ra Luxe Verhuur-Auto's r DEPOSITO'S 1 LJET Ü1 30NMAAK INMAAK nW.J.v.Ee AAN-EN ■'•SOEST Soester Courant voor Soest en Omgeving Nieuws- en Advertentieblad. Verschijnt eiken Zaterdag. HAMDELSCRËPiËTSN La Porte Co. GEMEENTE-FILM W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint is-Onderneming HAKS ling voor crematie i, Dweilen enz. enz. VIJZEL" O.Z. 4, Tel. 2243 ïtoomleiding enz. op technisch gebied i onze „Wisa" Gas- en comforen. ror*ensfr. 1c ïlBOR'S DENDER- EEL! s FRANCO thuis gratis Eierenlijst Uitgever G. v. d. BOVENKAMP Soestdijk N.V. MIDDENSTAN83SB&NK INCASSO'S - DEPOSITO'S MOIDIR [Garage „MIDDELWUK" VENEMA's KLEEDING NAAR MAAT DE VERWEERNOTA ALLE BANKZAKEN „GAZELLE" RIJWIELEN A. FUGERS - KERKSTAAT 3 FORMALISME ABONNEEREN OP SOEST EN OMSTR. en franco per post No. 13 Vi lillende Jaargang Zaterdag 26 Maart 1927 kening: ÏNDIJK \RDEN k) D. HOOLWERF, Dir. IQ ÏETHOVEN, Apoth-Assist. idig in het - Telef. 168 •pers lelzeiltjes Kastranden Zie de etalage dis ele spaarbranders tegen streng erende prijzen. 'hilips gloeilampen en ander »ch materiaal. ir\et TELEF 5 K G. f 1.10 21/, KG f 0.60 Vleeschbeenmeel, gema- -ucerne K'avermeel. Maïs- imeel, Rijstmeel, Lijnmeel, •e Voederkalk. FERO. HUIJCKLAAN 8 Adres voor Administratie en Redactie Van Weedestraat 7, Soest AdvertentlCn worden ingewacht tot Vrijdags voormiddags 9 uur bij den Uitgever, ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur DE SOESTER ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct. Qroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement groote korting. Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal. voor AMERSFOORT en OMSTREKEN Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker I TELEFOON 1 Wanneer een sympathiek initiatief, hier in Nederland in 1925 genomen, ook dit jaar weer uitgewerkt wordt, dan zullen we, als meteen de eerste bloemen onze tuinen sieren, weer den „Moederdag" vieren, een jaarlijksch feest, ter eere van alle moeders, dat in Engeland en elders sedert eenigen tijd, burgerrecht heeft verkregen. Het is een vriendelijke ge dachte, om één dag in het jaar, heele- maal te wijden aan die goede gentus, die ons van onze eerste uren af, met haar teere zorgen omgaf, die ons tot het middelpunt maakte van haar liefste, teederste gedachtendie aan een klein wit bedje gezeten, zonnige toekomst beelden weefde rond het slapende, blo zende bolletje, op het hagelwitte kussen. Op dien éénen dag (behalve haar jaardag) in de eerste zoele dagen van het schoonste jaargetijde de lente, zullen in vele landen tallooze kinderen een groet van bloemen zenden aan „moeder". Er ligt een fijne gedachte aan ten grond slag. Want het is een generatie van het hoogste symbool van liefde, de moeder liefde. Het is de mooiste want on baatzuchtige liefde, die in onze men- schelijke ervaring wordt aangetroffen. Want een moeder geeft liefde, zonder belooning te vragen en dikwijlste verwachtensoms krijgt zij daarvoor kinderliefde in de plaats, soms niet. Maar hoe ondankbaar we ook soms mogen zijn, zij blijft steeds liefde geven, opofferend, zwijgend, geduldig Zooals alleen een moeder kan doen. Het is goed, dat we ons openstellen, dien éénen dag in het jaar, voor de zachtere gevoelens, die de vriendelijke gedachten aan „Moeder" onweerstaan baar in ons wakker roepen. Als we aan Moeder denken, daalt onwillekeurig hoe oud we ook mogen zijn een sfeer van goede, vriendelijke herinnering in ons denken neer. Stuk voor stuk doemen de beelden uit onze jeugd voor ons op, uit dien gelukkigen, zorgeloozen tijd, toen heel ons leven nog werd om geven door goede zorgen van Moeder. En er is er niet één in wiens hart niet een teere snaar gaat trillen, als hij in stil herdenken bepeinst, hoevéél dat werkende, zorgende moedertje wel voor hem deed, lang geleden. O, zeker, er zal dien dag, dien Moederdag, iets heel lichts, iets heel goeds en liefderijks in ons denken zijn. Omdat net een weer spiegeling zal zijn van de mooiste, on- baatzuchtigste liefde, de moederliefde. Voor bijna allen van ons komt of kwam de tijd, dat ook aan Moeder's zorgen een einde wordt gemaakt. Wij trouwen en maken een eigen gezin, wij gaan heen naar andere steden of landen, héél ver weg soms, aan het andere einde der aarde. En moeder's handen die ons eerst hebben gedragen en ter ruste gevleid, die ons later behoedden, toen we de eerste schreden zetten, en die nog later steeds maar bezig waren voor ons, opdat het ons wél zou zijn, die zelfde oude vertrouwde handen, blijven dan ledig en rusten onwennig in den schoot. En met elk kind, dat van haar heen ging, werden die goede, oude handen leeger. Maar zie, op dezen Moe derdag dan, willen wij aan Moeder's leege handen denken. Wij willen bloemen de eerste, de mooiste geurigste en schit terendste van het jaar, leggen, in Moeder's leege handen. Wij willen ze vullen, die gerimpelde, oude, leege handen, met een lieflijk symbool van onze kinder liefde, we willen Moeder's leege handen vullen Hoe groot we ook in de wereld ge worden zijn, hoe machtig of gevreesd, er heeft toch o, misschien vele jaren geleden een jong, trouw moedertje aan onze wieg gestaan, dat ons in zachte, kromme woordjes, zooals alleen een moeder doet, toefluisterde hoe lief we haar wel waren en hoe groote, schit terende dingen, ze wel van ons ver wachtte, als we eenmaal groot zouden zijn. Natuurlijk, elk kind is een vorstje in het kleine koninkrijkje van moeder's armen. En, wel, hebben we Moeder niet teleurgesteld Deden, we, wat ze van ons verwachtte Gaven we zelfs wel dat kleine beetje kinderliefde, waarnaar ze hunkerke Niet Dan kunt ge nog, dien Moederdag, haar zoo lang leeg gebleven handen vullen. Deed gc het wel? Dan zult ge het zeker ook doen. En dan zullen vele „Mammies", „Moekes" of eenvoudig weg „Moeders", een héélen dag van groote vreugde kennen. FLORIS C. EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169 Ruime wagens Billijk tarief Ingezonden Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. De verweernota van B. en W. inzake de verschillen, bestaande tusschen de begrooting, zooals deze door den Raad is goedgekeurd en de begrooting, zooals die aan Gedep. Staten is gezonden, kan mij slecht voldoen, fn de eerste plaats al, omdat het publiek in den waan wordt gebracht, dat het stuk de vrucht is van beraadslagingen in het College van B. en W., terwijl uit de rede, door Wethouder van den Berg in de raadszitting van 28 Februari gehouden, is komen vast te staan, dat deze buiten die beraadslagingen is gehouden en hij danook geen woord en geen cijfer van die verweernota voor zijn verantwoording kan nemen. De heer van den Berg meende aan zijn rede toe te moeten voegen, dat zijn ervaring gedurende 3% jaar hem geleerd heeft, dat de gegevens, die het gemeentehuis verstrekt, niet altijd juist zijn. Deze openlijke bekentenis van den meest ter zake kundigen wethouder, gevoegd bij diens verklaring geen enkele verantwoor ding voor de verweernota te nemen, zegt oneindig veel meer dan in tien verweernota's kan worden goedgepraat. En nu de verweernota zelve. Met betrekking tot de volgnummers 31; 94, 124, '7o 473) 47A cn 527 de nota, dat deze de Rekening 1925 betreffen en dat door vaststelling dier Rekening door den Raad in dezelfde vergadering als waarin de Begrooting werd aangenomen, deze volgnummers gewijzigd moesten worden, waarop men laat volgen„er is dus niet anders gehandeld dan ter opvolging van een raadsbesluit". Hierbij ben ik zoo vrij op te merken, dat de Rekening 1925 onveranderd is goedgekeurd en dat dus derhalve als gevolg van dat raadsbesluit niets te wijzigen viel. Bovendien werd de Reke ning 1925 op II October 1926 ter visie neergelegd, terwijl de Begrooting eerst veel later gereed kwam en aan H.H. Raadsleden werd toegezonden. Men kan er zich dus niet op beroepen, dat er wijzigingen in de Gemeente-rekening zouden hebben plaats gehad, nadat de Begrooting aan den Raad ter goedkeuring was voorgelegd en ik vraag mij zeil af waaraan men het recht ontleent om in de door den Raad vastgestelde cijfers wijziging te brengen. Met het verdere van het verweer is het al niet veel beter gesteld. En hoe kan dat ook anders De feiten staan vast. Men kan trachten ze goed te praten, doch die feiten en het ergerlijke ervan verandert men er niet door. Men heeft nu trachten voor te geven, dat die wijzigingen gedekt waren door raadsbesluiten, doch blijkens de goed gekeurde notulen der betrokken ver gadering is dat beslist onwaar. Het beroep, dat die goedgekeurde notulen eigenlijk niet volledig zouden zijn geweest, wil ik voor het oogenblik, als al te naïef, maar stilzwijgend voorbijgaan. In geen der door mij gesignaleerde verschillen is eenige wijziging gekomen. De verschillen waren er en ze zijn er nog. Het woord is thans aan H.H. Gede puteerde Staten, die stellig aan dat geknoei cn gegoochel met cijfers een einde zullen trachten te maken. Dankend voor de verleende plaats ruimte, M. IBURG. BOKSERS BAARN - SOEST - BUSSUM CHEQUE REKENINGEN MET RENTEVERGOEDING vanaf 172.- Bij de besprekingen, gehouden naar aanleiding van het feit, dat de begrooting zooals die door den Raad is vastge steld niet gelijkluidend is aan de Be grooting, zooals die aan Gedep. Staten ter goedkeuring is aangeboden, is, on der meer opgemerkt dat de verschillen eigenlijk zéér onbelangrijk zijn en is de actie, tegen de verschillen gevoerd, gequalificeerd als „bekrompen forma lisme". Of die verschillen werkelijk zoo on belangrijk zijn, wil ik hier thans niet bespreken, nu een hooger College daarover zijn meening zal geven. Maar over de qualificatie „bekrompen formalisme" lijkt het mij gewenscht eens een en ander te zeggen. Is in het particulier bedrijf formalisme iets, dat zooveel mogelijk moet worden voorkomen, geheel anders staatdatbij een publiekrechtelijk lichaam als een gemeente. Daar toch is een gekozen bestuur en een uitvoerend bewind, dat de zaken voor het gemeenebest regelt. En degenen, die tezamen dat gemeene best vormen, de ingezetenen, hebben het recht ten allen tijde te weten wat nu eigenlijk precies te hunnen behoeve is beslist en besloten. De eenig juiste wijze, waarop die besluiten kunnen worden genomen, zonder ook maar eenige kans te loopen verschil van meening te krijgen over datgene, wat nu eigenlijk precies be sloten is, is de volgende Bij de toelichting, welke B. en W. omtrent zekere zaak aan den Raad geven behoort afzonderlijk een schriftelijk concept-voorstel, vermeldende woorde lijk datgene, wat de Raad formeel zal moeten besluiten, indien ze met het betrokken voorstel accoord gaat. Dit concept-voorstel zal eerst indien het door den RaacI is aangenomen de kracht krijgen van een officieel raadsbesluit en daarvan zal blijken uit de notulen der raadsvergadering, in welke notulen dat concept-voorstel woordelijk is opgeno men, alsmede liet feit der aanneming. En indien het nu eens wenschelijk mocht blijken, dat B. en W. een oor spronkelijk ingediend voorstel, naar aanleiding van veranderd inzicht of van geopperde bezwaren wijzigen, dan zal de eenige manier zijn om op dezelfde wijze, als waarop het oorspronkelijk concept-voorstel ter kennis van de raadsleden en van het publiek is gebracht schriftelijk een nieuw gewijzigd concept voorstel in te dienen of desgewenscht een wijziging op het oorspronkelijk concept-voorstel te geven, woordelijk aangevende datgene, wat in dat con cept-voorstel gewijzigd wordt. En we derom zal dan uit de notulen der raadsvergadering blijken wat precies door den Raad is besloten, zonder dat men daarover ooit verschil, al is het maar over één letter of over één cijfer, kan krijgen. Genoemde wijze is danook de eenig wettelijke manier, waarop een officieel raadsbesluit tot stand kan komen en alle „vanzelf sprekende" en „stilzwij gende" veranderingen moeten geheel buiten beschouwing blijven, als blij kende niet uit de stukken en uit de notulen en als zijnde derhalve niet door den Raad bekrachtigd. En nu moge men het hierboven ver dedigd standpunt „bekrompen forma lisme" noemen, het is en blijft de eenig juiste wijze, waarop een raadsbesluit kan tot stand komen en is ook de eenige manier, waarbij nooit verschil van meening kan ontstaan omtrent dat gene, wat de Raad nu eigenlijk precies en woordelijk heeft besloten. En dat ook de algemeene Rijksre- geering van dat „bekrompen formalis tische" standpunt uitgaat, blijkt wel uit tal van wetten met erop gegrondveste algemeene maatregelen van bestuur, waarbij dikwijls tot in de alleruiterste finesses de materie wordt geregeld, alleen om de grootst mogelijke rechts zekerheid te verkrijgen, die men in ons staatsbestuur zoozeer gewenscht acht. En uit tal van wetten, ook uit den allerlaatsten tijd, kan blijken dat de algemeene Rijksregeeringde langdurige, ingewikkelde en daarenboven kostbare weg van wetswijziging prefereert boven „vanzelfsprekende" en „stilzwijgende", wijzigingen, zelfs als die wijzigingen slechts betreffen een enkel woord of zelfs een komma en de „bedoeling" overigens voor een ieder wel duidelijk was. Doch men wenschtedie „bedoeling" in overeenstemming met de „letter", uitsluitend en alleen ten behoeve van de rechtszekerheid der inwoners. En als de algemeene Rijksregeering zoo vóórgaat, behoeft de door een gemeentebestuur van bovengenoemd standpunt gegeven onwelwillende qua lificatie „bekrompen formalisme" met de bedoeling zich daartegen te verzet ten, wel eens ernstig nadenken. C. HAVER. Burgerlijtee Stand GEBORENWilhelmus Johannes, z. v. M. J. Hilhorst en J. G. Grift Anna Jacoba Theresia, d. v. J. Buis en A. C. Boonekamp Gerardus Wilhelmus, z. v. J. J. M. Brouwer en J. J. P. Verhagen. GEHUWD Karei v. den Breul en Hed- wig Margarete Lillig. OVERLEDENCornelis Wantenaar, 44 jr, echtgen. v. M. v. d. Breemer Gijsbertus v. Garderen, 43 jr, echt- gen. v. G. Huisman Maria Helena Evelein, 63 jr, te Driebergen Cornelis v. Buijsen, 68 jr, geh. m. W. C. de Rond. XII Ha dat zou wel een leuke film zijn. Ha, ha ha! „Wat bedoel je?" vroeg Grootje, toen ik die woorden ineens hardop dacht onder 't puffen van m'n gouwenaar. „Wel", zei ik, „ik had gedacht eens een prijsvraag uit te schrijven voor de inwoners van SoestWie is Brand netel 't Zou om je ziek te lachen zijn als je eens zwart op wit voor je zag, wie ze daarvoor aanzien. Ik zelf heb nou al van wel tien kanten gehoord dat ik het niet ben. Men zal mij dus niet kwalijk nemen dat ik wel eens graag zou willen weten wie het wèl was. Daar heb je bijvoorbeeld op de Soos. Nauwelijks is meneer Bloupot binnen geloopen of een stuk of drie vier roepen al: „Hallo Brandnetel." „Krijg een staart" gromt die meneer dan terug, „weet ik veel van Brandnetels. M'n vrouw trekt ze af tegen de reumathiek, m iar voor de rest heb ik er geen bood schap aan". Daar heb je de kapsalon. Je snapt wel welke. Er is er maar een in Soest. Gezellig oord voor het laatste plaatselijke nieuws. „Brandnetel?" zegt iemand met een groc-slem van onder een wolk wit schuim, „nogal wiedes, dat is die lange Haver en geen mensch anders". ,,'t Zou wat" piept een meneer met een fijn stemmetje, „ik vei wed er m'n hoofd onder dat het Mr. van Doorne is", „|e kon wel wat beters inzetten" bromt de grocstem terug „om jou kop geef ik niet veel Nou, 1-A-cü „zegt de kapper, pardon, coiffeur", ik voor mij, ik zou zoo bij mezelf denken, ais het de een niet is, dan is het een ander, maar zeker weten doe ik alleen dat ik het niet ben" „Dat weet ik nog zoo net niet" piept het fijne stemmetje, je bent er gemeen genoeg voor, ha, hal" „Nou meneer, gemeen, daar zeg je zoo wat. Ik krijg hier allerhande rang en stand te scheren, maar ik kan U verklaren dat negentig procent het maar wit goed vinden dat Brandnetel in de Soester er het scheer mes eens over haalt" „En wat zeg je er zelf nou wel van". „Ik meneer?" Och, ik ben het met iedereen eens, dat brengt m'n vak zoo mcc. Als ik nou bouwer was, dan was ik 't natuurlijk met 't gemeentehuis eens, want als je dat niet bent wor-je gepest, en als ze de kans krijgen, den hals nog omgedraaid ook. Verleden week liet zich hier nog zoo'n aannemer scheren. Hij ging te keer, niet zoo mis. Een collega van 'em die zat te wachten, zei toen tegen "em: „Ik zou me maar sjakes houwe, anders worden al je teekeningen stuk voor stuk afgekeurd". ,,'t Lijkt hier wel Rusland" bromde de groc-stem. „Zal ik je eens wat zeggen" zei een als heer vermomd persoon, die nog niks gezegd had, „Brandnetel is Van den Berg" „Wat zou het, 'k geloof er niks van" „Toch waar, een paar dagen geleden zei de burgemeester net nog tegen medie stijl en sommige uitdrukkingen wijzen er precies op". „Dan weet ik het beter" zei een meneer met een uilebril die net was binnengekomen, „Brandnetel dat is Iburg" „Zou je niet liever zeggen dat het dc pastoor was hoonde de grocstem. „Nee", zei de bril, „ik weet het van Van Vugt, die zei onlangs tegen me dat er een stukkie van Brand netel in de Soester gestaan had, dat precies klopte met wat hij zelf gezien had" En zoo kletsen de menschen maar voort. In den loop der tijden heb ik nog wel tien namen hooren noemen, o.a. de heeren Groenman, Uiterwijk, Spitse, Wöhrman, Doorman, De Vries en ik weet al niet meer wie nog meer. Maar in elk geval blijkt er een groote belangstelling uit. Nou misschien schrijf ik nog wel eens een prijsvraag uit. Het merkwaardige vind ik nog dat ik mezelf maar een of twee keer heb hooren noemen. Ze slaan me dus blijkbaar als schrijver niet erg hoog aan. En zelf raad ik natuurlijk dapper mee, wie het toch wel zijn kan. En als ik dan thuis m'n wedervaren vertel, lacht Grootje zich een kriek. Zoo net werd me een brief gebracht waarin Brandnetels hulp wordt ingeroepen om dc Soester politie eens aan de kaak tc stellen. Het is warachtig een heel drama. Stel je voor: een alleen wonend ziekelijk vrouwtje, wier man al 23 jaar in een krankzinnigengesticht wordt ver pleegd, krijgt bezoek van den huisbaas die zegt de schoorsteenen te komen repareeren. Dit op bevel van dc bouw- politie, bij wie de juffrouw zich beklaagd had. Nauwelijks binnen gekomen, begint de huisbaas met de huisdeur er uit te lichten. En op den noodkreet van de juffrouw: „Gut man wat begin je nou 1" VOORHEEN FA. STRIJKER KERKSTRAAT 20 TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7 zegt-ie: „Ik zal jou wel krijgen om te klagen bij de bouwpolitie" en begint meteen een raam er uit te lichten. Zoo successievelijk breekt-ie zoowat het heele huis af. Haalt tenminste alle deuren en ramen eruit. De juffrouw roept om hulp. Een kennis van haar snelt naar de politie. „Hebben we niks mee te maken" zegt de Opperknoetdrager De Zeer-Hoog- Wel-Edel-Geboren-Heer Zwarts, „dat is een civiele kwestie" Ondertusschen wordt het huis alsmaar meer afgetakeld, 's Avonds zit de juffrouw in een huis waar weinig meer van over is dan de vier muren. Eert andere kennis van haar, het geval vernemend snelt naar den burgemeester. Wordt beleefd op de stoep ontvangen. In den regen. „Waarvoor of-ie bij den burgemeester aan huis dorst te komende burgemeester had zijn spreekuren op 't gemeêntehuis" „Ja, neemt U me asjeblief niet kwalijk, Edelachtbare Heer, maar het is hier een spoedgeval" „Wat spoedgeval, er zijn hier in Soest geen spoedgevallen. Maar ik zal de politie wel even bellen" De burgemeester belt. De smeekeling wacht. Met den hoed in de hand. Op den stoep. In den regen. Burgemeester komt terug. „We zullen wel eens komen kijken" En 's avonds om 9 uur, die ongelukkige stakker van een juffrouw had dus al een heelen dag in weer en wind gezeten, komt DE POLITIE. In den vorm van een agent. Die bekijkt het geval. Vind het erg. Bekijkt het nog eens. Vindt het nog eens erg. Stapt dan op zijn fiets en verdwijnt. De juffrouw gaat den nacht in in een aan alle kanten open huis. Volgenden dag 's morgens vroeg gaat de kennis van de juffrouw regelrecht naar den Officier van Justitie te Utrecht. Om dezen in kennis te stellen met „de civiele kwestie". Officier lacht zich een bult om de Soester politie. Stuurt dadelijk bericht naar zijn rijks veldwachter te Soest om procesverbaal op te maken wegens twee misdrijven door „Meneer" Zeeland, den huisbaas gepleegd. Waar ze in Soest geen sjoege van hadden blijkbaar. Als mijn bericht gever juist schreef dan was dat huis vredebreuk en nadeel toebrengen aan gezondheid. Als dat nou civiele kwesties zijn dan weet heusch niet meer waarvoor ik d&n bij' de polilie terecht kan. Op een goeien dag wordt de een of ander aan frikadilletjes gehakt door een paar moordenaars en dan zegt Zijn Zeer- Hoog-Wel-Edel-Geboren Heer-Opper- knoetdrager Zwarts ook nog: „Civiele kwestie meneermotten de erfgenamen de moordenaars maar aanspreken om schadevergoeding". Inderdaad die meneer uit de kapsalon had gelijk: Het lijkt hier wel Rusland. Ondertusschen is er ook al een advocaat in gemoeid, Meneer Terlingen. Die belt daags na dat de rijksveldwacht procesverbaal opmaakte de burgemeester nog eens op. Die eens zou komen kijken. En ook komt kijken. Met een agent als assistentie. Je kon nooit weten. Gaat naar de open-en-bloot-wonende-juffrouw om de zaak te onderzoeken. Dat was Zaterdagmorgen. De juffrouw had dus toen net twee dagen bloot gewoond. Burgemeester verzocht Meneer Zeeland vriendelijk of hij asjeblief de ramen en deuren er weer in wou zetten. Meneer Zeeland zei: „Dat verdom ik" Wat erg leelijk was. Eerstens is hel heel slecht om te vloeken en tweedensbevloek je toch het hoofd van de politie niet. De ouwe juffrouw weeklaagde. De Burgerpa zei dat ze d'r mond had te houden. Gaat daarna eens met Meneer Zeeland praten. Netjes in huis bij Meneer Zeeland, want daar hadden de buren niet mee te maken. Ook de goedhartige vriend niet, die al twee dagen in touw en op sjouw was voor de juffrouw, en ais haar woordvoerder optrad. Die werd het erf afgejaagd. Na een half uurlje babbelen met Meneer Zeeland komt de burgerpa met Meneer Zeeland naar buiten. De beste vriendjes. Burgerpa geeft meneer Zeeland een hand. En mevrouw Zeeland een hand. En kind Zeeland een hand. En hondje Zeeland een aaitje over z'n koppetje. Wat een lieve, goedhartige man toch. En tegen de zieke juffrouw zegt-ie dat ze d'r woning moet verlaten omdat die nou onbewoon baar is, en dat de politie wel voor een andere woning zal zorgen. En dat ze daar maar genoegen mee had te nemen. En 's avonds om acht uur komt de politie en brengt haar de sleutel. En toen is ze Maandag naar nieuwe stulp getrokken. Na vier dagen aan weer cn wind te zijn bloot gesteld geweest. Dank zij de activiteit en hulpvaardigheid van het Hoofd der Soester Politie. Nee, ik bedoel niet in de eerste plaats de Bur gerpa. Die is onderhoofd. Het Hoofd is blijkbaar nog net als voor een dozijn jaren en eerder, de Zeer-Hoog-Wel- Edel - Geboren - Heer - Opperknoetdrager Zwarts. Dat een politieagent van een dorpje als Soest, waar vóór de begroo- tingskwestie niemand zoowat ooit van gehoord had, alleen actief is in hel bekeuren van fietsers zonder bel en dergelijke misdadigers, maar overigens huisvredebreuk als een civiele zaak beschouwt, och dat is nou nog zoo'n wonder niet. Maar dat de rechtsgeleerde oud-rechtcr-burgemeester dat verzuim r.iet oogenblikkelijk herstelt, nou dat noem ik kras. Onderlusschen is er alweer een request naar den Minister van Justitie toe. Leuk idee krijgen ze lang zamerhand in den Haag van Soest. Ja, Soest wordt wel berucht lang zamerhand. Sinds een dag of wat hebben we hier al een holbewoner ook. Nee heusch, het is geen gekheid. Wie de Kostverlorenweg gaat bewandelen kan daar een mensch, zegge een mensch en geen beest, in een hol in den grond zien huizen. Nog maar enkele dagen geleden had hij nog een dak boven zijn hoofd, een dak dat hoorde bij een huis, als dit tenminste geen te vleiende naam is voor die woongelegenheid, die hij gehuurd had van Meneer Zeeland. Ja juist, dezelfde van daarnet. En op een goeien dag als de huurder, een man van vlak zestig jaar, even het dorp in is, smijt de huisbaas diens hebben en houwen op straat, spijkert de deur dicht en zegt: „Zie maar dat je er weer in komt". Die ouwe baas naar de politie toe. Maar natuurlijk, die vond dat heel gewoon. Hoogstens een civiele kwestie meneerNiet waar, zoo maar je huis binnen dringen en je meubels op straat deponeeren, en het huis dichtspijkeren, dat is een civiele kwestie. Daar heeft de politie niks mee te maken. Wanneer die onwe man nalatig geweest was in het betalen van de huur, dan nog was de wettelijke weg geweest hem er met een deurwaarder te laten uitzetten. Maar dat is hier in Soest allemaal niet noodig. Nog een ietsje verder en je pakt een huurder die je niet aan staat maar ijskoud bij zijn kraag, smijt 'em op de keien, gooit 'em z'n meubels achteraan, geeft 'em een flink pak slaag als-ie nog durft tegenpruttelen, en desnoods sluit je z'n vrouw nog als gijselaarster in je kelder op. Dat worden zoo langzamer hand de gewone manieren in Soest, waar de polilie ook ongetwijfeld niks van zeggen zal, omdat het alleen een civiele kwestie is. Goed zoo hoor, ga maar zoo door, het kan alleen maar reclame zijn voor ons liefelijk dorpje dat al van officieele zijde is gesignaleerd als ^een brandgat, bekend staat als een plaats waar de raad niet geteld wordt, en de ambtenaren net doen wat ze willen, en nou beroemdheid krijgt als een plaats waar de burgers zonder bescherming zijn. De Soester van verleden week was weer erg interessant. Ik had het al wel gezegder moet noodig salarisverhoo- ging komen. De menschen verdienen hier niet genoeg, daarom gaat het zoo beroerd met Soest. En in dien salaris- staat was het losse personeel nog niet eens begrepen. Nou dat zijn anders ook mannetjesputters. Een tijdje geleden wandelde ik zoo eens door ons liefelijk dorpje en zag in de Oranjestraat een aantal straatmakers 'druk in de weer. Het leeken wel werkeloozen, zoo hard ging dat. Achteraf beschouwd moeten het ook werkeloozen geweest zijn. Want die menschen mogen immers alleen inproductief werk verrichtenNou, het steentjes verleggen in de Oranjestraat, waar temet niemand wandelt, waar vier of vijf huizen staan, waar de straat werkelijk nog heel behoorlijk was, dat is toch zeker geen productieve arbeid. Ik geloof dat van Elten die lui beter naar de Soesterbergschestraat had kunnen sturen. Die is hier en daar net zoo glad als een pas gerooid aardappelveldje. Maar het schijnt dat alles wat naar Soesterberg toegaat niet bijzonder be mind is bij het gemeentehuis hier. Onlangs vertelde me iemand dat het gas daar duurder was na de nieuwe verbindingen met Zeist als daar voor. Terwijl de oude aangeslotenen toch met die nieuwe aansluitingen niets te maken hebben. Hij vertelde me ook dat meneer Scheffer beloofd had dat in orde te zullen maken, maar dat die dat vergeten had. Hij zei ook nog dat meneer Putman uit Soesterberg mij daar wel eens heele- maal over kon inlichten. Dus meneer Putman, als je je mede-Soesterbergenaren eens een dienst wilt bewijzen, schrijf dan maar eens een brief aan Brandnetel per adres De Soester. dan zal ik daar wel eens een preekje over houden. En wat zagen mijn blinde oogen in de courant van Van Elten en De Koning? Nee maarHoe is het mogelijk1 Kunnen jullie niet samenwerken met Gies Ik had nou net gedacht dat meneer Hilhorst de aangenaamste, joviaalste, prettigste, vriendelijkste, man was om mee samen te werken, die je maar kon indenken. Maar nou lieg ik. Neen, ik begrijp vol komen dat jullie het zat waren. Wat ik van dat geachte Raadslid heb gezien en gehoord, is het te verklaren dat mannen die gaarne het beste met Soest willen, mannen van wie niets anders kan gezegd worden dan dat ze steeds hun best hebben gedaan als raadslid, nu ja, dat men het niet ieder naar den zin kan maken, spreekt van zelf ten slotte er de paan gezien hebben tegen de stugge, conservatieve, nijdas serige ouwe Soester geest op te werken. De katholieke belastingbetalers zullen het wel aan den lijve voelen wat het zeggen wilgooi geen ouwe schoenen weg voor je nieuwe hebt. Nou zit hel volgend jaar Burgerpa met twee Soester arrebeiers als wethouders naast zich. En als 't een beelje tegen loopt, zit er dan geen mensch meer in den Raad die zijn mond.nog durft open te doen. Want ik hoor fluisteren dat Mr. Jan er ook niet veel zin meer in heeft, nou-ie altijd alleen staat. Wat me spijten zou.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 1