S o e s t e r C o ii r a 111
voor Soest m Omgeving
[\ienws- en Advertentieblad.
Verschijnt eiken Zaterdag.
HANDILSC^I©DITE
AUTO - KLUIS
ral
W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint
AUTO-KLUIS
N.V. MIDOENSTANDSBANK
INCASSO'S - DEPOSITO'S
Gesprongen handen
LUXE AUTO-VERHUUR
Het goedkoopste adres
Garage „MIDDELWiJK"
s Door VAN DIJK
3 MEUBEL-TRANSPORT
RT
VASS DEN BERG
Co.
ALLE BANKZAKEN
VENEMA
AUTOMOBIELEN
No. 1
VI |ftiende Jaargang
Zater
1927
Adres voor Administratie en Redactie
Van Weedestraat 7, Soest
Ad verten tiën worden ingewacht tot Vrijdags
voormiddags 9 uur bij den Uitgever.
Ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur
DE SOESTER
ADVERTENT1ËN
Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement groote korting.
Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal.
Uitgever G. v. d. BOVENKAMP Soestdijk
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Telef. 97, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
„Oude jaarDe jaren vlieden
En zij keeren nimmer weer".
De vriendelijke stemming van den
Kerstavond omzweeft ons nog en vervult
ons nog met een mild en goed gevoelen,
als de Oudejaarsavond zich aandient,
de „jaarsavond" waarop alle gedachten
van vijandschap en disharmonie het
zwijgen wordt opgelegd en zich in alle
harten een wonderlijk weldadige rust
spreidt. Het is een goede gewoonte,
om op dien dag, dien avond vooral, in
het midden van den familiekring te zijn
en daar, te midden van allen die ons
liefhebben en die wij liefhebben, te
zitten en eens even voor ons zeiven,
de balans op te maken van onze daden,
Want, nietwaar, het is „Oude jaarl De
jaren vlieden en zij keeren nimmer
weer". Die woorden van Jacoba Mossel
zoo eenvoudig, geven toch wel heel
wat te denken. 2e keeren nimmer weer.
Voort, steeds voort gaat de tijd. Maar
laten we dan ook geen tijd verloren
laten gaan, allen tijd dus goed, zoo goed
mogelijk besteden. En hebben we
dat gedaan Die vraag dringt zich
onweerstaanbaar aan ons op, of we het
willen bekennen of niet. Op de oude
jaarsavond, wanneer heel de wereld als
het ware even schijnt stil te staan
staat ook de zon niet in het winter-
stoltitium en terug te blikken op
den afgelegden weg, trekken in lange
rij onze gedachten en daden van een
heel lang jaar aan ons oog voorbij. En
we zien dan, heel duidelijk en klaar,
wat goed gedaan werd en wat niet,
wat afgedaan werd en wat bleef liggen.
Ons denken maakt de balans. Hoe
ongeloovig, of hoe weinig sentimenteel,
we ook mogen zijn, hoe verhard we
ons ook mogen wanen, hoe verlicht
we ons zelf ook mogen vinden en 'nee
ver-verheven boven klein-burgerlijk-
zwaarmoedig-gekweel, of wel hoe ellen
dig we ons ook mogen voelen, ellendig,
teleurgesteld, verdrietig of mismoedig,
omdat we het afgeloopen jaar hopeloos
verknoeiden of het lot ons te machtig
scheen te worden, toch komt er op dien
avond iets warms in ons denken, een
onuitgesproken belofte aan ons zelf, om
dit nieuwe jaar, zeker, o zeker, dit nieuwe
jaar beter te zijn, eerlijker, vriendelijker,
meer liefde te doen weerspiegelen in
onze daden, in ons leven, in onze ver-
houding tot de rnenschen om ons heen.
Zonder twijfel heeft de geest van liefde,
die het gansche heelal beheerscht en
.Jeidt, dien avond vooral en bovendien
^weerklank in onze gedachten. Want is
^het niet opmerkelijk, dat we elkaar,
zoodra de twaalf slagen zijn verklonken
het Nieuwe jaar er is, de hand
jreiken, elkaar alles goeds toewenschen,
„veel heil en zegen
Er zijn heel oude gebruiken aan den
^•oudejaarsavond en den nieuwjaarsdag
brengen Oude vraag, die telkens weer
terugkeert. Maar die ons toch niet met
zooveel onzekerheid, vrees of twijfel
behoefde te vervullen, wanneer we in
ons denken en doen steeds den gulden
regel in acht namen, het „wat gij niet
wilt, dat U geschiedt, doe dat ook een
ander niet". Wanneer we ons door deze
gedachte laten leiden, wel, dan hoeven
we ons nooit af te vragen, wat zal dit
nieuwe jaar ons brengen want dan zal
het altijd „goed" zijn. Omdat goede
gedachten, goede eerlijke daden, nooit
anders, dan goede vruchten kunnen
afwerpen. En dit geeft ons wel een
groote rust.
FLORIS C.
ruwe huid
schrale
I i ppen
Ooos 30 •60-90ct. Bij Apoth
en Drogisten
verbonden. Bijvoorbeeld het eten van
oliebollen en ander gebak. Dat is een
overblijfsel van het maken van beelden
uR deeg, bij de heidenen in zwang, bij
hun bachanalen ter eere van de over
winning van de zon over de duisternis.
Zoo werden van oudsher in Twente
ijzerkoeken of oblieën gebakken. En
dan de nieuwjaarsfooien, die in sommige
landen een fantastischen omvang hebben,
bijv. in Frankrijk. Zou deze soort „be
lasting" niet een overblijfsel zijn van
de oud-Romeinsche zeden Alleen in
omgekeerden vorm Want op den eersten
dag des jaars was het toen de gewoonte,
zijn opwachting te maken bij de magi
straatspersonen, waarbij men geschenken
meebracht. De Romeinsche keizers
gingen nog een stapje verder en vonden
den eersten dag des jaars een uitnemende
gelegenheid om hun kas wat bij te
vullen, weshalve zij geen geschenken
accepteerden, neen, ze eischten ge
schenken 1 Men vertelt zelfs van een
zeker heerscher Caligula, dat hij op
den Nieuwjaarsdag in eigen persoon
aan de poort van zijn paleis ging staan,
om de „geschenken" in ontvangst te
n ïmen. Thans is het precies omgekeerd.
u staan de grooten in den lande niet
meer aan de deur, om te ontvangen,
wat „des keizers" is. Nu komen de
anderen bij de „grooten in den lande"
en komen halen, wat zij hun goed recht
achten, n.l. hun nieuwjaarsgeschenk in
de prozaïsche gedaante van den nieuw
jaarsfooi.
rcer is het oudejaar. En een nieuw
jaar ligt voor ons. Wat zal het ons
KAMERKRONIEK
Toen de Kamer op recès
ging - De Eerste Kamer
roert zich - Om de belas-
tingontwerpen.
De Tweede Kamer heeft haar plicht
gedaan. De verschillende begrootingen
zijn er gekomen. Met een zucht van
verlichting konden de heeren vertegen
woordigers de zaal verlaten. De meesten
zuchtten nogal luidruchtig, want het einde
van de kameJ was nog vrij. Er werd
zelfs geapplaudisseerd. Wel vielen er af
en loo nog wat scherpe wooiden. Soit.
De begrooting kwam er.
Maar de Eerste Kamer, die nu dit
seizoen niet zoo heel druk bijeenkwam,
roerde zich geducht. Zij wilde blijkbaar
in de laatste dagen des jaars nog even
op ostentatieve wijze van haar bestaan
blijk geven. Het ging dan om de bekende
belastingontwerpen betreffende verlaging
van successierechten, personeele belas
ting, afschaffing van de 25 opcenten op
de inkomstenbelasting voor het leening-
fonds, enz. En de hoofdrolspelers waren
de heeren Wibaut, de Geer en Colijn.
Nu, het gii g er af en toe werkelijk
heftig aan toe. Daar was dan de heer
Wibaut, die om den drommel niet te-
TEL. 152
C. H. RANZIJN
vreden was met de verlaging de perso
neele belasting.
Want dat beteekende een verzwaring
van de gemeentelijke belastingen en de
financieele verhouding tusschen gemeente
en rijk werd er door vertroebelt. En dan
di successie-belastingverlaging. Die was
heelemaal niet noodig; neen, liever de
rijwielbelasting er afEn het was de
plicht van deze regeering, nu er geld
beschikbaar is, de financieele verhouding
tusschen gemeente en rijk behoorlijk te
regelen. Het ging niet aan, zooals mi
nister de Geer wilde, eerst het rapport
der staatscommissie af te wachten. De
gemeenten werden door de belasting
verlaging voor een verlies van inkomsten
gezet, zonder dat de regeering de con
sequenties ervan aanvaardde. Daar moest
een eind aan komen, bezwoer de s.d.
Amsterdamsche wethouder. Ten slotte
was daar nog 's ministers dreigement,
dat hij de uitvoering der successiewetten
opzettelijk zou vertragen, als het ontwerp-
personeele belasting door de Kamer uit
gesteld werd. Dat was een monstrum op
staatsrechtelijk gebied I
Behalve de zoo even genoemde hoofd
rolspelers" waren er ook natuurlijk andere
leden, die hun stom lieten hooren, zooals
bijv. de heer Jansen (r.k.), die voor een
betere verhouding tusschen Rijk en ge
meenten pleitte, maar voor de rest best
ingenomen was met de belastingontwer
pen. Maar dan was de heer Colijn aan
het woord, die zich in zijn wiek ge
schoten voelde. O, niet dat hij aanmer
king had op het beleid van zijn opvolger,
den nieuwen minister van financiën.
Geenszins. Maar de opmerking was ge
maakt, dat het met de landsfinanciën
even goed in orde was gekomen, zonder
de door hem Colijn genomen
maatregelen. Dat wilde hij toch niet op
zich laten zitten. Toen hij in 1923 optrad
vond hij een tekort van 105 millioen,
waar nog wel een 45 millioen bijkwam.
Al zijn maatregelen waren dus onver
mijdelijk, om tot een sluitend budget te
komen. Voor 1927 was er een batig
saldo van 12 millioen, maar dat is geen
saldo, omdat er nog 21 millioen aan
uitgaven van pensioen en invaliditeitsfonds
gedaan moeten worden. En een andere
finanliecle regeling tusschen Rijk en ge
meenten zoo noodig zijn en geld kosten.
Ja, en nog al veel, interrumpeerde meneer
Wibaut. Ten slotte noemde de heer Colijn
de belastingverlaging de grootste zegen
voor de bevolking.
Nu, en toen kwam de heer de Geer
zijn beleid verdedigen. Zeker, het was
redelijk, nu met belastingverlaging te
komen. In 1927 moest er naast verso
bering, belastingverhooging ingevoerd
worden. Het lag dus in de lijn, de nu
beschikbare middelen voor belasting
verlaging aan te wenden. Wat nu de
finantieele verhouding tot de gemeenten
betreft, het ging hier om een doelmatig
heidskwestie, niet om een inoreele. Voor
een nooduitkeering als in 1922, wat jhr.
de Gijselaar voorstelde, was geen aan
leiding Maar hij wilde het rapport van
de staatscommissie afwachten dat nog
wel net voor het einde van 1926 zou
afkomen. De verlaging der personeele
belasting was in hoofdzaak voorgesteld
ter ontlasting der groote gezinnen.
Successie-rechtenverlaging en belasting
verlaging liet bij samengaan, omdat hij
meende, dat kapitaalvormingen ontlasting
der groote gezinnen hand aau hand
moesten gaan.
Het zag er één moment heel raar uil
in de eerbiedwaardige Eerste Kamer. Dat
dreigement van minister de Geer, om
de uitvoering der successie-wet te ver
tragen, werd een struikelblok. Zelfs jhr.
de Savornin-Lohman (c.h.) was het met
meneer Wibau eens, dat was een staats
rechtelijk monstrum. En meneer Colijn
voelde ook wel wat voor uitstel. Maar
minister de Geer redde zich en de an
deren uit de perikelen door te verklaren
dat hij geen oogenblik bedoeld had, een
voor Uw VERHUUR-AUTO
en REPARATIËN is
TELEFOON 1
Vraagt het uw vrienden en kennissen
wet die gecontrasigneerd was, niet uit
te voeren. Was het niet veel eenvoudiger,
als bijv. de motie Wibaut (tot opschorting
van de behandeling van de personeele
belasting-verlaging) werd aangenomen,
de Kamer te verzoeken, ook de verdere
behandeling van de successiebelasting
op te schorten Maar zoover kwam het
niet. De motie Wibaut werd met 11
stemmen voor en 29 tegen verworpen.
Voor stemden s.d., 2 v.d. en de Am
sterdamsche burgemeester de Vlugt (a.r.)
Eu zoo werd de personeele belasting
verlaging aangenomen met op één na
algemeene stemmen (jhr. de Gijselaar.
c.h.) En met de s.d. en v.d. tegen, werd
de successiebelasting met 27 tegen 11
stemmen aangenomen.
Zouals in den aanvang reeds gezegd.
De Tweede Kamer deed het laatste restje
begrooting af. Over „Oorlog" werd ge
stemd. Met 51 tegen 27 (s.d. en v.d.)
werd deze aangenomen, nadat drie moties
ter Laan (lichting 1927 niet hooger dan
13.000 man, en 2 moties van geringe
beteekenis) verworpen waren. Wellicht
werd de heer Albarda (voorz. s.d.a.p.)
door deze feiten geïnspireerd, toen hij
in zijn Kerstrede zeide te gelooven, dat
het s.d.a.p.-voorstel tot ontwapening, dat
in Februari in behandeling zou komen
wel zou worden verworpen.
Komende gebeurtenissen
POLITICUS.
had, dat er wel wat te hooren zou
vallen. Niets van dit alles. Zonder
schokkende gebeurtenissen ging de
begrooting onder den hamer door, met
slechts een paar onbeteekende wijzingen.
Incidenten deden zich niet voor, ten
zij men de terechtzetting van Mr. van
Doorne door den heer Scheffer als een
incident wil opvatten.
Mr. v. Doorne had in de laatste
tijden nog al eens de minder lieflijke
gewoonte om zijn overbuur als deze
aan het woord was in het zonnetje te
zetten. Hoe aangenaam dit in natuur-
t lijken zin, vooral in de huidige koude
dagen kan zijn, in figuurlijken zin wordt
dat in het zonnetje zetten vervelend en
orikkelend. Het begon den heer Scheffer
dan ook knapjes te vervelen en ten
aanhoore van de tamele volle raadszaal
verzocht hij Mr. v. Doorne zich wat
fatsoenlijker te gedragen en hem met
rust te laten.
Tot de gewichtigste besluiten in deze
zittingen genomen, behooren wel, het
besluit om niet in te gaan op het
voorstel van B. en W. inhoudende het
verhaal der pensioenbijdrage der amb
tenaren van 5Va pCt. op te voeren tot
87a pCt. Het was vooral de heer De
Koning die als krachtig pleitbezorger
in het belang der ambtenaren optrad
en spoedig aanhang kreeg, met als
gevolg dat B. en W. échec leden.
Mede van belang was, dat de bur
gemeester, die als hoofd der politie
niet langer de verantwoordelijkheid op
zich kon nemen voor een bevredigende
openbare veiligheid, daar het politie
korps voor een uitgestrekte gemeente
als Soest veel te klein is, zijn zin
kreeg. Het korps wordt gereorganiseerd
en uitgebreid. Het was een lust te
hooren hoezeer de leden de agenten
en nachtwachts prezen als mannen
blakende van dienstijver en plichts
betrachting en die ook niet zagen op
een uurtje langeren diensttijd.
Wat niet zoo prettig was voor de
heeren drukkers in deze gemeente is
de in dienstneming van een typiste op
een salaris van f 1000.— 's jaars, waar
mede voor die heeren de kans ver
keken is voortaan voor de gemeente
te mogen werken. Een troost blijft er
i chter voor hen over, n.l. dat zij mede
i.iogen betalen aan de instandhouding
Burgeriijhe Stand
GEBORENBernardus /ohannes, z. v.
H. Lijftogt en G. C. ter Haar
Hendrikus Johannes, z. v. G. J.
Bosboom en M. H. Kuijer Hen-
drika, d. v. A. Kaats en H. G. v.
Putten Lourens, z. v. L. v. Houten
en E. Baum Hedda, d. v. W.
Fijlstra en H. H. v. d. Berg
Petronella Hillegonda d. v. G. dc
Ruijgt en P. de Jong, Hillegcnda
|ohanna d. v. J. P. de Jong en J.
H. v. d. Berg, Engel z. v. J. v.
Selm en J. C. Boerefijn,Adriana
d. v. C. v. Grol en A. M. Nagel
Jacobus Albertus, z. v. G. Meer-
velt en K. v. Zijst.
ONDERTROUWD: G. Puttestein en A.
Wolf J. Ribberink en G. Jansen.
GEHUWD Herman Roelofs en Geertje
van Geijtenbeck W. C. Meijers
en E. S. G. Neuman M. C. Braat
en J. M. G. v. Soest H. H. E.
Diekman en W. C. Suurbicr.
OVERLEDEN Theodora Catharina de
Koning, 45 jr., echtgen. v. L. van
Zuilen Alida Wilhelmina Jonge-
neel, 65 jr, echtgen. v. J. G. K.
Muller.
GEMEENTERAAD
VERSLAG van het verhandelde in de
openbare vergadering van den
Gemeenteraad op Dinsdag 28
December 1926, 's middags 2
uur.
VoorzitterDe Burgemeester.
Alle leden aanwezig.
Ook thans vingen de zittingen niet
precies op de afgekondigde uren aan.
Nu kan 't zijn nut hebben en
welke buitenstaander zal dat beoor-
deelen als een Voorzitter vooraf
even met zijn mannetjes van gedachten
wisselt, waardoor misschien iets van
de strijdlust wordt ingeboet om plaats
te maken voor zachtere, meer mee
gaande gevoelens.
Maar toch, als men niet meer op
het woord der machtigen aan kan,
waar gaat 't dan heen
't Is misschien dan aan dit vooraf
gaande samenzijn te danken, dat deze
zittingen twee zittingen waren
noodig voor de begrootihg, n.l. van
25 uur en 's avonds van 712 uur
zeer emotieloos voorbij gingen,
niettegenstaande er alles op gewezen
WORDT IJ GOEDKOOP
i:.\' NETJES VERHIUSD
S STEENHOFSTRAAT 57 TEL. 69
►P
dier concurrentie aan hunne bedrijven.
En dit is toch ook niet zoo onaardig!
Nog kan met dank worden vermeld,
dat op de perstafel een exemplaar der
begrooting met bijbehoorende beschei
den was gelegd ter orienteering.
De Voorzitter opent de vergadering
en laat het gebed lezen, waarna de
agenda aan de orde komt.
1. Vaststelling van de notulen der
vorige vergaderingen d.d. 5 en 8 No
vember j.l.
Deze notulen worden zonder op-
of aanmerkingen gearresteerd.
2. Voorloopige vaststelling der ge
meente-rekening 1925.
Wordt voorloopig vastgesteld.
3. Behandeling van de gemeentebe-
grooting 1927.
Geen verklaring wordt afgelegd wat
de reden is waarom de begrooting zoo
laat in den tijd werd aangeboden.
De Voorzitter deelt wel mede, dat
heden een expres schrijven is ingekomen
van den heer Con. Haver, wonende
aan de Julianastraat, waarin deze er
op wijst, dat er door het gemeente
bestuur gezondigd is tegen art. 203
3e lid der gemeentewet, dat voorschrijft
dat een paar weken voor de behandeling
der begrooting hiervan openbare af
kondiging moet plaats hebben. Daar
volgens schrijver, die zich met meerdere
getuigen gedurende vele dagen verge
wist heeft, noch op het gemeentelijk
aanplakbord, noch in de 3 Soester
Couranten een aankondiging is geschied,
maakt hij er attent op, dat de raad
thans onbevoegd is de begrooting in
behandeling te nemen.
De Voorzitter na dit schrijven voor
gelezen te hebben, zegt, dat B. en W.
als te doen gebruikelijk is de afkon
digingen teekenen, welke aankondigin
gen dan automatisch op het aanplak
bord worden aangeslagen. Zoo is 't
ook met deze bekendmaking gegaan.
Of ze inderdaad aangeslagen werd is
nu niet meer na te speuren. Hier staan
dus twee beweringen tegenover elkander
Spf. kan niet aannemen, dat 't niet
geschied zou zijn. Dat ze thans niet
op het bord te vinden is, kan zijn
oorzaak vinden in regen of wind. Wat
schrijvers opmerking betreft, dat de
bekendmaking ook niet in dc couranten
heeft gestaan, wat volgens hem zou
hebben moeten geschieden, berust deze
op een abuis. Als openbare kennisgeving
is te beschouwen het aanslaan van
aankondigingen op het aanplakbord.
Met de couranten hebben wij geen
overeenkomst als zoodanig doet Spr.
uitkomen. Spr. stelt voor het schrijven
voor kennisgeving aan te nemen, daar
aankondiging moet hebben plaats gehad
(Spr. laat een duplicaat van dit ding
zien) en tot behandeling der begrooting
over te gaan.
KASSIERS
JULIANAPLEIN 5
TELEFOON 163
SOEST
ONDERGROND8CHE BR AND-INBRAAK VRIJE KLUIS
VOORHEEN FA. STRIJKER
KERKSTRAAT 20 TELEFOON 84 JULIANASTRAAT 7
Mr. v. Doorne vraagt wie belast is
met het aanslaan.
De Voorzitterde gemeentebode,
Mr. v. Doorne Kan deze zich per
tinent herinneren het biljet aangeslagen
te hebben.
De Voorzitter antwoordt van neen.
Mr. v. Doorne vindt dit vreemd. Zulk
een gewichtig stuk moest de man zich
nog wel kunnen herinneren. Spr. weet
uit goede bron, dat 7 a 8 personen
regelmatig gekeken hebben naar een
verschijning der afkondiging maar ook
deze hebben er niets van bemerkt. Spr.
heeft ook altijd gemeend dat „De
Soester" zoo'n beetje de officieele
courant was, maar noch in deze noch
in die van Smit werd een aankondiging
gevonden. Waar aan deze controle niet
getwijfeld kan worden vreest Spr. dat
er alle kans bestaat dat deze vergadering
niet bevoegd zal worden'<verklaard en
geeft hij in ernstige overweging de
behandeling der begrooting uit te stellen
tot aan de wet zal zijn voldaan. Spr.
vindt uitstellen van een paar weken
niet zoo erg. daar de heeren dan met
een gelegenheid hebben deze lijvige
stukken wat grondiger te bestudeeren.
De Voorzitter heeft daar geen ooren
voor. Er is geen enkel motief voor
uitstel. De aankondiging moet wel
plaats gehad hebbenhoe kon de man
dan een tijd geleden op het gemeente
huis komen met eene aanvrage om een
begrooting, als er niet aangeplakt was.
Wat de couranten betrefttusschen de
couranten en het gemeentehuis bestaat
alleen dit contact, dat als zij om be
richten komen haar die verstrekt worden
als ze er zijn. Spr. wil het er op wagen
en des noods bij de Kroon in verzet
gaan als deze vergadering onwettig
zou worden verklaard.
Mr. v. Doorne herhaalt zijn bezwaren
en merkt daarbij op, dat zonder be
kendmaking 't toch wel bekend was,
dat de begrooting gereed lag. 't Gaat
hier om de wettelijke voorschriften.
De heer Besselsen vreest ook voor
moeilijkheden. Hij neemt goeder trouw
aan, maar, zegt hij, stel nu eens, dat
aankondiging niet gebeurd is.
De VoorzitterJa, als de hemel valt.
Mr. v. Doorne blijft het practischer
achten de behandeling maar uit te
stellen en den tijd te benutten voor
meerdere bestudeering. Zooveel haast
is er niet bij.
De heer Endendijk meent, dat hier
haast niets mede te maken heeft. Als
hier geen schrijven was ingekomen,
zou men tot de behandeling over gegaan
zijn en hadden wij dan ook niet meer
tijd tot bestudeering gehad, merkt hij op.
Mr. v. Doorne voert daar tegen aan,
dat wij thans risico hebben, dat ons
werk te vergeefsch is geweest.
De heer Endendijk is 't daar niet
mede eens. B. en W. hebben verklaard,
dat afkondiging is geschied.
hoofdstuk naast elkaar, is thans de
kluif welke voortgezet wordt.
De Voorzitter vraagt, of de leden
algemeene beschouwingen wenschen
te houden.
De heer Endendijk verzoekt zich te
mogen uiten en spreekt de navolgende
rede uit:
Een van de noodzakelijke dingen in
de zakenwereld is zeker het opmaken
van een balans in de laatste week van
het jaar.
Bij den tegenwoordigen stand van
zaken zal dat zeker voor menigen zaken
man een bittere teleurstelling zijn als hij
de werkelijkheid onder de oogen krijgt,
en toch is het goed die werkelijkheid
te kennen om daar na zijn richting te
bepalen.
Zoo kan het ook voor ons als raads
leden zijn nut hebben ons eens te
orienteeren ten opzichte van het Gemeen
tebeleid, niet omdat wij aan het einde
van het jaar zijn gekomen, maar omdat
nu de periodieke levensduur van den
Raad en het College van Burgemeester
en Wethouders ten avondstond neig».
Dames- en Heerenkleermakerij
F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169
Ontvangen de nieuwste Stoifen
voor winterjassen, ulsters,
demi saisons, wintercostuums enz.
Ruime voorraad Regenjassen
0VERLAND - WILLY'S KNIGHT
TELEF. 152 C. H. RANZIJN
De heer De Koning is ook voor
behandeling. Spr. heeft gedurende de
drie weken dat hij de begrooting in
huis heeft moeite genoeg gehad zich
eenigszins op de hoogte te stellen en
vreest dat bij uitstel al die kennis
weer te loor zal gaan. Wat de kwestie
der aankondiging betreft, de heeren
zouden wel kunnen verklaren, dat zij
haar niet gezien hebben, maarzij kunnen
niet bewijzen, dat ze niet is aangeplakt.
Mr. v. Doorne zegt dat als de aan
kondigingen zoo spoedig van regen en
wind tc lijden hebben er een beter
soort kurken dient aangeschaft.
De heer Foeken gehoord de verklaring
van den Voorzitter meent dat de raad
door kan gaan met de behandeling.
De Voorzitter stelt nog even in het
licht, dat al mocht de vergadering niet
wettig w'orden verklaard de behandeling
der begrooting er niet onder lijdt.
Immers wat hier afgedaan wordt kan
in een event. gesanct. zitting bevestigd
worden.
Het voorstel van Mr. van DoOme om
de behandeling der begrooting 14 dagen
uit te stellen komt in stemming en
wordt verworpen. Alleen de steller
was er voor.
De begrooting, waarover de finan
tieele commissie lof uitsprak vanwege
het omvangrijk werk dat is geleverd
en waarmede de Raad de noodige
voorlichting verkreeg, al stelt zij echter
ter wille van meer overzichtelijker
controle de vraag, of het niet mogelijk
zóu zijn het volgend jaar de bescheiden
zoodanig samen te binden, dat een
overzicht verkregen kan worden van
de ontvangsten en uitgaven van elk
Temeer reden is daarvoor omdat wij nu
eenigszins kunnen overzien wat de
„nieuwe koers", zooals men dien bij den
aanvang zich voorstelde, ons gebracht
heeft.
Van het oude, het vroegere deugde
letterlijk niets, en men zou eens laten
zien wat en hoe het nu wel moest
gaan.
Nu meen ik dat het niet gewaagd is
uit te spreken dat allen zijn teleurge
steld, dat iemand is bevredigd. Verschil
lende personen zullen daarvoor verschil
lende oorzaken aanwijzen maar dat neemt
niet weg het feit dat de balans voor
niemand een opwekkend beeld vertoond,
maar integendeel zeer teleurstellend is,
en eigenlijk een mislukking kan genoemd
worden. Nu zal men van de zijde van
Burgemeester en Wethouders dadelijk
als één der oorzaken aanwijzen het meer
dan eenmaal verwisselen van Burge
meester, en zeker het moet erkend worden
dat dit wel van storenden invloed is
geweest op de afwikkeling van zaken,
doch dit is van hoe groote beteekenis
ook, niet de hoofdoorzaak waarom de
teleurstelling zoo algemeen is. Die oorzaak
meenen wij te moeten zoeken in de
nieuwe Koers" die tengevolge heeft
gehad, dat zoowat alles overhoop ligt,
waardoor een geest van onrust is ontstaan
en een atmosfeer van wantrouwen zich
heeft ontwikkeld, die van verlammenden
invloed is geweest op den goeden gang
van zaken. De gemoedelijke en vertrou
welijke verhouding die vroeger bestond
(ook bij groot verschil) heeft plaats ge
maakt voor een steeds gereserveerd zijn
ten opzichte van alles wat van Burge
meester en Wethouders kwam. Meermalen
kwam het voor dat voorstellen met
nagenoeg algemeene stemmen werden
afgewezen en tenslotte de Raad en het
College zich als twee tegenover elkaar
gestelde partijen gingen gevoelen. Ten
slotte bleek bijna alles hopeloos verdeeld.
Wat als een publiek geheim bekend is
omtrent de verhoudingen die er bij het
College van Burgemeester en Wethouders
bestaar, stemt weinig hoopvol voor een
ernstigen en vruchtbaren arbeid van het
College. Het gevolg is daarvan dat ook
in den Raad sommigen zich partij gaan
stellen in een zaak waar geen principieel
verschil noodzakelijk maakt dat men
tegenover elkaar gaat staan, waardoor
dan vaak de discussie een persoonlijk
karakter gaat dragen. Dat dit ook van
invloed is op de verhoudingen in den
Raad is zeer verklaarbaar. Ik bedoel
hiermee nog niet eens de verscherping
van het gewone partijverschil, maar wat
veel erger is, in de partijen zelf komt
dat zelfs zeer sterk uit. De R.K. raads
fractie vergadert als gevolg daarvan sinds
lang niet meer, en dat de Christelijk-
Historischen zelfs het krieken van den
dageraad niet eensgezinds aanscho wen
mochten is geen geheim gebleven. Het
verschil in dc S.D.A.P. vond zijn oorzaak
buiten den Raad om wat dan ook wel
bleek uit het meestal eenparig optreden
in den Raad. De eenigste partij die meer
als één afgevaardigde in den raad had
en steeds als een man naast elkaar stond
is dc A.R. Partij. De oorzaak daarvoor
mag zeker niet gezocht worden in het
ongemoeid laten van dc personen of de
partij, want juist hel tegendeel is waar,
en trots dat, bleef de verhouding onge
stoord. Gaarne erken ik dat er enkele
aanwijzingen zijn die soms iels beters