CO Uitvei DE UTRECHTSCHE CREDIET-MAATSCHAPPIJ HANDELS- EN BOUWCREDIET EN 2e HYPOTHEEK Faillissement I.Maaswin te Soest. Tweede Meisje Dienstbode, Werkster gevraagt .hulp in de huishoudi in het Gebouw op Dinsdag 2 Solisten: Mevr. J. VET Mevr. J. ZWEE De Heer Fr. Wij geven een zeei DE KAASHAL BEZOEKT ON VERSTREKT AGENTSCHAP VOOR SOEST: Bureau voor ADMINISTRATIE en ACCOUNTANCY BRAND BUITENHUIS DRIE HOEKS WEG 2 (HIJ DE NIEUWE GEREF. KERK) apart de filmgroep Charly Chaplin met zijn beroemde Jackie te vermelden een keurige imitatie waarbij niets vergeten was. Ook dit Soester Jackie heeft on getwijfeld filmtalent Na het „voorrijden" der gecostumeer- den onder het licht van een twaalftal fakkels vo'gde de moeilijke taak van de jury, waarvoor menig kwar.tiertje vergaderen in de tent noodig was. On derwijl speelde de muziek er lustig op los en zwierden de liefhebbers over den baan, de kansen der deelnemers besprekend. Eindelijk, daar werd de tafel waarop de vele prijzen in het lamplicht schitterende naar buiten ge dragen en beklom Mr. van Doorne de bank, om inet een toepasselijke speech tot de prijsuitreiking over te gaan, en allen die tot het slagen van dien avond hadden medegewerkt dank te brengen, waarbij nog speciaal en niet ten on rechte die mijnheer aan wien nog al eens gevraagd wordt „of het daarboven ook koud is" werd genoemd. En zoo behoort het eerste ijsfeest in 1926 alweer tot het verledene. Moge het door meerdere gevolgd worden. Het is gebleken dat er animo genoeg voor bestaat. Wij mogen dit verslag niet eindigen zonder nogmaals dank te brengen aan hen die het moeilijkste deel voor hun rekening namen, de heeren Van Doorne en Van Duren Jr., aan de wedstrijdlei ders, de heeren Dr. Sluys en Veenstra, aan de juryleden reeds hierboven ge noemd, aan het Bestuur van de IJsclub dat geheel belangeloos de banen ter beschikking stelde en last not least aan dengene, die niet bedankt wil worden. De volledige uitslag van de wedstrij den volgt hieronder Uitslagen Hardrijden: le prijs A. J. M. W. v. d. Berg, 2e prijs G. Barneveld, 3e prijs F. X. Meyer. Ringsteken: le prijs P. Stalenhoef en Mej. T. van Wiersum, 2e prijs H. Borgst en Mej. M. Fugers. Schoonrijden Dames alleen: le prijs Mej. Schuld, 2e prijs Mevr. Voskuilen. Schoonrijden Heeren "alleen le prijs C. v. d. Broek, 2e prijs E. Verschuur. Schoonrijden Paren: le prijs de heer Schueler en Mej. Zwart, 2e prijs de heer J. A. Slager en Mevr. C. W. Roggeveen, 3e prijs de heer Lengers en Mej. C. Butselaar. Gecostumeerd Heeren alleen: le prijs no. 6, Tyroler, 2e prijs no. 8, Paljas. Gecostumeerd Dames alleenle prijs no. 4, Tyrolerin, 2e prijs no. 5, Tyrolerin. Gecostumeerde Paren: le prijs no. 16, de Winterhaters, 2e prijs no. 19, Roodkapje en Grootmoeder. Gecostumeerde Groepen le prijs no. 21, Soester Dracht, 2e prijs no. 22, Cowboys. Filmgroep gecostumeerd 1 e prijs no. 23, Charley Chaplin en Jackie Coogan. Origineelste CostuumDame no. 2, de Tijgerkat, Heer. no. 7, de Beer. NIEUWE ZAAK „MERCURIUS". Aan het begin der Soesterb.straat, waar zooveel nieuwe woningen verrijzen, is dezer dagen ook een nieuwe zaak geopend in Koloniale, Grutterswaren en Fijne Vleeschwaren, door den Heer Rebergen. Het geheel ziet er keurig uit en, is een aanwinst voor dit gedeelte van Soest. Wij wenschen den ondernemer veel succes. CORRESPONDENTIE. Wegens plaatsgebrek moest het ver slag van de Voetbalvereeniging Soest, alsmede enkele andere berichten, tot een volgend nummer blijven liggen. MUNHARDTs 'Zenuw-Tabletten .75" Laxeer-Tabletten .60" Hoofdpijn-Tabletten oo« Bij Apoth. en Drogisten SPORT VOETBAL E.S.V.A.C. A.s Zondag 24 Jan. ontvangt Esvac I Scherpenzeel I om 2 uur, aan den Koudhoornweg. Wij kunnen (behoudens een bespeelbaar terrein) een zeer span nende weds,rijd verwachten, daar de gasten op 10 Jan. j.1. tegen het sterke Amsvorde met slechts 32 hebben verloren, daartegenover staat, dat Esvac met een goed elftal voor den dag hoopt te komen, zoo zelfs, dat zij een waar- digen tegenstander zal blijken te zijn. Als het eenigszins mogelijk is, dan moet er een Zaterdagmiddag geoefend worden, jongelui GEMEENTERAAD VERSLAG van het verhandelde in de openbare vergadering van den Gemeenteraad op Maandag 18 Januari 1926, 's avonds 7 uur. Deze vergadering welke nog al in teressant werd der debatten bijpunt 14, waarbij echter heel eventjes de harts- tochterr van enkele Sprekers vrij baan dreigden te krijgen, kenmerkte zich overigens als een genoeglijk „onder onsje". Hoe kon 't ook anders I De heer de Koning, die reeds al zoo lang zich be klaagd had dat het (ook al reeds zoo lang in uitzicht gestelde) uitbreidingsplan, maar steeds niet te voorschijn kwam, schijnt naar wij|stellig gelooven want Z.Ed. is niet van gisteren direct ge dacht te hebben, dat als dit plan niet te voorschijn wil komen, op vriendelijke verzoeken er wel een ander middel is om het plan in den raad te brengen. En deze opzet gelukte. Dit middel was, om met een der kop stukken uit den raad een weddenschap aan te gaan om een kistje fijne sigaren, dat het plan niet op den inmiddels weer beloofden tijd aangeboden zou worden. En zie nu, wat vriendelijke verzoeken niet uitwerkten, werkte een kist sigaren uit. Punt 13 der agenda luidde zoowaar* aanbieding van het voorloopig ontwerp- uitbreidingsplan. Gevolg: dat de heer de Koning de weddenschap verloor (maar intusschen zijn zin kreeg) en de leden van den Raad dezen avond vrij rooken hadden. En al moest Mevr. Droste toekijken, H.Ed., evenals de pers en de publieke tribune, die ook er naar mochten kijken maar niet aankomen, genoten toch ook van de heerlijk geurende rookwolken, welke met zichtbaar welgevallen door de heeren de zaal werden ingeblazen. En als vriend Beuzel dan nog een extra delicieus kopje thee serveert, dan wil men zeker wel gelooven, dat de vroede vaderen zich bëhagelijk begonnen te gevoelen, dat het op een genoegelijk „onder onsje" begon te gelijken, maar in alle nuanceeringen van natuurlijke of gewilde degelijkheid, van ernst en luim, van toorn en vroolijkheid, ge moedstoestanden, welke zich nu eenmaal bij de bespreking der belangen eener gemeente openbaren. Deze agenda gaf veel stof tot praten, De zitting duurde dan ook van 711 uur. De ruimte laat nu niet toe om thans wat uitvoerig het gesprokene weer te geven. Wij zullen derhalve de eerste 13 punten kortelijk behandelen om punt 14, het gewichtigste punt van den avond, wat meer plaats in te rui men. De volgende week hopen wij echter wat uitgebreider op een en ander terug te komen. Precies 7 uur opent de Voorzitter, de heer v. d. Berg, waarnemend Bur gemeester, de vergadering. Alle leden zijn aanwezig, behalve Mr. van Doorne, die een half uurtje later verschijnt. De Secretaris leest het gebed. 1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen d.d. 10 en 14 Dec. 1925. Zonder op- of aanmerkingen vastge steld. 2. Vaststelling van besluiten tot wij ziging der begrooting 1925. Een dezer wijzigingen betreft besluit kosten sneeuwruiming, wordt aangehou den tot de volgende vergadering. 3. Vaststelling van een besluit tot verkoop van een noodwoning. Betreft onderhandsch verkoop van de dubbele noodwoning aan de Heete Akkerweg no. 6 aan den heer Sukel voor de som van f 600. Vele leden meenden dat er wel andere noodwoningen zijn, die eerder opge ruimd dienden te worden dan deze en noemen die aan de Beckeringhstraat. De heer van Eek vraagt ook, of B. en W. maatregelen willen nemen om de menschen, die de huur niet kunnen betalen aan een woning te helpen, daar de bouwvereenigingen deze lasten niet kunnen dragen. De Voorzitter verdedigt uitvoerig de houding in deze van B. en W. en wijst er op, dat er veel onwil is bij dit soort bewoners, die alles maar van de ge meenschap wenschen, niettegenstaande er bij zijn, die een f 25.inkomen per week hebben, 't Gaat dus niet aan, de belastingbetalende groep van inwoners maar steeds te bezwaren ter wille van hen die alles van de gemeenschap eischen. Het voorstel wordt aangenomen. 4. Vaststelling van een besluit tot het in eigendom aanvaarden van de wegen in het Vosseveld. De heer de Koning informeert even naar de bestemming van het bedrag ad f 3500.—. De Voorzitter en Wethouder van El- ten geven den vrager bevredigende ophelderingen. 5. Aanbieding van het jaarverslag over de verrichtingen van het corres pondentschap der arbeidsbemiddeling in 1925. De heer van Eek betreurt 't, dat te weinig gedaan wordt in het belang der Soester arbeiders om deze geplaatst te krijgen bij werken door aannemers van buiten hier verricht en dringt er op aan dat B. en W. diligent blijven. De heer Rietveld meent, dat als deze zaak nuchter bekeken wordt, men be grijpen zal dat er wel kennis kan ge nomen worden van het jaarverslag, maar dat de raad in deze niet bevoegd is, daar hij niet competent is om maat regelen voor te schrijven. De heer de Koning heeft gelezen dat tegen 111 aanvragen 881 aanbiedingen waren. Spr. vraagt of het getal werk- loozen zoo groot is. De Voorzitter maakt opmerkzaam op de bemoeiiengen van B. en W. om Soester menschen geplaatst te zien, o.a. bij „Zonnegloren" en bij den gasaanleg. Spr. meent, dat het in het belang der arbeiders is, dat zij zelve ook moeite moeten doen om op zulke werken plaats te krijgen en heldert den heer de Koning op, dat het getal 881 op jen werkloozen sloot, maar op het getal aanvragen. Bijv. een man, die een tijdje werk kreeg, dan weer zonder komt, richt dan opnieuw een aanvraag in Het jaarverslag wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. 6. Adres van Ned. Bond van Koffie huis- en Restauranthouders en Slijters, afdeeling Soest, verzoekende verminde ring van het vergunningsrecht. B. en W. achten geen termen aan wezig om voorstellen te doen om in de bestaande regeling betreffende be rekening van de vergunningsrechten wijzigingen te doen brengen. Voor kennisgeving aangenomen. 7. Adres van J. Buwalda alhier, inhoudende de voorwaarden tot verkoop van een strook grond ter verbreeding van den Gallenkamppelsweg. Aangezien in den laatsten tijd gron den, bestemd voor wegen, slechts in schenking of in ruil worden aangeno men, stellen B. en W. voor geen uit zondering te maken en het aangebodene niet te aanvaarden. De leden kunnen zich met dit advies wel vereenigen, maar adressant heeft, volgens den heer de Koning, destijds den aanleg der waterleiding tot een lengte van pl.m. 70 Meter lengte voor zijne rekening ge nomen en meenen zij daarom dat bil lijkheidshalve hem deze kosten, zijnde 70 rijksdaalders, gerestitueerd moeten worden. Besloten wordt het adres aan te hou den, daar nader onderzoek noodig ge oordeeld wordt. i. Adressen van de Openbare Lees zaal te Amersfoort, verzoekende subsidie uit de gemeentekas. B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken op grond dat bij toekenning van een subsidie ook andere instellingen met gelijk doel aan zullen kloppen. Feitelijk de geheele raad, met B. en VV. incluis, is voor een subsidie, ook al oin dat een leeszaal van groot cultureel belang wordt geacht, maar toen de Voorzitter er op wees dat de financieele toestand der gemeente dwingt eiken gulden eerst nog eens om te keeren voor men hem uitgeeft, besloot de raad het verleenen van subsidie tot betere tijden uit te stellen. 9. Adres van W. F. Renckens alhier, verzoekende een jaarlijksche gratificatie uit de gemeentekas in verband met de tijdelijke functie, welke door hem in dienst der gemeente werd vervuld. Dit adres wordt op verzoek van den heer Foeken, in geheime zitting behan deld, waarna afwijzing volgt. 10. Adres van de Arbeiders-Orga nisaties, verzoekende maatregelen te treffen ter bestrijding der werkeloosheid. Adressanten verzoeken maatregelen te treffen om bij aanbestedingen en uit voering van grondwerken enz. het daar heen te leiden, dat hiervoor arbeiders te Soest woonachtig het eerst in aan merking moeten komen. Dit adres wordt in den breede be sproken. De heer Hilhorst vooral wijst op richtingen waarin gewerkt kan wor den om de werkloosheid te doen ver minderen. Zoo moeten bijv. de land bouwers die tegenwoordig vele hunner werkzaamheden machinaal doen ver richten, zoo als dorschen enz., er op gewezen worden, dat handenaibeid niet alleen veel beter, maar op den duur ook goedkooper is, daar hij de werk loosheid bestrijdt, die de gemeente veel geld kost, welk geld toch ook uit de zakken dezer landbouwers moet komen. 11. Benoeming van een commissie tot onderzoek van een andere dan tot dusver gevolgde wijze van belegging van het gemeentelijk vermogen. Aangezien in meerdere vergaderingen gesproken werd om een commissie in het leven te roepen om een onderzoek in te stellen omtrent de geschikste wijze van geldbelegging, stellen B. eu W. voor tot de benoeming over te gaan Benoemd worden de heeren v. d. Breemer, Besselsen en de Koning, nadat in geheime zitting deze zaak is besproken. 12. Vaststelling van: a. een suppletoirkohier straat belasting. b. een suppletoirkohier honden belasting. Vastgesteld. 13. Aanbieding van het voorloopig ontwerp-uitbreidingsplan. Vele leden bepleiten een officieuse vergadering waarin de architect het plan nog eens nader toelicht, al zijn zij er- kenteiijk voor de wijze waarop de heer Van Vliet hen reeds te woord stond en toelichting gaf. |Met applaus wordt het woord van hulde begroet, dat de heer Besselsen ten slotte aan het adres van den architect richt. 14. Aanbieding van het antwoord door den gemeente-accouintant aan Bur gemeester en Wethouders gegeven met betrekking tot de boeking van de Rijks bijdragen in zake Volkshuisvesting, dienst 1925, met voorstel van Burge meester en Wethouders. B. en W. stellen voor een commissie te benoemen om een o.iderzoek in te stellen betreffende deze boeking, zoo noodig met bijstand van een accountant. Zooals men weet deed een tijdje ge leden de blijmare de ronde, dat de gemeente een buitenkansje van ettelijke tienduizenden guldens ten deel was ge vallen in den vorm van eene vordering op het Rijk van nog verschuldigde (maar naar het scheen vergeten) rijks bijdrage inzake woningbouw. Toen echter de vreugde hierover wat gekalmeerd was en het nuchter verstand zich weer deed gelden, kwam er twijfel aan de juistheid dier ontijdig publiek gemaakte meening en werd een onder zoek ingesteld. Dit onderzoek leerde, dat vau een buitenkansje helaas geen sprake was, maar dat bij de afdeeling Comptabiliteit een betreurenswaardige vergissing in de boeking had plaats gehad. B. en W. meenden nu den accountant voor deze abuizen aansprakelijk te moeten stellen en richtten naar aanleiding van deze een schrijven tot hem, waarbij hij ver zocht werd om schriftelijk verweer. De accountant, die zich van geen schuld bewust is, wraakt het woord verweer", werp de beschuldiging dan ook verre van zich en beklaagt zich dat door deze voorbarige beschuldiging zijn optreden als accountant der ge meente Soest, onderwerp werd van voor hem minder streelende publieken ge sprekken. Om den lezer een goed overzicht te geven van deze ietwat onverkwikkelijke zaak, waarbij de gemeente echter in het geheel geen geldelijke schade lijdt, meenden wij goed te doen het antwoord van den accountant in zijn geheel op te nemen. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Soest. Edelachtbare Heeren, Naar aanleiding Uwer missive van 17 December j.1. waarvan de laatste zinsnede luidt „Waar ons College en de Raad van „oordeel zijn, dat het niet boeken dezer „posten door U bij het onderzoek niet „is opgemerkt, verzoeken wij U ons „dienaangaande Uw schriftelijk ver- „weer te doen toekom.en vóór 31 „December a.s., heeft ondergeteekende de eer U mede te deelen, dat zijnertijds geen verweer zal plaats vindeif Is ondergeteekende in Uwe oogen be schuldigde, dan ware het z.i. juister ge weest eerst inlichtingen in te winnen, alvorens aan het publiek gelegenheid te geven zijn optreden als accountant der Gemeente Soest tot onderwerp zijner gesprekken te maken. Eene uiteenzetting van hetgeen is ge schied, wordt U hierbij aangeboden. Allereerst zij opgemerkt, dat het Rijk bij het verleenen van voorschotten aan de Gemeenten ten behoeve van Woning- bouwvereenigingen zich niet verplicht tot het steeds geven van bijdragen in eventueele tekorten. Wel legt het Rijk aan de Gemeenten-de verplichting op, dat, in geval eene bijdrage wordt ver leend, de Gemeenten in vastgestelde verhouding, ook eens bijdrage zullen geven. In de Koninklijke besluiten wordt uit drukkelijk genoemd het maximum bedrag dat door het Rijk eventueel zal worden bijgedragen, doch tevens bepaald dat jaar voor jaar, zal wordeu vastgesteld of en zoo ja, tot welk bedrag eene be drage zal worden verleend en bovendien dat deze bepaling slechts geldt voor drie jaren, waarna daaromtrent, jaar voor jaar, eene nadere beslissing zal worden genomen. De nog niet door het Rijk vastgestelde bijdragen aan de Gemeenten zijn daarom nooit bij het afsluiten der rekening over eenig dienstjaar als vorderingen op het Rijk te beschouwen, omdat niet met zekerheid is te bepalen óf bijdragen zullen worden ontvangen en zoo j&, hoe groot die bijdragen zullen zijn. Die bijdragen behooren bovendien bij ontvangst onmiddellijk aan de betrokken bouwvereenigingen te worden uitgekeerd, vermeerderd met het Gemeentelijk aan deel. Gemeente gaat drrS volkomen veilig, wanneer zij bij het afsluiten der rekening over eenig dienstjaar het nog niet uitge keerd bedrag van het geraamde Ge meentelijk aandeel op het volgend dienst jaar overbrengt. In de jaren vóór 1923 werd het niet verbruikt saldo der op de begrooting uitgetrokken bedragen voor Gemeentelijke bijdragen aan de Woning bouwverenigingen niet voor volgende jaren gereserveerd en werd, hoewel volgens zijne instructie vallend buiten zijne bemoeiingssfeer als accountant (om trent de te begrooten posten wordt nooit zijne meening gevraagd door onderge teekende de aandacht er op gevestigd, dat waar met vrij groote zekerheid kon worden aangenomen, dat in de toekomst bijdragen ook over voorafgaande jaren moesten worden betaald, reserveering wel gewenscht was teneinde belangrijke overschrijding van toekomstige ramingen te voorkomen. Daarom werd, teneinde ook het ovjr 1919 t.m. 1922 verzuimde zooveel moge lijk in te halen, het geheele saldo van 1923, bedragende f 12.751.— naar 1924 overgebracht. Over 1924 werd geraamd als te ont vangen Rijksbedragen f30.550.11, ter wijl dit zelfde bedrag vermeerderd met f 10.953.30 voor Gemeentelijke bijdragen in uitgaaf werd geraamd, alzoo 41.503.41 zoodat voor uitkeering in 1924 f54.254.41 beschikbaar kwam. In 1924 werd hiervan afgeboekt f 6.047.84 en werd bij Raadsbesluit 6 Oct. 1925 f 48.20657 naar Dienst 1925 overgeboekt, waardoor derhalve het voor 1925 ge raamde in ontvangst ad f 27.700 en in uitgaaf ad f27.700 plus f 10.000.als Gemeentelijke bijdrage, daarmede werd verhoogd. Die overschrijving uit 1924 naar 1925 tot zulk een groot bedrag werd door Uwe afdeeling Comptabiliteit voorge steld, omdat in 1924 en 1925 regelmatige afboeking der bijdragen niet kon plaats vinden. Door het uitblijven van de Rijks- en de Gemeentebijdragen waren de bouw- vereeningen niet in staat op tijd de volle annuiteiten der voorschotten, aan de Gemeente te betalen en stond de Re geering na lange correspondentie bij schrijven van 15 Februari 1924, Gen. Thes. No. 133 toe, dat door de Bouw vereenigingen voorloopig in afwachting van het vaststellen der bijdragen, de vermoedelijke netto-annuiteiten werden gestort. Waar inmiddels door den Minister reeds enkele aan de Gemeente komende uitkeeringen waren ingehouden Nwerd door ondergeteekende, teneinde den toe stand zuiver te doen blijven, do. 14 April 1924 eene afrekening voorden Minister opgemaakt, welke afrekening eenigen tijd daarna door Uw Bestuur werd doorge zonden. De Genfeente was door tekort aan kasmiddelen niet in staat de afwikkeling te bewerkstelligen en intusschen bleef de Minister steeds aandringen op het doen van betalingen en hield voorloopig alle aan de Gemeente komende gelden in Door ondergeteekende werd in Augus tus 1924, aangedrongen op het afwerken van de interne administratieder Gemeente voor zooveel het betrof de verrekening van annuiteiten, bijdragen, enz. Uwe af deeling Comptabiliteit maakte daartoe enkele brieven en bevelschriften tot betaling op, doch de stukken werden door Uw Bestuur ongeteekend aan haar teruggegeven. Bezwaar tegen teekenen kon m.i. niet bestaan daar de gelden toch niet wer den uitbetaald, omdat zij slechts in het rekening-courantboek van den Gemeente ontvanger werden bijgeschreven. De onafgedane afrekeningen bleven zich daardoor ophoopen en waar de Gemeente steeds achterwege bleef in het afdoen van het door haar verschuldigde, schreef de Minister do. 17 Deer. 1924 No. 68 Gen. Thes. o.m. „Bij dezcrzijdsche brieven van 15 Fe bruari 1924 enz. werd U eene regeling „medegedeeld, door welke Uwe Ge beente in de gelegenheid werd ge- „steld, de verschuldigde annuiteiten „ingevolge de Woningwet, geleidelijk „te voldoen". Deze regeling heeft geen effect gehad" „Ik zie mij derhalve genoodzaakt haar „in te trekken". Eindelijk in Juni 1925 deed de Minis ter het saldo ad f 115.455.06 door de Gemeente verschuldigd, overschrijven ten laste der Gemeente in rekening courant met de Bank van Nederlandsche Gemeenten, doch de interne afwerking bij de Gemeente bleef achterwege. Wederom drong ondergeteekende op afwerking en vastleggen van de ver schillende handelingen aan en als gevolg hiervan kwam eenigen tijd daarna Uw administrateur ten zijnent, werd na een tweetal dagen arbeidens de zaak in klad vastgesteld en kon deze nu in de boeken der Gemeente worden opgenomen. Begrootingsdrukle en andere werk zaamheden brachten verhindering en toen ondergeteekende eind October 1925 ten Gemeentehuize kwam voor het opnemen der kas van den Ontvanger, bleek hem dit, en werd medegedeeld, dat zulks den Heer Burgemeester bekend was. Bij het onderhoud met ZEd.Achlb. werd onder geteekende bevestigd dat er nog geen gelegenheid was geweest deze zaak in orde te brengen, doch zou zulks na be- grootings enrekeningsdrukte geschieden. Het werd intusschen November 1925, zoodat de rekening 1924 toch eindelijk eens moest worden afgewerkt. Zij be hoorde immers door den Raad voor loopig te worden vastgesteld en nog door de Raadscommissie en door onder geteekende te worden nagezien en werden teneinde tot het begrootingscijfer der Ontvangsten te komen, door Uwe Compta biliteit enkele ontvangen Rijksbijdragen tot een bedrag van f34.109.65 reeds geboekt, in afwachting der nadere ver rekening. Daarna werden deze bedragen in de rekening 1925 nogmaals geboekt, doch de terugschrijving van de in rekening 1924 geboekte bedragen geschiedde op een onjuist hoofd van rekening en wer den dus niet onder de uitgaven bij de andere betaalde bijdragen opgenomen. Op bijlage vindt U een overzicht van de gedane boekingen en van de daarbij door Uwe admistratie begane vergis singen. Omtrent enkele aangevraagde Rijks bijdragen is de beslissing nog niet bekend, doch zal het op de begrooting als Ge meentelijk aandeel geresveerde bedrag waarschijnlijk voldoende zijn. Het verrichten van comptabele werk zaamheden onder hierboven geschetste toesianden werd aanleiding tot het maken door Uwe afdeeling Comptabiliteit, der betreurenswaardige vergissing, welke vergissing aanleiding heeft gegeven tot het postvatten der meening, dat de Ge meente eene onverwachte belangrijke bate had ontvangen. Hoe groot moet wel de blijdschap over die bate zijn geweest, dat én Uw wethouder voor de Volkshuisvesting én Uw ambtenaar, die uit hoofde van hun functie moeten weten, dat dergelijke mee vallers op dit gebied onmogelijkheden zijn (omdat elke van hef Rijk ontvangen bijdrage, verhoogd met het Gemeentelijk aandeel, weder moet worden uitbetaald aan de bouwvereenigingen), zich niet ernstig van de juistheid hunner meening hebben vergewist. Door deze toelichting meent onder geteekende zonneklaar te hebben aange toond dat zijnertijds in deze geen fouten zijn gemaakt, dat hij zijn plicht als accountant der Gemeente ten volle heeft vervuld en meent hij van U als vroede mannen te mogen verwachten, dat Uw College hem in raadszitting volledig wil rehabiliteeren, opdat zijn naam als ac countant ongerept blijve. De Gemeente-Accountant, w.g. J. GROENHUIJSE. Utrecht, 30 December 1925. De heer Foeken zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter 1 Het is niet voor de eerste maal, dat de Raad van Soest een vervelend zaakje op te knappen heeft. Ik vraag echtêr of het wel niet eens erger geweest is als ditmaal. Wat toch is nu het geval. Er is eener- zijds een flater gemaakt, omdat er ander zijds fouten gemaakt zijn, waarvan de resultaten te vroeg zijn aanvaard. Ziedaar, M. de V. in drie regels de geheele kwestie weergegeven, waardoor menschen zijn geblameerd gelukkig niet onsterfelijk en onnoodig veel stof is opgejaagd. Nu zou ik zeggen, M. d. V., laten we niet meehelpen nog meer onnoodig stof op te jagen. De zaak, waar het omgaat, is zoo akelig eenvoudig, dat we 't gerust in deze vergadering wel afkunnend«13r behoeft waarlijk geen commissie voor benoemd te worden. Als ik spreek van „akelig eenvoudig", dan is dat M. de V. wel een gansch andere kwalificatie dan door mij in de vorige vergadering is uitgesproken, toen ik het een ingewikkelde kwestie noemde, en werkelijk de situatie was mij toen dan ook zoo helder als koffiedik. Hoe kwam dat? De staten, die mij werden voorgelegd, klopten als een bus. Het overschot was er en bleef er. Op mijn vraag over welke jaren het ging, werd geantwoord „over 1922 en 1923". Alzoo over boekjaren, die door den accountant waren geflatteerd. Gevraagd hoe 't mo gelijk kon zijn, omdat de gemeente altijd meer moet betalen dat het Rijk geeft, werd geantwoord „er zijn over die jaren stille reserves gemaakt, die niet in de boekingen voorkomen". Gevraagd of die reserves konden gemaakt zijn door de Afd. Volkshuis vesting, zonder medeweten van Comp labiliteit, werd geantwoord dat Compta biliteit eerst in werking treedt, wanneer van Volkshuisvesting de mandaten af komen. Gevraagd of dan de accountant Volks huisvesting voor accoord kon teekenen, terwijl cr stille reserves waren, werd geantwoord dat de accountant daar niets van wist en ook niets van kon weten. Gevraagd of er geen foutieve tellingen of boekingen konden zijn, werd geant woord, dat reeds enkele dagen alles was nagezocht, doch dat het voorgelegd resultaat kans had zelfs nog hooger te worden. Gevraagd, of „de Commissie voor het onderzoek der gemeenterekening over 1923 waarin ik zelf zitting had de fout niet had kunnen ontdekken, werd .geantwoord „onmogelijk". Ten slottp vroeg ik „is het bedrag aanwezig, ja of neen", en het antwoord was „ja". Toen, M. de V., heb ook ik mij ge wonnen gegeven, en gezegd „laten we de accountant deze zaak in onderzoek geven, en hem vragen ons nader in te lichten"inmiddels adviseerde ik vooral voorzichtig te zijn, en verder nog niets te doen. Tot zoover het voorspel. De Raad nam, in besloten vergadering hetzelfde standpunt in. Uit een besloten vergadering spreken we niet, maar wel wil ik hier uitspreken wat in die vergadering niet is gebeurd. Onze accountant is van geen enkele nalatigheid of van een enkele fout beschuldigd. De Raad heeft alleen opheldering, klaarheid gevraagd dat is zijn recht en daarvoor kloppen we aller eerst bij den accountant aan. Het spijt mij daarom zeer M. de V., dat door U aan den accountant een schrijven is gericht, namens B. en W. en den Raad, waarin de accountant wordt gesommeerd zich vóór 31 December (dus met een ultimatum) schriftelijk te verweren. Hiermede is U m.i. gegaan buiten de opdracht van den Raad. Ik wil aannemen, dat U het woord „verweer" in een booie bui ontsnapt isdan wordt niet elk woord op een goud schaaltje ge wogen, en is het dus te vergeven. Genoeg echter hieroverik wilde alleen vastleggen, dat de accountant niet was beschuldigd van eenige fout, en als de accountant vraagt in de laatste zin van zijn antwoord dat hij in Raads zitting volledig zal worden gerehabiliteerd, dan kan de Raad daar alleen op ant woorden „Wij hebben geen woord in Uw nadeel gezegd". Voor U, M. de V., blijft dan over de persoonlijke plicht ronduit te verklaren, dat ge te ver zijt gegaan. Ik hoop, M. de V., dat de Raad niet zal ingaan op het voorstel dat voor ons ligt. Zeer zeker, er zijn fouten gemaakt het overzicht van den accountant geeft het ons als in fotografie te zien. Er is een totaal uitgaafpost, groot f34109.65 niet op het juiste onderdeel van Hoofdstuk V geboekt. Tot en met 1924 is alles in orde. De accountant heeft steeds gezorgd voor de meest correcte overboekingen. De fouten zijn in 1925 gemaakt, en van nog zeer jon gen datum. En om het eindresultaat aannemelijk te maken is er maar op los gefantaseerd. Daar is een schuldige, misschien twee, misschien drieof ze oorzaak vinden in onbekwaamheid, ik wil het niet uitspreken. Mogelijk, zelfs zeer waarschijnlijk is de drukte, waarin gewerkt wordt, ook al niet vreemd aan het ontstaan der fouten, maar vaststaat nu dat de fouten zijn gemaakt in een periode, waarin de accountant daarover nog geen controle had. En hiermede, M. de V., ben ik gekomen tot de bron waaruit, naar mijn overtuiging, alle administratieve fouten in deze ge meente steeds zijn voortgekomen. Het is nu ruim 7 jaar geleden, M. de V., het was in 't begin 1918, dat een der toenmalige Wethouders bij mij kwam met de noodkreet „we zitten in een financieel moeras waar we niet weten uit te komenik wilde wel dat ge ons eens een richting kondet wijzen, die ons op een beteren weg brengt". Mijn advies is toen geweest; stel den Raad voor een accountant te benoemen, geef hem algemeene opdracht, laat hem in 't financieel beheer je rechterhand zijn, dan heb je alle kans uit de narigheid te komen. Mijn raad, M. de V., is toen ernstig overwogen. De accountant is er gekomen, maar., met beperkte opdracht en daar zit de fout waartegen ik nu al jaren aan het vechten ben. Is het nu niet al te zot om dan nu een commissie te be noemen die zal hebben na te gaan of de accountant het wel goed gedaan heeft en desnoods nog een opper-ac- countant te benoemen, die zal moeten nagaan, wat? ja wat? Er is niets na te gaan wat het werk van den accountant betreft. Er kan alleen worden geconsta teerd, dat wij een accountant hebben die niet ten volle accountant kan zijn omdat tot nog toe Burgemeester en Wethouders van 1918 af hem gezegd hebben „tot hiertoe en niet verder". Begin met vandaag af het financieel beheer aan de controle van den accoun tant te onderwerpen, en 't zal van stonde aan beter worden. Dat is de man, die de orde van het werk bij Comptabiliteit heeft te regelen, die Burgemeester en Wethouders steeds en immer van advies heeft te dienen in zaken van financieel beleid, en op wiens fiat de Raad kan doorgaan. M. de V. Er moet eenmaal een einde komen aan 't gemodder. Ik stel voor: a. dat aan den gemeente-accountant wordt medegedeeld, dat de Raad met belangstelling heeft kennis genomen van de uitvoerige toelichting ter zake, alleen de conclusie door den accountant getrokken uit het schrijven van Burge meester en Wethouders niet aanvaard, omdat de Raad in geen enkelen vorm eenige beschuldiging heeft geuit. b. dat van heden af aan den accountant wordt opgedragen de leiding van de afdeeling Comptabiliteit en de algemeene controle over het financieel beheer der gemeente. c. dat een permanente commissie wordt benoemd, onder den naam „finen- cieele Commissie", welke tot taak heeft alle voorstellen, die den Raad bereiken voorzoover ze betrekking hebben op dc afdoeling Financiën te onderzoeken en den Raad van advies te dienen. Van deze commissie in voorzitter het lid van B. en W. belast met de afd. Comptabili teit de accountant is ambtshalve advi- seerend lid en verplicht de vergaderingen der Commissie bij te wonen. De ge meente-secretaris is Secretaris der Com missie. De commissie bestaat uit den Voorzitter en drie leden van den Raad. g|lk hoop, M. de V., dat Burgemeester en Wethouders hun voorstel zullen willen terugnemen, en het mijne over nemen. Zoo niet, dan hoop ik, in I belang der gemeente, dat de Raad m voorstel zal aanvaarden. De heer Scheffer zegt daarna volgende Mijnheer de Voorzitter 1 Wij moe deze geschiedenis"Tot het normale tei brengen. Doordat de post op een v keerd hoofd is gebracht, ontstond een abuis. Nu het juist een gnoot bedi betreft, M. de V., zult U, als zijr kassier en gewend met groote cijf te werken, gevoelen, dat men evengc f50000— als f500.— verkeerd 1 boeken. Hiermede wil ik niets gc praten, maar er toch even op wijz dat de betreffende ambtenaar omtr een en ander onderhanden moet won genomen en daarmede af. Ik vraag mij af, waarom hebben B gemeester en Wethouders niet eerst hoofdambtenaar, in deze den account! geraadpleegd Al deze misère was uitgebleven. Links en rechts ging n zijn licht opsteken, behalve daar w het te vinden was. Herhaaldelijk is 1 uit den raad er op aangedrongen i financieele stukken van de handteeken van den accountant te laten voorz en hem de noodige adviezen te vrag Wanneer men de Soester van 7 Octo 1922 inziet, leest men, dat er bij geval, dat zich destijds voordeed, heer Foeken de toezegging werd gedr dat de accountant in den vervolge financieele posten zou parafeeren. In Soester van Januari 1923 wordt d de heeren Rietveld, Foeken en mij wee om de werkzaamheden van den acco tant besproken en komt men tot conclusie, dat hem weer een bept mandaat is gegeven. Uit de Soester 1 Februari 1923 blijkt, dat er vele le< op aandringen toch meer profijt van accountant te trekken en noemen 1 de rechterhand van Burgemeester Wethouders. Hieraan kan ik nog voegen, dat er herhaaldelijk door is op gewezen, dat men in particul zaken zijn voordeel doet met de advie van een accountant en hoe Mini Aalberse, toen men aan den post countants-uitgaven" wilde tornen, verweerde en zelfs voorstelde nog eei accountants aan te stellen. Men ieder weet er zijn voordeel medi doen, behalve Burgemeester en Wetf ders van Soest. Nu ben ik ook eens op inform uit geweest omtrent onzen accoun en kwam tot de conclusie, dat hij verantwoording draagt van administra van inrichtingen en fabrieken waarii tot 80 personen werkzaam zijn. Wa fabrieksadministratie ingewikkeld m is de in- en verkooprekening. Ve: ben ik met mijn onderzoek maar gegaan en zal hij nog wel meen instellingen hebben waar hij de conl op de boekhouding uitoefent. Hoort men elders spreken van ministratie ingericht in overleg met accountant", „accountant aansprakel waarom hier niet? Is het nu niet belachelijk, dat wij commissie van onderzoek inzake administratie gaan benoemen voor bedrijf met een paar ambtenaren een onnoozele administratie (Wordt vervolg ADVERTENTIËN De eenige uitdeelingslijst ligt op de Gr der Rechtbank te Utrecht en van het Ka gerecht te Amersfoort ter kostelooze ir van Crediteuren. De Curator Mr. F. C. TERLIN Van Weedestraat 44 Soest. gevraagd, van goede getuigen voorzie flinke WERKVROUW. Korte Bergstra Sparrenhof. Wordt gevraagd, tegen Maart of eerd< twee Dames, een voor dag en nacht, 23 jaar of ouder, v.j Adres te bevragen aan het Bureau van Soester". netjes en zelfstandig kunnende werken, Donderdag en Vrijdag. Mevrouw Ran, Soe bergschestraat 15a, Soest. Met 1 Februari b.z.a. net Burgermeisje P.G., bij Heer of Dame of Heer en E Brieven onder nummer 240 bureau van Soester". Toegang 75 ct. Plaatsbespreki Kaarten verkrijgbaar bij O. van 's avonds aan d Wie bij ons 15 pond pril of 15 pond zuiver runder ontvangt e Het bekende Run LINDENLAAN 10

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1926 | | pagina 2