ra
Luxe Verhuur-Auto's
r
DEPOSITO'S
1
LJET
Ü1
30NMAAK
INMAAK
nW.J.v.Ee
AAN-EN
■'•SOEST
Soester Courant
voor Soest en Omgeving
Nieuws- en Advertentieblad.
Verschijnt eiken Zaterdag.
HAMDELSCRËPiËTSN
La Porte Co.
GEMEENTE-FILM
W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint
is-Onderneming
HAKS
ling voor crematie
i, Dweilen enz. enz.
VIJZEL"
O.Z. 4, Tel. 2243
ïtoomleiding enz.
op technisch gebied
i onze „Wisa" Gas-
en comforen.
ror*ensfr. 1c
ïlBOR'S
DENDER-
EEL!
s FRANCO thuis
gratis Eierenlijst
Uitgever G. v. d. BOVENKAMP Soestdijk
N.V. MIDDENSTAN83SB&NK
INCASSO'S - DEPOSITO'S
MOIDIR [Garage „MIDDELWUK"
VENEMA's
KLEEDING NAAR MAAT
DE VERWEERNOTA
ALLE BANKZAKEN
„GAZELLE" RIJWIELEN
A. FUGERS - KERKSTAAT 3
FORMALISME
ABONNEEREN OP
SOEST EN OMSTR.
en franco per post
No. 13
Vi lillende Jaargang
Zaterdag 26 Maart 1927
kening:
ÏNDIJK
\RDEN
k)
D. HOOLWERF, Dir.
IQ
ÏETHOVEN, Apoth-Assist.
idig in het
- Telef. 168
•pers
lelzeiltjes
Kastranden
Zie de etalage
dis
ele spaarbranders tegen streng
erende prijzen.
'hilips gloeilampen en ander
»ch materiaal.
ir\et
TELEF
5 K G.
f 1.10
21/, KG
f 0.60
Vleeschbeenmeel, gema-
-ucerne K'avermeel. Maïs-
imeel, Rijstmeel, Lijnmeel,
•e Voederkalk.
FERO. HUIJCKLAAN 8
Adres voor Administratie en Redactie
Van Weedestraat 7, Soest
AdvertentlCn worden ingewacht tot Vrijdags
voormiddags 9 uur bij den Uitgever,
ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur
DE SOESTER
ADVERTENTIEN
Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement groote korting.
Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal.
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
I TELEFOON 1
Wanneer een sympathiek initiatief, hier
in Nederland in 1925 genomen, ook dit
jaar weer uitgewerkt wordt, dan zullen
we, als meteen de eerste bloemen onze
tuinen sieren, weer den „Moederdag"
vieren, een jaarlijksch feest, ter eere van
alle moeders, dat in Engeland en elders
sedert eenigen tijd, burgerrecht heeft
verkregen. Het is een vriendelijke ge
dachte, om één dag in het jaar, heele-
maal te wijden aan die goede gentus,
die ons van onze eerste uren af, met
haar teere zorgen omgaf, die ons tot het
middelpunt maakte van haar liefste,
teederste gedachtendie aan een klein
wit bedje gezeten, zonnige toekomst
beelden weefde rond het slapende, blo
zende bolletje, op het hagelwitte kussen.
Op dien éénen dag (behalve haar
jaardag) in de eerste zoele dagen van
het schoonste jaargetijde de lente, zullen
in vele landen tallooze kinderen een groet
van bloemen zenden aan „moeder". Er
ligt een fijne gedachte aan ten grond
slag. Want het is een generatie van het
hoogste symbool van liefde, de moeder
liefde. Het is de mooiste want on
baatzuchtige liefde, die in onze men-
schelijke ervaring wordt aangetroffen.
Want een moeder geeft liefde, zonder
belooning te vragen en dikwijlste
verwachtensoms krijgt zij daarvoor
kinderliefde in de plaats, soms niet.
Maar hoe ondankbaar we ook soms
mogen zijn, zij blijft steeds liefde geven,
opofferend, zwijgend, geduldig Zooals
alleen een moeder kan doen.
Het is goed, dat we ons openstellen,
dien éénen dag in het jaar, voor de
zachtere gevoelens, die de vriendelijke
gedachten aan „Moeder" onweerstaan
baar in ons wakker roepen. Als we aan
Moeder denken, daalt onwillekeurig
hoe oud we ook mogen zijn een
sfeer van goede, vriendelijke herinnering
in ons denken neer. Stuk voor stuk
doemen de beelden uit onze jeugd voor
ons op, uit dien gelukkigen, zorgeloozen
tijd, toen heel ons leven nog werd om
geven door goede zorgen van Moeder.
En er is er niet één in wiens hart niet
een teere snaar gaat trillen, als hij in
stil herdenken bepeinst, hoevéél dat
werkende, zorgende moedertje wel voor
hem deed, lang geleden. O, zeker, er
zal dien dag, dien Moederdag, iets heel
lichts, iets heel goeds en liefderijks in
ons denken zijn. Omdat net een weer
spiegeling zal zijn van de mooiste, on-
baatzuchtigste liefde, de moederliefde.
Voor bijna allen van ons komt of
kwam de tijd, dat ook aan Moeder's
zorgen een einde wordt gemaakt. Wij
trouwen en maken een eigen gezin, wij
gaan heen naar andere steden of landen,
héél ver weg soms, aan het andere
einde der aarde. En moeder's handen
die ons eerst hebben gedragen en ter
ruste gevleid, die ons later behoedden,
toen we de eerste schreden zetten, en
die nog later steeds maar bezig waren
voor ons, opdat het ons wél zou zijn,
die zelfde oude vertrouwde handen,
blijven dan ledig en rusten onwennig
in den schoot. En met elk kind, dat van
haar heen ging, werden die goede, oude
handen leeger. Maar zie, op dezen Moe
derdag dan, willen wij aan Moeder's
leege handen denken. Wij willen bloemen
de eerste, de mooiste geurigste en schit
terendste van het jaar, leggen, in Moeder's
leege handen. Wij willen ze vullen, die
gerimpelde, oude, leege handen, met
een lieflijk symbool van onze kinder
liefde, we willen Moeder's leege handen
vullen
Hoe groot we ook in de wereld ge
worden zijn, hoe machtig of gevreesd,
er heeft toch o, misschien vele jaren
geleden een jong, trouw moedertje
aan onze wieg gestaan, dat ons in zachte,
kromme woordjes, zooals alleen een
moeder doet, toefluisterde hoe lief we
haar wel waren en hoe groote, schit
terende dingen, ze wel van ons ver
wachtte, als we eenmaal groot zouden
zijn. Natuurlijk, elk kind is een vorstje
in het kleine koninkrijkje van moeder's
armen. En, wel, hebben we Moeder niet
teleurgesteld Deden, we, wat ze van
ons verwachtte Gaven we zelfs wel dat
kleine beetje kinderliefde, waarnaar ze
hunkerke Niet Dan kunt ge nog, dien
Moederdag, haar zoo lang leeg gebleven
handen vullen. Deed gc het wel? Dan
zult ge het zeker ook doen. En dan
zullen vele „Mammies", „Moekes" of
eenvoudig weg „Moeders", een héélen
dag van groote vreugde kennen.
FLORIS C.
EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN
F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169
Ruime wagens
Billijk tarief
Ingezonden
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
De verweernota van B. en W. inzake
de verschillen, bestaande tusschen de
begrooting, zooals deze door den Raad
is goedgekeurd en de begrooting, zooals
die aan Gedep. Staten is gezonden, kan
mij slecht voldoen, fn de eerste plaats
al, omdat het publiek in den waan wordt
gebracht, dat het stuk de vrucht is van
beraadslagingen in het College van B.
en W., terwijl uit de rede, door Wethouder
van den Berg in de raadszitting van 28
Februari gehouden, is komen vast te
staan, dat deze buiten die beraadslagingen
is gehouden en hij danook geen woord
en geen cijfer van die verweernota voor
zijn verantwoording kan nemen. De heer
van den Berg meende aan zijn rede
toe te moeten voegen, dat zijn ervaring
gedurende 3% jaar hem geleerd heeft,
dat de gegevens, die het gemeentehuis
verstrekt, niet altijd juist zijn. Deze
openlijke bekentenis van den meest ter
zake kundigen wethouder, gevoegd bij
diens verklaring geen enkele verantwoor
ding voor de verweernota te nemen,
zegt oneindig veel meer dan in tien
verweernota's kan worden goedgepraat.
En nu de verweernota zelve.
Met betrekking tot de volgnummers
31; 94, 124, '7o 473) 47A cn 527
de nota, dat deze de Rekening 1925
betreffen en dat door vaststelling dier
Rekening door den Raad in dezelfde
vergadering als waarin de Begrooting
werd aangenomen, deze volgnummers
gewijzigd moesten worden, waarop men
laat volgen„er is dus niet anders
gehandeld dan ter opvolging van een
raadsbesluit".
Hierbij ben ik zoo vrij op te merken,
dat de Rekening 1925 onveranderd is
goedgekeurd en dat dus derhalve als
gevolg van dat raadsbesluit niets te
wijzigen viel. Bovendien werd de Reke
ning 1925 op II October 1926 ter visie
neergelegd, terwijl de Begrooting eerst
veel later gereed kwam en aan H.H.
Raadsleden werd toegezonden. Men kan
er zich dus niet op beroepen, dat er
wijzigingen in de Gemeente-rekening
zouden hebben plaats gehad, nadat de
Begrooting aan den Raad ter goedkeuring
was voorgelegd en ik vraag mij zeil
af waaraan men het recht ontleent om
in de door den Raad vastgestelde cijfers
wijziging te brengen.
Met het verdere van het verweer is
het al niet veel beter gesteld. En hoe
kan dat ook anders De feiten staan
vast. Men kan trachten ze goed te praten,
doch die feiten en het ergerlijke ervan
verandert men er niet door.
Men heeft nu trachten voor te geven,
dat die wijzigingen gedekt waren door
raadsbesluiten, doch blijkens de goed
gekeurde notulen der betrokken ver
gadering is dat beslist onwaar. Het
beroep, dat die goedgekeurde notulen
eigenlijk niet volledig zouden zijn geweest,
wil ik voor het oogenblik, als al te
naïef, maar stilzwijgend voorbijgaan.
In geen der door mij gesignaleerde
verschillen is eenige wijziging gekomen.
De verschillen waren er en ze zijn er nog.
Het woord is thans aan H.H. Gede
puteerde Staten, die stellig aan dat
geknoei cn gegoochel met cijfers een
einde zullen trachten te maken.
Dankend voor de verleende plaats
ruimte,
M. IBURG.
BOKSERS
BAARN - SOEST - BUSSUM
CHEQUE REKENINGEN MET
RENTEVERGOEDING
vanaf 172.-
Bij de besprekingen, gehouden naar
aanleiding van het feit, dat de begrooting
zooals die door den Raad is vastge
steld niet gelijkluidend is aan de Be
grooting, zooals die aan Gedep. Staten
ter goedkeuring is aangeboden, is, on
der meer opgemerkt dat de verschillen
eigenlijk zéér onbelangrijk zijn en is
de actie, tegen de verschillen gevoerd,
gequalificeerd als „bekrompen forma
lisme".
Of die verschillen werkelijk zoo on
belangrijk zijn, wil ik hier thans niet
bespreken, nu een hooger College
daarover zijn meening zal geven.
Maar over de qualificatie „bekrompen
formalisme" lijkt het mij gewenscht eens
een en ander te zeggen.
Is in het particulier bedrijf formalisme
iets, dat zooveel mogelijk moet worden
voorkomen, geheel anders staatdatbij
een publiekrechtelijk lichaam als een
gemeente. Daar toch is een gekozen
bestuur en een uitvoerend bewind, dat
de zaken voor het gemeenebest regelt.
En degenen, die tezamen dat gemeene
best vormen, de ingezetenen, hebben
het recht ten allen tijde te weten wat
nu eigenlijk precies te hunnen behoeve
is beslist en besloten.
De eenig juiste wijze, waarop die
besluiten kunnen worden genomen,
zonder ook maar eenige kans te loopen
verschil van meening te krijgen over
datgene, wat nu eigenlijk precies be
sloten is, is de volgende
Bij de toelichting, welke B. en W.
omtrent zekere zaak aan den Raad geven
behoort afzonderlijk een schriftelijk
concept-voorstel, vermeldende woorde
lijk datgene, wat de Raad formeel zal
moeten besluiten, indien ze met het
betrokken voorstel accoord gaat. Dit
concept-voorstel zal eerst indien het door
den RaacI is aangenomen de kracht
krijgen van een officieel raadsbesluit en
daarvan zal blijken uit de notulen der
raadsvergadering, in welke notulen dat
concept-voorstel woordelijk is opgeno
men, alsmede liet feit der aanneming.
En indien het nu eens wenschelijk
mocht blijken, dat B. en W. een oor
spronkelijk ingediend voorstel, naar
aanleiding van veranderd inzicht of van
geopperde bezwaren wijzigen, dan zal
de eenige manier zijn om op dezelfde
wijze, als waarop het oorspronkelijk
concept-voorstel ter kennis van de
raadsleden en van het publiek is gebracht
schriftelijk een nieuw gewijzigd concept
voorstel in te dienen of desgewenscht
een wijziging op het oorspronkelijk
concept-voorstel te geven, woordelijk
aangevende datgene, wat in dat con
cept-voorstel gewijzigd wordt. En we
derom zal dan uit de notulen der
raadsvergadering blijken wat precies
door den Raad is besloten, zonder dat
men daarover ooit verschil, al is het
maar over één letter of over één cijfer,
kan krijgen.
Genoemde wijze is danook de eenig
wettelijke manier, waarop een officieel
raadsbesluit tot stand kan komen en
alle „vanzelf sprekende" en „stilzwij
gende" veranderingen moeten geheel
buiten beschouwing blijven, als blij
kende niet uit de stukken en uit de
notulen en als zijnde derhalve niet door
den Raad bekrachtigd.
En nu moge men het hierboven ver
dedigd standpunt „bekrompen forma
lisme" noemen, het is en blijft de eenig
juiste wijze, waarop een raadsbesluit
kan tot stand komen en is ook de
eenige manier, waarbij nooit verschil
van meening kan ontstaan omtrent dat
gene, wat de Raad nu eigenlijk precies
en woordelijk heeft besloten.
En dat ook de algemeene Rijksre-
geering van dat „bekrompen formalis
tische" standpunt uitgaat, blijkt wel uit
tal van wetten met erop gegrondveste
algemeene maatregelen van bestuur,
waarbij dikwijls tot in de alleruiterste
finesses de materie wordt geregeld,
alleen om de grootst mogelijke rechts
zekerheid te verkrijgen, die men in ons
staatsbestuur zoozeer gewenscht acht.
En uit tal van wetten, ook uit den
allerlaatsten tijd, kan blijken dat de
algemeene Rijksregeeringde langdurige,
ingewikkelde en daarenboven kostbare
weg van wetswijziging prefereert boven
„vanzelfsprekende" en „stilzwijgende",
wijzigingen, zelfs als die wijzigingen
slechts betreffen een enkel woord of
zelfs een komma en de „bedoeling"
overigens voor een ieder wel duidelijk
was. Doch men wenschtedie „bedoeling"
in overeenstemming met de „letter",
uitsluitend en alleen ten behoeve van
de rechtszekerheid der inwoners.
En als de algemeene Rijksregeering
zoo vóórgaat, behoeft de door een
gemeentebestuur van bovengenoemd
standpunt gegeven onwelwillende qua
lificatie „bekrompen formalisme" met
de bedoeling zich daartegen te verzet
ten, wel eens ernstig nadenken.
C. HAVER.
Burgerlijtee Stand
GEBORENWilhelmus Johannes, z. v.
M. J. Hilhorst en J. G. Grift
Anna Jacoba Theresia, d. v. J. Buis
en A. C. Boonekamp Gerardus
Wilhelmus, z. v. J. J. M. Brouwer
en J. J. P. Verhagen.
GEHUWD Karei v. den Breul en Hed-
wig Margarete Lillig.
OVERLEDENCornelis Wantenaar, 44
jr, echtgen. v. M. v. d. Breemer
Gijsbertus v. Garderen, 43 jr, echt-
gen. v. G. Huisman Maria Helena
Evelein, 63 jr, te Driebergen
Cornelis v. Buijsen, 68 jr, geh. m.
W. C. de Rond.
XII
Ha dat zou wel een leuke film zijn.
Ha, ha ha! „Wat bedoel je?" vroeg
Grootje, toen ik die woorden ineens
hardop dacht onder 't puffen van m'n
gouwenaar. „Wel", zei ik, „ik had gedacht
eens een prijsvraag uit te schrijven voor
de inwoners van SoestWie is Brand
netel 't Zou om je ziek te lachen zijn
als je eens zwart op wit voor je zag,
wie ze daarvoor aanzien. Ik zelf heb
nou al van wel tien kanten gehoord
dat ik het niet ben. Men zal mij dus
niet kwalijk nemen dat ik wel eens
graag zou willen weten wie het wèl
was. Daar heb je bijvoorbeeld op de
Soos. Nauwelijks is meneer Bloupot
binnen geloopen of een stuk of drie
vier roepen al: „Hallo Brandnetel."
„Krijg een staart" gromt die meneer
dan terug, „weet ik veel van Brandnetels.
M'n vrouw trekt ze af tegen de reumathiek,
m iar voor de rest heb ik er geen bood
schap aan". Daar heb je de kapsalon.
Je snapt wel welke. Er is er maar een
in Soest. Gezellig oord voor het laatste
plaatselijke nieuws. „Brandnetel?" zegt
iemand met een groc-slem van onder
een wolk wit schuim, „nogal wiedes,
dat is die lange Haver en geen mensch
anders". ,,'t Zou wat" piept een
meneer met een fijn stemmetje, „ik
vei wed er m'n hoofd onder dat het Mr.
van Doorne is", „|e kon wel wat
beters inzetten" bromt de grocstem terug
„om jou kop geef ik niet veel Nou,
1-A-cü „zegt de kapper, pardon,
coiffeur", ik voor mij, ik zou zoo bij
mezelf denken, ais het de een niet is,
dan is het een ander, maar zeker weten
doe ik alleen dat ik het niet ben"
„Dat weet ik nog zoo net niet" piept
het fijne stemmetje, je bent er gemeen
genoeg voor, ha, hal" „Nou meneer,
gemeen, daar zeg je zoo wat. Ik krijg
hier allerhande rang en stand te scheren,
maar ik kan U verklaren dat negentig
procent het maar wit goed vinden dat
Brandnetel in de Soester er het scheer
mes eens over haalt" „En wat zeg
je er zelf nou wel van". „Ik meneer?"
Och, ik ben het met iedereen eens, dat
brengt m'n vak zoo mcc. Als ik nou
bouwer was, dan was ik 't natuurlijk
met 't gemeentehuis eens, want als je
dat niet bent wor-je gepest, en als ze
de kans krijgen, den hals nog omgedraaid
ook. Verleden week liet zich hier nog
zoo'n aannemer scheren. Hij ging te
keer, niet zoo mis. Een collega van 'em
die zat te wachten, zei toen tegen "em:
„Ik zou me maar sjakes houwe, anders
worden al je teekeningen stuk voor stuk
afgekeurd". ,,'t Lijkt hier wel Rusland"
bromde de groc-stem. „Zal ik je eens
wat zeggen" zei een als heer vermomd
persoon, die nog niks gezegd had,
„Brandnetel is Van den Berg" „Wat
zou het, 'k geloof er niks van" „Toch
waar, een paar dagen geleden zei de
burgemeester net nog tegen medie
stijl en sommige uitdrukkingen wijzen
er precies op". „Dan weet ik het
beter" zei een meneer met een uilebril
die net was binnengekomen, „Brandnetel
dat is Iburg" „Zou je niet liever
zeggen dat het dc pastoor was hoonde
de grocstem. „Nee", zei de bril, „ik
weet het van Van Vugt, die zei onlangs
tegen me dat er een stukkie van Brand
netel in de Soester gestaan had, dat
precies klopte met wat hij zelf gezien
had"
En zoo kletsen de menschen maar
voort. In den loop der tijden heb ik
nog wel tien namen hooren noemen,
o.a. de heeren Groenman, Uiterwijk,
Spitse, Wöhrman, Doorman, De Vries
en ik weet al niet meer wie nog meer.
Maar in elk geval blijkt er een groote
belangstelling uit. Nou misschien schrijf
ik nog wel eens een prijsvraag uit.
Het merkwaardige vind ik nog dat ik
mezelf maar een of twee keer heb hooren
noemen. Ze slaan me dus blijkbaar als
schrijver niet erg hoog aan. En zelf
raad ik natuurlijk dapper mee, wie het
toch wel zijn kan. En als ik dan thuis
m'n wedervaren vertel, lacht Grootje
zich een kriek.
Zoo net werd me een brief gebracht
waarin Brandnetels hulp wordt ingeroepen
om dc Soester politie eens aan de kaak
tc stellen. Het is warachtig een heel
drama. Stel je voor: een alleen wonend
ziekelijk vrouwtje, wier man al 23 jaar
in een krankzinnigengesticht wordt ver
pleegd, krijgt bezoek van den huisbaas
die zegt de schoorsteenen te komen
repareeren. Dit op bevel van dc bouw-
politie, bij wie de juffrouw zich beklaagd
had. Nauwelijks binnen gekomen, begint
de huisbaas met de huisdeur er uit te
lichten. En op den noodkreet van de
juffrouw: „Gut man wat begin je nou 1"
VOORHEEN FA. STRIJKER
KERKSTRAAT 20 TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7
zegt-ie: „Ik zal jou wel krijgen om te
klagen bij de bouwpolitie" en begint
meteen een raam er uit te lichten. Zoo
successievelijk breekt-ie zoowat het heele
huis af. Haalt tenminste alle deuren en
ramen eruit. De juffrouw roept om hulp.
Een kennis van haar snelt naar de politie.
„Hebben we niks mee te maken" zegt
de Opperknoetdrager De Zeer-Hoog-
Wel-Edel-Geboren-Heer Zwarts, „dat is
een civiele kwestie" Ondertusschen
wordt het huis alsmaar meer afgetakeld,
's Avonds zit de juffrouw in een huis
waar weinig meer van over is dan de
vier muren. Eert andere kennis van haar,
het geval vernemend snelt naar den
burgemeester. Wordt beleefd op de stoep
ontvangen. In den regen. „Waarvoor
of-ie bij den burgemeester aan huis
dorst te komende burgemeester had
zijn spreekuren op 't gemeêntehuis"
„Ja, neemt U me asjeblief niet kwalijk,
Edelachtbare Heer, maar het is hier
een spoedgeval" „Wat spoedgeval,
er zijn hier in Soest geen spoedgevallen.
Maar ik zal de politie wel even bellen"
De burgemeester belt. De smeekeling
wacht. Met den hoed in de hand. Op
den stoep. In den regen. Burgemeester
komt terug. „We zullen wel eens komen
kijken" En 's avonds om 9 uur, die
ongelukkige stakker van een juffrouw
had dus al een heelen dag in weer
en wind gezeten, komt DE POLITIE.
In den vorm van een agent. Die bekijkt
het geval. Vind het erg. Bekijkt het nog
eens. Vindt het nog eens erg. Stapt dan
op zijn fiets en verdwijnt. De juffrouw
gaat den nacht in in een aan alle kanten
open huis. Volgenden dag 's morgens
vroeg gaat de kennis van de juffrouw
regelrecht naar den Officier van Justitie
te Utrecht. Om dezen in kennis te stellen
met „de civiele kwestie". Officier lacht
zich een bult om de Soester politie.
Stuurt dadelijk bericht naar zijn rijks
veldwachter te Soest om procesverbaal
op te maken wegens twee misdrijven
door „Meneer" Zeeland, den huisbaas
gepleegd. Waar ze in Soest geen sjoege
van hadden blijkbaar. Als mijn bericht
gever juist schreef dan was dat huis
vredebreuk en nadeel toebrengen aan
gezondheid. Als dat nou civiele kwesties
zijn dan weet heusch niet meer waarvoor
ik d&n bij' de polilie terecht kan. Op
een goeien dag wordt de een of ander
aan frikadilletjes gehakt door een paar
moordenaars en dan zegt Zijn Zeer-
Hoog-Wel-Edel-Geboren Heer-Opper-
knoetdrager Zwarts ook nog: „Civiele
kwestie meneermotten de erfgenamen
de moordenaars maar aanspreken om
schadevergoeding". Inderdaad die
meneer uit de kapsalon had gelijk: Het
lijkt hier wel Rusland. Ondertusschen
is er ook al een advocaat in gemoeid,
Meneer Terlingen. Die belt daags na
dat de rijksveldwacht procesverbaal
opmaakte de burgemeester nog eens
op. Die eens zou komen kijken. En
ook komt kijken. Met een agent als
assistentie. Je kon nooit weten. Gaat
naar de open-en-bloot-wonende-juffrouw
om de zaak te onderzoeken. Dat was
Zaterdagmorgen. De juffrouw had dus
toen net twee dagen bloot gewoond.
Burgemeester verzocht Meneer Zeeland
vriendelijk of hij asjeblief de ramen en
deuren er weer in wou zetten. Meneer
Zeeland zei: „Dat verdom ik" Wat
erg leelijk was. Eerstens is hel heel
slecht om te vloeken en tweedensbevloek
je toch het hoofd van de politie niet.
De ouwe juffrouw weeklaagde. De
Burgerpa zei dat ze d'r mond had te
houden. Gaat daarna eens met Meneer
Zeeland praten. Netjes in huis bij Meneer
Zeeland, want daar hadden de buren
niet mee te maken. Ook de goedhartige
vriend niet, die al twee dagen in touw
en op sjouw was voor de juffrouw, en
ais haar woordvoerder optrad. Die werd
het erf afgejaagd. Na een half uurlje
babbelen met Meneer Zeeland komt de
burgerpa met Meneer Zeeland naar
buiten. De beste vriendjes. Burgerpa
geeft meneer Zeeland een hand. En
mevrouw Zeeland een hand. En kind
Zeeland een hand. En hondje Zeeland
een aaitje over z'n koppetje. Wat een
lieve, goedhartige man toch. En tegen
de zieke juffrouw zegt-ie dat ze d'r woning
moet verlaten omdat die nou onbewoon
baar is, en dat de politie wel voor een
andere woning zal zorgen. En dat ze
daar maar genoegen mee had te nemen.
En 's avonds om acht uur komt de
politie en brengt haar de sleutel. En
toen is ze Maandag naar nieuwe stulp
getrokken. Na vier dagen aan weer cn
wind te zijn bloot gesteld geweest. Dank
zij de activiteit en hulpvaardigheid van
het Hoofd der Soester Politie. Nee, ik
bedoel niet in de eerste plaats de Bur
gerpa. Die is onderhoofd. Het Hoofd
is blijkbaar nog net als voor een dozijn
jaren en eerder, de Zeer-Hoog-Wel-
Edel - Geboren - Heer - Opperknoetdrager
Zwarts. Dat een politieagent van een
dorpje als Soest, waar vóór de begroo-
tingskwestie niemand zoowat ooit van
gehoord had, alleen actief is in hel
bekeuren van fietsers zonder bel en
dergelijke misdadigers, maar overigens
huisvredebreuk als een civiele zaak
beschouwt, och dat is nou nog zoo'n
wonder niet. Maar dat de rechtsgeleerde
oud-rechtcr-burgemeester dat verzuim
r.iet oogenblikkelijk herstelt, nou dat
noem ik kras. Onderlusschen is er alweer
een request naar den Minister van
Justitie toe. Leuk idee krijgen ze lang
zamerhand in den Haag van Soest.
Ja, Soest wordt wel berucht lang
zamerhand. Sinds een dag of wat hebben
we hier al een holbewoner ook. Nee
heusch, het is geen gekheid. Wie de
Kostverlorenweg gaat bewandelen kan
daar een mensch, zegge een mensch
en geen beest, in een hol in den grond
zien huizen. Nog maar enkele dagen
geleden had hij nog een dak boven
zijn hoofd, een dak dat hoorde bij een
huis, als dit tenminste geen te vleiende
naam is voor die woongelegenheid, die
hij gehuurd had van Meneer Zeeland.
Ja juist, dezelfde van daarnet. En op
een goeien dag als de huurder, een
man van vlak zestig jaar, even het dorp
in is, smijt de huisbaas diens hebben
en houwen op straat, spijkert de deur
dicht en zegt: „Zie maar dat je er weer
in komt". Die ouwe baas naar de politie
toe. Maar natuurlijk, die vond dat heel
gewoon. Hoogstens een civiele kwestie
meneerNiet waar, zoo maar je huis
binnen dringen en je meubels op straat
deponeeren, en het huis dichtspijkeren,
dat is een civiele kwestie. Daar heeft
de politie niks mee te maken. Wanneer
die onwe man nalatig geweest was in
het betalen van de huur, dan nog was
de wettelijke weg geweest hem er met
een deurwaarder te laten uitzetten. Maar
dat is hier in Soest allemaal niet noodig.
Nog een ietsje verder en je pakt een
huurder die je niet aan staat maar
ijskoud bij zijn kraag, smijt 'em op de
keien, gooit 'em z'n meubels achteraan,
geeft 'em een flink pak slaag als-ie nog
durft tegenpruttelen, en desnoods sluit
je z'n vrouw nog als gijselaarster in je
kelder op. Dat worden zoo langzamer
hand de gewone manieren in Soest,
waar de polilie ook ongetwijfeld niks
van zeggen zal, omdat het alleen een
civiele kwestie is. Goed zoo hoor, ga
maar zoo door, het kan alleen maar
reclame zijn voor ons liefelijk dorpje
dat al van officieele zijde is gesignaleerd
als ^een brandgat, bekend staat als een
plaats waar de raad niet geteld wordt,
en de ambtenaren net doen wat ze
willen, en nou beroemdheid krijgt als
een plaats waar de burgers zonder
bescherming zijn.
De Soester van verleden week was
weer erg interessant. Ik had het al wel
gezegder moet noodig salarisverhoo-
ging komen. De menschen verdienen
hier niet genoeg, daarom gaat het zoo
beroerd met Soest. En in dien salaris-
staat was het losse personeel nog niet
eens begrepen. Nou dat zijn anders ook
mannetjesputters. Een tijdje geleden
wandelde ik zoo eens door ons liefelijk
dorpje en zag in de Oranjestraat een
aantal straatmakers 'druk in de weer.
Het leeken wel werkeloozen, zoo hard
ging dat. Achteraf beschouwd moeten
het ook werkeloozen geweest zijn. Want
die menschen mogen immers alleen
inproductief werk verrichtenNou, het
steentjes verleggen in de Oranjestraat,
waar temet niemand wandelt, waar vier
of vijf huizen staan, waar de straat
werkelijk nog heel behoorlijk was, dat
is toch zeker geen productieve arbeid.
Ik geloof dat van Elten die lui beter
naar de Soesterbergschestraat had kunnen
sturen. Die is hier en daar net zoo glad
als een pas gerooid aardappelveldje.
Maar het schijnt dat alles wat naar
Soesterberg toegaat niet bijzonder be
mind is bij het gemeentehuis hier.
Onlangs vertelde me iemand dat het
gas daar duurder was na de nieuwe
verbindingen met Zeist als daar voor.
Terwijl de oude aangeslotenen toch met
die nieuwe aansluitingen niets te maken
hebben. Hij vertelde me ook dat meneer
Scheffer beloofd had dat in orde te
zullen maken, maar dat die dat vergeten
had. Hij zei ook nog dat meneer Putman
uit Soesterberg mij daar wel eens heele-
maal over kon inlichten. Dus meneer
Putman, als je je mede-Soesterbergenaren
eens een dienst wilt bewijzen, schrijf
dan maar eens een brief aan Brandnetel
per adres De Soester. dan zal ik daar
wel eens een preekje over houden.
En wat zagen mijn blinde oogen in
de courant van Van Elten en De Koning?
Nee maarHoe is het mogelijk1 Kunnen
jullie niet samenwerken met Gies Ik
had nou net gedacht dat meneer Hilhorst
de aangenaamste, joviaalste, prettigste,
vriendelijkste, man was om mee samen
te werken, die je maar kon indenken.
Maar nou lieg ik. Neen, ik begrijp vol
komen dat jullie het zat waren. Wat ik
van dat geachte Raadslid heb gezien
en gehoord, is het te verklaren dat
mannen die gaarne het beste met Soest
willen, mannen van wie niets anders
kan gezegd worden dan dat ze steeds
hun best hebben gedaan als raadslid,
nu ja, dat men het niet ieder naar
den zin kan maken, spreekt van zelf
ten slotte er de paan gezien hebben
tegen de stugge, conservatieve, nijdas
serige ouwe Soester geest op te werken.
De katholieke belastingbetalers zullen
het wel aan den lijve voelen wat het
zeggen wilgooi geen ouwe schoenen
weg voor je nieuwe hebt. Nou zit hel
volgend jaar Burgerpa met twee Soester
arrebeiers als wethouders naast zich.
En als 't een beelje tegen loopt, zit er
dan geen mensch meer in den Raad
die zijn mond.nog durft open te doen.
Want ik hoor fluisteren dat Mr. Jan er
ook niet veel zin meer in heeft, nou-ie
altijd alleen staat. Wat me spijten zou.