zebedeüs en tijd doorgeslapen
die was op zijn manier toch wer- niet eenr. gemist
kelijk geroerd en Rieltje wou hem
neer Broersma de stok liet dalen de prachtige lange kaarsen aan-
en er iets kouds en hards op Riel- wijzen. Maar die waren weg. Of
tjes kop terecht kwam. Pèng!' Hij tenminste bijna, want ze waren op
trok zijn kopje onmiddellijk terug, gebrand tot korte stompjes Deze
maar een regen van centen en aanblik was niet geschikt om Riel-
dubbeltjes kwam naar binnen, zo- tjes tranenstroom te laten ophou-
dat hij met zijn pootjes moest pro- den, maar de stugge muis wist er
beren die harde munten van zich raad op en sprak: „Stompjes kan ie
af te houden.
Die arme Rieltje begreep er niets
van. hij werd helemaal onder het
geld bedolven en of hij nu „au au"
riep, het hielp niets, ze gingen
beter vervoeren dan die lange
kaarsen, die zijn te zwaar voor ons.
vooruit we nemen stompjes kaars
mee naar je huis.
..-j, r -- Maar ja. ze moesten nog een heel
maar door. Zo werd hij per kerke- eind klimmen naar de plaatsen
zakje door de kerk gedragen naar
de consistoriekamer, waar het geld
van de collecte wordt geteld. Het
werd op een grote schotel midden
op tafel uitgeschud en achter een
heleboel kwartjes en dubbeltjes aan
kwam de kleine kerkmuis Rieltje.
die een ogenblik versteend bleef
zitten in het lamplicht.
Eén ogenblik maar. want hij ver
oorzaakte een ontzaglijke tumult
De vrouw van de koster gaf een
gil en sprong op een stoel en de
vrouw van de dominee riep: „Een
muis". Alleen de dominee schaterde
van het lachen, want hu hield van
muizen en hield er thuis drie in
een glazen aquarium.
Ze probeerden Rieltje van de
tafel te slaan, maar dat hoefde
niet, want hij wist niet hoe gauw
hij weg moest komen. Bibberend
sprong "hij op de grond en zo vlug
als zijn dunne pootjes hem dragen
konden, rende hij de deur uit. de
kerk in en hij hoorde de koster
nog net zeggen: „De collecte heeft
23.74 opgebracht en een muis"
In het hol onder de preekstoel.
Ja. nu denk ie misschien, dat ze
daar allemaal vreselijk ongerust
waren, en misschien al de muizen-
politie hadden gewaarschuwd. Maar
dat is niet zo Ze hadden al die
en.Rieltje
Ze waren dus
knap verbaasd, dat er luid op de
deur werd gebonsd en toen vader
half slapend ging opendoen, stond
daar zijn jongste kind met een wa
gentje hoog opgetast met de heer
lijkste kaarsen voor zijn neus.
„Wel alle muizen", riep vader.
„Wat. hoe. wie''" Maar Rieltje was
nu weer het heertje en riep: „Ik
heb eten. voor een hele week, heer
lijk eten. wakker wordén alle
maal hoera, hoera
Nou, ze werden allemaal wakker
en ze duwden het eten naar binnen
en begonnen er eerst eens omheen
te dansen Maar voor ze aanvielen
op de stompjes, zei Rieltje: .Eén
ogenblikje", en hij nam een steen
tje en sloeg een vonk uit de vloer
en daarmee stak hij de grootste
kaarsenstomp aan.
werd vervuld
van een gulden
licht en alle
maal riepen ze
„Ahhh'"
En toen, voor
het eerst van
hun hele leven,
aten alle Kerk
muizen net zo
veel als ze lust
ten, zodat ze
een echt geluk
kig Kerstfeest
hadden. En Ze
bedeüs bleef
eten.
Het hele
MARIAN SMEETS
want
man.
de koster was een secuur
IELTJE had
nog maar één
gedachte, hij
wilde naar huis,
zo gauw moge
lijk naar vader
en moeder.
Voor hem zag
TOEN vadertje Kerstmis op reis wou gaan
met dubbele dikke wanten aan
en dubbele bonte mouwen,
toen kwam hij des avonds in de staU
o gruttemenik! Daar had je 't al:
de rendieren waren verkouwen!
Hij gaf ze nog een dekentje en sinaasappelsap,
en toen ging vadertje Kerstmis zitten huilen
op de trap.
U*EN enkele opmerking willen wij laten voorafgaan aan deze Kerst-
I-y puzzle. Zoals u ziet, is het een kruiswoordpuzzle, maar de om
schrijvingen die wij hieronder geven, wijken enigszins af van hetgeen
u in deze rubriek tot nu toe gewend bent geweest. De omschrijvingen
missen nl. de toevoeging Horizontaal en Verticaal en wel om de een
voudige reden, dat elk getal op slechts één woord betrekking kan heb
ben, zodat misverstand uitgesloten is. Verder zijn de omschrijvingen
elk voor zich soms in een ietwat raadselachtige vorm gegoten, zodat
u de oplossing niet zo maar een, twee, drie zult vinden. Een puzzle
moet nu eenmaal wat raadselachtigs bevatten, niet waar? Nu kunt u
dus aan de slag, hier volgen de omschrijvingen:
I Elke goede daad wordt dit: 2 veel onenigheid; 43 Kort beeldver-
Zangnoot; 3 Wat de Etna is voor haal; 44 Bloem; 45 Tweelingbroer
Sicilië, is deze voor IJsland; 4 50 van wee; 46 Huidziekte; 47 Een stad
(Romeins); 5 Wanneer U iets doms in Yorkshire levert een winteryoer-
hebt gedaan, wordt U vergeleken tuig; 48 Tien maatjes; 49 Hij hieuw
met deze vogel; 6 Elke dag dienst tiDe Denker"; 50 Schud een munt
doend; 7 Op die plaats; 8 Volgt op uit India dooreen en ge krijgt een
„77"; 9 In de war geraakte verbin- fjjn gewreven gerecht; 51 Wel een3
ding die 's zomers veel op tafel in omgekeerde Engelse gereed
komt; 10 Dooreen geschudde Itali- schappen gevallen'» Ge zoudt er nat
aanse mama die zeer gevat is; 11 Van worden. 52 Ge verplaatst er U
Na de maaltijd genuttigde verwarde snei in; 53 Een soort man die veel
muizenknip; 12 Italianen noemen de gelezen wordt; 54 Dit wordt U als
Etsch zo- 13 Bovenmatig grote, ge- men U te veel plaagt; 55 Hartstoch-
mengdc bewoners van Spanje in de telijk; 56 Pui; 57 Ge wordt er door
Middeleeuwen; 14 Straatjongen on- gesticht, dan m de war gebracht,
dor de vogels; 15 Volgt op „2"; 16 ^unt ge er iets op beschouwen; 58
Wat doen we met de bewoners van Blazersgroep; 59 De vriend van
dit eiland''; 17 Het laatste deel van Lamme Goedzak; 60 Wordt vaak
een lichaamsdeel voorop geplakt en door vaak gevolgd; 61 Vlieghaven
teleurstelling is Uw deel; 18 Breed- jn Nederland; 62 Een boom en nog
voerig dooreen geschudde haas uit gg cm zje daar zun vrucht; 63 Schud
Reinaert de Vos; 19 Groot stuk een godin door elkaar en het wordt
schoeisel; 20 Volgt op „15". 21 En- volstrekt vereist; 64 Hebt ge daar
gelse duim: 22 U laat 's winters de dit jaar ook weer de stoomboot zien
groente er wel uithalen; 23 Stop- komen? 65 Tien maal ,.L" (Ro-
plaat.s tussen Utrecht en Arnhem; rneins); 66 Draai Uw nek om en ge
24 Rijkaard; 25 Op catechisatie leert ZÏJt geen deskundige; 67 Een schip
U er zo tien ;26 Eenzaam en veria- loopt er veel van deze; 68 Het eer-
ten; 27 Wedstrijd; 28 Dit ontbreekt ste is meestal het tweede en het ge-
aan twee maal hiep; 29 In Oslo heel zit m het eerste; 69 U kunt er
spreekt men het; 30 Een appel zit mCp hijsen; 70 Niets; 71 Tijdelijk
er in: 31 Stop; 32 Opstoot; 33 Hei- afstaan; 72 Lichaamsdeel; 73 Soe-
lige bloem; 34 Vis; 35 Een schrijf- pPl; 74 Ieder mens heeft er twin-
lijn van rechts naar links levert een t,g; 75 Schoenmakerswerktuig; 76
strijdmacht op; 36 Wanneer U zo De bron van alle kwaad; 77 Volgt
geeft, bent U goedgeefs: 37 Zee- 0p „20"- 78 Lokspijs; 79 Begin; 80
mansgids; 38 Tot lus omgewerkte Schoenmakersmateriaal; 81 Draai-
laddertrede: 39 Als deze vol is. zijt end machinedeel; 82 Als onze Mi-
ge niet arm. 40 Woordje door ver- nister-President wat in de war is,
loofden vaak gewisseld; 41 Majeur; js hu er al; 83 Duw; 84 Langzaam
42 Maak dit toch niet. er is al zo wordt een langzaam dier met z'n
kop achter z'n staart: 85 Vroegere
halte tussen Amersfoort en Apel
doorn; 86 Geestdrift; 87 Prijzen; 88
Een aantal op z'n kop uitgesproken,
geeft nog geen prijs; 89 U kunt er
huiten op lopen, spreek het omge
draaid uit en ge kunt 'm bakken; 90
Republiek: 91 Plaats in Noord Bra
bant: 92 Eenheid van druk; 93 Met
deze Amerikaanse luchtvaartmij.
kunt ge de hele wereld over vlie
gen; 94 Reisdeken; 95 Vlug; 96 Wilt
U in het voorjaar bloembollen zien?
Daarheen!; 97 Requisitoir; 98 't Heeft
twee vleugels maar het kan toch
niet vliegen; 99 25 Te', 100 Hierheen
om ingenieur te worden; 101 Van
flinke afmetingen; 102 Elk Engels
werkwoord heeft dit bij zich; 103
Menigeen gaat daar wintersporten:
104 Frans lidwoord; 105 Van „58" is
dit 8.9; 106 Soldaat uit „107"; 107
Een der Grote Drie; 108 Nu; 109
Weg; 110 Weerom.
verlieten, pilaren als geweldige rot
sen doemden voor hem op. hij ren
de maar schichtig door Maar hoe
hij ook uitkeek, hij kon nergens,
nergens het gaatje van het hol van
de familie Kerkmuis vinden
Iedere keer dacht hij zijn huis ge
vonden te hebben, maar als h.j
dichterbij kwam was het een scheur
in de muur of een schaduw of zo
iets.
De lichten werden één voor één
gedoofd en het werd weer leeg en
donker in de kerk Rieltje huilde
nu en riep piepend om zijn moeder,
maar niemand, niemand antwoord
de hem. alleen de krassende krijs-
uilen uit de toren en dat maakte
hem nog eenzamer en banger.
Snikkend leunde hij tegen de
voet van een pilaar waaromheen
geen gouden ruimte meer lag. maar
de Grote Grijze Vlakte weer was
teruggekomen En over die Gro
te Vlakte kwam een schaduw aan
wandelen Rieltje drukte zich
rillend tegen de pilaar, dat zou de
Hij kon toch die avond met goed fatsoen
niet zomaar alleen die reis gaan doen
hij kon al die pakjes niet dragen!
Hij hobbelde over de wolken heen
verschrikkelijk treurig en heel alleen
en niemand om iets aan te vragen.
hij een woud 'f was pikke pikke donker en daarboven scheen de
van stoelen en
mensenbenen,
die de kerk
maan.
Toen zag hij aan de wolkenweg een zilveren
huisje staan.
Wat schitterde daar in de maneschijn?
Daar zaten twee paardjes in 't raamkozijn
zo zoet met hun hoefjes te spelen.
Het waren twee paardjes met vleugeltjes
en gouden en zilveren teugeltjes
ze zaten zich echt te vervelen.
Ze zagen vader Kerstmis en ze riepen: Luister 's!
„Wij zijn de kleine paardjes Pegabroer en Pegazus!"
En vadertje Kerstmis zei: „Aangenaam!"
en ging wat staan leunen aan 't wolkenraam
om even zijn nood te klagen.
Toen zeiden de paardjes: Kom op met die slee!
„Wij vliegen wel effetjes mee naar benee
„wij zullen die pakjes wel dragen
Ze bonden al het speelgoed vast en vader Kerstmis
vloog
met allebei de paardjes langs de grote regenboog.
Vertel het maar verder aan ieder kind:
Wie suikertjes onder de kerstboom vindt,
of knikkers of beesten of blokken.
Dat hebben de paardjes in huis gebracht!
Ze hebben gevlogen tot laat in de nacht,
en nu zijn ze pas weer vertrokken
Twee lieve kleine paardjes met hun witte
vleugeltjes
Ze hefen? Kom, ze heten? Pbroer en P...zus.
ANNIE M. G. SCHMIDT.
Geen Tweede Kerstdag
meer in Hongarije
De Tweede Kerstdag is in Hon
garije tot een gewone werkdag
verklaard. Dit is gebeurd, omdat
de arbeiders 2 Mei als vrije dag
hebben gekregen na de 1 Mei
viering en zij „ter voorkoming van
productieverlies" een andere vrije
dag daarvoor moesten afstaan.
Voortaan zullen, in afwijking
van de traditie, in Hongarije aan
de vooravond van Kerstmis alle
bioscopen, schouwburgen en res
taurants open zijn. Vroeger waren
die gesloten en reden zelfs de bus
sen en trams niet.
Wendy mag het zeggen
De grootste Britse speelgoedfabri
kant laat zich elk jaar tegen Kerst
mis adviseren door Wendy Miles,
een vierjarig Londens meisje. Wen
dy mag elk stukje speelgoed, dat
met Kerstmis op de markt komt,
proberen. Experts 'slaan haar reac
ties nauwkeurig gade om te zien of
het speelgoed bruikbaar is.