Nieuwjaarskaarten A. BENNING Mijnhardts Tabletten NIEUWJAARSGROETEN Vervolg Raadsverslag voor 2 cent p. stuk Het eerstvolgend nummer van ons blad zal Zaterdag 2 Januari a.s. verschijnen. d 50 cent, alsmede andere adver- tentiën, worden ingewacht tot Donderdagmorgen 12 uur. GEVONDEN VOORWERPEN Op werkdagen, deswoorm. tusschen 9—12 uur, zijn op het Politiebureau inlichtingen te bekomen van de navol gende voorwerpen Vier belastingplaatjes, achterlamp van een auto, twee geldstukjes, hangslot, en een tabakspijp. Aangeloopen een kip. POSTERIJEN. De Directeur van het Post en Te legraafkantoor brengt ter algemeene kennis, dat de dienst der Posterijen enz. op 25, 26 en 27 December a.s. als volgt is geregeld Op 25 Dec. (Ie Kerstdag) als op gewone Zondagenafhalen van cor respondentie tusschen 12 en 1 uurn.m. Op 26 Dec. (2e Kerstdag) voor den post en Telegraafdienst van 8-9 v.m. en van 1-3 n.m., voor den telefoon dienst van 8-9, en van 1-2 n.m., be stelling van alle aangekomen stukken Op 27 Dec. als op gewone Zonda gen afhalen van correspondentie tus schen 12 en 1 uur n.m. Correspondentie Mevr. v. d. M. - Wegens plaatsgebrek moest Uw ingezonden stuk blijven lig gen, terwijl ook enkele andere stukken in ons volgend nummer zullen worden opgenomen. van Donderdag 10 December 1925. De Voorz. opent de algemeene be schouwingen en geeft allereerst het woord aan den heer Scheffer. De heer Scheffer zegt het volgende Dezen keer zal ik mij alleen bepalen tot het stellen van eenige vragen en het doen van eenige opmerkingen. Ze zijn vanzelf niet bestemd voor den tijdelijken wethouder. Bij deze begrooting valt het weer erg in het oog, dat Burgemeester en Wet houders afdalen in het klein, hier f 10. daar f 15. beknibbelen. Zou het niet de weg zijn groote lijnen te volgen, door uit te zien op welke wijze er meerdere inkomsten in de kas komen Waarom is niet reeds voor 2 jaren terug begonnen met exploitatie der bouw terreinen aan de Spoorstraat De grond was verkocht. Het gevolg zou zijn werk verruimingdoor huizenbouw, vermeerde ring van inwoners, dus nieuwe belas tingbetalers. Burgemeester en Wethouders hebben de zaak zóó tegen gewerkt.dat de vraag naar grond momenteel bij de particulieren is. De Gemeente grijpt er nwuul. Wei ken üuig«micoolci en Wol houders voldoende mede voor vlugge afwikkeling van groote bouwplannen Zijn Burgemeester en Wethouders ac tief wanneer er aanvragen komen voor industrieterreinen Hebben Burgemeester en Wethouders al plannen uitgewerkt, opdat bij aanvragen gehandeld kan worden? Vinden Burgemeeste en Wethouders het niet van belang daar groote aandacht aan te wijden Zijn er op die manier geen middelen te vinden om tot belas tingverlaging te geraken? Er gaat maar èèn roep door degemeente, n.1. verlaging der belastingen. De vraag is hoe Nu Gedeputeerde Staten geen vrijheid vinden ons tijdelijk de f 50000, van Zonnegloren toe te staan, om uit de misère te komen, kunnen wij ons dan niet tot hooger gezag wenden De afgeloopen 2 jaren hebben ons dienaangaande niets gebracht. Mogen wij hopen, dat er dit jaar werk wordt geleverd. Is het de weg de rapporten der hoofd ambtenaren terzijde te liggen waarom doen Burgemeester en Wethouders hun voordeel daar niet mede Wij hadden dan beslist de zoo ongelukkige straat belasting niet gekregen. Naar de stemming van den Raad te oordeelen zal die weer spoedig verdwijnen. Tegen de adviezen in van de hoofd ambtenaren kwam toch de navorderings belasting. Dat deze beide belastingen in de gemeente ontstemming brachten, is licht te begrijpen. Zijn Burgemeester en Wethouders niet overtuigd, dat de Raad op eenmaal genomen besluiten niet had behoeven terug te komen wanneer hij goed was voorgelicht Daarom doe ik het voorstel door den Raad te besluiten, dat hij alle voordrachten het officieele rapport van de betreffende hoofdambtenaren dient overgelegd te worden. Hoe noodig dit is, bleek nog bij de voordracht inzake vernieuwen van de Nieuwe Steeg. De hoofdambtenaar wees met één enkele regel op het gevaar in den Winter. Wanneer dit met redenen omkleed was, zou de Raad er niet direct op ingegaan zijn. Waarom doet die ambtenaar dat met één regel De dresseerzweep heeft zoo ge klapt, dat men angst heeft zich te uiten. Ik vraag mij af, waarvoor hebben wij de kundige ambtenaren, die zooveel geld kosten, Burgemeester en Wethouders daar toch geen profijt van trekken. Laten Burgemeester en Wethouders de volon tairs nemen. In een naburige gemeente hebben Burgemeester en Wethouders de Ioffe lijke gewoonte eenmaal per week te samen met alle hoofdambtenaren te con fereeren en besprekingen te houden over gemeentezaken. Dat dit veel voordeelen geeft behoeft geen betoog. Geschiedt dit hier ook De Voorzitter zegt dat op deze be schouwing niet zoo maar voetschoots antwoord is te geven, doch het zal een punt van bespreking uitmaken bij B. en W. en zal in volgende vergadering het antwoord worden gegeven. De heer Van Elten (Weth.) zegt dat hij zeer verwonderd is over het door den heer Scheffer gesprokene, vooral wat betreft de exploitatie der terreinen van het Grondbedrijf. Spr. zegt dat hem daarvan toch zeker geen verwijt treffen kan. Gedurende den korten tijd dat Spr. Wethouder is heeft hij zich juist hiervoor ernstig geinteresseerd, waarvan de resul taten in de begrooting worden terugge vonden. De heer Scheffer verduidelijkt nog nader zijn bedoelingen en zegt dat dan van de complexen Spoorstraat toch nog maar zoo goed als niets is verkocht. De Voorz. vraagt of de heer Scheffer serieuse koopers weet. De heer Scheffer: „U hebt niets aan geboden en dan komen er vanzelf geen serieuse koopers, maar wordt alles ge dreven naar het particulier initiatief. De Voorz. herhaalt dat in volgende vergadering B. en W. van nader ant woord zullen dienen. Hierna geeft de Voorzitter het woord aan den heer Foeken voor een algemeene beschouwing. De heer Foeken zegt daarna het vol gende Mijnheer de Voorzitter I Het was niet mijne bedoeling bij de behandeling der begrooting voor 1926 aan de algemeene beschouwingen deel te nemen, maar de omstandigheden dringen mij er toe. Laat mij beginnen met een compliment voor de keurige verzorging der begrooting en memorie van toelichting. Ik sluit mij ten deze gaarne aan bij de woorden van lof der Commissie van onderzoek. Dan heb ik een compliment voor den spoed waarmede thans wordt af gewerkt. Voor de bestudeering van twee folio-boekdeelen werden mij juist geteld 9, zegge negen dagen gegeven, maar ik wil er bijvoegen, dat de boekhoudkundige indeeling der begrooting het onderzoek zeer vergemakkelijkte. Verder M. de V. kan ik tot mijn spijt niet in den complimenteusen vorm door gaan, en moet ik in den critischen toonaard overgaan. Ik hoop echter uitsluitend op bouwende critiek te geven. De eerste indruk die ik van deze begrooting kreeg was van blijstemmenden aard. Dat is in jaren niet gebeurd, dat we mogen beginnen met een voordeelig saldo van ruim f 8000.Ziezoo dacht ik, nu eens even hoofdstuk XII (belasting) bekeken en dan den post „Onverzien", en ik moet zeggen, de verrassingen ver menigvuldigden zich. De belasting ietsje lager, en een post van onvoorzien van bijna f 300000.tegen ruim f 100000. voor 1925. het was prachtig- en toch- ik kon mij niet vrij maken van een gevoel van twijfel. Ik sloeg daarom hoofd stuk XV nog eens even op om te zien of er soms al van 1927 werd geleend, zooals we dat voor dit jaar van 1926 hebben gedaan, maar ook dat viel mee. Er bleef dus voorhands niets anders over dan het rapport af te wachten van de Commissie van onderzoek, die dan ook in de vijfde alinea van het rapport de vlag in top hijscht en jubelt over den prachtigen post „Onvoorzien". Nu kunnen we zeggen de heeren „toch in den loop van het jaar nog eens iets doen". En toch M. de V. vraagteekens die ik had gezet bij de hieraangevoerde posten liet ik staanhet wil de er bij mij niet in, dat we eieren voor ons geld kregen, touülj ffloaupIlISCliw. Naar mijn absolute overtuiging kon er geen voordeelig saldo zijn van 1924, maar moesten we aanvangen met een nadeelig saldo, en toch werd ik uit de stukken niets wijzer. Toen heb ik, M. de V., mijn overtuiging medegedeeld aan den tijdelijken wethou der den heer Endendijk en heb ik ge vraagd „Zeg mij, als man van eer, kunnen we 1926 beginnen met een wer kelijk reëel voordeelig saldo van f8000?" En het antwoord was: „Er is een ministratief voordeelig saldo, en dat is ontstaan omdat Gedeputeerde Staten een gewijzigde belastingboeking wen- schen, maar in werkelijkheid is er een nadeelig saldo van plm. f 14000, Die mededeeling was voor mij eigenlijk geen verrassing ik had niet anders verwacht, maar nu de gevolgen. Ten eerste M. de V. moeten we dus de commissie van onderzoek een illusie ontnemen. Wanneer het voordeelig saldo van f 8000,reëel moet zijn een nadeelig van f14000,dan wil dat zeggen, dat de post onvoorzien van f29000,—slechts een waarde heeft van f 7000. Ten tweede, een vraag. De hoogere financieele politiek moet worden gedragen door onkreukbare eerlijkheid, ook in de mededeelingen is daaraan voldaan Ten derde, het is als een teleurstelling te boeken, dat Burgemeester en Wet houders tegenover Gedeputeerde Staten niet rondweg hebben geweigerd deze boeking voor Soest te accepteeren. Ik zeg hier uitdrukkelijk bij, voor Soest, omdat de principieele gedachte, voor gemeenten die steeds met voordeelige saldo's sluiten, aan vechtbaar, maar toch niet absoluut te verwerpen is. Natuurlijk zal men mij toevoegen, dat voor 1925 en volgende jaren hetzelfde systeem zal gelden en dus daardoor een deel van het verschil weer kan worden opgelost, maar daar zet ik nog een veel grooter vraagteeken bij. Wij moesten voor 1925 reeds f25000,lecnen van 1926 en nu bezwaren we 1925 weer met een strop van f 22000,Maar bovendien over het te verwachten resultaat van 1925* ben ik niet zonder zorg. In die begrooting zitten nog een paar groote debetposten, die ik nu niet bepaald op 18 karaats durf taxeeren, en dan, hoe zal het resul taat zijn van het derde deel van het belastingjaar 1924/1925? Daar zal geen goocheltoer meer mee kunnen worden uitgehaald. En dan heb ik nog gezwegen M. de V. van de psychische beteekenis dezer voordracht. Is het niet een verderfelijke financieele politiek zich rijk te rekenen als men weet zich arm te zullen tellen Moeten we de inwoners van Soest blij maken als er nog niets is om blij mee te zijn Zie M. de V. ik deel niet het pessimisme van sommigen, dat het nog wel 10 jaar kan duren eer we er bovenop zijn. Er zit in de begrootingen van 1925 en in deze tenminste deze gezonde kern, dat zooveel mogelijk de tering naar de nering is gezet en gedacht is aan stille reserves, en als we met 1 of 2 jaar door de risico posten ons hebben door geworsteld, dan komen we er bovenop. Maar niet langs den hiervoorgestelden WIJ RUIMEN Of® Aanbevelend, weg, dan zal 1927 voor Soest hetexe cutiejaar worden. Waar ik er zoo voor sta, daar voelt U M. de V. dat ik mijn stem aan deze begrooting niet zou kunnen geven, tenzij de risico der gewijzigde belastingboek houding wordt weggenomendaarvoor zal ik genoegen nemen met verhooging van uitgaafpost 333 met f22000,te dekken door verkaging van post „On voorzien" 334, met f 15000,— en verhoo ging van Ontvangpost 298 met f 7000,- M. de V. we hebben eenmaal door een verkeerde belastingboeking een strop van f 70000,gekregen, waar we nog niet af zijn ik weiger een nieuwe risico van f 22000, Ik heb bij enkele posten, die straks aan de orde komen nog hier en daar een opmerking van kleine beteekenis. De Kapitaal-rekening geeft mij echter nog aanleiding tot een korte principieele beschouwing. M. de V. de groote moeilijkheden waar onze gemeente voor staat, vloeien voort uit de groote schulden, die in de onzalige jaren 1918 tot en met 1922 zijn gemaakt. De zuivere crisis schulden baren geen zorg meer die zijn al lang afgelost maar overigens hebben wij thans nog plm. f 100000,aan rente en aflossing te betalen. De fout die in de voornoemde jaren is gemaakt was dat te veel op buitengewoon is ingebracht wat geen productieve uitgave was, en nu meen ik verplicht te zijn er voor te waarschuwen dat men dien weg niet meer op moet gaan. Ik heb altijd een financieele politic- voorgestaan van zooveel mogelijk brengen naar „gewoon", en in dit verband wil ik waarschuwen voor hoofdstuk IX pa ragraaf II van den kapitaal-dienst. Dat voor ondersteuning aan werkloozen 80% wordt gebracht op aflossing op langen termijn acht ik een absoluut verkeerde toekomstpolitiek. De werkloozen zult ge altijd houden en wanneer wij de daarvoor benoodigde gelden maar steeds leenen, dan zal het na verloop van een kort aantal jaren voorde gemeente een nacht merrie worden. Men versta mij goed, ik wil op dezen uitgaafpost niets afdingen, maar ik wil dezen alleen brengen naar de gewone uitgaven. Men moet bij het gemeentelijk financieel beheer niet be ginnen te vragen wat mag ik op buiten gewoon boeken, maar wat kan ik nog brengen naar de gewone jaaruitgaven, De Voorz. zegt dankbaar te zijn voor het gesprokene waarin waardeering uit komt, voor het omvangrijke werk der Begrooting met alle toelichtingen. De heer Foeken, zegt Spr., heeft twee hoofd punten ontwikkelt. Wat het laatste betreft moet worden opgemerkt dat de post voor Werkloozenzorg, ten laste van het Grondbedrijf komt, en voor dit bedrag productief kan zijn. De heer Foeken „dan is deze post niet juist geboekt, maar daarover kunnen we bij de detailbehandeling nog wel verder praten. De Voorz.Wat aangaat het aanvan gen met een voordeelig saldo van f 8032, is dit op voorschrift van Ged. Staten, maar B. en W. erkennen dat hierin een groot risico voor 1925 zit. Waar 't B. en W. bekend was dat U, zegt de Voorz., met deze bezwaren zou komen, daar hebben wij heden besloten den Raad voor te stellen van de post onvoorzien f 10.000 af te nemen en te boeken ten goede van dienst 1925. De heer Foeken Ik aanvaard natuur lijk direct al vast die f 10.000, maar wat voorop vast moet staan is of B. en W. principieel mij gelijk geven". De Voorzitter„Ja". De heer Foeken: „Welnu dan praten we straks verder, als we elkaar verstaan dan komt dit zaakje nog wel op z'n pootjes terecht". De heer Rietveld, lid van de Com missie van Onderzoek, zegt dat 't aan de Commissie niet is ontgaan dat bij de minder goede verwachtingen zulk een mooi aanvangssaldo, en zoo'n groote post voor onvoorzien was geboekt. De Commissie die zeer weinig tijd had is daar niet verder op ingegaan in de over tuiging dat de heer Foeken dit wel nader zou uitpluizen, en 't is nu weer gebleken dat 't den heer Foeken wel is toevertrouwd. De heer De Koning: (lachend) wat zeg je daarvan heer Foeken De heer Foeken„dat men compli mentjes in den Raad steeds onder reserve moet aanvaarden". Waar niemand meer 't woord verlangd voor de algemeene beschouwingen, opent de Voorzitter de behandeling der Hoofd stukken. Bij post 1. Voordeelig saldo van 1924, zegt de heer Foeken dat hij voorstelt deze post nader onder 't oog te zien met de in zijn beschouwing genoemde posten, alles in onderling verband, wat door door den Voorz. wordt toegestaan. Wij laten discussies van ondergeschikt belang buiten het verslagen bepalen ons alleen tot die van eenige beteekenis. Bij post 42 wordt besloten dat van den Secr. en den Dir. van Publ. Werken voortaan niet meer de helft der Telefoon kosten zal worden terug gevraagd. De Voorzitter en Weth. Van Elten stonden tegenover dit voorstel dat namens de Commissie door den heer Rietveld werd verdedigd. De heer Endendijk die zich ten opzichte van enkele posten vrijheid van stemmen had voorbehouden steunde het voorstel van de Commissie. Bij post 49. Aflossing op geldleeningen, maakt de heer Koning de opmerking dat er een telfout is van f 1000.— die echter blijkt van geen invloed te zijn op het totaal. Post 55. Vergoeding voor gebruik van rijwielen, lokt een breede discussie uit. In 1924 was de vergoeding f 50.per jaar, dit is voor 1925 teruggebracht op f 40.en nu stelden B. en W. voor f 30.— te geven. Na verdediging door de heeren Rietveld, De Koning, Mr. Van Doorne en Van Eek, om f 40.te hand haven, besloot de Raad daartoe met 9 tegen 3 stemmen. Bij Post 61. jaarwedden enz. Politte, brengt de heer De Koning in het midden dat z.i. het politiecorps uitbreiding en reorganisatie van diensttijden behoeft. Spr. wil den tijdelijken chef geen voor stellen doen, maar verzoekt notuleering dat hij deze post onvoldoende vindt. Post 74. Openbare Verlichting, doet de heer De Koning zijn teleurstelling uitspreken, dat 't met de nachtlampen nog steeds niet in orde is, en vraagt dat daaraan nu eens spoedig wordt voldaan. De Voorzitter zegt dat deze zaak niet zoo eenvoudig is als ze lijkt, en de Gemeente nog al kosten zal brengen. Er zal echter nog eens ernstig aandacht aan gegeven worden. De heer Foeken bemerkt dat deze post f500— te laag is uitgetrokkeu. Er is niets berekend voor nieuwe lampen en voor arbeidsloon. De Voorzitter zegt dat de post toch niet hooger behoeft te worden genomen, omdat er een bedrag in staat voor het aanbrengen van overhangende lampen dat niet zal in rekening gebracht worden. Dit is zegt Spr. een concessie van de P.U.E.M. die de Gemeente ten goede komt. De heer Foeken zegt dat hij deze concessie niet mag aanvaarden. Er is zegt Spr. een contract waarin precies is geregeld hoe 't zal gaan als de P.U.E.M. te Soest winst maakt. De overwinst komt ten goede van meterhuur en lichltarief, en daarom kan Spr. er zich niet mee vereenigen dat langs een andere weg de winst wordt verkleind. Spr. verzoekt overlegging der Exploitatierekening voor Soest, en geeft B. en W. in overweging overeenkomstig het contract te handelen. Post 83, is de eerste principieele post betreffende Geneeskundige behandeling van Gemeentepersoneel. Na eenige dis cussie wordt het voorstel van B. en W. aangenomen (zie daarvoor het antwoord van B. en W. op het rapport der Com missie van onderzoek). Bij post 110. Subsidie Groene Kruis f 750.ontspint zich een debat dat voor 'een oogenblik de goede geest verstoort. De heer Scheffer brengt ter tafel de minder goede verhoudingen tusschen het Bestuur en de Soesterbergers. Mevr. Droste, die Voorzitster is van het Groene Kruis betuigt daarover haar spijt en zegt dat zij in deze vergadering, waarin die kwestie niet thuis hoort, daarop niet ver der zal ingaan. De heer Van Eek is zeer slecht te spreken over een aantal leden van Soes- terberg. Er is daar, zegt Spr. „een stel letje dat persé de lakens wil uitdeelen, zich met alles en nog wat bemoeit en eigenlijk nergers wat van weet". De heer Scheffer zegt dat hij de woor den van den heer Van Eek maar niet al te ernstig zal opnemen, maar wil toch dit zeggen dat de Soesterbergers dezelfde rechten hebben als de Soesters en als ^Mijnheer van Eek. Mei een groote mond op te zetten is de ruzie de wereld niet uit zegt Spr., en daarom stelt Spr. voor deze post voorloopig pro-memorie uit te trekken en hij onvoorzien te reserveeren, totdat de eensgezindheid is weergekeerd. Aangenomen wordt een voorstel van den Voorz. dat de post blijft staan, doch dat niets zal worden uitgekeerd alvorens alles naar behooren functioneert. Bij post 134 pleit de heer Rietveld namens de Commissie voor vaste aan stelling van enkele Iosvaste arbeiders. Weth. Van Elten die zich aanvankelijk daartegen verzet, legt er zich bij neer wanneer 't buiten bezwaar der schatkist kan geschieden, wat mogelijk blijkt, en krijgen dus de belanghebbenden hun vaste aanstelling. Post 137. Onderhoud wegen, acht de heer Foeken nog te laag. Spr. doet geen voorstel tot verhooging, maar geeft in overweging voor de toekomst in dezen post geen stiefkind te zien. Weth. Van Elten neemt hier gaarne nota van. Bij post 140. Straatbelasting, geeft de. heer Rietveld in overweging in ernstige studie te nemen een belastingheffing op de meerwaarde bij verkoop van onroe rende goederen, en in te trekken de bijzonder insociale Straatbelasting. De Voorzitter schorscht hierna de Ver gadering tot Maandagavond 7 uur. Zenuw 75 Hoofdpijn 60 Maag 75 Laxeer 60 et Staal- 90 et. Rheumatiek 75 et. Keelpijn- 60 et Hoest 60 Kiespijn 60 Griep Influenza 75 et Nier&BlaasI gld Galsteen l.50Wormtab!.80c Bloedzuiverende 75 Eetlustopwekkende 75 et 'Koorts 60 Verkoudheids 60 Pijnstillende 75 et Bij Apoth. en Drogisten. Op elke verpak king staat de naam Mijnbardt. Lef hierop RAADSVERSLAG van Maandag 14 December 1925, te 's avonds 7 uur. VoorzitterWethouder Van den Berg, waarnemend Burgemeester. Afwezigde Heeren Besselsen (m.k. en Mr. Van Doorne. Na opening met gebed, wordt onder enorme belangstelling op de publieke tribune, de ariikelsgewijze behandeling der Begrooting 1926 voortgezet, waarvan wij ook nu alleen weergeven wat van eenige beteekenis kan geacht worden. Bij post 167 maakt de heer De Koning de opmerking dat z.i. een bedrag van f5000.— voor aankoop van materiaal voor Timmerwerk enz. te hoog is. De Voorzitter antwoordt dat tegenover deze post een ontvangpost van gelijk bedrag staat, deze kunnen beiden gcnoegelijk f 1000.— omlaag maar 't is van geen practisch nut. Weth. Van Elten zegt dat onder dezen post ook gebracht worden de brandstoffen. Uit de boekingen blijkt dat de werkelijke voorraad per 31 Dec. 12200.— was. Post 169 gaat over het onderhoud dei- Gemeente Paarden, hiervoor is in 1924 uitgegeven f 1678.59. Voor 1925 was geraamd f4620.en voor 1926 wordt geraamd f4720—. Dit werd verschillen de Leden toch te machtig. De heer Van Eek meende dat men eerst êens moest beginnen met de paarden te laten wer ken. De beesten zien er prachtig uit, zwemmen in hun vet, maar daarvoor hebben we ze niet zegt Spr. En dan is per paard f 12.in de week veel te hoog. Deskundigen zeggen dat je een paard voor f 5.in de week den kost kunt geven. De heer v. d. Bremer: „dan zal ze't vet niet lang meer in den weg zitten!". De heer Foeken vraagt waarom de post voor 1926 nog weer verhoogd is. Er zijn toch geen paarden bijgekomen De Voorz. zegt dat in 1924 en begin '25 nog geteert is van de zclfverbouwde haver en gepacht hooiland, vandaar het groote verschil. De heer De Koning is 't met deze paardengeschiedenis nog niet eens, maar wil nog eens afwachten alvorens zijn oordeel uit te spreeken. De post wordt goedgekeurd. Post 175. Belegging van gelden. De heer De Ko.iing merkt op dat wij nog steeds een te eenzijdige belegging heb ben, f 70.000 van één fonds acht Spr niet goed, hoe solide 't ook is, en geeft in overweging 't wat meer te verdeelen. De Voorz. zal er aandacht aan geven. Post 199. Kosten van Oudercommissies. Mevr. Droste vraagt of deze Commissie nog bestaat. HEd. merkt er in de practijk niets van. De Voorz. antwoordt beves tigend, al zal 't zegt Spr. misschien wen- schelijk zijn er wat meer leven in te blazen. Bij post 256. Subsidie aan Muziekkorp sen, zegt de heer Foeken dat hij, waar onze Soester Fanfare de hoogste trap voor een Dillettantencorps heeft bereikt, en nu staat voor de onkosten van om zetting in een Harmoniecorps, voorstelt aan dit gezelschap voor 1926 een extra bijdrage te geven van f 50.ter bestrij ding der kosten. De heer De Koning zegt dat f50.— alhoewel thans voor de Gemeente een hooge subsidie, wel niet veel helpen zal, Spr. is er opzichzelf niet tegen, maar meent dat we ons van elke extia uit gave moeten onthouden. De heer Foeken antwoordt dat hij zeker rekening houdt met de financieele positie der Gemeente, maar, nu we van den Voorz. een meevaller kregen bij post 175b van 800.en in een onderhoud van enkele uren te voren, nog andere verrassingen zijn geconstateerd, waarvan de Voorz. straks wel mededeeling zal doen, Spr. vrij moedigheid heeft deze itgave post te verdedigen. Het voorstel wordt hierna z.h.s. aan genomen. Post 267. Ondersteuning aan behoef- tigen, wil de Commissie met f 3000.— verhoogd zien, in verband met de wer kelijke uitgave in 1924. De heer Rietveld verdedigt dit voorstel en meent dat we dan meer de werkelijkheid nabij zullen zijn. De Voorz. verdedigt het standpunt van B. en W. met het argument dat dit een van die posten is waar men zeer voor zichtig mee moet zijn. Men heeft anders heel gauw kans al te goedgeefsch te worden. Is 't noodig zegt Spr. dan zal ik wel bij den Raad aankloppen. De heer Van Eek kan zich met de argumentatie van den Voorz. niet ver eenigen, en is niet bijster te spreken over de Armverzorging. Deze post zal zeker moeten verhoogd worden zegt Spr. De Raad schaart zich ditmaal om den Voorz. en keurt de post z.h.s. goed. Bij post 325 informeert de heer Foe ken naar de post rente kasgeldleeningen. De Voorz. zegt, dat, nu de bedragen zijn verdeeld over de afdeelingen, deze hoog genoeg zijn geraamd. Hiermede is de artikelsgewijze behan deling van den gewonen dienst ten einde, en vraagt de Voorz. of iemand nog stem ming wenscht over de geheele begrooting. De heer Foeken zegt dat hij nog even wil praten over de posten waarop hij in vorige vergadering de aandacht vestigde. In de namiddag-conferentie is daar ook over gesproken, doch bij Spr. blijft de onrust bestaan ten opzichte van het voord, saldo 1924. Wel blijkt zegt Spr. dat het 3e deel Ink. Bel. '24/'25 lager in de begrooting is gesteld dan het 1/« van het totaal, maar ik vrees dat ook het lager bedrag niet wordt gehaald. De risico van het volle belastingjaar is ge legd op het laatste l/s, dat is zegt Spr. het gevaar en daarvoor moeten we reserve vormen. Ik wil echter na wat ik van mid dag heb gehoord en gezien zegt Spr., genoegen nemen met een reserve van f 10.000. Handhaven B. en W. hun voor stel daaromtrent, dan ben ik voorloopig voldaan. De Voorz. zegt dat B. en W. het voor stel handhaven om de post onvoorzien te verlagen met f 10.000, om daarmede te verhoogen post 333, bijdrage aan dienst 1925. Dit voorstel wordt z.h.s. aangenomen. Alsnu komt in behandeling de Kapitaal- dienst bij post 336. Kosten uitbreidings plan, wenscht de heer De Koning aan- teekening dat hij tegen is. De Raad voteert maar geld, maar ziet niets. Ik wensch nu eerst eens iets te zien zegt Spr. De Voorz. en Weth. Endendijk kunnen dat verlangen billijken en zullen mede werken om aan den wensch te voldoen. Weth. Endendijk zegt dat hij niet onderschrijft, wat de heer De Koning gezegd heeft, dat dit niet zulk een om vangrijk werk is. Spr. verklaart dat 't zeer veel tijd en arbeid vraagt, maar binnen een maand zal althans gedeeltelijk aan het verlanging van den heer De Koning worden voldaan. De heer De Koning„Daar zet ik een kistje sigaien tegenover". De heer Van Elten „Aangenomen". De heer Foeken zegt, als dat kistje sigaren voor den Raad is bestemd dan vind ik die weddenschap wel aardig, maar zegt Spr. ik wil 't nog even hebben over de post in kwestie. Ik hoor daar zegt Spr. dat dit bedrag, groot f 1000, het gedeeltelijk salaris is van een Amb tenaar, dus niet meer honorarium van den Ontwerper. Zie M. de V. zegt Spr. daar krijgt U mij nu niet meer voor. Ik heb in de vorige vergadering nog eens meer voor de zooveelste maal gezegd dat men nooit moet beginnen te vragen wat mag ik op buitengewoon brengen, maar wat kan ik boeken op gewoon. Nu gebeurt hier precies het tegenoverge stelde, U haalt zonder noodzaak van „gewoon" af en brengt 't naar „buiten gewoon". Ik stel voor zegt Spr. deze post terug te brengen naar den gewonen dienst, en onvoorzien daarmee te ver minderen. De Voorz. zegt dat hij op grond van de financieele perspectieven in den mid dag besproken, mede namens B. en W. het voorstel overneemt. De heer Foekenln orde, ten minste practisch, maar nog niet principieel. Ik zou wenschen dat U M. de Voorz. ook het principe kon aanvaarden. De Voorz.: „dat doe ik ook". De heer Foekendan ben ik geheel voldaan. Bij post 342 bepleit de heer Van Eek dat de mogelijkheid zal geopend worden om de kosten van aansluiting aan de Waterleiding in termijnen te betalen. De Voorz. zegt dat hieraan groote practische moeilijkheden zijn verbonden, maar wil de vraag gaarne bij B. en W. brengen. Bij post 363, Kosten Werkverschaffing f 1000.waaraan door post 360 f 8000 door leening wordt gedekt, zegt de heer Foeken dat hij zich hiermede niet mee kan vereenigen. Dit is zegt Spr. een uitgave die niet voor 80 productief is, en als men daar aldoor voor gaat leenen dan wordt 't in de toekomst een ramp. Gestel zegt Spr. we leenen 10 jaar lang f 10.000, dan hebben we een leening van nominaal een Ton, waarvan de rente en aflossing te samen ongeveer gelijk zijn aan het totaal bedrag dat nu noodig is, en dat steeds noodig blijft. Alleen voor werkelijk productief werk mag worden geleend zegt Spr., en wanneer 't hier, zooals gezegd is, werk betreft voor het bouwrijp maken der Spoorstraat-Com plexen, dan heb ik niets tegen die leening, mits ze op 't Grondbedrijf drukt. De heer Van Eek onderschrijft het ge sprokene door den heer Foeken, en zal de Voorz. zorg dragen voor overbrenging der post naar Grondbedrijf. Hiermede is ook de behandeling van den Kapitaaldienst ten einde, en worden beide begrootingen zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter zegt dat hij thans nog een mededeeling heeft van bijzonderen aard. Tijdens de behandeling der be grooting is enkele keeren gezinspeeld op een middag-conferentie en financieele perspectieven die zich daar hebben ge opend. De zaak is als een St. Nicolaas- Surprise zegt Spr. Het is den Raad be kend dat in de afdeeling Volkshuisvesting de verrekingen met het Rijk altijd zeer lang duren. Nu is dezer dagen de ver rekening afgekomen en is 't gebleken dat er voor de hiermede verband hou dende uitgaafposten, enkele jaren gere serveerd, waarvan een gedeeltë in de boeking 1925 is verwerkt, doch'waardoor we nu een onverwachtte meevaller krij gen van plm. f33.000, want van deze reserveering was B. en W. niets bekend. Wij hebben zegt Spr., vandaag den heelen dag zoek gebracht om alles nog eens na te gaan, en van middag ook de heer Foeken daarbij gevraagd die zich altijd zoo]speciaal voor de Gemeente-financiën interesseert, en blijft tot heden bij de medegedeelde verrassing. Tot zoover zegt Spr. willen wij met onze mededeelingen in Openb. Verg. gaan. In besloten vergadering kunnen wij hierover nog wat verder praten. Maar B. en W. oordeelden dat wat gezegd is althans nu reeds in Openb. Verg. moest gezegd worden. In een volgende ver gadering zullen B. en W. met voorstellen komen hoe deze post te verwerken. De Raad gaat hierna over in besloten zitting. Na heropening der Openb. Vergade ring stelt de Voorz. de Rondvraag, waar van de 'heer Van Eek gebruik maakt door B. en W. te interpelleeren over de Werkverschaffing. De heer Van Eek is hier weer de vertolker der ontevredenen, en verzwijgt dat er ook tevredenen zijn, alleen, als de Voorz. hem zegt dat er ook tevredenheidsbetuigingen zijn dan wordt dit door den heer Van Eek erkent. De heer Van Eek zegt dan dat hij niet te spreken is over de werkverschaffing. De Voorz.; „Wat mankeert er dan aan" Stem van de Tribune: „Alles". De heer Van Eek: „Erworden men- schen ontslagen en aangenomen, geheel willekeurig en zonder onderzoek". De Voorz.: „Bij zulk een toeloop als nu sinds een week, is controle zoogoed als ondoenlijk, dan sluipen er verkeerde elementen in en daarvan dragen dikwijls de goeden de wrange vruchten. Alles wordt gedaan om de zaken in het goede spoor te houden. Dit staat in ieder geval vast dat precies wordt gehandeld naar het Reglement dat ook is aanvaard door de Vakbonden. Hierna sluiting der vergadering. SPORT VOETBAL CLUBNIEUWS V.-V. „SOEST" Soest IIEsvac II niet doorgegaan. Soest IIIVoorwaarts V niet doorge gaan. a.s. Zaterdag 2de Kerstdag, Soest— N.I.O.(Driebergen)Soest terrein aanvang 2 uur. Deze wedstrijd zal worden op geluisterd door de muziek vereeniging V.I.O.S. bestaande uit leden en dona teurs van de Voetbal Vereeniging Soest. Zondag 27 December Soest II—Tabor aanvang 12.30. Soest III gaat naar Amersfoort om te spelen tegen A.V.C. III vertrek per fiets van ons terrein 1 uur. Soest IVoor dezen wedstrijd is aangevraagd Baam II aanvang 2.15.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1925 | | pagina 2