Nieuwjaarskaarten
A. BENNING
Mijnhardts
Tabletten
NIEUWJAARSGROETEN
Vervolg Raadsverslag
voor 2 cent p. stuk
Het eerstvolgend nummer van
ons blad zal Zaterdag 2 Januari
a.s. verschijnen.
d 50 cent, alsmede andere adver-
tentiën, worden ingewacht tot
Donderdagmorgen 12 uur.
GEVONDEN VOORWERPEN
Op werkdagen, deswoorm. tusschen
9—12 uur, zijn op het Politiebureau
inlichtingen te bekomen van de navol
gende voorwerpen
Vier belastingplaatjes, achterlamp van
een auto, twee geldstukjes, hangslot,
en een tabakspijp.
Aangeloopen een kip.
POSTERIJEN.
De Directeur van het Post en Te
legraafkantoor brengt ter algemeene
kennis, dat de dienst der Posterijen
enz. op 25, 26 en 27 December a.s.
als volgt is geregeld
Op 25 Dec. (Ie Kerstdag) als op
gewone Zondagenafhalen van cor
respondentie tusschen 12 en 1 uurn.m.
Op 26 Dec. (2e Kerstdag) voor den
post en Telegraafdienst van 8-9 v.m.
en van 1-3 n.m., voor den telefoon
dienst van 8-9, en van 1-2 n.m., be
stelling van alle aangekomen stukken
Op 27 Dec. als op gewone Zonda
gen afhalen van correspondentie tus
schen 12 en 1 uur n.m.
Correspondentie
Mevr. v. d. M. - Wegens plaatsgebrek
moest Uw ingezonden stuk blijven lig
gen, terwijl ook enkele andere stukken
in ons volgend nummer zullen worden
opgenomen.
van Donderdag 10 December 1925.
De Voorz. opent de algemeene be
schouwingen en geeft allereerst het woord
aan den heer Scheffer.
De heer Scheffer zegt het volgende
Dezen keer zal ik mij alleen bepalen
tot het stellen van eenige vragen en het
doen van eenige opmerkingen. Ze zijn
vanzelf niet bestemd voor den tijdelijken
wethouder.
Bij deze begrooting valt het weer erg
in het oog, dat Burgemeester en Wet
houders afdalen in het klein, hier f 10.
daar f 15. beknibbelen. Zou het niet de
weg zijn groote lijnen te volgen, door
uit te zien op welke wijze er meerdere
inkomsten in de kas komen
Waarom is niet reeds voor 2 jaren
terug begonnen met exploitatie der bouw
terreinen aan de Spoorstraat De grond
was verkocht. Het gevolg zou zijn werk
verruimingdoor huizenbouw, vermeerde
ring van inwoners, dus nieuwe belas
tingbetalers. Burgemeester en Wethouders
hebben de zaak zóó tegen gewerkt.dat
de vraag naar grond momenteel bij de
particulieren is. De Gemeente grijpt er
nwuul. Wei ken üuig«micoolci en Wol
houders voldoende mede voor vlugge
afwikkeling van groote bouwplannen
Zijn Burgemeester en Wethouders ac
tief wanneer er aanvragen komen voor
industrieterreinen
Hebben Burgemeester en Wethouders
al plannen uitgewerkt, opdat bij aanvragen
gehandeld kan worden?
Vinden Burgemeeste en Wethouders
het niet van belang daar groote aandacht
aan te wijden Zijn er op die manier
geen middelen te vinden om tot belas
tingverlaging te geraken?
Er gaat maar èèn roep door degemeente,
n.1. verlaging der belastingen. De vraag
is hoe Nu Gedeputeerde Staten geen
vrijheid vinden ons tijdelijk de f 50000,
van Zonnegloren toe te staan, om uit
de misère te komen, kunnen wij ons
dan niet tot hooger gezag wenden
De afgeloopen 2 jaren hebben ons
dienaangaande niets gebracht. Mogen
wij hopen, dat er dit jaar werk wordt
geleverd.
Is het de weg de rapporten der hoofd
ambtenaren terzijde te liggen waarom
doen Burgemeester en Wethouders hun
voordeel daar niet mede Wij hadden
dan beslist de zoo ongelukkige straat
belasting niet gekregen. Naar de stemming
van den Raad te oordeelen zal die weer
spoedig verdwijnen.
Tegen de adviezen in van de hoofd
ambtenaren kwam toch de navorderings
belasting. Dat deze beide belastingen in
de gemeente ontstemming brachten, is
licht te begrijpen.
Zijn Burgemeester en Wethouders niet
overtuigd, dat de Raad op eenmaal
genomen besluiten niet had behoeven
terug te komen wanneer hij goed was
voorgelicht Daarom doe ik het voorstel
door den Raad te besluiten, dat hij alle
voordrachten het officieele rapport van
de betreffende hoofdambtenaren dient
overgelegd te worden. Hoe noodig dit
is, bleek nog bij de voordracht inzake
vernieuwen van de Nieuwe Steeg. De
hoofdambtenaar wees met één enkele
regel op het gevaar in den Winter. Wanneer
dit met redenen omkleed was, zou de
Raad er niet direct op ingegaan zijn.
Waarom doet die ambtenaar dat met één
regel De dresseerzweep heeft zoo ge
klapt, dat men angst heeft zich te uiten.
Ik vraag mij af, waarvoor hebben wij
de kundige ambtenaren, die zooveel geld
kosten, Burgemeester en Wethouders daar
toch geen profijt van trekken. Laten
Burgemeester en Wethouders de volon
tairs nemen.
In een naburige gemeente hebben
Burgemeester en Wethouders de Ioffe
lijke gewoonte eenmaal per week te
samen met alle hoofdambtenaren te con
fereeren en besprekingen te houden over
gemeentezaken. Dat dit veel voordeelen
geeft behoeft geen betoog. Geschiedt dit
hier ook
De Voorzitter zegt dat op deze be
schouwing niet zoo maar voetschoots
antwoord is te geven, doch het zal een
punt van bespreking uitmaken bij B. en
W. en zal in volgende vergadering het
antwoord worden gegeven.
De heer Van Elten (Weth.) zegt dat
hij zeer verwonderd is over het door
den heer Scheffer gesprokene, vooral
wat betreft de exploitatie der terreinen
van het Grondbedrijf. Spr. zegt dat hem
daarvan toch zeker geen verwijt treffen
kan. Gedurende den korten tijd dat Spr.
Wethouder is heeft hij zich juist hiervoor
ernstig geinteresseerd, waarvan de resul
taten in de begrooting worden terugge
vonden.
De heer Scheffer verduidelijkt nog
nader zijn bedoelingen en zegt dat dan
van de complexen Spoorstraat toch nog
maar zoo goed als niets is verkocht.
De Voorz. vraagt of de heer Scheffer
serieuse koopers weet.
De heer Scheffer: „U hebt niets aan
geboden en dan komen er vanzelf geen
serieuse koopers, maar wordt alles ge
dreven naar het particulier initiatief.
De Voorz. herhaalt dat in volgende
vergadering B. en W. van nader ant
woord zullen dienen.
Hierna geeft de Voorzitter het woord
aan den heer Foeken voor een algemeene
beschouwing.
De heer Foeken zegt daarna het vol
gende
Mijnheer de Voorzitter I Het was niet
mijne bedoeling bij de behandeling der
begrooting voor 1926 aan de algemeene
beschouwingen deel te nemen, maar de
omstandigheden dringen mij er toe.
Laat mij beginnen met een compliment
voor de keurige verzorging der begrooting
en memorie van toelichting. Ik sluit mij
ten deze gaarne aan bij de woorden van
lof der Commissie van onderzoek.
Dan heb ik een compliment voor
den spoed waarmede thans wordt af
gewerkt. Voor de bestudeering van twee
folio-boekdeelen werden mij juist geteld
9, zegge negen dagen gegeven, maar ik
wil er bijvoegen, dat de boekhoudkundige
indeeling der begrooting het onderzoek
zeer vergemakkelijkte.
Verder M. de V. kan ik tot mijn spijt
niet in den complimenteusen vorm door
gaan, en moet ik in den critischen toonaard
overgaan. Ik hoop echter uitsluitend op
bouwende critiek te geven.
De eerste indruk die ik van deze
begrooting kreeg was van blijstemmenden
aard. Dat is in jaren niet gebeurd, dat
we mogen beginnen met een voordeelig
saldo van ruim f 8000.Ziezoo dacht
ik, nu eens even hoofdstuk XII (belasting)
bekeken en dan den post „Onverzien",
en ik moet zeggen, de verrassingen ver
menigvuldigden zich. De belasting ietsje
lager, en een post van onvoorzien van
bijna f 300000.tegen ruim f 100000.
voor 1925. het was prachtig- en toch-
ik kon mij niet vrij maken van een
gevoel van twijfel. Ik sloeg daarom hoofd
stuk XV nog eens even op om te zien
of er soms al van 1927 werd geleend,
zooals we dat voor dit jaar van 1926
hebben gedaan, maar ook dat viel mee.
Er bleef dus voorhands niets anders over
dan het rapport af te wachten van de
Commissie van onderzoek, die dan ook
in de vijfde alinea van het rapport de
vlag in top hijscht en jubelt over den
prachtigen post „Onvoorzien". Nu kunnen
we zeggen de heeren „toch in den loop
van het jaar nog eens iets doen". En
toch M. de V. vraagteekens die ik had
gezet bij de hieraangevoerde posten liet
ik staanhet wil de er bij mij niet in,
dat we eieren voor ons geld kregen,
touülj ffloaupIlISCliw.
Naar mijn absolute overtuiging kon
er geen voordeelig saldo zijn van 1924,
maar moesten we aanvangen met een
nadeelig saldo, en toch werd ik uit de
stukken niets wijzer.
Toen heb ik, M. de V., mijn overtuiging
medegedeeld aan den tijdelijken wethou
der den heer Endendijk en heb ik ge
vraagd „Zeg mij, als man van eer,
kunnen we 1926 beginnen met een wer
kelijk reëel voordeelig saldo van f8000?"
En het antwoord was: „Er is een
ministratief voordeelig saldo, en dat is
ontstaan omdat Gedeputeerde Staten
een gewijzigde belastingboeking wen-
schen, maar in werkelijkheid is er een
nadeelig saldo van plm. f 14000,
Die mededeeling was voor mij eigenlijk
geen verrassing ik had niet anders
verwacht, maar nu de gevolgen.
Ten eerste M. de V. moeten we dus
de commissie van onderzoek een illusie
ontnemen. Wanneer het voordeelig saldo
van f 8000,reëel moet zijn een nadeelig
van f14000,dan wil dat zeggen, dat
de post onvoorzien van f29000,—slechts
een waarde heeft van f 7000.
Ten tweede, een vraag. De hoogere
financieele politiek moet worden gedragen
door onkreukbare eerlijkheid, ook in de
mededeelingen is daaraan voldaan
Ten derde, het is als een teleurstelling
te boeken, dat Burgemeester en Wet
houders tegenover Gedeputeerde Staten
niet rondweg hebben geweigerd deze
boeking voor Soest te accepteeren. Ik
zeg hier uitdrukkelijk bij, voor Soest,
omdat de principieele gedachte, voor
gemeenten die steeds met voordeelige
saldo's sluiten, aan vechtbaar, maar toch
niet absoluut te verwerpen is. Natuurlijk
zal men mij toevoegen, dat voor 1925
en volgende jaren hetzelfde systeem zal
gelden en dus daardoor een deel van
het verschil weer kan worden opgelost,
maar daar zet ik nog een veel grooter
vraagteeken bij. Wij moesten voor 1925
reeds f25000,lecnen van 1926 en nu
bezwaren we 1925 weer met een strop
van f 22000,Maar bovendien over het
te verwachten resultaat van 1925* ben
ik niet zonder zorg. In die begrooting
zitten nog een paar groote debetposten,
die ik nu niet bepaald op 18 karaats
durf taxeeren, en dan, hoe zal het resul
taat zijn van het derde deel van het
belastingjaar 1924/1925? Daar zal geen
goocheltoer meer mee kunnen worden
uitgehaald.
En dan heb ik nog gezwegen M. de
V. van de psychische beteekenis dezer
voordracht. Is het niet een verderfelijke
financieele politiek zich rijk te rekenen
als men weet zich arm te zullen tellen
Moeten we de inwoners van Soest blij
maken als er nog niets is om blij mee
te zijn Zie M. de V. ik deel niet het
pessimisme van sommigen, dat het nog
wel 10 jaar kan duren eer we er bovenop
zijn. Er zit in de begrootingen van 1925
en in deze tenminste deze gezonde kern,
dat zooveel mogelijk de tering naar de
nering is gezet en gedacht is aan stille
reserves, en als we met 1 of 2 jaar
door de risico posten ons hebben door
geworsteld, dan komen we er bovenop.
Maar niet langs den hiervoorgestelden
WIJ RUIMEN Of®
Aanbevelend,
weg, dan zal 1927 voor Soest hetexe
cutiejaar worden.
Waar ik er zoo voor sta, daar voelt
U M. de V. dat ik mijn stem aan deze
begrooting niet zou kunnen geven, tenzij
de risico der gewijzigde belastingboek
houding wordt weggenomendaarvoor
zal ik genoegen nemen met verhooging
van uitgaafpost 333 met f22000,te
dekken door verkaging van post „On
voorzien" 334, met f 15000,— en verhoo
ging van Ontvangpost 298 met f 7000,-
M. de V. we hebben eenmaal door
een verkeerde belastingboeking een strop
van f 70000,gekregen, waar we nog
niet af zijn ik weiger een nieuwe risico
van f 22000,
Ik heb bij enkele posten, die straks
aan de orde komen nog hier en daar
een opmerking van kleine beteekenis.
De Kapitaal-rekening geeft mij echter
nog aanleiding tot een korte principieele
beschouwing.
M. de V. de groote moeilijkheden waar
onze gemeente voor staat, vloeien voort
uit de groote schulden, die in de onzalige
jaren 1918 tot en met 1922 zijn gemaakt.
De zuivere crisis schulden baren geen
zorg meer die zijn al lang afgelost
maar overigens hebben wij thans nog
plm. f 100000,aan rente en aflossing
te betalen. De fout die in de voornoemde
jaren is gemaakt was dat te veel op
buitengewoon is ingebracht wat geen
productieve uitgave was, en nu meen ik
verplicht te zijn er voor te waarschuwen
dat men dien weg niet meer op moet
gaan.
Ik heb altijd een financieele politic-
voorgestaan van zooveel mogelijk brengen
naar „gewoon", en in dit verband wil
ik waarschuwen voor hoofdstuk IX pa
ragraaf II van den kapitaal-dienst. Dat
voor ondersteuning aan werkloozen 80%
wordt gebracht op aflossing op langen
termijn acht ik een absoluut verkeerde
toekomstpolitiek. De werkloozen zult ge
altijd houden en wanneer wij de daarvoor
benoodigde gelden maar steeds leenen,
dan zal het na verloop van een kort
aantal jaren voorde gemeente een nacht
merrie worden. Men versta mij goed, ik
wil op dezen uitgaafpost niets afdingen,
maar ik wil dezen alleen brengen naar
de gewone uitgaven. Men moet bij het
gemeentelijk financieel beheer niet be
ginnen te vragen wat mag ik op buiten
gewoon boeken, maar wat kan ik nog
brengen naar de gewone jaaruitgaven,
De Voorz. zegt dankbaar te zijn voor
het gesprokene waarin waardeering uit
komt, voor het omvangrijke werk der
Begrooting met alle toelichtingen. De
heer Foeken, zegt Spr., heeft twee hoofd
punten ontwikkelt. Wat het laatste betreft
moet worden opgemerkt dat de post
voor Werkloozenzorg, ten laste van het
Grondbedrijf komt, en voor dit bedrag
productief kan zijn.
De heer Foeken „dan is deze post
niet juist geboekt, maar daarover kunnen
we bij de detailbehandeling nog wel
verder praten.
De Voorz.Wat aangaat het aanvan
gen met een voordeelig saldo van f 8032,
is dit op voorschrift van Ged. Staten,
maar B. en W. erkennen dat hierin een
groot risico voor 1925 zit. Waar 't B. en W.
bekend was dat U, zegt de Voorz., met
deze bezwaren zou komen, daar hebben
wij heden besloten den Raad voor te
stellen van de post onvoorzien f 10.000
af te nemen en te boeken ten goede van
dienst 1925.
De heer Foeken Ik aanvaard natuur
lijk direct al vast die f 10.000, maar wat
voorop vast moet staan is of B. en W.
principieel mij gelijk geven".
De Voorzitter„Ja".
De heer Foeken: „Welnu dan praten
we straks verder, als we elkaar verstaan
dan komt dit zaakje nog wel op z'n
pootjes terecht".
De heer Rietveld, lid van de Com
missie van Onderzoek, zegt dat 't aan
de Commissie niet is ontgaan dat bij de
minder goede verwachtingen zulk een
mooi aanvangssaldo, en zoo'n groote
post voor onvoorzien was geboekt. De
Commissie die zeer weinig tijd had is
daar niet verder op ingegaan in de over
tuiging dat de heer Foeken dit wel nader
zou uitpluizen, en 't is nu weer gebleken
dat 't den heer Foeken wel is toevertrouwd.
De heer De Koning: (lachend) wat
zeg je daarvan heer Foeken
De heer Foeken„dat men compli
mentjes in den Raad steeds onder reserve
moet aanvaarden".
Waar niemand meer 't woord verlangd
voor de algemeene beschouwingen, opent
de Voorzitter de behandeling der Hoofd
stukken.
Bij post 1. Voordeelig saldo van 1924,
zegt de heer Foeken dat hij voorstelt
deze post nader onder 't oog te zien
met de in zijn beschouwing genoemde
posten, alles in onderling verband, wat
door door den Voorz. wordt toegestaan.
Wij laten discussies van ondergeschikt
belang buiten het verslagen bepalen ons
alleen tot die van eenige beteekenis.
Bij post 42 wordt besloten dat van
den Secr. en den Dir. van Publ. Werken
voortaan niet meer de helft der Telefoon
kosten zal worden terug gevraagd. De
Voorzitter en Weth. Van Elten stonden
tegenover dit voorstel dat namens de
Commissie door den heer Rietveld werd
verdedigd. De heer Endendijk die zich
ten opzichte van enkele posten vrijheid
van stemmen had voorbehouden steunde
het voorstel van de Commissie.
Bij post 49. Aflossing op geldleeningen,
maakt de heer Koning de opmerking
dat er een telfout is van f 1000.— die
echter blijkt van geen invloed te zijn op
het totaal.
Post 55. Vergoeding voor gebruik van
rijwielen, lokt een breede discussie uit.
In 1924 was de vergoeding f 50.per
jaar, dit is voor 1925 teruggebracht op
f 40.en nu stelden B. en W. voor
f 30.— te geven. Na verdediging door
de heeren Rietveld, De Koning, Mr. Van
Doorne en Van Eek, om f 40.te hand
haven, besloot de Raad daartoe met 9
tegen 3 stemmen.
Bij Post 61. jaarwedden enz. Politte,
brengt de heer De Koning in het midden
dat z.i. het politiecorps uitbreiding en
reorganisatie van diensttijden behoeft.
Spr. wil den tijdelijken chef geen voor
stellen doen, maar verzoekt notuleering
dat hij deze post onvoldoende vindt.
Post 74. Openbare Verlichting, doet
de heer De Koning zijn teleurstelling
uitspreken, dat 't met de nachtlampen
nog steeds niet in orde is, en vraagt dat
daaraan nu eens spoedig wordt voldaan.
De Voorzitter zegt dat deze zaak niet
zoo eenvoudig is als ze lijkt, en de
Gemeente nog al kosten zal brengen. Er
zal echter nog eens ernstig aandacht
aan gegeven worden.
De heer Foeken bemerkt dat deze post
f500— te laag is uitgetrokkeu. Er is
niets berekend voor nieuwe lampen en
voor arbeidsloon.
De Voorzitter zegt dat de post toch
niet hooger behoeft te worden genomen,
omdat er een bedrag in staat voor het
aanbrengen van overhangende lampen
dat niet zal in rekening gebracht worden.
Dit is zegt Spr. een concessie van de
P.U.E.M. die de Gemeente ten goede komt.
De heer Foeken zegt dat hij deze
concessie niet mag aanvaarden. Er is
zegt Spr. een contract waarin precies is
geregeld hoe 't zal gaan als de P.U.E.M.
te Soest winst maakt. De overwinst komt
ten goede van meterhuur en lichltarief,
en daarom kan Spr. er zich niet mee
vereenigen dat langs een andere weg de
winst wordt verkleind. Spr. verzoekt
overlegging der Exploitatierekening voor
Soest, en geeft B. en W. in overweging
overeenkomstig het contract te handelen.
Post 83, is de eerste principieele post
betreffende Geneeskundige behandeling
van Gemeentepersoneel. Na eenige dis
cussie wordt het voorstel van B. en W.
aangenomen (zie daarvoor het antwoord
van B. en W. op het rapport der Com
missie van onderzoek).
Bij post 110. Subsidie Groene Kruis
f 750.ontspint zich een debat dat voor
'een oogenblik de goede geest verstoort.
De heer Scheffer brengt ter tafel de
minder goede verhoudingen tusschen het
Bestuur en de Soesterbergers. Mevr.
Droste, die Voorzitster is van het Groene
Kruis betuigt daarover haar spijt en zegt
dat zij in deze vergadering, waarin die
kwestie niet thuis hoort, daarop niet ver
der zal ingaan.
De heer Van Eek is zeer slecht te
spreken over een aantal leden van Soes-
terberg. Er is daar, zegt Spr. „een stel
letje dat persé de lakens wil uitdeelen,
zich met alles en nog wat bemoeit en
eigenlijk nergers wat van weet".
De heer Scheffer zegt dat hij de woor
den van den heer Van Eek maar niet
al te ernstig zal opnemen, maar wil toch
dit zeggen dat de Soesterbergers dezelfde
rechten hebben als de Soesters en als
^Mijnheer van Eek. Mei een groote mond
op te zetten is de ruzie de wereld niet
uit zegt Spr., en daarom stelt Spr. voor
deze post voorloopig pro-memorie uit te
trekken en hij onvoorzien te reserveeren,
totdat de eensgezindheid is weergekeerd.
Aangenomen wordt een voorstel van
den Voorz. dat de post blijft staan, doch
dat niets zal worden uitgekeerd alvorens
alles naar behooren functioneert.
Bij post 134 pleit de heer Rietveld
namens de Commissie voor vaste aan
stelling van enkele Iosvaste arbeiders.
Weth. Van Elten die zich aanvankelijk
daartegen verzet, legt er zich bij neer
wanneer 't buiten bezwaar der schatkist
kan geschieden, wat mogelijk blijkt, en
krijgen dus de belanghebbenden hun
vaste aanstelling.
Post 137. Onderhoud wegen, acht de
heer Foeken nog te laag. Spr. doet geen
voorstel tot verhooging, maar geeft in
overweging voor de toekomst in dezen
post geen stiefkind te zien.
Weth. Van Elten neemt hier gaarne
nota van.
Bij post 140. Straatbelasting, geeft de.
heer Rietveld in overweging in ernstige
studie te nemen een belastingheffing op
de meerwaarde bij verkoop van onroe
rende goederen, en in te trekken de
bijzonder insociale Straatbelasting.
De Voorzitter schorscht hierna de Ver
gadering tot Maandagavond 7 uur.
Zenuw 75 Hoofdpijn 60 Maag 75 Laxeer 60 et
Staal- 90 et. Rheumatiek 75 et. Keelpijn- 60 et
Hoest 60 Kiespijn 60 Griep Influenza 75 et
Nier&BlaasI gld Galsteen l.50Wormtab!.80c
Bloedzuiverende 75 Eetlustopwekkende 75 et
'Koorts 60 Verkoudheids 60 Pijnstillende 75 et
Bij Apoth. en Drogisten. Op elke verpak
king staat de naam Mijnbardt. Lef hierop
RAADSVERSLAG
van Maandag 14 December 1925,
te 's avonds 7 uur.
VoorzitterWethouder Van den Berg,
waarnemend Burgemeester.
Afwezigde Heeren Besselsen (m.k.
en Mr. Van Doorne.
Na opening met gebed, wordt onder
enorme belangstelling op de publieke
tribune, de ariikelsgewijze behandeling
der Begrooting 1926 voortgezet, waarvan
wij ook nu alleen weergeven wat van
eenige beteekenis kan geacht worden.
Bij post 167 maakt de heer De Koning
de opmerking dat z.i. een bedrag van
f5000.— voor aankoop van materiaal
voor Timmerwerk enz. te hoog is. De
Voorzitter antwoordt dat tegenover deze
post een ontvangpost van gelijk bedrag
staat, deze kunnen beiden gcnoegelijk
f 1000.— omlaag maar 't is van geen
practisch nut. Weth. Van Elten zegt dat
onder dezen post ook gebracht worden
de brandstoffen. Uit de boekingen blijkt
dat de werkelijke voorraad per 31 Dec.
12200.— was.
Post 169 gaat over het onderhoud dei-
Gemeente Paarden, hiervoor is in 1924
uitgegeven f 1678.59. Voor 1925 was
geraamd f4620.en voor 1926 wordt
geraamd f4720—. Dit werd verschillen
de Leden toch te machtig. De heer Van
Eek meende dat men eerst êens moest
beginnen met de paarden te laten wer
ken. De beesten zien er prachtig uit,
zwemmen in hun vet, maar daarvoor
hebben we ze niet zegt Spr. En dan is
per paard f 12.in de week veel te
hoog. Deskundigen zeggen dat je een
paard voor f 5.in de week den kost
kunt geven.
De heer v. d. Bremer: „dan zal ze't
vet niet lang meer in den weg zitten!".
De heer Foeken vraagt waarom de
post voor 1926 nog weer verhoogd is.
Er zijn toch geen paarden bijgekomen
De Voorz. zegt dat in 1924 en begin
'25 nog geteert is van de zclfverbouwde
haver en gepacht hooiland, vandaar het
groote verschil.
De heer De Koning is 't met deze
paardengeschiedenis nog niet eens, maar
wil nog eens afwachten alvorens zijn
oordeel uit te spreeken.
De post wordt goedgekeurd.
Post 175. Belegging van gelden. De
heer De Ko.iing merkt op dat wij nog
steeds een te eenzijdige belegging heb
ben, f 70.000 van één fonds acht Spr
niet goed, hoe solide 't ook is, en geeft
in overweging 't wat meer te verdeelen.
De Voorz. zal er aandacht aan geven.
Post 199. Kosten van Oudercommissies.
Mevr. Droste vraagt of deze Commissie
nog bestaat. HEd. merkt er in de practijk
niets van. De Voorz. antwoordt beves
tigend, al zal 't zegt Spr. misschien wen-
schelijk zijn er wat meer leven in te
blazen.
Bij post 256. Subsidie aan Muziekkorp
sen, zegt de heer Foeken dat hij, waar
onze Soester Fanfare de hoogste trap
voor een Dillettantencorps heeft bereikt,
en nu staat voor de onkosten van om
zetting in een Harmoniecorps, voorstelt
aan dit gezelschap voor 1926 een extra
bijdrage te geven van f 50.ter bestrij
ding der kosten.
De heer De Koning zegt dat f50.—
alhoewel thans voor de Gemeente een
hooge subsidie, wel niet veel helpen zal,
Spr. is er opzichzelf niet tegen, maar
meent dat we ons van elke extia uit
gave moeten onthouden.
De heer Foeken antwoordt dat hij
zeker rekening houdt met de financieele
positie der Gemeente, maar, nu we van
den Voorz. een meevaller kregen bij post
175b van 800.en in een onderhoud
van enkele uren te voren, nog andere
verrassingen zijn geconstateerd, waarvan
de Voorz. straks wel mededeeling zal
doen, Spr. vrij moedigheid heeft deze
itgave post te verdedigen.
Het voorstel wordt hierna z.h.s. aan
genomen.
Post 267. Ondersteuning aan behoef-
tigen, wil de Commissie met f 3000.—
verhoogd zien, in verband met de wer
kelijke uitgave in 1924. De heer Rietveld
verdedigt dit voorstel en meent dat we
dan meer de werkelijkheid nabij zullen
zijn.
De Voorz. verdedigt het standpunt van
B. en W. met het argument dat dit een
van die posten is waar men zeer voor
zichtig mee moet zijn. Men heeft
anders heel gauw kans al te goedgeefsch
te worden. Is 't noodig zegt Spr. dan
zal ik wel bij den Raad aankloppen.
De heer Van Eek kan zich met de
argumentatie van den Voorz. niet ver
eenigen, en is niet bijster te spreken over
de Armverzorging. Deze post zal zeker
moeten verhoogd worden zegt Spr.
De Raad schaart zich ditmaal om den
Voorz. en keurt de post z.h.s. goed.
Bij post 325 informeert de heer Foe
ken naar de post rente kasgeldleeningen.
De Voorz. zegt, dat, nu de bedragen zijn
verdeeld over de afdeelingen, deze
hoog genoeg zijn geraamd.
Hiermede is de artikelsgewijze behan
deling van den gewonen dienst ten einde,
en vraagt de Voorz. of iemand nog stem
ming wenscht over de geheele begrooting.
De heer Foeken zegt dat hij nog even
wil praten over de posten waarop hij in
vorige vergadering de aandacht vestigde.
In de namiddag-conferentie is daar
ook over gesproken, doch bij Spr. blijft
de onrust bestaan ten opzichte van het
voord, saldo 1924. Wel blijkt zegt Spr.
dat het 3e deel Ink. Bel. '24/'25 lager
in de begrooting is gesteld dan het 1/«
van het totaal, maar ik vrees dat ook
het lager bedrag niet wordt gehaald. De
risico van het volle belastingjaar is ge
legd op het laatste l/s, dat is zegt Spr.
het gevaar en daarvoor moeten we reserve
vormen. Ik wil echter na wat ik van mid
dag heb gehoord en gezien zegt Spr.,
genoegen nemen met een reserve van
f 10.000. Handhaven B. en W. hun voor
stel daaromtrent, dan ben ik voorloopig
voldaan.
De Voorz. zegt dat B. en W. het voor
stel handhaven om de post onvoorzien
te verlagen met f 10.000, om daarmede
te verhoogen post 333, bijdrage aan
dienst 1925.
Dit voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
Alsnu komt in behandeling de Kapitaal-
dienst bij post 336. Kosten uitbreidings
plan, wenscht de heer De Koning aan-
teekening dat hij tegen is. De Raad
voteert maar geld, maar ziet niets. Ik
wensch nu eerst eens iets te zien zegt Spr.
De Voorz. en Weth. Endendijk kunnen
dat verlangen billijken en zullen mede
werken om aan den wensch te voldoen.
Weth. Endendijk zegt dat hij niet
onderschrijft, wat de heer De Koning
gezegd heeft, dat dit niet zulk een om
vangrijk werk is. Spr. verklaart dat 't
zeer veel tijd en arbeid vraagt, maar
binnen een maand zal althans gedeeltelijk
aan het verlanging van den heer De
Koning worden voldaan.
De heer De Koning„Daar zet ik een
kistje sigaien tegenover".
De heer Van Elten „Aangenomen".
De heer Foeken zegt, als dat kistje
sigaren voor den Raad is bestemd dan
vind ik die weddenschap wel aardig,
maar zegt Spr. ik wil 't nog even hebben
over de post in kwestie. Ik hoor daar
zegt Spr. dat dit bedrag, groot f 1000,
het gedeeltelijk salaris is van een Amb
tenaar, dus niet meer honorarium van
den Ontwerper. Zie M. de V. zegt Spr.
daar krijgt U mij nu niet meer voor. Ik
heb in de vorige vergadering nog eens
meer voor de zooveelste maal gezegd
dat men nooit moet beginnen te vragen
wat mag ik op buitengewoon brengen,
maar wat kan ik boeken op gewoon. Nu
gebeurt hier precies het tegenoverge
stelde, U haalt zonder noodzaak van
„gewoon" af en brengt 't naar „buiten
gewoon". Ik stel voor zegt Spr. deze
post terug te brengen naar den gewonen
dienst, en onvoorzien daarmee te ver
minderen.
De Voorz. zegt dat hij op grond van
de financieele perspectieven in den mid
dag besproken, mede namens B. en W.
het voorstel overneemt.
De heer Foekenln orde, ten minste
practisch, maar nog niet principieel. Ik
zou wenschen dat U M. de Voorz. ook
het principe kon aanvaarden.
De Voorz.: „dat doe ik ook".
De heer Foekendan ben ik geheel
voldaan.
Bij post 342 bepleit de heer Van Eek
dat de mogelijkheid zal geopend worden
om de kosten van aansluiting aan de
Waterleiding in termijnen te betalen.
De Voorz. zegt dat hieraan groote
practische moeilijkheden zijn verbonden,
maar wil de vraag gaarne bij B. en W.
brengen.
Bij post 363, Kosten Werkverschaffing
f 1000.waaraan door post 360 f 8000
door leening wordt gedekt, zegt de heer
Foeken dat hij zich hiermede niet mee
kan vereenigen. Dit is zegt Spr. een
uitgave die niet voor 80 productief
is, en als men daar aldoor voor gaat
leenen dan wordt 't in de toekomst een
ramp. Gestel zegt Spr. we leenen 10 jaar
lang f 10.000, dan hebben we een leening
van nominaal een Ton, waarvan de rente
en aflossing te samen ongeveer gelijk
zijn aan het totaal bedrag dat nu noodig
is, en dat steeds noodig blijft. Alleen voor
werkelijk productief werk mag worden
geleend zegt Spr., en wanneer 't hier,
zooals gezegd is, werk betreft voor het
bouwrijp maken der Spoorstraat-Com
plexen, dan heb ik niets tegen die leening,
mits ze op 't Grondbedrijf drukt.
De heer Van Eek onderschrijft het ge
sprokene door den heer Foeken, en zal
de Voorz. zorg dragen voor overbrenging
der post naar Grondbedrijf.
Hiermede is ook de behandeling van
den Kapitaaldienst ten einde, en worden
beide begrootingen zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De Voorzitter zegt dat hij thans nog
een mededeeling heeft van bijzonderen
aard. Tijdens de behandeling der be
grooting is enkele keeren gezinspeeld
op een middag-conferentie en financieele
perspectieven die zich daar hebben ge
opend. De zaak is als een St. Nicolaas-
Surprise zegt Spr. Het is den Raad be
kend dat in de afdeeling Volkshuisvesting
de verrekingen met het Rijk altijd zeer
lang duren. Nu is dezer dagen de ver
rekening afgekomen en is 't gebleken
dat er voor de hiermede verband hou
dende uitgaafposten, enkele jaren gere
serveerd, waarvan een gedeeltë in de
boeking 1925 is verwerkt, doch'waardoor
we nu een onverwachtte meevaller krij
gen van plm. f33.000, want van deze
reserveering was B. en W. niets bekend.
Wij hebben zegt Spr., vandaag den heelen
dag zoek gebracht om alles nog eens
na te gaan, en van middag ook de heer
Foeken daarbij gevraagd die zich altijd
zoo]speciaal voor de Gemeente-financiën
interesseert, en blijft tot heden bij de
medegedeelde verrassing.
Tot zoover zegt Spr. willen wij met
onze mededeelingen in Openb. Verg.
gaan. In besloten vergadering kunnen
wij hierover nog wat verder praten. Maar
B. en W. oordeelden dat wat gezegd is
althans nu reeds in Openb. Verg. moest
gezegd worden. In een volgende ver
gadering zullen B. en W. met voorstellen
komen hoe deze post te verwerken.
De Raad gaat hierna over in besloten
zitting.
Na heropening der Openb. Vergade
ring stelt de Voorz. de Rondvraag, waar
van de 'heer Van Eek gebruik maakt
door B. en W. te interpelleeren over de
Werkverschaffing. De heer Van Eek is
hier weer de vertolker der ontevredenen,
en verzwijgt dat er ook tevredenen zijn,
alleen, als de Voorz. hem zegt dat er
ook tevredenheidsbetuigingen zijn dan
wordt dit door den heer Van Eek erkent.
De heer Van Eek zegt dan dat hij niet
te spreken is over de werkverschaffing.
De Voorz.; „Wat mankeert er dan aan"
Stem van de Tribune: „Alles".
De heer Van Eek: „Erworden men-
schen ontslagen en aangenomen, geheel
willekeurig en zonder onderzoek".
De Voorz.: „Bij zulk een toeloop als
nu sinds een week, is controle zoogoed
als ondoenlijk, dan sluipen er verkeerde
elementen in en daarvan dragen dikwijls
de goeden de wrange vruchten. Alles
wordt gedaan om de zaken in het goede
spoor te houden. Dit staat in ieder geval
vast dat precies wordt gehandeld naar
het Reglement dat ook is aanvaard door
de Vakbonden.
Hierna sluiting der vergadering.
SPORT
VOETBAL
CLUBNIEUWS V.-V. „SOEST"
Soest IIEsvac II niet doorgegaan.
Soest IIIVoorwaarts V niet doorge
gaan.
a.s. Zaterdag 2de Kerstdag, Soest—
N.I.O.(Driebergen)Soest terrein aanvang
2 uur. Deze wedstrijd zal worden op
geluisterd door de muziek vereeniging
V.I.O.S. bestaande uit leden en dona
teurs van de Voetbal Vereeniging Soest.
Zondag 27 December Soest II—Tabor
aanvang 12.30.
Soest III gaat naar Amersfoort om
te spelen tegen A.V.C. III vertrek per
fiets van ons terrein 1 uur.
Soest IVoor dezen wedstrijd
is aangevraagd Baam II aanvang 2.15.