CO
Uitvei
DE UTRECHTSCHE CREDIET-MAATSCHAPPIJ
HANDELS- EN BOUWCREDIET EN 2e HYPOTHEEK
Faillissement I.Maaswin
te Soest.
Tweede Meisje
Dienstbode,
Werkster gevraagt
.hulp in de huishoudi
in het Gebouw
op Dinsdag 2
Solisten: Mevr. J. VET
Mevr. J. ZWEE
De Heer Fr.
Wij geven een zeei
DE KAASHAL
BEZOEKT ON
VERSTREKT
AGENTSCHAP VOOR SOEST:
Bureau voor ADMINISTRATIE en ACCOUNTANCY BRAND BUITENHUIS
DRIE HOEKS WEG 2 (HIJ DE NIEUWE GEREF. KERK)
apart de filmgroep Charly Chaplin met
zijn beroemde Jackie te vermelden een
keurige imitatie waarbij niets vergeten
was. Ook dit Soester Jackie heeft on
getwijfeld filmtalent
Na het „voorrijden" der gecostumeer-
den onder het licht van een twaalftal
fakkels vo'gde de moeilijke taak van
de jury, waarvoor menig kwar.tiertje
vergaderen in de tent noodig was. On
derwijl speelde de muziek er lustig op
los en zwierden de liefhebbers over
den baan, de kansen der deelnemers
besprekend. Eindelijk, daar werd de
tafel waarop de vele prijzen in het
lamplicht schitterende naar buiten ge
dragen en beklom Mr. van Doorne de
bank, om inet een toepasselijke speech
tot de prijsuitreiking over te gaan, en
allen die tot het slagen van dien avond
hadden medegewerkt dank te brengen,
waarbij nog speciaal en niet ten on
rechte die mijnheer aan wien nog al
eens gevraagd wordt „of het daarboven
ook koud is" werd genoemd.
En zoo behoort het eerste ijsfeest in
1926 alweer tot het verledene. Moge
het door meerdere gevolgd worden.
Het is gebleken dat er animo genoeg
voor bestaat.
Wij mogen dit verslag niet eindigen
zonder nogmaals dank te brengen aan
hen die het moeilijkste deel voor hun
rekening namen, de heeren Van Doorne
en Van Duren Jr., aan de wedstrijdlei
ders, de heeren Dr. Sluys en Veenstra,
aan de juryleden reeds hierboven ge
noemd, aan het Bestuur van de IJsclub
dat geheel belangeloos de banen ter
beschikking stelde en last not least aan
dengene, die niet bedankt wil worden.
De volledige uitslag van de wedstrij
den volgt hieronder
Uitslagen
Hardrijden: le prijs A. J. M. W. v.
d. Berg, 2e prijs G. Barneveld, 3e prijs
F. X. Meyer.
Ringsteken: le prijs P. Stalenhoef en
Mej. T. van Wiersum, 2e prijs H. Borgst
en Mej. M. Fugers.
Schoonrijden Dames alleen: le prijs
Mej. Schuld, 2e prijs Mevr. Voskuilen.
Schoonrijden Heeren "alleen le prijs
C. v. d. Broek, 2e prijs E. Verschuur.
Schoonrijden Paren: le prijs de heer
Schueler en Mej. Zwart, 2e prijs de heer
J. A. Slager en Mevr. C. W. Roggeveen,
3e prijs de heer Lengers en Mej. C.
Butselaar.
Gecostumeerd Heeren alleen: le prijs
no. 6, Tyroler, 2e prijs no. 8, Paljas.
Gecostumeerd Dames alleenle prijs
no. 4, Tyrolerin, 2e prijs no. 5, Tyrolerin.
Gecostumeerde Paren: le prijs no.
16, de Winterhaters, 2e prijs no. 19,
Roodkapje en Grootmoeder.
Gecostumeerde Groepen le prijs no.
21, Soester Dracht, 2e prijs no. 22,
Cowboys.
Filmgroep gecostumeerd 1 e prijs no.
23, Charley Chaplin en Jackie Coogan.
Origineelste CostuumDame no. 2,
de Tijgerkat, Heer. no. 7, de Beer.
NIEUWE ZAAK „MERCURIUS".
Aan het begin der Soesterb.straat,
waar zooveel nieuwe woningen verrijzen,
is dezer dagen ook een nieuwe zaak
geopend in Koloniale, Grutterswaren en
Fijne Vleeschwaren, door den Heer
Rebergen.
Het geheel ziet er keurig uit en, is
een aanwinst voor dit gedeelte van Soest.
Wij wenschen den ondernemer veel
succes.
CORRESPONDENTIE.
Wegens plaatsgebrek moest het ver
slag van de Voetbalvereeniging Soest,
alsmede enkele andere berichten, tot
een volgend nummer blijven liggen.
MUNHARDTs
'Zenuw-Tabletten .75"
Laxeer-Tabletten .60"
Hoofdpijn-Tabletten oo«
Bij Apoth. en Drogisten
SPORT
VOETBAL
E.S.V.A.C.
A.s Zondag 24 Jan. ontvangt Esvac I
Scherpenzeel I om 2 uur, aan den
Koudhoornweg. Wij kunnen (behoudens
een bespeelbaar terrein) een zeer span
nende weds,rijd verwachten, daar de
gasten op 10 Jan. j.1. tegen het sterke
Amsvorde met slechts 32 hebben
verloren, daartegenover staat, dat Esvac
met een goed elftal voor den dag hoopt
te komen, zoo zelfs, dat zij een waar-
digen tegenstander zal blijken te zijn.
Als het eenigszins mogelijk is, dan
moet er een Zaterdagmiddag geoefend
worden, jongelui
GEMEENTERAAD
VERSLAG van het verhandelde in de
openbare vergadering van den
Gemeenteraad op Maandag 18
Januari 1926, 's avonds 7 uur.
Deze vergadering welke nog al in
teressant werd der debatten bijpunt 14,
waarbij echter heel eventjes de harts-
tochterr van enkele Sprekers vrij baan
dreigden te krijgen, kenmerkte zich
overigens als een genoeglijk „onder
onsje".
Hoe kon 't ook anders I De heer de
Koning, die reeds al zoo lang zich be
klaagd had dat het (ook al reeds zoo
lang in uitzicht gestelde) uitbreidingsplan,
maar steeds niet te voorschijn kwam,
schijnt naar wij|stellig gelooven want
Z.Ed. is niet van gisteren direct ge
dacht te hebben, dat als dit plan niet
te voorschijn wil komen, op vriendelijke
verzoeken er wel een ander middel is
om het plan in den raad te brengen.
En deze opzet gelukte.
Dit middel was, om met een der kop
stukken uit den raad een weddenschap
aan te gaan om een kistje fijne sigaren,
dat het plan niet op den inmiddels weer
beloofden tijd aangeboden zou worden.
En zie nu, wat vriendelijke verzoeken
niet uitwerkten, werkte een kist sigaren
uit. Punt 13 der agenda luidde zoowaar*
aanbieding van het voorloopig ontwerp-
uitbreidingsplan.
Gevolg: dat de heer de Koning de
weddenschap verloor (maar intusschen
zijn zin kreeg) en de leden van den
Raad dezen avond vrij rooken hadden.
En al moest Mevr. Droste toekijken,
H.Ed., evenals de pers en de publieke
tribune, die ook er naar mochten kijken
maar niet aankomen, genoten toch ook
van de heerlijk geurende rookwolken,
welke met zichtbaar welgevallen door
de heeren de zaal werden ingeblazen.
En als vriend Beuzel dan nog een extra
delicieus kopje thee serveert, dan wil
men zeker wel gelooven, dat de vroede
vaderen zich bëhagelijk begonnen te
gevoelen, dat het op een genoegelijk
„onder onsje" begon te gelijken, maar
in alle nuanceeringen van natuurlijke
of gewilde degelijkheid, van ernst en
luim, van toorn en vroolijkheid, ge
moedstoestanden, welke zich nu eenmaal
bij de bespreking der belangen eener
gemeente openbaren.
Deze agenda gaf veel stof tot praten,
De zitting duurde dan ook van 711
uur. De ruimte laat nu niet toe om
thans wat uitvoerig het gesprokene
weer te geven. Wij zullen derhalve de
eerste 13 punten kortelijk behandelen
om punt 14, het gewichtigste punt van
den avond, wat meer plaats in te rui
men. De volgende week hopen wij
echter wat uitgebreider op een en ander
terug te komen.
Precies 7 uur opent de Voorzitter,
de heer v. d. Berg, waarnemend Bur
gemeester, de vergadering.
Alle leden zijn aanwezig, behalve
Mr. van Doorne, die een half uurtje
later verschijnt.
De Secretaris leest het gebed.
1. Vaststelling van de notulen der
vergaderingen d.d. 10 en 14 Dec. 1925.
Zonder op- of aanmerkingen vastge
steld.
2. Vaststelling van besluiten tot wij
ziging der begrooting 1925.
Een dezer wijzigingen betreft besluit
kosten sneeuwruiming, wordt aangehou
den tot de volgende vergadering.
3. Vaststelling van een besluit tot
verkoop van een noodwoning.
Betreft onderhandsch verkoop van de
dubbele noodwoning aan de Heete
Akkerweg no. 6 aan den heer Sukel
voor de som van f 600.
Vele leden meenden dat er wel andere
noodwoningen zijn, die eerder opge
ruimd dienden te worden dan deze en
noemen die aan de Beckeringhstraat.
De heer van Eek vraagt ook, of B.
en W. maatregelen willen nemen om
de menschen, die de huur niet kunnen
betalen aan een woning te helpen, daar
de bouwvereenigingen deze lasten niet
kunnen dragen.
De Voorzitter verdedigt uitvoerig de
houding in deze van B. en W. en wijst
er op, dat er veel onwil is bij dit soort
bewoners, die alles maar van de ge
meenschap wenschen, niettegenstaande
er bij zijn, die een f 25.inkomen per
week hebben, 't Gaat dus niet aan, de
belastingbetalende groep van inwoners
maar steeds te bezwaren ter wille van
hen die alles van de gemeenschap
eischen.
Het voorstel wordt aangenomen.
4. Vaststelling van een besluit tot
het in eigendom aanvaarden van de
wegen in het Vosseveld.
De heer de Koning informeert even
naar de bestemming van het bedrag ad
f 3500.—.
De Voorzitter en Wethouder van El-
ten geven den vrager bevredigende
ophelderingen.
5. Aanbieding van het jaarverslag
over de verrichtingen van het corres
pondentschap der arbeidsbemiddeling
in 1925.
De heer van Eek betreurt 't, dat te
weinig gedaan wordt in het belang der
Soester arbeiders om deze geplaatst te
krijgen bij werken door aannemers van
buiten hier verricht en dringt er op aan
dat B. en W. diligent blijven.
De heer Rietveld meent, dat als deze
zaak nuchter bekeken wordt, men be
grijpen zal dat er wel kennis kan ge
nomen worden van het jaarverslag,
maar dat de raad in deze niet bevoegd
is, daar hij niet competent is om maat
regelen voor te schrijven.
De heer de Koning heeft gelezen dat
tegen 111 aanvragen 881 aanbiedingen
waren. Spr. vraagt of het getal werk-
loozen zoo groot is.
De Voorzitter maakt opmerkzaam op
de bemoeiiengen van B. en W. om
Soester menschen geplaatst te zien, o.a.
bij „Zonnegloren" en bij den gasaanleg.
Spr. meent, dat het in het belang der
arbeiders is, dat zij zelve ook moeite
moeten doen om op zulke werken
plaats te krijgen en heldert den heer
de Koning op, dat het getal 881 op
jen werkloozen sloot, maar op het
getal aanvragen. Bijv. een man, die een
tijdje werk kreeg, dan weer zonder
komt, richt dan opnieuw een aanvraag in
Het jaarverslag wordt daarop voor
kennisgeving aangenomen.
6. Adres van Ned. Bond van Koffie
huis- en Restauranthouders en Slijters,
afdeeling Soest, verzoekende verminde
ring van het vergunningsrecht.
B. en W. achten geen termen aan
wezig om voorstellen te doen om in
de bestaande regeling betreffende be
rekening van de vergunningsrechten
wijzigingen te doen brengen.
Voor kennisgeving aangenomen.
7. Adres van J. Buwalda alhier,
inhoudende de voorwaarden tot verkoop
van een strook grond ter verbreeding
van den Gallenkamppelsweg.
Aangezien in den laatsten tijd gron
den, bestemd voor wegen, slechts in
schenking of in ruil worden aangeno
men, stellen B. en W. voor geen uit
zondering te maken en het aangebodene
niet te aanvaarden. De leden kunnen
zich met dit advies wel vereenigen,
maar adressant heeft, volgens den heer
de Koning, destijds den aanleg der
waterleiding tot een lengte van pl.m. 70
Meter lengte voor zijne rekening ge
nomen en meenen zij daarom dat bil
lijkheidshalve hem deze kosten, zijnde
70 rijksdaalders, gerestitueerd moeten
worden.
Besloten wordt het adres aan te hou
den, daar nader onderzoek noodig ge
oordeeld wordt.
i. Adressen van de Openbare Lees
zaal te Amersfoort, verzoekende subsidie
uit de gemeentekas.
B. en W. stellen voor afwijzend te
beschikken op grond dat bij toekenning
van een subsidie ook andere instellingen
met gelijk doel aan zullen kloppen.
Feitelijk de geheele raad, met B. en
VV. incluis, is voor een subsidie, ook al
oin dat een leeszaal van groot cultureel
belang wordt geacht, maar toen de
Voorzitter er op wees dat de financieele
toestand der gemeente dwingt eiken
gulden eerst nog eens om te keeren
voor men hem uitgeeft, besloot de raad
het verleenen van subsidie tot betere
tijden uit te stellen.
9. Adres van W. F. Renckens alhier,
verzoekende een jaarlijksche gratificatie
uit de gemeentekas in verband met de
tijdelijke functie, welke door hem in
dienst der gemeente werd vervuld.
Dit adres wordt op verzoek van den
heer Foeken, in geheime zitting behan
deld, waarna afwijzing volgt.
10. Adres van de Arbeiders-Orga
nisaties, verzoekende maatregelen te
treffen ter bestrijding der werkeloosheid.
Adressanten verzoeken maatregelen
te treffen om bij aanbestedingen en uit
voering van grondwerken enz. het daar
heen te leiden, dat hiervoor arbeiders
te Soest woonachtig het eerst in aan
merking moeten komen.
Dit adres wordt in den breede be
sproken. De heer Hilhorst vooral wijst
op richtingen waarin gewerkt kan wor
den om de werkloosheid te doen ver
minderen. Zoo moeten bijv. de land
bouwers die tegenwoordig vele hunner
werkzaamheden machinaal doen ver
richten, zoo als dorschen enz., er op
gewezen worden, dat handenaibeid niet
alleen veel beter, maar op den duur
ook goedkooper is, daar hij de werk
loosheid bestrijdt, die de gemeente veel
geld kost, welk geld toch ook uit de
zakken dezer landbouwers moet komen.
11. Benoeming van een commissie
tot onderzoek van een andere dan tot
dusver gevolgde wijze van belegging
van het gemeentelijk vermogen.
Aangezien in meerdere vergaderingen
gesproken werd om een commissie in
het leven te roepen om een onderzoek
in te stellen omtrent de geschikste wijze
van geldbelegging, stellen B. eu W.
voor tot de benoeming over te gaan
Benoemd worden de heeren v. d.
Breemer, Besselsen en de Koning, nadat
in geheime zitting deze zaak is besproken.
12. Vaststelling van:
a. een suppletoirkohier straat
belasting.
b. een suppletoirkohier honden
belasting.
Vastgesteld.
13. Aanbieding van het voorloopig
ontwerp-uitbreidingsplan.
Vele leden bepleiten een officieuse
vergadering waarin de architect het plan
nog eens nader toelicht, al zijn zij er-
kenteiijk voor de wijze waarop de heer
Van Vliet hen reeds te woord stond en
toelichting gaf. |Met applaus wordt het
woord van hulde begroet, dat de heer
Besselsen ten slotte aan het adres van
den architect richt.
14. Aanbieding van het antwoord
door den gemeente-accouintant aan Bur
gemeester en Wethouders gegeven met
betrekking tot de boeking van de Rijks
bijdragen in zake Volkshuisvesting,
dienst 1925, met voorstel van Burge
meester en Wethouders.
B. en W. stellen voor een commissie
te benoemen om een o.iderzoek in te
stellen betreffende deze boeking, zoo
noodig met bijstand van een accountant.
Zooals men weet deed een tijdje ge
leden de blijmare de ronde, dat de
gemeente een buitenkansje van ettelijke
tienduizenden guldens ten deel was ge
vallen in den vorm van eene vordering
op het Rijk van nog verschuldigde
(maar naar het scheen vergeten) rijks
bijdrage inzake woningbouw.
Toen echter de vreugde hierover wat
gekalmeerd was en het nuchter verstand
zich weer deed gelden, kwam er twijfel
aan de juistheid dier ontijdig publiek
gemaakte meening en werd een onder
zoek ingesteld.
Dit onderzoek leerde, dat vau een
buitenkansje helaas geen sprake was,
maar dat bij de afdeeling Comptabiliteit
een betreurenswaardige vergissing in
de boeking had plaats gehad. B. en W.
meenden nu den accountant voor deze
abuizen aansprakelijk te moeten stellen
en richtten naar aanleiding van deze
een schrijven tot hem, waarbij hij ver
zocht werd om schriftelijk verweer.
De accountant, die zich van geen
schuld bewust is, wraakt het woord
verweer", werp de beschuldiging dan
ook verre van zich en beklaagt zich
dat door deze voorbarige beschuldiging
zijn optreden als accountant der ge
meente Soest, onderwerp werd van voor
hem minder streelende publieken ge
sprekken.
Om den lezer een goed overzicht te
geven van deze ietwat onverkwikkelijke
zaak, waarbij de gemeente echter in het
geheel geen geldelijke schade lijdt,
meenden wij goed te doen het antwoord
van den accountant in zijn geheel op
te nemen.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Soest.
Edelachtbare Heeren,
Naar aanleiding Uwer missive van 17
December j.1. waarvan de laatste zinsnede
luidt
„Waar ons College en de Raad van
„oordeel zijn, dat het niet boeken dezer
„posten door U bij het onderzoek niet
„is opgemerkt, verzoeken wij U ons
„dienaangaande Uw schriftelijk ver-
„weer te doen toekom.en vóór 31
„December a.s.,
heeft ondergeteekende de eer U mede
te deelen, dat zijnertijds geen verweer
zal plaats vindeif
Is ondergeteekende in Uwe oogen be
schuldigde, dan ware het z.i. juister ge
weest eerst inlichtingen in te winnen,
alvorens aan het publiek gelegenheid te
geven zijn optreden als accountant der
Gemeente Soest tot onderwerp zijner
gesprekken te maken.
Eene uiteenzetting van hetgeen is ge
schied, wordt U hierbij aangeboden.
Allereerst zij opgemerkt, dat het Rijk
bij het verleenen van voorschotten aan
de Gemeenten ten behoeve van Woning-
bouwvereenigingen zich niet verplicht
tot het steeds geven van bijdragen in
eventueele tekorten. Wel legt het Rijk
aan de Gemeenten-de verplichting op,
dat, in geval eene bijdrage wordt ver
leend, de Gemeenten in vastgestelde
verhouding, ook eens bijdrage zullen
geven.
In de Koninklijke besluiten wordt uit
drukkelijk genoemd het maximum bedrag
dat door het Rijk eventueel zal worden
bijgedragen, doch tevens bepaald dat
jaar voor jaar, zal wordeu vastgesteld
of en zoo ja, tot welk bedrag eene be
drage zal worden verleend en bovendien
dat deze bepaling slechts geldt voor drie
jaren, waarna daaromtrent, jaar voor
jaar, eene nadere beslissing zal worden
genomen.
De nog niet door het Rijk vastgestelde
bijdragen aan de Gemeenten zijn daarom
nooit bij het afsluiten der rekening over
eenig dienstjaar als vorderingen op het
Rijk te beschouwen, omdat niet met
zekerheid is te bepalen óf bijdragen
zullen worden ontvangen en zoo j&, hoe
groot die bijdragen zullen zijn.
Die bijdragen behooren bovendien bij
ontvangst onmiddellijk aan de betrokken
bouwvereenigingen te worden uitgekeerd,
vermeerderd met het Gemeentelijk aan
deel.
Gemeente gaat drrS volkomen veilig,
wanneer zij bij het afsluiten der rekening
over eenig dienstjaar het nog niet uitge
keerd bedrag van het geraamde Ge
meentelijk aandeel op het volgend dienst
jaar overbrengt. In de jaren vóór 1923
werd het niet verbruikt saldo der op de
begrooting uitgetrokken bedragen voor
Gemeentelijke bijdragen aan de Woning
bouwverenigingen niet voor volgende
jaren gereserveerd en werd, hoewel
volgens zijne instructie vallend buiten
zijne bemoeiingssfeer als accountant (om
trent de te begrooten posten wordt nooit
zijne meening gevraagd door onderge
teekende de aandacht er op gevestigd,
dat waar met vrij groote zekerheid kon
worden aangenomen, dat in de toekomst
bijdragen ook over voorafgaande jaren
moesten worden betaald, reserveering
wel gewenscht was teneinde belangrijke
overschrijding van toekomstige ramingen
te voorkomen.
Daarom werd, teneinde ook het ovjr
1919 t.m. 1922 verzuimde zooveel moge
lijk in te halen, het geheele saldo van
1923, bedragende f 12.751.— naar 1924
overgebracht.
Over 1924 werd geraamd als te ont
vangen Rijksbedragen f30.550.11, ter
wijl dit zelfde bedrag vermeerderd met
f 10.953.30 voor Gemeentelijke bijdragen
in uitgaaf werd geraamd, alzoo 41.503.41
zoodat voor uitkeering in 1924 f54.254.41
beschikbaar kwam.
In 1924 werd hiervan afgeboekt
f 6.047.84
en werd bij Raadsbesluit 6 Oct. 1925
f 48.20657 naar Dienst 1925 overgeboekt,
waardoor derhalve het voor 1925 ge
raamde in ontvangst ad f 27.700 en in
uitgaaf ad f27.700 plus f 10.000.als
Gemeentelijke bijdrage, daarmede werd
verhoogd.
Die overschrijving uit 1924 naar 1925
tot zulk een groot bedrag werd door
Uwe afdeeling Comptabiliteit voorge
steld, omdat in 1924 en 1925 regelmatige
afboeking der bijdragen niet kon plaats
vinden.
Door het uitblijven van de Rijks- en
de Gemeentebijdragen waren de bouw-
vereeningen niet in staat op tijd de volle
annuiteiten der voorschotten, aan de
Gemeente te betalen en stond de Re
geering na lange correspondentie bij
schrijven van 15 Februari 1924, Gen.
Thes. No. 133 toe, dat door de Bouw
vereenigingen voorloopig in afwachting
van het vaststellen der bijdragen, de
vermoedelijke netto-annuiteiten werden
gestort.
Waar inmiddels door den Minister
reeds enkele aan de Gemeente komende
uitkeeringen waren ingehouden Nwerd
door ondergeteekende, teneinde den toe
stand zuiver te doen blijven, do. 14 April
1924 eene afrekening voorden Minister
opgemaakt, welke afrekening eenigen tijd
daarna door Uw Bestuur werd doorge
zonden.
De Genfeente was door tekort aan
kasmiddelen niet in staat de afwikkeling
te bewerkstelligen en intusschen bleef
de Minister steeds aandringen op het
doen van betalingen en hield voorloopig
alle aan de Gemeente komende gelden in
Door ondergeteekende werd in Augus
tus 1924, aangedrongen op het afwerken
van de interne administratieder Gemeente
voor zooveel het betrof de verrekening
van annuiteiten, bijdragen, enz. Uwe af
deeling Comptabiliteit maakte daartoe
enkele brieven en bevelschriften tot
betaling op, doch de stukken werden
door Uw Bestuur ongeteekend aan haar
teruggegeven.
Bezwaar tegen teekenen kon m.i. niet
bestaan daar de gelden toch niet wer
den uitbetaald, omdat zij slechts in het
rekening-courantboek van den Gemeente
ontvanger werden bijgeschreven.
De onafgedane afrekeningen bleven
zich daardoor ophoopen en waar de
Gemeente steeds achterwege bleef in het
afdoen van het door haar verschuldigde,
schreef de Minister do. 17 Deer. 1924
No. 68 Gen. Thes. o.m.
„Bij dezcrzijdsche brieven van 15 Fe
bruari 1924 enz. werd U eene regeling
„medegedeeld, door welke Uwe Ge
beente in de gelegenheid werd ge-
„steld, de verschuldigde annuiteiten
„ingevolge de Woningwet, geleidelijk
„te voldoen".
Deze regeling heeft geen effect gehad"
„Ik zie mij derhalve genoodzaakt haar
„in te trekken".
Eindelijk in Juni 1925 deed de Minis
ter het saldo ad f 115.455.06 door de
Gemeente verschuldigd, overschrijven
ten laste der Gemeente in rekening
courant met de Bank van Nederlandsche
Gemeenten, doch de interne afwerking
bij de Gemeente bleef achterwege.
Wederom drong ondergeteekende op
afwerking en vastleggen van de ver
schillende handelingen aan en als gevolg
hiervan kwam eenigen tijd daarna Uw
administrateur ten zijnent, werd na een
tweetal dagen arbeidens de zaak in klad
vastgesteld en kon deze nu in de boeken
der Gemeente worden opgenomen.
Begrootingsdrukle en andere werk
zaamheden brachten verhindering en toen
ondergeteekende eind October 1925 ten
Gemeentehuize kwam voor het opnemen
der kas van den Ontvanger, bleek hem
dit, en werd medegedeeld, dat zulks den
Heer Burgemeester bekend was. Bij het
onderhoud met ZEd.Achlb. werd onder
geteekende bevestigd dat er nog geen
gelegenheid was geweest deze zaak in
orde te brengen, doch zou zulks na be-
grootings enrekeningsdrukte geschieden.
Het werd intusschen November 1925,
zoodat de rekening 1924 toch eindelijk
eens moest worden afgewerkt. Zij be
hoorde immers door den Raad voor
loopig te worden vastgesteld en nog
door de Raadscommissie en door onder
geteekende te worden nagezien en werden
teneinde tot het begrootingscijfer der
Ontvangsten te komen, door Uwe Compta
biliteit enkele ontvangen Rijksbijdragen
tot een bedrag van f34.109.65 reeds
geboekt, in afwachting der nadere ver
rekening.
Daarna werden deze bedragen in de
rekening 1925 nogmaals geboekt, doch
de terugschrijving van de in rekening
1924 geboekte bedragen geschiedde op
een onjuist hoofd van rekening en wer
den dus niet onder de uitgaven bij de
andere betaalde bijdragen opgenomen.
Op bijlage vindt U een overzicht van
de gedane boekingen en van de daarbij
door Uwe admistratie begane vergis
singen.
Omtrent enkele aangevraagde Rijks
bijdragen is de beslissing nog niet bekend,
doch zal het op de begrooting als Ge
meentelijk aandeel geresveerde bedrag
waarschijnlijk voldoende zijn.
Het verrichten van comptabele werk
zaamheden onder hierboven geschetste
toesianden werd aanleiding tot het maken
door Uwe afdeeling Comptabiliteit, der
betreurenswaardige vergissing, welke
vergissing aanleiding heeft gegeven tot
het postvatten der meening, dat de Ge
meente eene onverwachte belangrijke
bate had ontvangen.
Hoe groot moet wel de blijdschap
over die bate zijn geweest, dat én Uw
wethouder voor de Volkshuisvesting én
Uw ambtenaar, die uit hoofde van hun
functie moeten weten, dat dergelijke mee
vallers op dit gebied onmogelijkheden
zijn (omdat elke van hef Rijk ontvangen
bijdrage, verhoogd met het Gemeentelijk
aandeel, weder moet worden uitbetaald
aan de bouwvereenigingen), zich niet
ernstig van de juistheid hunner meening
hebben vergewist.
Door deze toelichting meent onder
geteekende zonneklaar te hebben aange
toond dat zijnertijds in deze geen fouten
zijn gemaakt, dat hij zijn plicht als
accountant der Gemeente ten volle heeft
vervuld en meent hij van U als vroede
mannen te mogen verwachten, dat Uw
College hem in raadszitting volledig wil
rehabiliteeren, opdat zijn naam als ac
countant ongerept blijve.
De Gemeente-Accountant,
w.g. J. GROENHUIJSE.
Utrecht, 30 December 1925.
De heer Foeken zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter 1 Het is niet
voor de eerste maal, dat de Raad van
Soest een vervelend zaakje op te knappen
heeft. Ik vraag echtêr of het wel niet
eens erger geweest is als ditmaal.
Wat toch is nu het geval. Er is eener-
zijds een flater gemaakt, omdat er ander
zijds fouten gemaakt zijn, waarvan de
resultaten te vroeg zijn aanvaard.
Ziedaar, M. de V. in drie regels de
geheele kwestie weergegeven, waardoor
menschen zijn geblameerd gelukkig
niet onsterfelijk en onnoodig veel
stof is opgejaagd.
Nu zou ik zeggen, M. d. V., laten we
niet meehelpen nog meer onnoodig stof
op te jagen. De zaak, waar het omgaat,
is zoo akelig eenvoudig, dat we 't gerust
in deze vergadering wel afkunnend«13r
behoeft waarlijk geen commissie voor
benoemd te worden.
Als ik spreek van „akelig eenvoudig",
dan is dat M. de V. wel een gansch
andere kwalificatie dan door mij in de
vorige vergadering is uitgesproken, toen
ik het een ingewikkelde kwestie noemde,
en werkelijk de situatie was mij toen
dan ook zoo helder als koffiedik. Hoe
kwam dat? De staten, die mij werden
voorgelegd, klopten als een bus. Het
overschot was er en bleef er. Op mijn
vraag over welke jaren het ging, werd
geantwoord „over 1922 en 1923". Alzoo
over boekjaren, die door den accountant
waren geflatteerd. Gevraagd hoe 't mo
gelijk kon zijn, omdat de gemeente
altijd meer moet betalen dat het Rijk
geeft, werd geantwoord „er zijn over
die jaren stille reserves gemaakt, die
niet in de boekingen voorkomen".
Gevraagd of die reserves konden
gemaakt zijn door de Afd. Volkshuis
vesting, zonder medeweten van Comp
labiliteit, werd geantwoord dat Compta
biliteit eerst in werking treedt, wanneer
van Volkshuisvesting de mandaten af
komen.
Gevraagd of dan de accountant Volks
huisvesting voor accoord kon teekenen,
terwijl cr stille reserves waren, werd
geantwoord dat de accountant daar niets
van wist en ook niets van kon weten.
Gevraagd of er geen foutieve tellingen
of boekingen konden zijn, werd geant
woord, dat reeds enkele dagen alles
was nagezocht, doch dat het voorgelegd
resultaat kans had zelfs nog hooger te
worden.
Gevraagd, of „de Commissie voor het
onderzoek der gemeenterekening over
1923 waarin ik zelf zitting had
de fout niet had kunnen ontdekken,
werd .geantwoord „onmogelijk".
Ten slottp vroeg ik „is het bedrag
aanwezig, ja of neen", en het antwoord
was „ja".
Toen, M. de V., heb ook ik mij ge
wonnen gegeven, en gezegd „laten we
de accountant deze zaak in onderzoek
geven, en hem vragen ons nader in te
lichten"inmiddels adviseerde ik vooral
voorzichtig te zijn, en verder nog niets
te doen.
Tot zoover het voorspel. De Raad
nam, in besloten vergadering hetzelfde
standpunt in. Uit een besloten vergadering
spreken we niet, maar wel wil ik hier
uitspreken wat in die vergadering niet
is gebeurd. Onze accountant is van geen
enkele nalatigheid of van een enkele
fout beschuldigd. De Raad heeft alleen
opheldering, klaarheid gevraagd dat is
zijn recht en daarvoor kloppen we aller
eerst bij den accountant aan.
Het spijt mij daarom zeer M. de V.,
dat door U aan den accountant een
schrijven is gericht, namens B. en W.
en den Raad, waarin de accountant wordt
gesommeerd zich vóór 31 December
(dus met een ultimatum) schriftelijk te
verweren.
Hiermede is U m.i. gegaan buiten de
opdracht van den Raad. Ik wil aannemen,
dat U het woord „verweer" in een
booie bui ontsnapt isdan wordt niet
elk woord op een goud schaaltje ge
wogen, en is het dus te vergeven.
Genoeg echter hieroverik wilde
alleen vastleggen, dat de accountant niet
was beschuldigd van eenige fout, en
als de accountant vraagt in de laatste
zin van zijn antwoord dat hij in Raads
zitting volledig zal worden gerehabiliteerd,
dan kan de Raad daar alleen op ant
woorden „Wij hebben geen woord in
Uw nadeel gezegd". Voor U, M. de V.,
blijft dan over de persoonlijke plicht
ronduit te verklaren, dat ge te ver zijt
gegaan.
Ik hoop, M. de V., dat de Raad niet
zal ingaan op het voorstel dat voor ons
ligt. Zeer zeker, er zijn fouten gemaakt
het overzicht van den accountant geeft
het ons als in fotografie te zien.
Er is een totaal uitgaafpost, groot
f34109.65 niet op het juiste onderdeel
van Hoofdstuk V geboekt. Tot en met
1924 is alles in orde. De accountant
heeft steeds gezorgd voor de meest
correcte overboekingen. De fouten zijn
in 1925 gemaakt, en van nog zeer jon
gen datum. En om het eindresultaat
aannemelijk te maken is er maar op
los gefantaseerd. Daar is een schuldige,
misschien twee, misschien drieof ze
oorzaak vinden in onbekwaamheid, ik
wil het niet uitspreken. Mogelijk, zelfs
zeer waarschijnlijk is de drukte, waarin
gewerkt wordt, ook al niet vreemd aan
het ontstaan der fouten, maar vaststaat
nu dat de fouten zijn gemaakt in een
periode, waarin de accountant daarover
nog geen controle had.
En hiermede, M. de V., ben ik gekomen
tot de bron waaruit, naar mijn overtuiging,
alle administratieve fouten in deze ge
meente steeds zijn voortgekomen.
Het is nu ruim 7 jaar geleden, M.
de V., het was in 't begin 1918, dat een
der toenmalige Wethouders bij mij kwam
met de noodkreet „we zitten in een
financieel moeras waar we niet weten
uit te komenik wilde wel dat ge ons
eens een richting kondet wijzen, die
ons op een beteren weg brengt". Mijn
advies is toen geweest; stel den Raad
voor een accountant te benoemen, geef
hem algemeene opdracht, laat hem in
't financieel beheer je rechterhand zijn,
dan heb je alle kans uit de narigheid
te komen.
Mijn raad, M. de V., is toen ernstig
overwogen. De accountant is er gekomen,
maar., met beperkte opdracht en daar
zit de fout waartegen ik nu al jaren aan
het vechten ben. Is het nu niet al te
zot om dan nu een commissie te be
noemen die zal hebben na te gaan of
de accountant het wel goed gedaan
heeft en desnoods nog een opper-ac-
countant te benoemen, die zal moeten
nagaan, wat? ja wat? Er is niets na te
gaan wat het werk van den accountant
betreft. Er kan alleen worden geconsta
teerd, dat wij een accountant hebben
die niet ten volle accountant kan zijn
omdat tot nog toe Burgemeester en
Wethouders van 1918 af hem gezegd
hebben „tot hiertoe en niet verder".
Begin met vandaag af het financieel
beheer aan de controle van den accoun
tant te onderwerpen, en 't zal van stonde
aan beter worden. Dat is de man, die
de orde van het werk bij Comptabiliteit
heeft te regelen, die Burgemeester en
Wethouders steeds en immer van advies
heeft te dienen in zaken van financieel
beleid, en op wiens fiat de Raad kan
doorgaan.
M. de V. Er moet eenmaal een einde
komen aan 't gemodder. Ik stel voor:
a. dat aan den gemeente-accountant
wordt medegedeeld, dat de Raad met
belangstelling heeft kennis genomen van
de uitvoerige toelichting ter zake,
alleen de conclusie door den accountant
getrokken uit het schrijven van Burge
meester en Wethouders niet aanvaard,
omdat de Raad in geen enkelen vorm
eenige beschuldiging heeft geuit.
b. dat van heden af aan den accountant
wordt opgedragen de leiding van de
afdeeling Comptabiliteit en de algemeene
controle over het financieel beheer der
gemeente.
c. dat een permanente commissie
wordt benoemd, onder den naam „finen-
cieele Commissie", welke tot taak heeft
alle voorstellen, die den Raad bereiken
voorzoover ze betrekking hebben op dc
afdoeling Financiën te onderzoeken en
den Raad van advies te dienen. Van
deze commissie in voorzitter het lid van
B. en W. belast met de afd. Comptabili
teit de accountant is ambtshalve advi-
seerend lid en verplicht de vergaderingen
der Commissie bij te wonen. De ge
meente-secretaris is Secretaris der Com
missie. De commissie bestaat uit den
Voorzitter en drie leden van den Raad.
g|lk hoop, M. de V., dat Burgemeester
en Wethouders hun voorstel zullen
willen terugnemen, en het mijne over
nemen. Zoo niet, dan hoop ik, in I
belang der gemeente, dat de Raad m
voorstel zal aanvaarden.
De heer Scheffer zegt daarna
volgende
Mijnheer de Voorzitter 1 Wij moe
deze geschiedenis"Tot het normale tei
brengen. Doordat de post op een v
keerd hoofd is gebracht, ontstond
een abuis. Nu het juist een gnoot bedi
betreft, M. de V., zult U, als zijr
kassier en gewend met groote cijf
te werken, gevoelen, dat men evengc
f50000— als f500.— verkeerd 1
boeken. Hiermede wil ik niets gc
praten, maar er toch even op wijz
dat de betreffende ambtenaar omtr
een en ander onderhanden moet won
genomen en daarmede af.
Ik vraag mij af, waarom hebben B
gemeester en Wethouders niet eerst
hoofdambtenaar, in deze den account!
geraadpleegd Al deze misère was
uitgebleven. Links en rechts ging n
zijn licht opsteken, behalve daar w
het te vinden was. Herhaaldelijk is 1
uit den raad er op aangedrongen i
financieele stukken van de handteeken
van den accountant te laten voorz
en hem de noodige adviezen te vrag
Wanneer men de Soester van 7 Octo
1922 inziet, leest men, dat er bij
geval, dat zich destijds voordeed,
heer Foeken de toezegging werd gedr
dat de accountant in den vervolge
financieele posten zou parafeeren. In
Soester van Januari 1923 wordt d
de heeren Rietveld, Foeken en mij wee
om de werkzaamheden van den acco
tant besproken en komt men tot
conclusie, dat hem weer een bept
mandaat is gegeven. Uit de Soester
1 Februari 1923 blijkt, dat er vele le<
op aandringen toch meer profijt van
accountant te trekken en noemen 1
de rechterhand van Burgemeester
Wethouders. Hieraan kan ik nog
voegen, dat er herhaaldelijk door
is op gewezen, dat men in particul
zaken zijn voordeel doet met de advie
van een accountant en hoe Mini
Aalberse, toen men aan den post
countants-uitgaven" wilde tornen,
verweerde en zelfs voorstelde nog eei
accountants aan te stellen. Men
ieder weet er zijn voordeel medi
doen, behalve Burgemeester en Wetf
ders van Soest.
Nu ben ik ook eens op inform
uit geweest omtrent onzen accoun
en kwam tot de conclusie, dat hij
verantwoording draagt van administra
van inrichtingen en fabrieken waarii
tot 80 personen werkzaam zijn. Wa
fabrieksadministratie ingewikkeld m
is de in- en verkooprekening. Ve:
ben ik met mijn onderzoek maar
gegaan en zal hij nog wel meen
instellingen hebben waar hij de conl
op de boekhouding uitoefent.
Hoort men elders spreken van
ministratie ingericht in overleg met
accountant", „accountant aansprakel
waarom hier niet?
Is het nu niet belachelijk, dat wij
commissie van onderzoek inzake
administratie gaan benoemen voor
bedrijf met een paar ambtenaren
een onnoozele administratie
(Wordt vervolg
ADVERTENTIËN
De eenige uitdeelingslijst ligt op de Gr
der Rechtbank te Utrecht en van het Ka
gerecht te Amersfoort ter kostelooze ir
van Crediteuren.
De Curator
Mr. F. C. TERLIN
Van Weedestraat 44
Soest.
gevraagd, van goede getuigen voorzie
flinke WERKVROUW. Korte Bergstra
Sparrenhof.
Wordt gevraagd, tegen Maart of eerd<
twee Dames, een
voor dag en nacht, 23 jaar of ouder, v.j
Adres te bevragen aan het Bureau van
Soester".
netjes en zelfstandig kunnende werken,
Donderdag en Vrijdag. Mevrouw Ran, Soe
bergschestraat 15a, Soest.
Met 1 Februari b.z.a. net Burgermeisje
P.G., bij Heer of Dame of Heer en E
Brieven onder nummer 240 bureau van
Soester".
Toegang 75 ct. Plaatsbespreki
Kaarten verkrijgbaar bij O. van
's avonds aan d
Wie bij ons 15 pond pril
of 15 pond zuiver runder
ontvangt e
Het bekende Run
LINDENLAAN 10