GILLES HOEFT MET
TE PIEKEREN
1953 1953 1953 1953
IN VOGELVLUCHT
Zij die ons
ontvielen
Slachtoffers
watersnood
91ste lijst
V
31 DECEMBER 1953
en op alle vragen wezenloos zei:
,,'t is bar. 't is bar" en daar waren
de vele kinderen die weerloos slie-
Pen op een kussensloop met gered
goed of in hun moeders arm. In
die grote hal vertelden de mensen
elkaar hun verhalen en die van hun
familie en vrienden: van de jonge
pasgetrouwde boer. die zijn vrouw
zag verdrinken, zich een nacht lang
in een boom vastklampte en zich
toen in de vergetelheid van het
donkere water liet glijden; van de
jonge vrouw, die op een zolder een
andere vrouw hielp bij de beval
ling. terwijl z© zojuist zelf een
baby van tien maanden was kwijt
geraakt. Gruwelverhalen waar ve
len gretig naar luisterden om een
ogenblik het eigen leed te vergeten.
Je voelde de lijfelijke aanwezig
heid van die honderden ongeluk-
kigen om je heen en dat was een
goed gevoel, want je was weer in
een wereld met mensen. We merk
ten dat de wereld ons niet vergeten
had. we hoorden van de vrijwilli
gerslegers. de radio-amateurs, de
helicopters, de droppings en de
moed en opoffering van de vele
naamlozen die ons kwamen helpen.
kocht zij voor Riekje een nieuwe
pop.
Vader, Gilles en ik hielpen op de
boerderij. Maar na een paar weken
werd mijn vader onrustig. Wat was
er van onze stee geworden? Ook
mijn moeder wilde terug. Het leek
ondankbaar tegenover deze harte
lijke Brabanders, maar w© voelden
ons niet thuis. Wij wilden ons eigen
dialect weer horen, wij wilden zien
wat er met ons eiland gebeurde,
wij hadden behoefte aan onze ..eigen
mensen", de mensen die er óófc in
gezeten hadden, die hetzelfde had
den meegemaakt als wij.
Twee maanden na de ramp waren
we terug op het eiland. We woon
den in twee kamers in het oude
stadje, een van de weinige plaatsen
van het eiland,.die nog bewoonbaar
waren. We moesten ons behelpen
met emmertjes schaars drinkwater,
maar we waren „thuis": tien kilo
meter van de plaats waar onze
boerderij in het water langzaam
uiteen begon te vallen. We zagen de
dijkwerkers en de ingenieurs zwoe
gen aan onz© wrakke dijken. We
roken de geur van verrotting en
bederf, die over de grote water-
We wisten dat we er weer bij
hoorden
Ik keek naar mijn moeder. Zij
had van een rode kruis-man een
kop koffie gekregen Haar handen
beefden en haar haar hing over
haar voorhoofd Ik zag ineens hoe
moe en oud ze er uitzag. Ik had
nog nooit zoveel van haar gehouden.
WE vonden onszelf terug op een
kleine boerderij in een Bra
bants dorp De boerin
streek mijn zusje over de haren,
toen Riekje, die haar overal achter
na liep. met grote, ernstige ogen
vertelde hoe haar twee poppen óók
verdronken waren. De volgende dag
plassen waaide, die vroeger polders
waren. We zagen de massa's wrak
hout en de kadavers tegen de
wankele dijken aanspoelen. We za
ten bij de voorjaarsstormen weer in
angst v°or nieuwe dijkdoorbraken.
Een paar keer op een dag zwenkte
een zwarte auto met aangespoelde
lichamen het hek van het dorps
kerkhof binnen De rij witte, houten
kruisen werd steeds langer
Vaak gingen we kijken naar het
dorp in de verte. Elke storm maai
de een paar huizen weg. Op een dag
was ook onze boerderij verdwenen.
Het was eer slag voor mijn vader.
Hij was op iie stee geboren, even
als zijn vader. Die avond zei hij:
de regering :al ons niet in de steek
laten, we gaan een nieuwe stee
bouwen als de polder droog is.
Elke dag trokken wij met zijn
drieën de pilders in om landbouw
werktuigen op te halen, die inder
haast warer achtergelaten. Het was
zwaar werk maar we rukten aan de
half weggezonken machines alsof
we daarme; wraak konden nemen
op de zee Als de zuigende modder
een roestige en kreunende dors
machine prijs moest geven, be
schouwden we dat als een persoon
lijke overvinning.
Terwijl ve op zoek waren naar de
verdronken machines de mees
te bleken wonderlijk genoeg nog
bruikbaar zagen we kleine boot
jes langs/aren. met mensen die
mochten (aan kijken naar wat het
water h;d overgelaten van hun
spulletjes die nu op gevaarlijke zol
ders lagen te vergaan Het viel ze
nooit mee Ze kwamen terug met
een armzalig bundeltje, haastig in
een kusrensloop gepropt, met een
verroeste naaimachine, met een ka
potte kick. Niemand wist. waarom
ze het iog meenamen. Misschien
zat er am zo'n klok de herinnering
van een bruiloftsfeest of een jubi
leum. misschien misgunden ze het
water zin buit.
's Avoids las mijn vader voor uit
de kran. die altijd al een dag oud
was als hij het eiland bereikte Gil
les wilds altijd het eerst horen hoe
veel er weer in het Rampenfonds
was bijgekomen. De grote getallen
fascineerden hem Ik denk. dat hij
zich voorstelde, hoe al die boeren
met al dat geld grote steeën zouden
kunnen bouwen met veel dieren en
hoe ze hun goede grond zouden
kunnen teru» winnen. Soms, als we
na een hele dag tussen dc stinken
de modder en de gezwollen kada
vers moedeloos werden, begon Gil
les te praten over die millioenen
die ons er weer bovenop zouden
helpen. Als mijn vader las:
..rt
latig lMtti V. olkspolii.
«ii» »ya«iK df nngtr^eidhcd-n van
1" Juni di*n:l hadden geweigerd.
Twee van hen xcuden rwls 2j.in
terrchtsertfld.
Stand Rampenfonds
nu f 116,8 milliocn
DEN HAAG. In de loop va
öe vorige wc*'* lx ccn tearae vat.
f 700 000overgemaakt aan het
■v NalionaA] Rampcrvfoodv. vaardcor
he' totale bedrac. waarover het
fonds kan beschikken is gesteger
t f 118.8 millloen.
Tr
verwonderde mijn moeder zich er
steeds weer over, dat al die men
sen in het hele. land en zelfs ver
weg, over de hele wereld, aan ons
dachten cn ons wilden helpen.
Niet alleen het millioentotaal van
het Rampenfonds steeg. Het doden
cijfer liep langzaam op tot dicht
bij de achttienhonderd En dezelfde
krantenpagina, waarvan mijn vader
voorlas over moeizaam herstel, van
weer-een-dijkgat-dicht en van Fin-
land-schenkt-scholen-voor-rampge-
bied, droeg bijna elke dag ook dit
nieuws:
•V
._.r'Cfc-vnjMn v»
boter, dan fjrerm d«t *1 b{J
cht *ao «nionnagr tn de ofoij-
Je huidige machthebbers."
DEN HAAG. Het Informatie
bureau van hot Nodirlandu- Rode
Krttu heeft DinxdaR ac llrt* lost
'■?o geborgen cn geid^nHfieeerd*
slachtoffer' van de **tersc:-od uit-
lege ven. D«c luidt els volgt j
NIEUWER KERK
ging Cornclio Janna 'au- de Her; j
ndm Xcb. 3J3-1W1 te NieuwerXcrk; Jacr/
bui Filmer gch 30.1.1844 tp O*
Ierland: Maximilian filmer, ge
27.8 IMi ie Nieu/ -k: Adruf
Cornell* J
Toen, terwijl de vruchtbomen in
onze hof stervend hun laatste bloe
sem droegen boven het modder
water rond hun bruine stammen,
werd Gilles ziek. Misschien had hij
de ziekte al lang voor de ramp bij
zich gedragen. Maar de snerpende
wind en de doordringende kou. die
hij doorstaan had toen wij op het
dak zaten, hadden het verwoestend
werk voltooid.
Een dag voor hij met zieke lon
gen naar het ziekenhuis werd ge
bracht, zei hij tegen mij: je moet
moeder wat opbeuren, ze ziet het
veel te somber in, ik ben weer
gauw terug.
Gilles was altijd veel moediger
geweest dan ik.
MIJN moeder hield zich goed.
Er was ook geen gelegenheid
om te piekeren, want kort
daarna kregen we een noodwoning,
een eenvoudig houten huisje met
genoeg ruimte voor ons vieren. Na
de inwoning waren we geneigd, het
als een paleis te beschouwen Het
was jammer, dat Gilles niet kon
zien, hoe het Rampenfonds nu voor
alles zorgde: de meubels, de bed
den. de keukenuitzet. In alle veer
tig noodwoningen brandde 's avonds
dezelfde soort lamo boven dezelfde
soort tafel, maar iedereen vond het
een heerlijk gevoel weer een eigen
dak boven het hoofd te hebben, al
was het dan ook een tijdelijk dak
En omdat in alle huisjes mensen
uit ons eigen dorp woonden, vorm
den we met elkaar een vertrouwde
gemeenschap Maar een gemeen
schap. die alleen maar wachtte tot
het water verdwenen was en het
dorp herbouwd zou zijn, om een
grote volksverhuizing te beginnen.
Dat zou nog lang duren. Ons huis
was het laatste uit de rij. Iedere
morgen keek ik door het venster
uil over de grote watervlakte, die
twee keer per dag rees en daalde
met de zee. die door het grote gat
in de Zuid dijk vrij spel had in on
ze polder.
Er werd hard gewerkt. In de maan
den die nu kwamen veranderde het
gezicht van het eiland met de dag.
Draglines, kranen, sleepboten, kan-
telbakken. caissons: de verdronken
polders daverden van activiteit.
Waar een dorp droogviel, ruimden
jonge mensen uit verschillende lan
den de dikke modderlaag uit de
huizen die nog overeind gebleven
waren. Gilles, die ik nu eens per
maand zag. wilde er alles over we
ten. Ik voelde me altijd opgewekter
als ik met hem gepraat had.
HET werd herfst en nog altijd
ploeterden de dijkwerkers
aan de gaten. De vrijwilli
gers waren al lang weer thuis. In
de kranten hadden wereldnieuws
ert interlandwedstrijden hun plaats
weer opgeëist en nog altijd was de
polder een watervlakte.
Tot de tekenstiften van de in
genieurs en de knuisten van dc
dijkwerkers eindelijk het grote
stroomgat. een van de laatsten van
het rampgebied, bedwongen. Reus
achtige pompen, die op verschil
lende plaatsen in de polder werden
opgesteld, begonnen dag en nacht
te werken. Toen de dichting van
het laatste dijkgat. bij Ouwerkerk,
de ramp nog een keer tot wereld
nieuws maakte, was het water in
onze polder sterk gedaald.
Op een morgen zag ik door het
venster, hoe het eerste hek boven
water uitstak: een paar staken be
dekt met een dikke koek mossel
schelpen Die Zondag schreef ik
Gilles een lange brief, waarin ik
hem vertelde, hoe we nu gauw over
de weg naar het dorp zouden kun
nen lopen.
Een paar weken later was het
zover. Meer dan de helft van de
huizen was weg. Die er nog ston
den hielden elkaar overeind.
Met mijn vader liep ik over de
kapotte weg het dorp uit, naar do
boerderij We zeiden niet veel te
gen elkaar. Een berg puin met hier
en daar een hoop verwrongen ijzer
was alles wat er nog over was van
de boerderij waar mijn vader was
geboren en waar wij in die Febru-
ari-nacht doodsangst hadden uitge
staan Alleen het lichte dak van de
kapschuur was op een paar palen
blijven hangen. De boerderij, de
stallen, de schuren- alles was ver
woest. Zwijgend keerden we terug.
Een paar meeuwen, die hun do
mein door het zakkende water za
gen ingeperkt, vlogen krijsend op.
Ik voelde ineens weer dezelfde
kou. die in de rampnacht door
mijn huid had geprikt.
DAARNA sprak mijn vader een
tijd niet meer over opbou
wen en opnieuw beginnen.
Maar vaak zie ik hem 's avonds
zitten peinzen en rekenen. Ik weet,
dat hij dan in gedachten toch weer
bezig is met de nieuwe stee. Er
zal nog heel wat zout water door
de brede zeearmen langs de her
stelde dijken van ons land stro
men, voor de boerderij er staat.
Een paar maanden, een jaar, twee
jaar. het is bij benadering niet te
zeggen. Dat wordt nog een harde
tijd en we zullen veel hulp nodig
hebben. Maar als ik naar mijn
vader kijk, weet ik. dat de stee
cr komt. Gilles hoeft niet te pie
keren.
NEDERLAND heeft het afgelopen jaar bewezen een natie te zijn, die
niet bij de pakken neerzit. Na de ramp van 1 Februari werd de hulp
verlening aan de getroffen bevolking, alsmede het definitieve herstel der
geteisterde gebieden met grote voortvarendheid ter hand genomen. Het
eerste was mogelijk o.a. dank zij de hulp uit het buitenland, die ons volk
met grote erkentelijkheid vervulde. Van het tweede getuigde o.a. de grote
spoed, die de beide Kamers betrachtten bij de behandeling van de ramp-
schadewet. Het herstel van de rampschade zal het rijk op 800 millioên
komen te staan, welk bedrag over twee jaar wordt verdeeld.
DE dichting der dijken geschiedde snel.
Het laatste stroomgat. dat bij Ou
werkerk. werd begin November gesloten
Niet gesloten echter werd het gat in de
begroting. Desondanks besloot dc rege
ring tot een verlaging der belastingdruk,
o a. in verband met de huurverhoging, cn
een reeks andere maatregelen, die daAr-
mcc samenhangen. De voornaamstcn
daarvan zijn de opheffing der consump-
tlebepcrking cn een nieuwe loonronde.
Nauw hangt daarmee samen het vraag
stuk van de loonpolitiek, waarover het
eerste woord in dit jaar tenminstg
op 2 Januari al werd gesproken door de
voorzitter van het Verbond van Neder
landse Werkgevers, maar waarover het
laatste woord nog niet is gezegd,
Belangrijke zaken, waarmee het parle
ment zich dit jaar te bemoeien kreeg ziln
voorts; dc herziening van ons Burgerlijk
Wetboek, de nieuwe Zondagswet cn de
industrialisaticnota, dc vierde sinds het
einde van dc oorlog, duidelijk getuigend
van ons herstel sinds 1945
Van herstel gesprokende wederop
bouw van ons spoorwegnet, na de bevrij
ding met kracht ter hand genomen, vond
dit jaar zijn voorlopige voltooiing in dc
electrificatic van dc lijn Arnhem-Zwolle,
waarvan het laatste traject op 17 Mol
werd opengesteld Zover is de woning
bouw nog niet Maar dc regering heeft
voor dc komende drie jaar de bouw van
174.000 huizen in het vooruitzicht kunnen
stellen,
Naast dc doorbraak van de dijken vond
dit jaar ook nog een andere .doorbraak"
plaats. Een voortzetting van die, welke in
1952 geschiedde. Bij dc gemeenteraads
verkiezingen won de PvdA 85 zetels De
CPN kreeg opnieuw een zware slag. Een
zware slag kreeg ook dc Nederlandse
koopvaardij toen op 8 Januari de ..Klip
fontein" bij Afrika verloren ging.
Veel gesproken werd in 1953 over de
zeven oorlogsmisdadigers, die uit Breda
ontsnapten, over de heer Dc Boer van
..De Ommelanden', over ex-konstabel
Fonteyn en over het vogelpark „Avi
fauna". Van zich spreken deed ook de
bemanning van dc KLM-Llftmaster
Dammc" door haar prestatie in de
Christchurch-race Algemeen was men
het er over eens. dat zij cr veel toe heeft
bijgedragen het prestige van Nederland
te vergroten Of men datzelfde ook kan
zeggen van het besluit, de 5e Mei niet
meer als nationale feestdag te vieren, tg
iets. waarover minder eenstemmigheid
bestaat. Eenstemmigheid was er echter
weer wol op dc dag. dat „ome Jan" van
Zutphen zijn 90e verjaardag vierde Want
hij is «en nationale figuur, met wie heel
ons volk meeleeft, zoals het ook meeleef
de met onze vorstin toen die in Septem
ber haar eerste regeringslustrum had.
Een ander jubileum in 1953 was dat van
de Koninklijke Luchtmacht, die 40 jaar
bestond. En dit alles bij elkaar is het ge
weest. waarom 1953 een bijzonder jaar
kan worden genoemd. Hetgeen o.a. ook
hieruit blijkt, dat wij cr de koudste
Junidag sinds een eeuw en met één
uitzondering de droogste October cn
November sinds een eeuw in beleefden.
\7 ELE goede landgenoten zijn ons
v het afgelopen jaar door de dood
ontvallen. Als wij deze woorden
neerschrijven, denken wy natuur
lijk in de eerste plaats aan al die
genen, die het leven lieten tenge
volge van de overstromingsramp in
Februari. Hen op deze plaats door
het noemen van hun namen te
herdenken, zou ondoenlijk zijn. Het
verhaal, dat de broer van Gilles op
deze pagina vertelt en dat de droe
ve gebeurtenissen van Februari
weer in herinnering roept, draagt,
menen wij, er het zijne toe bij hun
nagedachtenis te eren. Enkele an
dere Nederlanders echter niet tot
de slachtoffers van dc watersnood
behorende die. door diverse oor
zaken om het leven kwamen, wil
len wij op deze plaats met name
noemen Uiteraard moesten wij ons
ook daarbij sterk beperken. Tot de
overledenen in 1953 behoren o.m.:
A Q. H Dijxhoorn, oud-minister
van Oorlog: dr A. Loudon socr-
generaal van het Permanente Hof
van Arbitrage; Henri M. J. Blom-
jous. oud-lid van de Eerste Kamer
(R.K.); ir H J Slot oud-construc
teur van de Panderjager; ir P. J C.
Vos. directeur van Fokker; dr P. C.
Gugelot, oud-geneesheer-directeur
van het Nederlands sanatorium in
Davos; ir S. P. J. A. van Hoogstra
ten. mede-oprichter van de Neder
landse Vereniging voor Luchtvaart;
dr P. A Dietz. parapsycholoog en
zenuwarts; prof J. B. Tielrooy. oud
hoogleraar in de Franse taal en
Oud-min. Dijxhoorn Prof. Diepenhorst
G. de Clcrq
Klaas Tot
letterkunde aan de universiteit van
.Amsterdam; vice-admiraal F Stam,
vlagofficier van het ministerie van
Marine; P. J. Rutten, oud-Kamer-
lid; prof. dr P. A. Diepenhorst, oud
lid van de Eerste Kamer: prof. dr
ir F. J. Ncllcnstein, oud-directeur
van het Rijkswegcnlaboratorium; G.
de Clerq, voorzitter van de Avro;
Jac. Smael. kolonel van het Leger
des Heils; dr H. Schneider, oud
directeur van het Mauritshuis te
's-Gravenhage; ir S. Louwes. direc
teur-generaal van de Voedselvoor
ziening; mr dr P. G v. Tienhoven,
bekend natuurbeschermer; lt.-gen.
L. H. van Oyen, oud-commandant
van de Ncdcrl. strijdkrachten in
Indonesië en Klaas Tot. schipper
van de reddingboot „Brandaris" te
Terschelling. Joris van den Bergh,
sportjournalist; Loet C. Barnstijn,
bioscoopexploitant en filmproducer.
Aan het Nederlandse kunstleven
ontvielen: mr Martinus Nijhoff,
dichter: Emmy Andriesse. fotografe;
Top Naeff, romanschrijfster; Cor
Hermus. acteur; Bernard van den
Sigtenhorst Meyer, componist. Man-
nus Franken, cineast; Marie van
Eysden—Vink, actrice.
IJN broer Gilles
kan cr dit jaar
met bij zijn.
Misschien zal cr
dit jaar trou
wens niet veel
van Oude jaar
viering komen,
nu de boerderij verdwenen is en
Gilles in het ziekenhuis ligt. Hij
Zal wel aan ons denken. Straks,
als de stoomfluiten het Nieuwe
Jaar begroeten zal hij in zijn witte
bed stil liggen kijken naar de
nachtlamp. Hij zal zich voorstel
len, hoe mijn vader, mijn moeder,
Riekje en ik, rond de gekregen ta
fel zitten in de lichtkring van de
gekregen lamp, die onze nood
woning verlicht, de noodwoning
die hij alleen kent van de foto's
die mijn moeder hem heeft ge
stuurd.
Ik hoop. dat hij niet gaat liggen
denken aan die nacht, toen de we
reld rondom ons wegspoelde en wij
op het dak achter bleven, door ie
dereen verlaten De dokter heeft
gezegd: niet piekeren, dan zijn je
iongen gauw beter.
Gilles probeert zici daaraan te
houden, maar die nacht kan hij
niet vergeten Fy draagt haar, net
als wij, overal met zich mee. Zijn
longen zullen wel genezen, maai
de angstsporen die het zoute wa
ter die nacht in zijn ziel beet. raakt
hij nooit meer kwijt, evenmin als
die duizenden anderen, die toen de
kille hand van de dood op hun
huid hebben gevoeld.
Als wij straks bij elkaar zitten
waarom eigenlijk? zal mijn
moeder zuchtend zeggen; vorig
jaar hadden we het beter. Mimi
vader zegt dan: volgend jaar zit
ten we weer op onze eigen stee.
Want het geloof van mijn vader
en van alle boeren van ons eiland,
is onbeperkt. Het is het geloof van
vele generaties, die mei de zee ge
worsteld hebben, soms tijdelijk van
haar verloren om haar later weer
te bedwingen. Hun geloof wortelt
in 'n rotsvast vertrouwen in God. in
eigen bekwaamheid en onderne
mingsgeest en in hel besef, dat een
boer niets anders kan dan zijn
boerderij besturen
Van ons dorp is niet veel meer
over dan een handje vol huizen
rond de kerk. De bewoners zitten
overal verspreid, in noodwoningen
of in een paar kamers in een
vreemd huis. Maar dat geloof en
de gehechtheid aan de vertrouwde
grond zullen ons eiland weer be
woonbaar maken. Zoals het be
woonbaar is geworden, nadat de
Duitsers waren verslagen, die in
1944 het water door de sluizen naar
binnen hadden gehaald.
Van de nieuwe schuur die myn
vader daarna liet bouwen, staat nog
het dak op een paar palen. De stee
is weg. de dieren zijn verdronken,
de grond is doordrenkt met zout en
Gilles ligt in het ziekenhuis, maar:
de buitendijken zijn weer dicht, het
water is weggepompt en volgend
jaar zitten we misschien op een
nieuwe stee. zegt mijn vader. Dan
is het ook zo.
r I A OEN Gilles en ik die Zaterdag
avond in een vliegende storm
van de buitendijk terugkwa
men. zei mijn broer- het is kwaad
weer vader, het water is nog nooit
zo ver geweest
De volgende morgen om elf uur
stond de boerderij rondom m het
water. Mijn vader vond goed. dat
ik de 9radio aanzette. Riekje zei:
morgen hoef ik fijn niet naai
school. Mijn moeder liep bezorgd
door hei huis. Twe uur later, toen
het water in de -rote polder waar
in wij woonden, langzaam, maar
onrustbarend steeg, droegen -vij al
les wat we konden versjouwen naar
de zolder en maakten we de dieren
los De radio zei: acht doen in
's-Gravendeel.
Wees zuinig met de accu. waar
schuwde myn vader, „zet de odio
alleen aan als er nieuws is.
Maar het rampzalige nieuWs hield
niet meer op. De nieuwslezer noem
de steeds andere plaatsen, nieuwe
doden, meer dijkdoorbraken grotere
overstromingen
Het wordt een ramp, zei mijn
moeder. Gilles zei: ze zullen straks
wel een boot sturen uit het dorp.
Maar in het dorp twee kilometer
verderop, heerste paniek. Moeders
met kinderen op de arm waadden
tot hun middel door het water naar
de kerk midden in het dorp. de eni
ge plek die nog droog was.
Toen het donker werd zaten we
op zolder en luisterden naar de
doodskreten van de stervende die
ren beneden ons. Door het zolder
raam zag ik plotseling het hoofd
van de roodbruine hengst, het
paard van Gilles, boven water ko
men Met uitpuilende angstogen
keek het dier mij aan. gaf een bij
na menselijke schreeuw en ver
dween voor goed. Ik werd plotse
ling bang.
Mijn vader sloeg de Bijbel open
en las van de natuurrampen die het
Oude Volk sloegen. Ik zou hem dat
de komende maanden nog vaak zien
doen. De woorden schenen een
nieuwe betekenis te krijgen, hoe
wel ik ze al vaak gehoord nad
De boot kan nu elk ogenblik
hier zijn, zei Gilles.
Anderhalf uur liter moesten we
op het dak klimmen en begonnen
de verschrikkelijkste uren van ons
leven.
We hadden geen radio meer en
konden dus niet horen, hoe 't land
gealarmeerd werd. Hoe de vrijwil
ligers. schippers en scholieren, met
selaars en metaalbewerkers, stu
denten en soldaten ons te hulp snel
den. Hoe het dodencijfer bleef stij
gen en hoe wanhopig duizenden
met de dood worstelden. Wij zaten
op de paar vierkante meter van
ons schuine dak en wachtten op
de boot die niet zou komen.
Het was ijzig koud en het wa
ter kolkte meedogenloos om ons
heen. de wereld was verzwolgen.
Mijn vader, die d^ Bijbel m^t zich
meegenomen had, wilde het Boek
weer openen. Maar het glipte uit
zijn stijve vingers, rolde van het
dag af en plonsde gelijk met een
dakpan in het water. Ook God had
ons verlaten.
Die nacht voelde ik enkele ke
ren een wee angstgevoel uit mijn*
maag omhoog kruipen naar mijn
keel. Ik keek naar mijn moeder,
die met Riekje bij de schoorsteen
zat. een deken om mijn zusje heen
geslagen. Opnieuw werd ik bang.
De nacht eindigde in een gore
schemering. De wereld bestond uit
een stukje dak met vijf mensen
en zwiepende boomtoppen in een
bruine. klotsende zee, waarin
vreemde donkere dingen dreven In
de verte lag het verlaten dorp; een
kerktoren met een paar daken.
Straks sturen zij boten, zei Gil
les, de radio zei het gisteren.
Toen kwam er een vliegtuig. De
piloot zag ons niet. Een kwartier
later was er weer een. Gilles
zwaaide met een deken en
schreeuwde uit alle macht, terwijl
mijn vader hem om zijn middel
vasthield Het toestel vloog door.
Die dag was de Rcht vol ge
ronk van motoren en telkens vloog
de redding* dichterbij om steeds
weer te verdwijnen.
Het kan nu niet lang meer duren,
zei Gilles. Ik wist niet wat hij daar
precies mee bedoelde.
Toen ineens, het begon al don
ker te worden, was dat vliegtuig
laag boven ons. De piloot cirkelde
rond en wierp iets uit Even later
haalden we een grote opgepompte
rubberboot naar ons toe. Mijn moe
der huilde
Er waren geen riemen bij. In de
duisternis stapten we in de boot en
dreven langzaam naar de veilig
heid.
IN het vluchtelingencentrum lie
pen jachtige verpleegsters en be
drijvige padvinders rond tussen
de honderden verdrevenen, die de
doodsschrik nog in de ogen hadden.
Daar was een moeder die huilend
iedereen aanklampte en naar haar
vermiste kinderen vroeg; daar was
een meisje dat zich met vertrokken
gezicht bosjes haar uit het hoofd
trok; daar was een man. die zijn
hondje tegen zich aan gedrukt hield