GILLES HOEFT MET TE PIEKEREN 1953 1953 1953 1953 IN VOGELVLUCHT Zij die ons ontvielen Slachtoffers watersnood 91ste lijst V 31 DECEMBER 1953 en op alle vragen wezenloos zei: ,,'t is bar. 't is bar" en daar waren de vele kinderen die weerloos slie- Pen op een kussensloop met gered goed of in hun moeders arm. In die grote hal vertelden de mensen elkaar hun verhalen en die van hun familie en vrienden: van de jonge pasgetrouwde boer. die zijn vrouw zag verdrinken, zich een nacht lang in een boom vastklampte en zich toen in de vergetelheid van het donkere water liet glijden; van de jonge vrouw, die op een zolder een andere vrouw hielp bij de beval ling. terwijl z© zojuist zelf een baby van tien maanden was kwijt geraakt. Gruwelverhalen waar ve len gretig naar luisterden om een ogenblik het eigen leed te vergeten. Je voelde de lijfelijke aanwezig heid van die honderden ongeluk- kigen om je heen en dat was een goed gevoel, want je was weer in een wereld met mensen. We merk ten dat de wereld ons niet vergeten had. we hoorden van de vrijwilli gerslegers. de radio-amateurs, de helicopters, de droppings en de moed en opoffering van de vele naamlozen die ons kwamen helpen. kocht zij voor Riekje een nieuwe pop. Vader, Gilles en ik hielpen op de boerderij. Maar na een paar weken werd mijn vader onrustig. Wat was er van onze stee geworden? Ook mijn moeder wilde terug. Het leek ondankbaar tegenover deze harte lijke Brabanders, maar w© voelden ons niet thuis. Wij wilden ons eigen dialect weer horen, wij wilden zien wat er met ons eiland gebeurde, wij hadden behoefte aan onze ..eigen mensen", de mensen die er óófc in gezeten hadden, die hetzelfde had den meegemaakt als wij. Twee maanden na de ramp waren we terug op het eiland. We woon den in twee kamers in het oude stadje, een van de weinige plaatsen van het eiland,.die nog bewoonbaar waren. We moesten ons behelpen met emmertjes schaars drinkwater, maar we waren „thuis": tien kilo meter van de plaats waar onze boerderij in het water langzaam uiteen begon te vallen. We zagen de dijkwerkers en de ingenieurs zwoe gen aan onz© wrakke dijken. We roken de geur van verrotting en bederf, die over de grote water- We wisten dat we er weer bij hoorden Ik keek naar mijn moeder. Zij had van een rode kruis-man een kop koffie gekregen Haar handen beefden en haar haar hing over haar voorhoofd Ik zag ineens hoe moe en oud ze er uitzag. Ik had nog nooit zoveel van haar gehouden. WE vonden onszelf terug op een kleine boerderij in een Bra bants dorp De boerin streek mijn zusje over de haren, toen Riekje, die haar overal achter na liep. met grote, ernstige ogen vertelde hoe haar twee poppen óók verdronken waren. De volgende dag plassen waaide, die vroeger polders waren. We zagen de massa's wrak hout en de kadavers tegen de wankele dijken aanspoelen. We za ten bij de voorjaarsstormen weer in angst v°or nieuwe dijkdoorbraken. Een paar keer op een dag zwenkte een zwarte auto met aangespoelde lichamen het hek van het dorps kerkhof binnen De rij witte, houten kruisen werd steeds langer Vaak gingen we kijken naar het dorp in de verte. Elke storm maai de een paar huizen weg. Op een dag was ook onze boerderij verdwenen. Het was eer slag voor mijn vader. Hij was op iie stee geboren, even als zijn vader. Die avond zei hij: de regering :al ons niet in de steek laten, we gaan een nieuwe stee bouwen als de polder droog is. Elke dag trokken wij met zijn drieën de pilders in om landbouw werktuigen op te halen, die inder haast warer achtergelaten. Het was zwaar werk maar we rukten aan de half weggezonken machines alsof we daarme; wraak konden nemen op de zee Als de zuigende modder een roestige en kreunende dors machine prijs moest geven, be schouwden we dat als een persoon lijke overvinning. Terwijl ve op zoek waren naar de verdronken machines de mees te bleken wonderlijk genoeg nog bruikbaar zagen we kleine boot jes langs/aren. met mensen die mochten (aan kijken naar wat het water h;d overgelaten van hun spulletjes die nu op gevaarlijke zol ders lagen te vergaan Het viel ze nooit mee Ze kwamen terug met een armzalig bundeltje, haastig in een kusrensloop gepropt, met een verroeste naaimachine, met een ka potte kick. Niemand wist. waarom ze het iog meenamen. Misschien zat er am zo'n klok de herinnering van een bruiloftsfeest of een jubi leum. misschien misgunden ze het water zin buit. 's Avoids las mijn vader voor uit de kran. die altijd al een dag oud was als hij het eiland bereikte Gil les wilds altijd het eerst horen hoe veel er weer in het Rampenfonds was bijgekomen. De grote getallen fascineerden hem Ik denk. dat hij zich voorstelde, hoe al die boeren met al dat geld grote steeën zouden kunnen bouwen met veel dieren en hoe ze hun goede grond zouden kunnen teru» winnen. Soms, als we na een hele dag tussen dc stinken de modder en de gezwollen kada vers moedeloos werden, begon Gil les te praten over die millioenen die ons er weer bovenop zouden helpen. Als mijn vader las: ..rt latig lMtti V. olkspolii. «ii» »ya«iK df nngtr^eidhcd-n van 1" Juni di*n:l hadden geweigerd. Twee van hen xcuden rwls 2j.in terrchtsertfld. Stand Rampenfonds nu f 116,8 milliocn DEN HAAG. In de loop va öe vorige wc*'* lx ccn tearae vat. f 700 000overgemaakt aan het ■v NalionaA] Rampcrvfoodv. vaardcor he' totale bedrac. waarover het fonds kan beschikken is gesteger t f 118.8 millloen. Tr verwonderde mijn moeder zich er steeds weer over, dat al die men sen in het hele. land en zelfs ver weg, over de hele wereld, aan ons dachten cn ons wilden helpen. Niet alleen het millioentotaal van het Rampenfonds steeg. Het doden cijfer liep langzaam op tot dicht bij de achttienhonderd En dezelfde krantenpagina, waarvan mijn vader voorlas over moeizaam herstel, van weer-een-dijkgat-dicht en van Fin- land-schenkt-scholen-voor-rampge- bied, droeg bijna elke dag ook dit nieuws: •V ._.r'Cfc-vnjMn v» boter, dan fjrerm d«t *1 b{J cht *ao «nionnagr tn de ofoij- Je huidige machthebbers." DEN HAAG. Het Informatie bureau van hot Nodirlandu- Rode Krttu heeft DinxdaR ac llrt* lost '■?o geborgen cn geid^nHfieeerd* slachtoffer' van de **tersc:-od uit- lege ven. D«c luidt els volgt j NIEUWER KERK ging Cornclio Janna 'au- de Her; j ndm Xcb. 3J3-1W1 te NieuwerXcrk; Jacr/ bui Filmer gch 30.1.1844 tp O* Ierland: Maximilian filmer, ge 27.8 IMi ie Nieu/ -k: Adruf Cornell* J Toen, terwijl de vruchtbomen in onze hof stervend hun laatste bloe sem droegen boven het modder water rond hun bruine stammen, werd Gilles ziek. Misschien had hij de ziekte al lang voor de ramp bij zich gedragen. Maar de snerpende wind en de doordringende kou. die hij doorstaan had toen wij op het dak zaten, hadden het verwoestend werk voltooid. Een dag voor hij met zieke lon gen naar het ziekenhuis werd ge bracht, zei hij tegen mij: je moet moeder wat opbeuren, ze ziet het veel te somber in, ik ben weer gauw terug. Gilles was altijd veel moediger geweest dan ik. MIJN moeder hield zich goed. Er was ook geen gelegenheid om te piekeren, want kort daarna kregen we een noodwoning, een eenvoudig houten huisje met genoeg ruimte voor ons vieren. Na de inwoning waren we geneigd, het als een paleis te beschouwen Het was jammer, dat Gilles niet kon zien, hoe het Rampenfonds nu voor alles zorgde: de meubels, de bed den. de keukenuitzet. In alle veer tig noodwoningen brandde 's avonds dezelfde soort lamo boven dezelfde soort tafel, maar iedereen vond het een heerlijk gevoel weer een eigen dak boven het hoofd te hebben, al was het dan ook een tijdelijk dak En omdat in alle huisjes mensen uit ons eigen dorp woonden, vorm den we met elkaar een vertrouwde gemeenschap Maar een gemeen schap. die alleen maar wachtte tot het water verdwenen was en het dorp herbouwd zou zijn, om een grote volksverhuizing te beginnen. Dat zou nog lang duren. Ons huis was het laatste uit de rij. Iedere morgen keek ik door het venster uil over de grote watervlakte, die twee keer per dag rees en daalde met de zee. die door het grote gat in de Zuid dijk vrij spel had in on ze polder. Er werd hard gewerkt. In de maan den die nu kwamen veranderde het gezicht van het eiland met de dag. Draglines, kranen, sleepboten, kan- telbakken. caissons: de verdronken polders daverden van activiteit. Waar een dorp droogviel, ruimden jonge mensen uit verschillende lan den de dikke modderlaag uit de huizen die nog overeind gebleven waren. Gilles, die ik nu eens per maand zag. wilde er alles over we ten. Ik voelde me altijd opgewekter als ik met hem gepraat had. HET werd herfst en nog altijd ploeterden de dijkwerkers aan de gaten. De vrijwilli gers waren al lang weer thuis. In de kranten hadden wereldnieuws ert interlandwedstrijden hun plaats weer opgeëist en nog altijd was de polder een watervlakte. Tot de tekenstiften van de in genieurs en de knuisten van dc dijkwerkers eindelijk het grote stroomgat. een van de laatsten van het rampgebied, bedwongen. Reus achtige pompen, die op verschil lende plaatsen in de polder werden opgesteld, begonnen dag en nacht te werken. Toen de dichting van het laatste dijkgat. bij Ouwerkerk, de ramp nog een keer tot wereld nieuws maakte, was het water in onze polder sterk gedaald. Op een morgen zag ik door het venster, hoe het eerste hek boven water uitstak: een paar staken be dekt met een dikke koek mossel schelpen Die Zondag schreef ik Gilles een lange brief, waarin ik hem vertelde, hoe we nu gauw over de weg naar het dorp zouden kun nen lopen. Een paar weken later was het zover. Meer dan de helft van de huizen was weg. Die er nog ston den hielden elkaar overeind. Met mijn vader liep ik over de kapotte weg het dorp uit, naar do boerderij We zeiden niet veel te gen elkaar. Een berg puin met hier en daar een hoop verwrongen ijzer was alles wat er nog over was van de boerderij waar mijn vader was geboren en waar wij in die Febru- ari-nacht doodsangst hadden uitge staan Alleen het lichte dak van de kapschuur was op een paar palen blijven hangen. De boerderij, de stallen, de schuren- alles was ver woest. Zwijgend keerden we terug. Een paar meeuwen, die hun do mein door het zakkende water za gen ingeperkt, vlogen krijsend op. Ik voelde ineens weer dezelfde kou. die in de rampnacht door mijn huid had geprikt. DAARNA sprak mijn vader een tijd niet meer over opbou wen en opnieuw beginnen. Maar vaak zie ik hem 's avonds zitten peinzen en rekenen. Ik weet, dat hij dan in gedachten toch weer bezig is met de nieuwe stee. Er zal nog heel wat zout water door de brede zeearmen langs de her stelde dijken van ons land stro men, voor de boerderij er staat. Een paar maanden, een jaar, twee jaar. het is bij benadering niet te zeggen. Dat wordt nog een harde tijd en we zullen veel hulp nodig hebben. Maar als ik naar mijn vader kijk, weet ik. dat de stee cr komt. Gilles hoeft niet te pie keren. NEDERLAND heeft het afgelopen jaar bewezen een natie te zijn, die niet bij de pakken neerzit. Na de ramp van 1 Februari werd de hulp verlening aan de getroffen bevolking, alsmede het definitieve herstel der geteisterde gebieden met grote voortvarendheid ter hand genomen. Het eerste was mogelijk o.a. dank zij de hulp uit het buitenland, die ons volk met grote erkentelijkheid vervulde. Van het tweede getuigde o.a. de grote spoed, die de beide Kamers betrachtten bij de behandeling van de ramp- schadewet. Het herstel van de rampschade zal het rijk op 800 millioên komen te staan, welk bedrag over twee jaar wordt verdeeld. DE dichting der dijken geschiedde snel. Het laatste stroomgat. dat bij Ou werkerk. werd begin November gesloten Niet gesloten echter werd het gat in de begroting. Desondanks besloot dc rege ring tot een verlaging der belastingdruk, o a. in verband met de huurverhoging, cn een reeks andere maatregelen, die daAr- mcc samenhangen. De voornaamstcn daarvan zijn de opheffing der consump- tlebepcrking cn een nieuwe loonronde. Nauw hangt daarmee samen het vraag stuk van de loonpolitiek, waarover het eerste woord in dit jaar tenminstg op 2 Januari al werd gesproken door de voorzitter van het Verbond van Neder landse Werkgevers, maar waarover het laatste woord nog niet is gezegd, Belangrijke zaken, waarmee het parle ment zich dit jaar te bemoeien kreeg ziln voorts; dc herziening van ons Burgerlijk Wetboek, de nieuwe Zondagswet cn de industrialisaticnota, dc vierde sinds het einde van dc oorlog, duidelijk getuigend van ons herstel sinds 1945 Van herstel gesprokende wederop bouw van ons spoorwegnet, na de bevrij ding met kracht ter hand genomen, vond dit jaar zijn voorlopige voltooiing in dc electrificatic van dc lijn Arnhem-Zwolle, waarvan het laatste traject op 17 Mol werd opengesteld Zover is de woning bouw nog niet Maar dc regering heeft voor dc komende drie jaar de bouw van 174.000 huizen in het vooruitzicht kunnen stellen, Naast dc doorbraak van de dijken vond dit jaar ook nog een andere .doorbraak" plaats. Een voortzetting van die, welke in 1952 geschiedde. Bij dc gemeenteraads verkiezingen won de PvdA 85 zetels De CPN kreeg opnieuw een zware slag. Een zware slag kreeg ook dc Nederlandse koopvaardij toen op 8 Januari de ..Klip fontein" bij Afrika verloren ging. Veel gesproken werd in 1953 over de zeven oorlogsmisdadigers, die uit Breda ontsnapten, over de heer Dc Boer van ..De Ommelanden', over ex-konstabel Fonteyn en over het vogelpark „Avi fauna". Van zich spreken deed ook de bemanning van dc KLM-Llftmaster Dammc" door haar prestatie in de Christchurch-race Algemeen was men het er over eens. dat zij cr veel toe heeft bijgedragen het prestige van Nederland te vergroten Of men datzelfde ook kan zeggen van het besluit, de 5e Mei niet meer als nationale feestdag te vieren, tg iets. waarover minder eenstemmigheid bestaat. Eenstemmigheid was er echter weer wol op dc dag. dat „ome Jan" van Zutphen zijn 90e verjaardag vierde Want hij is «en nationale figuur, met wie heel ons volk meeleeft, zoals het ook meeleef de met onze vorstin toen die in Septem ber haar eerste regeringslustrum had. Een ander jubileum in 1953 was dat van de Koninklijke Luchtmacht, die 40 jaar bestond. En dit alles bij elkaar is het ge weest. waarom 1953 een bijzonder jaar kan worden genoemd. Hetgeen o.a. ook hieruit blijkt, dat wij cr de koudste Junidag sinds een eeuw en met één uitzondering de droogste October cn November sinds een eeuw in beleefden. \7 ELE goede landgenoten zijn ons v het afgelopen jaar door de dood ontvallen. Als wij deze woorden neerschrijven, denken wy natuur lijk in de eerste plaats aan al die genen, die het leven lieten tenge volge van de overstromingsramp in Februari. Hen op deze plaats door het noemen van hun namen te herdenken, zou ondoenlijk zijn. Het verhaal, dat de broer van Gilles op deze pagina vertelt en dat de droe ve gebeurtenissen van Februari weer in herinnering roept, draagt, menen wij, er het zijne toe bij hun nagedachtenis te eren. Enkele an dere Nederlanders echter niet tot de slachtoffers van dc watersnood behorende die. door diverse oor zaken om het leven kwamen, wil len wij op deze plaats met name noemen Uiteraard moesten wij ons ook daarbij sterk beperken. Tot de overledenen in 1953 behoren o.m.: A Q. H Dijxhoorn, oud-minister van Oorlog: dr A. Loudon socr- generaal van het Permanente Hof van Arbitrage; Henri M. J. Blom- jous. oud-lid van de Eerste Kamer (R.K.); ir H J Slot oud-construc teur van de Panderjager; ir P. J C. Vos. directeur van Fokker; dr P. C. Gugelot, oud-geneesheer-directeur van het Nederlands sanatorium in Davos; ir S. P. J. A. van Hoogstra ten. mede-oprichter van de Neder landse Vereniging voor Luchtvaart; dr P. A Dietz. parapsycholoog en zenuwarts; prof J. B. Tielrooy. oud hoogleraar in de Franse taal en Oud-min. Dijxhoorn Prof. Diepenhorst G. de Clcrq Klaas Tot letterkunde aan de universiteit van .Amsterdam; vice-admiraal F Stam, vlagofficier van het ministerie van Marine; P. J. Rutten, oud-Kamer- lid; prof. dr P. A. Diepenhorst, oud lid van de Eerste Kamer: prof. dr ir F. J. Ncllcnstein, oud-directeur van het Rijkswegcnlaboratorium; G. de Clerq, voorzitter van de Avro; Jac. Smael. kolonel van het Leger des Heils; dr H. Schneider, oud directeur van het Mauritshuis te 's-Gravenhage; ir S. Louwes. direc teur-generaal van de Voedselvoor ziening; mr dr P. G v. Tienhoven, bekend natuurbeschermer; lt.-gen. L. H. van Oyen, oud-commandant van de Ncdcrl. strijdkrachten in Indonesië en Klaas Tot. schipper van de reddingboot „Brandaris" te Terschelling. Joris van den Bergh, sportjournalist; Loet C. Barnstijn, bioscoopexploitant en filmproducer. Aan het Nederlandse kunstleven ontvielen: mr Martinus Nijhoff, dichter: Emmy Andriesse. fotografe; Top Naeff, romanschrijfster; Cor Hermus. acteur; Bernard van den Sigtenhorst Meyer, componist. Man- nus Franken, cineast; Marie van Eysden—Vink, actrice. IJN broer Gilles kan cr dit jaar met bij zijn. Misschien zal cr dit jaar trou wens niet veel van Oude jaar viering komen, nu de boerderij verdwenen is en Gilles in het ziekenhuis ligt. Hij Zal wel aan ons denken. Straks, als de stoomfluiten het Nieuwe Jaar begroeten zal hij in zijn witte bed stil liggen kijken naar de nachtlamp. Hij zal zich voorstel len, hoe mijn vader, mijn moeder, Riekje en ik, rond de gekregen ta fel zitten in de lichtkring van de gekregen lamp, die onze nood woning verlicht, de noodwoning die hij alleen kent van de foto's die mijn moeder hem heeft ge stuurd. Ik hoop. dat hij niet gaat liggen denken aan die nacht, toen de we reld rondom ons wegspoelde en wij op het dak achter bleven, door ie dereen verlaten De dokter heeft gezegd: niet piekeren, dan zijn je iongen gauw beter. Gilles probeert zici daaraan te houden, maar die nacht kan hij niet vergeten Fy draagt haar, net als wij, overal met zich mee. Zijn longen zullen wel genezen, maai de angstsporen die het zoute wa ter die nacht in zijn ziel beet. raakt hij nooit meer kwijt, evenmin als die duizenden anderen, die toen de kille hand van de dood op hun huid hebben gevoeld. Als wij straks bij elkaar zitten waarom eigenlijk? zal mijn moeder zuchtend zeggen; vorig jaar hadden we het beter. Mimi vader zegt dan: volgend jaar zit ten we weer op onze eigen stee. Want het geloof van mijn vader en van alle boeren van ons eiland, is onbeperkt. Het is het geloof van vele generaties, die mei de zee ge worsteld hebben, soms tijdelijk van haar verloren om haar later weer te bedwingen. Hun geloof wortelt in 'n rotsvast vertrouwen in God. in eigen bekwaamheid en onderne mingsgeest en in hel besef, dat een boer niets anders kan dan zijn boerderij besturen Van ons dorp is niet veel meer over dan een handje vol huizen rond de kerk. De bewoners zitten overal verspreid, in noodwoningen of in een paar kamers in een vreemd huis. Maar dat geloof en de gehechtheid aan de vertrouwde grond zullen ons eiland weer be woonbaar maken. Zoals het be woonbaar is geworden, nadat de Duitsers waren verslagen, die in 1944 het water door de sluizen naar binnen hadden gehaald. Van de nieuwe schuur die myn vader daarna liet bouwen, staat nog het dak op een paar palen. De stee is weg. de dieren zijn verdronken, de grond is doordrenkt met zout en Gilles ligt in het ziekenhuis, maar: de buitendijken zijn weer dicht, het water is weggepompt en volgend jaar zitten we misschien op een nieuwe stee. zegt mijn vader. Dan is het ook zo. r I A OEN Gilles en ik die Zaterdag avond in een vliegende storm van de buitendijk terugkwa men. zei mijn broer- het is kwaad weer vader, het water is nog nooit zo ver geweest De volgende morgen om elf uur stond de boerderij rondom m het water. Mijn vader vond goed. dat ik de 9radio aanzette. Riekje zei: morgen hoef ik fijn niet naai school. Mijn moeder liep bezorgd door hei huis. Twe uur later, toen het water in de -rote polder waar in wij woonden, langzaam, maar onrustbarend steeg, droegen -vij al les wat we konden versjouwen naar de zolder en maakten we de dieren los De radio zei: acht doen in 's-Gravendeel. Wees zuinig met de accu. waar schuwde myn vader, „zet de odio alleen aan als er nieuws is. Maar het rampzalige nieuWs hield niet meer op. De nieuwslezer noem de steeds andere plaatsen, nieuwe doden, meer dijkdoorbraken grotere overstromingen Het wordt een ramp, zei mijn moeder. Gilles zei: ze zullen straks wel een boot sturen uit het dorp. Maar in het dorp twee kilometer verderop, heerste paniek. Moeders met kinderen op de arm waadden tot hun middel door het water naar de kerk midden in het dorp. de eni ge plek die nog droog was. Toen het donker werd zaten we op zolder en luisterden naar de doodskreten van de stervende die ren beneden ons. Door het zolder raam zag ik plotseling het hoofd van de roodbruine hengst, het paard van Gilles, boven water ko men Met uitpuilende angstogen keek het dier mij aan. gaf een bij na menselijke schreeuw en ver dween voor goed. Ik werd plotse ling bang. Mijn vader sloeg de Bijbel open en las van de natuurrampen die het Oude Volk sloegen. Ik zou hem dat de komende maanden nog vaak zien doen. De woorden schenen een nieuwe betekenis te krijgen, hoe wel ik ze al vaak gehoord nad De boot kan nu elk ogenblik hier zijn, zei Gilles. Anderhalf uur liter moesten we op het dak klimmen en begonnen de verschrikkelijkste uren van ons leven. We hadden geen radio meer en konden dus niet horen, hoe 't land gealarmeerd werd. Hoe de vrijwil ligers. schippers en scholieren, met selaars en metaalbewerkers, stu denten en soldaten ons te hulp snel den. Hoe het dodencijfer bleef stij gen en hoe wanhopig duizenden met de dood worstelden. Wij zaten op de paar vierkante meter van ons schuine dak en wachtten op de boot die niet zou komen. Het was ijzig koud en het wa ter kolkte meedogenloos om ons heen. de wereld was verzwolgen. Mijn vader, die d^ Bijbel m^t zich meegenomen had, wilde het Boek weer openen. Maar het glipte uit zijn stijve vingers, rolde van het dag af en plonsde gelijk met een dakpan in het water. Ook God had ons verlaten. Die nacht voelde ik enkele ke ren een wee angstgevoel uit mijn* maag omhoog kruipen naar mijn keel. Ik keek naar mijn moeder, die met Riekje bij de schoorsteen zat. een deken om mijn zusje heen geslagen. Opnieuw werd ik bang. De nacht eindigde in een gore schemering. De wereld bestond uit een stukje dak met vijf mensen en zwiepende boomtoppen in een bruine. klotsende zee, waarin vreemde donkere dingen dreven In de verte lag het verlaten dorp; een kerktoren met een paar daken. Straks sturen zij boten, zei Gil les, de radio zei het gisteren. Toen kwam er een vliegtuig. De piloot zag ons niet. Een kwartier later was er weer een. Gilles zwaaide met een deken en schreeuwde uit alle macht, terwijl mijn vader hem om zijn middel vasthield Het toestel vloog door. Die dag was de Rcht vol ge ronk van motoren en telkens vloog de redding* dichterbij om steeds weer te verdwijnen. Het kan nu niet lang meer duren, zei Gilles. Ik wist niet wat hij daar precies mee bedoelde. Toen ineens, het begon al don ker te worden, was dat vliegtuig laag boven ons. De piloot cirkelde rond en wierp iets uit Even later haalden we een grote opgepompte rubberboot naar ons toe. Mijn moe der huilde Er waren geen riemen bij. In de duisternis stapten we in de boot en dreven langzaam naar de veilig heid. IN het vluchtelingencentrum lie pen jachtige verpleegsters en be drijvige padvinders rond tussen de honderden verdrevenen, die de doodsschrik nog in de ogen hadden. Daar was een moeder die huilend iedereen aanklampte en naar haar vermiste kinderen vroeg; daar was een meisje dat zich met vertrokken gezicht bosjes haar uit het hoofd trok; daar was een man. die zijn hondje tegen zich aan gedrukt hield

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1953 | | pagina 7